CRABV 50 COM 789
CRABV 50 COM 789
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
dinsdag mardi
18-06-2002 18-06-2002
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 789
18/06/2002
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de bevoegdheidsverdeling tussen de
gewesten en de federale Staat inzake
erediensten" (nr. 7388)
1
Question de M. Tony Van Parys au vice-premier
ministre et ministre du Budget, de l'Intégration
sociale et de l'Economie sociale sur "la répartition
des compétences entre les régions et le
gouvernement fédéral en matière de cultes"
(n° 7388)
1
Sprekers: Tony Van Parys, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en
Sociale Economie, Filip De Man
Orateurs: Tony Van Parys, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget, de l'Intégration sociale et de l'
Économie sociale, Filip De Man
Vraag van de heer Filip De Man aan de eerste
minister over "de voorstellen die hij doet om de
problemen van de politie in Brussel-19 op te
lossen" (nr. 7431)
2
Question de M. Filip De Man au premier ministre
sur "les propositions du premier ministre pour
résoudre les problèmes de la police dans les 19
communes de la Région Bruxelles-capitale"
(n° 7431)
2
Sprekers: Filip De Man, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Filip De Man, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
verplichte combi-regeling bij risico-
voetbalmatchen" (nr. 7487)
4
Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre de
l'Intérieur sur "la combinaison obligatoire du
transport en autocar et l'accès au stade lors des
matchs de football à risques" (n° 7487)
4
Sprekers: Peter Vanvelthoven, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Peter Vanvelthoven, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
brevethouders OGP/HPK" (nr. 7503)
5
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de l'Intérieur sur "les détenteurs du brevet
OPI/APR" (n° 7503)
5
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
eventuele samenvoeging van de dienst 100 met
de dienst 101" (nr. 7506)
7
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de l'Intérieur sur "la fusion éventuelle des services
100 et 101" (n° 7506)
7
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer John Spinnewyn aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
vrijwillige vierdagenweek bij de federale politie"
(nr. 7513)
9
Question de M. John Spinnewyn au ministre de
l'Intérieur sur "le choix volontaire de la semaine de
quatre jours à la police fédérale" (n° 7513)
9
Sprekers:
John Spinnewyn, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
John Spinnewyn, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Willy Cortois aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de schade die door
een zwaar noodweer in Noordwest-Brabant werd
veroorzaakt" (nr. 7536)
10
Question de M. Willy Cortois au ministre de
l'Intérieur sur "les dégâts occasionnés par une
violente tempête dans le nord-ouest du Brabant"
(n° 7536)
10
Sprekers: Willy Cortois, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Willy Cortois, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de inzet
van Nederlandsonkundige politieagenten in
Antwerpen" (nr. 7537)
11
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de l'Intérieur sur "la présence à Anvers de
policiers ignorant le néerlandais" (n° 7537)
11
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Antoine
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18/06/2002
CRABV 50
COM 789
ii
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het statuut
van de Europese ambtenaren" (nr. 7542)
13
Question de Mme Karine Lalieux au ministre de
l'Intérieur sur "le statut des fonctionnaires
européens" (n° 7542)
13
Sprekers:
Karine Lalieux, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Karine Lalieux, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 789
18/06/2002
1
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
DINSDAG
18
JUNI
2002
14:15 uur
______
du
MARDI
18
JUIN
2002
14:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.14 uur door
de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.14 heures par M. Paul
Tant, président.
01 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
vice-eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de bevoegdheidsverdeling tussen de
gewesten en de federale Staat inzake
erediensten" (nr. 7388)
01 Question de M. Tony Van Parys au vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale sur
"la répartition des compétences entre les régions
et le gouvernement fédéral en matière de cultes"
(n° 7388)
01.01 Tony Van Parys (CD&V): De bijzondere wet
van 13 juli 2001 houdt een gedeeltelijke
regionalisering in van de erediensten. Volgens
artikel 4 behoren de kerkfabrieken tot de
bevoegdheid van de Gewesten, maar de erkenning
van de erediensten zou, net zoals de wedden en
pensioenen van de bedienaars van de erediensten,
federale materie blijven.
Er ontstond een discussie omtrent de notie
`erkenning van erediensten': wordt daaronder ook
de erkenning van de plaatselijke entiteiten van de
erediensten begrepen? De minister van Justitie
antwoordde dat minister Duquesne het nodig achtte
hierover een extern deskundige te raadplegen. Is
dat advies klaar? Wat is nu de precieze inhoud van
de notie `erkenning'?
01.01 Tony Van Parys (CD&V): La loi spéciale du
13 juillet 2001 prévoit une régionalisation partielle
des cultes. Selon l'article 4, les fabriques d'église
sont de la compétence des Régions mais la
reconnaissance des cultes resterait une matière
fédérale, au même titre que les traitements et les
pensions des ministres des cultes.
Un débat s'est engagé sur la notion de
« reconnaissance des cultes » : entend-on aussi
par là la reconnaissance des entités locales des
cultes ? Le ministre de la Justice a répondu que le
ministre Duquesne estimait nécessaire de consulter
un expert externe. Celui-ci a-t-il rédigé son avis ?
Que recouvre exactement la notion de
«reconnaissance»?
01.02 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): Mijn kabinet en het kabinet van
minister Verwilghen hebben samen vergaderd met
Gents ere-stadssecretaris Dujardin, die een boek
heeft geschreven over de kerkbesturen. Die
gedachtewisseling werd genoteerd, maar er werd
geen officieel advies gevraagd.
De bijzondere wet wou de bevoegdheid over de
ondergeschikte besturen in principe toebedelen
01.02 Johan Vande Lanotte , ministre (en
néerlandais) : Mon cabinet et le cabinet du ministre
Verwilghen se sont réunis et ils ont convié à cette
occasion le secrétaire honoraire de la Ville de
Gand, M. Dujardin, qui a écrit un livre sur les
fabriques d'église. Cet échange de vues a été acté
mais aucun avis officiel n'a été demandé.
La loi spéciale voulait en principe confier aux
Régions la compétence des pouvoirs subordonnés,
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18/06/2002
CRABV 50
COM 789
2
aan de Gewesten, net zoals de aan de lokale
besturen gelinkte onderdelen van de kerkbesturen.
De federale overheid blijft bevoegd voor de
erkenning van de erediensten in hun totaliteit, met
inbegrip van de wedden en pensioenen van de
bedienaren.
De Gewesten zijn bevoegd voor de erkenning van
de lokale kerkbesturen - waarover ze ook de
voogdij voeren - en de ermee verband houdende
wetgeving, evenals voor het toezicht op werken van
de lokale besturen, waarvoor ze tevens een
machtiging verlenen. Verder zijn ook het toezicht op
de begrotingen en rekeningen van de
gemeentebesturen en het verlenen van een
machtiging voor giften en legaten boven een
bepaald bedrag gewestbevoegdheid.
Het ministerie van Justitie heeft een circulaire
verspreid onder alle erediensten waarin de nieuwe
bevoegdheidsverdeling werd uiteengezet.
comme les parties des fabriques d'église liées aux
pouvoirs locaux.
Le pouvoir fédéral reste compétent pour la
reconnaissance des cultes dans leur totalité, y
compris les traitements et les pensions des
ministres.
Les Régions sont compétentes pour la
reconnaissance des fabriques d'église locales sur
lesquelles elles exercent aussi la tutelle et pour la
législation qui y a trait ainsi que pour le contrôle des
travaux des pouvoirs locaux, pour lesquels elles
accordent également une autorisation. En outre, les
Régions sont également compétentes pour le
contrôle des budgets et des comptes des
administrations communales ainsi que pour l'octroi
d'une autorisation pour les dons et legs dépassant
un certain montant.
