KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 578
CRABV 50 COM 578
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
dinsdag mardi
13-11-2001 13-11-2001
10:15 uur
10:15 heures
CRABV 50
COM 578
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
minister van Justitie over "de sterk toegenomen
jeugdcriminaliteit in Antwerpen"
1
Question de M. Guido Tastenhoye au ministre de
la Justice sur « l'augmentation considérable de la
criminalité chez les jeunes à Anvers »
1
Sprekers:
Guido Tastenhoye, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs:
Guido Tastenhoye, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de
minister van Justitie over "de auteurrechtelijke
bescherming van legale graffiti kunstwerken"
(nr. 5629)
2
Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre
de la Justice sur "la protection des graffitis
artistiques légaux dans le cadre des droits
d'auteur" (n° 5629)
2
Sprekers:
Peter Vanvelthoven, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs:
Peter Vanvelthoven, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
minister van Justitie over "de vrijlating door de
Turnhoutse onderzoeksrechter van drie op
heterdaad betrapte Joegoslavische inbrekers"
(nr. 5645)
3
Question de M. Guido Tastenhoye au ministre de
la Justice sur "la remise en liberté par le juge
d'instruction de Turnhout de trois cambrioleurs
yougoslaves pris en flagrand délit" (n°5645)
3
Sprekers:
Guido Tastenhoye, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs:
Guido Tastenhoye, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Vraag van de heer Geert Bourgeois aan de
minister van Justitie over "het eenzijdig
verzoekschrift in kort geding en de bevoegdheid
van de arbeidsrechtbank" (nr. 5678)
5
Question de M. Geert Bourgeois au ministre de la
Justice sur "la requête unilatérale en référé et la
compétence du tribunal du travail" (n° 5678)
5
Sprekers:
Geert Bourgeois, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs:
Geert Bourgeois, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
minister van Justitie over "het gerechtelijk
onderzoek inzake Sabena" (nr. 5679)
6
Question de M. Tony Van Parys au ministre de la
Justice sur "l'enquête judiciaire concernant la
Sabena" (n° 5679)
6
Sprekers: Tony Van Parys, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Tony Van Parys, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Vraag van mevrouw Jacqueline Herzet aan de
minister van Justitie over "het aandeel van de
gemeenten in de begroting van de protestantse
evangelische kerken" (nr. 5683)
7
Question de Mme Jacqueline Herzet au ministre
de la Justice sur "la participation communale dans
le budget des églises protestantes de culte
évangélique" (n° 5683)
7
Sprekers:
Jacqueline Herzet, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs:
Jacqueline Herzet, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
minister van Justitie over "de
gezondheidsproblemen bij Antwerpse cipiers"
(nr. 5689)
9
Question de M. Bart Laeremans au ministre de la
Justice sur "les problèmes de santé auxquels sont
exposés les gardiens de prison à Anvers"
(n° 5689)
9
Sprekers:
Bart Laeremans, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs:
Bart Laeremans, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
minister van Justitie over "het dispuut tussen de
federale en de Vlaamse regering inzake het
intrekken van het rijbewijs" (nr. 5690)
10
Question de M. Bart Laeremans au ministre de la
Justice sur "le différend qui oppose le
gouvernement fédéral et le gouvernement
flamand en ce qui concerne le retrait du permis de
conduire" (n° 5690)
10
Sprekers:
Bart Laeremans, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs:
Bart Laeremans, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
CRABV 50
COM 578
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
COMMISSION DE LA JUSTICE
van
DINSDAG
13
NOVEMBER
2001
11:55 uur
______
du
MARDI
13
NOVEMBRE
2001
11:55 heures
______
De vergadering wordt geopend om 11.55 uur door
de heer Fred Erdman, voorzitter.
La séance est ouverte à 11.55 heures par M. Fred
Erdman, président.
01 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
minister van Justitie over "de sterk toegenomen
jeugdcriminaliteit in Antwerpen"
01 Question de M. Guido Tastenhoye au ministre
de la Justice sur « l'augmentation considérable
de la criminalité chez les jeunes à Anvers »
01.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mevrouw Nicole Caluwé van het parket van de
Antwerpse jeugdrechtbank getuigt dat een sterk
toenemend aantal Antwerpse minderjarigen meer
en ook zwaardere criminaliteit pleegt. De jongeren
zouden zich vooral bezondigen aan steaming of
afpersing in groep en aan auto-inbraken, alsook
aan groepsverkrachtingen. Door de stijging van de
criminaliteit concentreert het parket van de
Antwerpse jeugdrechtbank zich nu op diegenen die
voor het eerst in aanraking komen met het gerecht,
omdat het bij die doelgroep nog iets kan bereiken.
Wat heeft de minister ondernomen om het
schrijnende tekort aan magistraten en begeleidend
personeel bij de Antwerpse jeugdrechtbank te
verhelpen?
Steunt de minister de aanpak van de first offenders,
een aanpak die deels uit machteloosheid
voortkomt? Wat heeft de minister ondernomen om
het tekort aan consulenten en plaatsen voor
jongeren in gesloten instellingen aan te vullen?
Waarheen moeten de criminele minderjarige
jongeren die na 1 januari niet meer in de
gevangenis mogen worden opgesloten? Hoe wordt
het fenomeen van de sterk gestegen
jeugdcriminaliteit in zijn geheel aangepakt?
01.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK) :
Madame Nicole Caluwé, du parquet du tribunal de
la jeunesse d'Anvers, atteste de l'augmentation
importante du nombre de mineurs anversois qui
commettent des actes criminels, lesquels sont à la
fois plus nombreux et plus graves. Les jeunes se
rendent surtout coupables de steaming ou racket en
groupe, de cambriolages de voitures et de viols
collectifs. Eu égard à la hausse de la criminalité, le
parquet du tribunal de la jeunesse d'Anvers
concentre actuellement ses efforts sur les jeunes
qui sont confrontés pour la première fois à la
justice, parce que des démarches auprès de ce
groupe cible ont encore une chance d'aboutir.
Quelles initiatives le ministre a-t-il prises pour
remédier au manque cruel de magistrats et de
personnel d'accompagnement auprès du tribunal de
la jeunesse d'Anvers ?
Est-ce en partie par impuissance que le ministre
soutient l'approche des first offenders ? Quelles
démarches a-t-il entreprises pour pallier le manque
de conseillers et de places pour les jeunes dans
des institutions fermées ? Où faudra-t-il placer les
mineurs criminels qui ne pourront plus être
incarcérés au-delà du 1
er
janvier ? Quelle réponse
est-elle globalement apportée au phénomène de la
forte croissance de la criminalité chez les jeunes ?
