KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 402
CRABV 50 COM 402
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
woensdag mercredi
21-02-2001 21-02-2001
14:30 uur
14:30 heures
CRABV 50
COM 402
21/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Mondelinge vraag van mevrouw Greta D'Hondt
aan de vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie en aan de minister van Sociale Zaken
en Pensioenen over "de toewijzing van een
krediet van 550 miljoen frank aan de sociale
economie" (nr. 3110)
1
Question orale de Mme Greta D'Hondt au vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale et au
ministre des Affaires sociales et des Pensions sur
"l'affectation d'un crédit de 550 millions de francs
à l'économie sociale" (n° 3110)
1
Sprekers: Greta D'Hondt, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en
Sociale Economie
Orateurs: Greta D'Hondt, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget, de l'Intégration sociale et de l'
Économie sociale
Mondelinge vraag van mevrouw Jacqueline
Herzet aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "de RIZIV-inhoudingen op
pensioenen" (nr. 3120)
2
Question orale de Mme Jacqueline Herzet au
ministre des Affaires sociales et des Pensions sur
"les retenues INAMI effectuées sur les pensions"
(n° 3120)
2
Sprekers:
Jacqueline Herzet, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Jacqueline Herzet, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Samengevoegde vragen
4
Questions orales jointes de
4
- van mevr. Annemie Van de Casteele tot de
minister van Sociale Zaken en Pensioenenover
"de berekening van het pensioen van het
personeel van de Centra voor
Leerlingenbegeleiding" (nr 3306)
4
- Mme Annemie Van de Casteele au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "le calcul de
la pension du personnel des "centres
d'accompagnement des élèves" (n° 3306)
4
- van mevr. Greta D'Hondt tot de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de
berekening van het pensioen van het CLB-
personeel" (nr 3497)
4
- Mme Greta D'Hondt au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "le calcul de la
pension du personnel des "centres
d'accompagnement des élèves" (n° 3497)
4
Sprekers: Annemie Van de Casteele, Jef
Valkeniers, Greta D'Hondt, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs: Annemie Van de Casteele, Jef
Valkeniers, Greta D'Hondt, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Mondelinge vraag van mevrouw Maggie De Block
aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "de problematiek in de
rusthuissector" (nr. 3277)
6
Question orale de Mme Maggie De Block au
ministre des Affaires sociales et des Pensions sur
"les problèmes qui se posent dans le secteur des
maisons de repos" (n° 3277)
6
Sprekers:
Maggie De Block, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Maggie De Block, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Mondelinge vraag van de heer Bruno Van
Grootenbrulle aan de vice-eerste minister en
minister van Begroting, Maatschappelijke
Integratie en Sociale Economie over "de werking
van de dienst voor Tegemoetkomingen aan
gehandicapten" (nr. 3269)
8
Question orale de M. Bruno Van Grootenbrulle au
vice-premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale sur
"le fonctionnement du service des Allocations aux
handicapés" (n° 3269)
8
Sprekers: Bruno Van Grootenbrulle, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs: Bruno Van Grootenbrulle, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Samengevoegde mondelinge vragen van
9
Questions orales jointes de
9
- de heer Jo Vandeurzen aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "het
vastleggen van de terugbetalingstarieven van
geneesmiddelen" (nr. 3290)
- M. Jo Vandeurzen au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "la fixation des tarifs
de remboursement des médicaments" (n° 3290)
- mevrouw Trees Pieters aan de minister van
- Mme Trees Pieters au ministre des Affaires
21/02/2001
CRABV 50
COM 402
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Sociale Zaken en Pensioenen over "de
terugbetaling van geneesmiddelen" (nr. 3435)
sociales et des Pensions sur "le remboursement
des médicaments" (n° 3435)
Sprekers: Jo Vandeurzen, Trees Pieters,
Frank Vandenbroucke, minister van Sociale
Zaken en Pensioenen , Annemie Van de
Casteele
Orateurs: Jo Vandeurzen, Trees Pieters,
Frank Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions , Annemie Van de
Casteele
Mondelinge vraag van de heer Jo Vandeurzen
aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "de palliatieve thuiszorgpremie"
(nr. 3372)
12
Question orale de M. Jo Vandeurzen au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "la
prime du chef de soins palliatifs à domicile"
(n° 3372)
12
Sprekers:
Jo Vandeurzen, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Jo Vandeurzen, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Samengevoegde mondelinge vragen van
13
Questions orales jointes de
13
- mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister
van Sociale Zaken en Pensioenen over "de
recente maatregelen in de cardiologie" (nr. 3305)
- Mme Yolande Avontroodt au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "les
récentes mesures en matière de cardiologie"
(n° 3305)
- mevrouw Trees Pieters aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de schorsing
van het koninklijk besluit inzake cardiologie"
(nr. 3437)
- Mme Trees Pieters au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "la suspension de
l'arrêté royal en matière de cardiologie" (n° 3437)
- de heer Jef Valkeniers aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de
voorgenomen bepalingen in de cardiologische
nomenclatuur" (nr. 3445)
- M. Jef Valkeniers au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "les économies
projetées dans la nomenclature cardiologique"
(n° 3445)
Sprekers:
Yolande Avontroodt, Trees
Pieters, Jef Valkeniers, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Yolande Avontroodt, Trees
Pieters, Jef Valkeniers, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Mondelinge vraag van mevrouw Trees Pieters aan
de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over "de pensioenen van leerkrachten" (nr. 3346)
17
Question orale de Mme Trees Pieters au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "les
pensions des enseignants" (n° 3346)
17
Sprekers:
Trees Pieters, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Trees Pieters, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Mondelinge vraag van mevrouw Trees Pieters aan
de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over "Farmanet" (nr. 3380)
18
Question orale de Mme Trees Pieters au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur
"Pharmanet" (n° 3380)
18
Sprekers:
Trees Pieters, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Trees Pieters, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Mondelinge vraag van mevrouw Marie-Thérèse
Coenen aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "de informele vergadering van
de ministers van Sociale Zaken" (nr. 3393)
19
Question orale de Mme Marie-Thérèse Coenen au
ministre des Affaires sociales et des Pensions sur
"la réunion informelle des ministres des Affaires
sociales" (n° 3393)
19
Sprekers: Marie-Thérèse Coenen, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs: Marie-Thérèse Coenen, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Mondelinge vraag van mevrouw Trees Pieters aan
de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over "de vergoeding van stagemeesters en
specialisten in opleiding" (nr. 3436)
22
Question orale de Mme Trees Pieters au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "la
rémunération des maîtres de stage et des
spécialistes en formation" (n° 3436)
22
Sprekers:
Trees Pieters, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Trees Pieters, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
CRABV 50
COM 402
21/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
iii
Samengevoegde mondelinge vragen van
22
Questions orales jointes de
22
- de heer Jef Valkeniers aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de
subsidiëring van een studie over het
patiëntenprofiel in de wijkgezondheidscentra"
(nr. 3444)
- M. Jef Valkeniers au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "le
subventionnement d'une étude sur le profil des
patients dans les centres de santé de quartier"
(n° 3444)
- de heer Jef Valkeniers aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de verhoging
van de forfaits in de wijkgezondheidscentra"
(nr. 3446)
- M. Jef Valkeniers au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "l'augmentation du
forfait alloué aux centres de santé de quartier"
(n° 3446)
Sprekers:
Jef Valkeniers, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Jef Valkeniers, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Mondelinge vraag van de heer Koen Bultinck aan
de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over "het stilleggen van de activiteiten van de
werkgroep van de heer Jadot" (nr. 3488)
25
Question orale de M. Koen Bultinck au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "l'arrêt
des activités du groupe de travail de M. Jadot"
(n° 3488)
25
Sprekers:
Koen Bultinck, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Koen Bultinck, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
CRABV 50
COM 402
21/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
van
WOENSDAG
21
FEBRUARI
2001
14:37 uur
______
du
MERCREDI
21
FEVRIER
2001
14:37 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.37 uur door
de heer Joos Wauters, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.37 heures par M. Joos
Wauters, président.
01 Mondelinge vraag van mevrouw Greta
D'Hondt aan de vice-eerste minister en minister
van Begroting, Maatschappelijke Integratie en
Sociale Economie en aan de minister van Sociale
Zaken en Pensioenen over "de toewijzing van
een krediet van 550 miljoen frank aan de sociale
economie" (nr. 3110)
01 Question orale de Mme Greta D'Hondt au vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale et
au ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "l'affectation d'un crédit de 550 millions de
francs à l'économie sociale" (n° 3110)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de vice-
eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie.)
(La réponse sera fournie par le vice-premier
ministre et ministre du Budget, de l'Intégration
sociale et de l'Economie sociale.)
01.01 Greta D'Hondt (CVP): In de algemene
uitgavenbegroting voor 2000 staat een niet gesplitst
provisioneel krediet van 550 miljoen ingeschreven
om uitgaven voor de sociale economie te dekken.
In het Belgisch Staatsblad van 12 januari 2001
verscheen een KB dat een bedrag van 251 miljoen
frank overdraagt naar het programma 26-55-1
Bestaanszekerheid van het ministerie van Sociale
Zaken. Gaat het hier om een aanpassing ten
gevolge van een begrotingscontrole? Waarom is
een overdracht van een basisallocatie naar een
ander departement nodig?
Welke concrete projecten van sociale economie zijn
tot op heden vastgesteld en aanvaard? Ik wil hier
vooral weten welke projecten van de Duitstalige
Gemeenschap in aanmerking komen?
01.01 Greta D'Hondt (CVP): Le budget général
des dépenses pour l'année 2000 prévoit un crédit
provisionnel non dissocié de 550 millions de francs
afin de couvrir les dépenses de l'économie sociale.
Le "Moniteur belge" du 12 janvier 2001 a publié un
arrêté royal qui prévoit le transfert d'un montant de
251 millions de francs vers le programme 26-55-1
"Sécurité d'existence" du ministère des Affaires
sociales. S'agit-il d'une adaptation consécutive à un
contrôle budgétaire ? Pour quelle raison est-il
nécessaire de transférer une allocation de base
vers un autre département ?
Jusqu'à présent, quels projets concrets en matière
d'économie sociale ont été proposés et acceptés ?
Quels projets concernant plus spécifiquement la
Communauté germanophone ont été pris en
considération?
01.02 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): In 2000 hebben we de
overheidstegemoetkoming inzake artikel 60
verhoogd. Dat kostte 300 miljoen frank, in het kader
van het zogenaamde Lenteprogramma.
01.02 Johan Vande Lanotte , ministre (en
néerlandais) : En 2000, le montant de l'intervention
des pouvoirs publics en ce qui concerne l'article 60
a été augmenté. Dans le cadre du "programme de
printemps", cette augmentation représente un
21/02/2001
CRABV 50
COM 402
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Daarnaast is er de 251 miljoen frank die naar
Sociale Zaken worden overgedragen om de
OCMW's de kans te geven voor 625 mensen een
project sociale economie op te zetten. Dit geldt is
strikt bedoeld voor bestaansminimumtrekkers. De
625 mensen worden geleidelijk toegewezen.
Gesprekken zijn nog aan de gang over de verdeling
over de Gewesten. Momenteel zijn al 500 mensen
aan de slag.
montant de 300 millions de francs.
Par ailleurs, 251 millions de francs ont été
transférés au département des Affaires sociales
afin que les CPAS puissent permettre à 625
personnes de concrétiser un projet d'économie
sociale. Cet argent est exclusivement réservé aux
minimexés. La sélection des 625 personnes
s'effectue progressivement. Des négociations sont
encore en cours concernant la répartition entre les
Régions. A l'heure actuelle, 500 personnes sont
déjà occupées dans ce cadre.
01.03 Greta D'Hondt (CVP): Dit antwoord brengt
heel wat verduidelijking. Het verheugt me dat van
de 625 extra plaatsen via de OCMW's er al 500 zijn
ingenomen. Op termijn zal het echte resultaat van
de samenwerkingsakkoorden met de Gewesten
moeten worden nagegaan.
01.03 Greta D'Hondt (CVP):Voilà une réponse qui
clarifie bien des choses. Je me réjouis que, sur les
625 places supplémentaires mises à disposition par
l'intermédiaire des CPAS, 500 aient déjà été
attribuées. A terme, il conviendra d'évaluer le
véritable résultat des accords de coopération
conclus avec les Régions.
01.04 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): Ik stel voor twee weken na de
Paasvakantie een stand van zaken op te maken.
01.04 Johan Vande Lanotte , ministre (en
néerlandais) : Je propose de faire le point deux
semaines après les vacances de Pâques.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vergadering wordt geschorst om 14.46 uur.
La séance est suspendue à 14.46 heures.
De vergadering wordt hervat om 15 uur.
La séance est reprise à 15 heures.
02 Mondelinge vraag van mevrouw Jacqueline
Herzet aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "de RIZIV-inhoudingen op
pensioenen" (nr. 3120)
02 Question orale de Mme Jacqueline Herzet au
ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "les retenues INAMI effectuées sur les
pensions" (n° 3120)
02.01 Jacqueline Herzet (PRL FDF MCC):
Overeenkomstig artikel 191-70 van de
gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de
inkomsten van de ziekteverzekering werden
Belgische onderdanen die in het buitenland
verblijven, ertoe verplicht een inhouding van 3,55%
te betalen op de wettelijke ouderdoms-, rust-,
anciënniteits, of dienstpensioenen of op alle
voordelen die dienen om een pensioen aan te
vullen.
Die onderdanen hadden geen recht op een
terugbetaling van de kosten voor geneeskundige
verzorging in België. Op 28 maart 1985 oordeelde
het Europees Hof van Justitie echter dat de
Belgische overheid die inhouding bij Belgische
onderdanen die in een EG-lidstaat verblijven en
geen recht hebben op de terugbetaling van de
kosten voor geneeskundige verzorging, niet mag
innen. Gepensioneerden die in een soortgelijke
situatie verkeren en bijvoorbeeld in Canada
verblijven zouden die inhouding wel moeten
02.01 Jacqueline Herzet (PRL FDF MCC) : Des
ressortissants belges résidant à l'étranger ont été
tenus au paiement d'une retenue de « 3,55%
effectuée sur les pensions légales de vieillesse, de
retraite, d'ancienneté, de survie ou de tout autre
avantage destiné à compléter une pension (...) »,
comme le prévoit l'article 191-70 de la loi
coordonnée du 14 juillet 1994 relative aux
ressources de l'assurance maladie.
Ces ressortissants ne bénéficiaient pas de
couverture en soins de santé en Belgique.
