CRABV 50 COM 750
CRABV 50 COM 750
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
dinsdag mardi
21-05-2002 21-05-2002
10:22 uur
10:22 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 750
21/05/2002
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde vragen van
1
Questions jointes de
1
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Justitie over "het akkoord over de jeugdsancties
van 16 mei" (nr. 7251)
1
- M. Bart Laeremans au ministre de la Justice sur
"l'accord du 16 mai relatif au droit sanctionnel de
la jeunesse" (n° 7251)
1
- de heer Tony Van Parys aan de minister van
Justitie over "het jeugdsanctierecht" (nr. 7252)
1
- M. Tony Van Parys au ministre de la Justice sur
"le droit sanctionnel de la jeunesse" (n° 7252)
1
Sprekers: Bart Laeremans, Tony Van Parys,
Geert Bourgeois, Marc Verwilghen, minister
van Justitie
Orateurs: Bart Laeremans, Tony Van Parys,
Geert Bourgeois, Marc Verwilghen, ministre
de la Justice
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
minister van Justitie over "het vernietigend vonnis
over sommige experten in het dossier van het
college Saint-Pierre" (nr. 7255)
7
Question de M. Tony Van Parys au ministre de la
Justice sur "le jugement accablant pour certains
experts dans l'affaire du Collège Saint-Pierre"
(n° 7255)
7
Sprekers:
Tony Van Parys, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs: Tony Van Parys, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 750
21/05/2002
1
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
COMMISSION DE LA JUSTICE
van
DINSDAG
21
MEI
2002
10:22 uur
______
du
MARDI
21
MAI
2002
10:22 heures
______
De vergadering wordt geopend om 10.22 uur door
de heer Fred Erdman, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.22 heures par M. Fred
Erdman, président.
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Justitie over "het akkoord over de jeugdsancties
van 16 mei" (nr. 7251)
- de heer Tony Van Parys aan de minister van
Justitie over "het jeugdsanctierecht" (nr. 7252)
01 Questions jointes de
- M. Bart Laeremans au ministre de la Justice sur
"l'accord du 16 mai relatif au droit sanctionnel de
la jeunesse" (n° 7251)
- M. Tony Van Parys au ministre de la Justice sur
"le droit sanctionnel de la jeunesse" (n° 7252)
01.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Het
akkoord dat de regering vorige week heeft gesloten
over de hervorming van het jeugdsanctierecht
beperkt zich eigenlijk tot een opsmukking van de
achterhaalde wet van 1965.
De PS en Ecolo hebben hun slag thuisgehaald. In
feite is er geen sprake meer van een zelfstandig
jeugdsanctierecht: jongeren tussen 12 en 16 jaar
kunnen geen opsluitingsstraffen meer krijgen, enkel
boetes, werkstraffen en alternatieve straffen; zulks
gebeurde nu al in de praktijk. Jongeren boven de
16 zouden gemakkelijker kunnen doorverwezen
worden naar de correctionele rechtbank.
Heeft de minister de band met de realiteit soms
verloren, als men ziet hoezeer de criminele
gedragingen van jeugdbendes de pan uitrijzen? In
de buurlanden neemt men geen risico's, daar wordt
het jeugdsanctierecht verstrengd en aangepast aan
de realiteit.
Wat zal er gebeuren met de heer Maes, die op het
kabinet-Verwilghen de hervorming van het
jeugdsanctierecht heeft voorbereid en die nu door
dit flauwe afkooksel van zijn oorspronkelijk plan in
de wind wordt gezet? Zal hij de zoveelste
medewerker van Verwilghen zijn die hem de rug
toekeert?
01.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): L'accord
conclu par le gouvernement la semaine dernière
sur la réforme du droit sanctionnel de la jeunesse
ne constitue, en réalité, qu'un embellissement
superficiel de la loi de 1965 qui est dépassée.
Le PS et Ecolo sont parvenus à leurs fins. En fait, il
n'est plus question de droit sanctionnel de la
jeunesse en tant que tel: les jeunes âgés de 12 à
16 ans ne risquent plus de peines
d'emprisonnement, mais uniquement des amendes,
des peines de travail ou des peines alternatives,
comme c'est le cas à l'heure actuelle dans la
pratique; les jeunes de plus de 16 ans quant à eux
seraient plus facilement dirigés vers le tribunal
correctionnel.
Le ministre aurait-il perdu le contact avec la réalité,
lorsqu'on voit à quel point les comportements
criminels des bandes de jeunes ont pris de
l'ampleur? Les pays voisins ont décidé de ne plus
prendre de risques et ont renforcé le droit
sanctionnel de la jeunesse en l'adaptant à la réalité.
Qu'en est-il de M. Maes qui a préparé au cabinet
de M. Verwilghen la réforme du droit sanctionnel de
la jeunesse et qui est tourné en dérision par cette
version édulcorée de son projet original? Rejoindra-
t-il le rang des collaborateurs de M. Verwilghen à
qui ce dernier tourne le dos?
