KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 642
CRABV 50 COM 642
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
dinsdag mardi
29-01-2002 29-01-2002
09:30 uur
09:30 heures
CRABV 50
COM 642
29/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde vragen van
1
Questions jointes de
1
- de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister
van Justitie over "het rapport van de
'onderzoekscommissie' omtrent Congo" (nr. 6216)
1
- M. Karel Van Hoorebeke au ministre de la
Justice sur "le rapport de la 'commission
d'enquête' concernant le Congo" (n° 6216)
1
- de heer Ferdy Willems aan de minister van
Justitie over "de weigering van inzage van het
Congo-rapport" (nr. 6274)
1
- M. Ferdy Willems au ministre de la Justice sur
"le refus d'autoriser la consultation du rapport sur
le Congo" (n° 6274)
1
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Ferdy
Willems, Marc Verwilghen, minister van
Justitie
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Ferdy
Willems, Marc Verwilghen, ministre de la
Justice
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
minister van Justitie over "het ontbreken van
middelen om psychologische en andere experten
te betalen" (nr. 6248)
3
Question de M. Tony Van Parys au ministre de la
Justice sur "l'absence de moyens pour rémunérer
des experts psychologiques et autres" (n° 6248)
3
Sprekers: Tony Van Parys, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Tony Van Parys, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
minister van Justitie over "de stopzetting van de
labo-tests op de haren in het dossier Dutroux"
(nr. 6264)
4
Question de M. Tony Van Parys au ministre de la
Justice sur "l'arrêt de la procédure d'analyse ADN
des cheveux recueillis dans le cadre de l'affaire
Dutroux" (n° 6264)
4
Sprekers: Tony Van Parys, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Tony Van Parys, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de
minister van Justitie over "de behandeling en de
opvolging van ernstig zieken in de
gevangenissen" (nr. 6272)
6
Question de Mme Karine Lalieux au ministre de la
Justice sur "le traitement et le suivi de personnes
gravement malades en prison" (n° 6272)
6
Sprekers: Karine Lalieux, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Karine Lalieux, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
CRABV 50
COM 642
29/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
COMMISSION DE LA JUSTICE
van
DINSDAG
29
JANUARI
2002
09:35 uur
______
du
MARDI
29
JANVIER
2002
09:35 heures
______
De vergadering wordt geopend om 9.48 uur door de
heer Tony Van Parys, voorzitter.
La séance est ouverte à 9.48 heures par M. Tony
Van Parys, président.
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister
van Justitie over "het rapport van de
'onderzoekscommissie' omtrent Congo"
(nr. 6216)
- de heer Ferdy Willems aan de minister van
Justitie over "de weigering van inzage van het
Congo-rapport" (nr. 6274)
01 Questions jointes de
- M. Karel Van Hoorebeke au ministre de la
Justice sur "le rapport de la 'commission
d'enquête' concernant le Congo" (n° 6216)
- M. Ferdy Willems au ministre de la Justice sur
"le refus d'autoriser la consultation du rapport
sur le Congo" (n° 6274)
01.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): De
werkzaamheden van de Lumumba-commissie zijn
afgerond. De gebeurtenissen in Congo bij het begin
van de jaren '60 worden verder onderzocht. Zo is er
onlangs het boek Weg uit Congo van Peter
Verlinden verschenen.
Ook in de jaren '60 werd hieroveral heel wat
parlementair werk verricht. Er werd een
wetsontwerp inzake het parlementair onderzoek
goedgekeurd en kort daarna werd bij een KB een
onderzoekscommissie opgericht.
Voor deze commissie werd een verslag opgemaakt
met getuigenisverslagen van mensen die uit Congo
naar België vluchtten. Het verslag zou uit vier delen
bestaan. De eerste drie delen zouden de
getuigenisverslagen bevatten, het laatste deel zou
een synthese zijn met politieke besluiten en
aanbevelingen. Zelfs als de minister zich op de
privacywetgeving beroept, zie ik niet in waarom het
laatste deel van het rapport niet kan worden
vrijgegeven. Wat is er trouwens gebeurd met de
aanbevelingen van de onderzoekscommissie?