Cependant, le 28 mars 1985, la Cour de justice
européenne a jugé que l'État belge n'était pas
autorisé à percevoir cette retenue auprès de
pensionnés belges résidant dans un État membre
de la CEE et qui ne bénéficient pas de la couverture
en soins de santé. Toutefois, des retraités en
situation similaire et résidant par exemple au
Canada devraient payer la retenue, le jugement de
la Cour européenne ne leur étant pas applicable.
CRABV 50
COM 402
21/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
betalen, aangezien het vonnis van het Europees
Hof niet op hen van toepassing is.
Wat vindt u van het algemeen principe van niet-
koppeling van de inhouding aan het recht op
terugbetaling van de kosten voor geneeskundige
verzorging? Wat vindt u van de regel volgens welke
het vonnis van het Hof van Justitie niet geldt voor
personen die buiten de EU verblijven? Is er geen
sprake van discriminatie? Wat stelt u voor om
ervoor te zorgen dat alle gepensioneerden billijke en
gelijke rechten zouden genieten?
Que pensez-vous du principe général de non-liaison
de la retenue au droit de remboursement des
prestations de santé ? Que pensez-vous de la règle
de non-application du jugement de la Cour de
justice aux personnes résidant hors CEE ?
N'y a-t-il pas discrimination ? Que proposez-vous
pour assurer des droits équitables à l'ensemble des
pensionnés ?
02.02 Minister Frank Vandenbroucke (Frans): De
inhouding waar u naar verwijst wordt voor de
financiering van de gezondheidszorg aangewend.
Het Europees Hof van Justitie oordeelde immers
dat een Belgische gepensioneerde die in een
andere lidstaat verblijft en het Belgische stelsel
inzake gezondheidszorg niet geniet van die bijdrage
moet worden vrijgesteld. Die uitspraak betrof een
interpretatie van artikel 33 van de verordening
1408/71 betreffende de toepassing van de sociale
zekerheidsstelsels op zich binnen de EU
verplaatsende werknemers, zelfstandigen en hun
gezinsleden.
De verordening is alleen op het EU-grondgebied
van toepassing en kan dus niet worden ingeroepen
voor andere territoria. Voorts bevat de verordening
bepalingen voor de verstrekking van verzorging aan
gepensioneerden die tijdelijk of definitief in een
ander EU-land verblijven. Voor de landen waarmee
België geen overeenkomsten sloot, is niets gepland.
Als een in Frankrijk verblijvende gepensioneerde
die een Belgisch en een Frans pensioen geniet naar
België terugkeert om zijn familie te bezoeken, kan
hij er zich voor rekening van Frankrijk laten
verzorgen.
Wanneer een in Canada verblijvende
gepensioneerde die zich in een soortgelijke situatie
bevindt naar Europa afreist, kan hij er zich dankzij
die bijdrage van 3,55 voor rekening van België laten
verzorgen op voorwaarde dat hij ingeschreven is bij
een Belgisch ziekenfonds en minstens gedurende
een derde van een volledige loopbaan in België
heeft gewerkt.
Als die 3,55% inhouding wordt afgeschaft voor
personen die buiten de EU verblijven, zullen zij
geen toegang meer hebben tot ons systeem van
gezondheidszorg. Aangezien sommige
gepensioneerde Belgen in landen verblijven waar
het systeem van gezondheidszorg nog niet zo ver
staat, moet die toegang echter gewaarborgd blijven.
02.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
français) : La retenue que vous mentionnez est
destinée à financer les soins de santé.
En effet, la Cour de justice européenne a jugé qu'un
retraité belge séjournant dans un autre État
membre et ne bénéficiant pas du système belge de
soins de santé doit être dispensé de cette
cotisation. Ce jugement concernait une
interprétation de l'article 33 du règlement 1408/71 à
propos de l'application des régimes de sécurité
sociale sur les travailleurs salariés et indépendants,
ainsi que sur les membres de leur famille qui se
déplacent à l'intérieur de la Communauté.
Ce règlement, qui ne s'applique qu'au territoire de
l'Union, ne peut donc être invoqué pour d'autres
territoires. Par ailleurs, ce règlement contient des
dispositions pour l'octroi des soins de santé aux
pensionnés qui se déplacent à l'intérieur de l'Union,
provisoirement ou définitivement. Pour les autres
pays avec lesquels la Belgique n'a pas conclu de
conventions, rien n'est prévu.
Dès lors, si un pensionné résidant en France, et
ayant une pension belge et une pension française,
retourne en Belgique pour voir sa famille, il y a droit
aux soins de santé mais à charge de la France.
Si la même situation se produit pour une personne
séjournant au Canada et se déplaçant en Europe,
celle-ci a droit aux soins de santé à charge de la
Belgique, grâce à cette cotisation de 3,55 %. A
condition qu'elle soit inscrite auprès d'une mutuelle,
et que sa carrière se soit déroulée en Belgique au
moins pour un tiers d'une carrière totale.
Supprimer les 3,55 % de retenue pour les
personnes résidant hors de l'Union ne leur
donnerait plus accès à notre système de soins de
santé. Cette possibilité doit être maintenue, certains
pays où résident des pensionnés belges ayant un
système de soins de santé moins développé.
21/02/2001
CRABV 50
COM 402
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
02.03 Jacqueline Herzet (PRL FDF MCC): Is de
regering niet van plan overeenkomsten te sluiten
met niet-EU-lidstaten ?
02.03 Jacqueline Herzet (PRL FDF MCC) : Le
gouvernement n'a-t-il pas l'intention de conclure des
conventions avec d'autres pays, hors CEE ?
02.04 Minister Frank Vandenbroucke (Frans) :
Het is al zo ingewikkeld binnen de Unie ! De
pensioensituatie is overigens een schoolvoorbeeld
van een goede situatie.
Het incident is gesloten.
02.04 Frank Vandenbroucke , ministre (en
français) : C'est déjà compliqué à l'intérieur de
l'Union ! La situation des pensions est par ailleurs
un exemple de situation satisfaisante.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde vragen
- van mevr. Annemie Van de Casteele tot de
minister van Sociale Zaken en Pensioenenover
"de berekening van het pensioen van het
personeel van de Centra voor
Leerlingenbegeleiding" (nr 3306)
- van mevr. Greta D'Hondt tot de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de
berekening van het pensioen van het CLB-
personeel" (nr 3497)
03 Questions orales jointes de
- Mme Annemie Van de Casteele au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "le calcul
de la pension du personnel des "centres
d'accompagnement des élèves" (n° 3306)
- Mme Greta D'Hondt au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "le calcul de la
pension du personnel des "centres
d'accompagnement des élèves" (n° 3497)
03.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): De
vroegere PMS-centra werden onlangs omgedoopt
tot CLB's. De personeelsleden van de CLB's
hebben volgens het decreet van 1991 hetzelfde
statuut en dezelfde weddeschaal als het
onderwijzend personeel. Toch stellen we op het
einde van de loopbaan een discrepantie vast tussen
de pensioenberekening van het onderwijzend
personeel en die van de CLB-personeelsleden.
Voor de leerkrachten wordt het pensioen berekend
op 55 jaar, voor het CLB-personeel op 60 jaar. Dit
wordt door de sector als discriminerend ervaren.
Is de minister op de hoogte van het probleem? Over
hoeveel CLB-personeelsleden gaat het? Hoeveel
zijn er in de Franse Gemeenschap? Overweegt de
minister een gelijkschakeling van de
pensioenberekening? Wat zijn de eventuele
budgettaire gevolgen? Zal hiermee rekening
gehouden worden in het aangekondigde KB over de
pensioenen in het onderwijs?
03.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID):En
Flandre, les centres PMS ont récemment fait peau
neuve et sont désormais appelés "Centra voor
leerlingenbegeleiding" (CLB ou centres pour
l'accompagnement des élèves). Conformément au
décret de 1991, les membres du personnel des
CLB jouissent des mêmes statut et barème que le
personnel enseignant. Cependant, en fin de
carrière, on observe un écart entre le calcul de la
pension du personnel enseignant, d'une part, et du
personnel des CLB, d'autre part. Pour les
enseignants, la pension est calculée à 55 ans alors
qu'elle ne l'est qu'à 60 ans pour le personnel des
CLB, qui perçoit cette différence comme une
discrimination.
Le ministre est-il au courant de ce problème?
Combien de membres du personnel des CLB sont
concernés? Combien de personnes sont
concernées en Communauté française? Le ministre
envisage-t-il un alignement des différents modes de
calcul des pensions? Quelles seraient les
conséquences budgétaires d'un tel alignement?
L'arrêté royal relatif aux pensions dans
l'enseignement, qui devrait être pris prochainement,
tiendra-t-il compte de cet aspect?
De voorzitter: De heer Luc Goutry trekt zijn vraag
nr. 3243 over dit onderwerp in.
Le président: Monsieur Luc Goutry retire sa
question n°3243 sur ce sujet.
03.02 Jef Valkeniers (VLD): Ik heb de minister
hierover schriftelijk ondervraagd en op enkele
dagen had ik een antwoord. Waarom doen we toch
alle werk tweemaal?
03.02 Jef Valkeniers (VLD):J'ai interrogé le
ministre par écrit à ce sujet et j'ai eu la réponse
quelques jours plus tard. Pourquoi faisons-nous le
travail deux fois ?
De voorzitter: De commissie heeft dit schriftelijk Le président: La commission n'a pas encore pu
CRABV 50
COM 402
21/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
antwoord nog niet gezien.
prendre connaissance de cette réponse écrite.
03.03 Greta D'Hondt (CVP): Krachtens het CLB-
decreet van 1 december 1998 ressorteert het
personeel van de Centra voor leerlingenbegeleiding
onder het ministerie van Onderwijs. Het blijkt dus de
bedoeling ze een volwaardig onderwijsstatuut, met
inbegrip van het sociaal statuut, toe te kennen.
Zal de minister het initiatief nemen om de
pensioennoemer van het CLB-personeel gelijk te
schakelen met die van het onderwijspersoneel en
hem terug te brengen tot 1/55?
03.03 Greta D'Hondt (CVP): En vertu du décret du
1
er
décembre 1998 relatif aux CLB, le personnel des
centres d'accompagnement des élèves relève du
ministère de l'Enseignement. L'objectif est donc
manifestement de lui octroyer un statut
d'enseignant à part entière, y compris en ce qui
concerne le statut social.
Le ministre a-t-il l'intention d'harmoniser le calcul
des pensions du personnel des CLB et du
personnel enseignant en prenant pour base le
tantième 1/55?
03.04 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Het is zo dat de pensioenen van het
CLB-personeel berekend worden a rato van het
tantième 1/60, voor gewezen leerkrachten is dat
1/55. De toekenning van hetzelfde statuut aan het
CLB-personeel als aan het onderwijzend personeel
rechtvaardigt niet de toekenning van het tantième
1/55, dat voorbehouden wordt aan wie
onderwijstaken uitoefent.
Aan Franstalige kant blijven de PMS-centra
bestaan. De toekenning van een verschillend
tantième in beide landsdelen zou een
onverantwoorde discriminatie inhouden.
Ik beschik niet over gegevens inzake het aantal
personeelsleden in de CLB's en de PMS-centra, die
immers onder de Gemeenschappen ressorteren. Ik
kan de budgettaire gevolgen van de toekenning van
het tantième 1/55 aan deze personeelscategorieën
dan ook niet inschatten. De pensioenlast zou in dat
geval toenemen met 9,09 procent per individu.
In het licht van de stijgende pensioenlast die
voortvloeit uit de vergrijzing, zijn voordeliger
tantièmes inzake pensioenen niet aangewezen.
Het toekomstige KB inzake de toekenning van een
tijdskrediet over de hele loopbaan zal van
toepassing zijn op alle ambtenaren, ongeacht of
hun pensioen in 55sten of 60sten wordt berekend.
03.04 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Les pensions du personnel des CLB
sont calculées sur la base du tantième 1/60 alors
qu'elles sont calculées sur la base du tantième 1/55
pour les enseignants. L'octroi du même statut que
celui du personnel enseignant au personnel des
CLB ne justifie pas l'octroi du tantième 1/55 qui est
réservé à ceux qui exercent des missions
d'enseignement.
Du côté francophone, les centres PMS subsistent.
L'octroi de tantièmes différents dans les deux
communautés constituerait une discrimination
injustifiable.
Je ne dispose pas des données relatives à l'effectif
du personnel des CLB et des centres PMS, ceux-ci
relevant de la compétence des Communautés. Je
ne puis, par conséquent, pas calculer l'impact
budgétaire de l'octroi du tantième 1/55 à ces
catégories de personnel. Une telle mesure
entraînerait une augmentation des charges de
pension de 9,09% par personne.
Le vieillissement de la population entraînant déjà
une augmentation des charges de pensions, il n'est
pas indiqué d'accorder des tantièmes plus
avantageux.
Le futur arrêté royal relatif à l'octroi d'un crédit
temps pour toute la carrière s'appliquera à tous les
fonctionnaires, que leur pension soit calculée en
60ièmes ou en 55ièmes.
03.05 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Er is
wel degelijk een verschil tussen een schriftelijke en
een mondelinge vraag. De laatste biedt de kans wat
meer druk uit te oefenen.
De verschillende toestand in beide landsdelen stelt
opnieuw problemen. De toekenning van voordeliger
tantièmes hangt samen met de jobinhoud. Dit is een
moeilijke discussie. Bovendien hebben wij geen
bevoegdheid over de jobinhoud aangezien het om
een gemeenschapsaangelegenheid gaat.
03.05 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Il y a
bien une différence entre une question écrite et une
question orale. Cette dernière permet d'exercer une
pression plus importante.
Des situations différentes dans les deux
communautésposent à nouveau des probèmes.
L'octroi de tantièmes plus favorables est lié à la
nature de la fonction. C'est une question difficile.
Par ailleurs, nous ne sommes pas compétents pour
la définition de la fonction puisqu'il s'agit d'une
21/02/2001
CRABV 50
COM 402
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Kan geen maatregel worden overwogen waarbij een
voordeliger tantième wordt toegekend mits betaling
van een bijdrage door de Vlaamse Gemeenschap?
Is daarover overleg mogelijk?
matière régie par les Communautés.
Ne peut-on envisager une mesure permettant
d'octroyer un tantième plus favorable moyennant
paiement d'une contribution par la Communauté
flamande ? Une concertation à ce sujet est-elle
possible ?
03.06 Greta D'Hondt (CVP):
Leerlingenbegeleiding is een
gemeenschapsbevoegdheid, daarenboven in
Vlaanderen anders georganiseerd dan in Wallonië.
