CRABV 50 COM 730
CRABV 50 COM 730
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
woensdag mercredi
24-04-2002 24-04-2002
14:04 uur
14:04 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 730
24/04/2002
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Olivier Chastel aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de algemene
aanbeveling van het College van de federale
ombudsmannen houdende een grotere
transparantie en een grotere rechtszekerheid en
de toepassing door de dienst
Vreemdelingenzaken van de wet van
15 december 1980 en het uitvoeringsbesluit van
die wet" (nr. 6867)
1
Question de M. Olivier Chastel au ministre de
l'Intérieur sur "la recommandation générale du
Collège des médiateurs fédéraux visant à une
meilleure transparence et à une plus grande
sécurité juridique dans l'application par l'Office des
étrangers de la loi du 15 décembre 1980 et de son
arrêté d'exécution" (n° 6867)
1
Sprekers:
Olivier Chastel, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Olivier Chastel, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Interpellatie van de heer Tony Van Parys tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "nieuwe
zware criminele feiten in de regio Charleroi"
(nr. 1207)
3
Interpellation de M. Tony Van Parys au ministre de
l'Intérieur sur "les nouveaux faits criminels graves
qui se sont produits dans la région de Charleroi"
(n° 1207)
3
Sprekers:
Tony Van Parys, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken,
Olivier Chastel, Francis Van den Eynde
Orateurs:
Tony Van Parys, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur, Olivier
Chastel, Francis Van den Eynde
Moties
6
Motions
6
Samengevoegde vragen van
8
Questions jointes de
8
- de heer Tony Van Parys aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het ontbreken van
criminaliteitscijfers" (nr. 6910)
8
- M. Tony Van Parys au ministre de l'Intérieur sur
"l'absence de statistiques relatives à la criminalité"
(n° 6910)
8
- de heer Geert Bourgeois aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de geïntegreerde
statistieken inzake criminaliteit en de
veiligheidsmonitoren" (nr. 6916)
8
- M. Geert Bourgeois au ministre de l'Intérieur sur
"les statistiques intégrées relatives à la criminalité
et les moniteurs de sécurité" (n° 6916)
8
Sprekers: Tony Van Parys, Geert Bourgeois,
Antoine Duquesne, minister van
Binnenlandse Zaken
Orateurs: Tony Van Parys, Geert Bourgeois,
Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur
Interpellatie van de heer Geert Bourgeois tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "de vzw PV
en het gelijknamige Antwerpse politieblad"
(nr. 1219)
10
Interpellation de M. Geert Bourgeois au ministre
de l'Intérieur sur "l'asbl PV et la revue policière du
même nom publiée à Anvers" (n° 1219)
10
Sprekers:
Geert Bourgeois, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Geert Bourgeois, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Moties
12
Motions
12
Vraag van de heer Daniël Vanpoucke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
mobiliteit en aanwerving van de leden van de
geïntegreerde politie" (nr. 6981)
12
Question de M. Daniël Vanpoucke au ministre de
l'Intérieur sur "la mobilité et le recrutement des
membres de la police intégrée" (n° 6981)
12
Sprekers:
Daniël Vanpoucke, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Daniël Vanpoucke, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Daniël Vanpoucke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het statuut
van de leden van de geïntegreerde politie"
(nr. 6982)
13
Question de M. Daniël Vanpoucke au ministre de
l'Intérieur sur "le statut des membres de la police
intégrée" (n° 6982)
13
Sprekers:
Daniël Vanpoucke, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Daniël Vanpoucke, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de inzet
15
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de l'Intérieur sur "l'affectation de membres du
15
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24/04/2002
CRABV 50
COM 730
ii
van leden van het operationeel korps in een
CALOG-functie" (nr. 6995)
corps opérationnel à une fonction-CALOG"
(n° 6995)
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
problematiek van de verkeersremmers en de
bereikbaarheid van de hulpdiensten" (nr. 6998)
16
Question de M. Ludwig Vandenhove au ministre
de l'Intérieur sur "le problème des ralentisseurs
pour l'accessibilité des services de secours"
(n° 6998)
16
Sprekers: Ludwig Vandenhove, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Ludwig Vandenhove, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Marcel Hendrickx aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "diens
beleid inzake de brandweer" (nr. 7010)
17
Question de M. Marcel Hendrickx au ministre de
l'Intérieur sur "sa politique en matière de services
d'incendie" (n° 7010)
17
Sprekers:
Marcel Hendrickx, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Marcel Hendrickx, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Samengevoegde vragen van
18
Questions jointes de
18
- de heer Karel van Hoorebeke aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de
regularisatieprocedure" (nr. 7016)
18
- M. Karel Van Hoorebeke au ministre de
l'Intérieur sur "la procédure de régularisation"
(n° 7016)
18
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de afhandeling van de
regularisatieprocedure" (nr. 7046)
18
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur "le suivi de la procédure de régularisation"
(n° 7046)
18
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Guido
Tastenhoye, Antoine Duquesne, minister
van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Guido
Tastenhoye, Antoine Duquesne, ministre de
l'Intérieur
Vraag van de heer Marcel Hendrickx aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
uitbetaling van zitpenningen aan
politieraadsleden" (nr. 7022)
20
Question de M. Marcel Hendrickx au ministre de
l'Intérieur sur "le paiement de jetons de présence
aux membres du conseil de police" (n° 7022)
20
Sprekers:
Marcel Hendrickx, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Marcel Hendrickx, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 730
24/04/2002
1
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTÉRIEUR,
DES AFFAIRES GÉNÉRALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
WOENSDAG
24
APRIL
2002
14:04 uur
______
du
MERCREDI
24
AVRIL
2002
14:04 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.19 uur door
de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.19 heures par M. Paul
Tant, président.
01 Vraag van de heer Olivier Chastel aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
algemene aanbeveling van het College van de
federale ombudsmannen houdende een grotere
transparantie en een grotere rechtszekerheid en
de toepassing door de dienst
Vreemdelingenzaken van de wet van
15 december 1980 en het uitvoeringsbesluit van
die wet" (nr. 6867)
01 Question de M. Olivier Chastel au ministre de
l'Intérieur sur "la recommandation générale du
Collège des médiateurs fédéraux visant à une
meilleure transparence et à une plus grande
sécurité juridique dans l'application par l'Office
des étrangers de la loi du 15 décembre 1980 et de
son arrêté d'exécution" (n° 6867)
01.01 Olivier Chastel (MR): Als voorzitter van de
commissie voor de Verzoekschriften ben ik
verwonderd over de titel van de interpellatie van de
heer Tony Van Parijs. Ik protesteer tegen dat
opschrift betreffende de toename van de
criminaliteit in Charleroi.
01.01 Olivier Chastel (MR): En tant que président
de la commission des Pétitions, je m'étonne de voir
l'intitulé de l'interpellation de M. Tony Van Parys. Je
m'insurge contre cet intitulé concernant la hausse
de la criminalité à Charleroi.
Dit brengt mij bij mijn eigen vraag.
De toepassing door de dienst Vreemdelingenzaken
van de wet van 15 december 1980 en van het
uitvoeringsbesluit van die wet moet een
rechtstreeks gevolg zijn van de bepalingen die erin
zijn vervat. Die toepassing kan indien nodig worden
verduidelijkt in een rondzendbrief.
Het College van de federale ombudsmannen raadt
aan algemene rondzendbrieven te publiceren in het
Belgisch Staatsblad. Deze rondzendbrieven mogen
in geen geval voorwaarden bevatten die niet in de
wet of in het uitvoeringsbesluit zijn opgenomen. Ze
moeten worden bijgewerkt zodra nieuwe
uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld en als de
administratieve praktijk is gewijzigd. Het College
beveelt bovendien ook nog aan de door de dienst
Vreemdelingenzaken algemeen toegepaste, maar
niet uitdrukkelijk vermelde criteria op te nemen in
J'en viens à ma propre question.
L'application par l'Office des étrangers de la loi du
15 décembre 1980 et de son arrêté d'exécution doit
résulter directement des prescriptions de ceux-ci.
Elle peut, si nécessaire, être précisée par voie de
circulaires.
Le Collège des médiateurs fédéraux recommande
la publication au Moniteur belge des circulaires
ayant une portée générale. Les circulaires ne
peuvent en aucun cas ajouter des conditions ne
figurant pas dans la loi ou l'arrêté d'exécution. Elles
doivent être mises à jour, dès lors que de nouvelles
modalités d'application sont définies ou que la
pratique administrative a changé. Par ailleurs, le
Collège recommande que soient insérés dans la loi
et son arrêté d'exécution les critères utilisés de
manière générale - mais non explicite - par l'office
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24/04/2002
CRABV 50
COM 730
2
de wet en het uitvoeringsbesluit van die wet.
Wat is uw standpunt over deze aanbeveling?
des étrangers. Pouvez-vous préciser votre position
au sujet de cette recommandation?
01.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): Met
het oog op meer transparantie publiceert de dienst
Vreemdelingenzaken al sedert november 2001
verduidelijkende brochures op zijn eigen website.
Op 1 april 2002 werd een nieuwe communicatiecel
opgericht om de informatie naar het publiek toe te
verspreiden. De vreemdelingen zelf zullen een help
desk kunnen raadplegen. De communicatie naar de
media, de parlementsleden en de gewone burgers
toe zal worden geoptimaliseerd.
De algemene rondzendbrieven worden meestal in
het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Ze mogen
natuurlijk niets toevoegen aan of weglaten van het
bestaande recht.
Interne nota's die alleen bedoeld zijn voor de
uitvoering van een beleid of de goede organisatie
van een dienst moeten daarentegen niet in een
rondzendbrief worden opgenomen en moeten dus
niet worden gepubliceerd.
Het verslag van het College van de federale
ombudsmannen geeft te verstaan dat de dienst
Vreemdelingenzaken opzettelijk geheime of niet-
uitdrukkelijke criteria zou toepassen. Geen enkel
element in mijn bezit laat mij toe dergelijke
conclusies te trekken. Het enige wat ik kan zeggen
is dat naast de gepubliceerde en voor iedereen
toegankelijke rechtsbronnen, het bestuur over een
beoordelingsmarge beschikt.
01.02 Antoine Duquesne , ministre (en français):
C'est dans un esprit de transparence que l'office
des étrangers publie déjà sur son site internet,
depuis novembre 2001, ses brochures explicatives.
La nouvelle cellule Communication mise en place
depuis le 1
er
avril 2002 est chargée de la diffusion
de l'information au public. Un help desk sera mis à
disposition des étrangers eux-mêmes, tandis que la
communication vers les médias, les parlementaires
et les simples citoyens sera optimalisée.
Les circulaires ayant une portée générale sont
généralement publiées au Moniteur belge. Elles ne
peuvent, bien entendu, ajouter ou retrancher au
droit existant.
Les notes purement internes - qui ne visent qu'à la
réalisation d'une politique ou à la bonne
organisation d'un service - ne doivent, par contre,
pas être consignées dans une circulaire et leur
publication ne s'impose pas.
Le rapport du Collège des médiateurs fédéraux
laisse entendre que l'Office des étrangers
appliquerait intentionnellement des critères secrets
ou non explicites.
Aucun élément en ma possession ne me permet de
tirer de telles conclusions. Tout ce que je puis dire
c'est qu'à côté des sources de droit publiées et
accessibles à tous, il existe une marge
d'appréciation dont dispose l'administration.
De wetgeving dekt niet alle specifieke
mogelijkheden. De vreemdeling is de eerste die er
baat bij kan hebben dat de regels zo soepel kunnen
worden aangepast aan specifieke situaties.
