KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 399
CRABV 50 COM 399
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
dinsdag mardi
20-02-2001 20-02-2001
14:15 uur
14:15 heures
CRABV 50
COM 399
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i

INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde interpellaties en mondelinge
vragen van
1
Interpellations et questions orales jointes de
1
- mevrouw Greta D'Hondt tot de vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid over
"de uitvoering van het interprofessioneel akkoord
2001-2002" (nr. 677).
- Mme Greta D'Hondt à la vice-première ministre
et ministre de l'Emploi sur "l'exécution de l'accord
interprofessionnel 2001-2002" (n° 677).
- de heer Hans Bonte aan de vice-eerste minister
en minister van Werkgelegenheid over "het
sociaal akkoord tot invoering van een tijdskrediet"
(nr. 3458)
- M. Hans Bonte à la vice-première ministre et
ministre de l'Emploi sur "l'accord social visant à
instaurer un crédit temps" (n° 3458)
Sprekers: Greta D'Hondt, Hans Bonte,
Laurette Onkelinx
, vice-eerste minister en
minister van Werkgelegenheid
Orateurs: Greta D'Hondt, Hans Bonte,
Laurette Onkelinx
, vice-première ministre et
ministre de l'Emploi
Samengevoegde mondelinge vragen van
5
Questions orales jointes de
5
- mevrouw Trees Pieters aan de vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid over
"het ontwerp van koninklijk besluit inzake tijdelijke
en mobiele werkplaatsen" (nr. 3403)
- Mme Trees Pieters à la vice-première ministre et
ministre de l'Emploi sur " le projet d'arrêté royal en
matière de chantiers temporaires et mobiles"
(n° 3403)
- mevrouw Maggie De Block aan de vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid over
"het koninklijk besluit inzake tijdelijke en mobiele
werkplaatsen" (nr. 3469)
- Mme Maggie De Block à la vice-première
ministre et ministre de l'Emploi sur "l'arrêté royal
en matière de chantiers temporaires et mobiles"
(n° 3469)
Sprekers: Trees Pieters, Maggie De Block,
Laurette Onkelinx
, vice-eerste minister en
minister van Werkgelegenheid
Orateurs: Trees Pieters, Maggie De Block,
Laurette Onkelinx
, vice-première ministre et
ministre de l'Emploi
Mondelinge vraag van de heer Ludwig
Vandenhove aan de vice-eerste minister en
minister van Werkgelegenheid over "de situatie
van de beambten bij de PWA's" (nr. 3450)
8
Question orale de M. Ludwig Vandenhove à la
vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur
"la situation des employés auprès des ALE"
(n° 3450)
8
Sprekers: Ludwig Vandenhove, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Ludwig Vandenhove, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi
Mondelinge vraag van de heer Paul Timmermans
aan de vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de sociaal-economische
inschakelingsovereenkomst" (nr. 3457)
9
Question orale de M. Paul Timmermans à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "la
convention d'insertion socioprofessionnelle" (n°
3457)
9
Sprekers: Paul Timmermans, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Paul Timmermans, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi
Mondelinge vraag van mevrouw Frieda Brepoels
aan de vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de wijziging van de
werkloosheidsreglementering voor
grensarbeiders" (nr. 3467)
11
Question orale de Mme Frieda Brepoels à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "la
modification de la réglementation du chômage en
faveur des travailleurs frontaliers" (n° 3467)
11
Sprekers: Frieda Brepoels, voorzitter van de
VU&ID-fractie, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid
Orateurs: Frieda Brepoels, président du
groupe VU&ID , Laurette Onkelinx, vice-
première ministre et ministre de l'Emploi
Mondelinge vraag van mevrouw Muriel Gerkens
aan de vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "dwangarbeid in Myanmar"
(nr. 3476)
12
Question orale de Mme Muriel Gerkens à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "le
travail forcé au Myanmar" (n° 3476)
12
Sprekers:
Muriel Gerkens, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs:
Muriel Gerkens, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi
CRABV 50
COM 399
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1

COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
van
DINSDAG
20
FEBRUARI
2001
14:15 uur
______
du
MARDI
20
FEVRIER
2001
14:15 heures
______



De vergadering wordt geopend om 14.15 uur door
de heer Joos Wauters, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.15 heures par M. Joos
Wauters, président.
01 Samengevoegde interpellaties en mondelinge
vragen van
- mevrouw Greta D'Hondt tot de vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid over
"de uitvoering van het interprofessioneel akkoord
2001-2002" (nr. 677).
- de heer Hans Bonte aan de vice-eerste minister
en minister van Werkgelegenheid over "het
sociaal akkoord tot invoering van een
tijdskrediet" (nr. 3458)
01 Interpellations et questions orales jointes de
- Mme Greta D'Hondt à la vice-première ministre
et ministre de l'Emploi sur "l'exécution de
l'accord interprofessionnel 2001-2002" (n° 677).
- M. Hans Bonte à la vice-première ministre et
ministre de l'Emploi sur "l'accord social visant à
instaurer un crédit temps" (n° 3458)
01.01 Greta D'Hondt (CVP): In het
interprofessioneel akkoord 2001-2002 werden
afspraken gemaakt over de combinatie van arbeid
en gezinsleven. Er wordt een tijdskrediet ingevoerd
voor werknemers; de stelsels van specifieke
afwezigheden worden behouden en er wordt een
systeem ingesteld van loopbaanonderbreking van
een vijfde. Dankzij de tijdslimiet zouden
werknemers een jaar loopbaanonderbreking
kunnen nemen tijdens hun beroepsloopbaan.
Sectoren en bedrijven zouden bij CAO dit
tijdskrediet kunnen verhogen tot maximaal vijf jaar.



Deze regeling betekent een achteruitgang voor
gezinnen met kinderen, tenzij sectoren en bedrijven
het tijdskrediet massaal zouden uitbreiden tot vijf
jaar.

Hoever staan de sectoren met de uitvoering van het
interprofessioneel akkoord? Zijn er sectoren waarin
het tijdskrediet niet verhoogd zal worden? Zo ja,
welke? In welke sectoren zal het tijdskrediet wel
worden verhoogd? Geldt de regeling van de CAO
van de NAR ook voor de openbare sector? In deze
CAO wordt verwezen naar uitzonderingen: kunt u
01.01 Greta D'Hondt (CVP): L'accord
interprofessionnel 2001-2002 comporte un certain
nombre de dispositions devant permettre de mieux
harmoniser travail et vie familiale. C'est ainsi qu'un
régime de crédit temps est instauré pour les
travailleurs. Les régimes d'absence pour motifs
spécifiques sont maintenus et un nouveau régime
d'interruption de carrière à 1/5
ième
est instauré.
Grâce au régime du crédit temps, les travailleurs
pourraient bénéficier d'une interruption de carrière
d'une durée d'un an au cours de leur carrière
professionnelle. Les secteurs et les entreprises
pourraient dans le cadre d'une CCT augmenter ce
crédit temps pour le porter à 5 ans maximum.

Ce nouveau régime constitue en fait un recul pour
les ménages avec enfants, à moins que les
secteurs et les entreprises ne décident en masse
de porter le crédit temps à 5 ans.

Qu'en est-il de l'exécution de l'accord
interprofessionnel dans les secteurs? Certains
secteurs ont-ils l'intention de ne pas augmenter la
durée du crédit temps? Dans l'affirmative, lesquels?
Dans quels secteurs le crédit temps sera-t-il
augmenté? Le régime inscrit dans la CCT du CNT
s'applique-t-il également au secteur public? Il est
20/02/2001
CRABV 50
COM 399
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
deze uitzonderingen verduidelijken?