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21/05/2002
CRABV 50
COM 750
2
Waarom wordt er niet in opsluitingsancties voorzien
voor jongeren van minder dan 16 jaar? Zullen zij
nog in Everberg terecht kunnen, buiten de situatie
van voorlopige hechtenis? Op het vlak van extra
opvangplaatsen wordt er niets gepland.
Waarom krijgen de jeugdrechters niet de
mogelijkheid om zelf opsluitingssancties op te
leggen?
Welke specifieke maximumstraffen kunnen ten
aanzien van jongeren worden uitgesproken?
Betekent de nieuwe regeling dat zware criminele
jongeren, die vandaag "uit handen worden
gegeven" niet langer in een echte gevangenis
terecht kunnen?
Tot welke leeftijd kan men in federale
jeugdinstellingen opgesloten worden?
Hoeveel extra cellen moeten erbij komen?
Pourquoi des peines d'emprisonnement ne sont-
elles pas prévues pour les jeunes de moins de 16
ans? Sera-t-il encore question pour eux d'aller au
centre pour mineurs d'Everberg, excepté les cas de
détention préventive? Rien n'est par ailleurs prévu
en ce qui concerne l'aménagement de lieux de
détention supplémentaires.
Pourquoi les juges de la jeunesse n'ont-ils pas la
possibilité de prononcer eux-mêmes des peines
d'emprisonnement?
Quelles sont les peines spécifiques maximales
encourues par les jeunes?
La nouvelle réglementation signifie-t-elle que les
jeunes criminels graves qui pourront désormais
faire l'objet d'un "dessaisissement" ne pourront plus
être enfermés dans une véritable prison?
Jusqu'à quel âge un jeune peut-il être enfermé
dans une institution fédérale pour la jeunesse?
Combien de cellules supplémentaires vont-elles
être construites?
01.02 Tony Van Parys (CD&V): Bij een vergelijking
tussen het akkoord van het kernkabinet en het
voorontwerp over het jeugdsanctierecht van de
minister stel ik vast dat het akkoord radicaal afwijkt
van het voorontwerp.
Ten eerste wijkt het af wat de grondbeginselen
betreft: het akkoord van het kernkabinet behoudt de
wet van 1965 en het beschermingsmodel, terwijl de
minister dat model in zijn voorontwerp volledig
verlaat. De minister wilde in zijn ontwerp
minderjarigen die een misdrijf pleegden, uit de wet
van 1965 lichten, om hen via het jeugdsanctierecht
sancties te kunnen opleggen.
De Franstalige pers heeft goed begrepen dat de
minister het onderspit heeft gedolven. In het
ontwerp van de minister wordt de uithandengeving
maximaal beperkt, omdat het aan de
jeugdrechtbank zou toekomen om straffen en
sancties op te leggen. In het huidige akkoord wordt
de uithandengeving integendeel uitgebreid. In het
akkoord staat de letterlijke vertaling van de nota
van de PS, die twee gedachten centraal stelt: de
modernisering van de wet van 1965 en de
mogelijkheid tot doorverwijzing naar de
correctionele rechtbank en het hof van assisen. Het
resultaat is dus bijzonder ontgoochelend. De
minister was in zijn ontwerp zeer negatief over het
beschermingsmodel en de uithandengeving. In het
huidige akkoord wordt het beschermingsmodel
gehandhaafd en de uithandengeving uitgebreid.
Het jeugdsanctierecht is begraven, samen met de
01.02 Tony Van Parys (CD&V): Si je compare
l'accord obtenu au sein du cabinet restreint et
l'avant-projet de loi du ministre sur le droit
sanctionnel de la jeunesse, je constate que l'accord
diffère fondamentalement de l'avant-projet.
Tout d'abord, il s'en écarte en ce qui concerne les
principes de base: la loi de 1965 et le modèle de
protection sont maintenus dans l'accord du cabinet
restreint alors que, dans son avant-projet, le
ministre abandonne définitivement ce modèle. Le
projet du ministre prévoit de soustraire les mineurs
qui se sont rendus coupables d'un délit à la loi de
1965 pour pouvoir leur imposer des sanctions en
vertu du droit sanctionnel de la jeunesse.
La presse francophone a parfaitement compris que
le ministre n'a pas pu imposer ses vues. Dans son
projet, le dessaisissement est limité au maximum
parce qu'il incomberait au Tribunal de la jeunesse
d'imposer des peines et des sanctions. Le
dessaisissement est au contraire élargi dans
l'accord actuel qui reproduit textuellement la note
du PS en mettant l'accent sur deux points: la
modernisation de la loi de 1965 et la possibilité de
renvoi devant le tribunal correctionnel et la cour
d'assises. Le résultat est donc particulièrement
décevant. Le projet du ministre était très négatif à
propos du modèle de protection et du
dessaisissement. L'accord actuel maintient le
modèle de protection et le dessaisissement est
étendu. Le droit sanctionnel de la jeunesse et les
idées novatrices qui l'accompagnaient sont
enterrés. Les rapports de force au sein du
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 750
21/05/2002
3
vernieuwende ideeën over jeugdsanctierecht. De
machtsverhoudingen binnen de regering zijn
duidelijk.
gouvernement apparaissent très clairement.
