CRABV 50 COM 754
CRABV 50 COM 754
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
woensdag mercredi
22-05-2002 22-05-2002
14:25 uur
14:25 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 754
22/05/2002
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde vraag en interpellatie van
1
Question et interpellation jointes de
1
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de afspraken met
betrekking tot gemeenschappelijke
minimumnormen voor de opvang van asielzoekers
in de Europese Unie en het Belgisch standpunt
inzake asiel- en migratiebeleid in de Europese
Conventie en de Deense en Britse voorstellen
inzake vreemdelingenbeleid" (nr. 7081)
1
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur "la fixation de normes minimales communes
pour l'accueil des demandeurs d'asile au sein de
l'Union européenne, la position belge en matière
de politique d'asile et d'immigration au sein de la
Convention européenne et les propositions
danoises et britanniques en matière de politique
des étrangers, la position belge en matière de
politique d'asile et d'immigration au sein de la
Convention européenne et les propositions
danoises et britanniques en matière de politique
des étrangers" (n° 7081)
1
- de heer Pieter De Crem tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de Belgische bijdrage
tot de Europese Conventie en het
gemeenschappelijk asielbeleid" (nr. 1275)
1
- de M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur
sur "la contribution de la Belgique à la Convention
européenne et la politique d'asile commune" (n°
1275)
1
Sprekers: Guido Tastenhoye, Pieter De
Crem, Antoine Duquesne, minister van
Binnenlandse Zaken
Orateurs: Guido Tastenhoye, Pieter De
Crem, Antoine Duquesne, ministre de
l'Intérieur
Moties
7
Motions
7
Sprekers: André Frédéric, Francis Van den
Eynde
Orateurs: André Frédéric, Francis Van den
Eynde
Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
opdracht van de hulpagenten" (nr. 7148)
8
Question de M. Francis Van den Eynde au
ministre de l'Intérieur sur "la mission des agents
auxiliaires" (n° 7148)
8
Sprekers: Francis Van den Eynde, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Francis Van den Eynde, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
gewelddadig optreden van bepaalde
politiediensten naar aanleiding van de uitreiking
van een doctoraat aan prins Filip aan de
universiteit van Leuven" (nr. 7149)
9
Question de M. Francis Van den Eynde au
ministre de l'Intérieur sur "l'intervention brutale de
certains services de police lors de la remise d'un
doctorat au prince Philippe par la KUL" (n° 7149)
9
Sprekers: Francis Van den Eynde, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Francis Van den Eynde, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Interpellatie van de heer Guido Tastenhoye tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
toenemende maatschappelijke probleem van het
sterk groeiend aantal illegalen in België en in
Antwerpen in het bijzonder" (nr. 1260)
10
Interpellation de M. Guido Tastenhoye au ministre
de l'Intérieur sur "le problème social grandissant
que pose la présence d'un nombre toujours
croissant d'illégaux en Belgique et plus
particulièrement à Anvers" (n° 1260)
10
Sprekers: Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Moties
12
Motions
12
Vraag van mevrouw Géraldine Pelzer-Salandra
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
dotaties aan de gemeenten in het kader van de
politiezones" (nr. 7171)
13
Question de Mme Géraldine Pelzer-Salandra au
ministre de l'Intérieur sur "les dotations aux
communes concernant les zones de police"
(n° 7171)
13
Sprekers: Géraldine Pelzer-Salandra
Orateurs: Géraldine Pelzer-Salandra
Vraag van mevrouw Géraldine Pelzer-Salandra
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
14
Question de Mme Géraldine Pelzer-Salandra au
ministre de l'Intérieur sur "la mention 'religion'
14
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22/05/2002
CRABV 50
COM 754
ii
vermelding 'godsdienst' in een formulier van het
Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en
de Staatlozen" (nr. 7219)
dans un formulaire du Commissariat général aux
Réfugiés et Apatrides" (n° 7219)
Sprekers: Antoine Duquesne, minister van
Binnenlandse Zaken, Géraldine Pelzer-
Salandra
Orateurs: Antoine Duquesne, ministre de
l'Intérieur, Géraldine Pelzer-Salandra
Vraag van de heer Bert Schoofs aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "het optreden van
diverse politiediensten in de provincie Limburg
voorafgaand aan een meeting van het Vlaams
Blok te Houthalen-Helchteren" (nr. 7204)
15
Question de M. Bert Schoofs au ministre de
l'Intérieur sur "l'intervention de divers services de
police dans la province du Limbourg avant un
meeting du Vlaams Blok à Houthalen-Helchteren"
(n° 7204)
15
Sprekers: Bert Schoofs, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Bert Schoofs, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Daniël Vanpoucke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
uitvoeringsbesluit bij artikel 90 WGP" (nr. 7235)
16
Question de M. Daniël Vanpoucke au ministre de
l'Intérieur sur "l'arrêté d'exécution de l'article 90 de
la loi sur la police intégrée" (n° 7235)
16
Sprekers:
Daniël Vanpoucke, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Daniël Vanpoucke, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Marcel Hendrickx aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de slechte
brandbeveiliging in België" (nr. 7268)
17
Question de M. Marcel Hendrickx au ministre de
l'Intérieur sur "les manquements en matière de
sécurité contre l'incendie en Belgique" (n° 7268)
17
Sprekers:
Marcel Hendrickx, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Marcel Hendrickx, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Marcel Hendrickx aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
uitbetaling van vakantiegeld aan de
brandweerlieden" (nr. 7269)
18
Question de M. Marcel Hendrickx au ministre de
l'Intérieur sur "le versement du pécule de
vacances aux sapeurs-pompiers" (n° 7269)
18
Sprekers:
Marcel Hendrickx, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Marcel Hendrickx, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Willy Cortois aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de primo-
aangewezenen politiechefs van de lokale politie"
(nr. 7257)
19
Question de M. Willy Cortois au ministre de
l'Intérieur sur "les primo-nominations des chefs de
la police locale" (n° 7257)
19
Sprekers: Willy Cortois, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Willy Cortois, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Patrick Lansens aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
betaling van het overtal aan ex-rijkswachters in
bepaalde politiezones" (nr. 7199)
21
Question de M. Patrick Lansens au ministre de
l'Intérieur sur "le paiement du traitement des
anciens gendarmes en surnombre dans certaines
zones de police" (n° 7199)
21
Sprekers:
Patrick Lansens, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Patrick Lansens, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Patrick Lansens aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
vervanging van tijdelijk onbeschikbaar CALOG-
personeel in de politiezones" (nr. 7200)
22
Question de M. Patrick Lansens au ministre de
l'Intérieur sur "le remplacement des membres du
personnel CALOG temporairement indisponible
dans les zones de police" (n° 7200)
22
Sprekers:
Patrick Lansens, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Patrick Lansens, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Patrick Lansens aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
informatiedoorstroming van het sociaal
secretariaat naar de personeelsleden toe"
(nr. 7201)
22
Question de M. Patrick Lansens au ministre de
l'Intérieur sur "la transmission d'informations du
secrétariat social aux membres du personnel"
(n° 7201)
22
Sprekers:
Patrick Lansens, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Patrick Lansens, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 754
22/05/2002
1
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
WOENSDAG
22
MEI
2002
14:25 uur
______
du
MERCREDI
22
MAI
2002
14:25 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.25 uur door
de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.25 heures par M. Paul
Tant, président.
01 Samengevoegde vraag en interpellatie van
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de afspraken met
betrekking tot gemeenschappelijke
minimumnormen voor de opvang van
asielzoekers in de Europese Unie en het Belgisch
standpunt inzake asiel- en migratiebeleid in de
Europese Conventie en de Deense en Britse
voorstellen inzake vreemdelingenbeleid"
(nr. 7081)
- de heer Pieter De Crem tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de Belgische bijdrage
tot de Europese Conventie en het
gemeenschappelijk asielbeleid" (nr. 1275)
01 Question et interpellation jointes de
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur "la fixation de normes minimales communes
pour l'accueil des demandeurs d'asile au sein de
l'Union européenne, la position belge en matière
de politique d'asile et d'immigration au sein de la
Convention européenne et les propositions
danoises et britanniques en matière de politique
des étrangers" (n° 7081)
- de M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur
sur "la contribution de la Belgique à la
Convention européenne et la politique d'asile
commune" (n° 1275)
01.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Het
asielbeleid wordt in de volgende jaren een van de
topproblemen van de EU. Recente politieke
evoluties en verkiezingsuitslagen bewijzen dat dit
hét probleem van deze eeuw wordt. Op 25 april
2002 bereikten de EU-ministers van Binnenlandse
Zaken een consensus over gemeenschappelijke
minimumnormen voor de opvang van asielzoekers,
die nog moet worden bekrachtigd door het
Europees Parlement. Op de Top van Sevilla staat
het asiel- en migratiebeleid prioritair op de agenda.
Dit is een probleem dat krachtdadig moet worden
aangepakt. Het Vlaams Blok pleit al lang voor
Europese normen, maar elke lidstaat moet
daarnaast het recht behouden zelf strengere,
snellere en efficiëntere maatregelen te treffen. Nu
vernemen wij dat de Belgische delegatie in de
Europese Conventie ervoor pleit dat het asiel- en
01.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Les
prochaines années, la politique d'asile constituera
un des problèmes majeurs de l'Union européenne.
Les évolutions politiques récentes ainsi que les
résultats des récentes élections prouvent que cette
question devient le problème de ce siècle. Le
25 avril 2002, les ministres européens de l'Intérieur
sont parvenus à un consensus quant aux normes
communes minimales applicables à l'accueil des
demandeurs d'asile. Ce consensus doit encore être
ratifié par le Parlement européen. La politique
d'asile et d'immigration est le principal point à
l'ordre du jour du Sommet de Séville.
Il s'agit d'un problème qui nécessite une approche
énergique. Depuis longtemps déjà, le Vlaams Blok
plaide pour des normes européennes mais il faut
en outre que chaque Etat membre conserve le droit
de prendre des mesures plus sévères, plus rapides
et plus efficaces. Nous apprenons maintenant que
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22/05/2002
CRABV 50
COM 754
2
migratiebeleid een exclusieve EU-bevoegdheid
wordt. Daarmee gaan wij niet akkoord.
Is dit het standpunt van de Belgische regering? Hoe
ziet zij de samenwerking op EU-niveau? Welke
bevoegdheden kunnen nationaal blijven? Wanneer
worden de Europese minimumnormen bekrachtigd
en in de EU-regelgeving en in de Belgische
wetgeving opgenomen? Welke initiatieven zal de
regering nemen ter hervorming van de
asielprocedure? Het ontwerp terzake bereikte
wegens onenigheid binnen de regering nooit de
Kamer.
Heel wat Europese lidstaten, zoals Frankrijk,
Nederland, Oostenrijk en Denemarken, evolueren
naar een strenger asiel- en migratiebeleid. Als
volgende EU-voorzitter wil Denemarken
ongetwijfeld wegen op de Europese besluitvorming.
Zal de minister zijn beleid afstemmen op de
initiatieven van Denemarken?
la délégation belge à la Convention européenne
préconise que la politique d'asile et d'immigration
soit une compétence exclusive de l'Union
européenne. Nous ne l'acceptons pas.
S'agit-il du point de vue du gouvernement belge ?
Comment le gouvernement conçoit-il la coopération
à l'échelon européen
? Quelles compétences
peuvent-elles rester nationales ? Quand les normes
européennes minimales seront-elles ratifiées,
coulées dans la réglementation européenne et
transposées dans la législation belge ? Quelles
initiatives le gouvernement prendra-t-il pour
réformer la procédure d'asile ? Le projet en la
matière n'a jamais été déposé à la Chambre en
raison des divergences de vues au sein du
gouvernement.
De très nombreux pays européens, comme la
France, les Pays-Bas, l'Autriche et le Danemark,
évoluent vers une politique d'asile et d'immigration
plus stricte. En tant que prochain président de l'UE,
le Danemark veut indubitablement peser sur le
processus décisionnel européen. Le ministre
alignera-t-il sa politique sur les initiatives prises par
le Danemark ?
01.02 Pieter De Crem (CD&V): Met het
goedvinden van de voorzitter stel ik ook meteen
mijn vraag nr. 7099 in verband met
uitgeprocedeerde asielzoekers.
In een eerste discussiedocument van de Belgische
delegatie in de Europese Conventie kwam het
asielthema aan bod. Het asiel- en migratiebeleid
zou een exclusieve bevoegdheid van de Europese
Unie moeten worden. Daarbij horen aspecten als
aankomst, registratie, verblijf, onderzoek, verlaten
en verwijderen. Denkt men inderdaad aan een
overheveling naar het Europese niveau? Op dit
ogenblik bestaat er binnen de EU geen uniform
actiekader. Waarom zou dat nu ineens wel lukken?
Bij wijze van politieke parenthese merk ik op dat de
lidstaten meer eigen bevoegdheden willen. Zelf ben
ik voorstander van een Europese aanpak, maar
dan zonder het zeefeffect van Schengen.
Wat denkt de minister in dit verband over het
spreidingsbeleid? Zal dit ook tussen lidstaten
worden toegepast?