Le ministère de la Justice a diffusé une circulaire
parmi tous les cultes afin de leur exposer la
nouvelle répartition de compétences.
01.03 Tony Van Parys (CD&V): De notulering is
een goede basis. Als de organisatie van de lokale
kerkraden toekomt aan de Gewesten, dan geldt dat
ook voor de organisatie van de kerkbesturen van
de islam, voor zover die er zijn.
01.03 Tony Van Parys (CD&V): Le procès-verbal
constitue une bonne base. Si l'organisation des
conseils d'église locaux revient aux Régions, le
même principe vaut également pour les
"administrations d'église" de l'islam, pour autant
qu'il y en ait.
01.04 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): Voor zover de gemeenten betrokken
partij zijn, is het een gewestelijke bevoegdheid.
01.04 Johan Vande Lanotte , ministre (en
néerlandais) : Dans la mesure où les communes
sont parties prenantes, cette matière ressortit à la
compétence des Régions.
01.05 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Klopt het
dat federaal beslist werd om 75
moskeegemeenschappen te erkennen?
01.05 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Est-il exact
qu'il a été décidé au niveau fédéral de reconnaître
75 communautés de mosquées?
01.06 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): Dat moet ik nakijken
01.06 Johan Vande Lanotte , ministre (en
néerlandais) : Il faut que je vérifie cette information.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Filip De Man aan de eerste
minister over "de voorstellen die hij doet om de
problemen van de politie in Brussel-19 op te
lossen" (nr. 7431)
02 Question de M. Filip De Man au premier
ministre sur "les propositions du premier
ministre pour résoudre les problèmes de la
police dans les 19 communes de la Région
Bruxelles-capitale" (n° 7431)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister
van Binnenlandse Zaken)
(La réponse sera fournie par le ministre de
l'Intérieur)
02.01 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Ik had de
vraag aan de eerste minister gesteld, omdat ze
kadert in de roadshow die de premier momenteel
02.01 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Si j'ai
adressé ma question au premier ministre, c'est
parce qu'elle s'inscrit dans le roadshow auquel
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 789
18/06/2002
3
opvoert.
Volgens Brussels burgemeester Thielemans en
directeur Audenaert is het personeelstekort bij de
Brusselse politie dramatisch.
Klopt het dat veel Brusselse politiemensen hun
overplaatsing vragen? Over hoeveel mensen gaat
het precies? Heeft de minister een akkoord met de
Brusselse burgemeesters? Hoeveel aspiranten
volgen momenteel les aan de Brusselse
politieschool? Op hoeveel effectieve aanwervingen
kunnen de Brusselse zones dit jaar rekenen? Zijn
er echt maar een 130-tal beschikbaar? Hoeveel
plaatsen zijn er per zone vacant? Wordt het
taalexamen versoepeld? Krijgen Brusselse
politiemensen de beloofde risicopremie?
celui-ci se livre actuellement.
Selon le bourgmestre de Bruxelles, M. Thielemans,
et le directeur, M. Audenaert, la pénurie de
personnel à laquelle est confrontée la police de
Bruxelles prend des proportions dramatiques.
Est-il exact que de nombreux policiers bruxellois
demandent leur mutation? De combien de
personnes s'agit-il exactement? Le ministre a-t-il
conclu un accord avec les bourgmestres
bruxellois? Combien d'aspirants suivent-ils
actuellement les cours dispensés par l'école de
police de Bruxelles? Sur combien de recrutements
effectifs les zones de police de Bruxelles peuvent-
elles compter cette année? Est-il exact que quelque
130 personnes seulement sont disponibles?
Combien de postes vacants chaque zone compte-t-
elle? L'examen linguistique a-t-il été assoupli? Les
policiers bruxellois perçoivent-ils la prime de risque
qui leur a été promise?
02.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Bij de lokale politie zijn er inderdaad meer vacante
plaatsen dan kandidaten om ze in te vullen. De
regering heeft een aantal maatregelen genomen
om ondanks deze onderbezetting de veiligheid toch
te waarborgen. Er worden lokale wervingsbureaus
voor plaatselijke politiemensen opgericht, ook in
Antwerpen. Hulpagenten worden intensiever
gerecruteerd. De doorstroming van die hulpagenten
naar het basiskader zal vlotter verlopen. De
aanwerving van administratief personeel wordt
makkelijker gemaakt. Het taalprobleem zal in een
rondzendbrief worden geregeld. Taalexamens
zullen functioneler worden gemaakt en binnen de
politiescholen worden afgenomen. Personeelsleden
zullen kunnen beginnen op het laagste niveau.
Nieuwe personeelsleden in onvolzette zones zullen
een eenmalige aanwervingspremie krijgen van
5000 euro. In diezelfde zones krijgen
personeelsleden die zich voor de toekomst
engageren, een extra toelage. Mensen die zich
inschrijven voor een zone in Brussel krijgen
voorrang bij de basisopleiding. Geslaagde
aspiranten die in Brussel werken, zullen
onmiddellijk benoemd worden. De uitstroom via
overplaatsing wordt beperkt tot een bepaald
percentage. Verder komt er een
wervingscampagne specifiek voor Brussel en wordt
het na syndicaal overleg mogelijk diensten van 12
uur in te voeren.
Aan de politieschool van Brussel studeren
momenteel 35 aspirant-inspecteurs en 25 aspirant-
hulpagenten. De eerste cyclus is te laat begonnen,
omdat er te weinig kandidaten waren. In de loop
van oktober kunnen we een twintigtal aspirant-
02.02 Antoine Duquesne, ministre (en
néerlandais): A la police locale, il y a effectivement
plus de places vacantes que de candidats pour les
occuper. Le gouvernement a pris une série de
mesures pour garantir la sécurité malgré cette
sous-occupation. Des bureaux de recrutement
locaux pour embaucher des policiers locaux sont
institués, notamment à Anvers. Le recrutement des
auxiliaires de police sera intensifié. Le passage des
auxiliaires de police au cadre de base sera facilité.
Le recrutement de personnel administratif sera
facilité. Le problème linguistique sera réglé par le
biais d'une circulaire. Les examens linguistiques
seront plus fonctionnels et mis en oeuvre au sein
des écoles de police. Les nouveaux membres du
personnel pourront commencer au niveau
linguistique le plus bas. Les nouveaux membres du
personnel de zones confrontées à une sous-
occupation du cadre recevront une prime de
recrutement unique de 5.000 euros. Dans ces
mêmes zones, les agents qui se lient pour l'avenir
recevront une prime supplémentaire. Ceux qui
s'inscrivent pour une zone bruxelloise auront la
priorité lors de l'admission à la formation de base.
Les aspirants lauréats qui optent pour Bruxelles
seront nommés immédiatement. Les départs pour
cause de mutation seront limités à un certain
pourcentage. En outre, une campagne de
recrutement orientée sur Bruxelles est prévue et,
après concertation syndicale, il sera possible
d'instaurer des services de douze heures.
Actuellement, 35 aspirants inspecteurs et 25
aspirants auxiliaires étudient à l'école de police de
Bruxelles. Le premier cycle a commencé avec
retard parce qu'il y avait trop peu de candidats.
Dans le courant d'octobre, on attend environ une
vingtaine d'aspirants inspecteurs issus d'un
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18/06/2002
CRABV 50
COM 789
4
inspecteurs verwachten uit een nieuwe cyclus.