01.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Les travaux
de la commission Lumumba sont terminés. Les
événements qui ont eu lieu au Congo au début des
années 60 continuent à faire l'objet d'investigations.
Peter Verlinden a par exemple publié récemment
un livre intitulé Weg uit Congo.
Un énorme travail parlementaire avait déjà été
accompli dans les années 60. Un projet de loi relatif
à l'enquête parlementaire avait été adopté. Peu de
temps après, un arrêté royal créait une commission
d'enquête.
Cette commission a rédigé un rapport contenant
des témoignages de personnes qui avaient fui le
Congo pour revenir en Belgique. Ce rapport
contiendrait quatre parties. Les trois premières
parties contiendraient les témoignages alors que la
quatrième partie serait une synthèse des
conclusions et recommandations politiques. Même
si le ministre invoque la loi relative à la protection de
la vie privée, je ne comprends pas pourquoi on ne
peut pas rendre publique la dernière partie du
rapport. Par ailleurs, que sont devenues les
recommandations de la commission d'enquête ?
Is de minister op de hoogte van het bestaan van dit
rapport? Waar bevindt het zich? Heeft de minister
het zelf gelezen? Waarop baseert de minister zich
Le ministre est-il au courant de l'existence de ce
rapport ? Où se trouve-t-il ? Le ministre l'a-t-il lu ?
Sur quels éléments le ministre se fonde-t-il pour en
29/01/2002
CRABV 50
COM 642
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
om de inzage te weigeren? Waarom roept de
minister de bescherming van de privacy in? Kan het
rapport worden vrijgegeven, eventueel aan een
comité dat gebonden is door de
geheimhoudingsplicht?
refuser la consultation
? Pourquoi le ministre
invoque-t-il le respect de la vie privée ? Le rapport
peut-il être communiqué, éventuellement à un
comité tenu au secret ?
01.02 Ferdy Willems (VU&ID): Het bestaan van dit
rapport is eindelijk uitgelekt naar aanleiding van een
studie van Peter Verlinden over Congo. Ik verwijs
naar een artikel erover in De Standaard. Er zouden
slechts drie exemplaren van dat rapport bestaan:
een bij het laatste overlevend lid van de
onderzoekscommissie, een bij Cassatie, een bij
Buitenlandse Zaken. De minister van Buitenlandse
Zaken zou geen bezwaar hebben tegen het
vrijgeven van het rapport, alleen wist hij niet waar
het exemplaar was. Na veel zoekwerk vond men
een rapport terug bij het Hof van Cassatie.
Journalist Verlinden vroeg per brief de toestemming
om dit rapport te kunnen lezen, evenwel met
respect voor de privacy van de betrokkenen. Het
Hof van Cassatie antwoordde dat dit een
confidentieel rapport was, dat niet kon worden
vrijgegeven. De minister van Justitie antwoordde
dat hij de privacywet moet naleven en dat het
slechts een voorlopig rapport betreft op het Hof van
Cassatie.
Een en ander is historisch heel belangrijk. Er is
nood aan objectief wetenschappelijk onderzoek
over ons koloniaal verleden en de
onafhankelijkheidsstrijd van 1960 om dat verleden
eindelijk te kunnen verwerken, zowel in Congo als
in België.
01.02 Ferdy Willems (VU&ID): L'existence de ce
rapport a finalement transpiré dans le cadre d'une
enquête menée par Peter Verlinden sur le Congo.
Je renvoie à un article du journal De Standaard à
ce sujet. Il n'existerait que trois exemplaires de ce
rapport : un exemplaire se trouverait chez le seul
survivant de l'ancienne commission d'enquête,un à
la Cour de cassation et un au département des
Affaires étrangères. Le ministre des Affaires
étrangères ne verrait pas d'objection à la diffusion
de ce rapport mais il ignorait où celui-ci se trouvait.
Au terme de nombreuses recherches, un rapport a
été retrouvé à la Cour de cassation.