01.03 Geert Bourgeois (VU&ID): Wat houdt het
akkoord in? Hoe ziet de minister de versoepeling
van de uithandengeving? Hoe kadert dit alles in zijn
visie op het jeugdsanctierecht? In welke
bijkomende middelen en instellingen voorziet de
minister? Welke timing houdt de minister voor ogen
voor de drie ontwerpen die in de plaats komen van
zijn oorspronkelijk voorontwerp?
01.03 Geert Bourgeois (VU&ID): Quelle est la
portée de cet accord ? Comment le ministre
perçoit-il l'assouplissement de la procédure de
dessaisissement ? Cet accord rejoint-il la position
du ministre en matière de droit sanctionnel de la
jeunesse ? Quels moyens et institutions le ministre
prévoit-il en plus ? Quel calendrier le ministre
souhaite-il respecter concernant les trois projets
remplaçant son avant-projet initial ?
01.04 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): Er
gaan al langer stemmen op om de wet van 1965 te
moderniseren. In de periode 1990-1995 was al een
gespecialiseerde commissie actief, onder leiding
van de heer Cornelis, die de conclusies van haar
werkzaamheden in een rapport heeft gegoten. Ik
wijs erop dat dit rapport al tijdens vorige
regeerperiode werd ingediend en dat drie
opeenvolgende justitieministers van christen-
democratische signatuur er niet in geslaagd zijn
deze conclusies in een hervorming van de
wetgeving om te zetten!
Ik ben van in het begin voorstander geweest van
een zo breed mogelijke hervorming, die zich niet tot
één specifiek deel beperkt, maar die de
jeugdrechter de mogelijkheid zou bieden
multidisciplinair tewerk te gaan.
Men vraagt steeds aan te tonen waar het
jeugdbeschermingsrecht van 1965 faalt. Dan komt
men terecht bij de jeugdrechters die niet mogen
sanctioneren. Ik denk dan niet alleen aan boetes en
vrijheidsberovende straffen, maar ook aan het hele
scala aan alternatieve sancties.
Het jeugdbeschermingsrecht is in 80 procent van
de gevallen voldoende. De jeugdrechter heeft
alleen geen antwoord op multirecidivisten en op
een harde kern van jongeren die het geweld niet
schuwen. Ik verlaat de jeugdbeschermingspiste
dan ook niet. Ik voeg er enkel wat aan toe. Eerst en
vooral omschrijf ik een aantal grondrechten van de
minderjarige die gerespecteerd moeten worden. Op
dit vlak heb ik aansluiting gezocht bij het Verdrag
van Peking en dat van Havana.
Er is een symbolische discussie ontstaan. Men wou
de wet van 1965 niet verlaten, omdat men bang
was dat de jeugdbeschermingspiste zou worden
gelaten voor wat ze is. Bij lezing van deze teksten,
01.04 Marc Verwilghen , ministre (en
néerlandais) : Depuis longtemps, des voix s'élèvent
pour réclamer la modernisation de la loi de 1965.
Au cours de la période 1990-1995, une commission
spécialisée, dirigée par M. Cornelis, s'en était déjà
occupée. Elle a présenté les conclusions de ses
travaux dans un rapport. Je souligne que ce rapport
avait déjà été déposé sous la législature
précédente et que trois ministres de la Justice
démocrates chrétiens successifs n'ont pas réussi à
transposer ces conclusions en une réforme de la
législation !
Depuis le début, je suis partisan d'une réforme
aussi large que possible qui ne se limite pas à un
volet spécifique mais permet au juge de la jeunesse
de suivre une approche multidisciplinaire.
On demande toujours pourquoi la loi relative à la
protection de la jeunesse de 1965 est un échec. Et
de constater que les juges de la jeunesse ne
peuvent imposer de sanctions. Et quand je parle de
sanctions, je songe aux amendes et aux peines
privatives de liberté mais aussi à toute la gamme
des peines de substitution.
Dans 80 % des cas, la loi relative à la protection de
la jeunesse suffit. Le juge de la jeunesse n'apporte
pas de réponse dans deux cas seulement : les
multirécidivistes et un noyau dur de jeunes qui
n'hésitent pas à faire usage de violence. Je
n'abandonne dès lors pas la piste de la protection
de la jeunesse. Je veux seulement faire un ajout :
d'abord et surtout, je tiens à souligner la nécessité
de respecter une série de droits fondamentaux du
mineur d'âge. Sur ce plan, j'ai cherché à établir un
lien entre la protection de la jeunesse et les traités
de Pékin et de La Havane.
Un débat symbolique s'est engagé. D'aucuns ne
voulaient pas quitter la piste de la loi de 1965 parce
qu'ils craignaient l'abandon pur et simple de la
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21/05/2002
CRABV 50
COM 750
4
voor driekwart op die wet gebaseerd, kan men dat
gevoel niet volhouden.
