KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 411
CRABV 50 COM 411
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
woensdag mercredi
07-03-2001 07-03-2001
15:00 uur
15:00 heures
CRABV 50
COM 411
07/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Mondelinge vraag van de heer Paul Timmermans
aan de vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie over "de verlaagde BTW-voet in de
sector van de sociale economie" (nr. 3504)
1
Question orale de M. Paul Timmermans au vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale sur
"le taux réduit de TVA applicable au secteur de
l'économie sociale" (n° 3504)
1
Sprekers: Paul Timmermans, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en
Sociale Economie
Orateurs: Paul Timmermans, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget, de l'Intégration sociale et de l'
Économie sociale
Mondelinge vraag van mevrouw Zoé Genot aan
de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over "de inspectie ten opzichte van het medisch
pediatrisch centrum van Grez-Doiceau" (nr. 3468)
2
Question orale de Mme Zoé Genot au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur
"l'inspection à l'égard du centre médico-
pédiatrique de Grez-Doiceau" (n° 3468)
2
Sprekers:
Zoé Genot, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs: Zoé Genot, Frank Vandenbroucke,
ministre des Affaires sociales et des Pensions
Mondelinge vraag van mevrouw Michèle Gilkinet
aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "de terugbetaling van
geneesmiddelen voor zeldzame ziekten"
(nr. 3481)
3
Question orale de Mme Michèle Gilkinet au
ministre des Affaires sociales et des Pensions sur
"le remboursement de médicaments pour les
maladies rares" (n° 3481)
3
Sprekers:
Michèle Gilkinet, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Michèle Gilkinet, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Mondelinge vraag van mevrouw Trees Pieters aan
de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over "de werkgroep Jadot" (nr. 4000)
4
Question orale de Mme Trees Pieters au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "le
groupe de travail Jadot" (n° 4000)
4
Sprekers:
Trees Pieters, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Trees Pieters, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Mondelinge vraag van de heer Jo Vandeurzen
aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
tariefzekerheid voor de patiënt naar aanleiding
van het ministerieel besluit van 12 januari 2001
houdende de wijziging van het ministerieel besluit
van 2 augustus 1986 houdende de bepaling van
de voorwaarden en regelen voor de vaststelling
van de verpleegdagprijs" (nr. 4004)
5
Question orale de M. Jo Vandeurzen à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la sécurité
tarifaire des patients à la suite de l'arrêté
ministériel du 12 janvier 2001 modifiant l'arrêté
ministériel du 2 août 1986 fixant les conditions et
règles de fixation du prix de la journée
d'hospitalisation" (n° 4004)
5
Sprekers:
Jo Vandeurzen, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Jo Vandeurzen, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Mondelinge vraag van mevrouw Maggie De Block
aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "de structurele vermindering van
de sociale zekerheidsbijdragen" (nr. 4012)
6
Question orale de Mme Maggie De Block au
ministre des Affaires sociales et des Pensions sur
"la diminution structurelle des cotisations de
sécurité sociale" (n° 4012)
6
Sprekers:
Maggie De Block, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Maggie De Block, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Samengevoegde mondelinge vragen van
8
Questions orales jointes de
8
- de heer Joos Wauters aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de
- M. Joos Wauters au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "le remboursement
07/03/2001
CRABV 50
COM 411
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
terugbetaling van geneesmiddelen bij dementie"
(nr. 4023)
de médicaments en cas de démence" (n° 4023)
- mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister
van Sociale Zaken en Pensioenen over "de
terugbetaling van Donepezil, Rivastigmine en
Galantamine voor de behandeling van de ziekte
van Alzheimer" (nr. 4038)
- Mme Yolande Avontroodt au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "le
remboursement des Donepezil, Rivastigmine et
Galantamine pour le traitement de la maladie
d'Alzheimer" (n° 4038)
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de niet-terugbetaling van
cholinesteraseremmers" (nr. 4055)
- Mme Annemie Van de Casteele au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "le non-
remboursement des inhibiteurs de cholinestérase"
(n° 4055)
Sprekers:
Joos Wauters, Yolande
Avontroodt, Frank Vandenbroucke, minister
van Sociale Zaken en Pensioenen , Annemie
Van de Casteele
Orateurs:
Joos Wauters, Yolande
Avontroodt, Frank Vandenbroucke, ministre
des Affaires sociales et des Pensions ,
Annemie Van de Casteele
Mondelinge vraag van de heer Daniel
Bacquelaine aan de minister van Sociale Zaken
en Pensioenen over "de groepspraktijken"
(nr. 3501)
12
Question orale de M. Daniel Bacquelaine au
ministre des Affaires sociales et des Pensions sur
"les maisons médicales" (n° 3501)
12
Sprekers: Daniel Bacquelaine, voorzitter van
de PRL FDF MCC-fractie, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs: Daniel Bacquelaine, président du
groupe PRL FDF MCC , Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Mondelinge vraag van de heer Karel Van
Hoorebeke aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "de samenstelling van de
referentiecentra voor patiënten met het chronisch
vermoeidheidssyndroom" (nr. 4046)
13
Question orale de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre des Affaires sociales et des Pensions sur
"la composition des centres de référence pour
des patients atteints du syndrome de fatigue
chronique" (n°4046)
13
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Mondelinge vraag van mevrouw Greta D'Hondt
aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "Farmanet" (nr. 4064)
15
Question orale de Mme Greta D'Hondt au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur
"Pharmanet" (n° 4064)
15
Sprekers:
Greta D'Hondt, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Greta D'Hondt, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
CRABV 50
COM 411
07/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
van
WOENSDAG
07
MAART
2001
15:00 uur
______
du
MERCREDI
07
MARS
2001
15:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 15.10 uur door
de heer Joos Wauters, voorzitter.
La séance est ouverte à 15.10 heures par M. Joos
Wauters, président.
01 Mondelinge vraag van de heer Paul
Timmermans aan de vice-eerste minister en
minister van Begroting, Maatschappelijke
Integratie en Sociale Economie over "de
verlaagde BTW-voet in de sector van de sociale
economie" (nr. 3504)
01 Question orale de M. Paul Timmermans au
vice-premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale sur
"le taux réduit de TVA applicable au secteur de
l'économie sociale" (n° 3504)
01.01 Paul Timmermans (ECOLO-AGALEV):
Ingevolge een koninklijk besluit van 20 september
2000 genieten sommige instellingen uit de sector
van de sociale economie een verlaagd BTW-tarief.
Dat besluit had heel wat hoop gewekt in de sector,
maar het verlaagd tarief geldt maar voor zeer weinig
ondernemingen. Het is enkel van toepassing voor
de ondernemingen die actief zijn in de recycling en
het hergebruik en die een herinschakeling van
arbeidskrachten nastreven.
Kadert de maatregel inzake de verlaagde BTW in
het begrotingskrediet van 310 miljoen? Is de
restrictieve interpretatie van het toepassingsgebied
van de maatregel door de administratie van de
BTW-controle juist?
Welke maatregelen zal u treffen opdat de BTW-
verlaging effectief tot een ontwikkeling van de
sociale economie zou bijdragen?
01.01 Paul Timmermans (ECOLO-AGALEV):
Suite à un arrêté royal du 20 septembre 2000, un
taux réduit de valeur ajoutée est réservé à certains
organismes d'économie sociale.
Malgré l'espoir suscité par cet arrêté dans le
secteur, ce taux ne s'applique qu'à très peu
d'entreprises. Il est limité à celles dont l'activité est
le recyclage ou la récupération et qui poursuivent un
objectif d'insertion.
La mesure de réduction de la TVA est-elle inscrite
dans la ligne budgétaire de 310 millions ?
L'interprétation restrictive du champ d'application de
la mesure par l'administration du contrôle TVA est-
elle correcte ?
Quelles mesures comptez-vous prendre pour que la
réduction de la TVA puisse effectivement
encourager le développement de l'économie
sociale ?
01.02 Minister Johan Vande Lanotte (Frans) :
Wij hebben een operatie "verlaging van de BTW in
de sociale economie" opgezet, maar wij moeten
rekening houden met de beperkingen inzake
selectiviteit en erkenning die Europa ons oplegt. Wij
hebben inderdaad een circulaire en een regeling
gepubliceerd, maar zij doen problemen rijzen,
vooral dan in het Franstalig landsgedeelte.
01.02 Johan Vande Lanotte , ministre (en
français) : Nous avons lancé une opération de
diminution de la TVA dans le domaine de
l'économie sociale mais nous devons respecter les
limites européennes qui imposent sélectivité et
agrément.