Daarnaast komen uiteraard ook elders opgeleide
mensen in aanmerking voor Brussel.
nouveau cycle. En outre, des gens formés ailleurs
entreront aussi en considération pour Bruxelles.
Het werkelijke aantal vacatures kan nog groter zijn,
omdat niet precies bekend is hoeveel
personeelsleden hun overplaatsing hebben
gevraagd. Het tekort is grotendeels een erfenis van
de oude gemeentepolitie. Bij de gedeconcentreerde
gerechtelijke dienst in Brussel is het probleem veel
kleiner. Al bij al beschikken de politiediensten over
veel meer personeel dan voor de politiehervorming.
Le nombre exact de postes vacants est peut-être
supérieur encore parce que nous ignorons combien
de membres du personnel ont demandé leur
mutation. La pénurie constitue en grande partie un
héritage de l'ancienne police communale. Le
service judiciaire décentralisé de Bruxelles est
confronté à des problèmes beaucoup moins
importants. L'un dans l'autre, les services de police
disposent de bien plus de personnel qu'avant la
réforme.
02.03 Filip De Man (VLAAMS BLOK): De minister
geeft dramatische cijfers. Elk studiejaar van de
opleiding telt een twintigtal aspiranten. Dat is
volstrekt onvoldoende. De brutopremie van 5000
euro volstaat niet om de job aantrekkelijker te
maken.
Minister Duquesne is hiervoor slechts ten dele
verantwoordelijk. Ook de voormalige ministers van
Binnenlandse Zaken treft schuld. In ieder geval zijn
er ingrijpende maatregelen nodig die sneller en
dieper ingrijpen.
02.03 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Les chiffres
avancés par le ministre sont dramatiques. On
dénombre une vingtaine de candidats pour chaque
année d'étude de la formation. C'est tout à fait
insuffisant. La prime brute de 5000 euros ne suffira
pas pour rendre la profession plus attrayante.
La responsabilité n'en incombe que partiellement à
M. Duquesne. Ses prédécesseurs au département
de l'Intérieur portent également le chapeau. Quoi
qu'il en soit, des mesures drastiques s'imposent
pour agir plus vite et plus en profondeur.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
verplichte combi-regeling bij risico-
voetbalmatchen" (nr. 7487)
03 Question de M. Peter Vanvelthoven au
ministre de l'Intérieur sur "la combinaison
obligatoire du transport en autocar et l'accès au
stade lors des matchs de football à risques"
(n° 7487)
03.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): Om de
veiligheid bij risicomatchen te waarborgen, is er de
supporterskaart. Onlangs werd als bijkomende
maatregel een combiregeling ingevoerd: de
supporters van de bezoekende club worden
verplicht om met speciale bussen naar de
uitwedstrijd te reizen. Die bussen vertrekken
uitsluitend van de thuishaven van de bezoekende
club en ze komen wel eens te laat. Dat zorgt voor
ongenoegen.
Is dit geen vorm van koppelverkoop? Beantwoordt
deze regeling aan de wensen van de supporters?
Zal ze worden voortgezet?
03.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): Afin de garantir
la sécurité lors des rencontres à risques, il existe la
carte de supporter. A titre de mesure
complémentaire, la formule combinée suivante a
récemment été instaurée : les supporters du club
visiteur sont obligés de se rendre aux rencontres en
déplacement à bord d'autocars spécialement
prévus à cet effet. Ces autocars partent
uniquement du "quartier général" du club visiteur et
ils arrivent parfois en retard. Cela provoque le
mécontentement des supporters.
Cette pratique ne constitue-t-elle pas une forme de
vente couplée? Cette réglementation répond-elle
au souhait des supporters? Continuera-t-on à
l'appliquer?
03.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Betwistingen over koppelverkoop behoren tot de
bevoegdheid van de minister van Economische
03.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): Les contestations concernant la vente
couplée ressortissent à la compétence du ministre
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 789
18/06/2002
5
Zaken en moeten worden voorgelegd aan de
commissie voor onrechtmatige bedingen.
De combiregeling is bevorderlijk voor de openbare
orde, doordat de bezoekers in groep de beveiligde
zone betreden en verlaten en de supporters van
verschillende ploegen gemakkelijker gescheiden
kunnen worden gehouden. De bezoekers zijn beter
beschermd tegen agressie en hebben geen
parkeerproblemen. Er is geen kans op overlast aan
de loketten en de buurt rond het stadion heeft
minder te lijden onder vandalisme en wildparkeren.
de l'Economie et doivent être soumises à la
commission traitant des clauses abusives.
La formule combinée favorise le respect de l'ordre
public en ce sens que les groupes pénètrent dans
la zone sécurisée et la quittent en groupe et qu'il
est plus facile de séparer les supporters d'équipes
différentes. Les supporters en déplacement sont
mieux protégés contre les agressions et ne
rencontrent pas de problèmes de parking. Les
risques de bousculade aux guichets sont nuls et les
riverains du stade ont moins à se plaindre d'actes
de vandalisme et de stationnement sauvage.
De bezoekende supporters moeten zich naar een
verzamelpunt begeven om op de bus te stappen.
Doorgaans zijn er onderweg nog verscheidene
halteplaatsen, tot op 5 kilometer van de
eindbestemming. Het blijft dus mogelijk de match te
combineren met een bezoek aan de stad waar ze
doorgaat.
Door de combiregeling gaan de supporters minder
op verplaatsing. Ze moet dan ook enkel worden
toegepast als er een reëel veiligheidsrisico bestaat.
Overigens beslissen de gemeenten hier volledig
autonoom over.
Les supporters du club visiteur doivent se rendre à
un point de rassemblement pour embarquer dans le
bus. Généralement, différents arrêts sont encore
prévus en cours de route, jusqu'à 5 kilomètres de la
destination finale. Il reste dès lors possible
d'assister à la rencontre et de visiter la ville où se
déroule la rencontre.
La réglementation combinée a pour effet que les
supporters se déplacent moins. Toutefois, cette
réglementation ne doit être appliquée qu'en cas de
menace réelle pour la sécurité. Par ailleurs, les
communes prennent leurs décisions en toute
autonomie.
03.03 Peter Vanvelthoven (SP.A): Het is ver
gekomen dat we slechts onder politiebegeleiding
uitwedstrijden kunnen bijwonen. Ik begrijp echter
heel goed dat een harde aanpak soms nodig is.
De voorzitter: Ik verzoek de commissieleden zich
strikt aan de tijdlimiet te houden. De voorzitter van
de Kamer heeft in een nota gevraagd het reglement
beter na te leven.
03.04 03.03 Peter Vanvelthoven (SP.A): Il est
très regrettable qu'il soit impossible d'assister à des
rencontres en déplacement sans la présence des
services de police. Mais je comprends bien qu'il
faille parfois recourir à des mesures strictes.
Le président : J'invite les membres de la
commission à observer rigoureusement le temps de
parole imparti. Dans une note, le président de la
Chambre a demandé que le Règlement soit mieux
appliqué.
03.05 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
In dat verband merk ik op dat de volgende vraag uit
acht zeer technische deelvragen bestaat.
De voorzitter: Dat is inderdaad niet de bedoeling.
Technische informatie wordt schriftelijk verstrekt. Ik
stel voor dat de heer Van Hoorebeke zijn vraag
herformuleert in algemenere bewoordingen.
03.05 Antoine Duquesne (en néerlandais) :
Concernant ceci, je remarque que la question
suivante est composée de huit questions partielles
techniques.
Le président : En effet ceci n'est pas le but.