De wet van 1965 dateert echter uit een periode met
een andere maatschappelijke context. De klemtoon
lag op de minderjarige, die absoluut moest worden
beschermd. Men ging ervan uit dat beide ouders in
eerste instantie voldoende controle uitoefenden. De
maatschappij is ondertussen geëvolueerd en
ouders hebben minder tijd voor de opvoeding van
hun kinderen. Het bereikte akkoord houdt volgende
zaken in: aan jongeren ouder dan 12 jaar kunnen
via alternatieve straffen bijkomende maatregelen
worden opgelegd en jongeren die 16 jaar of ouder
zijn kunnen naar de correctionele rechtbank of het
assisenhof worden doorverwezen. Dat is niet
hetzelfde als de uithandengeving, die een
loodzware procedure vergt en alleen gericht is op
het belang van de minderjarige. Nu wordt ook
rekening gehouden met het belang van de
maatschappij.
De regering opteert dus voor een coördinatie van
bescherming en bestraffing. Het goede uit de wet
van 1965 blijft behouden, maar wordt aangevuld
met een aantal zaken uit het jeugdsanctierecht.
De concrete uitvoering hiervan gebeurt via drie
wetsontwerpen. Een eerste wetsontwerp
moderniseert de wet van 1965 op de
jeugdbescherming, waardoor de jeugdrechter
minderjarigen van meer dan 12 jaar bijkomende
maatregelen kan opleggen. Die maatregelen
hangen af van de aard van de feiten, de toestand
van de jongeren en de behoeften van de
samenleving.
qu'ils craignaient l'abandon pur et simple de la
protection de la jeunesse. Lorsqu'on lit les textes,
dont les trois quarts sont fondés sur cette loi, cette
crainte n'est plus de mise.
Cependant, la loi de 1965 date d'une époque
caractérisée par un contexte social tout différent. A
l'époque, l'accent était mis sur le mineur d'âge qui
devait être absolument protégé. On considérait
d'abord que les deux parents exerçaient un
contrôle suffisant. Entre-temps, la société a évolué
et les parents disposent de moins de temps
qu'auparavant pour éduquer leurs enfants. L'accord
intervenu repose sur les éléments suivants : les
jeunes de plus de douze ans peuvent se voir
infliger des mesures supplémentaires sous la forme
de peines de substitution et les jeunes âgés de
seize ans ou plus peuvent être renvoyés devant le
tribunal correctionnel ou la cour d'assises. Ce
renvoi n'équivaut pas au dessaisissement qui
requiert une procédure extrêmement lourde et est
exclusivement axé sur l'intérêt du mineur d'âge.
Aujourd'hui, il est également tenu compte de
l'intérêt de la société.
Le gouvernement opte donc pour une combinaison
de protection et de répression. Les éléments
valables de la loi de 1965 sont maintenus mais sont
complétés par une série d'aspects qui relèvent du
droit pénal de la jeunesse.
Sa mise en oeuvre se fera concrètement sous la
forme de trois projets de loi. Un premier projet
modernisera la loi de 1965 sur la protection de la
jeunesse pour que le juge de la jeunesse puisse
appliquer des mesures supplémentaires aux
mineurs d'âge de plus de douze ans. Ces mesures
dépendent de la nature des faits, de la situation des
jeunes et des besoins de la société.
Daarbij is er aandacht voor herstelbemiddeling,
herstelrechterlijke maatregelen, dienstverlening ten
bate van de samenleving en geldboetes.
Een tweede wetsontwerp moet het mogelijk maken
om delinquente minderjarigen ouder dan 16 jaar
door te verwijzen naar de correctionele rechtbank
of het hof van assisen. Het is de bedoeling dat de
jongere wordt opgevangen in specifieke instellingen
die zullen worden gecreëerd op federaal niveau.
Het gaat niet om gunstmaatregelen, maar om de
uitvoering van de effectieve straf. Hoeveel
instellingen er zullen moeten bijkomen, kan ik nog
niet zeggen.
Het derde wetsontwerp voert een verzwarende
omstandigheid in voor meerderjarigen die
minderjarigen misbruiken om misdrijven en
Une attention particulière sera accordée à la
médiation en réparation, aux mesures de
réparation, au travail d'intérêt général et aux
amendes.
Un deuxième projet de loi devra permettre le renvoi
de délinquants mineurs âgés de plus de 16 ans
devant le tribunal correctionnel ou la cour d'assises,
l'objectif étant de garantir l'accueil des jeunes dans
des institutions spécifiques encore à créer au
niveau fédéral. Il ne s'agit pas de mesures de
faveur, mais de l'application de la peine effective.
Je ne suis, à l'heure qu'il est, pas en mesure de
vous communiquer le nombre exact d'institutions
supplémentaires nécessaires.