De ombudsmannen verwijten mij met name dat een
geheim criterium wordt toegepast bij het
aanvaarden van de verbintenis tot tenlasteneming
in het kader van aanvragen voor een
toeristenvisum. De omzendbrief van 9 september
1998 behandelt deze kwestie uitdrukkelijk.
Ik besteed veel aandacht aan de verslagen van de
federale ombudsmannen en aan onze eigen
werkings- en publiciteitsregels. Ik heb de
opmerkingen van de federale ombudsmannen niet
afgewacht om maatregelen te nemen. Binnenkort
begint een tweede audit.
De federale ombudsmannen hebben echter gelijk
de overheidsbesturen steeds aan te manen meer
en beter te doen.
La législation ne couvre pas l'ensemble des
hypothèses particulières. L'étranger est le premier
à pouvoir profiter de l'adaptabilité des règles aux
situations particulières.
Les médiateurs me reprochent notamment
d'appliquer un critère secret en matière
d'acceptation des engagements de prise en charge
souscrits dans le cadre des demandes de visa de
court séjour. Or, la circulaire du 9 septembre 1998
traite explicitement de cette question.
Je reste attentif aux rapports des médiateurs
fédéraux, ainsi qu'à nos propres règles de
fonctionnement et de publicité. Je n'ai pas attendu
les remarques des médiateurs fédéraux pour
prendre des mesures. Un second audit sera bientôt
lancé.
Mais les médiateurs fédéraux ont raison de toujours
inviter les administrations à faire plus et mieux.
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 730
24/04/2002
3
Om deze hervormingen te evalueren werd een
externe audit uitgevoerd.
Un audit externe a été effectué pour évaluer ces
réformes.
01.03 Olivier Chastel (MR): Als voorzitter van de
commissie voor de Verzoekschriften zal ik onze
collega's op de hoogte brengen van uw antwoord.
01.03 Olivier Chastel (MR): En tant que président
de la commission des Pétitions, je ferai état de
votre réponse à nos collègues.
02 Interpellatie van de heer Tony Van Parys tot
de minister van Binnenlandse Zaken over
"nieuwe zware criminele feiten in de regio
Charleroi" (nr. 1207)
02 Interpellation de M. Tony Van Parys au
ministre de l'Intérieur sur "les nouveaux faits
criminels graves qui se sont produits dans la
région de Charleroi" (n° 1207)
02.01 Tony Van Parys (CD&V): De minister
bezocht Charleroi en nam enkele initiatieven om de
veiligheid daar te verhogen. Enkele dagen later
werden echter drie gewelddadige ramkraken op
bankfilialen gepleegd, waarbij de daders
profiteerden van de gebrekkige organisatie en
informatie-uitwisseling bij de politiediensten.
Volgens de pers duurde het negen uur voor de
politiediensten in werking traden. Dit is onder meer
te wijten aan informatie- en bevoegdheidsconflicten
tussen de politiezones. Ook bij de Bende van Nijvel
speelde die desorganisatie in het voordeel van de
daders. Kan de minister die informatie bevestigen?
Wat doet hij ermee?
Professor De Ruyver stelde in de parlementaire
onderzoekscommissie Georganiseerde Misdaad
van de Senaat vast dat er concrete aanwijzingen
zijn van betrokkenheid van justitiële en
politiemiddens bij die georganiseerde misdaad,
waaronder de autozwendel in Charleroi. Hij stelde
daarom een reeks maatregelen voor.
Ik verwijs ook naar het feit dat in Gent twee 14-
jarige meisjes in opdracht van de maffia van
Charleroi opereerden bij winkel- en
handtasdiefstallen.
Ik wil concreet een actieplan tegen de
georganiseerde misdaad voorstellen in een motie
van aanbeveling.
02.01 Tony Van Parys (CD&V): Le ministre s'est
rendu à Charleroi et a pris des initiatives afin d'y
améliorer la sécurité. Or, quelques jours plus tard,
trois attaques violentes à la voiture bélier ont été
commises. Les auteurs ont profité du manque
d'organisation et d'échanges d'information au sein
des services de police. La presse indique que les
services de police ont mis neuf heures pour
intervenir, notamment en raison de conflits
d'information et de compétences entre les zones de
police. Cette désorganisation avait également
profité aux tueurs du Brabant wallon. Le ministre
est-il en mesure de confirmer ces informations ?
Quelle suite leur a-t-il réservée ?
Lors de son audition par la commission d'enquête
parlementaire du Sénat sur la criminalité organisée,
le professeur De Ruyver a fait état d'indications
concrètes de l'implication de certains membres du
personnel des services judiciaires et de police dans
la criminalité organisée, notamment en ce qui
concerne le trafic de voitures à Charleroi. Il a, dès
lors, proposé une série de mesures.
Je vous rappelle également qu'à Gand, deux
jeunes filles de 14 ans ont commis des vols à
l'étalage et à l'arrachée sur ordre de la maffia de
Charleroi.
Concrètement, je souhaite proposer un plan
d'action contre la criminalité organisée par le biais
d'une motion de recommandation.
Het door ons vastgestelde actieplan omvat vier
pijlers. De eerste voorziet in de oprichting van een
task force met de verschillende partners: de politie,
justitie en de fiscus. Ja, ook de fiscus. Die is van
onschatbare waarde om tot een effectief,
geïntegreerd beleid te komen.
Tweede pijler is het organiseren van een
"gewapend bestuur". Zo moet onder meer de
automobielsector gescreend worden op banden
met criminele organisaties of moet een adequaat
vergunningsbeleid het infiltreren in het bedrijfsleven
pareren.
Quatre lignes de force caractérisent le plan d'action
que nous proposons. La première prévoit la
création d'une Task force composée des différents
partenaires : la police, la justice et le fisc. Oui,
également le fisc. Celui-ci revêt une importance
capitale pour mener une politique efficace et
intégrée. La deuxième ligne de force consiste à
organiser une administration "forte". Il faut ainsi
procéder à l'examen des antécédents des
entreprises du secteur automobile pour établir s'il
existe ou non un lien avec des organisations
criminelles ou mettre en place une politique
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24/04/2002
CRABV 50
COM 730
4
Een derde pijler betreft een multidisciplinaire
aanpak van de problemen. Wij vragen bovendien
een doorlichting door het Comité P van de politie
van Charleroi en Mons.
Een vierde pijler voorziet in een effectiever
straatbeleid met aandacht voor huisvesting en
dergelijke.
Wij stellen vandaag vast dat de aanbevelingen van
de diverse onderzoekscommissies niet werden
gevolgd en presenteren de minister daarom
voorliggend actieplan.
Klopt volgens de minister het geschetste beeld van
de politiewerking in Charleroi?
adéquate d'octroi d'autorisations permettant d'éviter
l'infiltration de l'économie par le milieu.
La troisième ligne de force prévoit la mise en place
d'une approche pluridisciplinaire des problèmes. En
outre, nous demandons que le Comité P procède à
une radiographie des services de police de
Charleroi et de Mons.
La quatrième ligne de force prévoit une politique de
présence dans la rue plus efficace, qui se
pencherait plus spécifiquement sur les problèmes
de logement et autres.
Nous constatons, aujourd'hui, que les
recommandations des différentes commissions
d'enquête n'ont pas été suivies. C'est la raison pour
laquelle nous proposons ce plan d'action au
ministre.
Le ministre estime-t-il que le portrait esquissé du
fonctionnement des services de police de Charleroi
est conforme à la réalité ?
02.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): Straks
ga ik nog geloven dat u niet van Charleroi houdt !
De streek moet het hoofd bieden aan zware
criminaliteit, maar dat Charleroi het Belgische
Chicago zou zijn, dat kan ik niet over mijn kant
laten gaan.
Ook mogen de feiten die zich hebben voorgedaan
in Charleroi niet vergeleken worden met de
wandaden van de Bende van Nijvel.
Men moet leven in het nu. De nieuwe politiechefs
zijn wel efficiënt.
Wat de criminele feiten van 27 maart 2002 betreft,
kan ik u meedelen dat de oproepen voor twee van
de drie overvallen onmiddellijk doorgezonden
werden naar de betrokken politiezones. Om 04.03
uur liep bij de 101-centrale van de federale politie
de melding binnen dat er een ramkraak gepleegd
was op een self-bankingkantoor van de BBL in
Courcelles. Daarop is de brigade van de federale
politie van Courcelles dadelijk uitgerukt.
Om 05.01 uur ontving de 101-centrale een nieuwe
oproep met het bericht dat men de deur van een
Dexia-agentschap in Montignies-le-Tilleul met een
breekhamer versplinterd had. De brigade van Thuin
heeft onmiddellijk ingegrepen.
02.02 Antoine Duquesne , ministre (en français):
Je finirai par croire que vous n'aimez pas Charleroi!
C'est une région qui doit affronter une criminalité
lourde, mais je ne peux pas laisser dire que
Charleroi serait un nouveau Chigaco.
Je ne peux pas non plus laisser passer une
comparaison entre les faits qui se sont déroulés à
Charleroi et ceux commis par les tueurs du Brabant
wallon.
Il faut vivre dans le présent. Les nouveaux chefs de
la police sont efficaces.
Concernant les faits criminels du 27 mars 2002, je
peux vous dire que les appels concernant deux de
ces trois attaques ont immédiatement été
répercutés vers les zones de police concernées. A
4.03h., la centrale 101 de la police fédérale fut
avisée d'une attaque par camion-bélier sur un self-
banking de la BBL à Courcelles. La brigade de la
police fédérale de Courcelles assura l'intervention
immédiatement.
A 05,01h., un nouvel appel 101 fit mention d'une
porte de façade fracassée à la masse dans une
agence Dexia à Montigny-le-Tilleul.L'intervention de
la brigade de Thuin fut immédiate.
De oproep in verband met het Fortis-agentschap in
Monceau-sur-Sambre kwam om 5.37 uur toe in
Charleroi. Een bewakingsfirma had de oproep al
een uur eerder ontvangen. Daarom werd hieraan
geen voorrang gegeven. Om 6.40 uur werd er een
team ter plaatse gestuurd.
Het betreft hier dus geen desorganisatie.
Charleroi en zijn gerechtelijk arrondissement
L'appel concernant l'agence Fortis à Monceau-sur-
Sambre fut reçu à Charleroi à 5.37h., une heure
après que l'alarme ait été reçue dans une société
de gardiennage. C'est pourquoi la priorité ne lui a
pas été accordée. A 6.40h., une équipe fut dirigée
sur place.
Il n'y a donc pas eu de "désorganisation".
Depuis dix mois, Charleroi et son arrondissement
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 730
24/04/2002
5
krijgen al tien maand lang aanzienlijke steun van de
federale overheid. De administratieve politie geniet
sedert juli 2001 regelmatig versterking vanuit de
algemene reserve.
Ik kan in dit opzicht verwijzen naar het inzetten in
die zone van de beschermingsteams voor de
Intercity geldtransporten of nog naar de versterking
zes dagen op zeven met acht federale
politieagenten voor de lokale actieprogramma's.
De cel 'georganiseerde criminaliteit' zorgt voor de
coördinatie tussen de politiezones en de lokale en
federale politie en centraliseert de feiten. Alle
informatie werd aan de AIK's gevraagd. Alle
zonechefs werden gesensibiliseerd via de Directie
van de Operaties (DAO) en de dirco's. Op 4 april
hebben de AIK's een schrijven ontvangen met de
vraag alle diefstallen aan de Algemene Directie van
de Gerechtelijke Politie (DGJ) te melden. Op 15
april vond een coördinatievergadering plaats met
alle GDA. Ik heb ook opdracht gegeven voor een
begeleidingsaudit van het korps van de lokale
politie; de toewijzingsprocedure is nog aan de
gang.
judiciaire ont bénéficié d'un appui substantiel du
niveau fédéral. Quant à la police administrative,
depuis juillet 2001, des renforts de la réserve
générale ont été régulièrement accordés.