L'information technique est fournie par écrit. Je
propose que M. Van Hoorebke reformule sa
question en termes plus généraux.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
brevethouders OGP/HPK" (nr. 7503)
04 Question de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de l'Intérieur sur "les détenteurs du
brevet OPI/APR" (n° 7503)
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18/06/2002
CRABV 50
COM 789
6
04.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Voor een
efficiënte politiemacht is motivatie essentieel. Deze
vraag betreft een aangelegenheid die het personeel
erg belangrijk vindt.
Ik ben het ermee eens dat minister Duquesne mij
schriftelijk de meer technische inlichtingen
verschaft. Ik beperk me dus tot de vraag of hij van
dit probleem van de houders van een brevet van
officier van gerechtelijke politie en hulpofficier van
de procureur des konings op de hoogte is en
gepaste maatregelen zal nemen.
04.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): La
motivation est essentielle au fonctionnement
efficace des forces de police. Cette question
concerne une matière jugée très importante par le
personnel.
J'accepte que le ministre Duquesne me transmette
par écrit les informations d'ordre plus technique. Je
m'en tiendrai donc à la question de savoir si le
ministre a connaissance du problème auquel sont
confrontés les détenteurs d'un brevet d'officier de
police judiciaire et d'officier auxiliaire du procureur
du Roi et s'il compte prendre les mesures
adéquates.
04.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): Het
wettelijk overgangsprincipe bepaalt dat de vóór 1
april 2001 gestarte benoemingsprocedures voor
dewelke vóór 1 juni 2001 kandidaturen werden
ingediend aan de vóór 1 juni 2001 geldende
reglementering onderworpen blijven. Alle
benoemingen die niet aan die definitie
beantwoorden zijn aan de door het nieuwe statuut
bepaalde voorwaarden gebonden.
De toegang tot de opleiding voor aspirant-officieren
is afhankelijk van het feit of ze voor benoeming in
aanmerking komen na een selectieproef. Een
kandidaat die met succes een opleiding volgt, krijgt
voortaan niet langer een later te valoriseren brevet,
maar wordt benoemd. Die benoeming gebeurt
volgens de regels die gelden voor de inschaling in
het officierenkader van de geïntegreerde politie.
04.02 Antoine Duquesne , ministre (en français)
: Le principe transitoire légal prévoit que les
procédures de nomination lancées avant le 1
er
avril
2001 et pour lesquelles un acte de candidature a
été posé avant le 1
er
juin 2001 demeurent soumises
aux réglementations en vigueur avant le 1
er
juin
2001. Toute nomination ne répondant pas à cette
définition est soumise aux conditions définies par le
nouveau statut.
L'accession en formation des aspirants officiers est
subordonnée à leur classement en ordre utile à
l'issue d'un concours de sélection. Désormais, la
réussite d'une formation ne se clôture plus par un
brevet valorisé ultérieurement, mais par une
nomination. Cette nomination intervient en fonction
des règles prévalant pour l'insertion au cadre des
officiers de la police intégrée.
De politieassistenten als dusdanig maakten geen
deel uit van de hiërarchie binnen de
gemeentepolitie. Bij de inschaling is vooral rekening
gehouden met de eisen die werden gesteld bij de
indienstneming. Ze werden dan ook opgenomen in
het middenkader en ze kregen dus de
hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie
(OGP/HPK).Het was echter niet de bedoeling er
hoofdinspecteurs-generalisten van te maken. De
politieassistenten die zulks wensen konden en
kunnen nog steeds de opleiding volgen die recht
geeft op het brevet van OGP/HPK.
Voor uw vijfde vraag geldt de redenering die ik
hoger al aanhaalde. Selectieprocedures en
opleidingen die voor 1 april 2001 een aanvang
namen konden volgens de toen geldende regels
worden voortgezet. Het ging dus om opleidingen en
getuigschriften binnen de BOB.
Het klopt dat bepaalde leden van de vroegere BOB
functioneel werden aangesteld in de hogere graad,
maar ze dienden wel eerst met succes een
opleiding te volgen die de nationale
Les assistants de police n'apparaissaient pas en
tant que tels dans la hiérarchie des grades de la
police communale. Lors de l'insertion ont prévalu
les exigences posées pour leur recrutement. Ils ont
ainsi été insérés au sein du cadre moyen et, par
conséquent, la qualité d'OPJ/APR leur a été
attribuée. Toutefois, il ne s'agissait pas d'en faire
des inspecteurs principaux généralistes. Les
assistants de police qui le souhaitent ont pu et
peuvent encore suivre la formation clôturée par le
brevet OPJ/APR.
Pour la cinquième question, on retrouve la logique
évoquée sous le point 1. Des sélections et
formations initiées avant le 1
er
avril 2001 ont pu se
poursuivre selon leurs propres règles. Il s'agissait
donc des formations et brevets délivrés au sein des
BSR.
Il est exact que certains membres des ex-BSR ont
fait l'objet d'un commissionnement au cadre
moyen, moyennant toutefois la réussite préalable
d'une formation réalisée à leur attention par l'Ecole
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 789
18/06/2002
7
rechercheschool had georganiseerd met het oog op
hun volledige updating.
Wat de vragen zes en zeven betreft, bij de
inschaling werd uitgegaan van de graad die de
personeelsleden hadden. De politie-inspecteur is
hoofdinspecteur geworden, maar maakt nog steeds
deel uit van het middenkader. Dezelfde redenering
volgend werd de houder van een getuigschrift
ingeschaald volgens de graad die hij had. Sommige
hoofdinspecteurs hadden niet de hoedanigheid van
OGP/HPK, die werd toegekend aan het volledige
middenkader. Zij kregen een specifieke loonschaal
in afwachting van de regularisatie van hun toestand
door de opleiding OGP/HPK.
Met het oog op die regularisatie wordt de opleiding
zo snel mogelijk georganiseerd. De houders van
het getuigschrift die werden ingeschaald in het
basiskader moeten, om door te stromen naar het
middenkader, de volledige procedure volgen die
door het statuut wordt opgelegd; dit betekent dat ze
voor benoeming in aanmerking moeten komen na
het vergelijkend toelatingsexamen voor het
middenkader, waarvan zij gedeeltelijk zijn
vrijgesteld op basis van hun getuigschrift.
Wat vraag acht betreft, moeten we een onderscheid
maken tussen enerzijds het examen dat op
gemeentelijk niveau werd georganiseerd om een
selectie te kunnen maken uit de mensen die een
opleiding wilden volgen en anderzijds het
vergelijkend toelatingsexamen voor het geheel van
de politiediensten. Op basis van dat laatste kan
men onmiddellijk worden benoemd in het
middenkader indien men slaagt voor de opleiding.
Wie geslaagd is voor die opleiding wordt benoemd
tot hoofdinspecteur in de betrekking die hij vraagt
en bekomt via mobiliteit. Indien hij de gevraagde
betrekking niet krijgt of indien hij geen aanvraag
indient, dan zal hij worden benoemd binnen de
federale politie, dit om ervoor te zorgen dat hij niet
wordt benadeeld. In dat geval zal hij onmiddellijk
zijn overplaatsing via mobiliteit kunnen krijgen naar
een andere betrekking van hoofdinspecteur, zonder
dat de gewone voorwaarde van drie jaar
aanwezigheid in dezelfde betrekking geldt.
nationale de recherche en vue de leur complète
mise à niveau.