Nous avons effectivement publié une circulaire et
un règlement, qui posent problème, surtout du côté
07/03/2001
CRABV 50
COM 411
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Wij hebben de vertegenwoordigers van de
ondernemingen uit de sector van de sociale
economie op 27 februari ontmoet. Zij hebben ons
gemeld dat er problemen zijn in de sector van het
aangepast werken. Mevrouw Onkelinx zal
dienaangaande maatregelen treffen binnen het
kader van haar bevoegdheden.
francophone.
Nous avons rencontré les entreprises du secteur de
l'économie sociale le 27 février ; celles-ci nous ont
fait part des difficultés rencontrées par le secteur du
travail adapté, pour lequel Mme Onkelinx
interviendra dans le domaine de ses compétences.
Omdat die sector vaak een beroep doet op
onderaannemers zal de oplossing schuilen in een
vermindering van de sociale lasten veeleer dan in
een verlaging van het BTW-tarief.
De niet-toepassing van het verlaagd BTW-tarief is
te wijten aan het uitblijven van erkenningen in het
Franstalig landsgedeelte.
Mevrouw Onkelinx kan bepaalde ondernemingen
erkennen maar het aantal erkende ondernemingen
die actief zijn in de recycling is beperkt.
Een bedrag van 320 miljoen is beschikbaar. Er
komt een nieuw overleg maar ik hoop dat ik zeer
snel een oplossing zal kunnen vinden om
initiatieven in de sociale economie aan te
moedigen.
La solution viendra non pas via une diminution de
TVA mais bien via une diminution des charges
sociales, ce secteur travaillant souvent en sous-
traitance.
Quant à l'actuelle non-application d'une diminution
de la TVA, celle-ci est due à un manque d'agrément
dans la partie francophone du pays.
Mme Onkelinx peut reconnaître certaines
entreprises mais il y a une limitation à des
entreprises qui sont agrées et qui travaillent dans le
domaine du recyclage.
320 millions sont disponibles ; il y aura une nouvelle
concertation mais j'espère pouvoir trouver une
solution dans un futur proche pour encourager les
initiatives d'économie sociale.
01.03 Paul Timmermans (ECOLO-AGALEV): Uw
antwoord zal vele instellingen geruststellen.Houdt
dit echter in dat het verlaagd BTW-tarief enkel van
toepassing zal zijn op de ondernemingen actief in
de sector van de recycling?
01.03 Paul Timmermans (ECOLO-AGALEV):
Votre réponse rassurera bon nombre d'institutions
mais signifie-t-elle que la réduction de TVA ne
touchera que les entreprises qui pratiquent le
recyclage ?
01.04 Minister Johan Vande Lanotte (Frans):
Hun activiteiten moeten een zekere mate van
recycling omvatten.
01.04 Johan Vande Lanotte , ministre (en
français) : Il doit y avoir un certain type de recyclage
inclus dans leur activité.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Mondelinge vraag van mevrouw Zoé Genot
aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over "de inspectie ten opzichte van het medisch
pediatrisch centrum van Grez-Doiceau" (nr. 3468)
02 Question orale de Mme Zoé Genot au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur
"l'inspection à l'égard du centre médico-
pédiatrique de Grez-Doiceau" (n° 3468)
02.01 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Het
pediatrisch centrum van Biez van Grez-Doiceau
verenigt verscheidene bevoegdheden in zich. Het
centrum biedt onderdak aan een aantal
minderjarigen die onder Jeugdzorg ressorteren,
maar voor toezicht en subsidiëring is het RIZIV
bevoegd. De eenheid voor functionele revalidatie
voor aandoeningen van de luchtwegen en het
pediatrisch centrum van Biez draaiden dankzij een
overeenkomst met het RIZIV. Die overeenkomst
moet nu of werd onlangs herzien. Welke wijzigingen
werden er aangebracht ? Welke doelstellingen
worden er voor de instelling vooropgesteld ?
In oktober 1999 werd u in een aantal brieven
02.01 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV) : Le centre
pédiatrique de cure et de soins de Grez-Doiceau
cumule plusieurs compétences. Ce centre accueille
plusieurs mineurs relevant de l'aide à la Jeunesse
mais le pouvoir de tutelle et de subsidiation
appartient à l'INAMI. L'unité de rééducation
fonctionnelle des affections respiratoires et le centre
pédiatrique de Biez ont fonctionné grâce à une
convention avec l'INAMI, qui doit ou a dû être
révisée. Quelles modifications y sont intervenues ?
Quels objectifs sont définis pour l'institution ?
En octobre 1999, des courriers vous ont fait part de
CRABV 50
COM 411
07/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
gemeld dat kinderen in die instelling mishandeld
zouden worden. Is er intussen inspectie geweest ?
Zo ja, wat waren de bevindingen ?
mauvais traitements à l'égard d'enfants de cette
institution. Y a-t-il eu une inspection ? Quelles en
sont les conclusions ?
02.02 Minister Frank Vandenbroucke (Frans) :
De vzw "Centre mutualiste neutre de Biez" heeft
sinds 31 maart 1997 een overeenkomst met het
RIZIV voor het "medisch-pediatrisch centrum Léon
Poriniot", behalve wat de functionele revalidatie van
kinderen en adolescenten met aandoeningen van
de luchtwegen betreft.
De overeenkomst met het centrum Léon Poriniot
werd gesloten uit hoofde van de wet van 25 januari
1999, waarbij het wettelijk kader van de vroegere
sanatoria vervangen wordt door het kader van de
medisch-pediatrische centra. In deze
overeenkomst, die op 1 april 2000 in werking trad,
wordt omschreven welke kinderen en adolescenten
met een duidelijk gediagnosticeerde chronische
aandoening binnen het toepassingsgebied vallen,
en wordt het kader voor de doelstellingen van de
opname gedefinieerd.
02.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
français) : L'ASBL "Centre mutualiste neutre de
Biez" bénéfice d'une convention avec l'INAMI pour
le « Centre Poriniot » sauf pour la rééducation
fonctionnelle d'enfants et d'adolescents atteints de
maladies respiratoires, et ce depuis le 31 mars
1997.
La convention avec le Centre Poriniot a été conclue
en application de la loi du 25 janvier 1999 qui
substitue le cadre légal des centres médico-
pédiatriques à celui des ex-préventoriums. Entrée
en vigueur le 1
er
avril 2000, cette convention précise
quels sont les enfants et adolescents souffrant
d'une maladie chronique clairement diagnostiquée
qui peuvent en bénéficier, et détermine le cadre des
objectifs de leur prise en charge.
Wat het vermoeden van kindermishandeling betreft,
ontving het RIZIV op 27 juni 2000 als enige
informatie een door het ministerie van de Franse
Gemeenschap samengesteld dossier over een
meisje met ernstige gedragsstoornissen dat van
een opvoeder een klap zou hebben gekregen. Het
centrum heeft erkend dat zijn opvoeder zijn boekje
is te buiten gegaan. Aangezien het om een
alleenstaand feit ging, kwam het RIZIV niet
tussenbeide maar nam contact op met de Franse
Gemeenschap om deze te verzoeken elk nieuw feit
van kindermishandeling dat zich in de toekomst zou
voordoen, onverwijld mee te delen. Tot nu toe werd
geen enkel nieuw feit gesignaleerd.
En ce qui concerne la suspicion de mauvais
traitements d'enfants, l'INAMI a reçu pour toute
information, le 27 juin 2000, un dossier constitué
par le ministère de la Communauté française sur
une enfant présentant de graves troubles de
conduite et qui aurait été giflée par un éducateur.
Le Centre a reconnu le dérapage de ce dernier.
Comme le fait était isolé, l'INAMI n'est pas intervenu
mais a pris contact avec la Communauté française
pour qu'elle lui communique, sans délai, tout
nouveau fait de maltraitance qui y surviendrait à
l'avenir.
A ce jour, aucun fait nouveau n'a été signalé.
02.03 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Als ik het
goed begrijp, hebben alleen de diensten van de
Franse Gemeenschap een inspectie uitgevoerd, en
niet die van het RIZIV.
02.03 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV) : Si je
comprends bien, les seuls services qui ont réalisé
une inspection sont ceux de la Communauté
française et pas ceux de l'INAMI.
02.04 Minister Frank Vandenbroucke (Frans): De
inspectie werd door de bevoegde diensten
uitgevoerd.