Je pourrais citer à cet égard l'engagement des
équipes de protection des transports de fonds
Intercity au profit de la zone ou encore le renfort six
jours sur sept de huit policiers fédéraux pour les
plans d'actions locaux.
Concernant la coordination entre les zones de
police et entre polices locale et fédérale, la cellule
Criminalité organisée centralise les faits et toutes
les informations ont été demandées au CIA. Tous
les chefs de zone ont été sensibilisés via DAO et
les dirco. Le 4 avril, les CIA ont reçu un courrier les
priant de mentionner tous les vols à la DGJ. Le 15
avril a eu lieu une réunion de coordination avec
tous les SJA. J'ai, en outre, fait exécuter un audit
d'accompagnement du corps de police locale; la
procédure d'attribution est encore en cours.
De coördinatie tussen de politiezones en de
federale politie verloopt in het kader van een
welomlijnd actieprogramma waarbij de justitiële
autoriteiten, de gerechtelijke politie en de
administratieve overheid zijn betrokken. De
criminaliteitscijfers van Charleroi lopen gelijk met
die van andere grote steden. Ik merk ook op dat de
commissie Dutroux pleit voor de oprichting van een
geïntegreerde politiedienst, die sedert 7 december
1998 werkelijkheid is.
De meer specifieke vragen moeten worden gesteld
aan de minister van Justitie, die u heel interessante
informatie zal geven over de bendes die werden
opgerold. Ik denk dat de zaken in de goede richting
evolueren en dat we zo voort moeten doen.
La coordination entre les zones de police et la
police fédérale se déroule dans le cadre d'un plan
d'action précis qui intègre les autorités judiciaires,
la police judiciaire et les autorités administratives. A
Charleroi, les chiffres de criminalité correspondent
à ceux des autres grandes villes. Je relève aussi
que la commission Dutroux plaide pour la mise en
place d'un service de police intégré, ce qui est une
réalité depuis le 7 décembre 1998.
Les questions plus spécifiques devraient être
posées au ministre de la Justice, qui vous donnera
des informations très intéressantes concernant des
bandes qui ont été démantelées. Je pense que les
choses avancent dans la bonne direction et qu'il
faut poursuivre les efforts entrepris.
02.03 Olivier Chastel (MR): Ik herhaal dat de
vraag van de heer Van Parys mij bedroeft. Afgezien
van het erg specifieke fenomeen van de carjacking,
is de criminaliteit in het algemeen verminderd. Voor
de moeilijkheden waarmee Charleroi te kampen
heeft, legt u de verantwoordelijkheid rechtstreeks
bij de federale politie, terwijl hier juist sprake is van
een uitzonderlijk goed overleg tussen de
verschillende politiekorpsen.
De feiten waarnaar werd verwezen dateren van een
periode waarin de partij van de heer Van Parys aan
de macht was en de heer Van Parys zelf
verantwoordelijkheid droeg.
U bent te vrijpostig, meneer Van Parys. U bekladt
het imago van een hele streek. Een Vlaamse partij
02.03 Olivier Chastel (MR): Je répète que la
question de M. Van Parys m'attriste. Hormis le
phénomène très spécifique de car-jacking, la
criminalité en général a diminué. Face aux
difficultés de Charleroi, vous mettiez directement en
cause les responsabilités de la police fédérale. Or,
on épingle ici une remarquable concertation entre
les différents corps de police.
Les faits évoqués remontent à une époque où le
parti de M. Van Parys était au pouvoir et où M. Van
Parys, lui-même, occupait une fonction de ministre.
Vous manquez du retenue, Monsieur Van Parys.
Vous noircissez l'image d'une région. Un parti
flamand encore un peu plus extrémiste que le vôtre
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24/04/2002
CRABV 50
COM 730
6
die nog iets extremistischer is dan de uwe doet het
u niet na!
We zijn hier niet in Vlaanderen, maar in België.
Veeg voor uw eigen deur!
ne ferait pas mieux!
On n'est pas en Flandre, ici, mais en Belgique.
Regardez donc chez vous!
02.04 Tony Van Parys (CD&V): Het nut van dit
debat is dat het aantoont dat het probleem in
Vlaanderen en Wallonië anders wordt benaderd en
dat beide regio's mekaar op dit vlak niet meer
begrijpen. Het was niet mijn bedoeling de regio van
Charleroi te stigmatiseren. Dat zal ook blijken uit
het verslag van mijn betoog dat uit twee elementen
bestond: enerzijds de vaststellingen, anderzijds de
voorgestelde oplossingen.
In de commissie-Dutroux werden voorstellen
gedaan en goedgekeurd door de Kamer. Indien de
voorgestelde reorganisaties vandaag niet zijn
doorgevoerd, is dat alleen de verantwoordelijkheid
van deze regering.
Het is niet langer duldbaar dat wij alleen analyses
maken zonder te remediëren. Het antwoord van de
minister volstaat niet. De politie versterken is goed,
maar onvoldoende ten aanzien van de
georganiseerde misdaad zoals die in Charleroi,
maar ook in Antwerpen bestaat.
02.04 Tony Van Parys (CD&V): Ce débat est utile
dans la mesure où il fait apparaître que le problème
est abordé différemment en Flandre et en Wallonie
et qu'à cet égard, les deux Régions ne se
comprennent plus. Mon intention n'était pas de
stigmatiser la région de Charleroi. C'est ce qui
ressortira également du compte rendu de mon
exposé: d'une part, les constatations; d'autre part,
les propositions de solutions.
La commission Dutroux a formulé des propositions
qui furent adoptées par le Parlement. Si,
aujourd'hui, les réorganisations proposées ne sont
pas mises en oeuvre, la responsabilité en incombe
uniquement au gouvernement.
Nous ne pouvons plus tolérer que l'on se borne à
faire des analyses, sans chercher à remédier aux
problèmes. La réponse du ministre ne suffit pas. Il
n'est pas inutile de renforcer la police, mais cette
solution est insuffisante vis-à-vis de la criminalité
organisée comme celle de Charleroi mais aussi
d'Anvers.
We moeten samen naar instrumenten zoeken in
plaats van mekaar verwijten toe te slingeren. Met
ons actieplan willen we daartoe een aanzet geven.
Wie dat plan afblokt met een eenvoudige motie,
getuigt van blinde onverantwoordelijkheid.
Plutôt que de nous adresser mutuellement des
reproches, nous devons rechercher ensemble des
instruments adéquats. Avec notre plan d'action,
nous entendons donner une impulsion en ce sens.
Ceux qui bloqueront ce plan par une motion pure et
simple témoigneront d'une irresponsabilité aveugle.
02.05 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
De heer Chastel windt zich nodeloos op. Hij legt de
schuld bij de Vlamingen in het algemeen, terwijl de
schuld bij de premier ligt. Zijn veiligheidsspecialist
Brice De Ruyver sprak in Gent over Charleroi als
over gangreen. Charleroi steekt de rest van onze
grote steden aan. Charleroi krijgt daarom ook
bijzondere middelen; hopelijk vindt ook dat
navolging in Gent, Antwerpen en andere.
02.05 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
M. Chastel s'énerve inutilement. Il rejette la faute
sur les flamands en général, tandis que c'est le
premier ministre qui est responsable. A Gand, son
spécialiste de la sécurité Brice De Ruyver rappelait
que Charleroi constituait une sorte de gangrène
contaminant toutes nos autres grandes villes. C'est
la raison pour laquelle Charleroi peut bénéficier de
moyens particuliers. J'espère que cet exemple sera
suivi à Gand, à Anvers et dans d'autres villes
encore.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heren Pieter De Crem, Daniël Vanpoucke en Tony
Van Parys en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Tony Van
Une motion de recommandation a été déposée par
MM. Pieter De Crem, Daniël Vanpoucke et Tony
Van Parys et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Tony Van Parys
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 730
24/04/2002
7
Parys
en het antwoord van de minister van Binnenlandse
Zaken,
beveelt de regering aan een geïntegreerd actieplan
uit te werken in de strijd tegen de georganiseerde
criminaliteit in de regio Charleroi met volgende
krachtlijnen
1. Task Force met de partners in de strijd tegen de
georganiseerde criminaliteit.
De 4 partners: politie, justitie, fiscus en bestuur
moeten gezamenlijk preventief en repressief
optreden in een task force. In deze task force moet
bestuurlijke informatie, justitiële, politiële en fiscale
informatie worden samengebracht.
2. Gewapend bestuur.
Dit gewapend bestuur moet zich concentreren op 2
prioriteiten:
. het screenen van alle bedrijven en rechtspersonen
actief in de autobranche in de ruime regio om na te
gaan of er geen banden zijn met criminelen of
criminele organisaties. Fiscale en politiële
gegevens moeten naast mekaar worden gelegd. De
herkomst van bedrijfskapitaal en het blootleggen
van soms dubieuze buitenlandse
moedermaatschappijen moet daarbij centraal
staan.
. een vergunningsbeleid dat pro-actief functioneert
en infiltratie van het milieu in het bedrijfsleven
voorkomt;
3. Multidisciplinaire en geïntegreerde aanpak
. het creëren van een gunstig politiek klimaat
. de transparantie van de overheid
. efficiënte audit van publieke organen en private
instellingen
.
doorlichting door het comité
P van de
politieorganisatie in Charleroi
. doorlichting door de Hoge Raad voor Justitie van
het justitieel apparaat in Charleroi en Mons
. wetenschappelijk onderzoek ter ondersteuning
.
het oprichten van interne meldpunten voor
dysfuncties
.
het organiseren van een efficiënte
tuchthandhaving
. de reorganisatie van de anti-corruptiedienst om
efficiënt de corruptie aan te pakken;
4. Een herwaarderingsproject voor de regio
. tewerkstellingsinitiatieven
. initiatieven tot economische ontwikkeling
. stadsvernieuwing
. pandenbeleid."
et la réponse du ministre de l'Intérieur,
demande au gouvernement d'élaborer un plan
d'action intégré visant à lutter contre la criminalité
organisée
1. Création d'une task force avec les partenaires
engagés dans la lutte contre la criminalité
organisée.
Ces quatre partenaires, à savoir la police, la justice,
le fisc et l'administration, doivent intervenir
conjointement sur les plans préventif et répressif au
sein d'une task force chargée de centraliser les
informations administratives, judiciaires, policières
et fiscales;
2. Administration « forte »
. cette administration « forte » doit se concentrer
sur deux priorités: l'examen des antécédents de
toutes les entreprises et personnes morales actives
dans le secteur automobile dans la région (au sens
large) pour établir l'existence éventuelle de liens
avec des criminels ou des organisations
criminelles. Les données fiscales et policières
doivent être comparées. La provenance du capital
d'entreprise et la découverte de sociétés-mères
étrangères parfois douteuses jouent un rôle crucial
en la matière
. une politique d'octroi d'autorisations proactive,
permettant d'éviter l'infiltration de l'économie par le
milieu.
3. Approche multidisciplinaire et intégrée
. mise en place d'un climat politique favorable
. transparence des pouvoirs publics
.
audit efficace des organes publics et des
établissements privés
. radiographie de l'organisation des services de
police de Charleroi par le Comité P
. radiographie de l'appareil judiciaire de Charleroi et
de Mons par le Conseil supérieur de la Justice
. appui par le biais d'études scientifiques
.
création de points de contact internes pour
signaler les dysfonctionnements
. mise sur pied d'une politique disciplinaire efficace
.
réorganisation du service anticorruption afin
d'optimiser son efficacité
4. Projet de revalorisation de la région
. initiatives en matière d'emploi
. initiatives de développement économique
. rénovation urbaine
. politique immobilière."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
heren Olivier Chastel, Denis D'hondt en Charles
Janssens.