01.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): Na
tientallen jaren werd een vijfde jeugdrechter
toegevoegd aan de rechtbank van eerste aanleg te
Antwerpen. Uit een beschikking die mij begin
september 2001 werd opgestuurd, blijkt dat een
01.02 Marc Verwilghen, ministre (en néerlandais)
: Après des dizaines d'années, un cinquième juge
de la jeunesse est venu compléter les effectifs du
tribunal de première instance d'Anvers. Il ressort
d'une décision qui m'a été communiquée au début
13/11/2001
CRABV 50
COM 578
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
zesde jeugdrechter werd aangeduid. De Inspectie
van Financiën zal gevraagd worden of de betaling
van deze zesde jeugdrechter mag gebeuren. De
aanwijzing van jeugdrechters moet gebeuren
binnen het kader van het aantal rechters in de
rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen.
First offenders en anderen verdienen dezelfde
aandacht, maar meestal wel een verschillende
genuanceerde benadering.
Er zijn in Vlaanderen in totaal 70 en weldra 80
plaatsen voor jongens in gesloten instellingen.
Bovendien moet niet steeds na drie maanden plaats
worden gemaakt voor een nieuw geval. De minister
is niet bevoegd voor de tenuitvoerlegging van de
vonnissen van de jeugdrechtbanken. Wie de
evolutie van de bevoegdheidsverdeling in de jaren
'80 heeft gevolgd, weet dat de Gemeenschappen
bevoegd zijn ter zake. Ik twijfel niet aan de inzet en
de belofte van mijn Vlaamse collega. De vraag naar
de verantwoordelijkheid van de Vlaamse
Gemeenschap moet echter in het Vlaams
Parlement worden gesteld.
Het voorontwerp van wet houdende antwoorden op
jeugddelinquentie komt ruim tegemoet aan het
streven om het fenomeen op genuanceerde wijze
en met respect voor de rechten van de
minderjarige, van het slachtoffer en van de
maatschappij, tegemoet te treden.
du mois de septembre 2001 qu'un sixième juge a
été désigné. L'inspection des Finances sera
consultée pour vérifier si ce sixième juge de la
jeunesse pourra bien être payé. La désignation des
juges de la jeunesse doit se faire dans le cadre des
magistrats du tribunal de première instance
d'Anvers.
Les primo-délinquants et les récidivistes méritent la
même attention mais requièrent la plupart du temps
une approche différente.
Au total, la Flandre compte 70 - bientôt 80 - places
pour des jeunes en institutions fermées. Par
ailleurs, il ne faut pas systématiquement faire de la
place pour un autre cas au bout de trois mois. Le
ministre n'est pas compétent pour l'exécution des
jugements des tribunaux de la jeunesse. Quiconque
a suivi l'évolution de la répartition des compétences
dans les années 80 sait que les Communautés sont
compétentes en la matière. Je ne doute pas du
dévouement de mon collègue flamand qui ne
manquera pas de tenir son engagement.
Cependant, la question de la responsabilité de la
Communauté flamande doit être posée au
Parlement flamand.
L'avant-projet de loi proposant des réponses à la
délinquance juvénile tient largement compte de tous
les aspects de la question pour faire face au
phénomène de manière nuancée, dans le respect
des droits du mineur, de la victime et de la société.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de
minister van Justitie over "de auteurrechtelijke
bescherming van legale graffiti kunstwerken"
(nr. 5629)
02 Question de M. Peter Vanvelthoven au
ministre de la Justice sur "la protection des
graffitis artistiques légaux dans le cadre des
droits d'auteur" (n° 5629)
02.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): Graffiti wordt
steeds meer erkend als kunstvorm. Het werk van
graffiti-kunstenaars duikt op in de collectie van
gerenommeerde musea, zoals onder meer het New
Yorkse Metropolitan Museum of Fine Arts of de
Ludwig-collectie in Duitsland.
Ook in het straatbeeld duikt graffiti steeds meer op
legale wijze op. Toch verdwijnen deze kunstwerken
vaak zonder enige gedachte aan conservatie. In
1994 besliste België om de conventie van Madrid in
een nieuwe wet te vertalen, teneinde de
auteursrechten aan te passen aan de moderne
tijden. De wetgeving is van toepassing op alle
creaties in de beeldende kunst en de visuele
vormgeving. Vallen legale graffiti-kunstwerken al
dan niet onder de bescherming van de wet op
02.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): De plus en
plus, les graffitis sont reconnus comme une forme
d'art. L'oeuvre des artistes du graffiti fait désormais
partie des collections de musées renommés
comme le Metropolitan Museum of Fine Arts à New
York ou encore la collection Ludwig en Allemagne.
Dans les rues également, les formes légales de
graffitis sont de plus en plus fréquentes. Ces
oeuvres d'art disparaissent néanmoins souvent sans
que l'on songe à les conserver. En 1994, la
Belgique a décidé de traduire la convention de
Madrid dans une nouvelle loi pour pouvoir adapter
la législation sur les droits d'auteur aux temps
modernes. La législation s'applique à toutes les
créations de l'art plastique et visuel. Les graffiti
artistiques légaux sont-ils ou non protégés par la loi
CRABV 50
COM 578
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
auteursrechten van 30 juni 1994?
sur les droits d'auteur du 30 juin 1994?
02.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): De
wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht
zette drie Europese richtlijnen om in Belgisch recht.
Graffiti werden erkend als kunstvorm voor zover
geen afbreuk wordt gedaan aan regels van
openbare orde. Een auteursrechtelijk beschermd
werk moet aan een vormelijke voorwaarde voldoen,
en verder moet het origineel zijn. Volgens de
rechtspraak is dat het geval zodra het de
uitdrukking is van een intellectuele inspanning van
de maker van het werk. Het is niet aan de minister
van Justitie om graffiti te interpreteren in het licht
van bestaande wetgeving.