02.04 Frank Vandenbroucke , ministre (en
français): L'inspection a été réalisée par les
services compétents.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Mondelinge vraag van mevrouw Michèle
Gilkinet aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "de terugbetaling van
geneesmiddelen voor zeldzame ziekten"
(nr. 3481)
03 Question orale de Mme Michèle Gilkinet au
ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "le remboursement de médicaments pour les
maladies rares" (n° 3481)
03.01 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): Is het
niet wenselijk om voortaan de terugbetaling van
03.01 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): Ne
convient-il pas d'établir une prise en charge des
07/03/2001
CRABV 50
COM 411
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
weesgeneesmiddelen voor zeldzame ziekten te
waarborgen ?
Ik heb u daarover u al op 24 oktober ondervraagd
en gesuggereerd dat de terugbetaling aan de
patiënt zou worden toegekend als er geen
alternatief is en men bij analogie kan vermoeden
dat het geneesmiddel doeltreffend is voor de ziekte
waaraan hij of zij lijdt.
U beloofde om een methodologie uit te werken en
mijn voorstel onder de loep te nemen. Hoe staat het
met dat onderzoek ? Werd mijn voorstel
bestudeerd?
médicaments orphelins utilisés contre les maladies
rares ?
Je vous avais déjà interrogé à ce sujet le 24 octobre
et j'avais suggéré que le remboursement soit
octroyé aux malades lorsqu'il n'y a pas d'alternative
et que l'on peut présumer par analogie l'efficacité
du médicament pour l'affection dont ils sont
victimes.
Vous aviez promis d'étudier une méthodologie et
d'examiner ma proposition. Où en est cette étude ?
Ma proposition a-t-elle été examinée ?
03.02 Minister Frank Vandenbroucke (Frans):
Het wetsontwerp in voorbereiding bevat de
wettelijke grondslag voor het opstellen van prijs-
volumecontracten. Na goedkeuring door de
ministerraad en voorlegging om advies aan de
Raad van State, zal de tekst aan het Parlement
worden voorgelegd.
Nadat ik uw vorige vraag had beantwoord, is de
door het kabinet van de eerste minister voorgezeten
werkgroep nog een keer bijeengekomen om de
evolutie in het dossier te bekijken. Ik kan ook
verwijzen naar een Europese publicatie waarin de
onderscheiden maatregelen worden omschreven
die de lidstaten hebben getroffen ter bevordering
van het gebruik van weesgeneesmiddelen. U vindt
een en ander op de website
http://www.eudra.org
,
maar ik kan u ook een kopie bezorgen.
Uw voorstel zal besproken moeten worden ter
gelegenheid van de bespreking van het
wetsontwerp betreffende het
geneesmiddelenbeleid. We zullen er dus nog op
terugkomen.
03.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
français): Le projet de loi, que le gouvernement
prépare en ce moment, comporte une base légale
en vue de l'élaboration de contrats prix-volume. Il
vous sera soumis après approbation par le Conseil
des ministres et avis du Conseil d'État.
Depuis ma réponse à votre question précédente, le
groupe de travail présidé par le cabinet du Premier
ministre s'est réuni pour considérer l'évolution de la
situation.
Je puis aussi vous renvoyer à une publication
européenne qui comporte l'inventaire des diverses
mesures prises par les États membres en vue de la
promotion des médicaments orphelins. Vous la
trouverez sur
http://www.eudra.org
ou je vous en
fournirai une copie.
Votre proposition devra être examinée lors de la
discussion du projet de loi relatif à la politique en
matière de médicaments. Nous y reviendrons donc.
03.03 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): Dat
zal ik zeker ook doen.
03.03 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV) : Je
me permettrai d'y revenir également.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Mondelinge vraag van mevrouw Trees Pieters
aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over "de werkgroep Jadot" (nr. 4000)
04 Question orale de Mme Trees Pieters au
ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "le groupe de travail Jadot" (n° 4000)
04.01 Trees Pieters (CVP): De werkgroep-Jadot
buigt zich al enkele jaren over de eenvormige
toepassing van de ziektewetgeving in heel het land.
Zij moet nagaan of de verschillen tussen de regio's
wel te verantwoorden zijn. Klopt het dat de heer
Jadot de activiteiten van zijn werkgroep wil
terugschroeven of zelfs stopzetten?
Twee weken geleden heeft de minister aan de heer
Bultinck gezegd dat dit een loos gerucht is. Blijft hij
04.01 Trees Pieters (CVP): Le groupe de travail
Jadot s'occupe depuis quelques années déjà de
l'application uniforme de la législation en matière de
maladie dans l'ensemble du pays. Il est chargé de
vérifier si les différences entre les Régions sont
justifiées. Est-il exact que M. Jadot envisage de
réduire ou même de mettre fin aux activités du
groupe ?
Voici deux semaines, le ministre a fait savoir à M.
Bultinck que cette rumeur était fausse. Persiste-t-il
CRABV 50
COM 411
07/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
bij dat antwoord?
dans cette opinion?
04.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Ik heb daaraan weinig toe te voegen.
Op 12 februari heeft de werkgroep-Jadot haar
normale werkzaamheden hervat. Op 12 maart komt
er een nieuwe vergadering. De activiteiten staan
dus zeker niet op een laag pitje.
04.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Je n'ai pas grand-chose à ajouter à
ma réponse précédente. Le 12 février dernier, le
groupe de travail Jadot a repris ses activités
habituelles. Une nouvelle réunion sera organisée le
12 mars prochain. Les activités du groupe n'ont dès
lors nullement été mises en veilleuse.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Mondelinge vraag van de heer Jo Vandeurzen
aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
tariefzekerheid voor de patiënt naar aanleiding
van het ministerieel besluit van 12 januari 2001
houdende de wijziging van het ministerieel
besluit van 2
augustus
1986 houdende de
bepaling van de voorwaarden en regelen voor de
vaststelling van de verpleegdagprijs" (nr. 4004)
05 Question orale de M. Jo Vandeurzen à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "la
sécurité tarifaire des patients à la suite de l'arrêté
ministériel du 12 janvier 2001 modifiant l'arrêté
ministériel du 2 août 1986 fixant les conditions et
règles de fixation du prix de la journée
d'hospitalisation" (n° 4004)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister
van Sociale Zaken en Pensioenen.)
(La réponse sera fournie par le ministre des Affaires
sociales et des Pensions.)
05.01 Jo Vandeurzen (CVP): De recente
beslissing over materiaal voor endoscopie en
viscero-synthese leidt tot discussies tussen de
ziekenhuizen en de ziekenfondsen. De
ziekenfondsen stellen dat voor gehospitaliseerde
patiënten het endoscopisch en viscero-
synthesemateriaal wel een onderdeel zijn van de
verpleegdagprijs. Bij opname in een dagziekenhuis
zouden er geen extra kosten aan de patiënt mogen
worden aangerekend.
Kan de minister de draagwijdte van het MB van 12
januari 2001 verduidelijken? Zitten deze materialen
niet in de verpleegdagprijs? In welke mate is het
argument dat artikels uit de ziekenhuiswet primeren
op een MB, correct? Op welke juridische
argumentatie wordt het standpunt gebaseerd dat
deze materialen worden aangerekend bij de
daghospitalisatie?
05.01 Jo Vandeurzen (CVP): La décision prise
récemment au sujet du matériel d'endoscopie et de
viscérosynthèse donne lieu à une controverse entre
hôpitaux et mutuelles. Selon les mutuelles, ce
matériel est bel et bien inclus dans le prix de la
journée d'hospitalisation pour les patients
hospitalisés. Il est prévu qu'en cas d'admission
dans un hôpital de jour, aucun supplément ne
devrait être imputé au patient.
Le ministre pourrait-il clarifier la portée de l'arrêté
royal du 12 janvier 2001 ? Ces matériels ne sont-ils
pas inclus dans le prix de la journée
d'hospitalisation ? Dans quelle mesure des articles
de la loi sur les hôpitaux priment-ils un arrêté
ministériel? Sur quelle argumentation juridique est
fondée l'idée que ces matériels sont imputés au
patient en cas d'hospitalisation de jour ?
05.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Het MB van 2 augustus 1986 bepaalt
dat medische verbruiksgoederen,
verplegingsartikelen en het klein instrumentarium
worden gedekt door het verpleegdagbudget. Het
materiaal in diensten die via honoraria worden
vergoed vallen ten laste van deze honoraria.
Er bestaat wel verwarring omtrent de financiering
van endoscopisch- en viscero-synthesemateriaal.