Een federale interventie is dus delicaat.
In geen geval mag men de taak van de begeleiders
onderschatten, zodat een gelijke pecuniaire
behandeling moet worden nagestreefd op de een of
andere manier. Ik blijf benieuwd naar de budgettaire
weerslag van zo een gelijkschakeling. Als
Vlaanderen de noemer 1/55 wil hanteren, zou men
de budgettaire weerslag daarvan op de
pensioenlast ook naar Vlaanderen kunnen
doorschuiven.
03.06 Greta D'Hondt (CVP): L 'accompagnement
des élèves est une compétence communautaire et
est, de surcroît, organisé différemment en Flandre
et en Wallonie. Une intervention fédérale serait
donc malvenue.
Le travail effectué par le personnel chargé de
l'accompagnement ne doit en aucun cas être sous-
estimé et mérite une rémunération équivalente à
celle des autres membres du personnel enseignant.
Je continue à me demander quel sera l'impact
budgétaire de cette assimilation. Si la Flandre
souhaite appliquer le quotient 1/55, elle pourrait
prendre à sa charge l'impact budgétaire qui en
résultera pour les pensions.
03.07 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Dit is geen communautair probleem.
Een statuutwijziging brengt geen nieuwe jobinhoud
met zich mee, die de toekenning van voordeliger
tantièmes rechtvaardigt.
03.07 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais) : Ce dossier ne revêt pas une
dimension communautaire. Une modification de
statut n'entraîne pas une nouvelle définition de la
fonction justifiant l'octroi de tantièmes plus
avantageux.
03.08 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Tenzij
tot die statuutwijziging werd beslist omwille van de
nieuwe jobinhoud.
03.08 Annemie Van de Casteele (VU&ID): A
moins que la décision relative à la modification de
statut n'ait été motivée par une nouvelle définition
de la fonction.
03.09 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Dat is niet het geval.
03.09 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Ce n'est pas le cas dans ce dossier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Mondelinge vraag van mevrouw Maggie De
Block aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "de problematiek in de
rusthuissector" (nr. 3277)
04 Question orale de Mme Maggie De Block au
ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "les problèmes qui se posent dans le secteur
des maisons de repos" (n° 3277)
04.01 Maggie De Block (VLD): Door het gebrek
aan verpleegkundigen kunnen heel wat ROB's en
RVT's niet meer voldoen aan de RIZIV-
personeelsnormen en worden zij daarvoor
financieel gestraft. Het KB van 24 juni 1999, dat de
personeelsnorm voor verpleegkundigen nog
optrekt, heeft het probleem nog aangescherpt. De
overgangsbepalingen brengen geen soelaas.
Een andere taakinvulling en het toelaten van lager
geschoold personeel zou de leefbaarheid van
ROB's en RVT's zeker ten goede komen. Een
04.01 Maggie De Block (VLD): En raison de la
pénurie d'infirmières, bon nombre de MRPA et de
MRS ne parviennent plus à satisfaire aux normes
INAMI en matière de personnel et sont pénalisées
sur le plan financier. L'instauration, conformément à
l'arrêté royal du 24 juin 1999, de normes plus
sévères encore n'a fait qu'aggraver le problème et
les dispositions transitoires n'offrent aucun ballon
d'oxygène.
Une nouvelle définition des tâches et l'autorisation
de recourir à du personnel moins qualifié pourraient
sans aucun doute améliorer la viabilité des MRPA
CRABV 50
COM 402
21/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
financiële afstraffing voor instellingen die de norm
niet halen is niet langer te rechtvaardigen nu er een
nijpend tekort is aan verpleegkundigen.
Ten slotte is er nood aan een vereenvoudiging en
onderlinge afstemming van de federale en de
gemeenschapsregelgeving. De KATZ-schaal blijkt
niet geschikt als meetinstrument om bepaalde
voorzieningen te subsidiëren.
et MRS. Face au manque aigu de personnel
infirmier, une pénalisation financière des institutions
ne satisfaisant pas aux normes ne se justifie plus.
Enfin, une simplification de la réglementation et une
harmonisation des normes fédérales et
communautaires s'imposent. L'échelle KATZ ne
semble guère constituer un instrument de mesure
approprié pour la subvention de certains
équipements.
Is de minister bereid het onrealistische KB van 24
januari 1999 en de overgangsbepalingen te
herzien?
Is hij bereid nieuwe erkennings- en
subsidiëringnormen uit te werken, waarbij lager
geschoolden zouden kunnen worden ingezet in
ROB's en RVT's? Zal de minister het takenpakket
van de verschillende beroepscategorieën en in het
bijzonder van de verpleegkundigen aanpassen? Zal
de minister het nut van de KATZ-schaal evalueren
en ze eventueel vervangen door het AGGIR-
instrument, waarmee men in een aantal rusthuizen
al mooie resultaten heeft geboekt? Is de minister
bereid de bestaande regelgeving te vereenvoudigen
en af te stemmen op die van de Gemeenschappen?
Le ministre est-il disposé à revoir l'arrêté royal,
irréaliste, du 24 juin 1999 et les dispositions
transitoires ?
Est-il prêt à élaborer de nouvelles normes
d'agrément et de subsidiation afin de permettre aux
personnes peu qualifiées de travailler dans les
maisons de repos pour personnes âgées ainsi que
dans les maisons de repos et de soins ? Le ministre
procédera-t-il à une adaptation des tâches des
différentes catégories professionnelles, en
particulier des infirmiers ? Le ministre évaluera-t-il
l'utilité de l'échelle KATZ et la remplacera-t-il par
l'instrument AGGIR, qui a déjà conduit à de bons
résultats dans plusieurs maisons de repos ? Le
ministre est-il disposé à simplifier la réglementation
existante et à l'aligner sur celle des Communautés?
04.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Een KB tot wijziging van het KB van
24 juni 1999 betreffende de normen voor het
verpleegkundig personeel in de rust- en
verzorgingstehuizen is op 16 december 2000 in het
Belgisch Staatsblad verschenen. Aan de RIZIV-
instanties is een ontwerpbesluit van aangepaste
financiering voorgelegd. Ik verwacht spoedig een
advies, zodat het ontwerp aan de Raad van State
kan worden overgemaakt. Er wordt in een
overgangsperiode tot eind 2004 voorzien om
instellingen met wervingsproblemen niet te
benadelen.
De reglementering van het beroep van
verpleegkundige en de indeling van de
zorgverstrekkende beroepen behoren tot de
bevoegdheid van de minister van Volksgezondheid.
Ik ga ermee akkoord dat we de financiering van de
instellingen niet helemaal mogen laten afhangen
van de KATZ-schaal. Deze schaal werd ontworpen
om de zorgbehoefte van de patiënt te bepalen,
maar het is duidelijk dat dit instrument slechts een
gedeelte van de functies kan inschalen. Ik zweer
dus niet bij de KATZ-schaal, maar besef wel dat
een verandering van meetinstrument verstrekkende
gevolgen heeft, al ken ik de bemoedigende AGGIR-
resultaten. De oplossing voor dit probleem is een
04.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Un arrêté royal, modifiant l'arrêté royal
du 24 juin 1999 fixant les normes applicables au
personnel soignant des maisons de repos et de
soins, a été publié au Moniteur belge le 16
décembre 2000. Un projet d'arrêté relatif à
l'instauration d'un financement adapté a été
présenté aux instances de l'INAMI. J'attends un
avis rapidement, afin de pouvoir transmettre le
projet au Conseil d'État. Une période transitoire est
prévue jusqu'à la fin de 2004 afin de ne pas
défavoriser les institutions qui connaissent des
problèmes de recrutement.
La réglementation de la profession d'infirmier et la
classification du personnel soignant relève de la
compétence de la ministre de la Santé publique.
J'adhère à l'idée que nous ne devons pas continuer
à faire dépendre le financement des institutions de
la seule échelle Katz. Cette échelle a été conçue
pour évaluer les besoins en soins du patient mais
elle ne permet bien évidemment de mesurer qu'une
partie des fonctions. Je ne m'accroche pas
nécessairement à l'échelle Katz mais je suis
conscient qu'un changement d'instrument de
mesure entraîne des conséquences importantes,
bien que je connaisse les résultats encourageants
21/02/2001
CRABV 50
COM 402
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
van de doelstellingen van een ruim maatschappelijk
debat over het anders denken over ouderenzorg
waartoe ik op 25 januari een oproep heb
gelanceerd, oproep die ik vandaag wil herhalen. In
navolging van de Zilvernota wil ik ook een nota
ouderenzorg tot stand brengen in overleg met de
Gemeenschappen en de Gewesten. Dit moet vanaf
2003 tot concrete toepassingen leiden.
Ik deel de mening van mevrouw De Block dat de
huidige wetgeving verwarrend is. Kleine
verbeteringen bieden geen oplossing, een grondige
vernieuwing is aan de orde. Samen met de minister
van Volksgezondheid en met de bevoegde
ministers van de deelregeringen zal ik verder
overleg plegen om het welzijn van de oudere
bevolking op het vlak van bijstand en zorg te
verbeteren.
d'AGGIR. Apporter une solution à ce problème est
l'un des objectifs du vaste débat social sur la
modification de l'approche des soins aux personnes
âgées que j'ai appelé de mes voeux le 25 janvier. Je
souhaite réitérer cet appel aujourd'hui. À la lumière
de la note sur le vieillissement, je rédigerai une
note sur les soins aux personnes âgées en
concertation avec les Communautés et les Régions.
Il faut prendre des mesures concrètes avant 2003.
Je partage le point de vue de Mme De Block qui
estime que la législation actuelle prête à confusion.
De petites améliorations ne suffiront pas. Il faut un
remaniement fondamental. Je vais poursuivre la
concertation avec la ministre de la Santé publique
et avec les ministres compétents des entités
fédérées pour accroître le bien-être des personnes
âgées et améliorer les soins qu'on leur dispense.
04.03 Maggie De Block (VLD): De minister beseft
dat er een grondige ingreep moet komen, met een
visie op ouderenzorg in de toekomst. De AGGIR-
schaal is niet het ei van Colombus, maar biedt een
mogelijk uitgangspunt.
04.03 Maggie De Block (VLD): Le ministre se
rend compte qu'il doit intervenir énergiquement et
élaborer un modèle destiné à garantir la pérennité
des soins aux personnes âgées. Le barème AGGIR
n'est pas l'oeuf de Colomb, mais c'est un bon point
de départ.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Mondelinge vraag van de heer Bruno Van
Grootenbrulle aan de vice-eerste minister en
minister van Begroting, Maatschappelijke
Integratie en Sociale Economie over "de werking
van de dienst voor Tegemoetkomingen aan
gehandicapten" (nr. 3269)
05 Question orale de M. Bruno Van Grootenbrulle
au vice-premier ministre et ministre du Budget,
de l'Intégration sociale et de l'Economie sociale
sur "le fonctionnement du service des
Allocations aux handicapés" (n° 3269)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister
van Sociale Zaken en Pensioenen.)
(La réponse sera fournie par le ministre des Affaires
sociales et des Pensions.)
05.01 Bruno Van Grootenbrulle (PS): Op de
dienst voor Tegemoetkomingen aan gehandicapten
voor westelijk Henegouwen wordt nogal rommelig
gewerkt : 5 à 6 maanden wachttijd voor de
behandeling van de dossiers inzake medische
controle, meer dan 6 maanden wachttijd voor het
uitreiken van gehandicaptenattesten
Moeten er geen maatregelen worden getroffen om
die overheidsdienst opnieuw beter te laten
functioneren ?
05.01 Bruno Van Grootenbrulle (PS): Le Service
des allocations aux handicapés pour le Hainaut
occidental fonctionne de façon chaotique : 5 à 6
mois de délai pour le traitement des dossiers de
contrôle médical ; plus de 6 mois de retard dans le
traitement des attestations de handicap.
Ne faudrait-il pas prendre des mesures pour
restaurer la qualité de ce service public ?
05.02 Minister Frank Vandenbroucke (Frans) :
De lange wachttijden zijn het gevolg van het
toenemend aantal aanvragen en het
personeelsgebrek. De meeste middelen gaan naar
de verwerking van de tegemoetkomingsaanvragen,
de kerntaak van die overheidsdienst. Vandaar dus
de steeds langere wachttijden - soms tot zes
05.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
français): L'augmentation des demandes et le
manque de personnel sont les causes des délais
constatés. Un maximum de moyens disponibles a
été affecté au traitement des demandes
d'allocation, mission prioritaire de cette
administration, ce qui a parfois fait passer les délais
CRABV 50
COM 402
21/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
maanden - voor de uitreiking van attesten.
Wij willen dit zo snel mogelijk verhelpen.
De bestuursdirectie heeft de toestemming gekregen
om 35 contractuele administratieve assistenten in
dienst te nemen en de contracten van 37
administratieve assistenten en klerken te verlengen.
De eerste indienstnemingen zijn gepland voor
februari 2001.
Voorts wordt een dertigtal thans onbezette statutaire
betrekkingen ingevuld.
Een adviesbureau heeft opdracht gekregen de
werking van de bestuursdirectie door te lichten en
voorstellen te formuleren teneinde de wachttijden
tot ten hoogste vijf maanden te beperken. De
resultaten van die studie zouden deze maand nog
beschikbaar moeten zijn.
Wat de Franstalige dienst betreft, werden de nodige
maatregelen getroffen opdat de attesten voor gas
en elektriciteit voor het jaar 2001 uiterlijk begin april
worden uitgereikt. Dankzij een herstructurering van
het personeelsbestand kon bovendien een fikse
achterstand inzake parkeerkaarten worden
weggewerkt. Een andere inhaaloperatie strekt ertoe
de afhandeling van de medische attesten voor het
verkrijgen van fiscale en sociale voordelen te
bespoedigen.
De in de regio Henegouwen opgelopen achterstand
is te wijten aan het plotselinge vertrek van een arts;
de aanwijzing en opleiding van een vervanger
neemt heel wat tijd in beslag. Intussen werd een
extra arts in dienst genomen. Eind 2000 was de
beslissingstermijn weer teruggebracht tot een
normale vier maanden.
en matière d'attestation jusqu'à 6 mois.
Notre intention est de remédier rapidement à cette
situation.
La direction d'administration a reçu autorisation de
recruter sous contrat 35 assistants administratifs et
de prolonger les contrats de 37 assistants
administratifs et commis. Les premiers
recrutements sont attendus pour février 2001.
Il sera, en outre, pourvu à une trentaine de postes
statutaires non attribués.