Une motion pure et simple a été déposée par MM.
Olivier Chastel, Denis D'hondt et Charles Janssens.
Over de moties zal later worden gestemd.
De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24/04/2002
CRABV 50
COM 730
8
De voorzitter: Sommige leden van PS, MR en
SP.A vragen me om onze werkzaamheden op te
schorten zodat ze kunnen deelnemen aan een
manifestatie tegen Jean-Marie Le Pen. Anderen
van CD&V, VB en VU&ID vinden dat het
Kamerwerk moet primeren. Ik vind dat externe
gebeurtenissen onze parlementaire
werkzaamheden niet mogen beïnvloeden. Er is hier
trouwens geen meerderheid om die
agendawijziging door te drukken. We zetten onze
reeks vragen en interpellaties dus gewoon voort.
De heer Van den Eynde vraagt om zijn interpellatie
nr. 1209 uit te stellen. De heer De Crem is bereid
zijn vragen nrs 6915, 6954, 7034 en 7041 in te
trekken, dit als tegemoetkoming aan de heer
Janssens.
Le président: Certains membres du PS, du MR et
du SP.A me demandent de suspendre nos travaux
pour leur permettre de participer à une
manifestation contre Jean-Marie Le Pen. D'autres
membres, appartenant au CD&V, au Vlaams Blok
et à la VU-ID sont, en revanche, d'avis que les
travaux de la Chambre priment. Je considère que
des événements externes ne peuvent influencer les
travaux parlementaires. Il n'y a d'ailleurs pas de
majorité au sein de la commission pour approuver
cette modification de l'ordre du jour. Dès lors, nous
poursuivrons les questions et interpellations.
M. Van den Eynde me demande de reporter son
interpellation n° 1209. Pour répondre à la demande
de M. Janssens, M. De Crem est également
disposé à retirer ses questions n°s 6915, 6945,
7034 et 7041.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde vragen van
- de heer Tony Van Parys aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het ontbreken van
criminaliteitscijfers" (nr. 6910)
- de heer Geert Bourgeois aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de geïntegreerde
statistieken inzake criminaliteit en de
veiligheidsmonitoren" (nr. 6916)
03 Questions jointes de
- M. Tony Van Parys au ministre de l'Intérieur sur
"l'absence de statistiques relatives à la
criminalité" (n° 6910)
- M. Geert Bourgeois au ministre de l'Intérieur sur
"les statistiques intégrées relatives à la
criminalité et les moniteurs de sécurité" (n° 6916)
03.01 Tony Van Parys (CD&V):Drie weken
geleden werd het veiligheids- en preventiecontract
besproken in Gent. De burgemeester en de
zonechef verklaarden dat Gent nog steeds niet over
vergelijkbare criminaliteitcijfers beschikt voor 2001.
Precies op die cijfers moet het beleid geijkt worden.
Blijkbaar is de politiehervorming een stap achteruit:
vroeger beschikte men via de APSD wel over
precieze cijfers. Klopt mijn informatie? Kan de
minister mij de nodige cijfers bezorgen voor het
opstellen van het veiligheidsbeleid?
03.01 Tony Van Parys (CD&V): Il y a trois
semaines, le contrat de sécurité et de prévention a
fait l'objet de discussions à Gand. Le bourgmestre
et le chef de zone ont déclaré que la ville de Gand
ne disposait pas encore de données comparatives
sur la criminalité pour l'année 2001. Or, la politique
à mettre en oeuvre doit précisément se fonder sur
ces chiffres. La réforme des polices a quelque peu
fait machine arrière : auparavant, les données
précises pouvaient être obtenues auprès du SGAP.
Les informations dont je dispose sont-elles exactes
? Le ministre pourrait-il me communiquer les
informations nécessaires à l'élaboration de la
politique de sécurité ?
03.02 Geert Bourgeois (VU&ID): Op 27 maart
stelde ik de minister reeds een vraag over het
ontbreken van criminaliteitscijfers. De minister
toonde zich bereid alle beschikbare cijfers op
verschillende manieren mee te delen. Ondertussen
brachten haast alle kranten onderbouwde
syntheses van de criminaliteit in ons land.
Welk is het laatste jaar waar de minister cijfers over
heeft? Wil de minister ze meedelen? Welk is het
03.02 Geert Bourgeois (VU&ID): Le 27 mars,
j'avais déjà interrogé le ministre à propos de
l'absence de données en matière de criminalité. Le
ministre s'était déclaré disposé à communiquer
l'ensemble des ces chiffres par différents biais.
Depuis lors, presque tous les journaux ont publié
des synthèses abondamment étayées sur la
criminalité dans notre pays.
A quand remontent les données les plus récentes
dont dispose le ministre? Le ministre est-il disposé
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 730
24/04/2002
9
laatste jaar waarin de minister over een
veiligheidsmonitor beschikte? Wordt er nog een
nationaal rapport over de evolutie van de
criminaliteit en de veiligheidsmonitor gemaakt? Is
de minister bereid elk jaar op systematische wijze
de Kamer de gevraagde cijfers te geven? Welke
federale politiedienst is belast met het opmaken
van de statistieken? Om hoeveel medewerkers
gaat het? Hoeveel medewerkers van de APSD
waren er in 1998 mee belast?
à communiquer ces données? A quand remonte le
dernier recours à un moniteur de sécurité? Votre
département établit-il toujours un rapport national à
propos de l'évolution de la criminalité et du
moniteur de sécurité? Le ministre est-il prêt à
fournir systématiquement, chaque année, les
données en question à la Chambre? Quel service
de police est-il responsable de l'élaboration des
statistiques? De combien de collaborateurs s'agit-
il? Combien de collaborateurs du SGAP étaient-ils
en charge de cette mission en 1998?
03.03 Minister Antoine Duquesne (Frans):
Degelijke statistieken hebben hun nut.
Ik verwonder mij toch over sommige cijfers die in de
pers worden aangevoerd. Dat geeft een verkeerd
beeld van de zaak.
Ik zal de commissie een exemplaar van de
Veiligheidsmonitor 2000 bezorgen. De cijfers
zouden systematisch bestudeerd en geanalyseerd
moeten worden.
Op het einde van een referentieperiode kan het
gebeuren dat een proces-verbaal voor bepaalde
feiten nog niet geregistreerd werd. Daarom wordt
de databank pas twee of zelfs drie maanden na de
datatransfer afgesloten. Bovendien heeft de
uitvoering van de politiehervorming onverwachte
moeilijkheden doen rijzen.
De Directie van de werking van de federale politie
heeft voorlopig dan ook de nadruk gelegd op de
publicatie van jaarlijkse in plaats van halfjaarlijkse
staten. De recentste federale rapportage met
betrekking tot de Veiligheidsmonitor dateert van
2000.
Het vergelijkend rapport 1999-2000 is klaar, en de
belangrijkste informatie daaruit stel ik u ter
beschikking.
Om de twee jaar wordt er een Veiligheidsmonitor
gemaakt. De eerste resultaten van de enquête voor
het jaar 2002 zullen in oktober 2002 bekend zijn.
Ik ben best bereid de Kamer de cijfers met
betrekking tot de geregistreerde criminaliteit over te
leggen, maar uw concrete vragen moet u evengoed
tot de minister van Justitie richten.
Met de politiehervorming werden het personeel en
de bevoegdheden van de APSD overgeheveld naar
de federale politie.
03.03 Antoine Duquesne, ministre (en français):
De bonnes statistiques sont utiles.
Je suis parfois fort étonné de lire certains chiffres
dans la presse. Cela brouille l'image de la réalité.
Je vais remettre à la commission un exemplaire du
Moniteur de sécurité 2000.
L'analyse des chiffres devrait faire l'objet d'études
systématiques.
Il arrive qu'à la fin de la période de référence, un
P.V. n'ait pas encore été enregistré pour certains
faits. La banque de données n'est, dès lors,
clôturée que deux, voire trois mois après la date de
transfert des données. De plus, la mise en place de
la réforme des polices a entraîné des contretemps.
La direction du Fonctionnement policier intégré a
dès lors mis l'accent provisoirement sur la
publication d'états annuels plutôt que semestriels.
Le dernier rapport fédéral du Moniteur de sécurité
date de 2000.
Le rapport comparatif 1999-2000 est terminé et je
tiens à votre disposition les données principales.
Le Moniteur de sécurité est réalisé tous les deux
ans. L'enquête pour l'année 2002 livrera ses
premiers résultats en octobre 2002.
Je suis disposé à fournir à la Chambre les chiffres
de la criminalité enregistrée. Toutefois, les
questions précises doivent s'adresser tout autant
au ministre de la Justice.
Suite à la réforme des polices, le personnel et les
compétences du SGAP ont été transférés à la
Police fédérale.
Het Commissariaat-generaal gaat over de
beleidsondersteuning, de op dat stuk door de
politiediensten getroffen maatregelen en de
Le Commissariat général s'occupe de l'appui en
matière de politique policière, des mesures prises
en la matière par les services de police et des
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24/04/2002
CRABV 50
COM 730
10
criminaliteitsstatistieken. De dienst
Beleidsondersteuning is belast met het vergaren
van de gegevens en met de analyse ervan, wat
enkele jaren kan duren.
In 1998 bestond het team dat zich bezighield met
de politiële criminaliteitsstatistieken uit tien voltijdse
medewerkers, en kon het daarbij rekenen op de
occasionele steun van een informaticus en een
cartograaf. Vandaag telt dat team vier voltijdse
medewerkers en twee gedetacheerden.
Die inkrimping van het personeelsbestand is het
gevolg van het vrijwillige vertrek van medewerkers;
het feit dat deze mensen niet vervangen werden, is
te verklaren door de lering die getrokken werd uit
de audit en door de mobiliteitsprocedure.
Op grond van de evaluatie van de
criminaliteitsstatistieken zullen er maatregelen
getroffen worden om de strijd tegen de criminaliteit
bij te sturen, rekening houdend met de specificiteit
van de grote steden.
stratégies relatives à la criminalité.
Le service Appui à la politique policière est chargé
du recueil des données et aussi de leur analyse qui
peut porter sur plusieurs années.
En 1998, l'équipe des statistiques policières de
criminalité comptait dix personnes à temps plein,
plus une aide ponctuelle fournie par un
informaticien et un cartographe. L'équipe compte,
aujourd'hui, quatre personnes à temps plein et
deux personnes détachées.
La diminution d'effectifs s'explique par des départs
volontaires; le non remplacement s'explique par les
leçons de l'audit et par la procédure de mobilité.
Des dispositions seront prises sur base de
l'évaluation des statistiques criminelles, afin
d'adapter la lutte contre la criminalité en tenant
compte des spécificités des grandes villes.
03.04 Tony Van Parys (CD&V): Ik ben blij dat de
cijfers voor de commissie beschikbaar zijn. Ik dank
de minister voor zijn antwoord. Het is een
verworvenheid dat het Parlement onmiddellijk over
de cijfers kan beschikken als ze klaar zijn. Goede
informatie is noodzakelijk en voorkomt
misverstanden.
03.04 Tony Van Parys (CD&V): Je me félicite de
ce que les chiffres soient accessibles à la
commission. Je remercie le ministre de sa réponse.
Le fait que le Parlement puisse disposer
immédiatement de chiffres lorsqu'ils sont prêts
constitue un acquis. Une bonne information est
indispensable et permet d'éviter les malentendus.
03.05 Geert Bourgeois (VU&ID): Als de minister
zich "verwondert" over het deskundige commentaar
over de criminaliteit in de pers, scheelt er duidelijk
iets. Ik stel me ernstig vragen bij de werking van de
dienst. Het moet in dit tijdperk toch mogelijk zijn de
cijfers sneller te vergaren. Ik treed de minister wel
bij wanneer hij opmerkt dat analyses minstens even
belangrijk zijn als de naakte cijfers.
