SÉANCE PLÉNIÈRE

CRABV 50

COM 645

29/01/2002

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

INHOUD

SOMMAIRE

Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Zaken, belast met Landbouw, over "de problemen
in de tabakssector" (nr. 6057)

Question de M. Yves Leterme à la ministre
adjointe au ministre des Affaires étrangères,
chargée de l'Agriculture, sur "les problèmes dans
le secteur du tabac" (n° 6057)

Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CD&V-fractie, Annemie Neyts, minister
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Zaken

Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CD&V, Annemie Neyts, ministre adjointe au
ministre des Affaires étrangères

Vraag van mevrouw Alexandra Colen aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer en aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid, over "onverzekerde
voertuigen" (nr. 6139)

Question de Mme Alexandra Colen au vice-
premier ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports et au ministre de l'Economie et de la
Recherche scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes, sur "les véhicules non assurés"
(n° 6139)

Sprekers: Alexandra Colen, Charles Picqué,
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid

Orateurs: Alexandra Colen, Charles Picqué,
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes

Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid,
over "de resultaten van de NIS-enquête"
(nr. 6151)

Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur "les
résultats de l'enquête menée par l'INS" (n° 6151)

Sprekers: Simonne Creyf, Charles Picqué,
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid

Orateurs: Simonne Creyf, Charles Picqué,
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes

Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid,
over "de audit van de Koninklijke
Muntschouwburg" (nr. 6152)

Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur
"l'audit du Théâtre royal de la Monnaie" (n° 6152)

Sprekers: Simonne Creyf, Charles Picqué,
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid

Orateurs: Simonne Creyf, Charles Picqué,
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes

Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie en Duurzame
Ontwikkeling, belast met het Grootstedenbeleid,
over "de premie voor zaalwachters in de
wetenschappelijke instellingen" (nr. 6170)

Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Energie et de la Recherche scientifique, chargé
de la Politique des grandes villes, sur "la prime
promise aux gardiens dans les établissements
scientifiques" (n° 6170)

Sprekers: Simonne Creyf, Charles Picqué,
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid

Orateurs: Simonne Creyf, Charles Picqué,
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes

Samengevoegde vragen van

Questions jointes de

- de heer Peter Vanvelthoven aan de minister van
Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid, over "de ijking
van multanova's" (nr. 6199)

- M. Peter Vanvelthoven au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur
"l'étalonnage des multanova" (n° 6199)

- de heer Jos Ansoms aan de minister van
Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid, over "de

- M. Jos Ansoms au ministre de l'Economie et de
la Recherche scientifique, chargé de la Politique
des grandes villes, sur "l'homologation des

29/01/2002

CRABV 50

COM 645

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

homologatie van controle-apparaten door de
dienst voor Metrologie" (nr. 6237)

appareils de contrôle par le Service de la
Métrologie" (n° 6237)

Sprekers: Peter Vanvelthoven, Jos Ansoms,
Charles Picqué, minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid

Orateurs: Peter Vanvelthoven, Jos Ansoms,
Charles Picqué, ministre de l'Economie et de
la Recherche scientifique, chargé de la
Politique des grandes villes

Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid,
over "de federale commissie voor het
zeehavenbeleid" (nr. 6236)

Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur "la
commission fédérale de la politique des ports
maritimes" (n° 6236)

Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Charles
Picqué, minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid

Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Charles
Picqué, ministre de l'Economie et de la
Recherche scientifique, chargé de la Politique
des grandes villes

Vraag van de heer Peter Vanhoutte aan de
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid,
over "het internetabonnement van Telenet"
(nr. 6271)

Question de M. Peter Vanhoutte au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur
"l'abonnement internet de Telenet" (n° 6271)

Sprekers: Peter Vanhoutte, Charles Picqué,
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid

Orateurs: Peter Vanhoutte, Charles Picqué,
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes

CRABV 50

COM 645

29/01/2002

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

COMMISSIE VOOR HET

BEDRIJFSLEVEN, HET

WETENSCHAPSBELEID, HET

ONDERWIJS, DE NATIONALE

WETENSCHAPPELIJKE EN

CULTURELE INSTELLINGEN, DE

MIDDENSTAND EN DE

LANDBOUW

COMMISSION DE L'ECONOMIE,

DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,

DE L'EDUCATION, DES

INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES

ET CULTURELLES NATIONALES,

DES CLASSES MOYENNES ET DE

L'AGRICULTURE

van

DINSDAG

JANUARI

2002

14:40 uur

______

MARDI

JANVIER

2002

14:40 heures

______

De vergadering wordt geopend om 14.39 uur door
de heer Jos Ansoms, voorzitter.

La séance est ouverte à 14.39 heures par M. Jos
Ansoms, président.

01 Vraag van de heer Yves Leterme aan de

minister toegevoegd aan de minister van
Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw, over
"de problemen in de tabakssector" (nr. 6057)

01 Question de M. Yves Leterme à la ministre

adjointe au ministre des Affaires étrangères,
chargée de l'Agriculture, sur "les problèmes dans
le secteur du tabac" (n° 6057)

01.01 Yves Leterme (CD&V): De tabaksteelt zorgt

in West-Vlaanderen voor de tewerkstelling van circa
1000 mensen op 250 familiale bedrijven. De
Europese verordening betreffende de oogsten
2002, 2003 en 2004 legt nu een hypotheek op de
toekomst van de sector.

Wat is het standpunt van België inzake de steun
aan de tabakssector op korte en lange termijn?

Het systeem van de nationale reserve was
belangrijk om kandidaat-telers aan te trekken, maar
dreigt te verdwijnen. Zijn er alternatieven voor de
instroom van nieuwe telers?

De inhouding van het gemeenschappelijk fonds zal
trapsgewijs verhoogd worden tot 5 %, ten koste van
het inkomen van de tabakstelers, terwijl het fonds
over ongebruikte reserves beschikt. Zal België de
visie verdedigen dat dit fonds het onderzoek naar
en de implementatie van nieuwe teelttechnieken
kan financieren?

01.01 Yves Leterme (CD&V): En Flandre

occidentale, la culture du tabac assure l'emploi de
près de 1000

personnes dans 250

entreprises

familiales. Or, le règlement européen relatif aux
récoltes 2002, 2003 et 2004 hypothèque l'avenir du
secteur.

Quelle attitude la Belgique adopte-t-elle à propos du
soutien au secteur du tabac à court et à long
terme ?

Le système de la réserve nationale était important
pour attirer des candidats producteurs mais il risque
de disparaître. Existe-t-il d'autres moyens pour
attirer de nouveaux producteurs ?

La retenue effectuée par le fonds communautaire
sera portée progressivement à 5%, ce qui sera
préjudiciable pour le revenu des cultivateurs de
tabac, alors que le fonds dispose de réserves
inutilisées. La Belgique défendra-t-elle le point de
vue selon lequel ce fonds peut servir à financer la
recherche et la mise en oeuvre de nouvelles
techniques de culture ?

29/01/2002

CRABV 50

COM 645

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

De afschaffing van de tabaksteelt in Europa zou
onmiddellijk worden gecompenseerd door Brazilië,
Zimbabwe en India. Hoe kan België een duurzame
toekomst voor de tabaksteelt in ons land en in
Europa mogelijk maken? Kan de minister concrete
voorbeelden geven van reconversie naar andere,
rendabele teelten, rekening houdend met de
Europese overschotten en de concurrentie uit het
Zuiden?

S'il était mis fin à la culture du tabac en Europe,
cette disparition serait immédiatement compensée
par le Brésil, le Zimbabwe et l'Inde. Comment la
Belgique peut-elle assurer un avenir durable à la
culture du tabac dans notre pays et en Europe ? La
ministre peut-elle donner des exemples concrets de
reconversion ou de passage à d'autres cultures
rentables, compte tenu des excédents européens et
de la concurrence du Sud ?

We beseffen dat er zich een
bevoegdheidsprobleem voordoet. Dit is echter het
gevolg van de overgangssituatie gecreëerd door het
Lambermont -akkoord. De overdracht van
bevoegdheden via Lambermont is theoretisch in
orde sinds 1 januari, maar stuit in de praktijk nog op
problemen. Dit is ook het geval bij de tabaksteelt
wegens de verschillende Gewesten die
verantwoordelijkheid dragen.

Sommige vragen zijn eerder bestemd voor de
Gewesten, maar toch stel ik hier aaan de federale
minister de vraag naar de visie van België. Ik meen
dat de minister hierop zou moeten kunnen
antwoorden, zeker in dit overgangsjaar.