Kan de minister bevestigen dat deze regeling
minder gunstig is voor werknemers die hun
loopbaan willen onderbreken voor de opvoeding van
hun kinderen, in de sectoren waar het tijdskrediet
niet wordt verhoogd?
fait référence dans cette CCT à des dérogations.
De quoi s'agit-il exactement?

La ministre peut-elle confirmer que ce régime est
moins favorable pour les travailleurs qui souhaitent
interrompre leur carrière professionnelle pour
s'occuper de l'éducation de leurs enfants, dans les
secteurs où le crédit temps ne sera pas augmenté?
De voorwaarde van anciënniteit voor
loopbaanonderbreking wordt bijvoorbeeld opnieuw
ingevoerd.

Zal de anciënniteitsvoorwaarde geen
onoverkomelijke hinderpaal vormen voor de
uitvoering van artikel 9 van de CAO?

In artikel 15 van de CAO zou het gaan om 5 procent
koppen, de huidige 3 procent is daarentegen
uitgedrukt in volume. Hoe moet dit geïnterpreteerd
worden?
La condition en matière d'ancienneté sera par
exemple réintroduite pour l'interruption de carrière.


Cette condition ne constituera-t-elle pas un obstacle
insurmontable en ce qui concerne l'exécution de
l'article 9 de la CCT?

Dans l'article 15 de la CCT il s'agirait de 5% de
"têtes", alors que les 3% actuellement prévus sont
exprimés en "volume". Comment dès lors
interpréter ces chiffres?
Wordt de gemeenschappelijke doelstelling om
beroepsarbeid beter te combineren met zorgtaken
voor álle doelgroepen wel beter bereikt dan bij de
bestaande loopbaanonderbreking?
Le nouveau régime permettra-t-il mieux que le
régime d'interruption de carrière existant de
combiner pour tous les groupes cible travail et
tâches de soins?
01.02 Hans Bonte (SP): Op 15 februari sloten de
sociale partners een interprofessionele CAO tot
uitvoering van een tijdskrediet, ter vervanging van
de bestaande loopbaanonderbreking. Ik benadruk
het belang van die CAO, maar de concrete invulling
moet worden verduidelijkt. Wat is de precieze
inhoud van die CAO?

Bestaat er een verschil in aantal personen dat nu
recht heeft op loopbaanonderbreking en het
theoretisch aantal dat recht zal hebben op het
tijdskrediet? Over welke aantallen gaat het?

Voor de loopbaanonderbreking werd een
compromis bereikt in die zin dat rechthebbenden
verplicht vervangen werden door
uitkeringsgerechtigde werklozen, maar dat de
werkgevers wel een loonlastverlaging voor de
vervangers kregen. In welke mate blijft die
vervangingsplicht bestaan?


Krijgen huidige loopbaanonderbrekers de garantie
dat ze hun maximale periode van vijf jaar kunnen
uitdoen?

Het regeerakkoord voorzag in een krediet van een
jaar loopbaanonderbreking voor iedereen. Komt de
nieuwe CAO daaraan tegemoet?
01.02 Hans Bonte (SP): Le 15 février 2001, les
partenaires sociaux ont conclu une CCT
interprofessionnelle instaurant un régime de crédit
temps remplaçant l'actuel régime d'interruption de
carrière. J'insiste sur l'importance de cette CCT,
même si les aspects concrets doivent encore être
précisés. Quel est la portée exacte de cette CCT?

Le nombre de personnes ayant actuellement droit à
une interruption de carrière est-il différent du
nombre théorique de personnes entrant en ligne de
compte pour un crédit temps? Quel est pour chacun
des régimes le nombre de personnes concernées?
En ce qui concerne l'interruption carrière, un
compromis avait été trouvé. Celui-ci prévoyait que
les bénéficiaires devaient obligatoirement être
remplacés par des chômeurs complets indemnisés
mais que les employeurs pouvaient bénéficier d'une
réduction des charges salariales pour les
remplaçants. Dans quelle mesure l'obligation de
remplacement est-elle maintenue?