Aangezien dit recentere technologieën betreft,
beschouwen de ziekenhuizen deze materialen in
05.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): L'arrêté ministériel du 2 août 1986
prévoit que les biens de consommation médicaux,
les articles de soins infirmiers et les petits
instruments sont couverts par le budget de la
journée d'hospitalisation. Le matériel utilisé pour
fournir des services rémunérés par des honoraires
est imputé à ces honoraires.
Certes, une certaine confusion règne en matière de
financement du matériel d'endoscopie et de
viscérosynthèse. Etant donné qu'il s'agit de
technologies récentes, les hôpitaux considèrent,
07/03/2001
CRABV 50
COM 411
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
vele gevallen als niet-gedekt en worden ze
aangerekend aan de patiënt.
Door bepaalde ziekenfondsen worden deze
materialen opgenomen in het kader van de
aanvullende verzekeringen, in polissen die werden
afgesloten met de ziekenfondsen. De
ziekteverzekering gaat uit van een steeds grotere
terugbetaling van dergelijke materialen. Bijkomende
budgetten werden voor dit doel uitgetrokken door
het RIZIV. Er zullen in de nabije toekomst nog
nieuwe materialen terugbetaald worden.
In het licht van deze ontwikkelingen werd besloten
het MB van 2 augustus 1986 aan te vullen.Ten
einde duidelijkheid te verschaffen zal het artikel als
volgt gelibelleerd worden: "de medische
verbruiksgoederen, de verplegingsartikelen, het
klein instrumentarium, het materiaal voor
transplantaties, met uitzondering van het
endoscopisch materiaal en het materiaal voor
viscero-synthese waarvoor overeenkomstig artikel
35 van de nomenclatuur der geneeskundige
verstrekkingen in een tussenkomst van de
ziekteverzekering is voorzien". Deze regeling zal
ook van toepassing zijn voor patiënten opgenomen
in de daghospitalisatie, van zodra deze wordt
gefinancierd via het verpleegdagbudget. Dit gaat in
vanaf 2002.
dans de nombreux cas, que ces matériels ne sont
pas couverts, si bien qu'ils sont imputés au patient.
Toutefois, certains hôpitaux incluent ces matériels
dans le prix de la journée d'hospitalisation, dans le
cadre d'assurances complémentaires et de polices
conclues avec les mutuelles. Les gestionnaires de
l'assurance-maladie considèrent que, de plus en
plus, des matériels de ce type donnent lieu à un
remboursement. Des budgets supplémentaires ont
été réservés à cette fin par l'INAMI. Dans un avenir
proche, d'autres matériels seront remboursés.
Compte tenu de ces développements, il a été
décidé de compléter l'arrêté ministériel du 2 août
1986. Afin de clarifier les choses, l'article sera libellé
comme suit
: «
les biens de consommation
médicaux, les articles de soins infirmiers, le petit
instrumentarium, le matériel utilisé pour les
transplantations, à l'exception du matériel
d'endoscopie et de viscérosynthèse pour lequel est
prévue une intervention de l'assurance-maladie
conformément à l'article 35 de la nomenclature des
prestations médicales.
» Cette réglementation
s'appliquera aux patients hospitalisés de jour sitôt
que celle-ci sera financée par le budget prévu pour
le financement de la journée d'hospitalisation. Elle
entrera en vigueur à partir de 2002.
05.03 Jo Vandeurzen (CVP): Hoe ver staat de
procedure precies? Kan de beslissing niet tot
merkwaardige resultaten leiden?
05.03 Jo Vandeurzen (CVP): Où en est
exactement la procédure? La décision ne risque-t-
elle pas d'avoir de curieuses conséquences?
05.04 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): De beslissing is pas genomen en er
is geld vrijgemaakt. Het Verzekeringscomité heeft
de beslissing al aanvaard. Het eerdere MB was wat
onduidelijk, het nieuwe MB zal elk misverstand
uitsluiten. Om misbruiken tegen te gaan moet de
incorporatie van de chirurgische daghospitalisatie in
de verpleegdagprijs zo snel mogelijk gebeuren.
05.04 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): La décision vient d'être prise et des
crédits ont été libérés. Le Comité de l'assurance a
déjà accepté la décision. Le précédent arrêté
ministériel était un peu flou. Un nouvel arrêté
ministériel permettra d'éviter tout malentendu. Pour
prévenir les abus, il faut inclure au plus tôt
l'hospitalisation de jour pour intervention
chirurgicale dans le calcul du prix de la journée
d'hospitalisation.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Mondelinge vraag van mevrouw Maggie De
Block aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "de structurele vermindering
van de sociale zekerheidsbijdragen" (nr. 4012)
06 Question orale de Mme Maggie De Block au
ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "la diminution structurelle des cotisations de
sécurité sociale" (n° 4012)
06.01 Maggie De Block (VLD): Vorig jaar voerde
de regering vanaf 1 april een structurele
vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen
door. Het mechanisme legt echter een drempel van
33 procent vast van de voltijds te presteren
arbeidstijd op kwartaalbasis, wat wil zeggen dat een
06.01 Maggie De Block (VLD): Le gouvernement
s'est attelé, dès le premier avril, à une diminution
structurelle des cotisations de sécurité sociale. Le
mécanisme fixe cependant un seuil minimal,
correspondant à 33% du temps de travail pour un
temps-plein au cours d'un trimestre. Cela signifie
CRABV 50
COM 411
07/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
werknemer gedurende een kwartaal minimaal 33
procent van een voltijdse arbeidstijd moet
presteren, vooraleer zijn werkgever een structurele
vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen
kan genieten.
Op die manier stijgt echter de kost van contracten
van bepaalde duur tegenover contracten van
onbepaalde duur. De contracten van bepaalde duur
kunnen bijvoorbeeld te kortlopend zijn of over twee
kwartalen gespreid zijn, zodat de werkgevers niet in
aanmerking komen voor een loonlastvermindering.
Vooral de uitzendsector ondervindt zo heel wat
nadelen. Voor die sector is de hervorming van het
systeem paradoxaal genoeg uitgemond in een
stijging van de loonkosten met ongeveer 1 procent.
Door de verhoging van de aftrekbare bedragen
sinds 1 april 2000 is die discriminatie nog groter
geworden.
Het is dus wenselijk om het systeem bij te schaven.
Een alternatief zou de invoering van een
proportionele vermindering van de loonlast kunnen
zijn in verhouding tot de door de werknemers
gepresteerde arbeidstijd op kwartaalbasis. Het
systeem van de verhoogde proportionaliteit boven
de 33 procent kan dan behouden blijven.
Zal de 33 procentdrempel op kwartaalbasis worden
herbekeken, zodat ook kortlopende
arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur in
aanmerking komen voor de structurele
loonlastverlaging? Hoe zal die aanpassing eruit
zien? Op welke termijn plant de minister een
aanpassing van de maatregel?
qu'un travailleur doit satisfaire à cette norme pour
que son employeur puisse bénéficier d'une
diminution structurelle des cotisations de sécurité
sociale.
Ainsi, le coût des contrats à durée déterminée
augmente par rapport à celui des contrats à durée
indéterminée. Les contrats à durée déterminée
peuvent par exemple être de courte durée où
s'étaler sur deux trimestres, auquel cas l'employeur
ne bénéficie pas d'une réduction des charges
salariales.
Les désavantages concernent principalement le
secteur intérimaire. Paradoxalement, la réforme du
système a entraîné une augmentation des coûts à
hauteur de 1% dans ce secteur. En outre,
l'augmentation des montants déductibles en avril
2000 n'a fait qu'accroître la discrimination.
Une correction du système s'impose donc. Une
solution envisageable consiste en une réduction
progressive de la charge patronale en fonction des
heures effectuées au cours d'un trimestre par le
travailleur. Le système de la proportionnalité
augmentée au-delà des 33% peut alors être
maintenu.
Va-t-on revoir le seuil de 33% sur une base
trimestrielle afin que les diminutions structurelles
des charges salariales puissent également être
appliquées aux contrats de travail à durée
déterminée, et plus particulièrement de courte
durée? Quel délai le ministre prévoit-il pour
l'adaptation de ce mécanisme?
06.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Het is inderdaad zo dat werknemers
uit de uitzendsector die aan de slag gaan met
kortlopende werkcontracten, geen recht hebben op
de structurele lastenverlaging. In de wetgeving is
bepaald dat de minimale wekelijkse arbeidsduur
voor deeltijdse werknemers niet lager mag liggen
dan een derde van de wekelijkse arbeidsduur van
voltijdse werknemers uit dezelfde categorie.