Le journaliste Peter Verlinden a demandé, par
lettre, l'autorisation de lire ce rapport, en
s'engageant toutefois à respecter la vie privée des
intéressés. La Cour de cassation a répondu qu'il
s'agissait d'un rapport confidentiel ne pouvant être
rendu public. Le ministre de la Justice a répondu
qu'il devait respecter la loi sur la protection de la vie
privée et qu'il ne s'agit que d'un rapport provisoire
se trouvant à la Cour de cassation.
Tous ces éléments sont historiquement très
importants. Une étude scientifique objective de
notre passé colonial et de la lutte pour
l'indépendance de 1960 est indispensable pour que
la Belgique et aussi le Congo puissent enfin
assimiler ce passé.
Waarom deze geheimzinnigdoenerij? Om
schadeclaims te vermijden misschien?
Ik vraag niet dat de minister zijn voorgangers, die
tot geheimhouding besloten, zou desavoueren,
maar in het belang van de waarheid en het
historisch onderzoek moet er toch maar een
compromisoplossing worden gezocht. Misschien
kan de Commissie ter bescherming van de
persoonlijke levenssfeer hierbij worden betrokken.
Pourquoi tous ces mystères ? Serait-ce pour éviter
des demandes de dommages et intérêts ?
Je ne demande pas au ministre de désavouer ses
prédécesseurs qui ont décidé de garder le secret
mais, dans l'intérêt de la vérité et de la recherche
historique, il conviendrait de trouver une solution de
compromis. Ne pourrait-on faire appel dans ce
cadre à la commission pour la protection de la vie
privée ?
01.03 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):
Het rapport van de voorlichtingscommissie,
opgericht bij KB van 16 juli 1960, bestaat inderdaad
en het bevindt zich bij de eerste voorzitter van het
Hof van Cassatie. Persoonlijk vind ik dat dit rapport
mag worden vrijgegeven, veertig jaar na de feiten.
Ik ken de inhoud echter niet, en daarom vraag ik
over de vrijgave het advies van de
Privacycommissie, aangevuld met specialisten
inzake de media en inzake de Derde Wereld. Bij dat
01.03 Marc Verwilghen , ministre (en
néerlandais): Le rapport de la commission
d'information créée par l'arrêté royal du 16 juillet
1960 existe en effet. Il se trouve chez le premier
président de la Cour de cassation.
Personnellement, j'estime que ce rapport peut être
rendu public, quarante ans après les faits. Je n'en
connais toutefois pas le contenu, c'est pourquoi je
demande l'avis de la commission pour la protection
de la vie privée et de spécialistes des médias et du
CRABV 50
COM 642
29/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
advies zal ik me neerleggen. Aan de getuigen werd
indertijd geheimhouding beloofd en daarom werd
het rapport nooit vrijgegeven.
tiers monde. Je m'inclinerai devant cet avis. À
l'époque, le secret avait été promis aux témoins.
C'est la raison pour laquelle ce rapport n'a jamais
été rendu public.
01.04 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Dit
antwoord komt tegemoet aan mijn verwachtingen.
Het gaat over een zeer belangrijk document. De
toenmalige minister van Justitie Merchiers heeft er
ooit naar verwezen. Ik begrijp dat het moeilijk was
om die gegevens op het moment zelf bekend te
maken, maar nu moet dat toch al mogelijk zijn in
het belang van het historisch onderzoek.
Ik hoop dat de minister ons op de hoogte brengt van
het sneladvies van de commissie. Hiermee mag
niet worden getalmd.
01.04 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Cette
réponse me satisfait. Il s'agit d'un document très
important. Le ministre de la Justice de l'époque, M.
Merchiers y avait fait référence à une époque. Je
comprends qu'il était difficile de divulguer ces
renseignements au moment même. Aujourd'hui,
cela doit être possible et ce, dans l'intérêt de la
recherche historique.
J'espère que le ministre nous informera rapidement
de l'avis de la commission. On ne peut pas faire
traîner les choses en longueur.
01.05 Ferdy Willems (VU&ID): Ik heb zelden zo'n
duidelijk antwoord op mijn vragen gekregen. Ik
vraag wel dat de vraag aan de Privacycommissie
met voldoende nuanceringen zou worden gesteld.