Mission a été donnée à un bureau d'études
d'examiner le fonctionnement de la direction
d'administration et de faire des propositions en vue
de réduire les délais d'attente à 5 mois maximum.
Les résultats de l'étude sont attendus pour ce mois-
ci.
En ce qui concerne le service francophone, toutes
les mesures ont été prises pour que les attestations
en matière de gaz et d'électricité soient obtenues au
plus tard début avril pour l'année 2001. En outre,
une restructuration des effectifs disponibles a
permis de rattraper un grand nombre de retards en
matière de cartes de stationnement. Une autre
opération de rattrapage, déjà entamée, doit
accélérer le traitement des attestations médicales
pour l'obtention d'avantages fiscaux et sociaux.
Le retard touchant le Hainaut est dû à la brusque
cessation d'activités d'un médecin et au temps qu'il
faut pour désigner et former son remplaçant. Entre-
temps, un médecin supplémentaire a été recruté et
le délai de décision, fin 2000, avait été ramené au
niveau normal de 4 mois.
05.03 Bruno Van Grootenbrulle (PS): Ik neem
nota van het streven van de minister om alle nodige
maatregelen te treffen om de werking van die dienst
te verbeteren.
05.03 Bruno Van Grootenbrulle (PS): Je ne
manque pas de remarquer la volonté du ministre de
prendre toutes les mesures nécessaires afin
d'améliorer le fonctionnement de ce service.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Samengevoegde mondelinge vragen van
- de heer Jo Vandeurzen aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "het
vastleggen van de terugbetalingstarieven van
geneesmiddelen" (nr. 3290)
- mevrouw Trees Pieters aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de
terugbetaling van geneesmiddelen" (nr. 3435)
06 Questions orales jointes de
- M. Jo Vandeurzen au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "la fixation des
tarifs de remboursement des médicaments"
(n° 3290)
- Mme Trees Pieters au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "le remboursement
des médicaments" (n° 3435)
06.01 Jo Vandeurzen (CVP): Volgens de ZIV-wet
van 1994 moet de minister vanaf 2001
06.01 Jo Vandeurzen (CVP): Conformément à la
loi de 1994 sur l'assurance maladie-invalidité, le
21/02/2001
CRABV 50
COM 402
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
zesmaandelijks de terugbetalingtarieven van
geneesmiddelen vastleggen en dit op basis van de
laagste prijs op de markt. Een lovenswaardig
initiatief in een sector waar de uitgaven
beheersbaar zijn. Maar er zijn bezwaren.
Wat wordt de houding van de ziekenhuisbeheerder,
aangezien de arts vrij blijft in zijn voorschrijfgedrag?
Welke prijs moet het ziekenhuis aan de patiënt
aanrekenen? Is dit geen vorm van
responsabilisering die de ziekenhuisexploitatie in
het gedrang brengt?
ministre doit fixer tous les six mois, à partir de 2001,
les tarifs de remboursement des médicaments sur
la base du prix du marché le plus bas. Il s'agit d'une
initiative louable à l'égard d'un secteur où la
maîtrise des dépenses est difficile. Néanmoins des
objections peuvent être formulées.
Quel comportement adoptera le gestionnaire
d'hôpital puisque le médecin reste entièrement libre
pour ce qui est des prescriptions qu'il rédige? Quel
prix l'hôpital doit-il facturer au patient? Ne s'agit-il
pas là d'une forme de responsabilisation qui
menace l'exploitation des hôpitaux?
06.02 Trees Pieters (CVP): Binnenkort begint een
groots opgezette campagne voor generische
geneesmiddelen, wat voor de portefeuille van de
patiënt en voor de kas van de ziekteverzekering een
goede zaak kan worden.
Minder geslaagd vinden we het initiatief om de
terugbetaling van specialiteiten te doen op basis
van het goedkoopste generische alternatief. Als de
arts dan toch een duur middel voorschrijft, is de
patiënt daarvan de dupe, want hij krijgt minder
terugbetaald. Heeft de minister dit neveneffect
ingecalculeerd?
06.02 Trees Pieters (CVP): Bientôt débutera une
campagne de grande envergure destinée à
promouvoir les médicaments génériques, qui
pourrait être bénéfique à la fois, pour la caisse de
l'assurance maladie et pour le portefeuille du
patient.
Le remboursement des spécialités sur la base du
produit générique équivalent le moins cher nous
paraît constituer une mesure moins heureuse. En
effet, si le médecin prescrit malgré tout un
médicament coûteux, c'est le patient qui en pâtira
puisque le montant remboursé sera moins élevé. Le
ministre a-t-il tenu compte de cet effet induit dans
des calculs?
06.03 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): De wet houdende sociale bepalingen
van 3 januari 2001 voert het systeem van
referentieterugbetaling in. Zodra voor een originele
specialiteit een evenwaardig generiek alternatief
bestaat, wordt een nieuwe basis van
tegemoetkoming voor de originele specialiteit
ingevoerd. Voor specialiteiten met een publieksprijs
tot 1.026 frank zal de basis van tegemoetkoming 16
procent lager liggen dan de publieksprijs. Door de
geplafonneerde marges voor de distributie is het
verschil kleiner voor duurdere specialiteiten.
Een hogere tussenkomst voor een van twee
gelijkwaardige specialiteiten is niet verdedigbaar.
De maatregel geldt uiteraard alleen wanneer
gelijkwaardige alternatieven voorhanden zijn.
Alle betrokkenen moeten gesensibiliseerd worden
om te kiezen voor gelijkwaardige en goedkopere
alternatieven.
Het risico voor de patiënt wanneer de arts niet het
goedkopere alternatief voorschrijft, wordt beperkt,
omdat het remgeld voor geneesmiddelen vanaf dit
jaar wordt opgenomen in de sociale en fiscale
06.03 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais) : La loi portant des dispositions
sociales du 3 janvier 2001 instaure le système du
remboursement référentiel. Sitôt qu'il existe un
médicament générique dont l'efficacité
thérapeutique équivaut à celle d'une spécialité
originale, une nouvelle base d'intervention pour
cette spécialité originale est instaurée. Pour les
spécialités dont le prix public ne dépasse pas 1.026
francs, la base d'intervention sera inférieure de 16
% au prix public. Le fait que les marges de
distribution aient été plafonnées a pour effet de
réduire la différence pour les spécialités coûteuses.
Quand il existe deux spécialités équivalentes, une
intervention supérieure pour l'une d'elles n'est pas
défendable. Il va sans dire que cette mesure ne
s'applique que lorsque des alternatives équivalentes
sont disponibles.
Il convient d'inciter tous les intéressés à choisir des
alternatives équivalentes et moins onéreuses.
Le risque que court le patient lorsque son médecin
ne lui prescrit pas le produit de substitution le moins
coûteux est limité du fait qu'à partir de cette année-
ci, le ticket modérateur pour les médicaments sera
CRABV 50
COM 402
21/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
franchise.
Het voorschrijfgedrag in een ziekenhuis is het
resultaat van overleg in de medisch-farmaceutische
comités, waarin de ziekenhuisapotheker een
belangrijke rol kan spelen. De nieuwe tarieven
worden op 1 april gepubliceerd. Aan ambulante
patiënten wordt het verschil tussen de nieuwe basis
van tegemoetkoming aangerekend; voor
gehospitaliseerde patiënten is het verschil ten laste
van het ziekenhuis. Deze extra bijdrage kan worden
vermeden door te kiezen voor het alternatief.
inclus dans la franchise sociale et fiscale.
Le comportement prescripteur des médecins
hospitaliers est le résultat d'une concertation au
sein des comités médico-pharmaceutiques où les
pharmaciens hospitaliers peuvent jouer un rôle
important. Les nouveaux tarifs seront publiés le 1
er
avril. Pour les patients ambulatoires, la différence
entre la nouvelle base d'intervention et l'ancienne
est imputée aux patients. En revanche, pour les
patients hospitalisés, la différence est à charge de
l'hôpital. Cette contribution supplémentaire pourrait
être évitée en optant pour l'alternative.
06.04 Jo Vandeurzen (CVP): Er moet dus een
alternatief zijn, maar wat als de voorschrijvende arts
daarvan geen gebruik maakt?
06.04 Jo Vandeurzen (CVP): Il doit donc y avoir
une alternative, mais qu'en sera-t-il si le médecin
prescripteur n'en fait pas usage ?
06.05 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Patiënten zullen hopelijk kiezen voor
artsen met een besparend voorschrijfgedrag, zeker
in de ambulante sector. Ik denk echter dat er ook in
de ziekenhuizen middelen zijn om de artsen
voorzichtig onder druk te zetten, bijvoorbeeld het
formularium.
06.05 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais) : On peut espérer que les patients
choisiront des médecins adoptant un comportement
prescripteur économe, en particulier dans le secteur
ambulatoire. Toutefois, je pense que dans les
hôpitaux, des possibilités existent d'exercer une
certaine pression sur les médecins. Je songe
notamment au formularium.
06.06 Jo Vandeurzen (CVP): Goede stimuli zijn
nodig om dit lovenswaardige initiatief te laten slagen
en daar heb ik mijn twijfels bij.
06.06 Jo Vandeurzen (CVP): Pour assurer la
réussite de cette initiative louable, il sera nécessaire
de prévoir des mesures d'incitation. Or, sur ce
point, j'ai des doutes.
06.07 Trees Pieters (CVP): Ik hoop dat de artsen
inderdaad de concurrentie zullen laten spelen en de
goedkopere generische geneesmiddelen zullen
voorschrijven.
06.07 Trees Pieters (CVP): J'espère que les
médecins laisseront effectivement jouer la
concurrence et prescriront des médicaments
génériques moins coûteux que les spécialités
originales.
06.08 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Bedoeling was dat de patiënt de arts onder druk zou
zetten om de goedkopere geneesmiddelen voor te
schrijven. Bij patiënten die onder de franchise
vallen, valt dit argument echter volledig weg.
06.08 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Il
s'agissait initialement d'amener le patient à faire
pression sur son médecin pour qu'il lui prescrive les
médicaments les moins onéreux. Mais chez les
patients qui relèvent de la franchise, cet argument
devient complètement caduc.
06.09 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Dat zal enkel zo zijn voor mensen
met een laag inkomen en hoge kosten voor
geneesmiddelen. Het gaat om een
beschermingsmaatregel.
06.09 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Ce ne sera le cas que pour les
patients qui perçoivent un faible revenu et ont des
frais de médicaments élevés. Il s'agit d'une mesure
de protection.
06.10 Trees Pieters (CVP): In de
ziekteverzekering wordt er echter niet bespaard,
wat toch een doelstelling van de maatregel was.
06.10 Trees Pieters (CVP): Mais dans le secteur
de l'assurance-maladie, aucune économie ne sera
réalisée alors que c'était un des objectifs de la
mesure.
06.11 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Toch wel, door de daling van de
06.11 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Vous vous trompez, car la réduction
21/02/2001
CRABV 50
COM 402
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
terugbetalingsbasis.
de la base de remboursement permettra réellement
de faire des économies.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Mondelinge vraag van de heer Jo Vandeurzen
aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over "de palliatieve thuiszorgpremie" (nr. 3372)
07 Question orale de M. Jo Vandeurzen au
ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "la prime du chef de soins palliatifs à
domicile" (n° 3372)
07.01 Jo Vandeurzen (CVP): Sinds 1 januari
bestaat er een premie voor palliatieve thuiszorg. Die
moet door de huisarts worden aangevraagd op
basis van een aantal criteria. In de praktijk is dat
niet altijd even evenvoudig. Hoe schat je de
levensverwachting van een patiënt in? In die
moeilijke laatste dagen heeft men meestal andere
zorgen dan het aanvragen van een premie. De wet
is echter strikt: op het ogenblik van de aanvraag
moet de patiënt nog in leven zijn.
Kent de minister deze problemen? Is hij bereid om
het KB te wijzigen, zodat de premie ook na het
overlijden kan worden aangevraagd, als men alles
rustig kan bespreken? Met medische attesten moet
de palliatieve situatie ook dan nog te bewijzen zijn.
07.01 Jo Vandeurzen (CVP): Depuis le 1 janvier, il
existe une prime pour les soins palliatifs à domicile.
Elle doit être demandée par le médecin traitant sur
la base de certains critères. Dans la pratique, ce
n'est pas toujours simple. Comment évaluer
l'espérance de vie d'un patient ? Dans les derniers
jours, si difficiles, on a d'autres soucis que de
demander une prime. La loi est cependant stricte :
le patient doit encore être en vie au moment où l'on
demande la prime.
Le ministre est-il au courant de ce problème ? Est-il
disposé à modifier l'arrêté royal de manière à ce
que la prime puisse également être demandée
après le décès, quand on peut discuter de tout cela
calmement ? Il doit y avoir moyen de prouver que le
patient est en phase palliative par des attestations
médicales.
07.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): De premie palliatieve thuiszorg wordt
geregeld door het KB van 2 december 1999. De
levensverwachting moet volgens artikel 3 langer
dan 24 uur zijn. De patiënt moet dus nog in leven
zijn op het moment van de aanvraag. De huisarts,
die de noden kent, moet de aanvraag
ondertekenen, na evaluatie van de voorwaarden.
Dit kan in bepaalde situaties moeilijk zijn, zeker als
het palliatieve karakter van de zorg nog onduidelijk
is. Ik verwacht oplossingen van het globale plan
voor een nieuwe palliatieve zorg binnen een
menswaardige gezondheidszorg. De artsen zullen
hierin stilaan ook meer ervaring opdoen. Het
voorstel om de premie ook na het overlijden toe te
kennen, wil ik overwegen binnen de algemene
evaluatie van het KB die we momenteel uitvoeren.
Ik wijs er echter nu al op dat de premie expliciet
bedoeld was om de financiële drempel te verlagen
op het moment dat de patiënt de palliatieve zorg
nog nodig heeft. Deze evaluatie zal eind 2001
voltooid zijn. Aanpassingen zullen daarna volgen,
binnen de budgettaire beperkingen evenwel.
07.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Cette prime pour les soins palliatifs à
domicile est réglementée par l'arrêté royal du 2
décembre 1999. L'article 3 prévoit que l'espérance
de vie doit excéder 24 heures. Le patient doit donc
encore être en vie au moment de la demande. Le
médecin qui connaît les besoins doit signer la
demande après avoir évalué les conditions.