Pour les questions six et sept, l'insertion s'est
opérée au départ du grade des membres du
personnel. L'inspecteur de police est devenu
inspecteur principal tout en demeurant membre du
cadre moyen. Dans une même logique, le
détenteur d'un brevet a été inséré en fonction du
grade qui était le sien. Certains inspecteurs
principaux se trouvaient dépourvus de la qualité
d'OPJ/APR, devenu propre à l'ensemble du cadre
moyen. Leur a été attribuée une échelle barémique
particulière dans l'attente de la régularisation de
leur situation par la formation OPJ/APR.
S'agissant de régulariser une situation, l'accès à la
formation s'est voulu le plus rapide possible. Par
contre, les détenteurs du brevet qui ont été insérés
au cadre de base doivent, pour accéder au cadre
moyen, suivre l'ensemble de la procédure requise
par le statut, à savoir notamment le classement en
ordre utile lors de l'examen-concours d'accès à la
formation de base du cadre moyen dont ils sont
habituellement partiellement dispensés au bénéfice
de leur brevet.
Quant à la question 8, il convient de distinguer ici
l'examen qui était organisé au niveau communal et
qui avait pour vocation de départager les candidats
issus du corps de police souhaitant suivre la
formation, du classement utile à l'issue de
l'examen-concours organisé à destination de
l'ensemble du personnel des services de police qui
permet, en cas de réussite de la formation, une
nomination automatique au sein du cadre moyen.
Le lauréat de la formation ici visée est nommé
inspecteur principal de police dans l'emploi qu'il a
sollicité et obtenu par la mobilité. S'il n'a pu obtenir
l'emploi sollicité ou s `il n'en a pas sollicité, la
nomination interviendra au sein de la police
fédérale pour éviter alors qu'il ne soit lésé par cette
opération. Dans cette dernière hypothèse, il lui sera
toutefois possible d'être immédiatement transféré
vers un autre emploi d'inspecteur principal sans
être tenu par le terme de présence de trois années
normalement requis dans l'emploi actuel.
04.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Ik hoop dat
na dit antwoord de bezorgdheid van de betrokken
personeelsleden zal afnemen.
04.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): J'espère
que cette réponse permettra d'apaiser les
inquiétudes des membres du personnel concernés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
eventuele samenvoeging van de dienst 100 met
de dienst 101" (nr. 7506)
05 Question de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de l'Intérieur sur "la fusion éventuelle
des services 100 et 101" (n° 7506)
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18/06/2002
CRABV 50
COM 789
8
05.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Naar
verluidt zou de minister van plan zijn de
spoedgevallendienst 100 en de politionele
bijstandsdienst 101 samen te voegen. Concreet
zou dit betekenen dat wie een oproep doet via
nummer 100, voortaan terecht zal komen op een
dienst die voornamelijk politioneel wordt bestuurd.
Een oproep via het nummer 100 is echter een
vraag voor dringende medische hulpverlening,
waarbij de bescherming van de privacy en het
medisch beroepsgeheim een grote rol spelen. Een
medische interventie is bovendien totaal iets anders
dan een politionele interventie, al kan er natuurlijk
in bepaalde gevallen sprake zijn van interferentie.
Zijn de berichten over de nakende fusie tussen de
diensten 100 en 101 correct? Zo ja, wat is de
motivatie voor deze operatie?
Is er geen gevaar voor de schending van de privacy
van personen die via het nummer 100 een beroep
doen op de medische spoeddienst? Welke
garanties kan de minister hier geven?
05.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID) : Il se dit
que le ministre envisage de fusionner les services
d'urgences 100 et le service d'assistance policière
101. Concrètement, ceci signifierait que les appels
destinés au 100 aboutiraient dorénavant dans un
service géré principalement par des policiers. Les
appels destinés au 100 sont pourtant des
demandes d'aide médicale urgente, qui requièrent
la protection de la vie privée et le respect du secret
médical. En outre, une intervention médicale diffère
fondamentalement d'une intervention policière,
même s'il est évident qu'il y a parfois interférence.
Les informations relatives à la fusion imminente des
services 100 et 101 sont-elles correctes? Dans
l'affirmative, quelle est la motivation de cette
opération ?
N'y a-t-il aucun risque d'atteinte à la vie privée des
personnes qui recourent aux services médicaux
d'urgence par le numéro 100 ? Quelles garanties le
ministre peut-il fournir à cet égard?
05.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
De 100-centra behandelen niet alleen oproepen
voor dringende medische hulpverlening. De
mensen bellen ook naar de 100 bij brand, bij
verkeersongevallen met geknelden, bij
overstromingen en zo verder. Sommige mensen
bellen zelfs naar de 100 om het telefoonnummer
van de dokter met wachtdienst te weten te komen.
De 100-centra spelen ook een belangrijke rol in de
coördinatie van de hulpverlening bij grote
schadegevallen en natuurrampen. Door de
introductie van het uniforme Europese
noodnummer 112 zal de verscheidenheid van
oproepen zelfs nog toenemen, evenals de veelheid
van talen waarin de oproepen zullen binnenkomen.
De organisatie van de geboden hulp moet dan ook
optimaal verlopen, niet enkel via de dienst 100,
maar ook via de dienst 101, die oproepen van
politionele aard coördineert. Deze diensten werken
trouwens nu al in praktijk samen bij het beheer van
allerlei hulpoperaties.
05.02 Antoine Duquesne, ministre (en
néerlandais): Les centres 100 ne traitent pas
seulement des appels d'aide médicale urgente. On
appelle également le 100 en cas d'incendie,
d'accident de la circulation avec blessés,
d'inondations, etc. Certains personnes appellent
même le 100 pour connaître le numéro de
téléphone du médecin de garde. Les centres 100
jouent un rôle important dans la coordination des
secours lors de sinistres graves et de catastrophes
naturelles. La mise en service d'un numéro d'appel
européen unique, le 112, permettra de traiter un
éventail d'appels plus large encore, dans encore
davantage de langues différentes.
L'organisation de l'assistance doit donc être
optimale, grâce au service 100 mais aussi grâce au
service 101 qui coordonne les appels requérant
une intervention policière. Dans la pratique, ces
services collaborent déjà pour la gestion de
nombreuses opérations de secours.
Ik ben voorstander van een samenvoeging van
beide diensten, maar zeker niet onder om het even
welke voorwaarde. Ik heb samen met de minister
van Volksgezondheid een voorstel uitgewerkt dat
op 20 maart door de Ministerraad werd
goedgekeurd. Er zullen twee werkgroepen worden
opgericht die de eventuele fusie van de dienst 100
en de dienst 101 in een geïntegreerd
Je suis partisan d'une fusion des deux services
mais certainement pas à n'importe quelle condition.
En collaboration avec la ministre de la Santé
publique, j'ai rédigé une proposition qui a été
adoptée le 20 mars en Conseil des ministres. Deux
groupes de travail seront constitués pour étudier la
fusion éventuelle du service 100 et du service 101
en un système intégré de centrales (SIC), tant sur
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 789
18/06/2002
9
meldkamersysteem (GMS) moeten onderzoeken,
zowel op het vlak van de kwaliteit van de
dienstverlening als op het vlak van de
oproepcapaciteit.
Een van beide werkgroepen werkt onder mijn
bevoegdheid en is samengesteld uit
vertegenwoordigers van de lokale politie, de
brandweer en de medische diensten. Voorzitter van
de werkgroep is het diensthoofd van de
spoedgevallendienst van het Universitair
Ziekenhuis Antwerpen. Deze werkgroep moet
onder meer een geïntegreerde centrale per
provincie voorbereiden, gekoppeld aan het
nationaal numeriek radiocommunicatienetwerk voor
de hulpdiensten.