Ik ben enerzijds verheugd dat we via het
secretariaat over informatie zullen kunnen
beschikken, maar blijf aandringen op een vast
moment in het jaar om het Parlement de
statistieken mee te delen.
Ik wijs de minister er tot slot nog op dat een goede
en snelle verspreiding van informatie een
kwaadwillige interpretatie van cijfers moeilijker
maakt.
03.05 Geert Bourgeois (VU&ID): Si le ministre
s'étonne des commentaires précis au sujet de la
criminalité qu'on peut lire dans le presse, il se pose
sans aucun doute un problème. Je me pose de
sérieuses questions quant au fonctionnement du
service. A l'heure actuelle, Il devrait pourtant être
possible de collecter les chiffres plus rapidement.
Je me rallie à l'avis du ministre lorsqu'il fait
remarquer que les analyses sont au moins aussi
importantes que les chiffres bruts.
D'une part, je me réjouis du fait que nous allons
pouvoir disposer d'informations par le biais du
secrétariat, mais d'autre part, je continue à insister
sur la nécessité de fixer un moment précis dans
l'année pour communiquer les statistiques au
Parlement.
Enfin, je signale au ministre qu'une diffusion
efficace et rapide de l'information rend plus difficile
une interprétation malveillante des chiffres.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 730
24/04/2002
11
04 Interpellatie van de heer Geert Bourgeois tot
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
vzw PV en het gelijknamige Antwerpse
politieblad" (nr. 1219)
04 Interpellation de M. Geert Bourgeois au
ministre de l'Intérieur sur "l'asbl PV et la revue
policière du même nom publiée à Anvers"
(n° 1219)
04.01 Geert Bourgeois (VU&ID): Ik heb al eerder
grote reserves geuit bij de privaat-publieke
samenwerking (PPS) zoals die gehanteerd wordt bij
het Antwerpse blad PV van de gelijknamige vzw.
De minister ziet hierin geen graten. Ondertussen
heb ik de statuten van de vzw bestudeerd en dat
heeft alleen maar meer vragen in me wakker
gemaakt. Ook in Antwerpen is men niet onverdeeld
gelukkig met het initiatief.
Mijns inziens is het initiatief niet verenigbaar met de
basisbeginselen van de politiewerking en zelfs met
artikel 127 en 134 van de Politiewet. Politie moet
bij uitstek neutraal zijn. Elke samenwerking met de
particuliere sector - met alle sponsoring en
reclamewerving vandien - moet dus met de
grootste omzichtigheid worden benaderd. Met zo
een blad wek je een schijn van partijdigheid.
04.01 Geert Bourgeois (VU&ID): J'ai déjà émis
précédemment de sérieuses réserves à l'égard de
la coopération entre le secteur public et privé telle
qu'elle a été mise en place par les responsables de
la revue policière PV et l'asbl du même nom. Le
ministre ne voit aucun inconvénient à cette
coopération. Ayant entre-temps examiné les statuts
de ladite asbl, je me pose encore plus de
questions. Cette initiative ne fait pas non plus
l'unanimité à Anvers.
A mon estime, cette initiative n'est pas compatible
avec les principes de base du fonctionnement de la
police ni même avec les articles 127 et 134 de la loi
sur la fonction de police. La police doit faire preuve
de neutralité. La plus grande circonspection doit
entourer la coopération - tout parrainage et toute
activité publicitaire qui en découle - avec le secteur
privé. L'édition d'une telle revue suscite un
sentiment de partialité.
Waarop baseert de minister zich om te verklaren
dat het blad zelfbedruipend is? Hoeveel kost dat
blad? Hoeveel bedragen de reclame-inkomsten? Is
de constructie aanvaardbaar of dient PPS op
andere samenwerkingsverbanden gericht te zijn?
Heeft de vzw al andere PPS-projecten ontwikkeld?
Is het doel van de vzw verenigbaar met de
beginselen van onpartijdigheid en het verbod om
handel te drijven? Wat is de relatie tussen de vzw
en de Antwerpse politie?
Sur quels éléments le ministre se fonde-t-il pour
affirmer que cette revue s'autofinance? Combien
coûte cette revue? A combien s'élèvent les recettes
provenant de la publicité? Cette construction est-
elle acceptable ou la coopération entre le secteur
public et le secteur privé doit-elle reposer sur
d'autres synergies? L'asbl a-t-elle déjà développé
d'autres projets dans le cadre de la coopération
entre le secteur public et le secteur privé? Le but
poursuivi par l'asbl est-il compatible avec les
principes d'impartialité et l'interdiction de déployer
des activités commerciales? Quelle est la relation
entre l'asbl et la police anversoise?
04.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
De uitgever, vzw PV, deelt enthousiast mee dat het
eerste nummer bijna helemaal zelfbedruipend was
en wil dat zo houden. Het gaat om een privé-
initiatief dat op een PPS-leest geschoeid is. Het
financiële aspect wordt beheerd door private
partners via reclame-inkomsten, zodat het korps
niet kan worden geassocieerd met
fondsenwerving.
De vzw heeft een uiterst transparante structuur.
Vertegenwoordigers van het korps controleren de
redactie en de reclamewerving en hebben
vetorecht.
Private partners bieden dus de politie een
04.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): C'est avec enthousiasme que l'ASBL
Editions PV annonce que le premier numéro
parvient presque à s'autofinancer et qu'elle entend
poursuivre sur cette lancée. Il s'agit d'une initiative
privée qui fonctionne selon le principe de la
collaboration entre les secteurs public et privé.
L'aspect financier est géré par des partenaires
privés à partir de revenus issus de la publicité, de
sorte qu'on ne peut dire du corps qu'il récolte des
fonds.
L'asbl est dotée d'une structure parfaitement
transparente. Des représentants du corps
contrôlent la rédaction et le choix des publicités et
disposent, en outre, d'un droit de veto.
Les partenaires privés offrent ainsi à la police un
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24/04/2002
CRABV 50
COM 730
12
informatiekanaal, terwijl de politie financieel niet
belast wordt.
Zo een blad is een van de mogelijkheden om de
burger te informeren. Er zijn nog initiatieven
ontwikkeld voor de leerlingen van het lager
onderwijs, en ook met de fietsactie van de
Antwerpse politie is een vorm van PPS gemoeid.
Een vzw hoeft niet onpartijdig te zijn. De activiteiten
van de vzw hebben geen winstoogmerk, enkel een
maatschappelijk doel. De raad van bestuur van de
vzw wil de statuten trouwens in die zin aanpassen.
Die raad is paritair samengesteld uit politiemensen
en privé-personen. Elk gezamenlijk initiatief wordt
vastgelegd in een formele overeenkomst.
canal d'information sans que cette dernière ne
subisse de charge financière complémentaire.
Un tel journal constitue l'une des possibilités
permettant d'informer le citoyen. D'autres initiatives
ont été lancées pour les élèves de l'enseignement
fondamental, et l'action "vélo" de la police
anversoise constitue une autre forme de
collaboration entre les secteurs public et privé.
La neutralité n'est donc pas de mise. L'activité de
l'ASBL n'a pas de but lucratif, mais bien un objectif
social. Le conseil d'administration de l'asbl désire,
soit dit en passant, adapter ses statuts à trois
égards. Le conseil est constitué sur une base
paritaire par des représentants des services du
police et du secteur privé. Toute initiative commune
doit faire l'objet d'un accord formel.
04.03 Geert Bourgeois (VU&ID): De paritaire
samenstelling, het enthousiasme van de
handelaars en het zelfbedruipende karakter kunnen
me zeker niet overtuigen. Als men de bevolking wil
informeren, zijn er andere manieren. De federale
politie weert trouwens elke zweem van
commerciële reclame uit zijn blad POL. De
Antwerpse politie daarentegen huisvest op zijn
adres een vzw die handel drijft. Hier komen
problemen van. Ooit is er een politieman die wat
milder optreedt ten opzichte van een adverteerder,
en dan gaan de poppen aan het dansen. De
minister kan dat beter voorkomen door nu al op te
treden.
04.03 Geert Bourgeois (VU&ID): La composition
paritaire, l'enthousiasme des commerçants et
l'autonomie financière sont loin de me convaincre. Il
y a d'autres façons d'informer la population. La
police fédérale a d'ailleurs refusé toute publicité
commerciale pour sa revue POL. La police
anversoise abrite par contre dans ses bâtiments
une asbl qui exerce une activité commerciale. Cette
situation constituera immanquablement une source
de problèmes. Si, un jour, un policier se montre
plus généreux à l'égard d'un annonceur, cela risque
de mal tourner. Pour éviter cela, le ministre ferait
mieux d'intervenir dès à présent.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Geert Bourgeois en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Geert
Bourgeois
en het antwoord van de minister van Binnenlandse
Zaken,
beveelt de regering aan een einde te maken aan
het initiatief vzw PV en de uitgifte van het
gelijknamige blad."
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Geert Bourgeois et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Geert
Bourgeois
et la réponse du ministre de l'Intérieur,
demande au gouvernement de mettre un terme à
l'initiative de l'asbl PV et à la publication de la revue
du même nom."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer
Ludwig Vandenhove.
Une motion pure et simple a été déposée par M.
Ludwig Vandenhove.
Over de moties zal later worden gestemd.
De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
05 Vraag van de heer Daniël Vanpoucke aan de 05 Question de M. Daniël Vanpoucke au ministre
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 730
24/04/2002
13
minister van Binnenlandse Zaken over "de
mobiliteit en aanwerving van de leden van de
geïntegreerde politie" (nr. 6981)
de l'Intérieur sur "la mobilité et le recrutement
des membres de la police intégrée" (n° 6981)
05.01 Daniël Vanpoucke (CD&V): De circulaire
GPI 15 legt een 5 procent-beperking op inzake
personeelsformaties van de politiezones. De
minister verklaarde al dat de beperking van
toepassing is per mobiliteitscyclus en dat ze van
tijdelijke aard is, tot het huidige tekort aan aspirant-
inspecteurs is weggewerkt.
Geldt de beperking enkel voor de eerste
mobiliteitscyclus? Wat is het resultaat van de
rekruteringscampagnes? Wat zijn de
slaagpercentages voor de selecties en de recentste
opleidingscycli? Worden alle geslaagden
aangeworven?
05.01 Daniël Vanpoucke (CD&V): La circulaire
GPI 15 impose une limite de 5 pour cent pour le
recrutement de nouveaux membres du personnel
des zones de police. Le ministre a d'ores et déjà
annoncé que cette limitation s'appliquait par cycle
de mobilité et était temporaire, jusqu'à ce que la
pénurie actuelle de candidats inspecteurs soit
résorbée.
Cette restriction vaut-elle uniquement pour le
premier cycle de mobilité ? Quel est le résultat des
campagnes de recrutement ? Quels sont les
pourcentages de réussite pour les sélections et les
derniers cycles de formation ?Tous les lauréats ont-
ils été engagés ?
05.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): De
beperking geldt per mobiliteitscirkel. Elk korps kan
dus jaarlijks tot 15% van het organieke
personeelsbestand vacant verklaren. Zodra het
huidige tekort van aspirant-inspecteurs is
weggewerkt, zal ik die beperking schrappen.
Tussen april 2001 en april 2002 waren er 12.255
inschrijvingen.
Het algemene slaagpercentage voor de selectie na
aanwerving bedraagt 22% voor het hulpkader en
14% voor het basiskader. Momenteel loopt de
selectie voor veertig vacatures in het
officierenbestand.
De laureaten van de selectieproeven voor het
hulpbestand ontvangen een attest waarmee zij zich
in een politiezone kandidaat kunnen stellen voor
een ambt binnen dit bestand. Bij hun
indienstneming kunnen ze een basisopleiding voor
het hulpkader volgen.