Hierop bestaan wel uitzonderingen, ook voor
deeltijdse uitzendkrachten. Het is logisch dat de
structurele lastenverlaging geen rekening houdt met
deze uitzonderingen, die niet algemeen geldend
zijn. Een uitbreiding van de structurele
lastenverlaging tot arbeidsovereenkomsten van
zeer beperkte duur is niet zonder budgettaire
consequenties.
In de tweede fase van de structurele lastenverlaging
kan eventueel over de opheffing van de 33
06.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Il est exact que les travailleurs du
secteur intérimaire sous contrats de courte durée
ou à la semaine n'ont pas droit à une réduction
structurelle des charges. La législation prévoit que
la durée hebdomadaire de travail des travailleurs à
temps partiel ne peut être inférieure à un tiers de la
durée de travail hebdomadaire des travailleurs à
temps plein de la même catégorie.
Il existe des exceptions, également pour les
travailleurs intérimaires à temps partiel. Il est
logique que pour l'application de la réduction
structurelle des charges, on ne tienne pas compte
de ces exceptions qui n'ont aucun caractère
général. Un élargissement de la réduction
structurelle des charges aux contrats de travail de
très courte durée ne serait pas sans répercussions
budgétaires.
Au cours d'une deuxième phase de la réduction
structurelle des charges, la suppression du seuil de
07/03/2001
CRABV 50
COM 411
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
procentdrempel gepraat worden.
33% pourra éventuellement être discutée.
06.03 Maggie De Block (VLD): Voor
laaggeschoolden is een uitzendcontract van
beperkte duur een opstap naar een volwaardige job.
Daar wilden wij de minister graag op wijzen.
06.03 Maggie De Block (VLD): Pour les
personnes qualifiées, un contrat intérimaire à durée
déterminée constitue souvent un premier pas vers
un emploi à part entière. Nous souhaitions attirer
l'attention du ministre sur cet aspect.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Voorzitter: Jean-Marc Delizée
Présidence : M. Jean-Marc Delizée
07 Samengevoegde mondelinge vragen van
- de heer Joos Wauters aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de
terugbetaling van geneesmiddelen bij dementie"
(nr. 4023)
- mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister
van Sociale Zaken en Pensioenen over "de
terugbetaling van Donepezil, Rivastigmine en
Galantamine voor de behandeling van de ziekte
van Alzheimer" (nr. 4038)
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de niet-terugbetaling van
cholinesteraseremmers" (nr. 4055)
07 Questions orales jointes de
- M. Joos Wauters au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "le remboursement
de médicaments en cas de démence" (n° 4023)
- Mme Yolande Avontroodt au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "le
remboursement des Donepezil, Rivastigmine et
Galantamine pour le traitement de la maladie
d'Alzheimer" (n° 4038)
- Mme Annemie Van de Casteele au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "le non-
remboursement des inhibiteurs de
cholinestérase" (n° 4055)
07.01 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Sedert
enkele jaren werden voor de behandeling van de
ziekte van Alzheimer enkele geneesmiddelen op de
markt gebracht na door de
Geneesmiddelencommissie te zijn onderzocht op
hun doeltreffendheid. De minister besliste deze
geneesmiddelen niet op te nemen binnen de
categorie der terugbetaalde specialiteiten, omdat
hun nut onvoldoende bewezen zou zijn.
In andere Europese landen werden andere
beslissingen genomen onder meer in het Verenigd
Koninkrijk, waar het NICE-rapport de nationale
sociale dienst aanmoedigt om deze
geneesmiddelen terug te betalen.
Bent u op de hoogte van dit Nice-verslag over de
Alhzheimer-geneesmiddelen? Neemt u
maatregelen met betrekking tot de terugbetaling
van deze geneesmiddelen?
07.01 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Depuis
quelques années, plusieurs traitements permettant
de combattre la maladie d'Alzheimer ont été mis sur
le marché, après que leur efficacité eut été testée
par la Commission des médicaments. Le ministre a
toutefois estimé que ces médicaments ne pouvaient
être inclus dans la catégorie des spécialités
remboursées, parce que leur efficacité n'a pas été
suffisamment prouvée.
D'autres pays européens ont cependant adopté une
attitude différente. Ainsi, en Grande-Bretagne, le
rapport NICE encourage le service social national à
procéder au remboursement de ces médicaments.
Etes-vous au courant des conclusions de ce rapport
NICE concernant les médicaments combattant la
maladie d'Alzheimer? Envisagez-vous de prendre
des mesures à propos du remboursement de ces
médicaments?
07.02 Yolande Avontroodt (VLD): Recent
onderzoek uit Engeland werpt een nieuw licht op de
problematiek van de terugbetaling van
cholinesteraseremmers voor dementerende
patiënten. In Engeland worden deze medicijnen wèl
terugbetaald. Onderzoek toont aan dat deze
medicijnen de afbraak van acetylcholine tegengaan
en de werking van acetylcholine op sommige
hersenreceptoren verbeteren. Zo wordt het verloop
07.02 Yolande Avontroodt (VLD): Des
recherches menées récemment en Angleterre
éclairent le problème du remboursement des
inhibiteurs de cholinestérase administrés aux
patients déments sous un jour nouveau. En
Angleterre, ces médicaments sont remboursés. Des
études ont établi que ces médicaments entravent la
dégradation de l'acétylcholine et améliorent l'action
de cette dernière sur certains récepteurs du
CRABV 50
COM 411
07/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
van de ziekte afgeremd en vertraagt het de opname
van patiënten, wat kostenbesparend werkt.
cerveau. Ainsi, la progression de la maladie est
ralentie et les patients peuvent être admis plus tard
en établissements de soins, ce qui permet de
réaliser des économies.
07.03 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): In Zweden daalt Alzheimer. Het is
dus geen puur somatisch verschijnsel, het heeft ook
te maken met welvaart, omkadering en activering
van ouderen. Men zou de band tussen
welvaartsgraad en Alzheimer eens moeten nagaan.
07.03 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais) : En Suède, le nombre de patients
atteints de la maladie d'Alzheimer est en baisse. Ce
phénomène n'est donc pas purement somatique,
mais il est également lié à la prospérité, à
l'encadrement et à l'activité des personnes âgées. Il
conviendrait d'étudier le lien entre le degré de
prospérité et la maladie d'Alzheimer.
07.04 Yolande Avontroodt (VLD): In Engeland
worden deze geneesmiddelen terugbetaald bij
patiënten met een MMSE-score boven 12 punten.
In de pers lees ik dat de minister zelf studies rond
Alzheimer heeft opgezet. Hiervoor zou 331 miljoen
zijn uitgetrokken. Dat is een aanzienlijk deel van het
budget van 739 à 985 miljoen dat de minister nodig
achtte voor de terugbetaling van
cholinesteraseremmers. In november schatte de
minister de kosten voor onderzoek op 45 à 100
miljoen en zei hij dat er geen studies bestonden
over de invloed van die remmers.
Heeft de minister weet van de Nice-studie die in
Engeland tot terugbetaling heeft geleid?
Is de minister bereid om de terugbetaling van
Donepezil, Rivastigmine en Galantamine te
overwegen?
Wat houden de studies in waarvoor de minister 331
miljoen heeft gereserveerd? Wanneer worden de
resultaten hiervan verwacht? Waar en door wie
worden deze studies uitgevoerd?
Kreeg u van het comité voor chronische ziekten al
advies over "andere therapienormen" en wat hield
dat advies dan in? Bestaat er overleg met de sector
om guidelines op te stellen voor de diagnose en de
behandeling met acetylcholinesteraseremmers van
Alzheimer-patiënten?
07.04 Yolande Avontroodt (VLD): En Angleterre,
ces médicaments sont remboursés pour les
patients présentant un score MMSE supérieur à 12.
J'ai lu dans la presse que le ministre a lui-même
commandé des études à propos de la maladie
d'Alzheimer. Un montant de 331 millions aurait été
prévu à cet effet. Ce montant représente une part
importante du budget de 739 à 958 millions jugé
nécessaire par le ministre pour le remboursement
des inhibiteurs de cholinestérase. En novembre, le
ministre avait évalué les frais de recherche à un
montant oscillant entre 45 et 100 millions et avait
déclaré qu'il n'existait pas d'étude relative à
l'influence de ces inhibiteurs.
Le ministre a-t-il connaissance de l'étude NICE, qui
s'est traduite par un remboursement des
médicaments en Grande-Bretagne?
Le ministre est-il disposé à envisager le
remboursement des médicaments Donepezil,
Rivastigmine et Galatamine?