Nous sommes conscients qu'un problème de
compétence se pose. Il s'agit toutefois de la
conséquence de la situation transitoire crée par
l'accord du Lambermont. Le transfert de
compétences, consécutif à l'accord du
Lambermont, est en théorie réglé depuis le
1

janvier mais se heurte en pratique encore à des

problèmes. Le problème se pose également pour la
culture du tabac en raison de la répartition des
responsabilités entre les différentes Régions.
Certaines questions devraient être adressées de
préférence aux Régions mais je poserai néanmoins
la question relative au point de vue de la Belgique.
Je pense que la ministre devrait pouvoir y répondre,
en tout cas au cours de cette année de transition.

01.02 Minister Annemie Neyts (Nederlands): Ik

heb me steeds terughoudend opgesteld om in te
gaan op inhoudelijke aspecten van het
tabaksbeleid, omdat vanaf 1 januari de
beslissingsbevoegdheid integraal tot de Gewesten
behoort. Mijn enige taak is het verwoorden van het
gemeenschappelijk standpunt van de Gewesten op
de Europese Ministerraad. Ik wil er wel op wijzen
dat de overdracht van Landbouw zich in een
overgangsperiode bevindt. We willen daardoor
vermijden dat de Europese richtlijnen strikt en
onmiddellijk zouden worden nageleefd. Deze
overgangsperiode gaat echter niet op voor de
politieke verantwoordelijkheid.

01.02 Annemie Neyts, ministre (en néerlandais):

J'ai toujours été réticente à me prononcer sur le
contenu de la politique en matière de tabac étant
donné que, depuis le 1

janvier, le pouvoir de

décision appartient intégralement aux Régions. Mon
unique mission consiste à traduire la position
commune des Régions lors du Conseil des
ministres européens. J'aimerais toutefois souligner
que la régionalisation de l'Agriculture se trouve dans
une période transitoire. Nous voulons éviter que les
directives européennes soient appliquées
immédiatement et sur la base d'une interprétation
stricte. En ce qui concerne la responsabilité
politique, cette période transitoire ne s'appliquera
cependant pas.

Het voorstel dat de Europese Commissie op 21
november 2001 heeft ingediend bij de Raad, slaat
en zalft tegelijk. Voor de oogsten 2002, 2003 en
2004 worden premiebedragen vastgesteld, evenals
de maximale hoeveelheden waarvoor die premies
kunnen worden toegekend. In de overwegingen van
het voorstel wordt de geleidelijke afbouw van de
steun aan de sector van de ruwe tabak
aangekondigd. De steunafbouw zou wel
samengaan met de invoering van maatregelen die
de omschakeling naar andere economische
activiteiten bevorderen.

Het voorstel van november laatstleden inzake ruwe
tabak werd nog niet besproken op de Ministerraad.

La proposition que la Commission européenne a
déposée le 21 novembre 2001 auprès du Conseil
souffle le chaud et le froid. Elle fixe le montant des
primes pour les récoltes 2002, 2003 et 2004, ainsi
que les quantités maximales pour lesquelles ces
primes peuvent être octroyées. Les attendus de la
proposition annoncent la suppression progressive
du soutien au secteur du tabac brut. Cette
suppression s'accompagnerait de l'introduction de
mesures favorisant la reconversion économique.

La proposition de novembre dernier en matière de
tabac brut n'a pas encore été discutée en Conseil

CRABV 50

COM 645

29/01/2002

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Er heeft daarom ook nog geen overleg met de
Gewesten plaatsgevonden.

des ministres. C'est pourquoi il n'y a pas encore eu
de concertation avec les Régions.

Eind vorig jaar werd de steunafbouw besproken in
een werkgroep van de Raad. België staat achter het
voorstel zoals geformuleerd door de Commissie,
mits een aantal opmerkingen dat de toenemende
inhoudingen ten gunste van het fonds ten goede
van de producenten moeten komen. We zullen ons
standpunt op de Landbouwraad van 4 februari 2002
verdedigen. Daar zal eveneens het voorstel van de
Commissie voor de eerste keer worden besproken.
Een beslissing zal waarschijnlijk in maart worden
genomen. Het advies van de Europese Commissie
is nog niet beschikbaar.

Er wordt geopperd om de tabakstelers te doen
overschakelen naar groenteteelt. Het is echter niet
vanzelfsprekend dat elke boer dit praktisch ook
aankan. De discussie moet in alle openheid
gebeuren, rekening houdend met alle visies, met de
volksgezondheid, maar ook met de situatie van de
telers.

Wat betreft de evolutie van de sector kan ik kort
zijn. De productie is de voorbije jaren in dalende lijn
gegaan en de producenten die afhaakten werden
niet vervangen door nieuwe telers. Dat is de enige
duidelijke evolutie die wij hebben kunnen
vaststellen.

A la fin de l'année dernière, un groupe de travail du
Conseil s'est penché sur la cessation progressive
de l'aide. La Belgique approuve la proposition telle
que formulée par la Commission, en émettant
toutefois certaines observations. Il faudrait ainsi que
les producteurs puissent bénéficier de
l'augmentation des retenues en faveur du Fonds.
Nous défendrons notre point de vue lors du Conseil
agricole du 4 février 2002. C'est lors de ce même
Conseil que la proposition de la Commission sera
examinée pour la première fois. La décision
interviendra probablement dans le courant du mois
de mars. L'avis de la Commission européenne n'est
pas encore disponible.

Une des suggestions consiste à inciter les
producteurs de tabac à se reconvertir dans la
culture maraîchère. Dans la pratique, cette
reconversion n'est pas évidente pour tous les
cultivateurs. La discussion doit se faire dans la
transparence la plus totale, en prenant tous les
points de vue en considération, celui de la santé
publique mais aussi celui des producteurs.

En ce qui concerne l'évolution du secteur, je serai
brève. Au cours des dernières années, la
production a connu une baisse continue et les
producteurs qui ont quitté la profession n'ont pas
été remplacés par de nouveaux. Il s'agit de la seule
évolution que nous avons pu clairement constater.

01.03 Yves Leterme (CD&V): Ik dank de minister

voor dit antwoord. Ik begrijp dat wij het inhoudelijk
debat niet hier kunne voeren. Een werkgroep
bereidt het Belgisch standpunt voor de volgende
Landbouwraad volgende week maandag voor. Ik zal
nadien hierop terugkomen.

Er spelen inderdaad vele belangen. Het Spaans
voorzitterschap is wellicht beter geplaatst dan het
Zweedse om dit dossier te behandelen. De
Gewesten zullen het dossier ter harte moeten
nemen.

01.03 Yves Leterme (CD&V): Je remercie la

ministre pour sa réponse. Je comprends que nous
ne puissions mener le débat de fond au sein de
cette commission. Un groupe de travail prépare
actuellement le point de vue que la Belgique
défendra lors du prochain conseil agricole, qui se
tiendra lundi prochain. Je reviendrai ultérieurement
sur cette question.
De nombreux intérêts sont effectivement en jeu. La
présidence espagnole est sans doute mieux placée
que la présidence suédoise pour traiter ce dossier.
Les Régions devront se préoccuper de ce dossier.

01.04 Minister Annemie Neyts (Nederlands): Ik wil

er tot slot op wijzen dat de werkgroep het Belgisch
standpunt slechts voorbereidt en dat er daarnaast
nog een Speciaal Comité Landbouw samenkomt.
Het voorstel van de werkgroep kan wal el een
goede indicatie zijn.

01.04 Annemie Neyts, ministre (en néerlandais):

En guise de conclusion, je tiens à signaler que le
groupe de travail ne fait que préparer le point de
vue belge et que, par ailleurs, un Comité spécial
agriculture se réunira. La proposition formulée par
le groupe de travail pourra cependant constituer un
indice fort utile.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

29/01/2002

CRABV 50

COM 645

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

01.05 De voorzitter: De vraag van de heer

Jacques Simonet wordt uitgesteld.

01.05 Le président: La question de M. Jacques

Simonet est reportée.

02 Vraag van mevrouw Alexandra Colen aan de

vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer en aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid, over "onverzekerde
voertuigen" (nr. 6139)

02 Question de Mme Alexandra Colen au vice-

premier ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports et au ministre de l'Economie et de la
Recherche scientifique, chargé de la Politique
des grandes villes, sur "les véhicules non
assurés" (n° 6139)

(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister
van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid.)

(La réponse sera fournie par le ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé
de la Politique des grandes villes.)

02.01 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): Volgens

de Federatie van verzekeringsmaatschappijen
neemt het aantal onverzekerde voertuigen toe. Eén
op acht voertuigen zou niet verzekerd zijn. Er zijn
daarbij drie categorieën te onderscheiden, waarvoor
mijns inziens een verschillende aanpak nodig is.