De laureaten van de selectieproeven voor het
basiskader en de externe kandidaten die slagen in
de selectieproeven voor het officierskader worden
onmiddellijk aangeworven.
De resultaten van de meeste opleidingscycli zijn
nog niet bekend.
De eerste basisopleiding voor het hulpkader vangt
in mei of juni aan. De eerste basisopleiding ging in
april 2001 van start. De basisopleiding voor het
officierskader werd in november 2001 aangevat en
is nog aan de gang.
05.02 Antoine Duquesne , ministre (en français):
La limitation s'applique par cycle de mobilité.
Chaque corps peut donc déclarer annuellement
des emplois vacants jusqu'à concurrence de 15%
du cadre organique. Dès que le manque actuel
d'aspirants inspecteurs sera comblé, je supprimerai
cette limitation.
Pour la période allant d'avril 2001 à avril 2002,
12.255 inscriptions furent enregistrées.
Le pourcentage global de réussite à la sélection qui
suit le recrutement s'élève à 22% pour les
auxiliaires et à 14% pour le cadre de base. La
sélection pour les quarante emplois vacants du
cadre d'officiers est en cours.
Les lauréats aux épreuves de sélection du cadre
des auxiliaires reçoivent une attestation leur
permettant de se porter candidats comme
auxiliaires dans une zone de police. A
l'engagement, ils sont admis à une formation de
base du cadre des auxiliaires.
Les lauréats des épreuves de sélection du cadre de
base sont engagés immédiatement ainsi que les
candidats externes, lauréats aux épreuves de
sélection du cadre d' officiers.
Les résultats de la plupart des cycles de formation
ne sont pas encore connus.
La première formation de base du cadre des
auxiliaires commence en mai/juin. La première
formation de base a commencé en avril 2001; la
formation de base du cadre d'officiers a commencé
en novembre 2001 et est actuellement en cours.
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24/04/2002
CRABV 50
COM 730
14
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Daniël Vanpoucke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
statuut van de leden van de geïntegreerde
politie" (nr. 6982)
06 Question de M. Daniël Vanpoucke au ministre
de l'Intérieur sur "le statut des membres de la
police intégrée" (n° 6982)
06.01 Daniël Vanpoucke (CD&V): Het
Mammoetbesluit voorziet in een tweejaarlijkse
evaluatie die, zolang de evaluatoren niet opgeleid
zijn, bij omzendbrief GP11 is geregeld. De
mandaathouders hebben de mogelijkheid om af te
zien van de evaluatie. Om hoeveel gevallen gaat
het hier, per categorie en per niveau?
Bij primo-benoemingen bestaat de mogelijkheid tot
benoeming van een niet-hoger officier in een
mandaat vanaf categorie 3, wat resulteert in een
aanstelling die na 3 jaar de benoeming (en de
wedde) van hoger officier meebrengt. Om hoeveel
gevallen gaat het hier? Wat is het gevolg voor het
budget?
De minister verklaarde dat de stad Charleroi
hulpagenten kan aanwerven. Zij kunnen na 1 jaar
benoemd worden tot politie-inspecteur, maar het
Mammoetbesluit schrijft daarvoor een periode van
3 jaar voor. Wil de minister deze periode dan
verkorten? Is dit een uitzonderlijke maatregel? Zo
ja, waarom?
06.01 Daniël Vanpoucke (CD&V): Le décret
Mammouth prévoit une évaluation biennale que
règle, en attendant la fin de la formation des
évaluateurs, la circulaire GP 11. Les mandataires
ont la possibilité de déroger à l'évaluation. Combien
de cas sont concernés, par catégorie et par
niveau?
Dans le cadre de la primonomination, un officier
non supérieur peut être nommé à un mandat à
partir de la catégorie 3, ce qui équivaut à une
désignation entraînant, après trois ans, la
nomination (et le traitement) d'un officier supérieur.
Combien de cas sont concernés? Quel est l'impact
budgétaire?
Le ministre a déjà déclaré que la ville de Charleroi
pouvait engager des agents auxiliaires. Au bout
d'un an, ceux-ci peuvent être nommés au grade
d'inspecteur de police, alors que la loi Mammouth
prescrit à cet effet un délai de trois ans. Le ministre
a-t-il donc l'intention d'écourter cette période?
S'agit-il d'une mesure exceptionnelle? Dans
l'affirmative, pourquoi?
06.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen
de evaluatie van elk personeelslid en van de
houder van een mandaat. De evaluatie van
personeelsleden wordt pas op 1 april 2003 van
toepassing. In afwachting wordt dit waar nodig
vervangen door een adviesprocedure ad hoc.
De mandaathouders worden enkel geëvalueerd
door officiële evaluatiecommissies. Er zijn geen
afwijkingen of uitzonderingen. Dit specifieke
evaluatiestelsel is ook van toepassing op de primo-
aanwijzingen. Er kan worden afgezien van de
tussentijdse evaluatie in het derde en achtste jaar
van de mandaathouder, maar alleen voor
mandaten die rimpelloos verlopen. Van de
eindevaluatie, die eventueel leidt tot verlenging van
het mandaat, kan uiteraard onder geen beding
worden afgeweken.
06.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): Il convient d'établir une distinction
entre l'évaluation de chaque membre du personnel
et du détenteur d'un mandat. L'évaluation du
personnel ne sera d'application qu'à partir du 1
er
avril 2003. D'ici là, cette évaluation est, au besoin,
remplacée par une procédure d'avis ad hoc.
Les mandataires ne sont évalués que par des
commissions d'évaluation officielles. Aucune
dérogation ni exception n'est possible. Ce système
d'évaluation spécifique est aussi d'application pour
les primonominations. Le mandataire peut déroger
à l'évaluation intermédiaire durant la troisième et de
la huitième années, cette exemption étant toutefois
réservée aux mandats qui se déroulent de manière
irréprochable. Les mandataires ne peuvent, bien
entendu, déroger sous aucune condition à
l'évaluation finale, qui débouchera éventuellement
sur une prolongation du mandat.
Wat de bevorderingen van commissaris tot
hoofdcommissaris betreft, is een "aanstelling" in
een hogere graad niet hetzelfde als een
En ce qui concerne les promotions des
commissaires au grade de commissaire en chef,
une "désignation" à un grade supérieur n'est pas la
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 730
24/04/2002
15
"bevordering", die wel geldelijke gevolgen heeft. Er
is wel bepaald dat een commissaris, mits gunstige
evaluatie, na 3 jaar bevorderd kan worden tot
hoofdcommissaris. Voor de mandaten van
categorie 1 en 2 is dat trouwens onlangs door de
Kamer goedgekeurd.
Bij een bevordering komt de betrokkene in een
hogere loonschaal terecht. Dat is uiteraard voor
rekening van de zone. Het gaat in totaal om 93
mandaten, waarvan 25 bij de federale politie en ten
minste 68 mandaten van korpschef bij de lokale
politie. Het is onmogelijk de totale meerkost te
berekenen.
Wat de aanwerving van hulpagenten in Charleroi
betreft, hebben de lokale overheden die
mogelijkheid zelf in handen. De statutaire
voorwaarden van de bevordering van hulpagenten
tot politie-inspecteurs blijven dezelfde, met een
wachttijd van 3 jaar.
même chose qu'une "promotion", qui, elle, a des
effets pécuniaires. Certes, il a été prévu qu'un
commissaire peut être promu commissaire en chef,
après 3 ans, à condition d'être l'objet d'une
évaluation favorable. Pour les mandats des
catégories 1 et 2, cela a du reste été approuvé
récemment par la Chambre.
En cas de promotion, l'intéressé accède à une
échelle de traitements supérieure. C'est
évidemment la zone dont il dépend qui doit
assumer l'augmentation de son salaire. Il s'agit au
total de 93 mandats dont 25 à la police fédérale et
au moins 68 mandats de chef de corps au sein de
la police locale. Il est impossible de calculer le
surcoût total.
En ce qui concerne le recrutement d'agents
auxiliaires à Charleroi, les autorités locales
disposent elles-mêmes de cette possibilité. Les
conditions statutaires de la promotion des agents
auxiliaires au grade d'inspecteurs de police restent
les mêmes, avec un délai d'attente de 3 ans.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
inzet van leden van het operationeel korps in een
CALOG-functie" (nr. 6995)
07 Question de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de l'Intérieur sur "l'affectation de
membres du corps opérationnel à une fonction-
CALOG" (n° 6995)
07.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): In diverse
zones zijn er structurele organisatieproblemen die
de functionaliteit van de politiediensten
ondergraven. Heel wat personeel van de
operationele diensten wordt nu ingeschakeld in
CALOG (Corps voor Administratie en Logistiek).
Worden uitdrukkelijke richtlijnen gegeven waardoor
het operationeel korps enkel operationele taken op
zich neemt en het CALOG enkel administratieve?
07.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Plusieurs
zones sont confrontées à des problèmes
d'organisation structurels qui nuisent à la
fonctionnalité des services de police. De nombreux
membres du corps opérationnel sont à présent
affectés à une fonction au sein du CALOG (Corps
administratif et logistique). Des directives énoncent-
elles explicitement que le corps opérationnel se
limite aux missions d'ordre opérationnel et le
CALOG aux activités administratives ?
07.02 Minister Antoine Duquesne (Frans):
Sommige leden van het operationele kader oefenen
inderdaad nog functies uit die geen enkele
politionele bekwaamheid vereisen. Het is de
bedoeling deze functies voor te behouden voor
leden van het administratieve en logistieke
personeelsbestand.
Er werden hiertoe trouwens al maatregelen
genomen, zoals de bijscholingscursus die
personeelsleden uit de horecasector de
mogelijkheid moet bieden een operationele functie
uit te oefenen. Een actualisering is inderdaad
noodzakelijk.
07.02 Antoine Duquesne , ministre (en français):
Des membres du cadre opérationnel exercent en
effet encore des fonctions qui n'exigent aucune
compétence policière. Le but est de réserver de
telles fonctions à des membres du personnel du
cadre administratif et logistique.
Des mesures ont d'ailleurs déjà été prises dans
cette optique, comme les cours de remise à niveau
devant permettre aux membres du personnel du
secteur horeca d'accepter des fonctions
opérationnelles. C'est vrai qu'une mise à jour
s'avère bien nécessaire.
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24/04/2002
CRABV 50
COM 730
16
De politieambtenaren die een administratieve of
logistieke functie uitoefenen, kunnen een
gelijkwaardige job blijven uitoefenen waarbij zij hun
statuut behouden totdat zij vervangen worden of
totdat zij juridisch gezien overstappen naar het
administratieve en logistieke personeelsbestand.
Een tot het operationele bestand behorend
personeelslid dat een CALOG-functie uitoefent en
dankzij de mobiliteitsregeling een andere
'operationele' functie verkrijgt, wordt altijd
vervangen door een lid van het administratieve en
logistieke bestand. De wijze waarop de overgang
naar een ander bestand geschiedt, dient nog bij
koninklijk besluit te worden geregeld.
De leden van het operationele bestand worden niet
systematisch aangewezen voor het vervullen van
administratieve of logistieke functies. Dit is slechts
een tijdelijke situatie, die nodig is om de continuïteit
van de dienst te waarborgen.
Les fonctionnaires de police qui remplissent des
fonctions administratives et logistiques peuvent
continuer à exercer des emplois équivalents avec
maintien de leur statut, soit jusqu'à leur
remplacement, soit jusqu'à ce qu'ils passent
juridiquement au cadre administratif et logistique.