Met het terugwijzingsbeleid en de controle aan de
buitengrenzen hangt ook een politionele component
samen. Zal die ook Europees worden geregeld of
01.02 Pieter De Crem (CD&V): Si le président m'y
autorise, je pose immédiatement au ministre ma
question n° 7099 concernant les demandeurs
d'asile déboutés.
Dans un premier document de discussion de la
délégation belge à la Convention européenne, il
était question du thème de l'asile. La politique en
matière d'asile et d'immigration devait devenir une
compétence exclusive de l'Union européenne.
Cette politique inclut des aspects tels que l'arrivée,
l'inscription, le séjour, l'examen, le départ et le
renvoi. Envisage-t-on effectivement un transfert au
niveau européen? Il n'existe à l'heure actuelle
aucun cadre d'action uniforme au sein de l'UE.
Pourquoi alors une réussite précisément
maintenant? Opérant une petite digression
politique, j'observe que les Etats membres aspirent
à un accroissement de leurs compétences propres.
Je suis personnellement en faveur d'une approche
à l'échelle européenne qui n'aurait cependant pas
"l'effet-passoire" des accords de Schengen.
Au vu de ces données, que pense le ministre de la
répartition des réfugiés? Sera-t-elle également
appliquée entre les Etats membres?
La politique d'éloignement et le contrôle aux
frontières externes sont également liés à un facteur
policier. Cet aspect sera-t-il réglé à l'échelle
européenne ou restera-t-il une compétence des
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 754
22/05/2002
3
blijft dit een bevoegdheid van de nationale
regeringen? De samenwerking van de
politiediensten in het immigratiedossier laat te
wensen over en Schengen blijft dode letter. Er is
dus nood aan een nieuwe politionele
samenwerking. Het louter overdragen van de
asielproblematiek naar het Europese niveau vormt
geen oplossing. Wij stellen dan ook voor eerst
Schengen te evalueren en pas nadien
bevoegdheden over te dragen.
gouvernements nationaux? La collaboration entre
les services de police dans le dossier de
l'immigration laisse à désirer et les accords de
Schengen restent lettre morte. Il faut dès lors une
nouvelle collaboration policière. Le transfert intégral
de la problématique à l'échelle européenne ne
constitue pas une solution. C'est pourquoi nous
proposons d'évaluer les accords de Schengen dans
un premier temps et de ne transférer les
compétences qu'ultérieurement.
Minister Duquesne heeft meermaals gezegd de
asielprocedure niet te willen veranderen. Er zou
immers een Europese regeling komen. Nu blijkt dat
heel wat lidstaten, waaronder Duitsland, Frankrijk
en Groot-Brittannië, van plan zijn autonoom een
nieuwe nationale asielprocedure uit te werken en
dit zelfs als voorwaarde stellen om een Europees
initiatief te steunen. Is de minister het met mij eens
dat het Belgisch standpunt tot immobilisme leidt?
Ten slotte heb ik vragen bij de regeling voor
uitgeprocedeerde asielzoekers, meer bepaald bij
de rondzendbrief-Vande Lanotte. Het aantal
geregistreerde asielzoekers daalt, maar heel veel
mensen beginnen zelfs niet meer aan de procedure
en duiken onmiddellijk onder in de illegaliteit. Wat is
de mening van minister Duquesne over deze
paradoxale situatie?
Le ministre Duquesne a déclaré à plusieurs
reprises ne rien vouloir modifier à la procédure
d'asile, dans la mesure où une réglementation allait
être élaborée au niveau européen. Il apparaît à
présent que beaucoup d'Etats membres, parmi
lesquels l'Allemagne, la France et la Grande-
Bretagne, envisagent d'élaborer de manière
autonome une nouvelle politique d'asile nationale et
en font même une condition pour accepter de
soutenir une initiative européenne. Le ministre
partage-t-il mon point de vue selon lequel la
position de la Belgique engendre l'immobilisme?
Je souhaite, pour conclure, interroger le ministre au
sujet du règlement concernant les demandeurs
d'asile déboutés et, plus particulièrement, à propos
de la circulaire Vande Lanotte. Le nombre de
demandeurs d'asile enregistrés est en baisse mais
de nombreuses personnes n'entament même plus
une procédure et passent directement dans la
clandestinité. Quel est l'avis du ministre Duquesne
à propos de cette situation paradoxale?
01.03 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Ik
wijs de heer De Crem erop dat het toenemend
aantal illegalen wordt aangekaart in een andere
interpellatie.
01.03 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Je
voudrais insister auprès de M. De Crem sur le fait
que le nombre croissant d'illégaux fait l'objet d'une
autre interpellation.
01.04 Minister Antoine Duquesne (Frans): Ik
moet erop wijzen dat het asielbeleid voortaan onder
de eerste pijler ressorteert op Europees niveau. Die
materie wordt dus geregeld via richtlijnen, die op
initiatief van de Europese Commissie en na advies
van het Europees Parlement door de Raad van
ministers worden goedgekeurd. De problemen zijn
legio, en kunnen slechts worden opgelost als we op
Europees niveau vooruitgang boeken. De richtlijn
betreffende de opvang van asielzoekers is in dat
verband het minimum minimorum, gezien de
invloed van de opvangomstandigheden op de
migratiestromen. Eén EU-lidstaat hoeft de teugels
maar wat te vieren en een wat lakser beleid te
voeren en je krijgt meteen een aanzuigeffect en
grenzen waar je gemakkelijker voorbij komt. Een
snelle harmonisatie van het beleid op Europees
niveau is nodig.
De beslissingen die de nationale overheden nemen
01.04 Antoine Duquesne, ministre (en français): Il
convient de rappeler que la politique d'asile relève
désormais de la compétence du premier pilier au
niveau européen. Il s'agit donc d'une matière réglée
par le biais de directives sur l'initiative de la
Commission européenne et approuvées par le
Conseil des ministres après avis du Parlement
européen. Les difficultés sont nombreuses et
nécessitent d'avancer sur le plan européen. La
directive en matière d'accueil des réfugiés constitue
à cet égard le minimum minimorum si l'on
considère l'influence sur les flux migratoires des
conditions d'accueil. Il suffit qu'un pays de l'Union
européenne adopte une politique plus laxiste en la
matière pour produire un effet d'appel et une
porosité plus importante au niveau des frontières. Il
convient donc d'aller rapidement vers une
harmonisation des politiques au niveau européen.
Les décisions prises au plan national en matière de
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22/05/2002
CRABV 50
COM 754
4
op het stuk van de asielprocedures kunnen
eveneens complicaties teweegbrengen op
Europees vlak. Men herinnere zich het voorbeeld
van de Duitse Bondsrepubliek, waar bovendien ook
electorale overwegingen gespeeld zouden hebben.
Het risico op een permanente blokkering en een
verslechtering van de situatie is dan ook reëel. Dit
moet op Europees niveau worden geregeld.
procédures d'asile peuvent également entraîner
des complications au niveau européen. Le cas de
la République fédérale allemande est exemplatif,
d'autant que des considérations électorales
semblent avoir joué dans le processus. Le risque
de blocage permanent et de dégradation de la
situation est donc bien présent et nécessite une
réponse au niveau européen.
Wat de politie betreft, een bevoegdheid die onder
de derde pijler ressorteert, werd sinds de top van
Tampere weliswaar vooruitgang geboekt, maar de
politionele samenwerking blijft ruim onvoldoende.
Wij trachten momenteel op de moeilijkheden in te
spelen via het sluiten van bilaterale akkoorden, met
name met Duitsland en Frankrijk, maar het
optreden van de politie wordt beperkt door het
bestaan van de grenzen. Er werden tevens
initiatieven genomen op Europees niveau om de
buitengrenzen te controleren, met name wat de
mensenhandel betreft, en dat in het vooruitzicht van
het toekomstige uitbreidingsproces. Wij zullen
volgende week in Rome trouwens de
haalbaarheidsstudie over het inzetten van
gemengde politieteams aan de buitengrenzen met
het oog op een doeltreffender controle ervan
bespreken.
En matière de police, compétence relevant du
troisième pilier, des progrès ont certes été
accomplis depuis le sommet de Tampere mais la
coopération policière reste largement insuffisante.
Nous tentons actuellement de répondre aux
difficultés par le biais d'accords bilatéraux,
notamment avec l'Allemagne et la France, mais
l'action des policiers reste limitée par l'existence
des frontières. Des initiatives ont également été
prises au niveau européen pour contrôler les
frontières extérieures, notamment en matière de
trafic d'êtres humains, dans la perspective du
processus d'élargissement. Nous discuterons
d'ailleurs la semaine prochaine à Rome de l'étude
de faisabilité sur la composition d'équipes mixtes
de police aux frontières extérieures afin de
permettre un contrôle plus efficace de ces
frontières extérieures.
Dankzij de Schengen-regeling kan de toegang tot
het grondgebied van de Unie efficiënt worden
gecontroleerd en we moeten de vernieuwing van
het SIS aanwenden om de bevoegdheden uit te
breiden tot de problemen in verband met het
verkeer en de criminaliteit. Ik denk niet dat we
moeten vrezen dat Europa in de nationale
prerogatieven zal treden. Integendeel, het is juist
het gebrek aan Europese integratie dat mij
verontrust.
Anderzijds wordt het tijd dat we in het kader van de
bilaterale akkoorden samen nadenken over de
illegale immigratie. Frankrijk en België zouden een
gemeenschappelijke houding moeten aannemen
tegenover Groot-Brittannië, wiens wetgeving een
aantrekkingspool is voor illegalen. Ondanks de
optimistische verklaringen van de heer Blair ben ik
niet optimistisch wat het resultaat betreft. Veel
illegalen blijven immers tegen hun wil bij ons en
vragen zelfs geen asiel aan.
Le dispositif de Schengen permet un contrôle
performant de l'entrée du territoire de l'Union et il
faut profiter de la rénovation du SIS pour élargir ses
compétences aux problèmes de circulation et de
criminalité. Je ne crois pas que nous devions
craindre un empiètement de l'Europe sur les
prérogatives nationales. C'est au contraire le
manque d'intégration européenne qui m'inquiète.
Nous devons par ailleurs procéder à une réflexion
commune sur l'immigration clandestine dans le
cadre des accords bilatéraux. La France et la
Belgique devraient ainsi adopter une attitude
commune à l'égard de la Grande-Bretagne, dont
les législations constituent un facteur d'attraction
pour les illégaux. Malgré les déclarations optimistes
de M. Blair, je ne suis pas optimiste quant au
résultat, de nombreux clandestins restent en effet
chez nous contre leur volonté et ne demandent
même pas à pouvoir bénéficier de l'asile.
Ik begrijp dat een en ander moeilijk is als men
rekening wil houden met de Britse traditie. Dat
maakt het echter makkelijker voor de illegalen. Ik
verheug mij over het Britse standpunt. De houding
van de overige regeringen blijft echter een
probleem.
Je comprends que tout cela soit difficile si l'on veut
tenir compte de la tradition britannique. Par contre,
cela facilite la tâche des clandestins. Je me réjouis
de la prise de position britannique. Mais le
problème de l'attitude des autres gouvernements
reste posé.
(Nederlands) Op 25 april 2002 werd in de Raad (En néerlandais) : Le 25 avril 2002, le Conseil
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 754
22/05/2002
5
voor Justitie en Binnenlandse Zaken een
consensus bereikt over de richtlijn betreffende de
minimumnormen voor de opvang van asielzoekers
in de lidstaten. Na het advies van het Europees
Parlement zal deze tekst goedgekeurd worden en
van kracht worden op de twintigste dag na de
bekendmaking in het Publicatieblad van de
Europese Gemeenschappen. De richtlijn legt
minimumnormen vast voor de opvang van
asielzoekers in de Europese Unie, inventariseert de
materiële opvangvoorwaarden, tracht de
migratiestromen en het asylum shopping in te
dijken, zorgt voor vergelijkbare
levensomstandigheden in alle lidstaten en
waarborgt concretere opvangvoorwaarden in alle
fasen en aspecten van de asielprocedure.
Bovendien bepaalt de richtlijn de vereisten inzake
materiële voorwaarden en medische verzorging
met het oog op de vrijwaring van waardige
levensomstandigheden. Andere bepalingen moeten
elk verkeerd gebruik van het opvangsysteem
verhinderen. Het is een betekenisvolle vooruitgang
in de oprichting van een gemeenschappelijke
Europese asielregeling. Het uiteindelijke doel is een
uniform statuut voor alle asielzoekers in alle
lidstaten.
Artikel 26 van de richtlijn bepaalt dat alle
noodzakelijke administratieve en wettelijke
wijzigingen binnen de 24 maanden in werking
moeten gesteld zijn. Mijn diensten zullen de nieuwe
richtlijn vergelijken met de Belgische regelgeving
binnen deze omzettingstermijn.
Twee belangrijke elementen hebben mij tot uitstel
aangezet in de totale hervorming van de
asielprocedure.De huidige migratiestromen worden
uitstekend beheerst. De asielaanvragen zijn
gedaald, blijven stabiel en worden dadelijk en
correct behandeld. Het dossier is ook op Europees
vlak positief geëvolueerd onder mijn
voorzitterschap. De harmonisering van de
Europese asielprocedures is voor mij een
topprioriteit. Ik zal dus de Belgische
asielprocedures pas hervormen wanneer de Unie
richtlijnen terzake uitvaardigt. Ondertussen wordt
de kwaliteit van de behandeling van de aanvragen
verder verbeterd en werkt de regering aan nieuwe
procedures voor de dienst Vreemdelingenzaken en
het Commissariaat-Generaal.
