KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 505
CRABV 50 COM 505
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
woensdag mercredi
13-06-2001 13-06-2001
15:00 uur
15:00 heures
CRABV 50
COM 505
13/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Raymond Langendries aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de toepassing van de wet tot uitvoering van het
interprofessioneel akkoord 2001/2002 inzake
jaarlijkse vakantie" (nr. 4855)
1
Question de M. Raymond Langendries au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur
"l'application de la loi mettant en oeuvre l'accord
interprofessionnel 2001/2002 en matière de
vacances annuelles" (n° 4855)
1
Sprekers: Raymond Langendries
Orateurs: Raymond Langendries
Vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele tot
de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over "het statuut van de onthaalouders" (nr. 4888)
3
Question de Mme Annemie Van de Casteele au
ministre des Affaires Sociales et des Pensions sur
"le statut des gardiennes encadrées" (n° 4888)
3
Sprekers: Annemie Van de Casteele, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs: Annemie Van de Casteele, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
CRABV 50
COM 505
13/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
van
WOENSDAG
13
JUNI
2001
15:00 uur
______
du
MERCREDI
13
JUIN
2001
15:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 15.04 uur door
de heer Joos Wauters, voorzitter.
La séance est ouverte à 15.04 heures par M. Joos
Wauters, président.
01 Vraag van de heer Raymond Langendries aan
de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over "de toepassing van de wet tot uitvoering
van het interprofessioneel akkoord 2001/2002
inzake jaarlijkse vakantie" (nr. 4855)
01 Question de M. Raymond Langendries au
ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "l'application de la loi mettant en oeuvre
l'accord interprofessionnel 2001/2002 en matière
de vacances annuelles" (n° 4855)
01.01 Raymond Langendries (PSC): Het
wetsontwerp tot uitvoering van het
interprofessioneel akkoord 2001/2002 inzake
jaarlijkse vakantie past voortaan het bedrag van het
vakantiegeld aan, hetgeen tot een verschillend
berekeningspercentage ervan leidt : 15,34% voor
het beginpercentage voor bedienden en 15,38%
voor arbeiders.
Hoe wordt die berekening gemaakt om tot die
vroeger onbestaande - differentiëring te komen en
welke eventuele vergissingen werden er vroeger
gemaakt?
Indien er vergissingen werden gemaakt, hoe groot
is het risico dat de werknemers beroep aantekenen
om het bijkomend vakantiegeld voor de vroegere
jaren op te eisen?
01.01 Raymond Langendries (PSC) : Le projet de
loi d'application de l'accord interprofessionnel
2001/2002 en matière de vacances annuelles
adapte désormais le montant du pécule de
vacances, ce qui entraîne actuellement une
différence dans les pourcentages utilisés pour le
calculer : 15,34% pour un pécule de départ employé
et 15,38% pour les ouvriers.
Comment ce calcul est-il effectué pour arriver à
cette différenciation qui n'existait pas auparavant et
quelles ont pu être les erreurs antérieures
éventuelles ?
Si erreur il y a eu, quel est le risque de recours de la
part des salariés quant à la réclamation du
complément de pécule pour les années
antérieures ?
01.02 Minister Frank Vandenbroucke (Frans): Het
vakantiegeld van de arbeiders dat het enkel en het
dubbel vakantiegeld omvat, vertegenwoordigt een
bepaald percentage van de jaarlijkse bruto
bezoldigingen van het vakantiereferentiejaar op
108% gebracht. Die wijziging van het jaarlijks bruto
loon leidt tot een inhouding van 8% van de sociale
zekerheidsbijdragen op het enkel vakantiegeld. Het
laatste interprofessioneel akkoord voorziet in een
verhoging met 0,20% van dat percentage zodat het
van 15,13% wordt opgetrokken tot 15,38%.
Het vakantiegeld voor bedienden, berekend op
grond van de bruto maandelijkse bezoldiging van de
01.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
français) : Le pécule de vacances des ouvriers, qui
comprend le simple pécule de vacances et le
double pécule de vacances, représente un certain
pourcentage des rémunérations annuelles brutes
de l'exercice de vacances portées à 108%. Cette
modification du salaire annuel brut entraîne une
retenue de 8% des cotisations de sécurité sociale
sur le simple pécule de vacances. Le dernier accord
interprofessionnel prévoit ainsi une augmentation
de 0,20% de ce pourcentage qui passe de 15,18%
à 15,38%.