02.02 Marc Verwilghen, ministre (en néerlandais):
La loi du 30 juin 1994 relative aux droits d'auteur a
transposé trois directives européennes. Les graffitis
ont été reconnus comme une forme d'art à
condition de ne pas être attentatoires aux règles
d'ordre public. Une oeuvre protégée par les droits
d'auteur doit satisfaire à une condition formelle et
doit en outre être originale. Selon la jurisprudence,
c'est le cas dès lors que l'oeuvre est l'expression
d'une démarche intellectuelle de son auteur. Il
n'appartient pas au ministre de la Justice
d'interpréter les graffitis en se fondant sur la
législation en vigueur.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
minister van Justitie over "de vrijlating door de
Turnhoutse onderzoeksrechter van drie op
heterdaad betrapte Joegoslavische inbrekers"
(nr. 5645)
03 Question de M. Guido Tastenhoye au ministre
de la Justice sur "la remise en liberté par le juge
d'instruction de Turnhout de trois cambrioleurs
yougoslaves pris en flagrand délit" (n°5645)
03.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): De
Beverse burgemeester heeft aan de minister van
Justitie zijn ongenoegen overgemaakt over de
vrijlating van drie inbrekers die op vrijdag 2
november door de politie van Beveren waren gevat.
Zij waren in het bezit van een peperdure Mercedes
en andere voorwerpen, gestolen in Westerlo en
Vorselaar.
De inbrekers stonden op het punt in te breken,
maar werden betrapt door een inwoner van
Verrebroek, die een waarschuwingsschot loste. Na
een speractie van de politie van Stekene en
Beveren werden zij geklist. Aan de hand van de
voetafdrukken werd bewezen dat zij inderdaad de
daders waren. De onderzoeksrechter besliste
evenwel deze verdachten van Joegoslavische
origine zonder vaste verblijfplaats op vrije voeten te
stellen.
Burgemeester François De Smet van Beveren
spreekt over een verkeerd signaal. De
woordvoerder van de minister verklaarde geen
commentaar te geven over deze individuele zaak.
Klopt bovenstaand relaas met de feiten? Waarom
werden de verdachten vrijgelaten door de
Turnhoutse onderzoeksrechter? Hoe ver staat het
gerechtelijk onderzoek? Waar verblijven de
verdachten? Zal de minister een onderzoek
instellen naar de beweegredenen van de
onverantwoorde houding van de Turnhoutse
onderzoeksrechter? Heeft de minister in het
algemeen maatregelen genomen om onbekwaam
03.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK) : Le
bourgmestre de Beveren a fait part au ministre de la
Justice de son mécontentement à la suite de la
libération de trois cambrioleurs arrêtés le vendredi 2
novembre par la police de Beveren. Ces trois
hommes étaient en possession d'un véhicule
Mercedes de grande valeur et d'autres objets
dérobés à Westerlo et Vorselaar.
Les cambrioleurs étaient sur le point de commettre
un vol lorsqu'ils ont été mis en fuite par le tir
d'avertissement d'un habitant de Verrebroek. Ils ont
été interceptés, à l'issue d'une opération de la
police de Stekene et de Beveren. Les empreintes
laissées par leurs chaussures ont permis d'établir
qu'ils étaient effectivement les auteurs des
cambriolages. Le juge d'instruction a toutefois
décidé de remettre en liberté ces suspects d'origine
yougoslave sans domicile fixe.
Pour le bourgmestre de Beveren, M. François De
Smet, il s'agit-là d'un signal erroné !. Le porte-parole
du ministre s'est refusé à commenter ce cas
particulier.
La relation des faits correspond-elle à la réalité ?
Pourquoi le juge d'instruction de Turnhout a-t-il
relâché les suspects? Où en est l'enquête
judiciaire
? Où se trouvent les suspects
? Le
ministre compte-t-il ouvrir une enquête sur les
raisons qui ont poussé le juge d'instruction de
Turnhout à agir de la sorte ? D'une manière
générale, le ministre a-t-il pris les mesures
nécessaires pour éviter à l'avenir un tel
comportement inconsidéré de la part de magistrats
13/11/2001
CRABV 50
COM 578
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
gedrag van parketmagistraten voortaan te
vermijden?
des parquets ?
03.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):
Op 2 november 2001 om 19.30 uur werden drie
verdachten gearresteerd in Verrebroek, die mogelijk
ook betrokken waren bij de feiten te Westerlo en
Vorselaar. De verdachten werden tweemaal
verhoord, waarvan éénmaal zonder tussenkomst
van een tolk, zonder verwijzing naar de feiten te
Westerlo en Vorselaar. Twee verdachten waren
evenwel in het bezit van GSM-toestellen die
gestolen waren in Westerlo en Vorselaar.
Verder wijs ik de heer Tastenhoye erop dat zijn
relaas van de feiten niet correct is op volgende
punten: de drie verdachten waren niet in het bezit
van een "peperdure gestolen Mercedes". Zij
verplaatsten zich met een Mazda, die waarschijnlijk
niet gestolen was. De voetafdrukken hebben
betrekking op de feiten te Verrebroek; in Westerlo
of Vorselaar werden geen voetafdrukken gevonden.
Behalve een enkel vingerspoor in Westerlo,
vermeldt het dossier geen enkel spoor.
De persoon die in het bezit was van het in Vorselaar
gestolen GSM-toestel Nokia in de nacht van 8 op 9
mei 2001, verbleef op het ogenblik van die feiten in
de gevangenis. Hij werd vrijgelaten, na verhoor, bij
gebrek aan bewijs van zijn betrokkenheid.
De andere man verklaarde het uit Westerlo
ontvreemde toestel te hebben gekocht van een
Albanees. Bij gebrek aan bewijzen inzake de
diefstal met braak te Westerlo, kon hem enkel
heling van het GSM-toestel ten laste worden
gelegd. Gelet op zijn blanco strafregister, liet de
onderzoeksrechter hem vrij na verhoor. De dossiers
bevatten geen bewijzen voor de betrokkenheid van
de derde persoon; ook hij werd vrijgelaten na
verhoor.
Intussen wordt het geheime gerechtelijk onderzoek
verder gezet. Een van de drie personen werd vorige
maandag gerepatrieerd naar Zagreb. Ik ben dus
van oordeel dat er hier geen sprake is van enig
falen in het gerechtelijk optreden.
03.02 Marc Verwilghen, ministre (en néerlandais):
Le 2 novembre 2001 à 19.30 heures, il a été
procédé à Verrebroek à l'arrestation de trois
suspects susceptibles d'être impliqués dans les
faits survenus à Westerloo et à Vorselaar. Les
suspects ont été entendus à deux reprises, dont
une fois sans l'intervention d'un interprète et sans
qu'il soit fait référence aux faits survenus à
Westerloo et à Vorselaar. Deux suspects étaient en
possession de GSM volés à Westerloo et à
Vorselaar.