Vervolgens wil ik het hebben over het Belgisch
standpunt over asiel en immigratie op de Europese
Conventie en de Deense en Britse voorstellen
inzake immigratiebeleid. Er bestaat geen Belgische
delegatie bij de Conventie, er zijn enkel per lidstaat
vertegenwoordigers van de regeringsleiders en
parlementen. Het is dus niet mijn taak om hun
Justice et Affaires intérieures est parvenu à un
consensus sur une directive relative aux normes
minimales pour l'accueil des demandeurs d'asile
dans les Etats membres. Après avis du Parlement
européen, ce texte sera adopté et entrera en
vigueur le vingtième jour après sa publication ou
Journal officiel des Communautés européennes. La
directive impose des normes minimales pour
l'accueil des demandeurs d'asile dans l'Union
européenne, établit l'inventaire des conditions
matérielles d'accueil, vise à endiguer les flux
migratoires et l'asylum shopping, veille à organiser
des conditions de vie comparables dans tous les
Etats membres et garantit des conditions pratiques
d'accueil à tous les stades et dans tous les aspects
de la procédure d'asile. La directive définit en outre
les critères relatifs aux conditions matérielles et aux
soins médicaux en vue du maintien d'un niveau de
vie décent. D'autres dispositions sont destinées à
prévenir toute utilisation abusive du système
d'accueil. Il s'agit d'un progrès significatif dans la
mise en place d'un régime européen commun en
matière d'asile, l'objectif final étant la création d'un
statut uniforme pour tous les demandeurs d'asile,
dans tous les Etats membres.
L'article 26 de la directive prévoit que toutes les
modifications administratives et légales requises
doivent être entrées en vigueur dans les 24 mois.
Mes services compareront la nouvelle directive
avec la réglementation belge dans ce délai de
transposition.
Deux éléments importants m'ont amené à différer la
réforme totale de la procédure d'asile. Les flux
migratoires actuels sont très bien maîtrisés. Les
demandes d'asile ont diminué, restent stables et
sont traitées immédiatement et correctement. De
même, le dossier a évolué positivement à l'échelon
européen sous ma présidence. L'harmonisation
des procédures d'asile constitue à mes yeux une
priorité absolue. Je ne réformerai donc la
procédure d'asile belge que lorsque l'Union aura
arrêté des directives en la matière. En attendant, le
traitement des demandes est encore
qualitativement amélioré et le gouvernement
prépare de nouvelles procédures devant l'Office
des étrangers et le Commissariat général.
J'en viens à présent au point de vue adopté par la
Belgique à la Convention européenne en matière
d'asile et d'immigration et aux propositions
présentées par le Danemark et la Grande-Bretagne
en ce qui concerne la politique migratoire. Il n'y a
pas de délégation belge à la Convention,
seulement des représentants des chefs de
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22/05/2002
CRABV 50
COM 754
6
bijdrage uiteen te zetten. Overigens blijft het onze
overtuiging dat het asielbeleid een communautaire
bevoegdheid moet worden.
De Deense maatregelen binden enkel de Deense
regering, er geldt geen enkele verplichting voor
andere lidstaten. Het Deense programma staat
overigens nog niet helemaal op punt, maar zal in de
lijn liggen van het tot nu toe gevoerde beleid. Ook
de verklaringen van de Britse staatssecretaris voor
Europa binden alleen hemzelf.
gouvernements et des parlements pour chaque
Etat membre. Il ne m'appartient donc pas de
présenter leur contribution. Nous restons d'ailleurs
convaincus que la politique d'asile doit devenir une
compétence communautaire.
Les mesures danoises n'engagent que le
gouvernement danois et aucune obligation n'est
imposée aux autres Etats membres. Le programme
danois n'est d'ailleurs pas encore tout à fait au
point mais s'inscrira dans la lignée de la politique
menée jusqu'à présent. De même, les déclarations
du secrétaire d'Etat britannique à l'Europe
n'engagent que lui.
01.05 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Het is
onze grootste bekommernis om de procedures van
de lidstaten op één lijn te krijgen, juist om het
probleem van asylum shopping te voorkomen. Nu
geldt er in België een versnelde procedure, andere
lidstaten zijn ofwel sneller ofwel trager, met alle
gevolgen vandien voor de migratiestromen. We
dringen aan op Europese harmonisatie en een
krachtig beleid. Aan de Belgische regering vragen
wij dat zij de asiel- en immigratieproblematiek
uitdrukkelijk tot een topprioriteit verheft.
01.05 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Notre
souci principal est d'uniformiser les procédures des
Etats membres, précisément pour prévenir le
problème du « shopping de l'asile politique ».
Aujourd'hui, en Belgique, une procédure accélérée
est en vigueur. Quant aux autres Etats membres,
ils sont soit plus rapides, soit plus lents que nous,
avec toutes les conséquences qui en découlent
pour les flux migratoires. Nous plaidons ardemment
pour une harmonisation européenne et une
politique vigoureuse. Et nous demandons au
gouvernement belge de considérer très clairement
le problème de l'asile et de l'immigration comme
une priorité absolue.
01.06 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Inzake de richtlijn over de minimumnormen herhaal
ik dat de tekst na advies van het Europees
Parlement definitief goedgekeurd zal worden en
kort daarna van kracht zal worden. Wat betreft de
asielprocedurenormen meen ik dat u gelijk hebt.
01.06 Antoine Duquesne (en néerlandais)
ministre: En ce qui concerne la directive relative
aux normes minimales, je répète que le texte, après
avis du Parlement européen, sera approuvé
définitivement et qu'il entrera en vigueur peu de
temps après. Quant aux normes pour la procédure
d'asile, j'estime que vous avez raison.
(Frans) Tijdens het Belgische EU-voorzitterschap
heb ik een andere werkmethode gebruikt. Ik wilde
niet uitgaan van de richtlijn, en heb vragen gesteld
aan de hand waarvan een en ander kon worden
opgeklaard. Iedereen is het erover eens dat de
rechten gerespecteerd moeten worden. Wanneer
het echter over de procedure gaat, is het moeilijker
om alle neuzen één kant op te krijgen. Die
procedure mag immers niet te lang aanslepen, en
er moeten niet te veel beroepsmogelijkheden
worden ingebouwd. Hoe meer tijd er verstrijkt, hoe
moeilijker het wordt iemand nog uit te wijzen.
Het Belgische EU-voorzitterschap was de
gelegenheid om de beleidsopties te kanaliseren.
Ik hoop net als u dat het Spaanse voorzitterschap,
dat deze kwestie niet als een prioriteit beschouwt,
op het elan van het Belgische EU-voorzitterschap
(En français) Durant la présidence belge, j'ai utilisé
une autre méthode de travail. J'ai refusé de partir
de la directive et j'ai posé des questions qui ont
permis de clarifier les choses. Tout le monde est
d'accord pour affirmer que les droits doivent être
respectés. Mais l'accord est plus difficile à atteindre
lorsque l'on aborde la question de la procédure. Il
faut en effet éviter qu'elle soit longue et qu'elle
comprenne de nombreux recours. Car, plus le
temps passe, plus l'expulsion devient difficile.
La présidence belge a été l'occasion de resserrer
les options.
Je partage votre espoir de voir la présidence
espagnole, dont ce n'était pas une priorité, profiter
de l'avancée obtenue lors de la présidence belge.
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 754
22/05/2002
7
zal kunnen doorgaan.
01.07 Pieter De Crem (CD&V): Naar aanleiding
van mijn vraag en het antwoord van de minister,
dien ik hierbij een motie van aanbeveling in. Wij
roepen de regering op in Sevilla erop aan te
dringen de politionele bevoegdheden inzake de
asielproblematiek niet exclusief over te laten
dragen aan Europa.
01.07 Pieter De Crem (CD&V): Ayant entendu la
réponse du ministre à ma question, je dépose une
motion de recommandation. Nous demandons au
gouvernement d'insister, à Séville, pour que les
compétences en matière de police et les problèmes
d'asile ne soient pas abandonnés à la compétence
exclusive de l'Europe.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend
door de heren Pieter De Crem en Daniël
Vanpoucke en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Pieter De
Crem
en het antwoord van de minister van Binnenlandse
Zaken,
beveelt de regering aan:
- het Schengen-akkoord met de betrokken lidstaten
verder te actualiseren, in functie van de recentste
ontwikkelingen op gebied van de veiligheid en
asielproblematiek;
-
de bevoegdheden met betrekking tot het
asielbeleid niet als exclusieve bevoegdheid over te
dragen aan de EU;
- de samenwerking van de politiediensten verder op
Europees niveau vast te leggen."
Une première motion de recommandation a été
déposée par MM. Pieter De Crem et Daniël
Vanpoucke et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Pieter De Crem
et la réponse du ministre de l'Intérieur,
demande au gouvernement:
-
de poursuivre l'actualisation des accords de
Schengen avec les pays concernés eu égard aux
développements récents sur le plan de la sécurité
et de la problématique de l'asile;
-
d'éviter que les compétences relatives à la
politique d'asile ne deviennent la compétence
exclusive de l'UE;
-
de préciser plus avant la collaboration des
services de police au niveau européen."
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend
door de heer Guido Tastenhoye en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Pieter De
Crem
en het antwoord van de minister van Binnenlandse
Zaken,
vraagt aan de regering
1. om op de komende Europese top van Sevilla een
krachtig, snel en efficiënt migratie- , asiel- en
illegalenbeleid te verdedigen, waarbij op Europees
vlak minimumnormen kunnen worden afgesproken,
maar waarbij elke lidstaat het recht voorbehoudt om
strengere en nog meer efficiënte maatregelen te
treffen;
2. om in eigen land de problemen inzake migratie,
asiel en illegaliteit tot een topprioriteit te maken van
het regeringsbeleid, en daartoe de nodige middelen
vrij te maken en de maatregelen te treffen waar de
bevolking om vraagt."
Une deuxième motion de recommandation a été
déposée par M. Guido Tastenhoye et est libellée
comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Pieter De Crem
et la réponse du ministre de l'Intérieur,
demande au gouvernement
1.
de promouvoir lors du prochain sommet
européen de Séville une politique en matière
d'asile, de migration et d'illégaux, déterminée,
rapide et efficace, dans le cadre de laquelle des
normes minimales peuvent être décidées au niveau
européen mais prévoyant également que chaque
Etat membre se réserve le droit de prendre des
mesures plus sévères et encore plus efficaces;
2. de traiter, au niveau intérieur, les problèmes en
matière de migration, d'asile et d'illégalité comme
une priorité majeure de la politique
gouvernementale, de dégager à cet effet les
moyens nécessaires et de prendre les mesures
réclamées par la population."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer
André Frédéric en mevrouw Géraldine Pelzer-
Une motion pure et simple a été déposée par M.
André Frédéric et Mme Géraldine Pelzer-Salandra.
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22/05/2002
CRABV 50
COM 754
8
Salandra.
Over de moties zal later worden gestemd.
De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
01.08 André Frédéric (PS): Ik vraag me af : mag
een lid dat een vraag stelt, ook al wordt zijn vraag
toegevoegd aan een interpellatie, een motie
indienen ?
De voorzitter: Ik heb het de diensten laten nakijken
en het klopt.
01.08 André Frédéric (PS): Je m'interroge : un
membre qui pose une question, même jointe à une
interpellation, peut-il déposer une motion ?
Le président: J'ai demandé aux services de vérifier
et c'est bien exact.
01.09 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Als iemand die geen vraag heeft ingediend een
motie kan indienen, moet iemand die er wel een
heeft gesteld dat toch zeker kunnen?
De voorzitter: Nogmaals: alles is conform de
regels.
01.09 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Si quelqu'un qui n'a pas introduit de question peut
déposer une motion, quelqu'un qui en a introduit
une doit tout de même pouvoir le faire?
Le président: Je répète que tout est conforme aux
règles.
02 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
opdracht van de hulpagenten" (nr. 7148)
02 Question de M. Francis Van den Eynde au
ministre de l'Intérieur sur "la mission des agents
auxiliaires" (n° 7148)
02.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Hulpagenten hebben niet hetzelfde statuut en
dezelfde bevoegdheden als politieagenten. Toch
worden zij soms ingezet in politiepatrouilles. Dat
schept verwarring. De hulpagenten zijn daar zelf
ontevreden over, willen ook wapens dragen en
even veel betaald worden als politieagenten.
De dubbelzinnige situatie wordt in de hand gewerkt
door de wetgever, die hulpagenten onder het gezag
van een politieofficier plaatst, en door gemeenten
die bij hun publieksmededelingen graag spreken
over `nieuwe aanwervingen bij de politie', terwijl het
in feite om hulpagenten gaat. In het Verenigd
Koninkrijk blijkt het nochtans mogelijk verwarring uit
te sluiten: hulpagenten vallen er niet onder de
politie en dragen een duidelijk verschillend uniform.
Wat zal de minister doen om de verwarring tegen te
gaan en hulpagenten geen politiewerk meer te
laten uitvoeren?