Le troisième projet de loi, enfin, introduit une
circonstance aggravante s'appliquant aux majeurs
qui exploitent des mineurs en les contraignant à
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 750
21/05/2002
5
wanbedrijven te plegen om zo te ontsnappen aan
de normale straffen. Dit vergt een hervorming van
het Strafwetboek en handelt niet puur over
jeugdrecht.
Het akkoord dat werd bereikt in het kernkabinet zal
aan de Gemeenschappen worden voorgelegd en
met hen besproken.
Aan de heer Laeremans kan ik antwoorden dat de
heer Maes kan komen en gaan zoals hij wil.
Waarom geen opsluiting voor jongeren van minder
dan 16 jaar? Nu het ontwerp er is, hoor ik weeral
kritiek omdat er een ontwerp is, terwijl men tevoren
aandrong op een ontwerp; u moet weten wat u wil.
De meeste professoren noemen specifieke
maximumstraffen een stap achteruit en menen dat
ze leiden tot een deresponsabilisering van de
jeugdrechter.
Het is belangrijk dat jeugdige criminelen op een
redelijke leeftijd op vrije voeten komen om geen
wandelende tijdbommen te creëren.
Inzake timing en bijkomende middelen, wijs ik op
de keuze van specifieke instellingen voor jongeren.
Volstaat Everberg of niet? Jeugdrechters zullen
antwoorden dat het om een harde kern van 200 à
300 jongeren gaat, dus zal er meer capaciteit nodig
zijn, dat is vanzelfsprekend.
De timing heb ik niet onder controle. Sommige
delen vragen niet om bijzonder overleg en kunnen
relatief snel behandeld worden, andere vragen om
een aanpassing van de Strafwet. Het spreekt
vanzelf dat alles zo snel mogelijk zal gebeuren.
commettre des délits et des infractions, pour ainsi
se soustraire aux peines ordinaires. Ce travail
législatif implique cependant une modification du
Code pénal et dépasse le seul cadre du droit de la
jeunesse.
L'accord conclu par le comité ministériel restreint
sera soumis aux Communautés et fera l'objet d'une
discussion avec ces dernières.
A l'attention de M. Laeremans, je dirai que M. Maes
a toute liberté de mouvement. Pourquoi ne pas
enfermer les jeunes de moins de 16 ans ?
Maintenant qu'il y a un projet, j'entends des voix
critiques s'élever pour dénoncer le fait qu'il y a un
projet, alors qu'auparavant, on insistait encore pour
qu'un projet soit déposé. Il faut savoir ce qu'on
veut.
La plupart des professeurs qualifient les peines
maximales spécifiques de pas en arrière et
estiment qu'elles entraîneront une
déresponsabilisation du juge de la jeunesse.
Il importe que les jeunes criminels retrouvent leur
liberté à un âge raisonnable, afin d'éviter qu'ils ne
se transforment en bombes à retardement
ambulantes.
Pour ce qui est du calendrier et des moyens
supplémentaires, je fais remarquer que nous avons
pris l'option des institutions spécifiques pour les
jeunes délinquants. Le centre d'Everberg aura-t-il
une capacité suffisante ? Les juges de la jeunesse
vous répondront qu'il s'agit d'un noyau dur de 200 à
300 jeunes et qu'il faudra donc prévoir une capacité
plus importante. C'est évident.
Je ne suis pas maître du calendrier. Certains volets
ne requièrent pas de concertation spéciale et
pourront être réalisés relativement rapidement,
d'autres demandent une modification du Code
pénal. Il est clair que tout sera mis en oeuvre pour
avancer le plus vite possible.
01.05 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Onder
regeringen met CVP en PSC is er inderdaad niets
gebeurd, maar dat is geen excuus om een slechte
regeling uit te werken.
De minister zegt dat hij de jeugdbescherming goed
vindt in 80 procent van de gevallen, net zoals de
PS dat zegt. Vroeger zei hij nochtans andere
dingen en was hij voorstander van een nieuwe wet.
Mensen op het terrein vinden de modernisering van
de wet van 1965 nog slechter dan de oude wet.
01.05 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Il est
exact qu'aucune mesure n'a été prise par les
gouvernements auxquels ont participé le CVP et le
PSC mais cela ne justifie nullement que l'on
élabore une réglementation de piètre qualité.
Le ministre déclare, tout comme le PS, que la
protection de la jeunesse agit efficacement dans
80% des cas. Or, par le passé, le ministre s'était
déclaré favorable à l'élaboration d'une nouvelle loi.
Selon certains acteurs de terrain, la modernisation
de la loi de 1965 a encore aggravé les choses.
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21/05/2002
CRABV 50
COM 750
6
Alternatieve sancties kunnen inderdaad niet worden
toegepast door de rechter, maar in de praktijk gaan
parketmagistraten er wel mee aan de slag en dat
zal verder gaan. Het akkoord biedt rechters geen
stok achter de deur om straffen gradueel op te
bouwen en jonge, zware criminelen ernstig aan te
pakken. Vandaag zijn het trouwens al 13 tot 14-
jarigen die de straten terroriseren.