En réponse aux questions qui m'ont été posées, je
fais observer à M. Tastenhoye que sa relation des
faits n'est pas correcte sur les points suivants: les
trois suspects n'étaient pas en possession d'une
Mercedes volée de grande valeur. Ils se déplaçaient
dans une Mazda qui n'était vraisemblablement pas
volée. Les empreintes de pas ont été relevées à
Verrebroek. Aucune empreinte de pas n'a été
relevée à Westerloo ou à Vorselaar. Hormis une
seule empreinte digitale relevée à Westerloo, le
dossier ne fait état d'aucune autre trace.
La personne qui était en possession du GSM Nokia
volé la nuit du 8 au 9 mai à Vorselaar se trouvait en
prison au moment des faits. Après audition, elle a
été libérée faute de preuves quant à sa participation
aux faits.
L'autre suspect a déclaré avoir acheté l'appareil
dérobé à Westerloo à un Albanais. Faute de
preuves concernant le vol avec effraction commis à
Westerloo, seul le recel du GSM a pu être retenu
contre lui. Compte tenu de son casier judiciaire
vierge, le juge d'instruction l'a libéré après audition.
Les dossiers ne renfermaient aucune preuve de
l'implication du troisième suspect, qui a donc
également été libéré après audition.
L'enquête judiciaire secrète se poursuit entre-
temps. Lundi dernier, une des trois personnes
concernées a été rapatriée à Zagreb. J'estime par
conséquent qu'on ne saurait parler ici d'un échec de
l'intervention judiciaire.
Ik ben het op één punt met de vraagsteller eens:
indien politieagenten onderzoeksinspanningen
doen, moeten die inspanningen door eenieder naar
waarde worden geschat.
Het is nu eenmaal zo dat een minister van Justitie
niets te zeggen heeft aan een onderzoeksrechter in
Je suis d'accord sur un point avec l'auteur de la
question: lorsque des policiers font un effort
d'investigation, cet effort doit être apprécié par
chacun à sa juste valeur.
Dans notre système juridique, il est un fait qu'un
ministre de la Justice n'a rien à dire à un juge
CRABV 50
COM 578
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
ons rechtssysteem.
d'instruction.
03.03 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Dat
kan eventueel leiden tot disfuncties. Dat is al
genoegzaam bewezen.
03.03 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Cela
pourrait éventuellement conduire à des
dysfonctionnements. La preuve en a déjà été faite.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Geert Bourgeois aan de
minister van Justitie over "het eenzijdig
verzoekschrift in kort geding en de bevoegdheid
van de arbeidsrechtbank" (nr. 5678)
04 Question de M. Geert Bourgeois au ministre
de la Justice sur "la requête unilatérale en référé
et la compétence du tribunal du travail" (n° 5678)
04.01 Geert Bourgeois (VU&ID): Er gaan
stemmen op om een eenzijdig verzoekschrift in kort
geding af te schaffen. Vindt de minister dat een
procedure op eenzijdig verzoekschrift nuttig kan
zijn?
Moet deze procedure ook in sociale conflicten in
uitzonderlijke omstandigheden kunnen worden
toegepast?
Moet de arbeidsrechtbank bevoegd worden voor
vorderingen ter vrijwaring van burgerlijke rechten?
04.01 Geert Bourgeois (VU&ID): Des voix
s'élèvent pour réclamer la suppression de la
requête unilatérale en référé. Le ministre estime-t-il
qu'une procédure sur requête unilatérale peut
s'avérer utile?
Cette procédure doit-elle, dans des circonstances
exceptionnelles, également pouvoir être appliquée
dans le cas de conflits sociaux?
Faut-il confier la compétence en ce qui concerne
les actions visant à préserver les droits civils au
tribunal du travail?
04.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):
Rechtsleer en rechtspraak nemen eensgezind aan
dat een geschil in het kader van een collectief
arbeidsgeschil spoedeisend is. De vereiste van
"volstrekte noodzakelijkheid", voorwaarde voor het
instellen van een vordering op eenzijdig
verzoekschrift, geeft wel aanleiding tot betwisting.
Gelet op het fundamentele recht op tegenspraak,
dient de voorkeur vanzelfsprekend uit te gaan naar
een strikt gebruik van het eenzijdig verzoekschrift.
Aangezien de aanwending ervan in sommige
gevallen gerechtvaardigd is, bijvoorbeeld wanneer
het niet mogelijk is om de tegenpartij te
identificeren, is het niet de bedoeling om het
verzoekschrift in het algemeen af te schaffen.
Ik neem aan dat de heer Bourgeois doelt op de
burgerlijke rechten in het kader van collectieve
arbeidsgeschillen. De vraag welke rechter bevoegd
is, geeft aanleiding tot betwistingen. De collectieve
arbeidsgeschillen worden immers niet vermeld bij
de opsomming van geschillen waarvan de
beslechting aan de arbeidsrechtbank is
opgedrongen.
04.02 Marc Verwilghen , ministre (en néerlandais)
: La doctrine et la jurisprudence affirment
unanimement qu'un litige dans le cadre d'un conflit
collectif du travail requiert un traitement urgent. La
condition de "nécessité absolue", condition
indispensable à l'introduction d'une action sur
requête unilatérale, donne cependant lieu à des
contestations. Eu égard au droit fondamental à une
procédure contradictoire, il convient de privilégier un
usage strict de la requête unilatérale. Etant donné
que le recours à cette procédure se justifie dans
certains cas, par exemple lorsqu'il n'est pas
possible d'identifier la partie adverse, il n'entre pas
dans mes intentions de supprimer la requête d'une
manière générale.
Je présume que M. Bourgeois vise les droits civils
dans le cadre de conflits collectifs du travail. La
question de savoir quel juge est compétent donne
lieu à des contestations. Les conflits collectifs du
travail ne figurent en effet pas parmi les litiges dont
doit connaître le tribunal du travail.
De bevoegdheid van de arbeidsrechtbank in de
context van een collectief arbeidsgeschil wordt
verdedigd indien een geschil ontstaat met
betrekking tot de niet-nakoming van een
verplichtende bepaling van een CAO. Bovendien
L'idée a été défendue que le tribunal du travail est
compétent dans le cas d'un conflit collectif du travail
lorsqu'il est question d'un litige à propos du non-
respect d'une disposition obligatoire d'une CCT. Il
est dit en outre que l'article 578, 1°, du Code
13/11/2001
CRABV 50
COM 578
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
wordt voorgehouden dat ook artikel 578, 1° van het
Gerechtelijk Wetboek de bevoegdheid van de
arbeidsrechtbank kan rechtvaardigen omdat het
begrip "geschillen inzake arbeidsovereenkomsten"
ruim genoeg is. Door de arbeidsrechtbank
uitdrukkelijk bevoegd te maken voor collectieve
arbeidsgeschillen, zou aan de actuele geschillen
een einde komen.
judiciaire peut justifier la compétence du tribunal du
travail puisque la notion de "litiges concernant les
conventions de travail" est suffisamment large. En
prononçant explicitement la compétence du tribunal
du travail en matière de conflits collectifs du travail,
il serait mis un terme aux litiges actuels.