02.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Les agents auxiliaires n'ont pas le même statut ni
les mêmes pouvoirs que les agents de police.
Cependant, ils sont parfois utilisés dans des
services de police, ce qui crée une certaine
confusion. Les agents auxiliaires sont eux-mêmes
mécontents de cette situation. Ils veulent en effet
porter des armes et être payés autant que les
agents de police.
Cette situation ambiguë est favorisée par le
législateur qui place les agents auxiliaires sous
l'autorité d'un officier de police et par les
communes qui parlent volontiers, dans leurs
communications publiques, de «
nouveaux
recrutements à la police » alors qu'en réalité, il
s'agit d'embaucher des agents auxiliaires. Or au
Royaume-Uni, il semble possible d'exclure toute
confusion éventuelle : les agents auxiliaires n'y
relèvent pas de la police et portent un uniforme qui
se distingue clairement de celui des agents de
police.
Que compte faire le ministre pour lutter contre cette
confusion et faire en sorte que les agents
auxiliaires n'accomplissent plus de travail policier ?
02.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
De bevoegdheden van de hulpagenten zijn bepaald
in artikel 217 van de Nieuwe Gemeentewet en in
artikel 58 van de wet van 7 december 1998. Het
02.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais) : Les compétences des agents
auxiliaires sont fixées à l'article 217 de la nouvelle
loi communale et à l'article 58 de la loi du 7
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 754
22/05/2002
9
artikel in de Nieuwe Gemeentewet wordt trouwens
voor de lokale politie opgeheven op de dag van
haar oprichting. Volgens die bepalingen zijn zij
inzake wegverkeer enkel bevoegd voor de taken
die hen uitdrukkelijk worden toegekend door de
verkeersreglementering. Anderzijds kennen deze
bepalingen hun een algemene bevoegdheid van
toezicht op de naleving van de gemeentelijke
politieverordeningen toe. De rondzendbrieven
POL37 en 37 ter van mijn voorgangers zijn nog
steeds van toepassing.
Het algemeen kader van hun bevoegdheden lijkt
mij daarmee voldoende omlijnd. Om misverstanden
weg te nemen overweeg ik echter binnenkort een
circulaire inzake de bevoegdheidsafbakening van
de hulpagenten te verspreiden.
Ik ben op de hoogte van de beroering bij de
hulpagenten. De maatregelen die zij vragen kunnen
echter niet worden genomen zonder grondige
studie van hun precieze rol. De middelen worden
immers maar vrijgemaakt naargelang van de
bevoegdheden die men hen zou willen toekennen.
décembre 1998. L'article de la nouvelle loi
communale est d'ailleurs abrogé pour la police
locale le jour de l'installation de celle-ci. Selon ces
dispositions, les auxiliaires ne sont compétents en
matière de circulation routière que pour les tâches
qui leur sont expressément attribuées par la
législation en matière de circulation. Par ailleurs,
ces dispositions leur octroient une compétence
générale en matière de contrôle du respect des
règlements de police communale. Les circulaires
POL37 et 37ter de mes prédécesseurs restent
d'application.
Le cadre général de leurs compétences me paraît
suffisamment délimité. Pour éviter les malentendus,
j'envisage toutefois de diffuser prochainement une
circulaire relative à la délimitation des compétences
des agents auxiliaires.
Je suis au courant de l'émoi qui règne chez les
agents auxiliaires. On ne pourra cependant prendre
les mesures qu'ils demandent avant d'avoir
examiné minutieusement leur rôle précis. Les
moyens seront en effet dégagés en fonction des
compétences qui leur seront octroyées.
(Frans) Er is dus in de eerste plaats sprake van niet
overeenstemmende diploma's, waarmee rekening
wordt gehouden bij de indienstneming. De regel
wordt al versoepeld, aangezien men mits een
verschillende behandeling tegenwoordig in het
basiskader kan worden ingevoegd. Wat de
beroering over het nieuwe uniform betreft, herhaal
ik dat ik de voorkeur gaf aan een grijs uniform maar
uiteindelijk toch heb ingestemd met een blauwe
kleur, een lichter blauw dan het blauw van de
politie-uniformen. Inzake bewapening geef ik toe
dat er in bepaalde gevallen nog problemen zijn.
(En français) Il est donc d'abord question des
différences de diplômes, dont il est tenu compte au
moment du recrutement. Il y a un assouplissement
de la règle puisqu'on peut actuellement rejoindre le
cadre de base en adaptant un traitement différent.
Quant à l'émotion suscitée par le changement
d'uniforme, je rappelerai que je préférais la couleur
grise mais j'ai finalement admis le bleu, plus clair
que celui des policiers. Quant à l'armement,
j'admets qu'il reste des problèmes dans certaines
circonstances.
02.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Ik dank de minister voor dit antwoord en dring erop
aan dat de rondzendbrief zo vlug mogelijk wordt
verstuurd. Er wordt volgens een artikel in Het
Laatste Nieuws van 30 april immers misbruik
gemaakt van de niet duidelijk genoeg afgebakende
bevoegdheden.
02.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Je remercie le ministre de sa réponse et insiste
pour que la circulaire soit envoyée dans les
meilleurs délais. Selon un article du quotidien Het
Laatste Nieuws du 30 avril, les compétences qui ne
sont pas délimitées de façon suffisamment précise
font en effet l'objet d'abus.
02.04 Minister Antoine Duquesne (Frans): De
situatie waar u naar verwijst, is een misbruik.
02.04 Antoine Duquesne , ministre (en français):
La situation que vous évoquez constitue un abus.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "het
gewelddadig optreden van bepaalde
politiediensten naar aanleiding van de uitreiking
van een doctoraat aan prins Filip aan de
03 Question de M. Francis Van den Eynde au
ministre de l'Intérieur sur "l'intervention brutale
de certains services de police lors de la remise
d'un doctorat au prince Philippe par la KUL"
(n° 7149)
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22/05/2002
CRABV 50
COM 754
10
universiteit van Leuven" (nr. 7149)
03.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Op 6 maart ondervroeg ik de minister reeds over
het gewelddadig optreden van de politie tegen
betogers ter gelegenheid van de uitreiking van een
eredoctoraat aan prins Filip door de KULeuven.
Drie betogers die de aula waren binnengeraakt,
werden weggeleid en mishandeld. De eerste werd
met de handen op de rug geboeid en liep een
hersenschudding op. De tweede had gekneusde
wervels en een zware bloeduitstorting. Een derde is
echter weggeraakt zonder zelfs maar te zijn
geïdentificeerd. Zowel die mishandelingen als het
feit dat een derde betoger kon ontsnappen,
verontrusten mij.
Wie waren de betrokken politiemensen? Werden
de feiten reeds onderzocht?
03.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Le 6 mars, j'ai interrogé le ministre sur l'intervention
violente de la police contre des manifestants à
l'occasion de l'attribution du doctorat honoris causa
au prince Philippe par la KULeuven. Trois
manifestants, qui avaient pénétré dans
l'amphithéâtre, ont été emmenés et maltraités. Le
premier a été menotté les mains dans le dos et a
été victime d'une commotion cérébrale. Le
deuxième avait des vertèbres froissées et
présentait d'importantes ecchymoses. Le troisième
s'est enfui sans même être identifié. Les mauvais
traitements ainsi que le fait qu'un troisième
manifestant ait pu s'échapper m'inquiètent.
Qui étaient les policiers engagés ? Les faits ont-ils
déjà fait l'objet d'une enquête ?
03.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Het was de lokale politie van Leuven die optrad. De
bijzondere recherchedienst van de lokale politie van
Leuven verrichtte de aanhoudingen.
Politieambtenaren in burger kregen opdracht de
drie ordeverstoorders uit de aula te verwijderen en
administratief aan te houden tot ze geen bedreiging
meer waren voor de prins.
Twee manifestanten werden ondervraagd. Een
derde verdween in het volk. De verwijdering van
twee betogers gebeurde onder lichte dwang. Alleen
het strikt noodzakelijke geweld werd gebruikt. Beide
betogers werden aangehouden om 12.30 uur en
terug vrijgelaten om 15.56 uur, na het vertrek van
de prins. Zij dienden een klacht in. Die klacht wordt
door het gerecht onderzocht. De aanhoudingen
werden verricht volgens de normale procedures en
er werd niet meer dwang gebruikt dan strikt
noodzakelijk was. Ik zie dan ook geen reden om
tegen deze politiemensen maatregelen te treffen.
03.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): C'est la police locale de Louvain qui
est intervenue. Le service spécial de recherche de
la police locale de Louvain a procédé aux
arrestations. Des fonctionnaires de police en civil
ont été chargés de faire sortir les trois fauteurs de
troubles de l'amphithéâtre et de procéder à leur
arrestation administrative jusqu'à ce qu'ils ne
représentent plus une menace pour le prince.
Deux manifestants ont été interrogés. Un troisième
a disparu dans la foule. L'éloignement de deux
manifestants s'est opéré sous une contrainte
légère. On n'a eu recours qu'à la violence
strictement nécessaire. Les deux manifestants ont
été arrêtés à 12 heures 30 et libérés à 15 heures
56, après le départ du prince. Ils ont déposé
plainte. Cette plainte est examinée par la justice.
Les arrestations ont été effectuées selon les
procédures normales et la contrainte a été limitée
au strict minimum. Je ne vois donc aucune raison
de prendre des mesures contre ces policiers.
03.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Ik kan uit dit antwoord alleen maar concluderen dat
de politie van Leuven de stijl van burgemeester
Tobback heeft overgenomen.
03.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Je ne peux tirer qu'une seule conclusion de cette
réponse : la police de Louvain a adopté le style du
bourgmestre de la ville, M. Tobback.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Interpellatie van de heer Guido Tastenhoye tot
de minister van Binnenlandse Zaken over "het
toenemende maatschappelijke probleem van het
sterk groeiend aantal illegalen in België en in
Antwerpen in het bijzonder" (nr. 1260)
04 Interpellation de M. Guido Tastenhoye au
ministre de l'Intérieur sur "le problème social
grandissant que pose la présence d'un nombre
toujours croissant d'illégaux en Belgique et plus
particulièrement à Anvers" (n° 1260)
04.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): 04.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 754
22/05/2002
11
Antwerpen klaagt over het toegenomen aantal
illegalen en vraagt terecht om maatregelen.
Volgens kabinetschef Dassen zijn er geen cijfers
die staven dat dat aantal is toegenomen. Hij
baseert zich wellicht op politierapporten. In
Antwerpen wordt echter geen actief
opsporingsbeleid gevoerd. Eigen vaststellingen zijn
soms veelzeggender dan allerlei dure studies. Zelf
wandel ik dagelijks te voet van Deurne naar het
Centraal Station en ik zie het aantal illegalen
gewoon groeien. Ik vraag me dan ook af waarom er
niet krachtdadiger wordt opgetreden. Volgens een
persbericht van vorige week is het aantal
opgepakte illegalen dat wordt gerepatrieerd van 5
naar 40 percent gestegen. Dat eerste cijfer is een
bekentenis van formaat. Het tweede cijfer zou
moeten worden opgetrokken tot 100 percent.
Na het bezoek van de premier, de minister van
Binnenlandse Zaken en de minister van Justitie aan
Antwerpen waren er wel verklaringen over het
aantal asielzoekers en over de huisjesmelkers,
maar er werd met geen woord gerept over het
allergrootste probleem, waar ook de andere grote
steden mee kampen, dat van de illegaliteit. Er
komen nu al klachten van de organisaties die
instaan voor de opvang van uitgeprocedeerde
asielzoekers en illegalen. Welke middelen zal de
regering uittrekken om deze problematiek aan te
pakken? Gisteren nog kregen de illegale
Moldaviërs die in een trein in Namen werden
aangetroffen een bevel om het grondgebied te
verlaten, waaruit blijkt dat het falend beleid
onveranderd wordt voortgezet. De aangekondigde
aankoop van een scanner is positief, maar ook op
het Europese niveau moeten we aandringen op
strengere maatregelen. Op 26 april heeft het
Overlegcentrum voor de Integratie van
Vluchtelingen (OCIV) het ontbreken van een beleid
aangeklaagd en erop gewezen dat 84 percent van
de asielzoekers in de illegaliteit verdwijnt. Wat is
het beleid van de minister?
Anvers se plaint du nombre accru d'illégaux et
réclame à juste titre des mesures. Selon le chef de
cabinet, M. Dassen, aucun chiffre ne corrobore
cette augmentation. Il se fonde sans doute sur des
rapports de police. Aucune politique active de
recherche n'est toutefois menée à Anvers. Des
observations personnelles sont parfois plus
éloquentes que diverses études coûteuses. Je me
rends chaque jour à pied de Deurne à la Gare
centrale d'Anvers et je constate que le nombre
d"illégaux ne cesse de croître. Je me demande
donc pourquoi on n'intervient pas plus
énergiquement. Selon un article paru dans la
presse la semaine dernière, le nombre d'illégaux
interpellés et rapatriés est passé de 5 à 40 pour
cent. Le premier chiffre est un aveu de taille. Le
second devrait être porté à 100 pour cent.