Minimum 60.000 voertuigen zijn gewoon niet
verzekerd. Zij kunnen enkel bij systematische
controle worden opgespoord. Alle andere
verzekerden betalen dus in hun plaats. Wat kan op
dit vlak ondernomen worden?

Steeds meer verzekeringen stoten zogenaamde
slechte risico's af. Het gaat hier om een
discriminatie op basis van de leeftijd van de
chauffeur of van het aantal ongevallen waarin deze
betrokken was. Is in zo'n geval een grote borg bij
een erkende bank geen oplossing? Is verplichte
inbeslagneming geen probater middel?

Ten slotte zijn er de voertuigen met een vreemde
nummerplaat en vervalste papieren. Kan voor de
voertuigen met een nummerplaat van buiten de EU
een eenvormige controle worden ingevoerd op
kosten van de automobilist, zij het met een
weliswaar beperkte kost?

02.01 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): Selon la

fédération des compagnies d'assurances, le
nombre de véhicules non assurés est en
augmentation. Un véhicule sur huit circulerait sur
nos routes sans assurance. Il faut distinguer trois
catégories de véhicules non assurés, nécessitant
chacune une approche différente.

Soixante mille véhicules au moins ne sont tout
simplement pas assurés. Ils ne peuvent être
dépistés que par un contrôle systématique. Ce sont
les chauffeurs assurés qui paient pour eux. Quelles
mesures peuvent-elles être prises dans ce
domaine?

De plus en plus de compagnies d'assurances
refusent les "mauvais risques", et discriminent de
ce fait certains conducteurs en raison de leur âge
ou du nombre d'accidents dans lesquels ils ont été
impliqués. La solution ne résiderait-elle pas dans la
formule d'une caution importante auprès d'une
banque reconnue ? La confiscation du véhicule ne
serait-elle pas une sanction adéquate ?

Enfin, il y a les véhicules portant une plaque
minéralogique étrangère et munis de faux papiers.
Ne pourrait-on pas mettre en place un contrôle
uniforme de tous les véhicules portant une plaque
d'immatriculation d'un pays non membre de l'UE,
dont les frais, limités certes, seraient supportés par
le conducteur ?

02.02 Minister Charles Picqué (Nederlands): Op 1

februari 2001 keurde de Senaat een wetsvoorstel
goed over een opsporingsmechanisme van niet-
verzekerde voertuigen. De Kamercommissie van
het Bedrijfsleven bekijkt het voorstel nu op haar
beurt.

Het klopt dat verzekerden via het
Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds
meebetalen voor ongevallen van niet-verzekerden.
Door de Europese liberalisering van de
verzekeringen werden sommige premies zo duur

02.02 Charles Picqué, ministre (en néerlandais) :

Une proposition de loi instaurant un mécanisme de
détection des véhicules non assurés, adoptée par le
Sénat le 1

février 2002, est actuellement examinée

par la commission de l'Economie de la Chambre.

Il est exact que les assurés contribuent, par
l'intermédiaire du Fonds commun de garantie
automobile, au remboursement des dommages
occasionnés par des véhicules non assurés. La
libéralisation, à l'échelle européenne, du secteur

CRABV 50

COM 645

29/01/2002

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

dat sommigen niet meer willen betalen.

Het wetsontwerp wil de verzekering van moeilijke
risico's weer toegankelijker maken en de solidariteit
tussen goede en minder goede risico's opkrikken.
De eerste betalen mee voor de tweede. Het verschil
met vandaag is dat de huidige uitgesloten
chauffeurs wel degelijk verzekerd zullen zijn en
zullen moeten meebetalen. Overigens werden de
laatste vijf jaar de kosten van niet-verzekerden
ruimschoots gecompenseerd door
tariefverminderingen aan goede bestuurders.

Een bankgarantie biedt geen oplossing. Bankiers
zijn nu eenmaal geen verzekeraars en zijn ook niet
vrijgeviger. Europa verbiedt bovendien een cumul
van beide activiteiten.

De huidige wetgeving voorziet in de inbeslagname
van een niet-verzekerd voertuig, dat blijft zo. Het
zou alleen meer kunnen gebeuren. Sommigen
merken op dat de bewaring van zulke voertuigen te
duur is voor de gemeenschap.

Ongevallen die in België worden veroorzaakt door
een buitenlands voertuig zijn ten laste van het
Belgisch Bureau van autoverzekeraars. Die
instelling recupereert de kost bij de verzekeraars of
bij het bureau van het land van inschrijving. Dit geldt
voor de groene-kaartzone, dus voor de meeste
Europese landen en de landen rond de
Middellandse Zee. De slachtoffers worden dus
vergoed, maar niet ten laste van verzekerde
Belgen. Sinds 24 april 1972 is er geen controle
meer aan de grenzen van de Europese Unie en
geldt dit stelsel dus ook voor enkele andere
Europese landen, zoals Tsjechië. Voor landen die
niet tot het stelsel zijn toegetreden, zoals Polen,
blijft de controle bestaan.

De opsporing van niet-verzekerde voertuigen zou
ook in andere Europese lidstaten toegepast kunnen
worden, want binnenkort zullen alle lidstaten over
een gelijksoortige databank beschikken als België.
Dit systeem kan uiteindelijk zelfs uitgebreid worden
tot alle landen die tot de Unie toetreden. Hoe dan
ook kan een richtlijn tot stand komen, en dit behoort
tot de bevoegdheden van de ministers van Justitie.

des assurances a provoqué une augmentation des
primes telle que certains refusent de les payer.

Le projet tend à rendre à nouveau plus accessible
l'assurance de risques difficiles et à rééquilibrer le
mécanisme de solidarité entre risques « bons » et
« moins bons », les premiers contribuant à
l'assurance des seconds. En vertu des nouvelles
dispositions, les conducteurs exclus seront
également assurés et mis à contribution sur le plan
financier. Par ailleurs, au cours des cinq dernières
années, les coûts engendrés par les véhicules non
assurés ont été largement compensés par l'octroi
de réductions tarifaires aux bons conducteurs.

L'instauration d'une garantie bancaire ne constitue
pas une solution : les banquiers ne sont pas des
assureurs et ne font guère preuve d'une plus
grande générosité que ces derniers. De plus,
l'Europe interdit le cumul des deux activités.

Les dispositions prévoyant la saisie des véhicules
non assurés, actuellement en vigueur, demeureront
d'application et pourraient être mises en oeuvre plus
systématiquement. Certains font toutefois observer
que la conservation des véhicules saisis coûte cher
à la collectivité.

Les accidents provoqués en Belgique par un
véhicule étranger sont pris en charge par le Bureau
belge des assureurs automobiles qui récupère les
coûts qu'il a exposés auprès de l'assureur ou du
bureau du pays d'immatriculation du véhicule. Cette
règle s'applique à la zone ressortissant à la carte
verte, soit à la majorité des pays européens et
méditerranéens. L'indemnisation des victimes est
donc garantie et ne coûte pas un franc à l'Etat
belge. Depuis la suppression, le 24 avril 1972, des
contrôles frontaliers, ce système s'applique
également à d'autres pays européens, comme la
Tchéquie. Pour les pays qui n'ont pas adhéré à
cette formule, comme la Pologne, le contrôle
subsiste.

La détection des véhicules non assurés pourrait
également être mise en oeuvre dans d'autres Etats
membres dans la mesure où l'ensemble de ces
derniers disposeront bientôt d'une banque de
données analogue à la nôtre. Ce système pourrait
finalement être élargi à tous les pays qui adhéreront
à l'Union. En tout état de cause, la mise en place
d'un contrôle uniforme requerra une directive
européenne, cette matière ressortissant à la
compétence des ministres de la Justice.

02.03 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): Is er op

Europees niveau aandacht voor dit probleem?

02.03 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): S'est-

on penché sur le problème au niveau européen ?

29/01/2002

CRABV 50

COM 645

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

02.04 Minister Charles Picqué (Nederlands): Ik

veronderstel dat de minister van Justitie daarvoor
aandacht heeft. We moeten trouwens wachten tot
alle landen over een databank beschikken.

02.04 Charles Picqué, ministre (en néerlandais):

Je suppose que le ministre de la Justice s'intéresse
à cette question. Nous devons d'ailleurs attendre
que tous les pays disposent d'une banque de
données.

02.05 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): Het

gaat dus om een toenemend probleem, waar
gelukkig ook steeds meer aandacht aan wordt
besteed.

02.05 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): Il s'agit

d'un problème toujours plus aigu mais auquel on
s'intéresse heureusement de plus en plus.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

03 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de

minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid,
over "de resultaten van de NIS-enquête"
(nr. 6151)

03 Question de Mme Simonne Creyf au ministre

de l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur "les
résultats de l'enquête menée par l'INS" (n° 6151)

03.01 Simonne Creyf (CD&V): Het Nationaal

Instituut voor de Statistiek (NIS)-onderzoek blijft ons
zorgen baren. De minister sloeg onze vroegere
waarschuwingen in de wind, vandaag worden we
geconfronteerd met 20 procent onbeantwoorde
formulieren.