04.03 Geert Bourgeois (VU&ID): Dat is een
verduidelijking ten aanzien van het regeerakkoord.
Wanneer de burgerlijke rechten in het geding zijn, is
de minister het er dan mee eens dat dan de
burgerlijke rechter de natuurlijke rechter is?
04.03 Geert Bourgeois (VU&ID): C'est une
précision par rapport à l'accord de gouvernement.
Si les droits civils sont en cause, le ministre est-il
d'accord dans ce cas pour dire que le juge civil est
le juge naturel?
04.04 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):
Dat is zo, maar er kunnen natuurlijk ook
sociaalrechterlijke aspecten aan vastzitten.
04.04 Marc Verwilghen , ministre (en néerlandais)
: En effet, mais l'affaire peut bien sûr
s'accompagner d'aspects relevant du droit social.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
minister van Justitie over "het gerechtelijk
onderzoek inzake Sabena" (nr. 5679)
05 Question de M. Tony Van Parys au ministre de
la Justice sur "l'enquête judiciaire concernant la
Sabena" (n° 5679)
05.01 Tony Van Parys (CD&V): Wat was het
advies van het Openbaar Ministerie over het
verzoek van de NV Sabena om het faillissement uit
te spreken over de vennootschap?
Wat is het standpunt van het openbaar ministerie
over de overdracht van de start- en landingsrechten
van Sabena aan DAT onder dekking van het
concordaat en zonder machtiging van de
rechtbank? De overdracht van een actief
bestanddeel kan immers enkel geschieden met
toestemming van de rechtbank van koophandel.
Wat wordt precies onderzocht door
onderzoeksrechter Van Espen? Wie is de klager,
tegen wie werd klacht ingediend en op basis van
welke misdrijven?
Gisteren vermeldden de media dat er activa zijn
vrijgemaakt. Is dit inderdaad gebeurd?
05.01 Tony Van Parys (CD&V): Quel était l'avis du
ministère public concernant la demande de la S.A.
Sabena de prononcer la faillite de la société ?
Quelle est la position du ministère public sur le
transfert des droits de décollage et d'atterrissage de
la Sabena à la DAT sous le couvert du concordat et
sans autorisation du tribunal ? Le transfert d'un
élément d'actif requiert en effet l'autorisation du
tribunal de commerce.
Quel est l'objet de l'enquête du juge d'instruction
Van Espen ? Qui est le plaignant? Contre qui a-t-on
déposé plainte et pour quels délits ?
Les médias annonçaient hier que des actifs avaient
été libérés. Cette information est-elle exacte ?
05.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):
Tijdens de zitting van 26 oktober 2001 van de
rechtbank van koophandel te Brussel heeft Sabena,
op verzoek van de procureur des Konings, zich
ertoe verbonden op 5 november een plan van
gerechtelijk akkoord neer te legen. Bij gebrek
daaraan heeft de vennootschap zich ertoe
verbonden de nodige stappen te ondernemen met
het oog op de indiening van een verzoekschrift tot
herroeping van het gerechtelijk akkoord. De
oplossing is in aanmerking genomen en de
05.02 Marc Verwilghen , ministre (en néerlandais)
: Lors de l'audience du 26 octobre 2001 du tribunal
de commerce de Bruxelles, la Sabena s'est
engagée, à la requête du procureur du Roi, à
présenter un plan de concordat judiciaire le 5
novembre. En l'absence d'un tel plan, la compagnie
s'est engagée à entreprendre les démarches
nécessaires pour le dépôt d'une requête en
révocation du concordat judiciaire. La solution a été
prise en considération et, sur avis du ministère
public, le tribunal de commerce a prononcé la faillite
CRABV 50
COM 578
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
rechtbank van koophandel heeft, op advies van het
Openbaar Ministerie, het faillissement uitgesproken,
daar alle voorwaarden daartoe waren vervuld.
De slots zijn de landingsrechten die onherroepelijk
verloren gaan bij een faillissement. De rechtbank
van koophandel heeft het advies van de procureur
des Konings gevolgd en kan niet instemmen met de
overdracht in het kader van het gerechtelijk
akkoord. De raad van bestuur van de vennootschap
moet ter zake zijn verantwoordelijkheid opnemen,
wat hij ook heeft gedaan.
Eén personeelslid van Sabena heeft zich op 17
oktober 2001 burgerlijke partij gesteld tegen
Swissair, de Belgische Staat, Sabena en de
organen ervan. De redenen daarvoor zijn: valsheid
in geschrifte, gebruik van valse stukken, bedrieglijke
organisatie van insolvabiliteit, misbruik van
vertrouwen, misbruik van maatschappelijke
goederen en oplichting.
étant donné que toutes les conditions étaient
réunies à cet effet.
Les slots sont les droits d'atterrissage qui sont
irrémédiablement perdus en cas de faillite. Le
tribunal de commerce a suivi l'avis du procureur du
Roi et n'a pas pu consentir au transfert dans le
cadre du concordat judiciaire. Le conseil
d'administration de la compagnie doit en
l'occurrence prendre ses responsabilités, ce qu'il a
fait.
Un membre du personnel de la Sabena s'est
constitué partie civile le 17 octobre 2001 contre la
Swissair, l'Etat belge, la Sabena et ses organes.
Motifs : faux en écriture, utilisation de documents
falsifiés, organisation frauduleuse d'insolvabilité,
abus de confiance, abus de biens sociaux et
escroquerie.
05.03 Tony Van Parys (CD&V): De minister
bevestigt dat men niet akkoord kan gaan met de
overdracht van de start- en landingsrechten van
Sabena aan DAT in de periode van het gerechtelijk
akkoord. De voorzitter van de rechtbank van
koophandel heeft dit in haar vonnis trouwens al
opgemerkt. De parlementaire
onderzoekscommissie die wordt aangekondigd, zal
alleszins voldoende werk aan de winkel hebben. De
burgerlijkepartijstelling gebeurt blijkbaar op basis
van serieuze aantijgingen.
05.03 Tony Van Parys (CD&V): Le ministre
confirme que l'on ne peut accepter le transfert des
droits de décollage et d'atterrissage de la Sabena à
la DAT pendant la période de concordat judiciaire.