Volgens de minister zijn er via het debat in deze
commissie nog achterpoortjes mogelijk. Daar geloof
ik niet in: de PS dicteert alles op dit vlak en voor 15
en 16-jarigen zullen er geen zware sancties
mogelijk zijn.
De uithandengeving wordt volgens de minister te
weinig toegepast, omdat de procedure loodzwaar
is. In feite zet men de parketten er te weinig toe
aan. In drie gevallen hoeft men die procedure ook
niet te volgen. De bevoegdheid van de
jeugdrechters wordt beperkt. Zij hebben geen stok
achter de deur. Men had de strafrechterlijke
meerderjarigheid moeten verlagen en de
jeugdrechters de mogelijkheid geven om zwaarder
te straffen.
Ik heb de indruk dat Everberg een
surrogaatgevangenis wordt.
Het hele akkoord is een stap achteruit. Er verandert
weinig, de Walen hebben hun slag thuisgehaald en
onze steden zullen blijven geterroriseerd worden
door tientallen bendes.
En effet, le juge ne peut appliquer des peines de
substitution mais, dans la pratique, les magistrats
du parquet les appliquent et continueront dans
cette voie. L'accord ne leur offre pas les moyens de
développer graduellement des sanctions et
d'infliger des sanctions sévères à de jeunes
criminels responsables de faits graves. A l'heure
actuelle, ce sont principalement des adolescents de
13 ou 14 ans qui font régner la terreur dans les
rues.
Le ministre estime que le débat organisé en
commission laisse la porte ouverte à d'autres
pistes. Mais ces propos ne me convainquent guère:
le PS dicte sa loi en la matière et aucune sanction
sévère ne pourra être infligée aux adolescents de
15 et 16 ans.
Le ministre est d'avis que le dessaisissement n'est
pas suffisamment appliqué en raison de la lourdeur
de la procédure. En fait, on n'encourage pas les
parquets à y avoir recours. Cette procédure ne doit
pas non plus être suivie dans trois cas. La
compétence des juges de la jeunesse est limitée.
On ne leur donne pas les moyens pour agir. Il
aurait fallu abaisser la majorité pénale et donner la
possibilité aux juges de paix d'infliger des sanctions
plus sévères.
J'ai l'impression que le centre d'Everberg n'a d'une
prison que les apparences.
L'ensemble de l'accord fait régresser la situation. Il
n'y a guère de changements : les Wallons ont
obtenu gain de cause et la terreur orchestrée par
des dizaines de bandes continue de régner dans
nos villes.
01.06 Tony Van Parys (CD&V): In het
regeerakkoord staat dat er geen nieuw
jeugdsanctierecht zou komen, zei de minister. Dat
is pas een kaakslag voor de heer Maes. Die wou de
jeugdrechter ruimere bevoegdheden geven; de
minister verruimt, tegen het voorontwerp in, de
mogelijkheden tot uithandengeving.
Volgens mevrouw Onkelinx volstaat Everberg,
volgens de minister van Justitie niet. Het akkoord
lost het probleem niet op: onmiddellijk na het
kernkabinet ontstond nieuwe onenigheid en het is
niet duidelijk of er nu al dan niet bijkomende
instellingen komen.
In De Morgen van 27 april 2002 vroeg de minister
zich af wat de liberalen nog in deze regering
zouden doen als de coalitiepartners het
jeugdsanctierecht niet zouden steunen. Wel, ik
01.06 Tony Van Parys (CD&V): Dans l'accord de
gouvernement, il est stipulé qu'il n'y aurait pas de
nouveau droit sanctionnel de la jeunesse, dit le
ministre. C'est un camouflet pour M. Maes. Celui-ci
voulait étendre les compétences du juge de la
jeunesse; en contradiction avec l'avant-projet, le
ministre élargit les possibilités de dessaisissement.
Selon Mme Onkelinx, Everberg est suffisant; selon
le ministre de la Justice, ce n'est pas le cas.
L'accord ne résout pas le problème : aussitôt après
le comité ministériel restreint, un nouveau différend
est apparu et on ne sait toujours pas si l'on va créer
des institutions supplémentaires.
Dans De Morgen du 27 avril 2002, le ministre se
demandait ce que feraient encore les libéraux dans
ce gouvernement si les partenaires de la coalition
ne soutenaient pas le droit sanctionnel de la
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 750
21/05/2002
7
vraag het mij ook af.
jeunesse. Je me pose la même question.
01.07 Geert Bourgeois (VU&ID): De PS houdt
vast aan het jeugdbeschermingsrecht en verzet
zich tegen een evenwichtig jeugdsanctierecht. Maar
dit stond wel in het veiligheidsplan en in het
voorontwerp. Voor de buitenwereld heeft dit
voorontwerp het niet gehaald, hoewel de voltallige
commissie achter het voorstel van de minister
stond.
De PS houdt vast aan voorbijgestreefde principes
inzake jeugdbescherming. De opsluiting in gesloten
instellingen ging inderdaad tegen dit concept in. De
PS wenste dat men enkel zou sleutelen aan de
uithandengeving en ook hier haalden ze hun slag
thuis.