Een tweede werkgroep staat onder de bevoegdheid
van de minister van Volksgezondheid en is
samengesteld uit experts die een
haalbaarheidsstudie voorbereiden. Zij moeten ook
de timing voor een eventuele fusie van beide
diensten afspreken. Deze werkgroep zal ook de
problematiek van de bescherming van de privacy in
geval van een integratie van beide diensten
onderzoeken.
Beide werkgroepen moeten eind september hun
conclusies opmaken. Daarna zullen minister
Aelvoet en ikzelf een definitieve beslissing nemen.
le plan de la qualité du service que de la capacité
d'appels.
Une de ces deux cellules travaille sous ma
compétence et est composée de représentants de
la police locale, des services d'incendie et des
services médicaux. Le président du groupe de
travail est le chef du service des urgences de
l'hôpital universitaire d'Anvers. Ce groupe de travail
est notamment chargé de préparer une centrale
intégrée par province, combinée à un réseau de
radiocommunication numérique national pour les
services de secours.
Un deuxième groupe de travail est placé sous la
compétence de la ministre de la Santé publique et
est composé d'experts qui préparent une étude de
faisabilité. Ils doivent en outre convenir d'un
calendrier pour la fusion éventuelle des deux
services. Ce groupe de travail examinera
également le problème de la protection de la vie
privée en cas d'intégration des deux services.
Les conclusions des deux groupes de travail sont
attendues pour la fin septembre. Par la suite, la
ministre Aelvoet et moi-même prendrons une
décision définitive.
05.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Het is van
cruciaal belang dat zowel de medische als de
politionele dienstverlening zo goed mogelijk worden
georganiseerd. Dat de voorbereiding van de fusie
verloopt via werkgroepen, vind ik een uitstekend
idee. Ik stel tot slot vast dat mijn bezorgdheid over
de bescherming van de privacy niet in
dovemansoren is gevallen.
05.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Il est d'un
intérêt crucial que les services médicaux, autant
que les services policiers, soit organisés de la
manière la plus performante possible. Je trouve
excellente l'idée de confier la préparation de la
fusion à des groupes de travail. Enfin, je constate
que mes préoccupations concernant la protection
de la vie privée ont été entendues.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer John Spinnewyn aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
vrijwillige vierdagenweek bij de federale politie"
(nr. 7513)
06 Question de M. John Spinnewyn au ministre
de l'Intérieur sur "le choix volontaire de la
semaine de quatre jours à la police fédérale"
(n° 7513)
06.01 John Spinnewyn (VLAAMS BLOK): Bij de
federale politie heeft het personeel het recht om
gedurende één jaar vier vijfde van de normale
prestatie te presteren. De vrije dag wordt genomen
op een vooraf vastgestelde dag en is gekoppeld
aan financiële afhoudingen en aangepaste
verlofdagen. De DGP deelde echter mondeling mee
dat wanneer de vrije dag op een feestdag valt, men
de vrije dag kwijt is. Hoe moet het betreffende
06.01 John Spinnewyn (VLAAMS BLOK): Les
membres du personnel de la police fédérale ont le
droit de travailler à quatre cinquièmes des
prestations normales pendant un an. Ils n'effectuent
alors pas de prestations un jour fixe par semaine;
ce système s'accompagne de certaines retenues
financières et le nombre de jours de congé est
adapté en conséquence. La DGP a indiqué
verbalement que, lorsque le jour libre coïncide avec
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18/06/2002
CRABV 50
COM 789
10
artikel van de wet van 10 april 1995 geïnterpreteerd
worden? Hoe kan het nadeel dat ontstaat door een
eventueel verkeerde interpretatie van de wet door
DGP, rechtgezet worden ?
un jour férié, il est perdu. Comment l'article en
question de la loi du 10 avril 1995 doit-il être
interprété? Comment le préjudice résultant d'une
interprétation éventuellement erronée de la loi par
la DGP peut-il être corrigé?
06.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Het betreffende artikel kent inderdaad aan de
voltijdse personeelsleden van de geïntegreerde
politie het recht toe om vier vijfde van de normale
arbeidsduur te presteren, wat betekent dat deze
mensen op een vaste dag per week niet werken.
De rondzendbrief van 16 oktober 1995 van de
minister bevoegd voor het Openbaar Ambt bepaalt
uitdrukkelijk dat de feestdagen die op een vrije dag
vallen, niet worden uitbetaald, maar worden
gecompenseerd door een bijkomende verlofdag.
06.02 Antoine Duquesne, ministre (en
néerlandais): L'article dont question octroie en effet
aux membres du personnel de la police intégrée
employés à temps plein le droit de travailler à
quatre cinquièmes des prestations normales, ce qui
veut dire qu'ils n'effectuent pas de prestations un
jour fixe par semaine.
La circulaire du 16 octobre 1995 du ministre de la
Fonction Publique dit très clairement que les jours
fériés qui coïncident avec le jour libre ne sont pas
payés et sont compensés par un jour de congé
supplémentaire.
06.03 John Spinnewyn (VLAAMS BLOK): Ik
bedank de minister voor het duidelijke antwoord en
betreur enkel dat ik op dit antwoord een jaar moest
wachten.
06.03 John Spinnewyn (VLAAMS BLOK): Je
remercie le ministre pour cette réponse très claire.
Je regrette seulement d'avoir dû patienter un an
pour obtenir une réponse.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Willy Cortois aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
schade die door een zwaar noodweer in
Noordwest-Brabant werd veroorzaakt" (nr. 7536)
07 Question de M. Willy Cortois au ministre de
l'Intérieur sur "les dégâts occasionnés par une
violente tempête dans le nord-ouest du Brabant"
(n° 7536)
07.01 Willy Cortois (VLD): Tijdens de nacht van
Vrijdag 14 juni op zaterdag 15 juni veroorzaakte
een uitzonderlijk zwaar noodweer grote schade in
Noordwest-Brabant, vooral in Zemst, Grimbergen
en Meise. De brandweerkorpsen van Vilvoorde en
Londerzeel kregen samen meer dan 200 oproepen.
Kan de minister aan de hand van de rapporten van
de hulpdiensten de omvang van de schade
schetsen? Wordt een procedure opgestart tot
erkenning als rampgebied? Beschikt de minister
reeds over relevante weerkundige gegevens?
Hebben de gemeentebesturen reeds aanvragen
ingediend ?
07.01 Willy Cortois (VLD): Dans la nuit du
vendredi 14 juin au samedi 15 juin, une tempête
extrêmement violente a occasionné des dégâts
importants dans le nord-ouest du Brabant,
particulièrement à Zemst, Grimbergen et Meise.
Les corps de pompiers de Vilvorde et de
Londerzeel ont reçu plus de 200 appels au total.
Le ministre est-il en mesure, sur la base des
rapports des services de secours, d'évaluer
l'étendue des dégâts? Une procédure de
reconnaissance comme zone sinistrée a-t-elle été
lancée? Le ministre dispose-t-il déjà de données
météorologiques pertinentes? Les conseils
communaux ont-ils déjà introduit des demandes?
07.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Het zijn de verzekeringsmaatschappijen die de
omvang van de schade door onweer bepalen, niet
de brandweerdiensten. Daarbij is het niet
gebruikelijk dat de brandweerdiensten hun
interventierapporten aan mijn administratie
overmaken.
Ik heb onmiddellijk het advies van het KMI
gevraagd omtrent het eventueel uitzonderlijke
07.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): Ce sont les compagnies d'assurances
qui évaluent l'étendue des dégâts causés par les
intempéries, non les services d'incendie. En outre,
il n'est pas d'usage que ces services transmettent
leurs rapports d'intervention à mon administration.