Cela peut s'avérer difficile dans certaines situations,
certainement quand le caractère palliatif des soins
n'est pas encore clairement établi. J'espère que
cette question pourra être réglée dans le cadre du
plan global visant à l'amélioration des soins palliatifs
dans le cadre d'une politique des soins de santé
prenant en compte la dimension humaine. Les
médecins vont aussi petit à petit acquérir de
l'expérience en cette matière. J'examinerai la
proposition d'octroi de la prime après le décès dans
le cadre de l'évaluation globale de l'arrêté royal qui
est en cours actuellement. Je souligne cependant
déjà que la prime avait pour objectif explicite de
diminuer la charge financière au moment où le
patient a besoin de soins palliatifs. L'évaluation sera
achevée fin 2001.Des adaptations suivront, en
tenant compte évidemment des possibilités
budgétaires.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRABV 50
COM 402
21/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
08 Samengevoegde mondelinge vragen van
- mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister
van Sociale Zaken en Pensioenen over "de
recente maatregelen in de cardiologie" (nr. 3305)
- mevrouw Trees Pieters aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de schorsing
van het koninklijk besluit inzake cardiologie"
(nr. 3437)
- de heer Jef Valkeniers aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de
voorgenomen bepalingen in de cardiologische
nomenclatuur" (nr. 3445)
08 Questions orales jointes de
- Mme Yolande Avontroodt au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "les
récentes mesures en matière de cardiologie"
(n° 3305)
- Mme Trees Pieters au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "la suspension de
l'arrêté royal en matière de cardiologie" (n° 3437)
- M. Jef Valkeniers au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "les économies
projetées dans la nomenclature cardiologique"
(n° 3445)
08.01 Yolande Avontroodt (VLD): Het KB van 8
december 2000 heeft tot gevolg dat de
terugbetaling van een aantal cardiologische
prestaties wordt geschrapt. Vooral de extramurale
cardiologen voelen zich geviseerd door dit KB, dat
volgens hen 500 miljoen frank minder
terugbetalingen betekent. In het geval van de
terugbetalingsbeperkingen voor de
inspanningsproef is de besparing volgens de artsen
onterecht. Artsen vrezen dat deze goedkope proef
niet gemakkelijk zal worden vervangen door de veel
duurdere en risicovollere coronarografie van 30.000
frank. Bovendien trekken cardiologische
verenigingen op internationaal vlak het nut van een
repetitieve inspanningsproef voor hartpatiënten in
twijfel.
De beslissing van de minister om maar één
inspanningsproef per jaar volledig terug te betalen
gaat in tegen de adviezen van de Technische
Geneeskundige Raad en de commissie artsen-
ziekenfondsen. Ook de afschaffing van de zwart-wit
echocardiografie vinden de cardiologen niet terecht.
Wat is de motivering van de minister om de
terugbetaling van deze prestaties te beperken of te
schrappen?
08.01 Yolande Avontroodt (VLD): L'arrêté royal
du 8 décembre 2000 a pour effet de supprimer le
remboursement d'une série de prestations
cardiologiques. Les cardiologues extra-muros, en
particulier, se sentent visés par cet arrêté royal qui,
selon eux, se traduira par une réduction des
remboursements de l'ordre de 500 millions. De
l'avis des médecins, l'économie ne se justifie pas
dans le cas des réductions de remboursement pour
le test à l'effort. Les médecins craignent que cette
épreuve peu coûteuse ne soit pas remplacée
facilement par la coronarographie, dont le coût
s'élève à 30.000 francs et qui fait courir plus de
risques au patient. De plus, les associations
cardiologiques internationales remettent en
question l'utilité d'une épreuve d'effort répétitive
pour les cardiaques.
La décision du ministre de ne rembourser
complètement qu'une seule épreuve d'effort par an
va à l'encontre des avis du conseil technique
médical et de la commission médico-mutualiste. De
même, les cardiologues n'estiment pas justifiée la
suppression de l'échocardiographie en noir et blanc.
Qu'est-ce qui a incité le ministre à restreindre, voire
à supprimer le remboursement de ces prestations ?
Hoe wil de minister vermijden dat de beperking van
de inspanningsproef tot één per jaar zal leiden tot
een duurdere en meer invasieve diagnostiek?
Wat is de reden om de terugbetaling van Holter te
verminderen? Waarom gaat de minister in tegen
het advies van de Technisch-Geneeskundige Raad
en de commissie artsen-ziekenfondsen.
Comment le ministre compte-t-il éviter que la
limitation des tests à l'effort à un par an n'entraîne
des diagnostics plus coûteux?
Pourquoi le remboursement de la méthode Holter
est-il revu à la baisse? Pourquoi le ministre ne tient-
il pas compte des avis du conseil technique-médical
et de la commission médico-mutualiste?
08.02 Trees Pieters (CVP): Naar verluidt is de
minister bereid zijn KB met besparingsmaatregelen
in de cardiologie op te schorten, ten minste als de
cardiologen tegen september zelf richtlijnen
opstellen. Klopt dit gerucht? Hun vraag om te
deconventioneren moet ook worden ingetrokken,
08.02 Trees Pieters (CVP): Il me revient que le
ministre serait disposé à suspendre son arrêté royal
prévoyant des mesures d'économies dans le
domaine de la cardiologie, pour autant que les
cardiologues établissent eux-mêmes des directives
pour le mois de septembre. Pouvez-vous confirmer
21/02/2001
CRABV 50
COM 402
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
wat ondertussen al zou zijn gebeurd. Wanneer
neemt de minister zijn uiteindelijke beslissing?
Overweegt hij een schorsing van het hele KB of
slechts van onderdelen?
cette rumeur? Les cardiologues devraient
également retirer leur demande de
"déconventionnement", ce qui aurait été fait entre-
temps. Quand le ministre prendra-t-il une décision
définitive? Envisage-t-il de suspendre toutes les
dispositions de l'arrêté royal ou seulement une
partie de ces dispositions?
08.03 Jef Valkeniers (VLD): Artsensyndicaten en
beroepsverenigingen van cardiologen zijn ontsteld
over de besparingen in de cardiologische
nomenclatuur. Het nieuwe KB zal daarenboven heel
wat administratieve rompslomp met zich
meebrengen voor ziekenfondsen, cardiologen en
ziekenhuisadministraties.
Om welke reden voerde de minister deze
maatregelen toch door, ondanks het unaniem
negatief advies van de Technisch-Geneeskundige
Raad van het RIZIV?
08.03 Jef Valkeniers (VLD): Les syndicats de
médecins ainsi que les organisations
professionnelles des cardiologues sont consternés
par les économies imposées au niveau de la
nomenclature en cardiologie. Le nouvel arrêté royal
imposera, par ailleurs, de nombreuses formalités
administratives aux mutualités, aux cardiologues et
aux administrations hospitalières.
Pourquoi le ministre a-t-il pris une telle mesure
malgré l'avis franchement négatif du conseil
technique-médical de l'INAMI?
08.04 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Om tot een evenwichtige begroting
2000 te komen, was een besparing van 650 miljoen
frank in de nomenclatuur van de geneeskundige
verstrekkingen nodig, temeer omdat wij ervoor
gekozen hebben om een aantal positieve
maatregelen voor de permanentiehonoraria van
urgenties en intensieve zorgen en voor de
oncologie, meer bepaald de radiotherapie, door te
voeren.
De Technisch-Geneeskundige Raad (TGR) deed op
geen enkel ogenblik voorstellen terzake. Daarom
was ik genoodzaakt om de speciale procedure van
artikel 35 te gebruiken en een eigen voorstel van
nomenclatuurwijziging voor advies naar de TGR te
sturen. Het bleef wachten op advies of alternatieve
voorstellen; de TGR weigerde enige besparing. In
de conventie afgesloten met de vertegenwoordigers
van de diverse artsenorganisaties en
verzekeringsinstellingen verklaren zij er zich mee
akkoord dat het KB over de nomenclatuur in de
cardiologie geen reden is voor een algemene
deconventionering van de artsen.
Ik wil graag fundamenteel foute informatie
weerleggen. Zo houdt het betreffende KB geen
afschaffing van technische prestaties in, maar wel
een degressieve financiering om nodeloze
consumptie te ontmoedigen. Dit principe geldt zowel
voor de inspanningsproef als voor het
echocardiogram. De vertegenwoordigers van de
cardiologen geven toe dat voor deze onderzoeken
een overconsumptie bestaat, die ik niet wil
veralgemenen. Zo zijn er ziekenhuizen die de
inspanningsproef systematisch om de paar
08.04 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Pour aboutir à un budget 2000 en
équilibre, il fallait réaliser une économie de 650
millions dans la nomenclature des prestations
médicales, d'autant plus que nous avons opté pour
la mise en oeuvre de certaines mesures positives
pour les honoraires des gardes des services d'
urgences et des unités de soins intensifs, ainsi que
pour l'oncologie et plus précisément pour la
radiothérapie.
Le Conseil technique médical n'a jamais formulé
aucune proposition en cette matière. C'est pourquoi
j'ai dû suivre la procédure spéciale de l'article 35 et
lui communiquer ma propre proposition de
modification de la nomenclature. J'ai attendu un
avis ou des propositions alternatives mais le
Conseil refusait toute économie. Dans la convention
conclue avec eux, les représentants des
associations de médecins et des organismes
assureurs marquent leur accord sur le fait que
l'arrêté royal sur la nomenclature de cardiologie
n'implique pas que les médecins se
déconventionnent.
Je souhaite démentir une information erronée.
L'arrêté royal ne prévoit aucune suppression de
remboursement pour des actes techniques mais
bien un remboursement dégressif afin de
décourager une consommation inutile. Ce principe
vaut tant pour les épreuves d'effort que pour les
échographies cardiaques. Les représentants des
cardiologues concèdent qu'il y a une certaine
surconsommation pour ces examens, que je ne
veux pas généraliser. Certains hôpitaux font subir
CRABV 50
COM 402
21/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
maanden afnemen, ook bij de volledig
asymptomatische patiënten. Dit routinematig
toepassen van de stresstest bij niet-risico patiënten
wordt zowel door de American Heart Association als
door de European Society of Cardiology als
nutteloos, weinig efficiënt en soms zelfs schadelijk
bestempeld. Nochtans maken deze instellingen wel
gebruik van een evidence-based classificatie.
Ook voor de Holtermonitoring volgen wij de zeer
duidelijke Europese en Amerikaanse richtlijnen. Ik
stel mij de vraag waarom zulke richtlijnen voor een
adequaat gebruik Ik vraag me af waarom dergelijke
richtlijnen van technische onderzoeken in de
cardiologie in België ontbreken.
des épreuves d'effort systématiquement tous les
deux ou trois mois, même chez les patients
asymptomatiques. Faire de ces épreuves des
examens de routine chez des patients qui ne font
pas partie des groupes à risque est jugé inutile, peu
efficace et parfois même nuisible tant par
l'American Heart Association que par la European
Society of Cardiology. Ces institutions font
cependant usage d'une classification fondée sur
des preuves .
Pour le monitoring Holter, nous nous conformons
également aux directives européennes et
américaines qui sont très claires. Je me demande
pourquoi il n'existe pas, en Belgique, de telles
directives dans le domaine de la cardiologie.
Ik maak me meer zorgen over de resultaten van de
Euroaspire II-studie. Deze stelt dat we in België
ondermaats scoren voor secundaire cardiale
preventie, wat een verhoogd sterfterisico voor de
hartpatiënt inhoudt, terwijl we qua aantal
pacemakers en ingeplante defibrillatoren tot de
koplopers behoren.
In de cardiologie is er nood aan een fundamentele
hervorming, zoveel is duidelijk. Als het degressief
financieren van de inspanningsproef zou leiden tot
meer coronarografieën, vind ik dat getuigen van een
zeer bedenkelijke praktijk. Ik betreur het ook dat
sommige cardiologen hier zo lichtzinnig over praten.
Voor het uitvoeren van een coronarografie bestaan
er trouwens wetenschappelijk gefundeerde
internationale richtlijnen. Welke praktijkrichtlijnen
passen Belgische cardiologen toe om te bepalen of
een patiënt een coronarografie moet ondergaan?
Ik ben blij dat mevrouw Avontroodt de schrapping
van geldrovende terugbetaling van verouderde
technieken als vectocardiografie en
fonocardiografie, die men zelfs niet meer in de
richtlijn terugvindt, bijtreedt. Ook verenigingen van
cardiologen treden die schrapping ondertussen bij,
enkel een aantal individuele cardiologen blijft deze
technieken verdedigen.
Uit de reacties van uitgebreide delegaties van
cardiologen op mijn kabinet blijkt dat zij constructief
willen meewerken aan een fundamentele
hervorming in de cardiologie. Een aantal
problematische bepalingen in het KB kan bij
erratum of kleine wijziging worden rechtgezet.
Tegen 15 mei zullen de cardiologen zelf een
Je suis davantage préoccupé par les résultats de
l'étude Euroaspire II selon laquelle la Belgique
affiche un score médiocre en matière de prévention
cardiologique secondaire, ce qui augmente le risque
de mortalité chez les patients en cardiologie.
Néanmoins, la Belgique se classe parmi les
meilleurs élèves de la classe pour le nombre de
pacemakers et de défibrillateurs implantés.
Il ne fait aucun doute que le secteur de la
cardiologie doit être soumis à une réforme
fondamentale. Si le financement dégressif du test à
l'effort devait se traduire par une augmentation du
nombre de coronorographies, je jugerais la
tendance inquiétante. Je déplore également la
légèreté avec laquelle certains cardiologues traitent
ce sujet. Les coronorographies sont d'ailleurs
soumises à des directives internationales
scientifiquement fondées. Sur quelles directives
pratiques les cardiologues belges se fondent-ils
pour décider si un patient doit ou non être soumis à
une coronorographie?
Je me félicite de ce que Mme Avontroodt soutienne
la suppression du remboursement de techniques
coûteuses et dépassées telles que la
vectocardiographie et la phonocardiographie, que
les directives ne mentionnent même plus. Les
associations de cardiologues se sont entre-temps
déclarées favorables à ces suppressions. Seuls
quelques cardiologues défendent encore les
anciennes techniques à titre individuel.
Les réactions des délégations de cardiologues que
j'ai reçues à mon cabinet attestent la volonté de la
profession de collaborer de manière constructive à
une réforme fondamentale de la cardiologie. Des
errata ou de légères modifications devraient
permettre de rectifier certaines dispositions de
l'arrêté royal qui sont sources de problèmes.
Pour le 15 mai, les cardiologues arrêteront eux-
21/02/2001
CRABV 50
COM 402
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
actieplan uitwerken om via richtlijnen en peer review
tot de beste verhouding prijs-kwaliteit te komen, met
respect van de budgettaire middelen en door het
aanpakken van de nodeloze consumptie.
mêmes un plan d'action pour en arriver au meilleur
rapport qualité-prix par le biais de directives et du
peer review, tout en respectant les limites
budgétaires et en luttant contre la
surconsommation.