Quel est l'objet des études pour lesquelles le
ministre a réservé 331 millions? Quand les résultats
de ces études seront-ils disponibles? Où les études
sont-elles réalisées et par qui le sont-elles?
Le Comité des maladies chroniques vous a-t-il déjà
transmis un avis sur d'autres normes en matière de
thérapies et quelle en était la teneur? Existe-t-il une
concertation avec le secteur afin d'élaborer des
lignes de conduite relatives au diagnostic et au
traitement des patients atteints de la maladie
d'Alzheimer à l'aide d'inhibiteurs de
l'acetylcholinestérase?
07.05 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Op een
vraag van mevrouw Avontroodt in november 2000
antwoordde de minister dat er te weinig medische
evidentie is om cholinesteraseremmers terug te
betalen. Een recent Britse NICE-rapport beveelt de
Britse gezondheidsdienst echter aan om deze
geneesmiddelen toch terug te betalen voor
07.05 Annemie Van de Casteele (VU&ID): En
réponse à une question posée par Mme Avontroodt
en novembre dernier, le ministre avait déclaré que
les preuves médicales étaient insuffisantes pour
permettre le remboursement des inhibiteurs de
cholinestérase. Toutefois, une étude récente menée
en Grande-Bretagne, l'étude NICE, recommande au
07/03/2001
CRABV 50
COM 411
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
patiënten met een milde tot gematigde vorm van
Alzheimer, en dit onder bepaalde voorwaarden.
Wat denkt de minister hierover? Blijft België het
enige land dat niet terugbetaalt? Moet er altijd een
uitzonderlijk budget zijn voor de terugbetaling van
innovatieve geneesmiddelen? Kan de minister een
nauwkeurige raming geven van de kostprijs? Hoe
zal men de middelen van zo een apart budget
verdelen over mantelzorg en thuiszorg?
service de santé national britannique le
remboursement de ces médicaments, sous
certaines conditions, pour les patients présentant
une forme d'Alzheimer légère ou moyenne.
Qu'en pense le ministre ? La Belgique restera-t-elle
le seul pays à ne pas rembourser ce médicament ?
Faut-il à tout moment réserver un budget spécial
pour le remboursement des médicaments innovants
? Le ministre peut-il nous fournir une estimation
précise du coût ? Comment les moyens inscrits à
un tel budget spécifique seront-ils répartis entre les
soins de proximité et les soins à domicile ?
07.06 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Dit is een heel delicaat dossier. De
geneesmiddelen voor Alzheimer-patiënten zijn
inderdaad zeer duur. In ons land is het
geneesmiddelenbeleid zeer complex. We
verbruiken heel veel geneesmiddelen. Om een
budget vrij te maken voor deze dure Alzheimer-
geneesmiddelen zou men een herschikking moeten
doen van de terugbetaling van andere
geneesmiddelen. Indien elke huisarts één
antibioticum minder zou voorschrijven, zouden er
middelen vrij komen voor deze dure Alzheimer-
bestrijders, zou ik bij wijze van boutade kunnen
zeggen.
Ik ben op de hoogte van het rapport dat NICE
gepubliceerd heeft omtrent het gebruik van de
Alzheimer-geneesmiddelen. NICE houdt ook
rekening met en aantal criteria: de diagnose en de
follow-up moeten nauwkeurig gebeuren. De MMSE-
score wordt gebruikt. Voor patiënten waar geen
verbetering optreedt, wordt aangeraden met de
medicatie te stoppen.
Ik wil mijn standpunt herzien op basis van de
beschikbare wetenschappelijke evidentie. Het
rapport van NICE is eerder een gedetailleerd
overzicht van de huidige stand van zaken.
Hoeveel patiënten effectief het geneesmiddel zullen
gebruiken, kan niet a priori berekend worden. In de
begroting 2001 werd een bedrag van 464 miljoen
frank ingeschreven voor projecten omtrent
zorgvernieuwing voor chronische zieken. Minister
Aelvoet en ikzelf hebben beslist om zes
aandoeningen als prioritair te beschouwen voor
zorgvernieuwing.
07.06 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Il s'agit d'un dossier particulièrement
délicat. Les médicaments destinés aux patients
atteints de la maladie d'Alzheimer sont en effet très
onéreux. Dans notre pays, la politique en matière
de médicaments est très complexe. Nous
consommons énormément de médicaments. Pour
libérer un budget destiné aux médicaments contre
la maladie d'Alzheimer il faudrait procéder à un
réaménagement du remboursement d'autres
médicaments. Si chaque médecin généraliste
prescrivait un antibiotique en moins, il serait
possible de libérer des moyens pour permettre le
remboursement des onéreux médicaments
administrés aux patients souffrant de la maladie
d'Alzheimer, oserais-je dire en guise de boutade.
Je suis au courant du rapport que NICE a publié
concernant l'utilisation des médicaments contre la
maladie d'Alzheimer. NICE tient également compte
d'un certain nombre de critères : le diagnostic et le
suivi doivent être précis. Il est fait usage du score
MMSE. On conseille aux patients qui n'enregistrent
aucune amélioration d'arrêter le traitement.
Je suis disposé à revoir ma position sur la base des
preuves scientifiques qui seraient disponibles. Le
rapport de NICE fournit plutôt un aperçu détaillé de
la situation actuelle.
Il est à priori impossible de calculer le nombre de
patients qui utiliseront effectivement ce
médicament. Un montant de 464 millions de francs
a été prévu dans le budget 2001 pour les projets
consacrés à une nouvelle approche des soins pour
les malades chroniques. La ministre Aelvoet et moi-
même avons décidé que six affections étaient
considérées comme prioritaires dans le cadre de
cette nouvelle approche.
Het gaat om chronische pijn, diabetes, autisme,
incontinentie, cerebro-vasculair accident en
astme/COPD. Voorlopig werd enkel een bedrag van
Il s'agit de douleurs chroniques, de diabète,
d'autisme, d'incontinence, d'accidents cérébro-
vasculaires et d'asthme /COPD. Provisoirement, un
CRABV 50
COM 411
07/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
150 miljoen frank vrijgemaakt voor een project rond
chronische pijn. Adviezen omtrent alle andere
projecten worden nu nog afgewerkt. Ik herhaal dat
niet alle landen evenveel Alzheimer-patiënten
hebben en soms verloopt de ziekte elders ook
anders. Misschien heeft dat te maken met de aard
van de welvaartstaat en de zorg die er aan deze
mensen wordt gegeven.
Ik begrijp de bezorgdheid en de vraag om meer
middelen. Met een groter budget kunnen inderdaad
andere prioriteiten worden gelegd. Ik hoop dat de
leden van de meerderheid om meer
gezondheidsmiddelen zullen blijven vragen.
montant de 180 millions a été libéré pour un projet
concernant les douleurs chroniques. Les avis au
sujet de tous les autres projets sont en préparation.
Je le répète, la proportion de cas d'alzheimer et
l'évolution de la maladie ne sont pas identiques
dans tous les pays. Ces différences sont peut-être
liées à la nature de l'Etat providence et aux soins
aux malades.
Je comprends vos préoccupations et les demandes
de moyens supplémentaires. Un budget plus
important permettrait de définir d'autres priorités.
J'espère que les membres de la majorité
continueront à réclamer des moyens
supplémentaires pour la santé.
07.07 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Er blijft
een dilemma bestaan rond het te grote verbruik van
medicamenten. De diagnose en de follow-up zijn
ook belangrijk. Er moet een gezamenlijke en
evenwichtige strategie gevolgd worden: thuiszorg,
mantelzorg, goede opvang, medicatie. Er mag
echter niet te lang meer gewacht worden met de
terugbetaling van deze medicatie.
07.07 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): La
consommation excessive de médicaments nous
place toujours devant un dilemme. Le diagnostic et
le suivi sont également importants. Une stratégie
commune et équilibrée doit être mise en oeuvre en
matière de soins à domicile, d'accueil et de
médication. Mais le remboursement des
médicaments ne doit pas se faire trop attendre.
07.08 Yolande Avontroodt (VLD): Ik mis concrete
antwoorden. Over welke onderzoeken ging het
precies toen de minister het bij een vorige
gelegenheid had over 100 miljoen voor onderzoek?
07.08 Yolande Avontroodt (VLD): Je souhaite
des réponses concrètes. Le ministre a naguère
parlé de 100 millions destinés à la recherche. A
quel type de recherche cet argent ira-t-il
précisément?