Les personnes qui bénéficient actuellement d'une
interruption de carrière ont-ils la garantie qu'ils
pourront épuiser la période maximale de 5 ans?

L'accord de gouvernement prévoyait un crédit d'un
an d'interruption de carrière pour tous. En est-il tenu
compte dans la nouvelle CCT?
01.03 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De 01.03 Laurette Onkelinx , ministre (en français) :
CRABV 50
COM 399
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
sociale partners hebben op 14 februari de CAO nr.
77 gesloten die voorziet in verscheidene
mogelijkheden om het gezinsleven met het
beroepsleven te combineren: tijdskrediet,
vermindering van de loopbaanduur via de
vierdagenweek, deeltijdwerk, enz. Wat de
particuliere sector betreft, zal die CAO met ingang
van 1 januari 2002 de huidige regelgeving inzake
loopbaanonderbreking vervangen.
De CAO moet worden aangevuld met
wetsbepalingen betreffende onder meer het bedrag
van de uitkeringen, het afschaffen van de
verplichting tot vervanging, enz.
Elke werknemer heeft krachtens sectorale CAO's of
CAO's op ondernemingsniveau tijdens zijn loopbaan
recht op een tijdskrediet van ten minste 12
maanden en ten hoogste 5 jaar. Dat krediet kan in
periodes van drie maanden worden opgenomen
volgens twee modaliteiten : ofwel een volledige
onderbreking van de arbeid, ofwel een
overschakeling op een halftijdse baan.
De uitkering die men tijdens die periode van
tijdskrediet ontvangt, ligt hoger dan de huidige
uitkering voor loopbaanonderbreking.
Teneinde dat recht met de werking en de
organisatie van de ondernemingen te verzoenen,
werd in nadere regelen voor de tenuitvoerlegging
voorzien.
Het algemeen raamwerk kan door sectorale CAO's
of CAO's op ondernemingsniveau worden
aangevuld of zelfs gewijzigd. Het recht op het
tijdskrediet kan worden verlengd van één jaar tot
ten hoogste vijf jaar.

Dan kom ik tot een van de vragen van mevrouw
D'Hondt met betrekking tot die mogelijkheid tot
verlenging. De CAO nr. 77 werd op 19 februari 2001
ontvangen met het oog op de registratie ervan door
de dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen.
De NAR heeft gevraagd dat zij algemeen bindend
zou worden verklaard. De NAR heeft op 14 februari
een consensus bereikt. Het is voorbarig om nu al te
vragen hoe het zit met sectorale onderhandelingen
met betrekking tot de toepassing van het
tijdskrediet.

In sommige gevallen zullen de sectorale
onderhandelingen pas na de zomervakantie rond
zijn.

Een aantal sectoren hebben hun eisen nog niet
bekendgemaakt. Op grond van de eisen die in
sommige geselecteerde paritaire comités werden
geformuleerd, heeft mijn bestuur aangetoond dat de
sociale partners de duur van het tijdskrediet van
één tot vijf jaar willen optrekken en het plafond van
5% willen verhogen.
Les partenaires sociaux ont conclu, le 14 février, la
CCT n° 77 qui règle plusieurs possibilités de
combinaison de la vie professionnelle et familiale :
crédit temps, réduction du temps de carrière via la
semaine de 4 jours, passage au travail à mi-temps.
Pour le secteur privé, la CCT remplacera la
réglementation actuelle en matière d'interruption de
carrière à partir du 1
er
janvier 2002.