Ik zal het besluit tot opschorting van de maatregelen
voor de inspanningsproef en de echocardiografie tot
1 september 2001 zo snel mogelijk en zeker vóór 1
maart aan de Koning voorleggen. De budgettaire
weerslag is beperkt.
De eventuele aanpassing van het KB zal afhangen
van de inhoudelijke beoordeling van de voorstellen
van de cardiologen.
Voor de patiënt zijn de maatregelen niet negatief,
aangezien modernere technieken de verouderde
vervangen. De beoogde hervorming betreft de
totale zorgverstrekking aan de hartpatiënt, van
preventie tot cardiale revalidatie, met aandacht voor
de budgettaire mogelijkheden.
Je soumettrai au Roi le plus rapidement possible et
en tout cas avant le 1
er
mars l'arrêté suspendant
jusqu'au 1
er
septembre 2001 les mesures relatives
à l'épreuve d'effort et à l'échocardiographie.
L'incidence budgétaire de cet arrêté sera limitée.
Son adaptation éventuelle dépendra de la manière
dont sera appréciée la teneur des propositions des
cardiologues.
Du point de vue des patients, ces mesures ne sont
pas négatives étant donné qu'elles permettront le
remplacement de techniques obsolètes par des
techiques plus modernes. La réforme visée porte
sur l'ensemble des soins aux cardiaques, allant de
la prévention à la rééducation, et tient compte des
possibilités budgétaires.
08.05 Yolande Avontroodt (VLD): Ik blijf erbij dat
herhaaldelijke inspanningsproeven en
echocardiogrammen wel volledig moeten worden
terugbetaald voor chronische patiënten.
08.05 Yolande Avontroodt (VLD): Je répète qu'il
convient de rembourser intégralement les tests
répétés à l'effort et les echocardiogrammes pour les
patients chroniques.
08.06 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): De nomenclatuur is een gemiddelde
prijs voor een medische prestatie. Degressief
werken is misschien een te lineair systeem, maar
het is niet verkeerd. Ik heb aan de cardiologen
gevraagd om tegen 15 mei een alternatief voorstel
te doen en een debat over de werkelijke
kostendekking te voeren. Ik meen dat we
automatisch op de degressieve terugbetaling zullen
uitkomen.
08.06 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): La nomenclature fixe un prix moyen
pour chaque prestation médicale. Le système
dégressif est peut-être trop linéaire, mais ce n'est
pas un mauvais système. J'ai demandé aux
cardiologues de me faire une autre proposition
pour le 15 mai et de mener un débat sur la
couverture réelle des coûts. J'estime que cela nous
reconduira automatiquement au remboursement
dégressif.
08.07 Yolande Avontroodt (VLD): Het is de
patiënt die slachtoffer is en die eigenlijk centraal zou
moeten staan. Voor bepaalde chronische patiënten
zijn de niet-invasieve technieken het meest
aangewezen.
08.07 Yolande Avontroodt (VLD): C'est le patient
qui est a victime alors que c'est lui qui importe avant
tout. Pour certains patients atteints de maladies
chroniques les techniques non-invasives sont les
plus indiquées.
08.08 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Het terugbetalingsregime wordt niet
gewijzigd, wel de nomenclatuur.
08.08 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Ce n'est pas le régime de
remboursement mais la nomenclature qui est
modifiée.
08.09 Yolande Avontroodt (VLD): Waarom werd
de Holter in het algemeen gewijzigd in de
nomenclatuur? Werd deze maatregel voorgelegd
aan de Raad? Zal de minister dergelijke lijsten met
maatregelen in de toekomst voorleggen aan de
beroepsvereniging?
08.09 Yolande Avontroodt (VLD): Pourquoi la
nomenclature a-t-elle été modifiée en ce concerne
la méthode Holter? Cette mesure a-t-elle été
soumise au Conseil? Le ministre présentera-t-il à
l'avenir les listes détaillant de telles mesures à
l'association professionnelle?
CRABV 50
COM 402
21/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
08.10 Minister Frank Vandenbroucke : Misschien
is dat forum wel meer aangewezen dan dat van de
Technisch-Geneeskundige Raad.
08.10 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Peut-être ce forum convient-il mieux
que le Conseil technique-médical.
08.11 Jef Valkeniers (VLD): De minister hanteert
altijd dezelfde tactiek: eerst de artsen op stang
jagen en dan de rol van verzoener spelen. Waarom
is dat verzoenend overleg niet aan het KB
voorafgegaan?
Er bestaat zeker misbruik, dat wil ik niet ontkennen.
Ik ben ook een voorstander van duidelijke
richtlijnen. Die moeten met de beroepsgroep
worden uitgewerkt. Medische prestaties zijn een
bron van inkomsten voor de ziekenhuizen. De
geneesheren-specialisten zijn hier vaak het
slachtoffer van. Zij staan onder druk van de
ziekenhuisdirecties.
Men moet ook werk maken van het zuiver ereloon.
Dat zal veel overconsumptie vermijden.
08.11 Jef Valkeniers (VLD): Le ministre adopte
invariablement la même tactique: provoquer les
médecins pour ensuite jouer les conciliateurs.
Pourquoi l'arrêté royal n'a-t-il pas été précédé d'une
concertation de conciliation ?
Je ne nierai pas qu'il y a des abus. Moi aussi, je
suis partisan de directives claires qui doivent être
élaborées en concertation avec la profession. Les
prestations médicales constituent une source de
revenus pour les hôpitaux. Les médecins
spécialistes en sont souvent les victimes, les
directions des hôpitaux exerçant sur eux une
pression.
Il faut instaurer le principe de l'honoraire net qui
permettra de réduire dans une large mesure la
surconsommation.
08.12 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Ik ga niet zo beredeneerd te werk als
de heer Valkeniers suggereert. Ik ben niet uit op
dergelijke conflicten. De aanslepende procedure
met de Technisch-Geneeskundige Raad heeft me
mijn geduld doen verliezen. Ik had veel eerder met
de cardiologen aan tafel moeten gaan zitten. De
oprichting van een afdeling Doorlichting
Nomenclatuur bij het RIZIV is in elk geval een goed
denkspoor. De deloyale en opruiende taal van
sommige cardiologen in de Artsenkrant van vorige
week heeft me wel teleurgesteld.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Mevrouw Yolande Avontroodt trekt
haar vraag nr. 3319 in.
08.12 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais) : Mes interventions ne sont pas aussi
préméditées que ne le pense M. Valkeniers. Je ne
recherche pas de conflits de ce type. La longueur
de la procédure au sein du Conseil Technique
Médical m'a fait perdre patience. J'aurais cependant
dü rencontrer les cardiologues plus tôt. La création
d'un département chargé de procéder à la
radioscopie de la nomenclature de l'INAMI me
semble constituer une bonne piste de réflexion.
Les propos déloyaux et séditieux de certains
cardiologues, tels qu'ils ont été publiés dans le
Journal des Médecins de la semaine dernière,
m'ont cependant déçu.
L'incident est clos.
Le président: Mme Yolande Avontroodt retire sa
question n° 3319.
09 Mondelinge vraag van mevrouw Trees Pieters
aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over "de pensioenen van leerkrachten" (nr. 3346)
09 Question orale de Mme Trees Pieters au
ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "les pensions des enseignants" (n° 3346)
09.01 Trees Pieters (CVP): In september 2000
hebben gepensioneerde leerkrachten in een motie
aan de diverse regeringen hun ongenoegen geuit
over het getalm van de regering om fiscale beloften
na te komen. Zij vragen dat de solidariteitsbijdrage
uit 1995 zou worden afgeschaft. Die bijdrage was
bedoeld om de laagste pensioenen op te krikken,
maar ze wordt voor andere doeleinden gebruikt.
Omtrent de perequatie van weddes van regent en
onderwijzer wacht Vlaanderen nog met de
uitvoeringsbesluiten. Ook dit heeft repercussies op
09.01 Trees Pieters (CVP): En septembre 2000,
les enseignants retraités ont exprimé, dans une
motion adressée aux divers gouvernements, le
mécontentement que leur inspire le non-respect par
l'exécutif fédéral de ses promesses fiscales les
concernant. Ils réclament la suppression de la
cotisation de solidarité de 1995 dont le but était de
relever les plus basses pensions mais sert à
d'autres fins.
Et il n'y a toujours pas d'assimilation entre les
traitements des régents et des instituteurs.
Qu'attend la Flandre pour prendre les arrêtés
21/02/2001
CRABV 50
COM 402
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
de pensioenen. Wat denkt de minister over dit
alles?
d'exécution? C'est un élément qui influe aussi sur
les pensions. Qu'en pense le ministre?
09.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): De afschaffing van de
solidariteitsbijdrage is budgettair niet haalbaar,
aangezien de bijdrage in totaal meer dan 22
miljard frank in de periode 1995-2000
onontbeerlijk is voor het Fonds voor het evenwicht
van de pensioenstelsels.
Ook in de toekomst zou deze afschaffing zeer
problematisch zijn voor personen die sinds 1997
een als pensioen geldend kapitaal ontvangen
hebben. Op dat geld werd immers al een bijdrage
afgehouden. Moet die dan, om discriminatie te
vermijden, worden terugbetaald? Het gaat hier om
grote bedragen.
Er is ook het argument van het evenwicht: deze
bijdrage is een tegengewicht voor de
solidariteitsbijdrage die de actieven sinds 1994
afdragen uit solidariteit met de gepensioneerden.
Kan men de solidariteit tussen de gepensioneerden
onderling dan afschaffen? En hoe had ik zonder
deze bijdrage vorig jaar de minimumpensioenen
kunnen verhogen?
Zodra de Vlaamse onderwijsminister haar ontwerp
in verband met de weddegelijkschakeling
overmaakt aan de pensioenadministratie, zal men
daar de pensioenen die na 1 september 1999
ingingen, herberekenen. Voor de andere wordt zo
snel mogelijk een programma voor automatische
perekwatie uitgewerkt.
09.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): La suppression de la cotisation de
solidarité n'est pas réaliste du point de vue
budgétaire. La raison en est que cette cotisation,
qui a rapporté au total plus de 22 milliards entre
1995 et 2000, est indispensable pour le Fonds pour
l'équilibre des régimes de pensions.
A l'avenir, cette suppression serait également
source de graves problèmes pour les personnes
ayant perçu depuis 1997 un capital équivalant à une
pension. En effet, une cotisation a déjà été prélevée
sur cet argent. Faudra-t-il rembourser cette
cotisation pour éviter toute discrimination ? Or, il
s'agit de montants très importants.
Un autre argument doit être pris en considération:
l'équilibre. En effet, cette cotisation constitue un
contrepoids à la cotisation de solidarité que les
actifs paient depuis 1994 au titre de la solidarité
avec les pensionnés. Cela signifie-t-il que l'on
puisse supprimer tout mécanisme de solidarité
entre les pensionnés ? Et comment aurais-je pu,
sans cette cotisation, augmenter les pensions
minimales l'an dernier ?
Sitôt que la ministre flamande de l'Enseignement
aura adressé à l'administration des pensions son
projet d'assimilation des traitements, les
fonctionnaires de cette administration recalculeront
les pensions ayant pris cours après le 1
er
septembre 1999. Pour les autres, un programme de
péréquation automatique sera élaboré dès que
possible.
09.03 Trees Pieters (CVP): Ik zal dit antwoord
bestuderen om het aan de bezorgde
gepensioneerde leerkrachten te kunnen uitleggen.
09.03 Trees Pieters (CVP):J'examinerai cette
réponse afin de pouvoir l'exposer aux enseignants
pensionnés qui sont en proie à l'inquiétude.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Mondelinge vraag van mevrouw Trees Pieters
aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over "Farmanet" (nr. 3380)
10 Question orale de Mme Trees Pieters au
ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "Pharmanet" (n° 3380)
10.01 Trees Pieters (CVP): De problemen met
Farmanet blijven aanslepen. De opmerkingen van
de Algemene Pharmaceutische Bond (APB)
betreffen onder meer het ontbreken van een
officiële tarifering en het uitblijven van een
franchiseregeling op remgelden voor
geneesmiddelen. De APB betreurt ook dat de
regelmatige terugbetaling van de afleveringen en
prestaties in een overgangsperiode in het gedrang
komt.
10.01 Trees Pieters (CVP): Les problèmes relatifs
à Pharmanet ne sont pas résolus. Les remarques
de l'Association pharmaceutique belge concernent
notamment l'absence d'une tarification officielle et
d'une réglementation de la franchise sur les tickets
modérateurs pour les médicaments.
L'APB déplore aussi que le remboursement régulier
des produits et prestations soit mis en péril pendant
une période transitoire.
L'APB exige la publication préalable du cadre
CRABV 50
COM 402
21/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
De APB eist dat eerst het wettelijk kader voor de
uitvoering van Farmanet gepubliceerd zou worden.
Tot dan weigeren de apothekers elke medewerking.
Wat zal de minister doen wanneer de apothekers
acties voeren en hun medewerking opschorten?
juridique relatif à l'application de Pharmanet. Que
fera le ministre si les pharmaciens mènent des
actions et suspendent leur collaboration ?
10.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Vooraleer Farmanet in werking kan
treden moeten nog drie KB's worden gepubliceerd,
die nog voor advies bij de Raad van State zijn: een
KB met de erkenningscriteria voor de
tariferingsdiensten, één inzake de gegevens die de
tariferingsdiensten aan de verzekeringsinstellingen
moeten meedelen, en het KB dat voor de jaren
1999 en 2000 de kosten vaststelt verbonden aan de
mededeling van gegevens door de
tariferingsdiensten aan het RIZIV.
Zolang de technische instructies niet rond zijn, blijft
de papieren factuur de basis voor uitbetalingen. Het
ogenblik waarop de magnetische drager de basis
wordt zal later worden bepaald.
De apothekers hebben de uitvoering van Farmanet
steeds gekoppeld aan andere dossiers, waaronder
dat van de winstmarges. Er is beslist dat er een
aangepaste financieringsmarge komt, ten belope
van 3 procent op het deel van de prijs boven 1.573
frank.
De apothekers blijven echter weigerachtig om hun
medewerking te verlenen, ook al is er geen reden
meer voor hun onrust. Ik hoop dat die geleidelijk zal
wegebben.