01.05 Ferdy Willems (VU&ID): J'ai rarement
obtenu une réponse aussi claire à mes questions.
Je demande que la question soit posée à la
commission avec les nuances qui s'imposent.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
minister van Justitie over "het ontbreken van
middelen om psychologische en andere experten
te betalen" (nr. 6248)
02 Question de M. Tony Van Parys au ministre de
la Justice sur "l'absence de moyens pour
rémunérer des experts psychologiques et autres"
(n° 6248)
02.01 Tony Van Parys (CD&V): De pers meldt dat
psychologische experts sinds september 2001 geen
vergoeding meer ontvangen van Justitie. De
minister zou de magistraten hebben opgeroepen
om de expertisekosten te beperken. Klopt dit? Wat
is het totale tegoed van de gerechtsdeskundigen en
van de psychologische experts? Wanneer en hoe
zal de minister dit probleem oplossen?
02.01 Tony Van Parys (CD&V): La presse signale
que les experts psychologiques ne perçoivent plus
de rémunération depuis septembre 2001. Le
ministre aurait appelé les magistrats à limiter les
frais d'expertise. Cela est-il exact
? Quelles
sommes doivent encore être versées aux experts
judiciaires et aux experts psychologiques ? Quand
et comment le ministre résoudra-t-il ce problème ?
02.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): Ik
kan u uiteraard geen individuele gegevens
meedelen. Het totale tegoed van de experts kan
niet zomaar bepaald worden. Er dient immers een
lange weg te worden afgelegd: aanduiding van een
expert door het parket, waar de kostenstaat wordt
neergelegd, onderzoek van de kostenstaat,
doorsturen ervan naar de dienst gerechtskosten die
deze verifieert en codeert. Er verlopen gemiddeld
drie maanden tussen het neerleggen van de
kostenstaat en de betaling. In december is er elk
jaar een vertraging in de betaling, dit om
begrotingstechnische redenen.
Er gebeuren nooit individuele betalingen. Alle
kostenstaten worden gezamenlijk en gelijkwaardig
behandeld.
02.02 Marc Verwilghen , ministre (en
néerlandais): Je ne peux bien sûr vous
communiquer de données individuelles. Le montant
total dû aux experts ne peut être déterminé si
simplement. La procédure est en effet complexe :
désignation d'un expert par le parquet, où l'état
d'honoraire est déposé, examen de l'état
d'honoraires, transmission de celui-ci au service
des frais de justice, qui le vérifie et l'encode. Trois
mois s'écoulent en moyenne entre le dépôt de l'état
d'honoraires et le paiement. En décembre de
chaque année, le paiement est différé pour des
raisons de technique budgétaire.
On n'effectue jamais de paiements individuels.
Tous les états d'honoraires sont traités ensemble et
de manière identique.
29/01/2002
CRABV 50
COM 642
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Er is geen probleem met het budget voor de
gerechtskosten. Die kosten stegen in 2001 met 500
miljoen frank tot 2,4 miljard frank. De stijging is een
indicator van een betere werking.
Ik schreef de magistraten aan om hen te wijzen op
het belangrijk bedrag dat ter beschikking staat en
om erop te wijzen dat zij excessieve aanrekeningen
kunnen betwisten, dit uiteraard zonder hun
onafhankelijk optreden in het gedrang te brengen.
Le budget des frais de justice ne pose aucun
problème. Ces frais ont augmenté de 500 millions
en 2001 pour atteindre 2,4 milliards de francs. La
hausse est l'indice d'un meilleur fonctionnement.
J'ai écrit aux magistrats pour attirer leur attention
sur le montant considérable disponible et pour leur
indiquer qu'ils peuvent contester les factures
excessives sans que leur indépendance soit
compromise.
02.03 Tony Van Parys (CD&V): Ik vraag dat de
termijnen zouden worden ingekort. Wie een
prestatie levert, moet binnen een redelijke termijn
worden vergoed. Anders verlies je de experts. Voor
dit alles wordt duidelijk te weinig geld uitgetrokken,
wat de kwaliteit van de rechtsbedeling schaadt.