Le pécule de vacances des employés, calculé sur
13/06/2001
CRABV 50
COM 505
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
hoofdvakantiemaand, bestaat uit het normale loon
en een dubbel vakantiegeld. Het interprofessioneel
akkoord voorziet in een verhoging met 2%, zodat
het percentage van 90% tot 92% wordt
opgetrokken.
Wanneer de bediende zijn job verlaat zonder de
vakantie voor het vorige refentiejaar te hebben
opgenomen, dient de werkgever hem, naast een
voorafbetaald vakantiegeld, 15,18 % van de tijdens
dat werkjaar verdiende brutobezoldigingen te
betalen. In dit geval geldt een verhoging van 0,16%
zodat het percentage van 15,18% naar 15,34%
stijgt.
Dit akkoord tussen de sociale partners is vervat in
de wet van 22 mei 2001 en het uitvoeringsbesluit
ervan en stoelt op een berekeningswijze die een
notie van evenredigheid invoert, uitgedrukt in
weken.
base de la rémunération mensuelle brute du mois
des vacances principales, comprend sa
rémunération normale et un double pécule.
L'accord interprofessionnel prévoit une
augmentation de 2%, le pourcentage passant ainsi
de 90% à 92%.
Si l'employé quitte son emploi sans avoir pris les
vacances afférentes à l'exercice précédent, outre le
versement d'un pécule anticipé, l'employeur lui paie
15,18% des rémunérations brutes gagnées durant
cet exercice. Une augmentation de 0,16% est
prévue dans ce cas, le pourcentage passant donc
de 15,18% à 15,34%.
Cet accord entre les partenaires sociaux se traduit
par la loi du 22 mai 2001 et l'arrêté royal portant son
exécutionse base sur une méthode de calcul qui
introduit une notion de proportionnalité exprimée en
semaines.
Het dubbel vakantiegeld voor 4 weken had moeten
overeenstemmen met een volledig bruto
maandloon. Een maand telt meer dan 4 weken. Een
verhoging met 5% had dus tot de toekenning van
een vakantiegeld voor meer dan vier weken moeten
leiden. Het vakantiegeld van een arbeider bedraagt
8 weken op 48,15 bezoldigde weken (16,61%). Het
percentage wordt gedeeld door 1,08, wat neerkomt
op 15,38%. Het vakantiegeld van een bediende
komt overeen met de verhouding tussen vier weken
en een gemiddelde van 4,35 weken per maand. Het
dubbel vakantiegeld voor 4,35 weken van 100%
moet door die verhouding worden gedeeld om met
4 weken overeen te stemmen, namelijk 100%
gedeeld door 1,0875, zijnde 92%.
Het vakantiegeld van een bediende wiens
arbeidscontract verstrijkt bedraagt vier weken op
52,15 bezoldigde weken op een jaar,
vermenigvuldigd met 2 (enkelvoudig en dubbel
vakantiegeld), zijnde 15, 34%.
Ik vestig uw aandacht op het feit dat de
berekeningsgrond voor het vakantiegeld van een
arbeider (het bruto jaarloon van het jaar op grond
waarvan het vakantiegeld wordt berekend wordt op
108 % gebracht) niet dezelfde is als voor de
bedienden wier arbeidscontract verstrijkt (bruto
jaarlijkse bezoldiging).
Voor de vorige jaren dient geen aanvulling te
worden overwogen.
Le double pécule pour 4 semaines aurait dû
correspondre à 100 % de la rémunération
mensuelle brute. Un mois comprend plus de 4
semaines. Une augmentation de 5 % aurait donc
entraîné l'octroi d'un pécule pour plus de 4
semaines. Le pécule de vacances d'un ouvrier se
monte à 8 semaines sur 48,15 semaines
rémunérées (16,61 %). Ce pourcentage est divisé
par 1,08 soit 15,38 %. Le pécule d'un employé se
monte au rapport entre 4 semaines et une moyenne
de 4,35 semaines par mois. Un double pécule pour
4,35 semaines de 100 % doit être divisé par ce
rapport pour correspondre à 4 semaines. Soit 100
% divisé par 1,0875, à savoir 92 %.