Wie draagt de verantwoordelijkheid van het feitelijke
falen van het onderzoek, iets wat de NIS-top
toegeeft in de pers. Hoeveel heeft het onderzoek
gekost? Beseft de minister dat een aangetekend
schrijven aan de weigeraars sociaal zwakkeren
geen zoden aan de dijk zal brengen? Stuurt hij in
dat geval enquêteurs op pad? Men zou zelfs een
aantal dossiers naar het parket sturen. Hebben die
nog geen werk genoeg? Kan men weigeringen niet
administratief afhandelen? Gaat de minister ermee
akkoord dat toekomstige bevolkingstellingen beter
met de klassieke enquêteurs worden uitgevoerd?

03.01 Simonne Creyf (CD&V): L'enquête de l'INS

continue de nous préoccuper. Le ministre n'a eu
cure des avertissements que nous avons lancés
précédemment. Or, nous constatons aujourd'hui
que 20% des formulaires n'ont pas été renvoyés.

Le fonctionnaire dirigeant de l'INS a admis dans la
presse que cette enquête avait échoué. Qui
endosse la responsabilité de cet échec ? Combien
cette enquête a-t-elle coûté ? Le ministre a-t-il
conscience que l'envoi d'une lettre recommandée
aux personnes, socialement défavorisées, ayant
refusé de répondre revient à poser un emplâtre sur
une jambe de bois ? En l'occurrence, le ministre
envoie-t-il des enquêteurs ? Un certain nombre de
dossiers devraient être envoyés aux parquets. Ces
derniers n'ont-ils déjà pas suffisamment de chats à
fouetter ? Ne pourrait-on pas traiter
administrativement les refus ? Le ministre pense-t-il
également qu'il serait préférable que des
enquêteurs se chargent classiquement des
prochains recensements de population?

03.02 Minister Charles Picqué (Nederlands): Op

de verantwoording van de enquête kom ik nu niet
meer terug. Een antwoordgraad van 83 procent vind
ik zeer bevredigend. Bij de non-respondenten zitten
naast de vrijgestelden ook verstrooide mensen en
de onvermijdelijke principiële weigeraars.

Van de 9,5 miljoen verstuurde formulieren kwamen
er al 7,9 miljoen terug, net geen 83 procent dus. De
NIS-directie heeft nooit gezegd dat de enquête
nutteloos zou zijn. Wel is het resultaat verfijnder
naarmate de respons groter is. Om de gegevens te
kunnen behandelen volstaat een respons van 70
procent al. Er komen trouwens nog steeds

03.02 Charles Picqué, ministre (en néerlandais):

Je ne reviendrai plus sur la pertinence de l'enquête.
Un taux de réponse de 83 pour cent me paraît très
satisfaisant. Parmi ceux qui n'ont pas répondu, on
retrouve, outre les personnes dispensées, les
distraits et l'inévitable segment de la population qui
formule des objections de principe.

Parmi les 9,5 millions de formulaires envoyés, 7,9
millions nous sont revenus complétés, soit juste un
peu moins de 83 pour cent. La direction de l'INS n'a
jamais prétendu que l'enquête serait inutile. Il est
certain que plus la réponse est importante, plus on
peut en affiner le résultat. Un taux de 70 pour cent
de réponse permet déjà de traiter les données. Du

CRABV 50

COM 645

29/01/2002

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

antwoorden binnen, en zo nodig kunnen de statistici
extrapolaties uitvoeren.

Niet iedereen zal de enquête teruggestuurd hebben,
omdat een aantal personen vrijgesteld of langdurig
afwezig is. We kunnen echter zeker niet over een
falen spreken. In Zwitserland waar veel meer geld
aan de volkstelling werd besteed, had men in 2000
een antwoordgraad van 86 procent. Ons resultaat is
dus niet slecht.

De geraamde totale kosten bedragen 22,5 miljoen
euro.

We schenken bijzonder veel aandacht aan de
zwakkere groepen. Wie zich op het gratis nummer
of bij het OCMW heeft gemeld, zal geen
aangetekend schrijven ontvangen. De
aangetekende brief vermeldt nog eens dat men
gratis de hulp van een enquêteur kan krijgen.

Nadat de personen die nog niet hadden
geantwoord, zijn bezocht, zal moeten worden
bekeken wat er zal gebeuren inzake de non-
respons. Er is daarover nog niets beslist, maar het
is sowieso een strafbaar feit. De mogelijkheid tot
het heffen van administratieve boetes is niet bij wet
geregeld.

reste, les réponses continuent à rentrer et les
statisticiens peuvent, au besoin, effectuer des
projections.

Certes, l'ensemble de la population ne renverra pas
l'enquête, dans la mesure où un certain nombre de
personnes étaient dispensées ou absentes pour
une longue durée. Nous ne pouvons toutefois pas
parler d'échec. En Suisse, un pays qui consacre
beaucoup plus d'argent au recensement, le taux de
réponse était de 86 pour cent en 2000. Notre
résultat n'est donc pas mauvais.

Le coût total est estimé à 22,5 millions d'euros.

Nous accordons une importance toute particulière
aux groupes plus vulnérables. Les personnes qui se
sont fait connaître par l'intermédiaire du numéro
gratuit ou du CPAS ne recevront pas de courrier
recommandé. La lettre recommandée stipule, une
fois encore, qu'il est possible d'obtenir gratuitement
l'aide d'un enquêteur.

Après avoir rendu visite aux personnes qui n'ont
pas encore répondu, il faudra examiner quelle
procédure nous adopterons à l'égard de celles qui
n'ont pas répondu. Nous n'avons encore pris
aucune décision à ce sujet mais le fait peut être
considéré comme punissable. La loi ne prévoit pas
la possibilité d'infliger des amendes administratives.

Volgens artikel 9 van de wet betreffende de
openbare statistiek is de enquête van 2001
eenmalig. Deze enquête zal als basis voor
toekomstige onderzoeken dienen. De gekozen
procedure voor de uitvoering van het onderzoek
betekent een aanzienlijke besparing.

Ik ben tevreden over het bereikte resultaat. Het
onderzoek ging van start in een sfeer van
wantrouwen vanwege de burgers. Ik ben er zeker
van dat de resultaten van de enquête voor
wetenschappelijk onderzoek zullen kunnen worden
gebruikt.

La loi relative à la statistique publique prévoit, en
son article 9, qu'il sera procédé à une enquête
socio-économique en 2001. Cette enquête ne sera
donc pas répétée, et servira de base à des études
futures. La procédure retenue pour la réalisation de
l'enquête permet de faire des économies
substantielles.

Je me félicite du résultat obtenu. L'enquête a été
lancée dans un climat de méfiance auprès des
citoyens. Je suis certain que ses résultats pourront
être mis à profit à des fins scientifiques.

03.03 Simonne Creyf (CD&V): Zo een enquête

heeft pas nut als de respons massaal is. Als 20
percent van de formuleren niet terugkomt, wordt het
nut al veel geringer, dat geeft ook het NIS toe. De
enquête werd stuntelig voorbereid en dat verhelp je
nu niet met repressie. Ook de administratieve
boetes zijn trouwens niet geregeld. De regering
geeft hier weer een staaltje van onbehoorlijk
bestuur.

03.03 Simonne Creyf (CD&V): Une enquête

comme celle-ci est utile si la population y répond
massivement. Si 20 pour cent des questionnaires
ne sont pas renvoyés, le degré d'utilité de l'enquête
est fortement réduit, ce que l'INS admet d'ailleurs.
L'enquête a été préparée maladroitement et ce
n'est pas en recourant à la répression qu'on
gommera ce faux départ. La question des amendes
administratives n'est toujours pas réglée non plus.
Ce dossier n'est qu'un énième exemple de la
gabegie caractéristique de ce gouvernement.

29/01/2002

CRABV 50

COM 645

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

04 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de

minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid,
over "de audit van de Koninklijke
Muntschouwburg" (nr. 6152)

04 Question de Mme Simonne Creyf au ministre

de l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur
"l'audit du Théâtre royal de la Monnaie" (n° 6152)

04.01 Simonne Creyf (CD&V): Op 8 oktober 2001

beloofde de minister dat onze commissie de audit
van de Koninklijke Muntschouwburg zou kunnen
inkijken. Waarom hebben we die audit, die al een
tijdje bestaat, nog steeds niet gekregen? Wat zijn
de belangrijkste bevindingen van de audit en hoe
houdt de Munt daar rekening mee?