Un membre du personnel du cadre opérationnel
exerçant une fonction CALOG qui obtient un autre
emploi opérationnel par mobilité est toujours
remplacé par un membre du cadre administratif et
logistique. Les modalités de passage du premier
cadre à l'autre doivent encore faire l'objet d'un
arrêté royal.
Les membres du cadre opérationnel ne sont pas
systématiquement désignés à des fonctions
administratives et logistiques. Il ne s'agit là que
d'une donnée temporaire, nécessaire pour assurer
la continuité du service.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
problematiek van de verkeersremmers en de
bereikbaarheid van de hulpdiensten" (nr. 6998)
08 Question de M. Ludwig Vandenhove au
ministre de l'Intérieur sur "le problème des
ralentisseurs pour l'accessibilité des services de
secours" (n° 6998)
08.01 Ludwig Vandenhove (SP.A): De
verkeersremmers op onze wegen betekenen een
steeds groter tijdverlies voor de hulpdiensten. Is de
minister zich daarvan bewust? In welke richting
zoekt hij een oplossing? Plant hij overleg met de
Gewesten en gemeenten?
08.01 Ludwig Vandenhove (SP.A): Les
ralentisseurs de trafic aménagés sur nos routes
retardent de plus en plus les services de secours.
Le ministre a-t-il connaissance de cette situation ?
Vers quel type de solution s'oriente-t-il ? Envisage-
t-il d'organiser des concertations avec les Régions
et les communes ?
08.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Het KB van 9 oktober 1998 voorziet in beperkingen
voor de aanleg van verkeersdrempels indien de
route veel gebruikt wordt door de hulpdiensten of
het openbaar vervoer. Overleg met deze diensten
kan die beperking opheffen.
08.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): L'arrêté royal du 9 octobre 1998
prévoit de limiter l'installation de ralentisseurs de
vitesse sur les routes très fréquentées par les
services de secours ou les transports publics. La
limitation peut être levée en concertation avec ces
services.
(Frans) De statistieken over de tijd die
ziekenwagens en MUG's nodig hebben om ter
plaatse te komen, worden regelmatig bijgewerkt en
de cijfers worden aan het ministerie van
Volksgezondheid meegedeeld.
De diensten van de brandweer en de civiele
bescherming dienen aan het project van Europese
norm pr EN 1846-2 te voldoen. De ervaring met de
ziekenhuizen leert ons dat vooral de opstoppingen
op de grote verkeersaders voor problemen zorgen.
(En français) Les statistiques en matière de délai
d'intervention des ambulances et des SMUR sont
tenues à jour et les chiffres sont communiqués au
ministère de la Santé publique.
Les services d'incendie et de la protection civile
doivent répondre à un projet de norme européen
prEN 1846-2. L'expérience des hôpitaux nous fait
dire que le problème vient plutôt de l'obstruction
des grands axes de circulation.
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 730
24/04/2002
17
De MUG-voertuigen mogen uiteraard geen andere
levens in gevaar brengen en moeten rekening
houden met de lokale verkeerssituatie.
De meeste drempels bevinden zich op
gemeentewegen. Er is momenteel geen overleg
met de Gewesten.
Conform het voornoemde KB worden voor
technische hindernissen door de gemeenten
adviezen ingewonnen.
Les véhicules GUM ne peuvent évidemment mettre
aucune autre vie en danger et doivent tenir compte
de la situation locale sur le plan de la circulation
routière.
La plupart des dos d'âne se trouvent sur les voiries
communales. Actuellement, il n'y a aucune
concertation avec les Régions.
Conformément à l'arrêté royal précité, les
communes recueillent des avis pour surmonter les
obstacles techniques.
08.03 Ludwig Vandenhove (SP.A): Erkent de
minister het probleem? Moet er geen werkgroep
worden opgericht om onveilige situaties te
voorkomen, die wel degelijk mogelijk zijn, zelfs
wanneer alle wettelijke regels gevolgd worden?
08.03 Ludwig Vandenhove (SP.A): Le ministre
reconnaît-il l'existence de ce problème ? Ne
convient-il pas de créer un groupe de travail pour
prévenir les situations précaires sur le plan de la
sécurité, situations qui peuvent bel et bien se
présenter, même lorsque toutes les règles légales
sont observées ?
08.04 Minister Antoine Duquesne (Frans): Ik zal
nadenken over uw voorstellen in samenspraak met
mijn regeringscollega's die hierbij betrokken zijn.
08.04 Antoine Duquesne , ministre (en français):
Je vais réfléchir à vos suggestions, en concertation
avec mes collègues également concernés par cette
problématique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Marcel Hendrickx aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "diens
beleid inzake de brandweer" (nr. 7010)
09 Question de M. Marcel Hendrickx au ministre
de l'Intérieur sur "sa politique en matière de
services d'incendie" (n° 7010)
09.01 Marcel Hendrickx (CD&V): Ik ondervroeg
de minister al meermaals over zijn beleid inzake
brandweer en civiele bescherming. Laatst
antwoordde hij dat zeven werkgroepen dat beleid
voorbereiden. Ik ging dat na en kwam tot de
vaststelling dat slechts twee werkgroepen echt
actief zijn: Opleiding en Operationele structuur en
Organisatie. De laatste werkgroep duidde vijf
pilootzones aan om risico-analyses te doen. De
werkgroep Opleiding stelde voor een Koninklijk
Instituut voor de Burgerlijke Veiligheid, een
parastatale van het type B, op te richten. De
minister ziet echter af van dat plan, waardoor de
werkgroep terug op start staat.
Wanneer zal ik de beloofde verslagen van de zeven
werkgroepen krijgen? Zijn er nog werkgroepen
actief? Hoe werden de pilootzones voor risico-
analyse geselecteerd? Ziet de minister af van het
Instituut voor Burgerlijke Veiligheid? Hoe zal de
opleiding van de brandweerlui worden aangepakt?
09.01 Marcel Hendrickx (CD&V): J'ai déjà
interrogé le ministre à plusieurs reprises à propos
de sa politique en matière de services d'incendie et
de protection civile. La dernière fois, il m'a répondu
que sept groupes de travail préparaient cette
politique. J'ai vérifié ces affirmations et j'ai constaté
que deux groupes de travail seulement étaient
véritablement actifs: les groupes Formation et
Structure opérationnelle et Organisation. Ce dernier
a désigné cinq zones pilotes pour effectuer des
analyses de risques. Le groupe de travail
Formation à proposé la création d'un Institut royal
pour la Sécurité civile sous la forme d'un parastatal
de type B. Le ministre a toutefois renoncé à ce
projet et le groupe de travail a repris ses travaux à
zéro.
Quand me fournirez-vous, comme promis, les
rapports des sept groupes de travail? Des groupes
de travail sont-ils encore en activité? Comment les
zones pilotes pour l'analyse de risques ont-elles été
sélectionnées? Le ministre renonce-t-il à l'Institut
pour la sécurité civile? Comment la formation des
pompiers sera-t-elle organisée?
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24/04/2002
CRABV 50
COM 730
18
09.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): Ik ben
voor transparantie, maar de minister moet nog altijd
de tijd krijgen om te beslissen! Momenteel zijn er
werkgroepen aan het werk. Wacht tot de minister
een beslissing heeft genomen!
U kan de - bijzonder technische - verslagen van de
werkgroepen raadplegen op mijn kabinet.
De modelzones werden geselecteerd op basis van
criteria die eenstemmig door de werkgroepen
werden bepaald. Ze zijn verspreid over de drie
Gewesten. Elke zone kan een voltijdse officier
aanwijzen en er moet een referentiezone worden
opgericht. Tussen de modelzones moet een zo
groot mogelijk verschil zijn in urbanisatiegraad en in
een van de zones moet een Seveso-risico
aanwezig zijn.
Vandaar die keuze.
Ik heb het project betreffende een Koninklijk
Instituut voor de Civiele Bescherming helemaal nog
niet definitief afgeschreven. Ik bestudeer de
voorstellen inzake opleiding omtrent dewelke een
consensus bestaat.
Ik zal rekening houden met de ervaring van de
provinciale brandweerscholen en zal geen
noemenswaardige wijzigingen aanbrengen in
systemen of structuren die naar algemene
tevredenheid werken.
De opleiding van het personeel van de brandweer
en de civiele bescherming moet kwalitatief
hoogstaand en praktijkgericht zijn. De dienst moet
structureel goed georganiseerd zijn en de
individuele hulpverleners moeten een loopbaan
kunnen uitbouwen.
Elke hulpverlener heeft ongeacht zijn taalrol recht
op dezelfde kwaliteit van opleiding.
Het is hoog tijd dat wordt onderzocht hoe de
moderne didactische methodes kunnen worden
toegepast.
Daarom wil ik een richtinggevende rol spelen in de
opleiding van het veiligheidspersoneel.
09.02 Antoine Duquesne , ministre (en français):
Je suis partisan de la transparence; encore faut-il
laisser le temps au ministre de décider!
Actuellement, ce sont des groupes de travail qui
sont à l'oeuvre. Attendez que le ministre ait pris une
décision!
Les rapports des groupes de travail - très
techniques - sont à votre disposition à mon cabinet.
Les zones pilotes ont été sélectionnées sur base
de critères définis par le groupe de travail et à
l'unanimité. Elles sont réparties parmi les trois
Régions. Chaque zone peut désigner un officier à
plein temps et une zone de recours doit être
effectivement mise en place. On recherche une
différence de degré d'urbanisation aussi grande
que possible entre chaque zone pilote. Dans l'une
d'entre elles, il doit y avoir un risque Seveso.
Voilà la raison d'un tel choix.
Je n'ai nullement abandonné définitivement le
projet d'un "Institut royal pour la Sécurité civile".
J'étudie les propositions en matière de formation
pour lesquelles il existe un consensus.
Je tiendrai compte des acquis des écoles
provinciales du feu et n'apporterai pas de
modification importante à des systèmes ou à des
structures fonctionnant à la satisfaction générale.
La formation du personnel des services d'incendie
et de la protection civile doit être de bonne qualité:
elle doit cibler des missions à exécuter. Le service
doit être organisé convenablement et les
secouristes individuels doivent pouvoir construire
leur carrière.
Quel que soit son rôle linguistique, chaque
secouriste à droit à la même qualité de formation.
Il est grand temps d'examiner comment les
méthodes didactiques modernes peuvent être
appliquées.
C'est pourquoi je souhaite jouer un rôle de direction
dans la formation du personnel de sécurité.
09.03 Marcel Hendrickx (CD&V): Ik neem akte
van de geboden mogelijkheid de verslagen in te
kijken en neem me voor dat zeker te doen.
Ik mis nog het antwoord van de minister over de
werkgroepen.
Ik dring erop aan dat de minister eens checkt of hij
werkelijk niet is afgeweken van de plannen voor de
oprichting van een Koninklijk Instituut voor de
Burgerlijke Veiligheid.
09.03 Marcel Hendrickx (CD&V): Je prends acte
de la possibilité qui nous est offerte de consulter les
comptes rendus. Je ne manquerai pas de le faire.
J'attends encore la réponse du ministre au sujet
des groupes de travail.
Je demande instamment au ministre de s'assurer
qu'il ne s'est pas éloigné des plans pour la création
d'un institut royal pour la sécurité civile.
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 730
24/04/2002
19
Ik neem er akte van dat de minister de provinciale
scholen wil waarderen. Ziet de minister dan af van
wat de heer Gilbert suggereerde tijdens een vorige
zitting van de commissie?
Je prends acte du fait que le ministre désire
revaloriser les écoles provinciales. Cela signifie-t-il
que le ministre renonce à ce qu'avait suggéré M.