Le président du tribunal de commerce l'a d'ailleurs
fait observer dans son jugement. La commission
parlementaire d'enquête dont la création a été
annoncée aura à tous égards du pain sur la
planche. La constitution de partie civile se fonde
apparemment sur des accusations sérieuses.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Jacqueline Herzet aan de
minister van Justitie over "het aandeel van de
gemeenten in de begroting van de protestantse
evangelische kerken" (nr. 5683)
06 Question de Mme Jacqueline Herzet au
ministre de la Justice sur "la participation
communale dans le budget des églises
protestantes de culte évangélique" (n° 5683)
06.01 Jacqueline Herzet (PRL FDF MCC): Het
decreet van 1809 bepaalt dat de burgemeester van
rechtswege lid is van de kerkfabrieksraad. Waarom
geldt zulks niet voor de kerkfabrieksraad van de
protestantse kerken, gelet op het feit dat de
financiële verplichtingen van de gemeenten terzake
identiek zijn? Die situatie zorgt voor problemen met
betrekking tot de interpretatie en de toepassing van
het decreet van 30/12/1809 en van het koninklijk
besluit van 7/2/1876 in verband bijvoorbeeld met de
toekenning van vergoedingen aan het gezin van de
bediener van de eredienst, het begrip "gebouw van
de eredienst" en de tenlasteneming van de kosten
voor het onderhoud ervan.
Kan u de begrippen "eredienst" en "gebouw van de
eredienst" nader omschrijven? In het onderhavig
06.01 Jacqueline Herzet (PRL FDF MCC): Le
décret de 1809 dispose que le bourgmestre est
membre de droit du Conseil de fabrique. Malgré des
obligations financières communales identiques,
pourquoi n'en est-il pas de même pour le Conseil de
fabrique près des églises protestantes ? Cette
situation crée des difficultés d'interprétation et
d'application du décret du 30.12.1809 et de l'arrêté
royal du 7.2.1876 à propos, par exemple, de l'octroi
d'indemnités à la famille du ministre du culte, de la
notion même d'édifice du culte et de la charge des
frais afférents à son entretien.
Pourriez-vous préciser la notion de culte et d'édifice
du culte ? Dans le cas qui nous occupe, l'édifice ne
13/11/2001
CRABV 50
COM 578
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
geval wordt het gebouw niet langer "tempel"
genaamd maar wel "cultureel centrum", waarin tal
van activiteiten plaatsvinden. Is de wetgeving er
eveneens van toepassing?
Is de gemeente verplicht voorschotten terug te
betalen wanneer die niet volgens de vereisten
werden vastgelegd?
porte plus le nom de temple mais bien celui de
centre culturel, dans lequel toutes sortes d'activités
se tiennent. La législation s'y applique-t-elle ?
La commune est-elle tenue de rembourser les
avances faites lorsqu'elles n'ont pas été engagées
sous la forme prescrite ?
06.02 Minister Marc Verwilghen (Frans): De
onderscheiden erediensten worden in de wet van
1876 inderdaad niet gelijk behandeld. De wet
voorziet in de aanwezigheid van de burgemeester in
de katholieke kerkfabrieksraad. Voor de raad van
bestuur van een protestantse kerk worden echter
alleen de dominees als leden van rechtswege
aanvaard. Ook voor die raad zou inderdaad in de
aanwezigheid van een gemeentelijk mandataris
moeten worden voorzien.
Niets belet de raad van bestuur van een lokale
protestantse eredienst om een gemeentelijk
mandataris uit te nodigen om de noodzakelijke
uitgaven te kunnen evalueren. Hij kan bovendien
door de gemeente worden verzocht alle
bewijsstukken inzake zijn begroting te verstrekken.
Wanneer geen huisvesting in natura wordt
aangeboden, dient het decreet van 5 mei 1806 te
worden toegepast. Er moet rekening worden
gehouden met de gezinssamenstelling van de
bediener van de eredienst.
Als de begroting ontoereikend is, is artikel 92 van
het decreet van 30 december 1809 van toepassing.
De eredienst dient te worden verstaan in de zin van
de temporalia van de eredienst, namelijk het
gebedshuis en de woning van de predikant, als zij
een geheel vormen.
De randactiviteiten van de eredienst moeten niet
worden gesubsidieerd. Een parkeerterrein kan
onder de temporalia van de eredienst vallen.
06.02 Marc Verwilghen , ministre (en français): Il y
a effectivement une différence de traitement entre
les cultes dans la loi de 1876. La présence du
bourgmestre est prévue dans le conseil de fabrique
catholique tandis que, concernant les conseils
d'administration des églises protestantes, seuls
sont admis les pasteurs comme membres de droit.
Il faudrait effectivement y prévoir la présence d'un
représentant communal.
Toutefois, rien n'empêche le conseil
d'administration du culte protestant local d'inviter un
représentant de la commune, afin qu'il soit possible
d'évaluer les dépenses nécessaires. Il peut, en
outre, être invité par la commune à fournir toutes
les pièces justificatives relatives à son budget.
Lorsque le logement n'est pas fourni en nature, il y
a lieu d'appliquer le décret du 5 mai 1806. Il doit
être tenu compte de la composition familiale du
ministère du culte.
En cas de budget insuffisant l'article 92 du décret
du 30 décembre 1809 s'applique.
Le culte s'entend au sens du temporel, c'est-à-dire
qu'il comprend le temple et le logement du pasteur,
s'ils forment un tout.
Les activités accessoires au culte ne doivent pas
être subsidiées. Un parking peut être compris dans
la notion de temporel du culte.
De gemeenten kunnen een negatief advies
uitbrengen over eventuele terugbetalingen voor
onderhouds- en herstelwerkzaamheden. Elk geval
moet afzonderlijk worden onderzocht.
De raad van bestuur van de protestantse eredienst
oordeelt autonoom over de noodzaak van de
uitgaven.
Concernant les travaux d'entretien et les
réparations, les communes peuvent émettre un avis
négatif quant à d'éventuels remboursements. Il y a
lieu d'examiner chaque cas particulier.
Le conseil d'administration du culte protestant est
autonome pour apprécier l'état de nécessité des
dépenses.
06.03 Jacqueline Herzet (PRL FDF MCC): Dient
die wet nu niet gewijzigd te worden ?
06.03 Jacqueline Herzet (PRL FDF MCC): Ne
faudrait-il pas vraiment changer cette loi?