De minister heeft mij niet overtuigd inzake de
creatie van bijkomende instellingen. Specifieke
plaatsen zullen worden toegewezen, lezen we,
maar of dit méér plaatsen betekent, wordt niet
uitdrukkelijk vermeld.Er zijn geen statistieken en de
schatting van 200 à 300 personen is met de natte
vinger gebeurd.
Er zullen dus onvoldoende middelen zijn om de
geplande maatregelen uit te voeren. We betreuren
de evolutie van het evenwichtige oorspronkelijke
ontwerp tot wat het nu is geworden.
01.07 Geert Bourgeois (VU&ID): Le PS
s'accroche au droit de protection de la jeunesse et
s'oppose à un droit sanctionnel de la jeunesse
équilibré dont la mise en place figurait pourtant
dans le plan de sécurité et dans l'avant-projet. Pour
le grand public, cet avant-projet a échoué, bien que
la commission au complet ait soutenu la proposition
du ministre.
Le PS s'accroche à des principes dépassés en
matière de protection de la jeunesse.
L'enfermement en institutions fermées s'opposait
en effet à ces prinicpes. Le PS souhaitait que l'on
ne touche qu'au dessaisissement et, là aussi, il a
obtenu gain de cause.
Le ministre ne m'a pas convaincu quant à la
création d'institutions supplémentaires. Des places
spécifiques vont être ajoutées, apprenons-nous,
mais il n'est pas dit explicitement que l'on va
augmenter le nombre de places. Il n'existe pas de
statistiques à ce sujet et l'estimation de 200 à 300
places est très imprécise.
Les moyens de mettre en oeuvre les mesures
annoncées font donc défaut. Nous déplorons que le
projet équilibré initial ait évolué dans le sens de
celui que nous connaissons aujourd'hui.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
minister van Justitie over "het vernietigend
vonnis over sommige experten in het dossier van
het college Saint-Pierre" (nr. 7255)
02 Question de M. Tony Van Parys au ministre de
la Justice sur "le jugement accablant pour
certains experts dans l'affaire du Collège Saint-
Pierre" (n° 7255)
02.01 Tony Van Parys (CD&V): Tijdens het
emotionele en gemediatiseerde proces van het
college Saint-Pierre hebben sommige deskundigen
een nefaste rol gespeeld. Aan de betrouwbaarheid
van de rapporten en de experts zelf werd door de
rechtbank van eerste aanleg in Brussel uitdrukkelijk
getwijfeld.
Kunnen dergelijke experts nog ooit voor het parket
optreden? Is dit niet onverantwoord? Welke
initiatieven zal de minister nemen om de kwaliteit
en de onafhankelijkheid van de experts te
garanderen? Komen er uitvoeringsbesluiten die
deze kwaliteit en onafhankelijkheid opleggen? Komt
er een vergoedingsstelsel dat de aanstelling van
kwaliteitsdeskundigen mogelijk maakt?
02.01 Tony Van Parys (CD&V): Au cours du
procès très médiatisé du Collège Saint-Pierre, qui a
suscité un vif émoi, certains experts ont joué un
rôle négatif. Le tribunal de première instance de
Bruxelles a clairement remis en question la fiabilité
des rapports ainsi que celle des experts.
Le parquet pourra-t-il encore faire appel à de tels
experts ? Dans l'affirmative, cela ne serait-il pas
irresponsable
? Quelles initiatives le ministre
compte-t-il prendre en vue de garantir la qualité et
l'indépendance des experts ? Des arrêtés
d'exécution imposeront-ils ces critères de qualité et
d'indépendance ? Un système d'indemnité sera-t-il
prévu permettant la désignation d'experts
compétents ?
02.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): Ik 02.02 Marc Verwilghen , ministre (en néerlandais)
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21/05/2002
CRABV 50
COM 750
8
kan een algemeen antwoord geven dat geen
beoordeling van de beslissing inhoudt.
In strafdossiers heeft de minister van Justitie geen
inspraak in de aanstelling van deskundigen. Noch
de minister, noch het gerecht heeft enige vat op
deskundigen die door een andere partij worden
geraadpleegd. In de praktijk worden weinig
onregelmatigheden vastgesteld. Meestal betreft het
interpretatiefouten die een expert daarom nog niet
als onbekwaam kwalificeren.
Om de aanstelling van deskundigen te ordenen en
eenvormig te maken, werd dit probleem
opgenomen in het wetsontwerp tot wijziging van het
gerechtelijk wetboek inzake de rechtspleging, dat
aan de Raad van State werd voorgelegd voor
advies. Dit wetsontwerp regelt de aanstelling van
deskundigen via officiële, voor zowel rechter als
partijen bindende, lijsten die bij KB worden
vastgelegd. In dit nieuwe stelsel zal de rechter
actief kunnen ingrijpen bij het vaststellen van
onregelmatigheden. Een hogere vergoeding zal het
mogelijk maken betere deskundigen aan te trekken,
maar op het ogenblik is er daarvoor geen marge.