Après la visite du premier ministre, du ministre de
l'Intérieur et du ministre de la Justice à Anvers, les
déclarations sur le nombre de demandeurs d'asile
et sur les propriétaires sans scrupules se sont
certes multipliées mais aucun mot n'a été dit du
problème majeur auquel les autres grandes villes
sont aussi confrontées, celui de l'illégalité. Des
organisations qui assurent l'accueil des
demandeurs d'asile déboutés et des personnes en
situation irrégulière se plaignent déjà. Quels
moyens le gouvernement dégagera-t-il pour
s'attaquer à cette problématique ? Hier encore, des
Moldaves en séjour illégal, interceptés dans un
train à Namur, ont reçu l'ordre de quitter le
territoire, ce qui montre que l'on poursuit
invariablement la même politique inefficace. L'achat
annoncé d'un scanner est positif mais nous devons
aussi insister au niveau européen pour que des
mesures plus sévères soient prises. Le 26 avril, le
CIRE a déjà dénoncé l'absence de politique et a
souligné que 84 pour cent des demandeurs d'asile
disparaissent dans l'illégalité. Quelle est la politique
du ministre ?
04.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
De verwijdering van illegalen is een beleidsprioriteit.
Financiële hulp aan asielzoekers werd vervangen
door opvang in open centra, asielaanvragen
worden sneller behandeld en het aantal
repatriëringen is verdubbeld.
Het aantal asielaanvragen daalde van 42.000 in
2000 tot 26.000 in 2001. De cijfers voor de eerste
maanden van 2002 zijn nog beter.
04.02 Antoine Duquesne, ministre (En
néerlandais) : L'éloignement des personnes en
situation illégale constitue une priorité politique.
A l'aide financière allouée antérieurement, on a
substitué l'accueil dans des centres ouverts. Les
demandes d'asile sont traitées plus rapidement et
le nombre de rapatriés a doublé.
Par ailleurs, le nombre de demandes d'asile est
passé de 42.000 en 2000 à 26.000 en 2001. Les
chiffres relatifs aux premiers mois de 2002 sont
meilleurs encore.
(Frans) Een NGO beweert te weten hoeveel
illegalen clandestien in België verblijven. Sommigen
(En français) Une ONG prétend connaître la
proportion des illégaux qui restent clandestinement
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22/05/2002
CRABV 50
COM 754
12
zijn voorstander van de instelling van een
permanente regularisatieprocedure. Zij zijn ervan
overtuigd dat de vluchtelingen beter kunnen worden
geregulariseerd dan dat ze in de illegaliteit terecht
komen.
en Belgique. Certaines personnes souhaitent
qu'une procédure permanente de régularisation soit
instaurée. Elles affirment qu'il vaut mieux
régulariser que laisser des réfugiés dans la
clandestinité.
(Nederlands) Wat de verwijdering van illegalen
betreft, geeft de regering de voorkeur aan de
vrijwillige terugkeer. De betrokkene krijgt daarvoor
een bepaalde termijn. Er bestaan programma's die
hem bij zijn terugkeer begeleiden. Vanzelfsprekend
kan een illegale vreemdeling ook op eigen kracht
terugkeren.
Onder meer uit politiecontroles en contacten met
buurlanden en landen van herkomst blijkt dat
steeds meer illegalen inderdaad België verlaten.
Een van de redenen daarvoor is wellicht dat
negatieve beoordelingen van asielaanvragen
sneller worden bekendgemaakt. Ik beschik niet
over gegevens waaruit zou blijken dat het aantal
illegalen stijgt.
Als opvang in een gesloten centrum wordt
geweigerd, is dat doorgaans omdat de betrokkene
onmogelijk binnen een redelijke termijn kan worden
gerepatrieerd, bijvoorbeeld als het land van
herkomst in een crisissituatie verkeert of weigert de
uitgewezene op te nemen. Als omwille van een
eventuele stijging van het aantal te repatriëren
personen meer gesloten centra nodig zijn, zal ik
daarvoor zorgen. Ik heb al om de nodige middelen
gevraagd.
(En néerlandais) En ce qui concerne l'éloignement
des personnes en situation illégale, le
gouvernement privilégie l'option des retours
volontaires. L'intéressé dispose d'un délai
déterminé à cet effet. Il existe des programmes lui
permettant d'être assisté tout au long de sa
démarche. Il est évident qu'un étranger en situation
illégale peut décider de sa propre initiative de
rentrer dans son pays.
Il ressort notamment des contrôles de police et des
contacts avec les pays voisins et d'origine que de
plus en plus de personnes en situation illégale
quittent la Belgique. Le fait que le refus de la
demande d'asile soit plus rapidement signifié peut
peut-être expliquer ce phénomène. Je ne dispose
pas de données qui permettraient de conclure à
une augmentation du nombre de personnes en
situation illégale.
Lorsque l'accueil en centre fermé est refusé, c'est
en général parce qu'il est impossible de rapatrier
l'intéressé dans un délai raisonnable, par exemple
quand le pays d'origine se trouve en situation de
crise ou refuse d'accueillir l'intéressé. Si une
augmentation éventuelle des rapatriements
nécessitait l'ouverture d'un nombre plus important
de centres fermés, j'y veillerai. J'ai déjà demandé
les moyens nécessaires.
04.03 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): We
juichen toe dat de minister geld heeft gevraagd
voor meer gesloten centra. Misschien daalt het
aantal asielaanvragen, maar het aantal illegalen
stijgt ontegensprekelijk. Door de maatregelen die
een ontradend effect hebben op asielzoekers,
beginnen veel vreemdelingen zelfs niet meer aan
de procedure. Ze hebben er weinig bij te winnen en
verraden er hun verblijfplaats door.
Van de illegalen en asielzoekers zijn 99,9 procent
economische vluchtelingen. In eigen land behoren
ze vaak niet tot de allerarmsten, want die kunnen
zich geen vliegtuigticket veroorloven. Dit fenomeen
moet worden bestreden. Premier Blair deed terecht
een oproep om de landen van herkomst te
verplichten uitgewezen illegalen te aanvaarden en
anders hun ontwikkelingshulp te schrappen of
economische sancties te treffen.
04.03 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Nous
applaudissons à l'attitude du ministre qui a réclamé
des moyens financiers pour créer des centres
fermés supplémentaires. Peut-être, le nombre de
demandes d'asile diminue-t-il mais le nombre de
personnes en situation illégale augmente
incontestablement. En raison des mesures
dissuasives, de nombreux étrangers n'entament
même plus la procédure de demande d'asile qui a
en effet peu de chance d'aboutir. Ils n'ont pas
grand-chose à y gagner et révèlent d'ailleurs ainsi
leur domicile.
99,9 pour cent des personnes en situation illégale
et des demandeurs d'asile sont des réfugiés
économiques qui, dans leur propre pays, ne font
pas partie des personnes les plus démunies. Ces
dernières ne peuvent en effet pas se payer le billet
d'avion. Il faut lutter contre ce phénomène. Le
premier ministre britannique, M.Tony Blair, a
demandé à juste titre que les pays d'origine soient
contraints d'accepter les illégaux expulsés sous
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 754
22/05/2002
13
peine de voir mettre fin à l'aide au développement
dont ils bénéficient ou de faire l'objet de sanctions
économiques.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Guido Tastenhoye en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Guido
Tastenhoye
en het antwoord van de minister van Binnenlandse
Zaken,
vraagt aan de regering
om de acute problematiek van de illegale
immigranten tot een topprioriteit te verheffen van
het regeringsbeleid, waarbij er moet worden
overgegaan tot het "snel en efficiënt" actief
opsporen en repatriëren van illegalen en
uitgeprocedeerde asielzoekers, vooral in onze
grote steden, in het bijzonder Antwerpen, en
daartoe ook de nodige middelen moeten worden
voorzien."
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Guido Tastenhoye et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Guido
Tastenhoye
et la réponse du ministre de l'Intérieur,
demande au gouvernement
de faire du grave problème des immigrants en
situation illégale une priorité absolue de sa politique
par la recherche active et le rapatriement «rapides
et efficaces» des personnes en situation illégale et
des demandeurs d'asile déboutés, principalement
dans les grandes villes, et plus particulièrement à
Anvers, et de dégager les moyens nécessaires à
cet effet."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer
André Frédéric en mevrouw Géraldine Pelzer-
Salandra.
Une motion pure et simple a été déposée par M.
André Frédéric et Mme Géraldine Pelzer-Salandra.
Over de moties zal later worden gestemd.
De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
05 Vraag van mevrouw Géraldine Pelzer-
Salandra aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "de dotaties aan de gemeenten in het
kader van de politiezones" (nr. 7171)
05 Question de Mme Géraldine Pelzer-Salandra
au ministre de l'Intérieur sur "les dotations aux
communes concernant les zones de police"
(n° 7171)
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22/05/2002
CRABV 50
COM 754
14
05.01 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-
AGALEV): De gemeenten zouden al 70 procent van
de federale dotatie voor 2001 hebben ontvangen.
Wanneer zal het saldo worden gestort?
Wat de dotaties voor het jaar 2002 betreft, zou voor
de zone Charleroi het eerste voorschot met de
lonen van de voormalige rijkswachters voor de
maanden december 2001 en januari en februari
2002 zijn gestort, zonder echter gedetailleerde
gegevens dienaangaande te bezorgen. Betreft het
een alleenstaand geval van vergetelheid of kampen
alle zones met dezelfde informatieproblemen?
Wanneer zullen de betrokken zones meer
gedetailleerde gegevens betreffende de gedane
stortingen ontvangen?
Sinds april 2001 hebben de agenten slechts 80
procent van de bij de Mammoet-wet toegekende
loonsverhoging ontvangen. De GPI heeft zich ertoe
verbonden het saldo van de loonsverhoging voor
2001 tegen eind 2002 begin 2003 te regulariseren.
Zal men zich aan die termijn houden? Zullen de
premies voor 2001 eveneens met zoveel vertraging
worden uitbetaald?
05.01 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-
AGALEV): Les communes auraient déjà reçu 70%
de la dotation fédérale pour l'année 2001. Quand le
solde des dotations leur sera-t-il versé ?
Quant aux dotations pour l'année 2002, il semble
que, pour la zone de Charleroi, la première avance
comprenant les salaires des ex-gendarmes pour
les mois de décembre 2001, janvier et février 2002,
ait été versée sans aucun détail. S'agit-il d'un oubli
isolé ou toutes les zones rencontrent-elles les
mêmes problèmes d'information ? Le cas échéant,
quand les détails des versements seront-ils
communiqués aux zones en question ?
Par ailleurs, depuis avril 2001, les agents n'ont
perçu que 80% de l'augmentation prévue par la loi
Mammouth. Le GPI s'est engagé à régulariser le
solde de l'augmentation de 2001 en fin d'année
2002-début 2003. Ces délais seront-ils respectés ?
Enfin, les primes pour 2001 seront-elles également
payées avec un tel retard ?
Minister Antoine Duquesne (Frans) Ik begrijp de
ongerustheid van de gemeenten, maar alle nodige
maatregelen werden getroffen om de situatie zo
spoedig mogelijk te regulariseren. De gemeenten
hebben het saldo van de dotaties ofwel op 26,
ofwel op 27 februari 2002 ontvangen.
Er werden al twee voorschotten op de dotatie voor
2002 uitbetaald. Het saldo zal uiterlijk in juli 2002
worden gestort, wanneer de aanvaardbare
meerkosten in overleg met de korpschefs zullen zijn
vastgesteld.
Aangezien de dotaties bij het koninklijk besluit van
24 december 2001 werden vastgesteld, kennen
zowel de korpschefs als de bijzondere
rekenplichtigen de bedragen ervan.
Ik heb de burgemeesters zopas een brief
toegezonden waarin ik hen vraag de nodige
inlichtingen met betrekking tot hun politiekorps mee
te delen zodat de bezoldiging van het personeel
niet langer tot 80 procent zou worden beperkt. In
sommige gemeenten werd het nodige al gedaan en
wordt de bezoldiging van het personeel integraal
uitbetaald. Om tot de regularisaties te kunnen
overgaan moeten de plaatselijke besturen en het
sociaal secretariaat van de GPI samenwerken.
Afhankelijk van de datum waarop de inlichtingen
aan de GPI worden bezorgd, zullen de
bezoldigingen, de premies, de uitkeringen en de
vergoedingen van de politieambtenaren van
Charleroi vanaf juni 2002 kunnen worden
berekend. Er zal een eerste regularisatie
plaatsvinden voor de periode van januari tot mei
2002. Nadien komt er een tweede regularisatie voor
alle politiezones voor de periode van 1 april tot 31
Antoine Duquesne, ministre (en français): Je
comprends les inquiétudes des communes, mais
toutes les mesures ont été prises pour régulariser
la situation au plus vite. Le solde des dotations de
2001 a été reçu par les communes, soit le 26 soit le
27 février 2002.
Deux avances sur la dotation pour 2002 ont déjà
été payées. Le solde sera versé au plus tard en
juillet 2002 lorsque les surcoûts admissibles auront
été déterminés en concertation avec les chefs de
corps.
Comme les dotations sont fixées par l'arrêté royal
du 24 décembre 2001, tant les chefs de corps que
les comptables spéciaux en connaissent le
montant.