02.03 Tony Van Parys (CD&V):Je demande que
les délais soient réduits. Quiconque fournit une
prestation doit être rétribué dans un délai
raisonnable. Si on ne s'en tient pas à cette règle, on
devra renoncer à faire appel à des experts. Les
crédits destinés à répondre à tous ces besoins sont
manifestement insuffisants, ce qui nuit à la qualité
de l'administration de la justice.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
minister van Justitie over "de stopzetting van de
labo-tests op de haren in het dossier Dutroux"
(nr. 6264)
03 Question de M. Tony Van Parys au ministre de
la Justice sur "l'arrêt de la procédure d'analyse
ADN des cheveux recueillis dans le cadre de
l'affaire Dutroux" (n° 6264)
03.01 Tony Van Parys (CD&V): Dit weekend las ik
in de pers dat de laboratoriumtesten op de haren in
de zaak Dutroux zouden worden opgeschort. Begin
januari 2001 oordeelde de kamer van
inbeschuldigingstelling van Luik nochtans dat dit
onderzoek noodzakelijk was. Dit onderzoek had al
in juni-juli 2001 afgerond moeten zijn. Nu blijkt dat
de resultaten van dit onderzoek niet meer in het
oude dossier-Dutroux zouden kunnen worden
opgenomen.
Klopt het bericht? Indien ja, waarom werd het
onderzoek niet tijdig, met name binnen de zes
maanden uitgevoerd? Zal het onderzoek nog bij het
oude dossier, Dutroux behoren? Kan het eventueel
aan de zogenaamde nieuwe dossiers worden
toegevoegd? Zullen de tests worden hernomen?
Welke maatregelen zal de minister nemen? Wat
zijn de gevolgen van dit alles voor het onderzoek?
03.01 Tony Van Parys (CD&V):Ce week-end, j'ai
lu dans la presse que les tests de laboratoire
auxquels ont été soumis les cheveux de Marc
Dutroux seraient suspendus. Début janvier 2001, la
chambre des mises en accusation de Liège a
cependant estimé que ces tests étaient
nécessaires. Ils auraient déjà dû être terminés en
juin ou juillet 2001. Or, on vient d'apprendre que
leurs résultats ne pourraient plus être insérés dans
l'ancien dossier Dutroux.
Est-ce exact ? Si ça l'est, pourquoi n'a-t-on pas
réalisé ces tests à temps, c'est-à-dire dans les six
mois ? Ces tests feront-ils encore partie de l'ancien
dossier Dutroux ? Pourraient-ils éventuellement être
joints aux prétendus nouveaux dossiers ? Les tests
reprendront-ils ? Quelles mesures le ministre
prendra-t-il ? Quels effets tout cela aura-t-il sur
l'enquête ?
03.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): Ik
kreeg mijn inlichtingen van de Luikse procureur-
generaal. Het onderzoek van de haren in de zaak
Dutroux werd bevolen door de kamer van
inbeschuldigingstelling van Luik op 8 januari 2001.
De KI besliste op 22 oktober 2001 echter dat het
onderzoek niet zal worden uitgevoerd, aangezien
het niet nodig is voor de vervolging en veroordeling
van de gekende verdachten. Het onderzoek op de
haren zal alleen nog gebeuren voor de onbekende
03.02 Marc Verwilghen , ministre (en
néerlandais): Mes informations me viennent de la
procureur générale de Liège. L'analyse des
cheveux retrouvés dans le cadre de l'affaire
Dutroux a été demandée par la chambre des mises
en accusation de Liège le 8 janvier 2001. Le 22
octobre 2001, la même chambre a néanmoins
décidé de ne pas faire procéder à cette analyse,
dans la mesure où elle n'était pas indispensable à
la poursuite et à la condamnation des prévenus
CRABV 50
COM 642
29/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
verdachten. Die splitsing moet de sereniteit van het
onderzoek naar eventuele netwerken ten goede
komen.
De procureur van Neufchâteau voegde hieraan toe
dat de haaranalyse niet beëindigd of opgeschort is.
Wel krijgt de afwerking van het hoofddossier, tegen
eind februari, de prioriteit.