De huidige vergoedingsregeling is vastgelegd in het
KB van 28 december 1950 en het MB van11 juni
1999.
Ik heb met belangstelling het advies van de Raad
van State gelezen, maar het is duidelijk dat de
rechter rechtstreeks moet kunnen ingrijpen in het
verloop. Zolang dit niet kan, heeft een KB geen zin.
: Je puis donner une réponse générale qui ne
contient pas une appréciation de la décision.
Dans les dossiers pénaux, le ministre de la Justice
n'a pas voix au chapitre en ce qui concerne la
désignation d'experts. Ni le ministre ni la justice
n'ont de prise sur les experts consultés par une
autre partie. En pratique, on constate peu
d'irrégularités. Il s'agit le plus souvent d'erreurs
d'interprétation qui ne permettent pas encore de
conclure à l'incompétence d'un expert.
Pour régler et uniformiser la nomination des
experts, ce problème a été repris dans le projet de
loi modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne
la procédure, qui a été soumis pour avis au Conseil
d'Etat. Ce projet de loi règle la nomination d'experts
par le biais de listes officielles contraignantes, tant
pour les juges que pour les parties, établies par
arrêté royal. Dans ce nouveau système, le juge
pourra intervenir activement dans la constatation
d'irrégularités. Une meilleure rétribution permettra
d'attirer de meilleurs experts mais aucune marge
n'est actuellement disponible à cet effet. Le
système actuel d'indemnisation est régi par l'arrêté
royal du 28 décembre 1950 et l'arrêté ministériel du
11 juin 1999.
J'ai lu avec intérêt l'avis du Conseil d'Etat mais il est
évident que le juge doit pouvoir intervenir
directement dans la procédure. Tant que cela n'est
pas possible, un arrêté royal n'aura aucune raison
d'être.
02.03 Tony Van Parys (CD&V): Het vonnis was
dermate vernietigend voor de experts, dat de
minister absoluut initiatieven moet nemen om deze
experts voor altijd te beletten voor het gerecht te
werken. Hun prestaties waren dermate belabberd
en onwetenschappelijk dat er bij heel veel ouders
en kinderen diepe wonden zijn geslagen. Dat is
ontoelaatbaar.
Ik hoop dat het wetsontwerp inzake het instellen
van normen voor gerechtelijke experts spoedig
klaar is. Het is wettelijk broodnodig. Ik vrees alleen
dat, eens te meer, budgettaire beperkingen stokken
in de wielen zullen steken, net zoals bij het
penitentiair beleid. Wanneer er niet genoeg geld is,
kunnen natuurlijk nooit goede experts worden
aangetrokken.
02.03 Tony Van Parys (CD&V): Le verdict était à
ce point accablant pour les experts que le ministre
devait absolument prendre des initiatives afin que
ces experts ne puissent plus jamais travailler pour
la justice. Leurs prestations ont été à ce point
déplorables et non scientifiques que bon nombre de
parents et d'enfants ont été meurtris. C'est
inadmissible.
J'espère que le projet de loi en matière
d'élaboration de normes pour les experts judiciaires
verra rapidement le jour. C'est absolument
indispensable. Je crains seulement qu'une fois de
plus, des restrictions budgétaires ne mettent des
bâtons dans les roues, comme pour la politique
pénitentiaire. Si les moyens sont insuffisants, il est
évident qu'on ne pourra s'adjoindre la collaboration
d'experts compétents.
02.04 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):
De passus heeft vooral betrekking op experts
aangesteld door de partijen. Mensen die zich aan
zulke dingen bezondigd hebben, kunnen inderdaad
02.04 Marc Verwilghen , ministre (en
néerlandais) : Ce passage porte principalement sur
les experts désignés par les parties au procès. Des
personnes qui se sont livrées à ce genre de
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 750
21/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
niet met gerechtelijke opdrachten worden belast.
Als experts niet op aanvaardbare wijze kunnen
worden vergoed, is het moeilijk om de allerbesten
aan te trekken en dat is onaanvaardbaar.
personnes qui se sont livrées à ce genre de
pratiques ne peuvent en effet se voir confier des
missions judiciaires.
Si les experts ne peuvent être décemment
rémunérés, il est difficile d'attirer les meilleurs
d'entre eux, ce qui est inacceptable.
02.05 Tony Van Parys (CD&V): Het gaat ook om
experts die optreden voor rechtbanken. Deze
mensen zijn daartoe onwaardig. De rechtbank heeft
hier terecht een belangrijke verantwoordelijkheid
genomen.
02.05 Tony Van Parys (CD&V): Il s'agit également
d'experts qui remplissent des missions pour les
tribunaux. Ces personnes sont indignes de ce type
de missions. C'est à juste titre que le tribunal a pris
ses responsabilités en la matière.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 12.20 uur.
La réunion publique de commission est levée à
12.20 heures.