06.04 Minister Marc Verwilghen (Frans): Er zou
heel wat gewijzigd moeten worden, maar ik denk
06.04 Marc Verwilghen , ministre (en français):
Beaucoup de choses devraient être changées mais
CRABV 50
COM 578
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
dat we de problemen in dit geval kunnen regelen op
grond van de bestaande wetgeving.
je pense qu'en l'espèce, nous pouvons régler les
problèmes en nous basant sur les législations
existantes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
minister van Justitie over "de
gezondheidsproblemen bij Antwerpse cipiers"
(nr. 5689)
07 Question de M. Bart Laeremans au ministre de
la Justice sur "les problèmes de santé auxquels
sont exposés les gardiens de prison à Anvers"
(n° 5689)
07.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): 116
personeelsleden van de Antwerpse gevangenis
hebben een geding ingespannen tegen de minister;
37 beambten werden de afgelopen jaren
blootgesteld aan TBC en moesten zeer zware
medicatie nemen. Ook advocaten, politieagenten en
anderen die met gedetineerden in aanraking
komen, lopen bijgevolg een gezondheidsrisico. De
cipiers stellen vast dat de
bedrijfsgezondheidsdiensten onvoldoende bemand
zijn en licht over het probleem heengaan. Een van
mijn bronnen, confrater Lepaige, vroeg mij of de
minister tot een minnelijk akkoord wenst te komen.
Welke initiatieven nam de minister om tegemoet te
komen aan de eisen van de cipiers? Klopt het dat er
maar zes artsen zijn om de gezondheidscontrole te
doen van het voltallig personeel van 33 penitentiaire
inrichtingen? Worden de inentingen tegen hepatitis
B inderdaad sterk verwaarloosd in een aantal
instellingen?
07.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Une
action en justice a été instaurée contre le ministre
de la Justice par 116 membres du personnel de la
prison d'Anvers. Au cours des années écoulées, 37
agents ont été exposés à la tuberculose et ont dû
suivre un traitement très lourd. Des avocats, des
agents de police et d'autres personnes entrant en
contact avec des détenus sont par conséquent
exposés à un risque réel en matière de santé. Les
gardiens constatent que les services de santé
administratifs disposent d'effectifs insuffisants et
considèrent le problème à la légère. Mon confrère
Lepaige, qui constitue l'une de mes sources dans
ce dossier, m'a demandé si le ministre était disposé
à conclure un accord à l'amiable.
Quelles initiatives le ministre a-t-il prises en vue de
satisfaire aux exigences formulées par les gardiens
de prison? Est-il exact que six médecins seulement
effectuent le contrôle en matière de santé pour
l'ensemble des membres du personnel des 33
établissements pénitentiaires? Confirmez-vous que,
dans une série d'établissements, les vaccins contre
l'hépatite B sont fortement négligés?
07.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): Ik
ben enigszins verwonderd over deze vraag. Het
enige ons bekende geval van open TBC onder de
personeelsleden dateert van vorig jaar. Preventief
onderzoek bracht aan het licht dat sommige cipiers
in contact waren gekomen met de ziekte, wat echter
niet betekent dat ze ook effectief ziek zijn of waren.
Hen werd geadviseerd contact op te nemen met de
huisarts.
Binnenkomende gedetineerden worden zo snel
mogelijk onderzocht door de medische dienst. In
geval van besmettelijke TBC volgt de overbrenging
naar de ziekenboeg in de gevangenis te Brugge.
Een aantal van de vragen behoort tot de
bevoegdheid van de minister van Volksgezondheid,
die verantwoordelijk is voor de
arbeidsgeneeskundige diensten. Minister Aelvoet
heeft mijn verzoek om het personeel te vaccineren
tegen hepatitis B, overgemaakt aan minister
07.02 Marc Verwilghen, ministre (en néerlandais)
: Votre question me surprend quelque peu. Le seul
cas manifeste de tuberculose que nous
connaissons parmi les membres du personnel date
de l'an dernier. Une étude réalisée à titre préventif a
mis en évidence que certains gardiens étaient
entrés en contact avec la maladie, ce qui ne signifie
pas pour autant qu'ils l'aient effectivement
contractée. Il leur a été conseillé de s'adresser à
leur généraliste.
A leur arrivée en prison, les détenus sont examinés
le plus rapidement possible par le service médical.
Les détenus atteints de tuberculose contagieuse
sont transférés à l'infirmerie de la prison de Bruges.
Plusieurs de vos questions ressortissent à la
compétence de la ministre de la Santé publique,
responsable des services de médecine du travail.
Ma proposition de vaccination du personnel contre
l'hépatite B a été transmise par la ministre Aelvoet à
la ministre Onkelinx. A la fin du mois, j'enverrai un
13/11/2001
CRABV 50
COM 578
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
Onkelinx. Eind deze maand stuur ik een
herinnering.
rappel à ce propos.
07.03 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Ik ben
blij dat de hepatitis-B-problematiek ernstig wordt
genomen. Het TBC-risico is toch niet onbelangrijk.
Dat is een gevaarlijke ziekte. Ik begrijp de vrees van
de betrokkenen.
Wordt er eventueel gewerkt aan een minnelijke
schikking in het geval dat we hier bespraken?
07.03 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Je me
réjouis que le problème de l'hépatite B soit pris au
sérieux. Le risque de tuberculose n'est pas sans
importance. C'est une maladie dangereuse. Je
comprends la crainte des intéressés.
S'efforce-t-on de conclure une transaction dans le
cas concerné ?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
minister van Justitie over "het dispuut tussen de
federale en de Vlaamse regering inzake het
intrekken van het rijbewijs" (nr. 5690)
08 Question de M. Bart Laeremans au ministre de
la Justice sur "le différend qui oppose le
gouvernement fédéral et le gouvernement
flamand en ce qui concerne le retrait du permis
de conduire" (n° 5690)
08.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Volgens
Vlaams minister Stevaert kunnen rijbewijzen enkel
meteen worden ingetrokken bij vaststellingen door
een bemande camera. Geflitste overtreders moeten
hun rijbewijs pas zes à acht maanden na de feiten
inleveren, met name na een eventuele veroordeling.
Dit heeft te maken met de trage werking van
sommige parketten.
Kan een rijbewijs inderdaad enkel worden
ingetrokken na vaststelling door een bemande
camera en nadat de betrokkene effectief is gevat?
Waarom is er een verschil in behandeling?
Bestaan hierop uitzonderingen?
Kunnen overtreders niet meteen na de vaststelling
op het politiebureau worden uitgenodigd, waarop bij
erkenning van de feiten een tijdelijke intrekking kan
volgen?
De intrekking van een rijbewijs is toch in de eerste
plaats een veiligheidsmaatregel.