04.01 Simonne Creyf (CD&V): Le 8 octobre

dernier, le ministre nous avait promis que notre
commission pourrait prendre connaissance de
l'audit du Théâtre royal de la Monnaie. Pourquoi cet
audit, finalisé il y a quelque temps déjà, ne nous a-t-
il toujours pas été communiqué ? Quelles sont les
principales conclusions de l'audit, et de quelle
manière sont-elles prises en compte par le Théâtre
royal de la Monnaie ?

04.02 Minister Charles Picqué (Nederlands):

Vanzelfsprekend krijgt u het hele auditrapport. Het
verslag bevat drie grote richtlijnen. De eerste is de
noodzaak om de opdracht van de Munt in meer
concrete termen te definiëren teneinde het succes
te waarborgen. De opdrachten van de Munt moeten
expliciet geclassificeerd worden en hiërarchisch
ingedeeld worden. Dit zou duidelijker zijn voor het
personeel, maar het zou ook duidelijk de prioriteiten
inzake de aanwending van middelen vaststellen.

04.02 Charles Picqué, ministre (en néerlandais):

Bien entendu, vous recevrez le rapport intégral de
l'audit. Ce rapport s'articule autour de trois lignes de
force. La première est la nécessité de définir plus
concrètement la mission de la Monnaie afin de
garantir son succès. Il convient de classifier
explicitement et de hiérarchiser les missions
confiées à la Monnaie. Cela présenterait l'avantage
d'une plus grande transparence vis-à-vis du
personnel, et d'une plus grande clarté quant aux
priorités pour l'affectation des moyens disponibles.

De eerste opdracht van de Munt is het brengen van
opera's. De Munt besteedt hieraan 80 percent van
haar middelen. Daarnaast organiseert zij ook
dansopvoeringen en symfonische concerten.

De tweede opdracht van de Munt is om de opera
voor een breder publiek toegankelijk maken.

De derde opdracht is de ontdekking van nieuw
talent.

De vierde opdracht is aan haar personeel een
dynamische en motiverende werkomgeving bieden.

Inzake dit laatste punt suggereerde de audit aan de
directie haar beleid te herzien en een sociale balans
te ontwikkelen die jaarlijks aan personeel en
vakbonden zou worden voorgesteld.

De tweede grote richtlijn van het verslag betreft de
evaluatie van de financiële situatie. Het verslag
toont een verhoging van de vaste kosten met op
lange termijn het risico van slinkende middelen voor
producties. De studie suggereert hier andere
tariefbepalingen van plaatsen en een groter
financieel evenwicht bij nevenactiviteiten, zoals de
boekwinkel.

La mission première de la Monnaie est l'opéra,
auquel elle consacre 80 pour cent de ses moyens.
Par ailleurs, elle organise aussi des représentations
de danse et des concerts symphoniques.

Sa seconde mission consiste à rendre l'opéra
accessible à un public plus large.

Sa troisième mission est la découverte de

nouveaux talents.

Sa quatrième mission consiste à offrir à son
personnel un environnement de travail dynamique
et motivant.
En ce qui concerne ce dernier point, l'audit suggère
à la direction de revoir sa politique et de développer
un bilan social qu'elle soumettrait chaque année au
personnel et aux syndicats.

La deuxième ligne de force importante du rapport
concerne l'évaluation de la situation financière. Le
rapport indique une hausse des coûts fixes, avec à
long terme le risque d'une diminution des moyens
affectés aux productions. D'après l'étude, le prix
des places devrait être adapté tandis qu'il faudrait
améliorer l'équilibre financier des activités connexes
telles que la librairie.

CRABV 50

COM 645

29/01/2002

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

De derde grote richtlijn betreft de organisatie van de
Koninklijke Muntschouwburg. De studie toont
duidelijke functiestoornissen aan in de interne
communicatie, de verhoudingen tussen het
personeel en de hiërarchie, maar ook bij de
decorontwerpen en de personeelsvorming. De
studie suggereert ter zake de beslissingsautonomie
van sommige personeelsleden te verhogen en de
vormingsprogramma's voor personeel te
intensifiëren.

Dit is een korte samenvatting van de grote lijnen
van dit verslag. Uiteraard is deze studie een zeer
interessante bron van ideeën. Mijn kabinet en de
directie van de Munt zijn reeds samengekomen en
hebben ook al een nieuwe ontmoeting gepland,
zodat de directie snel concrete voorstellen zal
kunnen formuleren. Deze hervorming wordt echter
een proces op lange termijn, omdat het ook een
echte mentaliteitswijziging inhoudt. We menen
echter dat de studie zeer belangrijk was om de
leemten vast te stellen en om mogelijke stoornissen
te verhelpen.

La troisième grande ligne de force concerne
l'organisation du Théâtre royal de la Monnaie.
L'étude met en évidence des problèmes de
fonctionnement dans la communication interne, les
relations entre le personnel et la hiérarchie, mais
aussi en ce qui concerne les projets de décor et la
formation du personnel. L'étude suggère à ce
propos d'accroître l'autonomie de décision de
certains membres du personnel et d'intensifier les
programmes de formation destinés au personnel.

Voici, en résumé, les grandes lignes de ce rapport.
Cette étude est, bien entendu, une source d'idées
particulièrement intéressante. Mon cabinet et la
direction de la Monnaie se sont réunis et ont décidé
de se revoir pour que la direction puisse rapidement
formuler des propositions concrètes. Cette réforme
constitue cependant un processus à long terme,
impliquant un véritable changement de mentalités.
A notre sens, cette étude était cependant
particulièrement utile pour repérer les lacunes et
remédier aux difficultés éventuelles.

04.03 Simonne Creyf (CD&V): De audit is dus een

interessant document geworden over de opdracht,
de financiering en de reorganisatie van de Munt.
Het rapport mag niet in de la blijven liggen. Het mag
ook niet bij wat oppervlakkig remediëren blijven.

04.03 Simonne Creyf (CD&V): L'audit est donc un

document qui comporte des données intéressantes
concernant la mission, le financement et la
réorganisation du Théâtre royal la Monnaie. Le
rapport ne peut rester lettre morte ni déboucher sur
des mesures superficielles.

04.04 Minister Charles Picqué (Nederlands): De

hervormingen zullen op hun beurt permanent
moeten worden geëvalueerd.

04.04 Charles Picqué , ministre (en néerlandais) :

Les réformes devront à leur tour faire l'objet d'une
évaluation permanente.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

05 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de

minister van Economie en Duurzame
Ontwikkeling, belast met het Grootstedenbeleid,
over "de premie voor zaalwachters in de
wetenschappelijke instellingen" (nr. 6170)

05 Question de Mme Simonne Creyf au ministre

de l'Energie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur "la
prime promise aux gardiens dans les
établissements scientifiques" (n° 6170)

05.01 Simonne Creyf (CD&V): De overheid

kondigde in juli 2001 aan iets te willen doen voor
zaalwachters in wetenschappelijke instellingen. Wie
zijn bewakingsbrevet haalde, zou per 1 december
2001 een maandelijkse premie van 1.268 frank
ontvangen. Die belofte is nog steeds niet in een
reglement omgezet. De zaalwachters hebben dus
ook niets op hun loonbriefje gezien. Ondertussen
worden ze weggekaapt door privé-
bewakingsfirma's, waardoor voor de
wetenschappelijke instellingen een tekort dreigt.
Hoe ver staat het met de regeringsbelofte?

05.01 Simonne Creyf (CD&V): En juillet 2001, le

gouvernement avait annoncé son intention de faire
un geste en faveur des gardiens dans les
établissements scientifiques. Les gardiens qui
décrocheraient leur brevet percevraient, à compter
du 1

décembre 2001, une prime mensuelle de

1.268 francs belges. Or le gouvernement n'a
toujours pas traduit cette promesse dans un
règlement. Par voie de conséquence, les gardiens
n'ont pas bénéficié d'une majoration salariale. Et en
attendant, ils sont débauchés par des sociétés de
gardiennage privées si bien que les établissements
scientifiques risquent bientôt de manquer de
gardiens. Où en est la concrétisation de la mesure

29/01/2002

CRABV 50

COM 645

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

promise par le gouvernement ?

05.02 Minister Charles Picqué (Nederlands): Op

20 december 2000 werd beslist dat
vertegenwoordigers van de minister van
Wetenschappelijk Onderzoek een voorstel over de
herwaardering van de zaalwachters zouden
formuleren. Op 1 juni 2001 heb ik het volgende
voorstel goedgekeurd: museumzaalwachters
worden gelijkgesteld met ambtenaren van niveau 3.
Het loopbaanbewijs wordt vervangen door een
examen, dat de lopende beroepsopleiding afsluit en
de bewakers afstemt op de wet van 9 juni 1999. De
ambtenaren die niet slagen, blijven in niveau 4. Er
wordt een beroepsopleidingspremie ingesteld van
24,79 euro voor ambtenaren van niveau 3.