Le pécule de vacances d'un employé en fin de
contrat se monte à 4 semaines sur 52,15
rémunérées sur un an, multiplié par 2 (simple et
double pécule) soit 15,34 %.
J'attire votre attention sur le fait que la base de
calcul du pécule ouvrier (rémunérations annuelles
brutes de l'exercice de vacances portées à 108 %)
n'est pas la même que pour les employés en fin de
contrat (rémunérations annuelles brutes de
l'année).
Il n'y a pas lieu d'envisager un complément pour les
années antérieures.
Conform artikel 9, tweede lid van de wetten van 28
juni 1971 kan de Koning een andere
berekeningswijze voorschrijven. De vastgestelde
percentages hoeven niet noodzakelijk overeen te
komen, aangezien de berekeningsgrondslag
verschillend is. Het is een heel ingewikkelde
berekening. De berekening werd op een onlogische
manier geëxtrapoleerd voor de arbeiders. Er werd
Conformément à l'article 9, alinéa 2 des lois du 28
juin 1971, le Roi peut prescrire un mode de calcul
différent. Il n'y a pas de correspondance nécessaire
entre les pourcentages fixés, la base de calcul
n'étant pas la même. C'est un calcul très
compliqué. La façon dont on a extrapolé le calcul
pour les ouvriers n'était pas logique. On a rétabli
une situation cohérente.
CRABV 50
COM 505
13/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
opnieuw een coherente situatie gecreëerd.
01.03 Raymond Langendries (PSC): Naar
verluidt zal de toepassing van het nieuwe
percentage voor de berekening van het
vakantiegeld tot gevolg hebben dat de bezoldiging
die als basis dient voor de berekening van de
sociale bijdragen op jaarbasis 108% zal bedragen in
plaats van 108,308%, zoals het geval zou zijn als
hetzelfde percentage als voordien zou worden
toegepast. Daardoor zou men 1 miljard aan sociale-
zekerheidsbijdragen mislopen. Zou men die
berekening kunnen checken ?
01.03 Raymond Langendries (PSC) : Il
semblerait que le nouveau pourcentage appliqué
pour le calcul du pécule de vacances aura pour
conséquence que la rémunération qui servira de
base au calcul du paiement des cotisations sociales
sur une base annuelle sera de 108% au lieu de
108,308%, comme cela serait le cas si l'on avait
appliqué le même pourcentage que précédemment.
Cela entraînerait un manque à gagner de l'ordre de
1 milliard pour les cotisations de sécurité sociale.
Pourrait-on vérifier un tel calcul ?
01.04 Minister Frank Vandenbroucke (Frans) :
Men moet rekening houden met een vrijstelling voor
de werkgevers, maar we zullen dat aspect van de
kwestie nader bekijken.
01.04 Frank Vandenbroucke , ministre (en
français) : Il faut tenir compte d'une exonération au
niveau patronal mais nous allons vérifier cet aspect
de la question.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele
tot de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over "het statuut van de onthaalouders"
(nr. 4888)
02 Question de Mme Annemie Van de Casteele
au ministre des Affaires Sociales et des Pensions
sur "le statut des gardiennes encadrées"
(n° 4888)
02.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Met
enkele collega's heb ik onlangs een hoorzitting
bijgewoond waarop de specialist in arbeidsrecht
professor Blanpain aanwezig was. Volgens
professor Blanpain hoeven de onthaalmoeders
geen statuut aan te vragen omdat ze er al één
hebben. Volgens professor Blanpain is de
onthaalouder die verbonden is aan een erkende
dienst immers een werknemer die in ondergeschikt
verband werkt tegen een loon. Bijgevolg is de
huidige regeling flagrant in strijd met het
arbeidsrecht.
Ik heb een toespraak gevonden van de minister op
het internet van december 2000 over vrijwilligers.
Daarin zegt hij dat het in het Belgisch recht een
kwestie is van "alles of niets". Hij verwijst naar het
verschuivend begrip "arbeid" en vraagt zich af of
ons sociaal statuut deze flexibiliteit niet zou moeten
volgen. De situatie van de onthaalmoeders is daar
volgens mij een illustratie van.