Gilbert au cours d'une réunion précédente de la
commission?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Samengevoegde vragen van
- de heer Karel van Hoorebeke aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de
regularisatieprocedure" (nr. 7016)
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de afhandeling van de
regularisatieprocedure" (nr. 7046)
10 Questions jointes de
- M. Karel Van Hoorebeke au ministre de
l'Intérieur sur "la procédure de régularisation"
(n° 7016)
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur "le suivi de la procédure de régularisation"
(n° 7046)
10.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): De minister
verzekerde dat de regularisatiecampagne tegen
juni 2001 afgesloten zou zijn. Wat is de stand van
zaken? Hoeveel dossiers moeten er nog worden
afgehandeld? Hoeveel dossiers moet de minister
nog ondertekenen? Aan hoeveel dossiers zit een
strafrechtelijk aspect vast? Hoeveel kamers van de
regularisatiecommissie zijn op dit moment nog
werkzaam? Wat zal er gebeuren met de
vastbenoemde leden van de
regularisatiecommissie?
10.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Le ministre
avait assuré que la campagne de régularisation
serait clôturée pour juin 2001. Quel est l'état
d'avancement de cette campagne ? Combien de
dossiers doivent encore être traités et combien de
dossiers le ministre doit-il encore signer ? Parmi
ces dossiers, combien font-ils l'objet d'une
procédure pénale ? Combien de chambres de la
commission de Régularisation sont-elles encore
actives ? Qu'adviendra-t-il des membres de ladite
commission, nommés à titre définitif?
10.02 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Ik
sluit mij aan bij de vraag van de heer Van
Hoorebeke. Hoeveel regularisatiedossiers werden
afgehandeld? Hoeveel kregen een positief advies,
hoeveel een negatief?
Wat gebeurde er met de personen waarvan het
dossier negatief werd beoordeeld? Hoeveel van
hen werden al gerepatrieerd? Hoe wil de minister
ervoor zorgen dat alle afgewezenen worden
verwijderd?
10.02 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Je
me rallie aux questions de M. Van Hoorebeke.
Combien de dossiers de régularisation a-t-on déjà
traités ? Combien d'entre eux ont reçu un avis
respectivement positif ou négatif ?
Qu'adviendra-t-il des personnes dont la demande
de régularisation a été rejetée ? Combien d'entre
elles a-t-on déjà rapatriées ? Comment le ministre
compte-t-il renvoyer toutes les personnes
déboutées ?
10.03 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
1925 regularisatiedossiers zijn nog niet afgerond.
Van de meer dan 35.000 afgehandelde dossiers
kregen 24.743 een positieve beslissing, 5.869 een
negatieve. Dossiers die in beslag werden genomen
door het gerecht, werden onttrokken aan de
commissie. Daardoor moet die commissie nog over
slechts 184 dossiers beslissen. Zelf moet ik nog
768 beslissingen nemen. Zowat 500 dossiers
daarvan vertegenwoordigen een gevaar voor de
openbare orde en vallen dus onder artikel 5 van de
regularisatiewet.
Wie een negatieve beslissing kreeg en geen
andere verblijfstitel bezit, kreeg bevel om het
grondgebied te verlaten, en wordt beschouwd als
10.03 Antoine Duquesne, ministre (en
néerlandais): 1925 dossiers de régularisation n'ont
pas encore été bouclés. Sur l'ensemble des
dossiers traités qui se montent à plus de 35.000,
24.743 ont bénéficié d'une décision positive, 5.869
ayant donné lieu à une décision négative. Les
dossiers qui ont été saisis par la justice ont été
soustraits à la commission. De ce fait, cette
commission ne doit plus statuer que sur 184
dossiers. Moi-même, il me reste 768 décisions à
prendre. Sur ces 768 dossiers, environ 500
représentent un danger pour l'ordre public et
tombent donc sous l'application de l'article 5 de la
loi de régularisation.
Ceux qui ont été l'objet d'une décision négative et
ne disposent d'aucun autre titre de séjour se sont
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24/04/2002
CRABV 50
COM 730
20
illegaal. Deze personen worden opgesloten om te
worden gerepatrieerd, een op voorhand
aangekondigde maatregel die voor een natuurlijk
evenwicht van de campagne moet zorgen.
De zeven Franstalige en vier Nederlandstalige
kamers van de regularisatiecommissie zijn nog
steeds werkzaam. De commissie heeft geen
statutair personeel. De leden van de kamers zijn
aangesteld tot het einde van de operatie. Het
personeel van de griffie en het secretariaat wordt
ter beschikking gesteld van de commissie.
Voor zo ver als nodig zullen de zittingen van de
kamers plaatsvinden in de gebouwen van de Vaste
Beroepscommissie. Een kern van acht
medewerkers van de commissie zal de dossiers
afhandelen vanuit een bureau op mijn departement.
Zij zullen zo nodig worden bijgestaan door ex-
personeelsleden van de commissie.
vu intimer l'ordre de quitter le territoire. Ces
personnes sont considérées comme des illégaux.
Elles sont enfermées afin d'être rapatriées. Il s'agit
là d'une mesure annoncée à l'avance et censée
conférer à la campagne un équilibre naturel.
Les sept chambres francophones et les quatre
chambres néerlandophones de la commission de
Régularisation sont toujours actives. La
commission ne dispose pas de personnel
statutaire. Les membres des chambres ont été
désignés jusqu'à la fin de l'opération. Le personnel
du greffe et le secrétariat sont mis à la disposition
de la commission.
Dans la mesure où c'est nécessaire, les séances
des chambres se tiendront dans les locaux de la
commission de recours permanente. Un noyau de
huit collaborateurs de la commission traitera les
dossiers à partir d'un bureau installé au sein de
mon département. Si nécessaire, ils seront assistés
d'anciens membres du personnel de la
commission.
10.04 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Kan de
minister ook de verdeling tussen Nederlandstalige
en Franstalige dossiers geven?
10.04 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Le ministre
peut-il également me communiquer la ventilation
des dossiers, selon qu'ils sont traités en français ou
en néerlandais?
10.05 Minister Antoine Duquesne (Frans): Ik
beschik nu niet over die vergelijkingen, maar ik zal
u die graag bezorgen.
10.05 Antoine Duquesne , ministre (en français):
Je ne dispose pas de ces comparaisons ici, mais je
vous les transmettrai volontiers.
10.06 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): De
minister antwoordde niet op mijn vraag over
hoeveel personen het precies gaat. Dat is niet
hetzelfde als het aantal dossiers. Hij meldt mij
hoeveel dossiers werden afgewezen. Het gaat
wellicht over 6 à 7.000 personen, maar de minister
vertelt alleen dat zij zoals alle illegalen worden
behandeld en bij voorkeur worden opgesloten.
Hoeveel er effectief werden gerepatrieerd is niet
geweten.
Op basis van welke wettelijke criteria werden de
dossiers positief beoordeeld? Ik zal daarover
bijkomende schriftelijke vragen stellen.
10.06 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Le
ministre ne répond pas à ma question, qui portait
sur le nombre précis de personnes concernées. Ce
nombre ne correspond pas nécessairement au
nombre de dossiers. Il me signale combien de
dossiers ont été refusés. Il s'agit probablement de
6.000 à 7.000 personnes, mais le ministre affirme
uniquement qu'elles sont traitées comme des
clandestins et de préférence incarcérées. Nous
ignorons toujours combien de personnes ont été
effectivement rapatriées.
Sur la base de quels critères légaux les dossiers
ont-ils été jugés positifs? Je poserai à ce sujet des
questions écrites complémentaires.
10.07 Minister Antoine Duquesne (Frans): Ik
beschik nog niet over die cijfers. Maar zodra dit
mogelijk is, ben ik bereid ze u mee te delen.
10.07 Antoine Duquesne, ministre (en français):
Je ne dispose pas encore de ces chiffres, mais je
vous les communiquerai bien volontiers dès que ce
sera possible.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Marcel Hendrickx aan de 11 Question de M. Marcel Hendrickx au ministre
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 730
24/04/2002
21
minister van Binnenlandse Zaken over "de
uitbetaling van zitpenningen aan
politieraadsleden" (nr. 7022)
de l'Intérieur sur "le paiement de jetons de
présence aux membres du conseil de police"
(n° 7022)
11.01 Marcel Hendrickx (CD&V): Verschillende
politiezones vroegen het Sociaal Secretariaat
SSGPI de berekening en administratie van de
zitpenningen van de raadsleden op zich te nemen.
Het antwoord was negatief. De gemeenten moeten
de betalingen zelf doen en ze dan terugvorderen
van de politiezones, wat administratief eenvoudiger
is, zo suggereert het secretariaat.
De vraag is of dit wel kan zonder wettelijke
instructies. Ik vraag de minister daarom een
circulaire uit te werken met het antwoord op de
volgende vragen: mogen de vergoedingen worden
verrekend als zitpenningen van
gemeenteraadsleden? Kan in een
meergemeentenzone de gemeente een betaling
doen voor de politiezone? Is de minister bereid
deze procedure vast te leggen?
11.01 Marcel Hendrickx (CD&V): Différentes
zones de police ont demandé au Secrétariat social
GPI d'assumer le calcul et l'administration des
jetons de présence des conseillers. Le Secrétariat
s'y est refusé. Les communes doivent effectuer les
paiements elles-mêmes puis en requérir le
remboursement auprès des zones de police, ce qui
est administrativement plus simple. C'est du moins
ce que suggère le secrétariat.
La question est de savoir si c'est possible sans
instructions légales. C'est la raison pour laquelle je
demande au ministre de rédiger une circulaire et
d'y répondre aux questions suivantes: les
indemnités concernées peuvent-elles être
comptabilisées comme jetons de présence de
membres du conseil communal ? Les communes
faisant partie d'une zone pluricommunale peuvent-
elles effectuer un paiement pour la zone de police ?
Le ministre est-il disposé à établir une procédure ?
11.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Men mag de presentiegelden van de leden van de
politieraad niet verwarren met degene die dezelfde
personen genieten als gemeenteraadslid. De
meergemeentenzone is immers een afzonderlijke
rechtspersoon met een eigen begroting en
rekening.
In principe zal de politiezone geen betalingen doen
voor rekening van de gemeente en omgekeerd. Er
kunnen wel afspraken gemaakt worden die een
verrekening kunnen inhouden. Op het lokale vlak is
er voldoende kennis en ervaring om praktische
problemen op te lossen. Ik overweeg dan ook niet
om richtlijnen te verstrekken.
11.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): Il ne faut pas confondre les jetons de
présence des membres du conseil de police et
ceux que les mêmes personnes perçoivent en
qualité de conseiller communal. La zone
pluricommunale est, en effet, une personne
juridique distincte dotée d'un budget propre et de
comptes spécifiques.
En principe, la zone de police n'effectuera pas de
paiements pour le compte de la commune et celle-
ci ne procédera pas à des versements pour la
zone. Toutefois, des accords pouvant impliquer une
prise en compte peuvent être conclus. Sur le plan
local, on dispose de connaissances et de
l'expérience suffisantes pour résoudre les
problèmes pratiques. Par conséquent, je
n'envisage pas de donner des directives.
11.03 Marcel Hendrickx (CD&V): Ik kan me in
principe verzoenen met dit antwoord, al staat in het
advies van het Sociaal Secretariaat precies het
omgekeerde.
In de politiezones heeft men geen administratief
kader om de betalingen zelf te begeleiden. Dit zal
dus een meerkost genereren.
11.03 Marcel Hendrickx (CD&V): Je peux me
satisfaire de cette réponse quoique l'avis du
Secrétariat social GPI prévoie exactement le
contraire.
Dans les zones de police, on ne dispose pas d'un
cadre administratif pour assurer le suivi des
paiements. Cela générera donc un surcoût.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vergadering wordt gesloten om 16.53 uur.
La réunion publique de commission est levée à
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24/04/2002
CRABV 50
COM 730
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
16.53 heures.