Je viens d'adresser aux bourgmestres une lettre
leur demandant de transmettre les informations
concernant leur police afin que les traitements du
personnel ne soient plus limités à 80%. Déjà dans
certaines communes, le nécessaire ayant été fait,
le personnel est payé à 100%. La régularisation
demande une collaboration entre les
administrations locales et le secrétariat social GPI.
Compte tenu de la date de transmission des
informations au GPI, celui-ci pourra calculer le
traitement, les primes, les allocations et les
indemnités du personnel de la police de Charleroi à
partir de juin 2002. Une première régularisation
sera opérée pour la période de janvier à mai 2002.
Une seconde régularisation aura lieu ensuite pour
l'ensemble des zones de police couvrant la période
du 1
er
avril au 31 décembre 2001.
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 754
22/05/2002
15
december 2001.
05.02 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-
AGALEV): Men moet erop toezien dat de
voormalige rijkswachters en de gewezen leden van
de gemeentepolitie op eenzelfde manier en zo
spoedig mogelijk zouden worden uitbetaald.
05.02 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-
AGALEV): Il faut veiller à ce que ex-gendarmes et
anciens policiers communaux soient payés de la
même manière au plus tôt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Géraldine Pelzer-
Salandra aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "de vermelding 'godsdienst' in een
formulier van het Commissariaat-generaal voor
de Vluchtelingen en de Staatlozen" (nr. 7219)
06 Question de Mme Géraldine Pelzer-Salandra
au ministre de l'Intérieur sur "la mention 'religion'
dans un formulaire du Commissariat général aux
Réfugiés et Apatrides" (n° 7219)
Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-AGALEV):
Op het formulier voor asielaanvraag MBS mod 768
van het Commissariaat-generaal voor de
Vluchtelingen en de Staatlozen moeten de
asielzoekers hun godsdienst vermelden. Wat is het
nut van die vraag, wat wordt er met deze informatie
gedaan? Is dit wettelijk? Deze inmenging in het
privé-leven lijkt mij onaanvaardbaar.
06.01 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-
AGALEV): Dans le formulaire de demande d'asile
MBS mod 768 du Commissariat général aux
réfugiés et apatrides, les demandeurs d'asile
doivent mentionner leur religion. Quelle est l'utilité
de cette question, quelle utilisation est-elle faite de
cette information ? Est-ce légal ? Cette ingérence
dans la vie privée me paraît inacceptable.
06.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): Omdat
vervolging wegens geloofsovertuiging volgens de
Conventie van Genève een van de criteria is op
grond waarvan het statuut van politiek vluchteling
kan worden toegekend, is het volkomen normaal
dat de commissaris-generaal hiernaar informeert
om met kennis van zaken een beslissing te kunnen
nemen. Daar is volgens mij niets verkeerd aan.
Deze informatie wordt bovendien nergens anders
voor gebruikt en ik herinner eraan dat de
commissaris en zijn personeel gebonden zijn door
het beroepsgeheim en dat schending van dit
geheim volgens artikel 458 van het strafwetboek
wordt bestraft.
06.02 Antoine Duquesne, ministre (en français):
Comme la persécution du fait de l'appartenance à
une certaine religion est l'un des critères
d'admission comme réfugié politique selon la
convention de Genève, il est normal que le
Commissaire général s'en enquière aux fins de
statuer en toute connaissance de cause. Cela ne
me semble pas abusif. De surcroît, cette
information n'a pas d'autre usage et je rappelle
que le Commissaire et son personnel sont soumis
au secret professionnel et que l'article 458 du code
pénal punit les atteintes à ce secret.
06.03 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-
AGALEV): Ik ben gedeeltelijk tevreden met uw
antwoord, maar ik vind het nog steeds
onaanvaardbaar dat die vraag systematisch aan
elke asielzoeker wordt gesteld zelfs als hij geen
reden aanvoert die met zijn godsdienstige
opvattingen te maken heeft. Kan niet overwogen
worden die vraag van het formulier te schrappen en
ze enkel te stellen aan de personen die zeggen dat
ze om die reden worden vervolgd ?
06.03 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-
AGALEV):
Si je puis être satisfaite en partie par votre réponse,
il n'en reste pas moins que je trouve inacceptable
que la question soit posée systématiquement à tout
demandeur d'asile, même s'il n'invoque aucun motif
lié à sa religion. Je vous suggère de réfléchir à la
suppression de cette question du formulaire et de
ne la poser qu'à ceux qui se disent persécutés pour
cette raison-là.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
optreden van diverse politiediensten in de
provincie Limburg voorafgaand aan een meeting
07 Question de M. Bert Schoofs au ministre de
l'Intérieur sur "l'intervention de divers services
de police dans la province du Limbourg avant un
meeting du Vlaams Blok à Houthalen-
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22/05/2002
CRABV 50
COM 754
16
van het Vlaams Blok te Houthalen-Helchteren"
(nr. 7204)
Helchteren" (n° 7204)
07.01 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Nadat de
burgemeester van Houthalen-Helchteren een
openbare meeting van het Vlaams Blok verbood -
waarop de Raad van State op 26 april het verbod
vernietigde - deelde een politieagent het verbod
mee aan de plaatselijke gekozene van het Vlaams
Blok. Op hetzelfde ogenblik kregen ook andere
gemeenteraadsleden van het Vlaams Blok in
omringende gemeenten bezoek van politieagenten
die allerlei vragen stelden over de meeting.
Wie coördineerde deze actie? Wat voor
politiediensten waren er bij betrokken? Vroeger
kwam de Staatsveiligheid wel eens op bezoek in de
lokalen van het Vlaams Blok, maar nu ging het om
federale of lokale diensten. Speelde de
Staatsveiligheid deze keer geen rol? Vindt de
minister het normaal dat politiediensten naar
aanleiding van een demonstratie mandatarissen
van een politieke partij ondervragen?
Bert Schoofs(VLAAMS BLOK): Alors que le
Conseil d'Etat avait annulé, le 26 avril, l'interdiction
d'une réunion publique du Vlaams Blok par le
bourgmestre de Houthalen-Helchteren, un agent de
police a malgré tout fait part de cette interdiction à
l'élu local du Vlaams Blok. Au même moment,
d'autres conseillers communaux du Vlaams Blok de
communes avoisinantes recevaient également la
visite d'agents de police qui ont posé des questions
diverses sur la réunion.
Qui a coordonné ces actions? Quels types de
services de police étaient-ils impliqués? Par le
passé, il arrivait que la Sûreté de l'Etat se rende
dans les locaux du Vlaams Blok, mais il s'agit en
l'occurrence de services fédéraux ou locaux. La
Sûreté de l'Etat n'était-elle pas impliquée cette fois?
Le ministre estime-il qu'il est normal que des
services de police interrogent des mandataires d'un
parti politique à l'occasion d'une manifestation?
07.01 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
De gegevens die de lokale politie van Houthalen-
Helchteren op de standaardformulieren noteerde,
werden overgemaakt aan mijn ministerie en aan de
Limburgse gouverneur. Dit is de geijkte procedure
bij de aanvraag voor een demonstratie.
Volgens de plaatselijke politiediensten deelde een
inspecteur de beslissing van de burgemeester aan
de plaatselijke mandataris mee, maar er zouden
geen vragen zijn gesteld. Ik heb er geen weet van
dat dit in andere gemeenten wel het geval zou zijn
geweest. Volgens de plaatselijke politiediensten
werden geen processen-verbaal opgesteld of
notities genomen, de reeds aangehaalde
formulieren uitgezonderd.
Het behoort politieagenten niet toe
partijmandatarissen te ondervragen over
demonstraties die worden ingericht op grond van
de vrije meningsuiting. De vragen aan het Vlaams
Blok maken zeker geen deel uit van een gerichte
actie, maar waren uitsluitend bedoeld om de
ordehandhaving te kunnen inrichten.
07.01 Antoine Duquesne, ministre (en
néerlandais): Les données notées par la police de
Houthalen-Helchteren sur les formulaires type ont
été transmises à mon ministère et au gouverneur
du Limbourg. Il s'agit de la procédure normale lors
d'une demande d'organisation d'une manifestation.
Selon les services de police locaux, un inspecteur a
mis au fait les mandataires communaux de la
décision du bourgmestre sans leur poser de
questions. J'ignore si une initiative analogue a été
prise dans d'autres communes. D'après les
services de police locaux, aucun procès-verbal n'a
été dressé et aucune note n'a été prise, excepté le
formulaire déjà mentionné.
Il n'appartient pas aux agents de police d'interroger
des mandataires de partis au sujet de
manifestations organisées dans le cadre de
l'exercice de la liberté d'expression. Les questions
adressées au Vlaams Blok ne participent
certainement pas d'une action ciblée mais du
maintien de l'ordre.
07.02 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Het gaat
dus niet om een gecoördineerde actie in
verschillende gemeenten? Toch werden in Ham,
Tessenderlo en Herk-de-Stad binnen een
tijdspanne van vier uur verschillende leden van het
Vlaams Blok ondervraagd door de politie. Wie
coördineerde die actie? Is de politie ook bij de
vakbonden geweest die hadden aangedrongen op
07.02 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Ne s'agit-il
donc pas d'une action coordonnée menée dans
différentes communes ? La police a pourtant
interrogé plusieurs membres du Vlaams Blok en un
laps de temps de quatre heures dans les
communes de Ham, de Tessenderlo et de Herk-de-
Stad. Qui a coordonné cette action ? Les services
de police se sont-ils également rendus auprès des
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 754
22/05/2002
17
het verbod?
syndicats qui avaient insisté sur l'interdiction ?
07.03 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Ik zal mijn diensten bijkomende vragen stellen en u
het antwoord schriftelijk bezorgen.
07.03 Antoine Duquesne, ministre (en
néerlandais) : J'interrogerai mes services à ce sujet
et je vous transmettrai ma réponse par écrit.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Daniël Vanpoucke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
uitvoeringsbesluit bij artikel 90 WGP" (nr. 7235)
08 Question de M. Daniël Vanpoucke au ministre
de l'Intérieur sur "l'arrêté d'exécution de l'article
90 de la loi sur la police intégrée" (n° 7235)
08.01 Daniël Vanpoucke (CD&V): Volgens artikel
90 van de Wet op de geïntergreerde politie bepaalt
de gemeente- of politieraad hoe de lokale politie
vergoedingen mag innen voor het uitvoeren van
opdrachten van bestuurlijke politie op verzoek van
privé-personen. Het is de Koning die de
voorwaarden en de nadere regels van deze inning
moet regelen. Werkt de minister aan een
uitvoeringsbesluit? Wanneer wordt het
gepubliceerd?
08.01 Daniël Vanpoucke (CD&V): En vertu de
l'article 90 de la loi sur la police intégrée, le conseil
communal ou de police fixe les modalités de
perception d'une rétribution pour certaines missions
de police administrative accomplies à la demande
de particuliers. Il incombe au Roi de fixer les
conditions et les règles plus précises de cette
perception. Le ministre élabore-t-il actuellement un
arrêté d'exécution ? Quand sera-t-il publié ?
08.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Momenteel bestuderen mijn diensten de
modaliteiten van artikel 90. Het is moeilijk de dag
van publicatie te voorspellen, maar tot dan geldt
nog steeds het KB van 14 september 1997
betreffende de gemeentepolitie.
08.02 Antoine Duquesne, ministre (en
néerlandais) : Mes services examinent
actuellement les modalités d'exécution de l'article
90. Il est difficile de prévoir la date de publication
mais dans l'intervalle, l'arrêté royal du 14 décembre
1997 sur la police communale est toujours
d'application.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Marcel Hendrickx aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
slechte brandbeveiliging in België" (nr. 7268)
09 Question de M. Marcel Hendrickx au ministre
de l'Intérieur sur "les manquements en matière
de sécurité contre l'incendie en Belgique"
(n° 7268)
09.01 Marcel Hendrickx (CD&V): Onlangs
publiceerde de Vlaamse Brandweerfederatie een
internationaal rapport over de brandveiligheid. Dit
World Fire Statistics Report toont aan dat in België
0,4 procent van het BNP opgaat aan brandschade.
Dat is drie keer meer dan in Duitsland, twee keer
meer dan in Nederland en Frankrijk. Bovendien
neemt het aantal schadeclaims in België toe.
Sinds 1994 zijn er in België geen brandstatistieken
meer. De gegevens die het ministerie van
Binnenlandse Zaken maandelijks van de
brandweerkorpsen ontvangt, worden niet meer
verwerkt. Een goede analyse van de statistieken
en het afstemmen van het beleid erop, ontbreekt
volkomen. Die nalatigheid van de overheid kost de
burgers handenvol geld. Hoge brandschade
09.01 Marcel Hendrickx (CD&V): Récemment, la
Fédération flamande des services d'incendie a
publié un rapport international sur la lutte contre
l'incendie. Ce rapport, intitulé World Fire Statistics
Report, démontre qu'en Belgique, 0,4 % du PNB
est consacré aux dégâts provoqués par des
incendies. C'est trois fois plus qu'en Allemagne et
deux fois plus qu'aux Pays-Bas et en France. En
outre, le nombre de demandes d'indemnisation est
en augmentation en Belgique.