07.09 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Dit gaat over klinisch onderzoek door
artsen, niet over wetenschappelijk onderzoek. Ik ga
geen 100 miljoen besteden aan wetenschappelijk
onderzoek. Daar zijn andere ministers voor. Het
gaat, denk ik, om een misverstand. Wat ik bedoel
is: het goed toedienen van een medicament vraagt
een bijkomend klinisch onderzoek, wat ook geld
kost.
07.09 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Il sera destiné à la recherche clinique
menée par des médecins et non pas à la recherche
scientifique. Il ne m'appartient pas de consacrer 100
millions à la recherche scientifique qui ne ressortit
pas à ma compétence. Il s'agit, à mes yeux, d'un
malentendu. L'administration appropriée d'un
médicament requiert également de nombreux
travaux de recherche clinique et donc des
investissements.
07.10 Yolande Avontroodt (VLD): Zijn ze nu met
dat onderzoek bezig in de commissie-Fröling? Hebt
u ook opdracht gegeven tot vergelijkend onderzoek
naar andere therapievormen?
07.10 Yolande Avontroodt (VLD): La Commission
Fröling s'occupe-t-elle de cette étude en ce
moment ? Avez-vous également commandé une
étude comparative portant sur d'autres formes de
thérapie ?
07.11 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): De commissieleden kunnen niet alles
tegelijk, maar beide items staan op de agenda.
07.11 Frank Vandenbroucke, ministre (en
néerlandais) : Les membres de la commission ne
peuvent pas tout faire en même temps, mais ces
deux thèmes sont inscrits à l'ordre du jour.
07.12 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Indien
we Alzheimer kunnen voorkomen, moeten we dit
doen.
07.12 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Si cela
peut nous permettre de prévenir la maladie
d'Alzheimer, nous devons le faire.
07/03/2001
CRABV 50
COM 411
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
Het wetenschappelijk onderzoek moet niet door elk
land opnieuw gedaan worden. We mogen
voortbouwen op het buitenlands onderzoek.
Het kostenplaatsje blijft erg duur voor de patiënten.
We moeten beslissen om deze medicatie terug te
betalen. Akkoord dat men de therapie moet
opvolgen. Ik blijf aandringen, samen met de
collega's, om deze geneesmiddelen terug te
betalen.
Chaque pays n'est pas tenu de refaire l'étude
scientifique. Nous pouvons entamer nos recherches
à partir des résultats de celles réalisées à l'étranger.
La facture reste très élevée pour les patients. Nous
devons décider de rembourser ce traitement
médicamenteux. Je suis d'accord qu'il faut assurer
un suivi de la thérapie, mais je continue de plaider
vivement, de concert avec mes collègues, en faveur
du remboursement de ces médicaments.
Voorzitter:de heer Joos Wauters, voorzitter.
Présidence: Joos Wauters, président.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Mondelinge vraag van de heer Daniel
Bacquelaine aan de minister van Sociale Zaken
en Pensioenen over "de groepspraktijken"
(nr. 3501)
08 Question orale de M. Daniel Bacquelaine au
ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "les maisons médicales" (n° 3501)
08.01 Daniel Bacquelaine (PRL FDF MCC): U
bent van plan vijf miljoen te spenderen aan een
studie over het profiel van de patiënten die in
groepspraktijken worden behandeld, met het oog op
de berekening van het hen toegekende forfait.
Welke methode wordt voor die studie gehanteerd?
Wie zal de studie uitvoeren? Houdt zij ook een
vergelijking in van de winsten die respectievelijk in
de geneeskunde op forfaitaire en op prestatiebasis
worden geboekt ?
08.01 Daniel Bacquelaine (PRL FDF MCC) : Vous
comptez financer une étude de 5 millions sur le
profil des patients traités dans les maisons
médicales, et ce pour le calcul du forfait qui leur est
attribué.
Quelle en sera la méthodologie
? Qui va la
réaliser ? Va-t-elle inclure la comparaison entre les
bénéfices retirés de la médecine au forfait et de la
médecine à l'acte ?
08.02 Minister Frank Vandenbroucke (Frans):
Dankzij die studie moet een verband kunnen
worden gelegd tussen het profiel van de patiënten
die de groepspraktijken bezoeken, de verzorging
die er wordt verstrekt en de reële kostprijs van die
laatste.
De verzekeringsinstellingen en de groepspraktijken
zullen in de commissie belast met de akkoorden
inzake de forfaits over de te volgen methode
beraadslagen.
De beslissing en de toekenning van de studie
behoren tot de bevoegdheid van het
Verzekeringscomité.
De regels betreffende het forfait voorzien in een
jaarlijkse toetsing van de gemiddelde uitgaven in de
klinische biologie, de medische beeldvorming en de
ziekenhuisopname aan de nationale gemiddelden.
Het sociaal-economisch profiel van de patiënten zal
om de twee jaar worden geëvalueerd. Een andere
vergelijkende studie is niet gepland.
08.02 Frank Vandenbroucke, ministre (en
français) : Cette étude doit permettre d'établir un
lien entre le profil des patients des maisons
médicales, les soins qui y sont dispensés et leur
prix coûtant réel.
Sa méthodologie fera l'objet d'une concertation
entre les organismes assureurs et les maisons
médicales, au sein de la commission chargée des
accords sur les forfaits.
La décision et l'attribution de l'étude relèvent du
Comité de l'assurance.
Les règles relatives au forfait prévoient une
évaluation annuelle des dépenses moyennes en
biologie clinique, imagerie médicale et
hospitalisation par rapport à la moyenne nationale.
Le profil socio-économique des patients sera évalué
tous les deux ans. Il n'est pas prévu d'autre étude
comparative.
CRABV 50
COM 411
07/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
08.03 Daniel Bacquelaine (PRL FDF MCC): Ik
heb toch nog twijfels bij het nut van een studie die
deels door "het studieobject" wordt uitgevoerd.
08.03 Daniel Bacquelaine (PRL FDF MCC): Je
m'interroge encore sur le fondement d'une étude
réalisée en partie par ceux qui en sont eux-mêmes
l'objet.
08.04 Minister Frank Vandenbroucke (Frans):
Het is niet zozeer mijn bedoeling het budget te
verhogen als wel de organisatie van de
terugbetaling te verbeteren. De verdeling tussen de
groepspraktijken zou op gedifferentieerde wijze
kunnen geschieden, rekening houdend met de
patiëntenprofielen. Dit hoeft niet tot een verhoging
van het budget te leiden. De terzake bevoegde
commissie is ertoe gemachtigd haar advies te
geven over een studie betreffende de profielen en
de kosten.
08.04 Frank Vandenbroucke , ministre (en
français): Mon intention n'est pas d'augmenter ce
budget mais d'améliorer la façon dont est organisé
le remboursement. La répartition entre maisons
médicales pourrait se faire d'une manière
différenciée selon les profils, sans pour autant que
le budget augmente. La commission chargée de
cette matière est habilitée à donner son avis sur
une étude portant sur les profils et les coûts.
Ik heb daarover geen apriori's.
Je n'ai aucun a priori en ce domaine.
08.05 Daniel Bacquelaine (PRL FDF MCC): Het
zou ongetwijfeld interessant zijn om het profiel van
de patiënt te onderzoeken en na te gaan wat een
patiënt kost, rekening houdend met zijn
gezondheidstoestand, en de vergelijking te trekken
tussen het vrije net en de groepspraktijken,
inzonderheid op het stuk van het
consumptiepatroon.
08.05 Daniel Bacquelaine (PRL FDF MCC) : Une
étude intéressante serait celle définissant le profil
du patient et son coût tout en tenant compte de son
état de santé, selon qu'il se trouve dans le réseau
libre ou dans celui des maisons médicales. Il serait
donc intéressant de connaître le résultat d'une
comparaison de consommation d'actes suivant que
l'on appartienne à l'un ou l'autre réseau.
08.06 Minister Frank Vandenbroucke (Frans) :
Het zou inderdaad interessant zijn die vergelijking te
trekken.
08.06 Frank Vandenbroucke , ministre (en
français) : C'est effectivement une comparaison qui
peut être intéressante.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Mondelinge vraag van de heer Karel Van
Hoorebeke aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "de samenstelling van de
referentiecentra voor patiënten met het chronisch
vermoeidheidssyndroom" (nr. 4046)
09 Question orale de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "la composition des centres de référence
pour des patients atteints du syndrome de
fatigue chronique" (n°4046)
09.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Er zou een
consensus zijn binnen de Hoge Gezondheidsraad
over de medische, sociale, economische en
juridische aspecten van patiënten met het syndroom
van chronische vermoeidheid. De overeenkomst
betreft de samenstelling van de referentiecentra. Dit
multidisciplinair team zou samengesteld zijn uit een
geneesheer-internist, een psychiater, een
geneesheer in de fysische geneeskunde en/of
revalidatiearts, een psycholoog of neuropsycholoog,
een maatschappelijk werker en een kinesitherapeut.