Het persartikel werd meegedeeld aan
onderzoeksrechter Langlois.
connus. L'analyse des cheveux ne sera effectuée
que pour les prévenus inconnus. Cette distinction
devrait permettre de mener dans la sérénité
l'enquête relative aux réseaux éventuels.
Le procureur de Neufchâteau a ajouté que l'analyse
des cheveux n'était ni terminée, ni suspendue.
Toutefois, la priorité sera accordée à l'achèvement
du dossier principal, prévu pour la fin février.
La coupure de presse a été transmise au juge
d'instruction Langlois.
03.03 Tony Van Parys (CD&V): Er is geen gevolg
gegeven aan het arrest van 8 januari 2001 van de
kamer van inbeschuldigingstelling dat bepaalde dat
het onderzoek van de haren moest gebeuren
binnen de zes maanden. Waarom niet? Het gevolg
is dat dit geen element zal zijn in het proces van het
hof van assisen.
Wanneer en in welk kader werd de heer Langlois
hiervan in kennis gesteld?
03.03 Tony Van Parys (CD&V): Pourquoi n'a-t-on
pas donné suite à l'arrêt du 8 janvier 2001 de la
chambre des mises en accusation, qui demandait
que l'examen des cheveux se fasse dans les six
mois ? La conséquence de cette omission est que
la Cour d'assises ne tiendra pas compte de cet
élément lors du procès.
Quand et dans quelles circonstances M. Langlois a-
t-il été informé de ce fait ?
03.04 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):
Men kan de twee arresten van de KI niet van elkaar
loskoppelen. Een groot deel van de analyses is de
KI bekend. Dat is de reden waarom die besliste dat
het onderzoek dat nog moet worden uitgevoerd, niet
meer strikt noodzakelijk is. Ik wil er verder op wijzen
dat de communicatie tussen de procureur des
Konings en de onderzoeksrechter normaal verloopt.
03.04 Marc Verwilghen , ministre (en
néerlandais): On ne peut pas dissocier les deux
arrêts de la chambre des mises. Cette dernière a
connaissance d'une grande partie des analyses.
C'est la raison pour laquelle elle a décidé que
l'enquête qui reste à effectuer n'est plus strictement
nécessaire. Je soulignerai par ailleurs que la
communication se déroule normalement entre le
procureur du Roi et le juge d'instruction.
03.05 Tony Van Parys (CD&V): Is er al dan niet
DNA-onderzoek op de haren uitgevoerd ingevolge
het eerste arrest van de KI? Indien dit het geval is,
kunnen de resultaten ervan namelijk nog in het
oude dossier worden opgenomen.
03.05 Tony Van Parys (CD&V): A-t-on oui ou non
effectué des analyses d'ADN sur les cheveux à la
suite du premier arrêt de la chambre des mises ? Si
c'est le cas, leurs résultats peuvent être intégrés à
l'ancien dossier.
03.06 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): Ik
kan geen verklaringen afleggen over een hangend
dossier, dat overigens in een finaal stadium komt.
Eind februari zal de kamer van
inbeschuldigingstelling een definitief oordeel vellen.
Ik heb u alle gegevens van de procureur-generaal
en van de procureur des Konings meegedeeld.
03.06 Marc Verwilghen , ministre (en
néerlandais): Je ne peux faire aucune déclaration
sur un dossier en cours et qui se trouve d'ailleurs en
phase terminale. Fin février, la chambre des mises
en accusation rendra un jugement définitif. Je vous
ai communiqué toutes les données du procureur
général et du procureur du Roi.
03.07 Tony Van Parys (CD&V): Het is jammer dat
door de gang van zaken een essentieel element
van het onderzoek niet kan worden overgemaakt
aan het hof van assisen.
03.07 Tony Van Parys (CD&V): Il est regrettable
qu'en raison de la procédure suivie, un élément
essentiel de l'instruction ne puisse être transmis à la
cour d'assises.
03.08 De voorzitter : We moeten steeds
onderscheid maken tussen de externe en de interne
beoordeling van een dossier.
03.08 Le président : Nous devons toujours établir
une distinction entre l'appréciation externe et
interne d'un dossier.