J'ai immédiatement demandé l'avis de l'IRM sur le
caractère éventuellement exceptionnel de la
tempête. Si cette tempête répond aux critères
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 789
18/06/2002
11
karakter van het noodweer. Als het noodweer
voldoet aan de criteria uit de rondzendbrief van 30
november 2001, zullen de gemeenten bevraagd
worden over de omvang van de schade. Volgens
die criteria moet de totale schade minstens
1.250.000 euro bedragen en 5000 euro per
gezinsdossier. Er zijn tot op dit moment geen
aanvragen binnen.
définis dans la circulaire du 30 novembre 2001, les
communes seront invitées à faire rapport sur
l'étendue des dégâts. Selon ces critères, le montant
total des dégâts doit s'élever à un minimum de
1.250.000 euros et à 5000 euros par dossier
familial. Aucune demande n'a été introduite jusqu'à
présent.
07.03 Willy Cortois (VLD): Ik wil er de minister op
wijzen dat hij het initiatiefrecht heeft om via de
provinciegouverneur meer informatie te vragen.
Maar ik noteer met genoegen dat hij reeds een
advies heeft gevraagd aan het KMI. Binnen welke
termijn verwacht de minister een antwoord van het
KMI ?
07.03 Willy Cortois (VLD): Je voudrais attirer
l'attention du ministre sur le fait qu'il dispose du
droit d'initiative pour demander de plus amples
renseignements par le biais du gouverneur de
province. Mais je constate avec plaisir qu'il a déjà
demandé l'avis de l'IRM. Pour quand le ministre
attend-il une réponse de l'IRM?
07.04 Minister Antoine Duquesne (Frans): Zodra
ik op de hoogte was van de storm, heb ik het
advies gevraagd van het KMI, dat een aantal
technische controles moet verrichten. Ik hoop dat
het KMI spoedig antwoordt.
Ik heb gevraagd om zo veel mogelijk informatie te
vergaren, maar het moet hoe dan ook om een
uitzonderlijk verschijnsel gaan.
07.04 Antoine Duquesne, ministre (en français):
Dès que l'écho de cette tempête m'est parvenu, j'ai
demandé l'avis de l'IRM qui doit effectuer certains
contrôles techniques. J'espère que l'IRM fournira
une réponse rapide.
Ceci dit, j'ai demandé que l'on rassemble un
maximum d'informations mais, en tout état de
cause, il doit s'agir d'un phénomène exceptionnel.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
inzet van Nederlandsonkundige politieagenten in
Antwerpen" (nr. 7537)
08 Question de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de l'Intérieur sur "la présence à Anvers
de policiers ignorant le néerlandais" (n° 7537)
08.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Deze vraag
gaat nogmaals over het inzetten van franstalige
agenten in Antwerpen. Ik herhaal hier mijn vragen
van 11 juni 2002 punt na punt om de minister in
staat te stellen precies te antwoorden.
Uit hoeveel personen bestaat het federaal
reservekorps dat over het hele land kan worden
ingezet? Hoeveel nederlandstaligen en hoeveel
franstaligen zijn lid van dit korps?
Hoeveel federale politieagenten werden in
Antwerpen ingezet na de eerste pro-Palestijnse
betoging?
Tijdens welke periode zijn in Antwerpen federale
politieagenten ingezet? Zijn ze nog steeds
aanwezig in Antwerpen en zo ja, hoelang nog?
Hoeveel franstaligen maken deel uit van het
bestand dat in Antwerpen kan worden ingezet?
Komen de franstaligen in contact met het publiek
en zo neen, voor welke taken worden zij dan wel
ingezet?
08.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Une fois de
plus, je souhaite interroger le ministre à propos de
l'engagement d'agents de police francophones à
Anvers. Je réitère aujourd'hui point par point les
questions que j'ai posées le 11 juin 2002, afin de
donner au ministre l'occasion de fournir des
réponses précises.
Combien d'agents la réserve fédérale, qui peut être
mobilisée sur l'ensemble du territoire, compte-t-
elle? Combien de francophones et combien de
néerlandophones font-ils partie de ce corps?
Combien d'agents de la police fédérale ont-ils été
engagés à Anvers après la première manifestation
pro-palestinienne?
Au cours de quelle période des agents de la police
fédérale ont-ils été engagés à Anvers? Sont-ils
toujours présents à Anvers? Dans l'affirmative, pour
combien de temps encore?
Combien de francophones font-ils partie de la
réserve qui peut être mobilisée à Anvers? Des
agents francophones entrent-ils en contact avec le
public? Dans la négative, à quelles tâches sont-ils
affectés?
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18/06/2002
CRABV 50
COM 789
12
Waarom is het niet mogelijk om 86 nederlandstalige
politieagenten in het DAR te vinden?
Hoe verloopt de communicatie tussen de lokale
politie en de franstalige agenten?
Heeft de Antwerpse burgemeester op voorhand
haar uitdrukkelijke akkoord gegeven om franstalige
agenten in te zetten?
Waarborgt de inzet van nederlandsonkundige
agenten in Antwerpen de best mogelijke interventie
bij problemen?
Wie draagt de kosten voor de inzet van federale
agenten en hoeveel bedragen die kosten?
Voor welke opdrachten worden de federale
agenten ingezet? Worden deze opdrachten door de
lokale politie uitgewerkt of worden deze van
hogerhand opgelegd?
Pourquoi n'est-il pas possible de trouver 86
néerlandophones à la DAR?
Comment la communication entre la police locale et
les agents francophones se déroule-t-elle? La
bourgmestre d'Anvers a-t-elle expressément donné
son accord préalable pour la mise à disposition
d'agents francophones?
La présence à Anvers d'agents ignorant le
néerlandais garantit-elle au mieux une intervention
de qualité lors d'incidents?
Qui prend en charge le coût de l'engagement
d'agents de la police fédérale? Quel est ce coût?
A quelles missions les agents de la police fédérale
sont-il affectés? Ces missions sont-elles définies
par la police locale ou sont-elles imposées par un
niveau supérieur ?
08.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
De Algemene Reserve van de Federale Politie
(DAR) bestaat uit 1297 mensen, van wie er 652
franstalig zijn.
Na de eerste pro-Palestijnse betoging werden er in
Antwerpen dagelijks 48 federale agenten ingezet.
Van 4 april 2002 tot 1 juni 2002 werden er dagelijks
federale agenten ingezet in Antwerpen. Momenteel
is er in 36 agenten per dag voorzien tot begin juli. In
het begin was 50 percent franstalig, momenteel
worden er enkel nog nederlandstaligen ingezet.
De franstalige agenten worden enkel ingezet ter
bescherming van de joodse instellingen en met
minstens één nederlandstalige in elke ploeg. De
contacten met de lokale politie verlopen uitstekend.
De federale politie waakt erover dat
nederlandsonkundige agenten enkel worden
ingeschakeld in een tweetalige ploeg.
Buiten het personeel dat ingezet wordt voor de
prioritaire opdrachten van de DAR blijven er nog
112 nederlandstalige peRsoneelsleden over voor
de bijkomende opdrachten.
De inzet van de federale agenten in Antwerpen
heeft tot nu toe 890.830 euro gekost. De kosten
worden gedragen door de Federale Politie.
De burgemeester werd niet op voorhand ingelicht.
De federale agenten worden zoals gezegd ingezet
bij de bewaking van joodse instellingen. De
opdrachten worden bepaald door de lokale politie in
samenspraak met de Algemene Rijkspolitie.