La CCT doit être complétée par des dispositions
légales relatives notamment au montant des
allocations et à la suppression de l'obligation de
remplacement.
Quant au crédit temps, tout travailleur y a droit au
cours de sa carrière, pendant au mois 12 mois
jusqu'à un maximum de 5 ans, via des CCT
sectorielles ou d'entreprises.
Ce crédit peut être pris en périodes d'au moins 3
mois selon deux modalités
: une interruption
complète du travail ou une transition vers un emploi
à mi-temps.
Les allocations perçues pendant ce crédit sont plus
élevées que les allocations actuelles pour
interruption de carrière.
Afin de concilier ce droit avec le fonctionnement et
l'organisation des entreprises, on a prévu des
modalités d'exécution.

Le cadre général peut être complété et même
modifié par des CCT sectorielles ou d'entreprises.
Le droit au crédit temps peut être prolongé d'un an
à un maximum de 5 ans.


J'en arrive à une des questions de Mme D'Hondt
relative à cette possibilité de prolongation.
La CCT n° 77 a été reçue le 19 février 2001 en vue
d'enregistrement au service des relations collectives
de travail.
Le CNT a demandé la déclaration générale
contraignante de l'accord.
Bien qu'il soit arrivé à un consensus, le 14 février, il
est prématuré de s'interroger sur l'état des
négociations sectorielles pour l'application du
système de crédit temps.

Les négociations sectorielles ne seraient terminées,
dans certains cas, qu'après les vacances d'été.


Un certain nombre de secteurs n'a pas encore fait
état de revendications. A partir des revendications
formulées dans certaines commissions paritaires
sélectionnées, mon administration a montré que les
partenaires sociaux souhaitent l'augmentation de un
à cinq ans de la durée du crédit temps, ainsi que
l'augmentation du plafond de 5 %.
20/02/2001
CRABV 50
COM 399
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Artikel 4 van het interprofessioneel akkoord houdt
rekening met de door de werknemers al
opgenomen perioden : de teller wordt dus niet
teruggedraaid tot 0. In artikel 5 is er sprake van een
anciënniteit onder het verband van een
arbeidsovereenkomst. De vereiste anciënniteit van
12 maanden wordt niet onderbroken door een
bevallingsverlof bijvoorbeeld. Tot 5% gaat het om
een individueel recht; als meer dan 5% van de
werknemers een aanvraag doet, moet er worden
onderhandeld, afhankelijk van het aantal
aanvragers.
Mijnheer Bonte, de sociale partners hebben de
regering gevraagd in overgangsmaatregelen te
voorzien om de overgang van het huidige stelsel
naar de tijdskredietregeling vlot te doen verlopen.
Wie op basis van de huidige wetgeving voltijds of
deeltijds met loopbaanonderbreking is gegaan,
behoudt dat statuut.

Het vraagstuk van de verplichte vervanging, waarop
de sociale partners zinspelen in hun aanvullend
advies, zal door de regering worden onderzocht en
kan ter tafel komen in het kader van de
begrotingscontrole.

Het regeerakkoord legde de lat hoger dan het
akkoord dat uiteindelijk bereikt werd. In een
systeem als het onze moet echter rekening worden
gehouden met de verlanglijstjes van de
onderscheiden partners. Dankzij het regeerakkoord
staan we met dit interprofessioneel akkoord een
stap dichter bij een betere harmonisatie van
beroeps- en gezinsleven. Die doelstelling zal verder
worden nagestreefd door andere maatregelen die
op 9 maart aan de regering zullen worden
voorgelegd.
Pour ce qui est de l'article 4 de l'accord
interprofessionnel, on tient compte des périodes
déjà prises par les travailleurs : les compteurs ne
sont donc pas remis à zéro. Pour ce qui est de
l'article 5, on parle d'une ancienneté dans les liens
d'un contrat de travail. Un congé de maternité, par
exemple, n'interrompt pas cette période
d'ancienneté requise de 12 mois. Enfin, il s'agit d'un
droit individuel jusqu'à 5 %. A partir de 5 %, il faut
recourir à la négociation en fonction du nombre de
personnes qui en font la demande.