03.09 Tony Van Parys (CD&V): Het moet duidelijk 03.09 Tony Van Parys (CD&V): Il faut établir
29/01/2002
CRABV 50
COM 642
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
worden of de opdracht die de kamer van
inbeschuldiginginstelling gaf aan het NICC binnen
de zes maand werd uitgevoerd. Van het antwoord
op deze vraag hangt af of er met dit onderzoek
rekening zal worden gehouden in het dossier over
de ontvoering van Julie en Melissa.
clairement si la mission confiée par la chambre des
mises en accusation à l'INCC a été réalisée dans
un délai de six mois. C'est de la réponse à cette
question que dépend la prise en compte éventuelle
de cette instruction dans le dossier relatif à
l'enlèvement de Julie et Mélissa.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de
minister van Justitie over "de behandeling en de
opvolging van ernstig zieken in de
gevangenissen" (nr. 6272)
04 Question de Mme Karine Lalieux au ministre
de la Justice sur "le traitement et le suivi de
personnes gravement malades en prison"
(n° 6272)
04.01 Karine Lalieux (PS): Twee weken geleden
berichtte de pers over de vernederende,
onmenselijke behandeling van een gedetineerde
met een kwaadaardige hersentumor. Volgens de
neurologen kon iedere vorm van stress hem
ernstige schade toebrengen. De
gezondheidstoestand van de betrokkene ging heel
snel achteruit. Hij onderging een schedelboring in
het Erasmus-ziekenhuis en bleef zeventien dagen
lang met handboeien aan de spijlen van zijn bed
vastgekluisterd. Hij werd permanent (behalve na
lang aandringen van de arts) , dag en nacht, in zijn
kamer door twee bewakers in de gaten gehouden.
Die bewakers keken naar de televisie terwijl de
zieke behoefte had aan rust. De gevangenisdirectie,
die wees op het personeelstekort ten gevolge van
de eindejaarsperiode, liet de gedetineerde sneller
naar de gevangenis terugbrengen dan wat de
artsen hadden voorgeschreven. De betrokkene
werd niet naar het ziekenhuis gebracht voor de
eerste radiotherapiebehandeling en zijn toestand
ging al snel achteruit. Hij is nagenoeg blind
geworden. Tijdens die overbrengingen droeg hij
enkel een pyjama, ondanks het koude weer.
Welke regels zijn van toepassing met betrekking tot
de behandeling en de "follow-up" van ernstig zieke
gedetineerden? Heeft de gevangenisdirectie die
regels nageleefd? Strookt die behandeling met de
Europese aanbevelingen?
04.01 Karine Lalieux (PS): Voici deux semaines,
la presse a relaté le traitement dégradant, inhumain
d'un détenu atteint d'une tumeur maligne au
cerveau. Les neurologues attestaient que tout
stress pouvait lui être préjudiciable. Très vite, l'état
de cet individu se dégrade. Trefané à l'hôpital
Erasme, il resta durant dix-sept jours attaché aux
barreaux de son lit par des menottes. Deux
gardiens étaient présents dans la chambre jour et
nuit, en permanence (sauf grande insistance du
médecin), et regardaient la télévision alors que le
malade avait besoin de calme. L'administration
pénitentiaire, invoquant un manque de personnel dû
aux fêtes de fin d'année, ramena ce détenu à la
prison plus tôt que prévu par les médecins. Le
prévenu ne fut pas présenté à l'hôpital pour les
premières séances de radiothérapie et son état se
dégrada très rapidement. Il est devenu quasi
aveugle. En outre, lors des transferts, il n'était vêtu
que de son pyjama, malgré le froid.
Quelles sont les règles en vigueur en ce qui
concerne le traitement et le « suivi » de personnes
gravement malades ? Ces règles ont-elles été
respectés par l'administration pénitentiaire ? Ce
traitement est-il conforme aux recommandations
européennes ?
04.02 Minister Marc Verwilghen (Frans) : Het
principe van een gelijkwaardige verzorging van een
gedetineerde en een niet-gedetineerde is
opgenomen in aanbeveling R (98)7 van de Raad
van Europa van 8 april 1998.