10.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Pour que Pharmanet puisse
fonctionner, trois arrêtés royaux doivent encore être
publiés. Or, ils sont encore au Conseil d'Etat qui
doit rendre un avis à leur sujet. Il s'agit d' un arrêté
royal fixant les critères d'agrément pour les services
de tarification, d'un autre relatif aux données que
les services de tarification doivent transmettre aux
organismes assureurs et, enfin, d'un troisième
fixant, pour les années 1999 et 2000, les coûts liés
à la communication, par les services de tarification,
des données à l'INAMI.
Tant que les instructions techniques ne sont pas
prêtes, les documents « papier » continueront à
servir de base pour les remboursements. On
déterminera ultérieurement le moment où le
support magnétique servira de base.
Les pharmaciens ont toujours lié la mise en oeuvre
de Pharmanet à d'autres dossiers, notamment à
celui des marges bénéficiaires. Il a été décidé qu'il y
aurait une marge de financement appropriée, à
concurrence de 3% de la partie du prix supérieure à
1573 francs.
Les pharmaciens restent réticents à prêter leur
concours, bien qu'il n'y ait aucune raison de
s'inquiéter. J'espère que cette inquiétude se
dissipera progressivement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Mondelinge vraag van mevrouw Marie-
Thérèse Coenen aan de minister van Sociale
Zaken en Pensioenen over "de informele
vergadering van de ministers van Sociale Zaken"
(nr. 3393)
11 Question orale de Mme Marie-Thérèse Coenen
au ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "la réunion informelle des ministres des
Affaires sociales" (n° 3393)
11.01 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV):
In januari jongstleden heeft u deelgenomen aan een
informele vergadering van de ministers van Sociale
Zaken over gelijke kansen voor mannen en
vrouwen, het thema van het Zweeds
voorzitterschap. Het was de bedoeling zich te
beraden over manieren om de activiteitsgraad van
vrouwen in Europa op te trekken. Voor Zweden kan
die doelstelling enkel worden bereikt door de
ongelijkheid op het stuk van de bezoldiging te
bestrijden en door sociale diensten voor gezinshulp
op te richten. Welke onderwerpen werden op die
vergadering aangesneden? Welke concrete
11.01 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV)
: En janvier dernier, vous avez participé à une
réunion informelle des ministres des Affaires
sociales consacrée à l'égalité entre hommes et
femmes, thème de la présidence suédoise. Il
s'agissait de réfléchir au moyen d'augmenter le taux
d'activité chez les femmes en Europe. Pour la
Suède, cet objectif passe par la lutte contre
l'inégalité en matière de salaire, ainsi que par la
mise en place de services sociaux d'aide aux
familles. Quels sujets ont été abordés à cette
occasion ? Quels dossiers concrets feront l'objet
d'un examen approfondi
? Quelles sont les
21/02/2001
CRABV 50
COM 402
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
dossiers zullen grondig worden onderzocht? Wat
zijn de standpunten van de diverse Europese
partners terzake en welke houding neemt de
Belgische regering dienaangaande aan? Komt er
een voortgangscontrole van die problemen tijdens
het Belgisch voorzitterschap?
positions des différents partenaires européens et
celle du gouvernement belge en la matière ? Y
aura-t-il un suivi de ces problématiques sous la
présidence belge ?
11.02 Minister Frank Vandenbroucke (Frans):
Door een vergadering te beleggen met de ministers
die bevoegd zijn inzake gelijke kansen en sociale
zaken rond het thema "gelijke kansen en sociale
veiligheid, een motor van de economische groei",
heeft het Zweeds voorzitterschap een concreet
voorbeeld gegeven van het streven naar gelijke
kansen voor mannen en vrouwen, waartoe de
lidstaten zich trouwens al herhaaldelijk hebben
verbonden.
11.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
français): En réunissant les ministres compétents
dans les domaines de l'égalité des chances et des
affaires sociales autour d'un thème commun
:
« Egalité des sexes et sécurité sociale, un moteur
de la croissance économique
», la présidence
suédoise a donné un exemple pratique de
recherche d'égalité entre les sexes, ainsi que les
États membres s'y ont déjà engagés à plusieurs
reprises.
(Nederlands) De uitbreiding is voor Zweden een
topprioriteit. Dat maakte deze informele Raad
duidelijk. Er lagen echter nauwelijks concrete
dossiers op tafel; een diagnose werd gesteld, maar
de behandeling werd niet uitgewerkt.
De discussie ging over het wegwerken van
obstakels voor vrouwen om deel te nemen aan de
arbeidsmarkt via de weg van belastingen en sociale
zekerheid. Het debat behandelde ook de verschillen
in loon en bijgevolg in sociale zekerheid en de vraag
welke genderaspecten geïntegreerd moeten worden
in het werkprogramma voor sociale bescherming.
Commissaris Anna Diamantopoulou drukte erop dat
de modernisering van de sociale zekerheid een
cohesie moet realiseren. De integratie van de
genderdimensie in de Europese agenda zal het
belang ervan verhogen. Ze drong er ook op aan om
de verhoging van de arbeidsparticipatie in de
context van de leefbaarheid van de
socialezekerheidsstelsels te plaatsen.
Michel Rocard pleitte voor het opheffen van de
psychologische drempels om de sociale zekerheid
te individualiseren. Veel lidstaten wezen op het
delicate karakter van dit debat.
Enkele pijnpunten blijven bestaan. Gelijk loon voor
gelijk werk is nog steeds geen verworvenheid. De
variabele samenstelling van het loon maakt de
verschillen tussen mannen en vrouwen
onzichtbaarder. Om vrouwen aan te sporen tot
arbeid moet men naast het gelijk loon ook de
kwaliteit van de arbeid verhogen. De zorgtaken
(En néerlandais) Il est clairement apparu à
l'occasion de ce Conseil informel que
l'élargissement constitue une priorité absolue pour
la Suède. L'ordre du jour comportait peu de
dossiers concrets. Un diagnostic a été établi mais
aucun traitement n'a été élaboré.
La discussion a porté sur l'élimination des obstacles
entravant la possibilité, pour les femmes, d'être
présentes sur le marché de l'emploi par le biais des
impôts et de la sécurité sociale. Le débat s'est
également concentré sur les différences salariales
et, par conséquent, sur les différences en matière
de sécurité sociale ainsi que sur la question de
savoir quels aspects liés au genre doivent être
intégrés dans le programme d'action pour la
protection sociale.
Mme Anna Diamantopoulou, commissaire
européenne, a insisté sur le fait que la
modernisation de la sécurité sociale doit aller dans
le sens d'une cohésion accrue. L'intégration du
genre dans l'agenda européen en renforcera
l'importance. Mme Diamantopoulou a également
insisté sur la nécessité d'une plus grande
participation des femmes au marché du travail dans
le contexte de la viabilité des systèmes de sécurité
sociale.
Quant à Michel Rocard, il a plaidé pour la
suppression des entraves psychologiques à
l'individualisation de la sécurité sociale. De
nombreux Etats membres ont rappelé qu'il
s'agissait là d'un débat délicat.
Plusieurs points d'achoppement subsistent. Ainsi,
l'égalité des salaires ne constitue toujours pas un
principe acquis. La structure variable des salaires
rend invisibles les différences entre hommes et
femmes. Pour encourager les femmes à travailler, il
faut oeuvrer en faveur non seulement de l'égalité
CRABV 50
COM 402
21/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
kunnen nog beter verdeeld worden; de arbeid moet
beter georganiseerd worden en de kinderopvang
uitgebreid.
Het Europees vakverbond pleit voor een betere
invulling in het Luxemburgproces van de
gendermainstreaming en voor de ontwikkeling van
betere meetinstrumenten.
UNICE koppelt de problematiek van het gelijk loon
ook aan de keuze van opleiding en tewerkstelling
van de vrouwen. Zij kiezen nog te weinig voor
beroepen die de motor zijn van de economische
groei. België benadrukte het belang van het
aantrekkelijker maken van de arbeidsmarkt. De
Europese Commissie plant een
haalbaarheidsstudie voor de oprichting van een
Europees Gender Instituut.
des salaires mais également d'une amélioration de
la qualité du travail. Les tâches liées à la prise en
charge des proches peuvent être mieux partagées
encore, le travail doit être mieux organisé et les
possibilités d'accueil des enfants renforcées.
L'union syndicale européenne plaide en faveur
d'une meilleure prise en compte du
"gendermainstreaming" dans le processus de
Luxembourg et du développement d'instruments de
mesure plus fiables.
L'UNICE établit un lien entre la question de l'égalité
des salaires et le choix des femmes en matière de
formation et d'emploi. Les femmes optent encore
trop peu en faveur de professions qui jouent un rôle
moteur dans la croissance économique. La
Belgique a insisté sur la nécessité de rendre le
marché de l'emploi plus attrayant. La Commission
européenne a programmé la réalisation d'une étude
de faisabilité relative à la création d'un institut
européen spécialisé dans l'étude des aspects liés
au genre.
(Frans) Wij hebben aangekondigd dat de
indicatoren voor de ongelijke bezoldiging van
mannen en vrouwen tijdens het Belgische
voorzitterschap zouden worden uitgewerkt, waarna
ze zullen worden voorgelegd aan de Raad van
ministers van Werkgelegenheid en Sociale Zaken.
Bij het ontwikkelen van toekomstige indicatoren in
verband met kansarmoede en pensioenen zal het
aspect seksegelijkheid zeker meespelen.
Ik geloof echter dat minister Onkelinx u nadere
inlichtingen zal kunnen verstrekken over de follow-
up van de problematiek van het gelijkekansenbeleid
tijdens het Belgische voorzitterschap.
(En français) Par ailleurs, nous avons annoncé
que, durant la présidence belge, des indicateurs
relatifs aux inégalités de rémunération entre
hommes et femmes seront mis au point. Ceux-ci
sont présentés au Conseil Emploi et Affaires
sociales. De plus, l'aspect égalité des sexes sera
pris en compte dans l'établissement futur
d'indicateurs relatifs à l'exclusion sociale et aux
pensions.
Cependant, je suppose que Mme Onkelinx pourra
vous informer davantage quant au suivi de la
problématique de l'égalité entre hommes et femmes
durant la présidence belge.
11.03 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV):
Het verwondert me dat de individualisering van de
rechten op het stuk van de sociale zekerheid niet
als agendapunt werd genoemd. Rust er misschien
op Europees niveau een taboe op ?
Over kinderopvang als middel om te voorkomen dat
ouders met een handicap op de arbeidsmarkt
komen, moet een debat worden gevoerd. Hier moet
de sociale zekerheid spelen.
Gendergebonden indicatoren moeten evenzeer in
aanmerking worden genomen in de statistieken. Dat
moeten wij voluit bepleiten. Hierover moet op
Europees niveau een consensus worden gevonden.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vraag nr. 3428 van de heer Olivier
11.03 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV)
: Je suis étonnée que l'individualisation des droits
en matière de sécurité sociale n'ait pas été
mentionnée comme point à traiter. Y aurait-il un
tabou au niveau européen ?
L'accueil des enfants en vue d'éviter que leurs
parents ne soient handicapés sur le marché du
travail doit faire l'objet d'un débat. La sécurité
sociale a son rôle à jouer.
Il faut soutenir à fond la prise en compte des
indicateurs de genre dans les statistiques. C'est un
point qui doit faire l'objet d'un consensus européen.
L'incident est clos.
Le président: La question n° 3428 de M. Olivier
21/02/2001
CRABV 50
COM 402
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
Maingain over "het eerste verslag van de
ombudsdienst Pensioenen" wordt ingetrokken.
Maingain, relative au « Premier rapport du service
médiation Pensions », est retirée.
12 Mondelinge vraag van mevrouw Trees Pieters
aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over "de vergoeding van stagemeesters en
specialisten in opleiding" (nr. 3436)
12 Question orale de Mme Trees Pieters au
ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "la rémunération des maîtres de stage et des
spécialistes en formation" (n° 3436)
12.01 Trees Pieters (CVP): Positief is dat voor het
eerst 270 miljoen frank wordt uitgetrokken om
stagemeesters en specialisten in opleiding te
vergoeden. Minder positief zijn de zeer strenge
criteria, waaraan enkel universitaire ziekenhuizen
zullen kunnen beantwoorden.
Waarom werd beslist zulke strenge criteria op te
leggen?
12.01 Trees Pieters (CVP): Les 270 millions de
francs qui ont été dégagés pour rémunérer les
maîtres de stage et les spécialistes en formation
constituent un aspect positif. Par contre, il faut
déplorer les critères particulièrement stricts
auxquels sont soumis les seuls hôpitaux
universitaires.
Pour quelle raison a-t-il été décidé d'établir des
critères aussi sévères ?
12.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): De voorwaarden van artikel 48, § 28
van het MB van 2 augustus 1986 betreffen de
erkenning inzake opleidingen, opleiding van een
bepaald aantal kandidaat-specialisten, vergoeding
van de kandidaat-specialisten, tewerkstelling van
een bepaald aantal ziekenhuizengeneesheren, het
halen van een bepaald percentage voltijds
werkende geneesheren, vergoeding van de artsen,
centrale inning van de artsenhonoraria en
toepassing van de verbintenistarieven. Die
voorwaarden gelden 1001 voor zowel universitaire
als niet-universitaire ziekenhuizen.
Doel is de opleidingsfunctie prioritair te financieren
in ziekenhuizen waar zij een werkelijk onderdeel
uitmaakt van de ziekenhuisactiviteiten en waar het
nodige kader aanwezig is. Van discriminatie is geen
sprake.
12.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais) : Les conditions fixées à l'article 48,
par. 28, de l'arrêté ministériel du 2 août 1986
concernent la reconnaissance des formations, la
formation d'un nombre déterminé de candidats
spécialistes, la rémunération de candidats
spécialistes, l'embauche d'un nombre déterminé de
médecins hospitaliers, l'obtention d'un pourcentage
déterminé de médecins hospitaliers travaillant à
temps plein, la rémunération des médecins, la
perception centrale des honoraires médicaux et
l'application des tarifs de l'engagement. Ces
conditions s'appliquent aux hôpitaux universitaires
et non universitaires.
L'objectif est de financer en priorité les fonctions de
formation qui font partie intégrante des activités
organisées dans les hôpitaux disposant d'un cadre
suffisant. Il n'est pas question de discrimination.
12.03 Trees Pieters (CVP): Ik heb me gebaseerd
op een artikel uit de Artsenkrant van 13 februari.
Wellicht is een rechtzetting in ziekenhuiskringen
nodig.