En réponse à M. Bonte je précise que les
partenaires sociaux ont demandé au gouvernement
de prévoir des mesures de transition entre le
régime actuel et le régime du crédit temps. Les
interruptions de carrière multiples et partielles
entamées sur la base de la législation actuelle
seront maintenues.

La question de l'obligation de remplacement, à
laquelle les partenaires sociaux font allusion dans
leur avis complémentaire, sera examinée par le
gouvernement et pourrait être prise en compte dans
le cadre du contrôle budgétaire.

L'accord de gouvernement était plus ambitieux que
l'accord obtenu. Mais dans un système comme le
nôtre, il est indispensable d'intégrer les demandes
des différents partenaires. L'accord gouvernemental
a donc permis d'arriver à ce que cet accord
interprofessionnel soit un pas vers l'harmonisation
des temps de vie, qui sera encore complété par
d'autres mesures qui arriveront sur la table du
gouvernement le 9 mars.
01.04 Greta D'Hondt (CVP): Ik stel vast dat we
nog moeten wachten op het resultaat van de
sectorale onderhandelingen. Maar wat nu nog niet
wordt besproken binnen de eisenbundel, zal niet in
het finaal akkoord worden teruggevonden.

Een deel van de antwoorden van de minister
hebben mijn onrust niet kunnen wegnemen, vooral
wat betreft de roep om een grotere flexibiliteit
tussen beroeps- en privé-leven en om een optimale
combinatie van professioneel leven en de
zorgtaken.

Ik wil nog vragen of er een regeling is voor jonge
moeders die minder dan twaalf maanden werken en
die een tijdskrediet of een loopbaanonderbreking
willen laten aansluiten op hun zwangerschapsverlof.
Is er hier geen verslechtering ten aanzien van de
vorige situatie?
01.04 Greta D'Hondt (CVP): Je constate que nous
devons encore attendre le résultat des négociations
sectorielles. Mais les éléments du cahier de
revendications qui n'ont pas encore été abordés, ne
figureront pas dans l'accord final.

Certains éléments de réponse fournis par la
ministre n'ont pas apaisé mes inquiétudes, surtout
en ce qui concerne la demande d'une flexibilité
accrue entre vie professionnelle et vie privée et en
ce qui concerne une combinaison optimale entre vie
professionnelle et tâches de soins.

Je souhaiterais encore demander à la ministre ce
qui a été prévu pour les jeunes mères qui travaillent
moins de 12 mois et qui souhaitent prolonger leur
congé de maternité par un crédit temps ou par une
interruption de carrière ? N'y a-t-il pas un recul sur
ce plan?
CRABV 50
COM 399
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
01.05 Minister Laurette Onkelinx (Frans) :
Wanneer men dat akkoord naast de huidige
bepalingen legt, heeft men het antwoord op die
vraag : de bepalingen van de CAO met betrekking
tot het verlof worden aangevuld met bepalingen
betreffende het verlof om zeer specifieke redenen.
01.05 Laurette Onkelinx , ministre (en français) :
La réponse se trouve dans une lecture
concomitante de cet accord et des dispositions
actuelles
: les congés thématiques viennent
s'ajouter aux dispositions de la CCT relatives aux
congés.
01.06 Greta D'Hondt (CVP): Is dat wat de minister
verstaat onder een transparantie of
vereenvoudiging van de wetgeving?
01.06 Greta D'Hondt (CVP): Est-ce ce que la
ministre entend par transparence ou simplification
de la législation ?
01.07 Hans Bonte (SP): De regering deed er goed
aan een nieuwe CAO mogelijk te maken.
Werknemers in bedrijven met minder dan elf
werknemers zullen echter geen tijdskrediet krijgen;
het gaat hier dus slechts om een schijnrecht.
Bovendien moeten de cijfers vergeleken worden om
erop toe te zien dat het volume rechthebbenden niet
verkleint ten opzichte van de
loopbaanonderbrekers. Wij zullen de evolutie in de
cijfers waakzaam volgen. Blijkbaar worden de
vervangers toch in een supplementaire
lastenverlaging opgenomen. Ik ga daarmee niet
akkoord.
01.07 Hans Bonte (SP): Le gouvernement a bien
fait de permettre la conclusion d'une nouvelle CCT.
Néanmoins, les personnes travaillant au sein
d'entreprises comptant moins de 11 travailleurs, ne
pourront pas bénéficier du crédit temps. Il ne s'agit
donc pas véritablement d'un nouveau droit. En
outre, il faut comparer les chiffres pour veiller à ce
que le volume des ayants droit ne diminue pas par
rapport à celui des personnes ayant opté pour une
interruption de carrière. Nous suivrons avec
attention l'évolution de ces chiffres. Il y aurait quand
même une réduction supplémentaire des charges
en ce qui concerne les remplaçants. Je m'oppose à
cette idée.
01.08 Minister Laurette Onkelinx (Frans) : De
sociale partners vragen al geruime tijd dat de wet
wordt versoepeld. Het is de eerste maal dat een
regering zo ver gaat om het gezinsleven en het
beroepsleven beter op elkaar af te stemmen. Men
kan de wet dan ook niet langer als voorwendsel
aangrijpen om tegen de eisen in te gaan.