Gaat dit om nieuw personeel of zullen de bestaande
medische centra deze taken er nog bijnemen? Zijn
er financiële regelingen getroffen om een nieuwe
equipe samen te stellen? Het is ook niet duidelijk
waarom de dubbele notie psycholoog of
neuropsycholoog wordt gehanteerd. Gaat het om
09.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Un
consensus se serait dégagé au sein du Conseil
supérieur de la santé à propos des aspects
médicaux, sociaux, économiques et juridiques de
la situation des patients atteints du syndrome de
fatigue chronique. Il porterait sur la composition des
centres de référence. L'équipe multidisciplinaire
serait composée d'un interniste, d'un psychiatre,
d'un médecin en médecine physique et/ou en
revalidation, d'un psychologue ou d'un
neuropsychologue, d'un assistant social et d'un
kinésithérapeute.
S'agira-t-il en l'occurrence de personnel médical
supplémentaire ou les centres médicaux existants
seront-il chargés de cette nouvelle tâche? A-t-on
prévu des moyens financiers pour constituer ces
nouvelles équipes ? Pourquoi recourt-on à la double
07/03/2001
CRABV 50
COM 411
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
een voltijdse functie?
qualification de psychologue et de
neuropsychologue ? S'agira-t-il d'une fonction à
temps plein ?
09.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Ik hecht veel belang aan een
deskundige opvang en begeleiding van deze
patiënten, die vaak op onbegrip stuiten en wier
aandoening belangrijke gevolgen kan hebben op
socio-professioneel vlak. De in oprichting zijnde
multidisciplinaire referentiecentra zullen voor de
patiënt de juiste diagnose trachten te stellen en
vervolgens een therapeutisch plan formuleren.
Op dit ogenblik legt het RIZIV de laatste hand aan
de overeenkomsten met een vijftal centra die zich
kandidaat hebben gesteld als referentiecentrum
voor CVS. De samenstelling van het multidisciplinair
team zou er als volgt uit zien: tot het diagnostisch
team behoren minstens een specialist in de
inwendige geneeskunde, een psychiater en een
deskundige in de socio-professionele problematiek,
en facultatief een fysiotherapeut of revalidatiearts.
In het therapeutisch of revalidatieteam wordt nog
een kinesitherapeut en een psycholoog
opgenomen.
Het bedrag dat in de RIZIV-overeenkomsten met de
referentiecentra wordt uitgetrokken zal het mogelijk
maken om een aantal nieuwe personeelsleden aan
te trekken.
In de praktijk krijgen de ziekenhuizen reeds geruime
tijd deze chronische patiënten doorverwezen en
kunnen zij dus reeds als expertisecentrum
fungeren. Het is logisch dat artsen die reeds een
expertise hebben op dit vlak, ook de spilfiguren
worden van de referentiecentra. De nieuwe
financiële middelen kunnen dienen om nieuwe
personeelsleden aan te trekken of om de
deskundigen van andere taken te ontlasten. De
keuze van de personeelsleden is de beslissing van
het ziekenhuis dat het referentiecentrum
organiseert.
De RIZIV-overeenkomst voorziet in een rigoreuse
evaluatie van de werking van de referentiecentra.
Van elke patiënt zal een uitgebreide registratie
plaatsvinden van de toegepaste diagnostiek en
therapie.
De dubbele notie psycholoog en neuropsycholoog is
inderdaad een onduidelijkheid. In de
overeenkomsten zal er alleen sprake zijn van de
term psycholoog.
09.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): J'accorde une grande importance à la
qualité du traitement et à l'accompagnement de
ces patients qui se heurtent souvent à
l'incompréhension et dont l'affection a des
conséquences importantes sur le plan
socioprofessionnel. Les centres de référence
multidisciplinaires en cours de création s'efforceront
d'établir les diagnostics appropriés et d'établir un
plan thérapeutique.
L'INAMI finalise actuellement les accords avec cinq
centres qui ont posé leur candidature en tant que
centre de référence pour le SFC. L'équipe
multidisciplinaire serait composée d'un groupe
chargé du diagnostic comptant un interniste, un
psychiatre, un spécialiste des problèmes
socioprofessionnels et, éventuellement, un
physiothérapeute ou un médecin spécialisé en
revalidation. Un kinésithérapeute et un psychologue
viennent compléter l'équipe thérapeutique ou de
revalidation.
Le montant prévu dans les accords passés entre
l'INAMI et les centres de référence devra permettre
de recruter de nouveaux membres du personnel.
Dans la pratique, ces patients souffrant du SFC ont
déjà été accueillis, depuis un certain temps, dans
les hôpitaux qui sont, dès lors, déjà en mesure
d'assurer le rôle de centre d'expertise. Il est logique
que les médecins qui possèdent une certaine
expérience dans ce domaine occupent une place
prépondérante dans les centres de référence. Les
nouveaux moyens financiers devront permettre de
recruter du personnel ou de décharger les experts
de certaines autres tâches. Le choix des membres
du personnel incombera à l'hôpital qui hébergera
le centre de référence.
L'accord passé avec l'INAMI prévoit une évaluation
stricte des centres de référence. Le diagnostic et la
thérapie seront enregistrés très précisément pour
chaque patient.
La double qualification de psychologue et de
neuropsychologue est effectivement ambiguë. Dans
les accords, il ne sera question que de
psychologues.
09.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Wanneer
zullen de onderhandelingen van het RIZIV met de
vijf centra afgerond zijn?
09.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Quand les
négociations entre l'INAMI et les cinq centres
seront-elles clôturées?
CRABV 50
COM 411
07/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
09.04 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Op 1 juni zou de eerste
implementatie moeten gebeuren.
09.04 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais) : La première mise en oeuvre devrait
se faire le 1
er
juin.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Mondelinge vraag van mevrouw Greta
D'Hondt aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "Farmanet" (nr. 4064)
10 Question orale de Mme Greta D'Hondt au
ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "Pharmanet" (n° 4064)
10.01 Greta D'Hondt (CVP): Recent ontstond
beroering over de geneesmiddelendatabank
Farmanet, omdat de apothekers hun
magneetbanden niet ter beschikking willen stellen.
Onlangs werd er terzake een nieuw akkoord
gesloten, waarbij de minister benadrukte dat hij
geen toegevingen had gedaan inzake de
winstmarges. Wat is de inhoud van het akkoord van
26 februari?
10.01 Greta D'Hondt (CVP): Récemment, la
banque de données sur les médicaments,
Pharmanet, a été au centre d'une polémique, car
les pharmaciens refusaient de mettre à disposition
leurs bandes magnétiques. Entre-temps, un accord
a toutefois été conclu en la matière et le ministre a
souligné qu'il n'avait pas fait de concessions quant
à la marge bénéficiaire des pharmaciens. Quel est
le contenu de l'accord du 26 février?
10.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Ondertussen is de koppeling met de
winstmarges, die voor beroering zorgde, opgeheven
en op 26 februari 2001 is er een afwijking
toegestaan op het goedgekeurde protocol. De
draagwijdte van die bepaling is dat de
verzekeringsinstellingen toch in het bezit zullen zijn
van de magnetische dragers, en dat vanaf de
maand januari, met het oog op de opname van de
geneesmiddelen in de fiscale en sociale franchise.
10.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais) : Entre temps, le lien avec les marges
bénéficiaires, qui suscitait un émoi certain, a été
supprimé. Le 26 février 2001, une dérogation au
protocole adopté a été accordée. La disposition
implique que les organismes assureurs disposeront
des supports magnétiques en vue de l'insertion des
médicaments dans les franchises sociale et fiscale
à partir du mois de janvier.
10.03 Greta D'Hondt (CVP): Kan Farmanet dus
eindelijk van start gaan?
10.03 Greta D'Hondt (CVP): Pharmanet peut donc
enfin démarrer ?
10.04 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Inderdaad, als niemand bijkomende
problemen schept, maar voorlopig zie ik geen
problemen.
10.04 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais) : En effet, si personne ne crée des
problèmes supplémentaires. Pour l'instant, je ne
vois pas d'obstacles.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vergadering wordt gesloten om 16.38 uur.
La séance est levée à 16.38 heures.