Hoe komt het dat dergelijke overtredingen soms
pas na acht maanden voor de rechter komen? Is er
hier een verschil tussen de arrondissementen? Hoe
kan deze periode worden ingekort?
08.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Selon le
ministre flamand Steve Stevaert, il ne pourra être
procédé au retrait immédiat du permis de conduire
qu'en cas de constatation établie par une caméra
dont le fonctionnement est assuré par un policier.
Les contrevenants "flashés" ne doivent, selon le
ministre Stevaert, restituer leur permis que 6 à 8
mois après les faits, après avoir été éventuellement
condamnés. Cette position ministérielle est liée à la
lenteur de certains parquets.
Un permis de conduire ne peut-il effectivement être
retiré qu'après constatation d'une infraction par une
caméra dont le fonctionnement est assuré par un
policier et après que le contrevenant a été
effectivement appréhendé ? Pourquoi existe-t-il une
différence de traitement ? Des exceptions sont-elles
prévues ?
Les contrevenants ne pourraient-ils pas être invités
à se présenter au commissariat de police
immédiatement après la constatation de leur
infraction, à la suite de quoi, si les intéressés
reconnaissent les faits qui leur sont reprochés, leur
permis pourrait leur être provisoirement retiré ?
Le retrait du permis n'est-il pas avant tout une
mesure de sécurité ?
Comment se fait-il que les juges ne soient parfois
saisis de telles infractions que huit mois après les
faits ? Observe-t-on à cet égard une différence
entre les arrondissements ? Comment pourrait-on
réduire ce délai ?
08.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):
Automatische camera's functioneren met een
08.02 Marc Verwilghen, ministre (en
néerlandais):Les caméras automatiques
CRABV 50
COM 578
13/11/2001
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
fotofilm die op geregelde tijdstippen moet worden
verwijderd en ontwikkeld. Het voornaamste
probleem ligt in de tijdspanne tussen het ogenblik
van overtreding en de vaststelling ervan. Het
bestaande systeem maakt betrapping op heterdaad
onmogelijk. Overeenkomstig artikel 55 van het
koninklijk besluit van 16 maart 1968 inzake de
mogelijkheid van onmiddellijke intrekking van het
rijbewijs, dient de bestuurder zo snel mogelijk
staande te worden gehouden na het plegen van het
strafbaar feit. Door dergelijke apparaten is dit vrijwel
onmogelijk.
De regering heeft besloten dit probleem te
herbekijken en uit te breiden tot de zware
overtredingen vastgesteld aan de hand van
automatische camera's. De termijn van zes tot acht
maanden waarover de heer Laeremans het heeft, is
dan ook te verklaren, maar daarom nog niet
wenselijk.
Overeenkomstig artikel 62 van voornoemd besluit
beschikt de politiedienst over een termijn van acht
dagen om een kopie van het proces-verbaal aan de
overtreder te bezorgen.
fonctionnent avec un film photographique qui doit
être retiré à intervalles réguliers afin d'être
développé. Le problème réside principalement dans
le délai qui s'écoule entre le moment de l'infraction
et sa constatation. Avec le système existant, il est
impossible de prendre les contrevenants en flagrant
délit. Conformément à l'article 55 de l'arrêté royal du
16 mars 1966, qui a trait à la possibilité de retirer
immédiatement le permis de conduire, le chauffeur
doit être arrêté immédiatement après avoir commis
le fait punissable. Or, avec de tels appareils, c'est
quasiment impossible.
Le gouvernement a décidé de réexaminer ce
problème et d'étendre le champ d'application de la
disposition concernée aux infractions graves
constatées par des caméras automatiques. Par
conséquent, le délai de 6 à 8 mois évoqué par M.
Laeremans est "normal", sans être souhaitable.
Conformément à l'article 62 de l'arrêté précité, le
service de police dispose d'un délai de 8 jours pour
adresser une copie du procès-verbal au
contrevenant.
In ernstiger gevallen opteert het Openbaar
Ministerie voor onmiddellijke dagvaarding, nadat de
overtreder gehoord is. Rekening houdend met de
termijnen voor de noodzakelijke handelingen is een
periode van vier tot vijf maanden geenszins
overdreven voor een eenvoudig dossier.
Indien voordien een dading is aangegaan, maar
onbetaald bleef, moet hieraan de termijn van één
maand worden toegevoegd, alsook de bijkomende
termijn voor de herinnering. Dit leidt ertoe dat de
totale termijn zes maanden bedraagt, wat natuurlijk
te lang is voor een educatieve rol van de
veroordeling. Aangezien sommige termijnen in de
wet bepaald zijn, zal het moeilijk zijn die termijnen te
verkorten. Daarom zal de regering voorzien in de
administratieve afhandeling van bepaalde soorten
verkeersovertredingen aan de hand van een
uitbreiding van het stelsel van de onmiddellijke
inning.
Dans des cas plus graves, le ministère public opte
pour une citation immédiate, sitôt le contrevenant
entendu. Compte tenu des délais pour accomplir les
actes nécessaires, une période de 4 à 5 mois n'est
nullement excessive pour un dossier simple.
Si une transaction est entre-temps intervenue, mais
est demeurée impayée, il convient de rallonger ce
délai d'un mois, sans compter le délai
supplémentaire pour le rappel. Le délai total est
finalement de six mois, ce qui est bien entendu trop
long pour que le jugement puisse avoir une fonction
éducative. Certains délais étant fixés dans la loi, il
sera difficile de les raccourcir. C'est pourquoi le
gouvernement prévoira le règlement administratif
de certains types d'infractions au code de la route
par le biais d'un élargissement du système de la
perception immédiate.
08.03 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Het
probleem wordt dus erkend. Ik denk toch dat een
wetswijziging noodzakelijk is.
08.03 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK) : Le
problème est donc reconnu. Je pense cependant
qu'une modification de la loi est nécessaire.
08.04 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):
Indien men niet wil luisteren, zal men het nooit
weten!
08.04 Marc Verwilghen , ministre (néerlandais) :
Si vous refusez d' écouter, vous ne saurez jamais !
08.05 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Een
administratieve afhandeling alleen is niet voldoende.
Het inkorten van de periode is niet voldoende. We
zijn alleszins in blijde verwachting van de door de
08.05 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK) : Un
règlement administratif seul est insuffisant. Réduire
la période ne suffit pas. Quoi qu'il en soit, nous
attendons les mesures annoncées par le ministre.
13/11/2001
CRABV 50
COM 578
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
minister aangekondigde maatregelen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 12.55 uur.
La réunion publique de commission est levée à
12.55 heures.