Momenteel is er een specifieke opleiding voor
federale museumzaalwachters aan de gang.

Het dossier volgt de weg van de administratieve en
budgettaire controle. Dat de particuliere sector
ondertussen geslaagde zaalwachters zal komen
wegkapen, lijkt me fel overdreven.

05.02 Charles Picqué , ministre (en néerlandais):

Le 20 décembre 2000, il a été décidé que les
représentants du ministre de la Recherche
scientifique formuleraient une proposition visant à
revaloriser le statut des gardiens de salles de
musée. Le 1

juin 2001, j'ai approuvé une

proposition assimilant les gardiens de salles de
musée aux agents de l'Etat de niveau 3.
L'attestation de carrière sera remplacée par un
examen qui ponctuera la formation professionnelle
en cours et adaptera le statut des gardiens à la loi
du 9 juin 1999. Les agents qui ne réussissent pas
cet examen resteront au niveau 4. Il est instauré
une prime de formation de 24,79 euros au bénéfice
des agents de niveau 3.

Actuellement, une formation spécifique destinée
aux gardiens de musée fédéraux est en cours.

Le dossier suit la voie du contrôle administratif et
budgétaire. Il me paraît très exagéré d'affirmer que
le secteur privé débauchera les gardiens lauréats
de l'examen.

05.03 Simonne Creyf (CD&V): Het nieuwe

reglement is dus " ergens" administratief onderweg.
Men komt zijn belofte niet na tegenover mensen die
de moeite hebben gedaan om cursussen te volgen.
Zo kun je toch geen mensen motiveren.

05.03 Simonne Creyf (CD&V): Le nouveau

règlement suit donc son cheminement administratif.
Les engagements pris à l'égard des personnes qui
ont pris la peine de suivre des cours ne sont pas
respectés. Il est difficile dans ces conditions de
motiver le personnel.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

06 Samengevoegde vragen van

- de heer Peter Vanvelthoven aan de minister van
Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid, over "de ijking
van multanova's" (nr. 6199)
- de heer Jos Ansoms aan de minister van
Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid, over "de
homologatie van controle-apparaten door de
dienst voor Metrologie" (nr. 6237)

06 Questions jointes de

- M. Peter Vanvelthoven au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur
"l'étalonnage des multanova" (n° 6199)
- M. Jos Ansoms au ministre de l'Economie et de
la Recherche scientifique, chargé de la Politique
des grandes villes, sur "l'homologation des
appareils de contrôle par le Service de la
Métrologie" (n° 6237)

06.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): In juni 2001

werd vastgesteld dat de firma Zenitel ingebouwde
multanova's 9F aan politiediensten had verkocht,
zonder dat hiervoor een specifieke homologatie was
afgeleverd. Deze multanova's werden
teruggeroepen door de firma, maar de
politiediensten wachten vandaag nog steeds op hun
toestellen. Ze zouden onlangs gehomologeerd zijn
en binnenkort geijkt worden door de dienst
metrologie.

De betrokken politiediensten hebben dus al zes

06.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): En juin 2001, il

a été constaté que la société Zenitel avait vendu
des Multanova 9F intégrés à des services de police,
sans homologation spécifique. Ces Multanova ont
été rappelés par la société, mais les services de
police attendent toujours de récupérer leurs
appareils. Ceux-ci auraient été homologués
récemment et devraient être étalonnés sous peu
par le service de métrologie.

De ce fait, les services de police concernés n'ont pu

CRABV 50

COM 645

29/01/2002

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

maanden geen snelheidscontroles kunnen
uitvoeren. De firma Zenitel verwijst inzake naar de
lange homologatie- en ijkingsperiode naar het
ministerie van Binnenlandse Zaken en het
ministerie van Economische Zaken.

Waarom sleept de homologatie en ijking van de
multanova's zo lang aan? Mochten de ingebouwde
multanova's 9F in 1996 al op de markt worden
gebracht en door de politiediensten worden gebruikt
na de nieuwe richtlijnen van 1998? Wanneer zal de
definitieve ijking van de toestellen klaar zijn?

effectuer des contrôles de vitesse depuis six mois.
En ce qui concerne la durée de la période
d'homologation et d'étalonnage, la société Zenitel
renvoie au Ministère des Affaires Intérieures et au
Ministère des Affaires Économiques.

Comment se fait-il que l'homologation et
l'étalonnage des Multanova se fassent attendre
aussi longtemps

? Les Multanova 9F intégrés

pouvaient-ils déjà être commercialisés en 1996 et
utilisés par les services de police, eu égard aux
nouvelles directives de 1998 ? Quand les appareils
seront-ils définitivement étalonnés?

06.02 Jos Ansoms (CD&V): Na klachten van het

Vlaams Gewest over de homologatie en ijking van
onbemande camera's door het ministerie van
Economische Zaken drong de premier aan op een
snelle oplossing. Ondertussen worstelen
verschillende gemeenten met het probleem, maar
de eerste minister "vergat" alvast groen licht te
geven voor de ingebruikname van de camera's.
Verschillende ministers verwijzen naar de
verantwoordelijkheid van minister Picqué over de
camera's.

Welke apparaten worden door de diensten van
Economische Zaken gehomologeerd en geijkt?
Hoeveel percent van het jaarlijks aantal verwerkte
apparaten betreft verkeersapparaten? Hoeveel
personen werken er bij de diensten voor
homologatie en ijking? Hoe lang duurt een
homologatie of ijking van een onbemande camera,
van een multanova of een speed gun, van een
ademtoestel?

Worden de verschillende soorten toestellen
verwerkt door verschillende specialisten? Hoeveel
specialisten zijn er voor verkeersapparaten?
Hoeveel percent is dat op het totaal?

Voor hoeveel camera's loopt de procedure?
Hoeveel aanvragen zijn er van de Gewesten en
hoeveel van de steden en gemeenten?

06.02 Jos Ansoms (CD&V): A la suite de plaintes

formulées par la Région flamande concernant
l'homologation et l'étalonnage des radars
automatiques par le ministère des Affaires
économiques, le premier ministre a insisté pour
qu'une solution soit rapidement trouvée. Entre-
temps, diverses communes sont confrontées à ce
problème mais le premier ministre a "omis"
d'autoriser la mise en service de ces radars.
Plusieurs ministres invoquent la responsabilité du
ministre Picqué en ce qui concerne les caméras.

Quels appareils les services du ministère des
Affaires économiques homologuent-t-ils et
étalonnent-t-ils ? Quel pourcentage les appareils
destinés au contrôle de la circulation représentent-
ils dans ce cadre ? Quel est l'effectif du personnel
du service d'homologation et d'étalonnage ?
Combien de temps prend l'homologation ou
l'étalonnage d'un radar automatique, d'un
multanova, d'un speed gun ou d'un éthylomètre ?

Existe-t-il des spécialistes pour chaque type
d'appareil? Combien de spécialistes s'occupent des
appareils servant dans le cadre du contrôle de la
circulation routière ? Quel pourcentage cela
représente-t-il par rapport à l'ensemble des
spécialistes ?

Pour combien de radars la procédure est-elle
actuellement en cours ? Combien de demandes les
Régions, les villes et les communes ont-elles
introduites ?

06.03 Minister Charles Picqué (Nederlands):

Voor de duidelijkheid zet ik de bestaande
procedures en termen even op een rij.

Op dit ogenblik worden in het wegverkeer slechts
snelheidsmeters ingezet voor de detectie van
overdreven snelheid en het negeren van een
stoplicht. Beide soorten worden gemeenzaam
bestempeld als onbemande camera's.

06.03 Charles Picqué, ministre (en néerlandais):

Pour que les choses soient claires, je me propose
de passer rapidement en revue les différentes
procédures existantes.

Actuellement, dans le cadre de la circulation
routière, un appareil mesurant la vitesse n'est utilisé
qu'en cas de dépassement de la vitesse maximale
autorisée et de non-respect d'un feu rouge. Dans
les deux cas, l'appareil utilisé est appelé « radar

29/01/2002

CRABV 50

COM 645

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

In navolging van artikel 2 van het KB van 11 oktober
1997 zijn alle snelheidsmeters onderworpen aan de
voorgeschreven ijkprocedure. De ijking van een
meettoestel gebeurt in twee fasen: eerst zijn er
uitgebreide proeven op een basismodel; later, na de
goedkeuring van het model, kan een individueel
toestel worden aangeboden voor de eerste ijking.
Op 19 april 2001 werd voor de multanova 9F een
modelgoedkeuringscertificaat afgeleverd. Bij de
ijking wordt nagegaan of het toestel overeenstemt
met het goedgekeurde model en of het goed werkt.
Bij een positief resultaat wordt een
gebruiksvergunning afgeleverd.