Depuis 1994, on ne tient plus de statistiques
relatives aux incendies dans notre pays. Les
données que les corps de pompiers adressent
mensuellement au ministère de l'Intérieur ne sont
plus traitées. Une bonne analyse des statistiques et
l'adaptation de la politique en fonction de cette
analyse font totalement défaut. Cette négligence
des pouvoirs publics coûte très cher aux citoyens
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22/05/2002
CRABV 50
COM 754
18
veroorzaakt immers dure premies en moeilijker
risicoaanvaarding.
Het brandweerbeleid in België is gebrekkig. Dat is
onder drie jaar Duquesne-beleid niet verbeterd. Wij
wachten nog steeds op meer middelen voor de
brandweer, een wetenschappelijke risicoanalyse,
een deugdelijk preventiebeleid en bruikbare
interventieplannen. Het internationaal rapport
brengt België nu in de verlegenheid. Hopelijk wordt
de overheid morgen niet verantwoordelijk gesteld
naar aanleiding van een brandcatastrofe.
Waarom liet de nieuwe statistische analyse, die
binnenkort zal worden uitgewerkt, zo lang op zich
wachten? Wie stelde het systeem op? Was er
overleg met de brandweer? Wanneer zullen de
brandweerinspectiediensten eindelijk behoorlijk
worden uitgebouwd?
dans la mesure où des dégâts d'incendie
importants entraînent des primes élevées et une
acceptation moins aisée des risques.
La politique menée en Belgique en matière de lutte
contre l'incendie est imparfaite. Et elle ne s'est pas
améliorée après trois ans de politique menée par le
ministre Duquesne. Nous attendons toujours que
des moyens supplémentaires soient consacrés à la
lutte contre les incendies et demandons une
analyse scientifique des risques, une bonne
politique de prévention et des plans d'intervention
efficaces. Ce rapport international embarrasse
aujourd'hui la Belgique. Il est à espérer que les
pouvoirs publics ne voient pas, demain, leur
responsabilité engagée à la suite d'une catastrophe
due à un incendie.
Pourquoi aura-t-il fallu attendre aussi longtemps
cette nouvelle analyse statistique, qui sera élaborée
sous peu? Qui a mis au point ce système ? Une
concertation avec les services d'incendie a-t-elle eu
lieu ? Quand les services d'inspection des services
d'incendie
seront-ils enfin organisés
convenablement?
09.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Het behoort niet tot de taak van de brandweer om
de schade door brand te bepalen. Dat is het werk
van de experts van de
verzekeringsmaatschappijen. De brandweer is op
dat punt zeer gereserveerd. In de huidige
interventieverslagen wordt enkel een zeer ruwe of
helemaal geen raming van de schade opgegeven.
De cijfers waarnaar u verwijst werden op 17
oktober 2001 gepubliceerd in de Geneva
Association Information Newsletter. Voor België
waren niet alle gegevens beschikbaar en voor de
vergelijkingen in die studie werden verschillende
referentieperioden gebruikt. Ik betwijfel de
betrouwbaarheid van deze statistieken, die op basis
van de gegevens van verzekeringsmaatschappijen
werden opgesteld.
Het resultaat van de verwerking van de statistische
gegevens van 1994 en 1995 werd gepubliceerd in
1996. Uit een kritische analyse bleek dat de
verwerkingsmethode niet volledig betrouwbaar was.
Bovendien was de software niet
millenniumcompatibel, waardoor geopteerd werd
voor een volledig nieuw concept. Hiervoor werd
begin 1999 een werkgroep opgericht met
brandweerinspecteurs en vertegenwoordigers van
de brandweer. Er werd geopteerd voor een
modulair systeem. In eerste instantie werd een
gebruiksvriendelijk instrument ontwikkeld dat het
mogelijk maakt nauwkeurige en betrouwbare
09.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): Il n'appartient pas aux services
d'incendie de déterminer les dégâts occasionnés
par l'incendie. C'est le travail des experts des
compagnies d'assurance. Les services d'incendie
sont très réservés sur ce point. Les rapports
actuels d'intervention ne mentionnent qu'une
estimation très grossière des dommages ou n'en
mentionne pas du tout.
Les chiffres que vous citez ont été publiés le
17 octobre 2001, dans la Geneva Association
Information Newsletter. Pour la Belgique, toutes les
données n'étaient pas disponibles et différentes
périodes de référence ont été utilisées pour les
comparaisons de cette étude. Je doute de la
fiabilité de ces statistiques établies sur la base des
données transmises par les compagnies
d'assurance.
Le résultat du traitement des données statistiques
de 1994 et 1995 a été publié en 1996. Il ressort
d'une analyse critique que la méthode de traitement
n'était pas tout à fait fiable. En outre, des logiciels
n'étaient pas compatibles au passage à l'an 2000,
ce qui a amené à opter pour un concept
entièrement neuf. Un groupe de travail réunissant
des inspecteurs des services d'incendie et des
représentants des services d'incendie a été
constitué à cette fin au début de 1999. On a opté
pour un système modulaire. Un instrument convivial
permettant de récolter des données précises et
fiables sur les interventions a tout d'abord été
développé. Une première partie du rapport
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 754
22/05/2002
19
gegevens aangaande interventies te verzamelen.
Een eerste deel van het brand- en
interventieverslag zal klaar zijn einde 2002.
De brandweerinspectie bestaat thans uit vier
ingenieurs (2N/2F) en drie inspecteurs (2N/1F).
Door Begroting werd onlangs toelating gegeven tot
aanwerving van een Franstalige jurist. Voor
bepaalde specifieke problemen kan
vanzelfsprekend een beroep gedaan worden op
andere ambtenaren van de algemene directie of de
civiele bescherming.
d'incendie et d'intervention sera prête fin 2002.
L'inspection des services d'incendie est
actuellement constituée de quatre ingénieurs
(2N/2F) et de trois inspecteurs (2N/1F). Le
département du Budget vient d'autoriser le
recrutement d'un juriste francophone. Pour certains
problèmes spécifiques, il est bien sûr possible de
faire appel à d'autres fonctionnaires de la direction
générale et de la protection civile.
09.03 Marcel Hendrickx (CD&V): Over de kwaliteit
van dit internationaal, ernstig rapport hoeven we
geen discussie te voeren. Feit is dat de cijfers sinds
1996 niet werden verwerkt. De minister moet
toegeven dat de werkgroep niet veel resultaat
bereikte. De diensten van de brandweerinspectie
moeten worden uitgebreid, want ze zijn nu te weinig
beschikbaar.
09.03 Marcel Hendrickx (CD&V): Il n'y a pas à
discuter de la qualité de ce rapport international
sérieux. Le fait est que, depuis 1996, les chiffres
n'ont pas été traités. Le ministre doit admettre que
le groupe de travail n'a pas obtenu de grands
résultats. Il faut étendre les services de l'inspection
incendie, qui sont actuellement trop peu
disponibles.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Marcel Hendrickx aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
uitbetaling van vakantiegeld aan de
brandweerlieden" (nr. 7269)
10 Question de M. Marcel Hendrickx au ministre
de l'Intérieur sur "le versement du pécule de
vacances aux sapeurs-pompiers" (n° 7269)
10.01 Marcel Hendrickx (CD&V): Volgens Gazet
van Antwerpen vorige zaterdag zouden de
gemeenten door het ontbreken van een
rondzendbrief geen vakantiegeld kunnen uitbetalen
aan de brandweer.
Klopt dat bericht? Wat is daarvan de oorzaak? Hoe
zal de minister het probleem oplossen?
10.01 Marcel Hendrickx (CD&V): Selon la Gazet
van Antwerpen de samedi dernier, les communes
ne seraient pas en mesure, en l'absence d'une
circulaire, de verser le pécule de vacances aux
sapeurs-pompiers.
Cette information est-elle exacte? Quelle en est la
raison? Comment le ministre compte-t-il résoudre
ce problème?
10.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
De gemeentelijke overheden moeten het
vakantiegeld uitbetalen.
De Vlaamse minister van Binnenlandse
Aangelegenheden ging er, op basis van de
Lambermontakkoorden, ten onrechte van uit dat het
sectoraal akkoord 2002 voor het personeel van de
lokale overheden niet van toepassing was op de
brandweerdiensten. Het gaat echter nog steeds om
gemeentelijk personeel en de werkgever, de
gemeente dus, is het vakantiegeld verschuldigd. In
dat verband vertrekt er binnenkort een
rondzendbrief naar de gemeentebesturen en de
provinciegouverneurs. Ook komt er een KB met
algemene bepalingen inzake de vergoedingen en
toelagen voor het beroepspersoneel van de
brandweer.
10.02 Antoine Duquesne, ministre (en
néerlandais): Les autorités communales sont
tenues de verser le pécule de vacances.
Le ministre flamand de l'Intérieur a déduit, à tort,
des accords du Lambermont que l'accord sectoriel
2002 pour le personnel des pouvoirs locaux ne
s'appliquait pas aux services d'incendie. Il s'agit
pourtant toujours de personnel communal et
l'employeur, la commune donc, est redevable du
pécule de vacances. A ce sujet, une circulaire sera
prochainement envoyée aux administrations
communales et aux gouverneurs de provinces.
Nous allons également préparer un arrêté royal
fixant des dispositions générales en matière
d'indemnités ou d'allocations pour le personnel
professionnel des services d'incendie.
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22/05/2002
CRABV 50
COM 754
20
10.03 Marcel Hendrickx (CD&V): Er worden een
rondzendbrief en een KB in het vooruitzicht gesteld.
Er was dus wel degelijk een lacune. Ik vraag dat dit
probleem dringend zou worden aangepakt.
10.03 Marcel Hendrickx (CD&V): On annonce la
publication d'une circulaire et d'un arrêté royal. Il y
avait donc bien une lacune. Je demande que l'on
s'attèle d'urgence à ce problème.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Willy Cortois aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
primo-aangewezenen politiechefs van de lokale
politie" (nr. 7257)
11 Question de M. Willy Cortois au ministre de
l'Intérieur sur "les primo-nominations des chefs
de la police locale" (n° 7257)
11.01 Willy Cortois (VLD): Het Parlement heeft de
Exodus-wet, over het personeelsstatuut van de
politie, in april goedgekeurd. Tijdens de
besprekingen in commissie werd aan de
oorspronkelijke tekst van artikel 33 toegevoegd dat
de graad van hoofdcommissaris wordt verleend aan
de laureaten van de moeilijke selectieprocedure
voor zonechef. Die graad wordt dus toegekend aan
alle politiechefs en niet alleen aan wie een formatie
van meer dan 150 eenheden leidt. De
onderliggende redenering was dat het opstarten en
het leiden van de nieuwe zonale korpsen even
moeilijk, zoniet moeilijker, is in een kleine zone en
dat het profiel en de selectieproeven voor alle
zones dezelfde zijn. Ook het motiveren van de
mensen op het terrein speelde een rol. De
uiteindelijke benoeming gebeurt na drie jaar
mandaat indien er geen ongunstige evaluatie is.
De algemene directie van het personeel maakt in
haar statutaire nota van 6 mei 2002 echter een
onderscheid tussen de zones van categorie 3, met
150 eenheden, en de lagere categorieën, waarbij
enkel aan zonechefs van categorie 3 de graad van
hoofdcommissaris wordt toegekend.
Die interpretatie is strijdig met de Exodus-wet, met
het KB van 19 april 2002 en met de rondzendbrief
GPI 17. Artikel 3 van het KB van 19 april 2002
verwijst uitdrukkelijk naar de KB's van 31 oktober
2000 houdende de primo-aanwijzingen van de
federale en van de lokale politie. De aangewezen
personeelsleden zijn diegenen aangewezen voor
een functie bedoeld in artikel 247 van de wet op de
geïntegreerde politie. De functie van directeur bij de
federale politie hoort daar niet bij. Het overgrote
deel van de zonechefs valt onder het
toepassingsgebied van de KB's op de primo-
benoemingen, omdat de goedgekeurde
personeelsformatie in het ambt van
hoofdcommissaris voorziet. De memorie van
toelichting bij artikel 33 van de Exodus-wet bepaalt
dat het onderscheid tussen de verschillende
categorieën van mandaten achterwege moet
11.01 Willy Cortois VLD) : Le Parlement a adopté
en avril la loi relative au statut du personnel des
services de police, dite « loi Exodus ». Lors des
débats en commission, une disposition a été
ajoutée à l'article 33 pour préciser que le grade de
commissaire divisionnaire est accordé aux lauréats
de la difficile procédure de sélection pour le chef de
zone. Ce grade est donc accordé à tous les chefs
de police et pas seulement à ceux qui dirigent une
formation de plus de 150 unités. Le raisonnement à
la base de cet ajout était que la mise en place et la
direction des nouveaux corps zonaux étaient aussi
difficiles, sinon plus difficiles, dans une petite zone
et que le profil et les épreuves de sélection
devaient être les mêmes pour toutes les zones. Le
désir de motiver les acteurs du terrain jouait
également un rôle. La nomination finale intervient
après trois ans de mandat s'il n'y a pas d'évaluation
défavorable.
La direction générale du personnel établit toutefois,
dans sa note statutaire du 6
mai 2002, une
distinction entre les zones de la catégorie
3,
présentant 150 unités, et les catégories inférieures,
les chefs des zones de la catégorie 3 étant les
seuls à se voir octroyer le grade de commissaire
divisionnaire.