Over het sui generis-statuut dat de minister
voorbereidt voor de opvanggezinnen heb ik gezegd
dat dat misschien beter is dan niets, maar nu blijkt
dat de onthaalmoeders zelf daarover niet tevreden
zijn. De minister heeft weliswaar overleg gepleegd
met de bevoegde diensten, maar niet met de
opvanggezinnen zelf.
02.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Avec
quelques collègues, j'ai assisté il y a peu à une
audition du professeur Blanpain, un spécialiste en
droit du travail. Il estime que les gardiennes
encadrées n'ont pas à demander de statut dans la
mesure où elles en ont déjà un. Le professeur
Blanpain estime que la gardienne encadrée qui est
liée à un service reconnu travaille comme
subalterne en contrepartie d'un salaire. Le régime
actuel est dès lors en contradiction flagrante avec le
droit de travail.
J'ai trouvé sur l'internet un discours développé par
le ministre en décembre 2000 concernant les
volontaires. Il y est dit que, dans le droit belge, il
s'agit d'un « tout ou rien ». Il fait référence à la
notion fluctuante de « travail » et pose la question
de savoir si notre statut social ne devrait pas
s'adapter à cette flexibilité. La situation des
gardiennes encadrées me paraît en être une
parfaite illustration.
J'ai dit au sujet du statut sui generis que le ministre
prépare à l'intention des gardiennes encadrées qu'il
est peut être préférable à l'absence de statut. Il n'a
toutefois par l'heur de plaire aux gardiennes
encadrée. Le ministre s'est certes concerté avec les
services compétents mais pas avec les gardiennes
encadrées elles-mêmes.
Le ministre a-t-il reçu le manifeste des gardiennes
13/06/2001
CRABV 50
COM 505
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Heeft de minister het manifest van de
opvanggezinnen gekregen? Is hij bereid met de
opvanggezinnen zelf aan tafel te gaan zitten? En
treedt de minister de redenering van professor
Blanpain bij?
encadrées? Est-il disposé à se concerter avec le
gardiennes encadrées? Partage-t-il l'avis du
professeur Blanpain?
02.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Ik zat al drie maal rond de tafel met
de belangengroep, goed voor 5 à 6 uur. Ook met
mijn kabinet waren er contacten. Eén dag na
ontvangst van de vragenlijst van de belangengroep
werd uitgebreid antwoord gegeven.
De beschouwingen van mevrouw Van de Casteele
over soorten arbeid en het bestaan van grijze zones
zijn terecht. Op basis van de decreten van de
deelstaten wordt gesubsidieerde en erkende
onthaalarbeid behandeld als vrijwilligerswerk. De
forfaitaire dagvergoeding wordt in de drie
Gemeenschappen beschouwd als
onskostenvergoeding. Dat geldt ook zo voor de
fiscus en de RSZ. Men gaat ervan uit dat er geen
sprake is van loon in arbeidsrechtelijke zin en dus
evenmin van een kwalificatie als loonarbeid.
De sociale zekerheid voorziet niet in een specifieke
regeling voor een vrijstelling. De RSZ sluit zich dus
aan bij de visie van de fiscus en de
Gemeenschappen.
Ook in de pensioenregeling worden de inkomsten
uit onthaalarbeid gezien als onkostenvergoeding,
zodat ze onbeperkt cumuleerbaar zijn.
In het kader van de
arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en
werkloosheidsuitkeringen kunnen die uitkeringen
nooit worden gecumuleerd met een
onkostenvergoeding als erkende en gesubsidieerde
onthaalmoeder.
02.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): J'ai déjà rencontré le groupe de
pression à trois reprises, pendant 5 ou 6 heures. A
mon cabinet également, des réunions ont eu lieu.
Les questions posées par le groupe de pression ont
reçu une réponse détaillée dès le lendemain de leur
réception.
Les remarques de Mme Van de Casteele sur les
types de travail et l'existence de zones grises sont
pertinentes. En vertu des décrets des entités
fédérées, le travail d'accueil subsidié et reconnu est
assimilé à du bénévolat. Dans les trois
Communautés, l'indemnité journalière forfaitaire est
considérée comme une indemnité destinée à
couvrir les frais encourus. Le fisc et l'ONSS
appliquent le même principe. Il ne s'agit pas d'un
salaire au sens du droit du travail ni, a fortiori, d'un
travail rémunéré.