De duur van de goedkeuringsperiode hangt volledig
af van de fabrikant en van de resultaten van de
proeven. Sinds 3 november 1997 mag de fabrikant
slechts nieuwe toestellen op de markt brengen mits
de volledige ijkprocedure werd afgehandeld.

automatique ».

En application de l'article 2 de l'arrêté royal du 11
octobre 1997, tous les appareils mesurant la vitesse
sont soumis à une procédure de vérification. La
vérification d'un appareil de mesure s'effectue en
deux phases : dans un premier temps, il s'applique
à un modèle de base qui est soumis à des tests
approfondis et, dans un deuxième temps, il s'étend
à des appareils individuels. Ainsi, un certificat
d'homologation a été délivré le 19 avril 2001 pour le
modèle de l'appareil multanova 9F. Dans le cadre
de la procédure d'étalonnage des appareils
individuels, les services compétents vérifient la
conformité de ces derniers au modèle homologué
ainsi que son bon fonctionnement. En cas de
résultat positif, une autorisation d'utilisation est
délivrée.

La durée de la procédure d'homologation dépend
du fabricant et des résultats des tests. Depuis le 3
novembre 1997, les fabricants ne sont autorisés à
mettre de nouveaux appareils sur le marché qu'en
cas de clôture définitive de la procédure de
vérification.

Voor snelheidsmeters bij verkeerslichten is ook een
homologatie van de site vereist om aan te tonen dat
de opstelling conform is aan de regelgeving. Die
procedure duurt langer als de site niet in orde is,
want dan moet de aanvrager aanpassingswerken
uitvoeren.

De meettoestellen die voor het verkeer worden
gebruikt en ijking vragen, zijn: taxameters,
tachografen, snelheidsmeters en
ademanalysetoestellen. Het NMI staat hiervoor in.

In principe had men voor de 22 gehomologeerde
sites slechts 44 mandagen nodig, maar in de
praktijk is dat veel meer omwille van de prestaties
die voortdurend van onze diensten worden
verwacht. De administratieve afhandeling wordt op
een gemiddelde van 120 mandagen geschat.

De nieuwe curvometers vragen 120 dagen voor
ijking. Tel daarbij de 60 dagen voor bijkomende
politie-opleiding en de 20 dagen voor het opstellen
van de attesten.

Voor ademanalysetoestellen zijn 94 ijkingdagen
nodig, plus 30 dagen voor de controle van de
spanningsstabilisatoren.

Het herijken van de taxameters vergde 240

En ce qui concerne les tachymètres placés aux feux
de circulation, il faut également faire homologuer le
site afin de démontrer que la configuration est
conforme à la législation. La procédure est plus
longue lorsque le site n'est pas en règle, le
demandeur devant préalablement effectuer des
travaux d'aménagement.

Les appareils de mesure utilisés en matière de
circulation et qui requièrent une vérification sont :
les taximètres, les tachymètres, les compteurs de
vitesse et les éthylomètres. L'INM se charge de
cette opération.

En principe, 44 journées de travail suffisaient pour
les 22 sites homologués mais, dans la pratique, les
délais sont beaucoup plus longs en raison des
prestations qui sont continuellement demandées à
nos services. Le traitement administratif a été
évalué à 120 journées de travail, en moyenne.

Il faut compter 120 jours pour vérifier les nouveaux
curvomètres, auxquels viennent encore s'ajouter 60
jours pour la formation complémentaire des agents
de police et 20 jours pour la rédaction des
attestations.

Pour les éthylomètres, il faut prévoir 94 jours de
vérification, plus 30 jours pour le contrôle des
stabilisateurs de tension.

La vérification des taximètres a requis 240 journées

CRABV 50

COM 645

29/01/2002

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

mandagen, plus 80 dagen voor het testen van
omgebouwde meters ter aanleiding van de
overgang naar de euro.

Al die taken moeten uitgevoerd worden door een
ploeg van zes gespecialiseerde mensen.

Twee nieuwe snelheidsmeters doorlopen
momenteel de procedure van modelgoedkeuring.
Voor drie Vlaamse sites loopt een
homologatieaanvraag: de A12 in Willebroek en in
Londerzeel en de expressweg in Brugge. Er zijn
geen aanvragen van steden en gemeenten.

de travail, plus 80 jours pour tester les appareils
transformés, à l'occasion du passage à l'euro.

Toutes ces missions doivent être réalisées par une
équipe de six spécialistes.

Deux nouveaux indicateurs de vitesse sont
actuellement soumis à la procédure d'approbation
de modèle. Une homologation est en cours pour
trois sites flamands, à savoir l'A12 à Willebroek et à
Londerzeel et la voie expresse à Bruges. Aucune
demande n'émane des villes et des communes.

06.04 Peter Vanvelthoven (SP.A): Ik heb op mijn

concrete vragen geen echt antwoord gekregen.
Waarom werden de multanova's teruggeroepen?
Was dat omdat het individuele model niet conform
was met het goedgekeurd basismodel? Hebben de
gemeenten de hele periode gerechtvaardigd
gebruik gemaakt van niet-conforme toestellen?
Wanneer zullen de teruggeroepen toestellen
effectief geijkt zijn?

06.04 Peter Vanvelthoven (SP.A): Je n'ai pas

obtenu de véritable réponse à mes questions
concrètes. Pourquoi les appareils multanova ont-ils
été retirés ? La raison en est-elle que le modèle
individuel n'était pas conforme au modèle de base
agréé ? Les communes ont-elles, pendant toute
cette période, utilisé légitimement des appareils
non-conformes ? Quand les Multanova retirés
seront-ils étalonnés ?

06.05 Jos Ansoms (CD&V): De minister zegt dat er

zes personen op de betrokken dienst werken. Als je
rekent op 180 mandagen per persoon en per jaar,
kan je makkelijk afleiden uit de cijfers van de
minister dat zij heel weinig toestellen zullen kunnen
ijken. Het KB op de normering van de digitale
camera's moet nog verschijnen en daarna moeten
de homologatie en de ijking nog gebeuren. Hoe
denkt de minister deze procedure vol te houden
wanneer de plannen inzake snelheidscontroles en
onbemande camera's van minister Durant en
minister Stevaert worden doorgevoerd?

06.05 Jos Ansoms (CD&V):Le ministre dit que six

personnes travaillent dans le service concerné. Si
vous comptez 180 journées de travail par personne
et par année, vous pouvez facilement inférer des
chiffres avancés par le ministre qu'ils pourront
homologuer très peu d'appareils. L'arrêté royal
fixant les normes auxquelles devront satisfaire les
caméras digitales n'est pas encore paru et, ensuite,
il faudra encore procéder à leur homologation et à
leur étalonnage. Comment le ministre croit-il
pouvoir continuer à suivre cette procédure si les
plans de la ministre Durant et du ministre Stevaert
en matière de contrôles de la vitesse des véhicules
et en matière de caméras automatiques sont mis en
oeuvre ?

06.06 Minister Charles Picqué (Nederlands): Er

waren inderdaad een aantal aanpassingen aan het
oorspronkelijke multanova-model noodzakelijk en
dit verklaart de lange procedure. We kunnen nu
eenmaal geen gebruik maken van niet-
gehomologeerde toestellen.

06.06 Charles Picqué, ministre (en néerlandais): Il

était effectivement nécessaire d'apporter une série
d'adaptations au modèle original du multanova et
c'est ce qui explique la longueur de la procédure.

06.07 Peter Vanvelthoven (SP.A): Het

oorspronkelijke toestel was in 1996 goedgekeurd.
Maar blijkbaar voldoet het sinds het voornoemde en
strengere KB van 1997 niet meer aan de richtlijnen.
Eigenlijk had men dus ook in 1997 en 1998 geen
gebruik mogen maken van deze multanova's.

06.07 Peter Vanvelthoven (SP.A):L'appareil

original avait été approuvé en 1996. Mais,
visiblement, il ne répond plus aux normes depuis
l'entrée en vigueur de l'arrêté royal de 1997 précité
qui est plus sévère. En réalité, on n'aurait pas dû
utiliser ces multanova en 1997 et en 1998.