08.02 Antoine Duquesne ministre (en
néerlandais): La réserve générale de la police
fédérale (la DAR) est composée de 1297 agents,
dont 652 francophones.
Après la première manifestation pro-palestinienne,
48 agents de la police fédérale ont été mobilisés
chaque jour. Du 4 avril 2002 au 1
er
juin 2002, des
agents de la police fédérale ont été mobilisés
quotidiennement à Anvers. Actuellement, la
présence de 36 agents est prévue jusque début
juillet. Initialement, 50 pour cent des agents étaient
francophones, actuellement il n'y a plus que des
néerlandophones.
Les agents francophones n'ont été engagés que
dans le cadre de la protection d'institutions juives et
il y avait toujours au moins un néerlandophone
dans l'équipe. Les contacts avec la police locale
sont excellents. La police fédérale veille à ce que
des agents ignorant le néerlandais soient
uniquement engagés au sein d'une équipe bilingue.
Outre le personnel affecté aux missions prioritaires
de la DAR, il reste 112 membres du personnel
néerlandophones pour les missions
supplémentaires.
A ce jour, le coût de l'engagement à Anvers
d'agents de la police fédérale s'élève à 890.830
euros. Ces frais sont pris en charge par la police
fédérale.
La bourgmestre n'avait pas été informée
préalablement. Les agents de la police fédérale
étaient donc affectés à la surveillance d'institutions
juives. Les missions sont définies par la police
locale en concertation avec la police générale du
royaume.
08.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Ik dank de 08.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID) : Je
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 789
18/06/2002
13
minister voor zijn antwoord op mijn 11 punctuele
vragen. Ik zal hier niet verder op ingaan maar wat u
zegt over het reservekorps baart mij toch wat
zorgen. Dit reservekorps bestaat uit zo'n 1300
mensen en na uitoefening van de klassieke taken
blijft er voor de Nederlandstaligen goed 120 man
over. Voor de Franstaligen zal dit zowat gelijkaardig
zijn en dit betekent dus eigenlijk dat u voor
specifieke noodsituaties slechts over een beperkt
korps kan beschikken. Moet hieraan in de toekomst
niet gesleuteld worden?
remercie le ministre pour sa réponse à mes 11
questions ponctuelles. Je me m'y attarderai pas,
mais ce que vous dites à propos du corps de
réserve ne manque pas de me préoccuper. Ce
corps est constitué de quelque 1300 personnes et
après exécution des missions classiques, il ne
reste plus que quelque 120 néerlandophones. Il en
va sans doute de même pour les francophones. En
d'autres termes, pour les situations d'urgence
spécifiques, vous ne disposez donc plus que d'un
corps restreint. Ne convient-il pas de remédier à ce
problème ?
08.04 Minister Antoine Duquesne (Frans) :
Sommige gebeurtenissen zijn te voorzien en de
organisatie van de diensten kan daarop worden
afgestemd.
De reserve wordt al optimaal aangewend. De
federale politie kan niet nog meer worden ingezet.
Het spreekt vanzelf dat wij in Vlaanderen
Nederlandstaligen, in Wallonië Franstaligen en in
Brussel beiden willen inzetten. Wij doen wat wij
kunnen. Nood breekt wet.
08.04 Antoine Duquesne , ministre (en français):
Il y a des événements qui sont prévisibles et
permettent l'organisation des services.
Il y a déjà utilisation optimale de la réserve. La
police fédérale ne peut intervenir davantage.
Bien sûr, nous voulons envoyer des
néerlandophones en Flandre, des francophones en
Wallonie et les deux à Bruxelles. Nous faisons ce
que nous pouvons. Nécessité fait loi.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
statuut van de Europese ambtenaren" (nr. 7542)
09 Question de Mme Karine Lalieux au ministre
de l'Intérieur sur "le statut des fonctionnaires
européens" (n° 7542)
09.01 Karine Lalieux (PS): De ambtenaren van de
Europese Unie genieten een bijzonder statuut dat
in sommige opzichten een hinderpaal blijkt bij het
maken van een levenskeuze. Deze ambtenaren
worden als niet-ingezetenen beschouwd en soms
wordt dat statuut aangevoerd als reden voor een
weigering tot ondertekening van een verklaring van
wettelijke samenwoning.
De bestaansreden van het statuut van niet-
ingezetene is nochtans van louter fiscale aard.
Hebben de Europese ambtenaren die uitsluitend
voor de uitoefening van hun functie in België
verblijven, voor de toepassing van artikel 1476 van
het Burgerlijk Wetboek, hun woonplaats in België?
Zoniet, wat is de wettelijke grondslag van dit statuut
van niet-ingezetene in België ?
Zo ja, welke instructies hebben de gemeenten
gekregen om administratieve vergissingen te
voorkomen als gevolg van de afgifte aan Europese
ambtenaren van speciale identiteitskaarten zonder
vermelding van woonplaats ?
09.01 Karine Lalieux (PS): Les fonctionnaires de
l'Union européenne jouissent d'un statut particulier
qui peut, sous certains aspects, se révéler une
véritable entrave à des choix de vie. Ainsi, ces
fonctionnaires sont considérés comme non-
résidents, statut que certains se voient opposer à
une demande de signer la déclaration de
cohabitation légale.
La raison d'être de ce statut de non-résidence est
pourtant strictement fiscale.
Les fonctionnaires européens résidant en Belgique
uniquement en raison de l'exercice de leurs
fonctions ont-ils leur domicile en Belgique pour
l'application de l'article 1476 du Code civil ?
Si non, quelle est la base légale de cette non-
résidence belge ?
Si oui, quelles instructions les communes ont-elles
reçues pour éviter les erreurs administratives
induites par la délivrance de cartes d'identité
spéciales sans mention de domicile aux
fonctionnaires européens ?
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18/06/2002
CRABV 50
COM 789
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
09.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): Het
recht om een verklaring van wettelijke
samenwoning af te leggen kan niet worden
geweigerd aan een Europees ambtenaar onder het
voorwendsel dat hij niet is ingeschreven in het
bevolkingsregister. De algemene richtlijnen
betreffende het bijhouden van het
bevolkingsregister bepalen overigens dat die
ambtenaren in het bevolkingsregister worden
vermeld. Als u weet hebt van een gemeente die
een dergelijke verklaring om die reden weigert in te
schrijven, zou ik dat graag vernemen.
09.02 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Le droit de faire une déclaration de cohabitation
légale ne peut être refusé à un fonctionnaire
européen sous prétexte qu'il n'est pas inscrit dans
les registres de la population. Les instructions
générales relatives à la tenue de ceux-ci prévoient
d'ailleurs que ces fonctionnaires y font l'objet d'une
mention. Au cas où vous auriez connaissance
qu'une commune refuse d'enregistrer cette
déclaration pour un tel motif, je vous saurais gré de
m'en aviser.
09.03 Karine Lalieux (PS): Ik kan Koekelberg en
Sint-Lambrechts-Woluwe opnoemen. Ofwel wordt
er een duidelijke omzendbrief opgesteld, ofwel
handelt u op basis van het toezicht op de
gemeenten.
09.03 Karine Lalieux (PS): Je peux citer
Koekelberg et Woluwé-Saint-Lambert. Soit on fait
une circulaire très claire. Soit vous agissez sur
base de la tutelle sur les communes.
09.04 Minister Antoine Duquesne (Frans): Ik zal
beide doen.
09.04 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Je ferai les deux.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 15.40 uur.
La réunion publique de commission est levée à
15.40 heures.