De betrokkene, die op 3 december 2001 werd
aangehouden, werd in de gevangenis van Vorst
"ingeschreven". Hij verbleef van 3 tot 20 december
2001 in het Erasmus-ziekenhuis, dat bijgevolg als
een bijhuis van de gevangenis wordt beschouwd.
Hij werd op 15 januari 2002 in vrijheid gesteld.Het
algemeen reglement bepaalt dat de gedetineerden
de handboeien worden aangelegd wanneer de
04.02 Marc Verwilghen ministre (en français) : Le
principe d'équivalence entre les soins dispensés à
un détenu et à une personne libre est inscrit dans la
recommandation R(98)7 du Conseil de l'Europe du
8 avril 1998.
Arrêté le 3 décembre 2001, l'intéressé, « inscrit » à
la prison de Forest, a séjourné du 3 au 20
décembre 2001 à l'hôpital Erasme, dès lors
considéré comme une succursale de la prison. Il a
été mis en liberté le 15 janvier 2002. Le règlement
général prévoit que les détenus seront menottés si
la sécurité l'exige. En général, seul un pied du
détenu est attaché au lit, sauf en cas de visite, où
CRABV 50
COM 642
29/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
veiligheid zulks vereist. Doorgaans wordt de
gedetineerde slechts met één voet aan het bed
vastgemaakt, behalve bij bezoek: dan wordt ook
één hand vastgemaakt. De veiligheidsmaatregelen
zijn afhankelijk van het gevaar dat de gedetineerde
oplevert en van de omgeving waar hij verblijft. In
dergelijke gevallen is het niet ongewoon dat een
gedetineerde door twee beambten wordt bewaakt.
De betrokkene heeft het ziekenhuis op normale
wijze verlaten. De radiotherapie werd driemaal voor
één dag onderbroken : wegens het ontbreken van
een politiebegeleiding, wegens een technisch
mankement en de derde keer als gevolg van een
administratief probleem ter griffie.
une main est également attachée. Les mesures de
sécurité dépendent de la dangerosité du prévenu et
de la disposition des lieux. La présence de deux
agents pénitentiaires n'est pas inhabituelle dans le
cas d'un prévenu. L'intéressé a quitté normalement
l'hôpital. La radiothérapie a dû être interrompue à
trois reprises pour un jour : pour cause d'absence
d'escorte policière, à la suite d'un problème
technique et la troisième fois en raison d'un
problème administratif au greffe.
04.03 Karine Lalieux (PS): Dit verbaast mij. De
gevangene die spontaan naar ons land is
teruggekeerd, leverde geen enkel gevaar op
vermits hij nu in vrijheid is gesteld! De manier
waarop hij door de gevangenisdirectie werd
behandeld lijkt mij dus overdreven en onmenselijk
gelet op het feit dat hij zich niet alleen kon
voortbewegen, hij verliet de gevangenis in een
rolstoel. Mijns inziens is hier sprake van een
schending van de privacy door een op de spits
gedreven toepassing van het reglement. De
gevolgen daarvan zijn ernstig. Ze kunnen misschien
zelfs fataal worden, met overlijden tot gevolg.
04.03 Karine Lalieux (PS): Je m'étonne. Revenu
spontanément sur le territoire, ce détenu ne
présentait aucune dangerosité puisque le voilà
libéré
! Le traitement que l'administration
pénitentiaire lui a réservé me semble donc excessif
et inhumain dans la mesure où il ne pouvait se
mouvoir seul (il est sorti de la prison en chaise
roulante). Il y a eu à mon sens atteinte au respect
de la vie privée par abus de l'application du
règlement. Les conséquences sont graves. Elles
seront peut-être fatales, avec mort d'homme.
04.04 Minister Marc Verwilghen : (Frans): Het is
niet omdat een gedetineerde wordt vrijgelaten dat er
niet een of meer redenen waren om hem onder
toezicht te houden.
04.04 Marc Verwilghen , ministre (en français) :
Ce n'est pas parce qu'un détenu est libéré qu'il n'y
avait pas une ou des raisons de le garder sous
mandat.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 10.35 uur.
La réunion publique de commission est levée à
10.35 heures.