La sécurité sociale ne prévoit aucun régime
spécifique d'exonération. L'ONSS se rallie donc au
point de vue du fisc et des Communautés.
Dans le régime de pension également, les revenus
générés par le travail d'accueil sont considérés
comme une indemnité de couverture des frais
encourus, de sorte qu'ils sont cumulables sans
limite.
Les indemnités d'incapacité de travail et les
allocations de chômage ne peuvent jamais être
cumulées avec une indemnité de couverture des
frais encourus dans le cadre d'une activité reconnue
et subsidiée de gardienne encadrée.
De sociale zekerheid trekt dus geen duidelijke
grens tussen vrijwilligerswerk en betaald werk.
In het kader van het zuivere vrijwilligerswerk
waartoe ik de onthaalmoeders eigenlijk niet reken -
proberen we een duidelijk verschil te maken tussen
onkostenvergoeding enerzijds en de vergoeding
voor geleverde arbeid anderzijds. Ter zake wordt, in
samenwerking met regeringscommissaris Van Gool
een regeling uitgedacht. Een vergoeding van
maximaal 40.000 frank per jaar wordt als een
onkostenvergoeding beschouwd.
En matière de sécurité sociale, aucune distinction
n'est donc clairement établie entre le travail
bénévole et le travail rémunéré.
Dans le cadre du bénévolat pur dont ne relèvent
pas, à mon sens, les gardiennes encadrées, nous
tentons de distinguer nettement, d'une part, les
indemnités pour frais généraux et, d'autre part, les
indemnités pour des travaux fournis. En la matière,
nous préparons un règlement avec le commissaire
du gouvernement, M. Van Gool. Toute indemnité de
40.000 francs par an maximum est considérée
comme une indemnité pour frais généraux.
CRABV 50
COM 505
13/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Dat onthaalmoeders in ruil voor hun prestaties een
bepaalde vorm van sociale bescherming zouden
krijgen, is een evidentie. Ik vergelijk dit met wat voor
de vrijwillige brandweerlieden gebeurd is.
Mijn bevoegdheid als minister van Sociale Zaken
gaat niet verder dan het uitdokteren van een
efficiënt systeem sui genuris van sociale
bescherming. Ik kan betrokkenen natuurlijk niet in
dienst nemen.
Il est incontestable qu'en contrepartie de leurs
prestations, les gardiennes encadrées doivent
bénéficier d'une certaine forme de protection
sociale. Je comparerais cette disposition à celle qui
a été adoptée au bénéfice des pompiers
volontaires.
En tant que ministre des Affaires sociales, je ne
peux faire davantage que mettre au point un
système efficace de protection sociale sui generis.
Je ne peux évidemment pas embaucher les
personnes concernées.
02.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Het
antwoord van de minister verbaast mij niet. Ik vraag
hem niet al deze mensen aan te werven, maar ik
kan ook begrijpen dat deze mensen zichzelf niet als
vrijwilligers beschouwen. Verder vind ik dat deze
regering met onder andere de dienstencheques van
uw collega Onkelinx en met de PWA's een
versnipperd beleid voert. Het zou beter zijn om een
globaal debat een oplossing te zoeken voor de
groeiende arbeid in dat circuit. Kinderopvang is
belangrijk voor de arbeidsmarkt in haar geheel, en
men stelt vast dat vele onthaalmoeders afhaken bij
gebrek aan statuut.
02.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID): La
réponse du ministre ne me surprend pas. Je ne lui
demande pas d'embaucher toutes ces personnes,
mais je comprends qu'elles ne se considèrent pas
comme des bénévoles. En outre, j'estime qu'avec
notamment les chèques-services de votre collègue
Mme Onkelinx et avec les ALE, ce gouvernement
se disperse dans sa politique. Il serait préférable
d'organiser un débat global afin de trouver une
solution au problème du volume de travail croissant
dans ce circuit. L'accueil de la petite enfance est
important pour l'ensemble du marché du travail, et
l'on constate que beaucoup de gardiennes
renoncent à leur activité parce qu'elles n'ont aucun
statut.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vergadering wordt gesloten om 15.46 uur.
La séance est levée à 15.46 heures.