Cette interprétation est contraire à la loi, à l'arrêté
royal du 19 avril 2002 et à la circulaire GPI 17.
L'article 3 de l'arrêté royal du 19 avril 2002 fait
explicitement référence aux arrêtés royaux du
31 octobre 2000 fixant les premières désignations à
la police fédérale et à la police locale. Les membres
du personnel désignés sont ceux qui ont été
désignés à une fonction visée à l'article 247de la loi
sur la police intégrée. La fonction de directeur à la
police fédérale n'en fait pas partie. La toute grande
majorité des chefs de zone ressortissent aux
arrêtés royaux relatifs aux premières désignations
dès lors que les cadres adoptés prévoient la
fonction de commissaire divisionnaire. L'exposé
des motifs correspondant à l'article 33 de la loi
relative au statut des membres du personnel des
services de police précise qu'il ne faut pas établir
de distinction entre les différentes catégories de
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 754
22/05/2002
21
worden gelaten. Tenslotte mag de federale politie
de keuze van de lokale overheden voor een
politiechef op het niveau van hoofdcommissaris niet
dwarsbomen, omdat er ook nog zoiets is als lokale
autonomie.
Artikel 3 van het KB van 19 april 2002 zou zo
moeten worden gewijzigd dat elke mandaathouder,
ook de directeur van de federale politie, met
terugwerkende kracht wordt aangesteld in de graad
van hoofdcommissaris van politie.
Ik vraag de minister om, in overeenstemming met
punt 3 van de circulaire GPI 17, definitief stelling te
nemen in deze statutaire aangelegenheid.
Kwam de algemene directie personeel van de
federale politie haar opdracht na en heeft zij
overleg gepleegd over de nota met de vaste
commissie voor de lokale politie?
mandats. Enfin, la police fédérale ne peut entraver
le choix par les autorités locales d'un chef de police
au niveau de commissaire divisionnaire en raison
de l'autonomie locale.
L'article 3 de l'arrêté royal du 19 avril 2002 devrait
être modifié de manière à ce que chaque
mandataire, y compris le directeur de la police
fédérale, soit désigné avec effet rétroactif dans le
grade de commissaire divisionnaire de police.
Je demande au ministre de prendre définitivement
position dans cette matière statutaire,
conformément au point 3 de la circulaire GPI 17.
La direction générale du personnel de la police
fédérale a-t-elle rempli sa mission et a-t-elle discuté
de la note avec la commission permanente de la
police locale ?
11.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): Ik had
van de heer Cortois liever een volledigere nota
ontvangen dan de tekst die hij mij ter aankondiging
van zijn vraag heeft gestuurd. Dan had ik een meer
gedetailleerd antwoord kunnen voorbereiden dan
het antwoord dat ik u zal voorlezen.
11.02 Antoine Duquesne, ministre (en français) :
J'aurais souhaité que M. Cortois me communique
une note plus complète que celle qu'il m'a envoyée
pour présenter sa question. J'aurais pu ainsi
préparer une réponse plus détaillée que celle que
je vais vous lire.
11.03 Willy Cortois (VLD): Het gaat om een
technische aangelegenheid. Ik heb de tekst van
mijn vraag bezorgd aan het kabinet van de minister.
11.03 Willy Cortois (VLD): Il s'agit d'une matière
technique. J'ai communiqué le texte de ma
question au cabinet du ministre.
11.04 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
De wet van 26 april 2002 bevat regels voor de
benoeming tot hoofdcommissaris en voor de
bevordering tot hoofdcommissaris van
mandaathouders aangesteld in het kader van de
primo-benoemingen. De wetgever vereist niet voor
alle korpschefs de graad van hoofdcommissaris.
Het KB van 30 maart 2001 tot regeling van de
rechtspositie van het personeel van de
politiediensten voorziet in de mogelijkheid om een
mandaat van categorie 1 of 2 toe te kennen aan
een officier, ongeacht zijn graad. Ik bereid een
richtlijn voor om de provinciegouverneurs te vragen
de bevoegde lokale overheden ertoe aan te zetten
hun personeelsformatie te wijzigen in die zin dat de
korpschef een officier moet zijn, ongeacht zijn
graad.
De overgangsmaatregel die toelaat primo-
mandaathouders na drie jaar te bevorderen stelt
hen vrij van alle andere en regime bepaalde
voorwaarden.
11.04 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): La loi du 26 avril 2002 comporte des
règles pour la nomination au grade de commissaire
divisionnaire et pour la promotion au titre de
commissaire divisionnaire de mandataires désignés
dans le cadre des primo-nominations. Le législateur
n'a pas requis le grade de commissaire
divisionnaire pour tous les chefs de corps.
L'arrêté royal du 30 mars 2001 portant la position
juridique du personnel des services de police
prévoit la possibilité d'allouer un mandat de
catégorie 1 ou 2 à un officier, quel que soit son
grade. Je prépare une directive visant à demander
aux gouverneurs de province d'inciter les autorités
locales compétentes à modifier leur cadre du
personnel en ce sens que le chef de corps doit être
un officier, quel que soit son grade.
La mesure transitoire qui permet la promotion de
primo-mandataires après trois ans les dispense de
toutes autres conditions définies "en régime".
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22/05/2002
CRABV 50
COM 754
22
De enige correcte interpretatie is die in de nota
DGP/DPS-2573/A-2002 van 6 mei 2002.
La seule interprétation correcte est celle de la note
DGP/DPS-2573/A-2002 du 6 mai 2002.
11.05 Willy Cortois (VLD): Ik zal mijn vraag
volgende week opnieuw stellen.
11.05 Willy Cortois (VLD): Je poserai une
nouvelle fois ma question la semaine prochaine.
De voorzitter: De vraag zal opnieuw worden
geagendeerd.
Le président: Cette question sera à nouveau
inscrite à l'ordre du jour.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Patrick Lansens aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
betaling van het overtal aan ex-rijkswachters in
bepaalde politiezones" (nr. 7199)
12 Question de M. Patrick Lansens au ministre
de l'Intérieur sur "le paiement du traitement des
anciens gendarmes en surnombre dans
certaines zones de police" (n° 7199)
12.01 Patrick Lansens (SP.A): In november vorig
jaar verklaarde de minister dat de overtollige ex-
rijkswachters in een aantal politiezones een
aanmoedigingspremie zouden krijgen indien ze
vrijwillig hun overplaatsing naar een ander korps
zouden vragen. Hoe dan ook zou de federale
overheid intussen de lonen blijven uitbetalen.
Nu zou een KB in de maak zijn dat die
politiemensen door de zones zou doen betalen, die
daarvoor een extra dotatie zouden ontvangen.
Klopt dat? Wanneer zal dat KB klaar zijn? Zal de
extra toelage de volledige loon- en werkingskosten
dekken?
Voorzitter: Willy Cortois
12.01 Patrick Lansens (SP.A): En novembre de
l'année dernière, le ministre avait déclaré que les
ex-gendarmes surnuméraires dans certaines zones
de police recevraient une prime d'encouragement
s'ils demandaient volontairement leur transfert dans
un autre corps. En toute hypothèse, l'Etat fédéral
continuerait de payer leurs salaires.
Or, le ministre préparerait un arrêté royal en vertu
duquel ces policiers seraient payés par les zones,
lesquelles recevraient une dotation spéciale à cet
effet.
Est-ce exact ? Quand cet arrêté royal sera-t-il
prêt ? La dotation supplémentaire couvrira-t-elle
l'ensemble des coûts salariaux et des frais de
fonctionnement ?
Président : Willy Cortois
12.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
De federale overheid blijft de overtollige
politiemensen betalen door middel van een dotatie
aan de politiezones, die bovenop de federale
dotatie van het KB van 24 december 2001 komt.
Het overschot in een overtollige zone wordt niet
nominatief bepaald. De overtolligen zullen daarom
forfaitair worden gefinancierd. Per overtollig
politieambtenaar krijgt een zone maandelijks
2990,71 euro. Dit bedrag is afgeleid van de wedde
van ex-rijkswachters in brigades van de federale
politie, inclusief diverse vergoedingen. Enkel de
niet-variabele onderdelen van het loon werden
berekend, dus niet de toeslagen voor
extraprestaties. Uiteraard zal die vergoeding
worden geïndexeerd.
12.02 Antoine Duquesne, ministre (en
néerlandais) : L'Etat fédéral continuera de payer les
policiers surnuméraires au moyen d'une dotation
accordée aux zones de police, qui s'ajoutera à la
dotation fédérale prévue par l'arrêté royal du 24
décembre 2001. L'excédent dans une zone
surnuméraire ne sera pas défini nominativement.
C'est la raison pour laquelle les excédentaires
seront financées sur une base forfaitaire. Une zone
recevra mensuellement 2.990,71 euros par
fonctionnaire de police excédentaire. Ce montant
est fixé sur la base du traitement d'ex-gendarmes
de brigades de la police fédérale, qui comprend
diverses indemnités. Seules les parties fixes de la
rémunération ont été calculées, et donc pas les
primes pour prestations supplémentaires. Cette
indemnité sera évidemment indexée.
12.03 Patrick Lansens (SP.A): Ik vrees dat de
dotatie ontoereikend is.
12.03 Patrick Lansens (SP.A): Je crains que la
dotation ne suffise pas.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 754
22/05/2002
23
13 Vraag van de heer Patrick Lansens aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
vervanging van tijdelijk onbeschikbaar CALOG-
personeel in de politiezones" (nr. 7200)
13 Question de M. Patrick Lansens au ministre
de l'Intérieur sur "le remplacement des membres
du personnel CALOG temporairement
indisponible dans les zones de police" (n° 7200)
13.01 Patrick Lansens (SP.A): De tijdelijke
vervanging van CALOG-personeel verloopt via een
federale directie. Deze logge procedure duurt
maanden. Het sop is dan ook vaak de kool niet
waard. Kan deze situatie worden veranderd?
13.01 Patrick Lansens (SP.A): Le remplacement
provisoire du personnel du CALOG est organisé
par une direction fédérale. Cette lourde procédure
prend des mois. Le jeu n'en vaut donc pas la
chandelle. Peut-on remédier à cette situation ?
13.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
De procedure voor tijdelijke vervanging van
CALOG-personeel is inderdaad ondoelmatig. Via
een rondzendbrief zal ik ervoor zorgen dat de
politiezones autonoom de vervanging kunnen
regelen.
13.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): La procédure de remplacement
provisoire du personnel du CALOG est en effet
inefficace. Il faudra, par la voie d'une circulaire,
permettre aux zones de police d'organiser ce
remplacement de manière autonome.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Patrick Lansens aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
informatiedoorstroming van het sociaal
secretariaat naar de personeelsleden toe"
(nr. 7201)
14 Question de M. Patrick Lansens au ministre
de l'Intérieur sur "la transmission d'informations
du secrétariat social aux membres du personnel"
(n° 7201)
14.01 Patrick Lansens (SP.A): De
personeelsleden van de politiediensten krijgen
binnenkort de achterstallen van hun loon. Door hun
nieuw statuut hebben ze de voorbije maanden
slechts voorschotten gekregen, omdat de precieze
bedragen van de wedden nog moesten worden
berekend.
De sociale secretariaten weigeren naar verluidt de
precieze details van de berekening van de
achterstallen bekend te maken. Het personeel zal
de bedragen niet kunnen controleren. Dat is
onbillijk. De bedragen zullen hoe dan ook op de
een of andere manier worden berekend en het
personeel heeft het recht correct te worden
ingelicht over die berekening.
Patrick Lansens (SP.A): Les membres du
personnel des services de police percevront bientôt
les arriérés de leur traitement. En raison de leur
nouveau statut, ils n'ont perçu, au cours des mois
précédents, que des avances. Les montants précis
des traitements devaient en effet encore être
calculés.
Il me revient que les secrétariats sociaux refusent
de communiquer les détails précis du calcul des
arriérés. Le personnel ne pourra vérifier l'exactitude
des montants. Voilà qui est inéquitable. Les
montants seront calculés d'une façon ou d'une
autre et les membres du personnel ont le droit
d'être informés correctement de la méthode de
calcul.
14.01 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Het sociaal secretariaat heeft tot nu toe geen
achterstallen berekend. Het gebruikt het systeem
van de centrale dienst der Vaste Uitgaven. Dit
systeem laat niet toe fiches op te stellen met details
over de berekening van achterstallen. De centrale
dienst der Vaste Uitgaven heeft opdracht gekregen
te voorzien in die mogelijkheid. Tegen augustus
2002 zal het programma afgewerkt zijn.
Vanzelfsprekend zal de personeelsleden dan een
gedetailleerde fiche worden bezorgd.
14.01 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): Jusqu'à présent, le secrétariat social
n'a encore calculé aucun arriéré. Il utilise le
système de rémunération du Service central des
dépenses fixes. Ce système ne permet pas d'établir
des fiches sur lesquelles figure le détail du calcul
des arriérés. Le Service central des dépenses fixes
a été chargé de remédier à ce problème. Le
programme sera terminé d'ici au mois d'août 2002.
Il va de soi que les membres du personnel
recevront alors une fiche détaillée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22/05/2002
CRABV 50
COM 754
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
De vergadering wordt gesloten om 17.30 uur.
La réunion publique de commission est levée à
17.30 heures.