06.08 Minister Charles Picqué (Nederlands): Ik

bevestig dat wij zes personen in dienst hebben; dat
is inderdaad mogelijks te weinig. Dat is echter niet
de kern van het probleem. De les die we hieruit

06.08 Charles Picqué, ministre (en néerlandais):

Je confirme que nous avons six personnes en
service. C'est vraisemblablement trop peu, en effet.
Mais ce n'est pas le fond du problème. La leçon que

29/01/2002

CRABV 50

COM 645

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

moeten trekken, is dat wij zouden moeten
overleggen over het efficiënter maken van een
procedure. Ik betreur dat er op het politieke niveau
geen overlegmechanismen zijn.

nous devrions tirer de cette affaire, c'est qu'il faut se
concerter pour accroître l'efficacité des procédures.
Je déplore l'absence de tout mécanisme de
concertation au niveau politique.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

07 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan

de minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid,
over "de federale commissie voor het
zeehavenbeleid" (nr. 6236)

07 Question de M. Karel Van Hoorebeke au

ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes, sur "la commission fédérale de la politique
des ports maritimes" (n° 6236)

07.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Op 13

januari 1999 werd bij wetsvoorstel de oprichting van
een Federale Commissie voor het zeehavenbeleid
goedgekeurd. De commissie moet permanent
overleg tussen de federale overheid en de
zeehavens mogelijk maken. Drie jaar later is deze
commissie nog steeds niet opgericht. De diensten
van de minister zeggen daar nu volop mee bezig te
zijn. Er zouden ook twee KB's in voorbereiding zijn.

Wat is de stand van zaken? Waarom laat de
oprichting van de commissie zo lang op zich
wachten?

07.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): La

proposition de loi instituant une Commission
fédérale de la politique des ports maritimes a été
adoptée le 13 janvier 1999. Cette Commission est
censée permettre une concertation permanente
entre les autorités fédérales et les ports maritimes.
Après trois ans, la mise en place de cette
Commission fédérale se fait toujours attendre. Les
services du ministre affirment que le dossier est en
chantier. Deux arrêtés royaux seraient également
en préparation.

Quel est l'état d'avancement de ce dossier ?
Pourquoi l'installation de la commission tarde-t-elle
à ce point?

07.02 Minister Charles Picqué (Nederlands): Om

eerlijk te zijn ben ik pas sinds enige tijd op de
hoogte van het feit dat er zo'n commissie moest
komen. Hoewel deze commissie naar mijn mening
een belangrijk forum is voor het bespreken van
problemen, moet ik vaststellen dat u de eerste bent
die mijn aandacht daarop vestigt. Ik verzeker u dat
ik meteen alles heb gedaan voor een snelle
activering van de commissie.

Mijn administratie ontving daartoe mijn opdrachten.
Op 31 januari vindt een interkabinettenwerkgroep
plaats met het kabinet van minister Durant. De
werkingsmiddelen werden al ingeschreven in de
begroting 2002. Zodra er een akkoord is met het
kabinet van minister Durant zal de commissie
worden samengesteld en geïnstalleerd.

07.02 Charles Picqué , ministre (en néerlandais):

Pour être honnête, cela ne fait pas très longtemps
que je suis au courant de la mise sur pied d'une
telle commission. Bien que j'estime qu'elle constitue
un forum important pour discuter de certains
problèmes, je dois bien constater que vous êtes le
premier à attirer mon attention sur ce point. Je puis
vous assurer que j'ai aussitôt fait le maximum pour
que cette commission entame rapidement ces
travaux.

Mon administration a été informée des missions
que je lui ai confiées en la matière. Le 31 janvier se
tiendra un groupe de travail intercabinets avec le
cabinet de la ministre Durant. Les frais de
fonctionnement ont été inscrits au budget 2002.
Dès la conclusion d'un accord avec le cabinet de la
ministre Durant, la commission sera constituée et
installée.

07.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Ik waardeer

de eerlijkheid van de minister. Toch vind ik het
moeilijk aanvaardbaar dat er drie jaar voorbij zijn
gegaan vooraleer er iets werd ondernomen. Ik
vertrouw erop dat daar nu verandering in zal komen
en dat in de nodige middelen zal worden voorzien.

07.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Bien que

j'apprécie l'honnêteté du ministre, je puis
difficilement admettre que trois années se soient
écoulées avant qu'une initiative voie le jour. J'ose
toutefois espérer qu'un changement puisse à
présent intervenir et que les moyens nécessaires
seront dégagés.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

CRABV 50

COM 645

29/01/2002

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2001

2002

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

08 Vraag van de heer Peter Vanhoutte aan de

minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid,
over "het internetabonnement van Telenet"
(nr. 6271)

08 Question de M. Peter Vanhoutte au ministre

de l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur
"l'abonnement internet de Telenet" (n° 6271)

08.01 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):

Telenet besloot de prijzen van zijn
kabelabonnementen te verhogen van 37,16 naar
41,95 euro. De invoering van de euro zou daar
verantwoordelijk voor zijn. Hoe kan dat nu? De euro
mocht toch niet tot prijsverhogingen leiden? Zal
hiertegen worden opgetreden?

België is zeker geen koploper inzake
internetaansluitingen: slechts 1 gezin op 5 is
aangesloten. Dat heeft onder meer met de
abonnementsprijs te maken, dat geven ook de
providers toe. Met zijn prijsverhoging maakt Telenet
de digitale drempel nog wat hoger. Wat zal de
minister ondernemen om de toegang tot het net te
vergemakkelijken?

08.01 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):

Telenet a décidé de faire passer le prix de ses
abonnements internet de 37,16 à 41,95 euros.
Cette hausse serait due à l'introduction de l'euro.
Comment est-ce possible

? L'euro ne devait

pourtant pas faire augmenter les prix ? Va-t-on
prendre des mesures en la matière ?

La Belgique est loin d'être dans le peloton de tête
des connexions internet

: 1 ménage sur 5

seulement est raccordé et même les fournisseurs
d'accès admettent que le prix des abonnements en
est en partie responsable. En majorant ses tarifs,
Telenet relève encore le seuil digital. Que compte
faire le ministre pour faciliter l'accès au net ?

08.02 Minister Charles Picqué (Nederlands):

Ondernemingen kunnen hun prijzen bij de overgang
naar de euro aanpassen, maar ze moeten dit,
indien ze een omzet van meer dan 300 miljoen
frank hebben, melden aan de prijzendienst, uiterlijk
op de eerste dag van de toepassing ervan. Telenet
heeft de prijzendienst nog niet ingelicht, maar past
zijn nieuwe prijzen ook nog niet toe.

De evolutie van de prijsniveaus wordt regelmatig
onderzocht. De resultaten ervan zijn geruststellend.
De resultaten van het laatste onderzoek zullen op
het einde van deze week beschikbaar zijn.

Er bestaat een verband tussen de penetratiegraad
van internet en de aansluitingsprijs. Hoge tarieven
zullen de digitale kloof vergroten. Ik stel voor dat u
deze vraag ook aan minister Daems stelt.

08.02 Charles Picqué, ministre (en néerlandais):

Les entreprises peuvent adapter leurs prix lors du
passage à l'euro mais si leur chiffre d'affaires
dépasse les 300 millions de francs, elles se voient
dans l'obligation de signaler cette adaptation au
service des prix, au plus tard le premier jour
d'application des nouveaux prix. Telenet n'a pas
encore informé le service des prix mais n'applique
pas encore ses nouveaux tarifs.

L'évolution du niveau des prix est régulièrement
examinée. Les résultats qui en ressortent sont
rassurants. Ceux de la dernière enquête seront
disponibles à la fin de cette semaine.

Il existe un lien entre le taux de pénétration de
l'internet et le prix de raccordement. Les tarifs
prohibitifs renforceront le fossé digital. Je vous
invite donc à poser cette question au ministre
Daems.

08.03 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Het

probleem is dat de euro wel degelijk een
inflatiebeweging veroorzaakt. Er is geen
economisch probleem an sich , de euro zelf
veroorzaakt de prijsstijgingen.

08.03 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Le

problème est que le passage à l'euro provoque
réellement une poussée inflationniste. Il n'y a pas à
proprement parler de problème économique mais
l'euro donne lieu à une hausse des prix.

08.04 Minister Charles Picqué (Nederlands) Ik

heb altijd benadrukt dat de geloofwaardigheid van
de euro afhangt van de controle op de inflatie.
Sommige handelaars gaan wél in de fout, maar het
fenomeen blijft beperkt en wij blijven waakzaam ten
aanzien van misbruikers. Het gevaarlijkste moment
is trouwens voorbij, namelijk het moment van de

08.04 Charles Picqué, ministre (en néerlandais):

J'ai toujours souligné que la crédibilité de l'euro
dépendait du contrôle de l'inflation. Certains
commerçants ont bien commis des erreurs mais le
phénomène reste limité et nous restons attentifs
aux abus. Les périodes les plus délicates qui
correspondent à la mise en circulation de l'euro et