12.03 Trees Pieters (CVP): Je me suis inspirée du
"Journal du médecin" paru le 13 février. Peut-être
faut-il revoir les moyens dont disposent les
établissements hospitaliers.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Samengevoegde mondelinge vragen van
- de heer Jef Valkeniers aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de
subsidiëring van een studie over het
patiëntenprofiel in de wijkgezondheidscentra"
(nr. 3444)
- de heer Jef Valkeniers aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de verhoging
van de forfaits in de wijkgezondheidscentra"
(nr. 3446)
13 Questions orales jointes de
- M. Jef Valkeniers au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "le
subventionnement d'une étude sur le profil des
patients dans les centres de santé de quartier"
(n° 3444)
- M. Jef Valkeniers au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "l'augmentation du
forfait alloué aux centres de santé de quartier"
(n° 3446)
13.01 Jef Valkeniers (VLD): De meeste 13.01 Jef Valkeniers (VLD): La plupart des
CRABV 50
COM 402
21/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
wijkgezondheidscentra vragen geen remgeld aan
hun patiënten. Dit is onwettelijk. Voorts werken ze
met ingeschreven patiënten, terwijl andere artsen
voor alle patiënten openstaan. De minister duldt dit
alles, omdat zulke patiënten volgens hem meer
zorgen vergen dan andere. Het RIZIV is daar niet zo
zeker van. Voorts krijgen deze centra flinke
subsidies. Is dat allemaal te verantwoorden?
Werden de ideeën van de minister niet veeleer
politiek geïnspireerd in plaats van medisch?
Nu wil men deze centra nog "rechtvaardiger"
financieren door hun forfait te verhogen. Mijns
inziens is dit geen enkele garantie voor
kwaliteitsverbetering: frequentere contacten tussen
patiënten en centra zijn dikwijls vluchtig en
oppervlakkig. Forfaitaire geneeskunde is door de
opeenvolgende verhogingen nu al duurder dan
andere geneeskunde. Vergeet niet dat de centra
ook subsidies van Gemeenschappen en steden
krijgen. Ik blijf er dus bij dat de inspiratoren van de
minister uit de sector zelf komen en zo ideeën willen
doordrukken.
centres de santé de quartier ne réclament pas de
ticket modérateur à leurs patients. C'est illégal ! Par
ailleurs, ils ne traitent que les patients inscrits, alors
que d'autres médecins soignent tous les malades.
Le ministre tolère ces pratiques, sous prétexte que
ces patients nécessitent, selon lui, davantage de
soins que les autres. L'INAMI n'en est pas aussi
sûr. En outre, ces centres bénéficient de
subventions considérables. Comment justifier cet
état de choses? Les conceptions du ministre ne
procéderaient-elles pas de considérations politiques
plutôt que médicales ?
A présent, on veut rendre encore plus "équitable" le
financement de ces centres, en relevant leur forfait.
A mon avis, cette augmentation des moyens ne
sera nullement garante d'une amélioration de la
qualité des soins : l'augmentation de la fréquence
des contacts entre malades et centres ont pour effet
de rendre ces contacts superficiels. En raison des
augmentations successives, la médecine forfaitaire
est aujourd'hui déjà plus onéreuse que d' autres.
N'oublions pas que les centres de santé sont
subventionnés par les Communautés et les Villes.
Je persiste donc à dire que les inspirateurs du
ministre sont issus du secteur même, et espèrent
ainsi imposer leurs idées.
13.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Een aantal wijkgezondheidscentra
doet een beroep op de regeling van artikel 52, §1
van de wet van 14 juli 1994. Daardoor kunnen de
zorgverstrekkers er worden vergoed met een vast
maandelijks bedrag, uitbetaald door het
ziekenfonds voor de rechthebbenden ingeschreven
bij het centrum. Er geldt een eisbaar recht van
100 frank per jaar per rechthebbende met een
maximum van 500 frank per gezin, dat de centra al
dan niet kunnen innen. Er is dus geen verband met
een private herverzekering van remgelden.
De inschrijvingsmodaliteiten zijn soepel. Het
akkoord over de uitbreiding van het medisch
dossier houdt de erkenning in van het belang van
een vaste huisarts. Ik zie dan ook niet in hoe de
verplichting tot inschrijving zou kunnen leiden tot
een mindere service.
13.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Un certain nombre de centres de
quartier invoquent la réglementation de l'article 52,
§1
er
, de la loi du 14 juillet 1994, qui prévoit que les
prestataires de soins reçoivent un montant mensuel
fixe, versé par la mutualité, pour les ayants droit
inscrits auprès du centre. Il existe un droit exigible
de 100 francs par an et par ayant droit, plafonné à
500 francs par famille, que les centres peuvent
percevoir ou non. Il ne s'agit donc pas, en l'espèce,
d'une forme de réassurance privée des tickets
modérateurs.
Les modalités d'inscription sont souples. L'accord
relatif à l'extension du dossier médical témoigne de
l'importance accordée à la fidélisation du patient
chez son médecin généraliste. Je ne vois donc pas
en quoi l'obligation d'inscription serait de nature à
réduire la qualité des prestations.
13.03 Jef Valkeniers (VLD): De centra helpen
enkel wie ingeschreven is, andere artsen zijn dag
en nacht beschikbaar voor alle patiënten.
13.03 Jef Valkeniers (VLD) :Les centres ne
viennent en aide qu'aux personnes inscrites.
D'autres médecins sont disponibles jour et nuit pour
tous les patients.
13.04 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Het gaat om een andere vorm van
organisatie. Uit de tweejaarlijkse RIZIV-studie blijkt
een aanzienlijke vertegenwoordiging van
13.04 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Il s'agit d'une autre forme
d'organisation. L'étude biennale de l'INAMI montre
que les ayants droit à bas statut socio-économique
21/02/2001
CRABV 50
COM 402
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
rechthebbenden met lage sociaal-economische
status in dit systeem. Het verband met minder
goede gezondheid en grotere behoefte aan
gezondheidszorg is wetenschappelijk goed
gedocumenteerd. Het is dan ook logisch de
vergoeding, onder de vorm van een vast bedrag, te
koppelen aan de zorgbehoefte van de patiënt. Ik
steun dan ook het initiatief tot een studie die de
zorgbehoefte vaststelt op basis van de kenmerken
van de patiënt.
Het vaste bedrag wordt afgeleid uit de gemiddelde
terugbetaling per rechthebbende door de
ziekteverzekering. Op dat bedrag worden correcties
toegepast, om rekening te houden met de
oververtegenwoordiging van sommige sociaal-
economische groepen en als compensatie voor
aangetoonde besparingen. De correcties zijn
forfaitair vastgesteld op tien procent en houden dus
geen rekening met de werkelijke zorglast of
besparing. Bovendien worden ze toegepast voor het
geheel van de centra en houden ze dus geen
rekening met de verschillen tussen de centra.
Ten slotte is het niet logisch het vast bedrag te laten
afhangen van de evolutie van het verbruik in het
stelsel van de betaling per prestatie. Het forfaitair
stelsel draagt wezenlijk bij tot de toegankelijkheid
van de eerstelijnszorg. In dat verband werd het
RIZIV ook gevraagd het stelsel van de derde
betalende te promoten bij de zorgverstrekkers die
per prestatie werken. De gemiddelden van verbruik
in de betaling per prestatie zijn dus niet de juiste
weergave van het verbruik indien zich geen
problemen van toegang zouden voordoen.
sont surreprésentés dans ce système. Le lien entre
santé précaire et besoins accrus en soins a été
scientifiquement démontré. Aussi, il est logique que
la rémunération du médecin, versée sous la forme
d'un montant fixe, soit fonction des besoins en
soins du patient. Dès lors, je soutiens le projet
d'étude qui vise à déterminer les besoins en soins
des patients en fonction de leur profil.
Le montant fixe est calculé sur la base du
remboursement moyen de l'assurance maladie pour
chaque ayant droit. On lui applique des correctifs
pour tenir compte de la surreprésentation de
certains groupes socio-économiques et compenser
des économies avérées. Les correctifs sont fixés
forfaitairement à 10 pour cent et ne tiennent donc
pas compte de la charge réelle des soins ou de
l'économie. En outre, ces correctifs sont appliqués
à l'ensemble des centres, quelles que soient les
différences qui les opposent.
Enfin, il n'est pas logique de subordonner le
montant fixe à l'évolution de la consommation dans
le système du paiement à l'acte. Le système
forfaitaire renforce considérablement l'accessibilité
des soins de première ligne. A cet égard, l'INAMI a
également été invité à promouvoir le système du
tiers payant auprès des prestataires de soins
travaillant à l'acte. Les moyennes de consommation
dans le système de paiement à l'acte ne reflètent
donc pas fidèlement la consommation en dehors de
tout problème d'accessibilité.
Om die redenen besliste ik 5 miljoen frank te
besteden aan een studie om de financieringswijze
van de centra te verbeteren.
Tot nu toe werd, volgens mij, niet aangetoond dat
de forfaitaire geneeskunde leidde tot meer en
vluchtiger patiëntencontacten. Wel is het zo dat
patiënten van gezondheidscentra doorgaans minder
vaak een beroep doen op gespecialiseerde zorg. Ik
kan het dus niet eens zijn met de visie als zou de
forfaitaire geneeskunde duurder zijn.
Sommige centra krijgen subsidies van
Gemeenschappen en steden voor opdrachten
binnen hun bevoegdheidsdomeinen. Het gaat dus
niet om verstrekkingen waarvoor de
ziekteverzekering tussenbeide komt.
J'ai, dès lors, décidé de consacrer 5 millions à une
étude devant permettre d'améliorer le mode de
financement des centres.
Il n'a, selon moi, pas encore été démontré que la
médecine forfaitaire entraîne multiplication des
contacts avec les patients et les rendent plus
superficiels. Il est, en revanche, établi que, d'une
manière générale, les patients des centres de santé
recourent moins souvent à des soins spécialisés. Je
ne puis, dès lors, pas partager la thèse qui voudrait
que la médecine forfaitaire soit plus coûteuse.
Certains centres sont subventionnés par les
Communautés et les villes pour des missions
ressortissant à leur compétences. Il ne s'agit, dès
lors, pas de soins donnant lieu à une intervention de
l'AMI .
13.05 Jef Valkeniers (VLD): Alle ministers laten
alleen studies uitvoeren die het gewenste resultaat
13.05 Jef Valkeniers (VLD): Les ministres ne
commandent que des études dont le résultat
CRABV 50
COM 402
21/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
opleveren. De resultaten worden door het beleid
gestuurd.
De correcties zijn subjectief en zelfs door het RIZIV
niet te verifiëren.
De huisartsen verrichten ook zeer veel sociaal werk,
dit mag men niet vergeten. De
wijkgezondheidscentra bezitten geen monopolie op
sociale geneeskunde.
De centra voor geestesgezondheid kunnen werken
met een forfaitair systeem of met een stelsel van
terugbetaling van honoraria. Zij kosten het RIZIV
vaak veel meer dan de gewone huisarts.
correspond à ce qu'on en attend . Les résultats sont
influencés par les décideurs politiques.
Les aménagements sont subjectifs et sont
invérifiables par l'INAMI.
Il ne faut pas perdre de vue que les médecins
généralistes effectuent également un travail social
important. Les centres de santé locaux ne
disposent pas d'un monopole en matière de
médecine sociale.
Les centres de santé mentale peuvent recourir à un
système forfaitaire ou à un régime de
remboursement des honoraires. Souvent, ils
reviennent plus chers à l'INAMI que le médecin
généraliste.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Mondelinge vraag van de heer Koen Bultinck
aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over "het stilleggen van de activiteiten van de
werkgroep van de heer Jadot" (nr. 3488)
14 Question orale de M. Koen Bultinck au
ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "l'arrêt des activités du groupe de travail de
M. Jadot" (n° 3488)
14.01 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Volgens
de Artsenkrant van 20 februari besliste de
werkgroep-Jadot vorige week om haar activiteiten
op een laag pitje te zetten. Klopt die informatie?
Hoe zal dan verder het onderzoek verlopen naar de
eenvormige toepassing van de
gezondheidswetgeving in heel het land?
Net vandaag verschenen nog maar eens cijfers uit
een RIZIV-studie die op de zeer ongelijke
toepassing van de wet in Noord en Zuid wijzen.
Durft de heer Jadot, die ook het RIZIV voorzit, dit
misschien niet aanklagen? Het is een publiek
geheim dat hij zijn werkgroep liever kwijt zou zijn.
Kan hij de werkgroep zo maar op een lager pitje
zetten?
14.01 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Selon le
Journal des Médecins du 20 février, le groupe de
travail Jadot a décidé de se mettre en veilleuse.
Cette information est-elle exacte ? Qu'en est-il de
l'examen de l'application uniforme sur tout le
territoire de la législation relative aux soins de
santé?
Aujourd'hui précisément, de nouveaux chiffres issus
d'une étude de l'INAMI ont été publiés. Ils indiquent
une application très inégale de la loi dans le nord et
dans le sud du pays. Se peut-il que M. Jadot, qui
préside également l'INAMI, craigne de dénoncer ce
déséquilibre ?Il est un secret de polichinelle que M.
Jadot aimerait être débarrassé de son groupe de
travail.. Peut-il ainsi mettre le fonctionnement du
groupe de travail en veilleuse?
14.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): De werkgroep-Jadot heeft zijn
normale werkzaamheden op 12 februari 2001
hervat. De werkgroep heeft kennis genomen van de
gegevens per provincie voor de jaren 1998 en 1999
en van een studie over praktijkverschillen inzake
appendectomie. De werkgroep vergadert weer op
12 maart. Er is geenszins beslist om de activiteiten
op een laag pitje te zetten.
Verder verwijs ik naar het uitgebreide antwoord dat
ik vroeger al gaf aan senator Remans.
14.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Le groupe de travail Jadot a repris ses
activités normales le 12 février 2001. Le groupe de
travail a pris connaissance des données, ventilées
par provinces, relatives aux années 1998 et 1999,
ainsi que d'une étude relative aux différences
observées dans la pratique en matière
d'appendicectomie. Le groupe de travail se réunira
à nouveau le 12 mars. Il n'a nullement été décidé
de mettre le groupe de travail en veilleuse.
Pour le surplus, je me réfère à la réponse
circonstanciée que j'ai fournie antérieurement au
sénateur Remans.
21/02/2001
CRABV 50
COM 402
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
14.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Het
bericht in de Artsenkrant klopt dus niet?
14.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK):
L'information publiée dans le Journal des Médecins
n'est donc pas exacte?
14.04 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Ik heb dat bericht niet gezien.
14.04 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Je n'ai pas connaissance de cette
information.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 17.38 uur.
La réunion publique de commission est levée à
17.38 heures.