Sommige CAO's, en niet van de minste, maken
gewag van eisen waaruit duidelijk blijkt dat men
verder wil gaan op sectoraal en
ondernemingsniveau met het oog op een betere
harmonisatie van het gezinsleven en het
beroepsleven.
01.08 Laurette Onkelinx , ministre (en français) :
Depuis plusieurs années, les partenaires sociaux
réclament plus de souplesse dans la loi. C'est la
première fois qu'un gouvernement va aussi loin
dans le respect du rythme de vie des travailleurs. La
loi ne peut donc plus être prise comme prétexte
pour contrer des revendications.

Certaines CCT, et non des moindres, font état de
revendications qui démontrent une réelle volonté
d'aller plus loin, au niveau des secteurs et des
entreprises, dans le sens de la prise en compte de
l'harmonisation des rythmes de vie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Samengevoegde mondelinge vragen van
- mevrouw Trees Pieters aan de vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid over
"het ontwerp van koninklijk besluit inzake
tijdelijke en mobiele werkplaatsen" (nr. 3403)
- mevrouw Maggie De Block aan de vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid over
"het koninklijk besluit inzake tijdelijke en mobiele
werkplaatsen" (nr. 3469)
02 Questions orales jointes de
- Mme Trees Pieters à la vice-première ministre et
ministre de l'Emploi sur " le projet d'arrêté royal
en matière de chantiers temporaires et mobiles"
(n° 3403)
- Mme Maggie De Block à la vice-première
ministre et ministre de l'Emploi sur "l'arrêté royal
en matière de chantiers temporaires et mobiles"
(n° 3469)
02.01 Trees Pieters (CVP): Het KB betreffende de
tijdelijke en mobiele werkplaatsen is eindelijk
verschenen. Het werd gepubliceerd in het Belgisch
Staatsblad
van 7 februari. Hoewel het positieve
aspecten omvat, is het wel degelijk vatbaar voor
02.01 Trees Pieters (CVP): L'arrêté royal relatif
aux chantiers temporaires et mobiles a enfin été
publié au Moniteur belge du 7 février 2001. Même
s'il comporte certains éléments positifs, il y a
également des critiques à formuler.
20/02/2001
CRABV 50
COM 399
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
kritiek.

Er werd geen rekening gehouden met het voorstel
van de Hoge Raad voor preventie en bescherming
op het werk om kleine, opeenvolgende werken, niet
onder de toepassing van het nieuwe besluit te laten
vallen. In tegenstelling tot de Raad van State vindt
de bouwsector dat dit kan verantwoord worden. Wat
is het standpunt van de minister?


Volgens het ontwerp van KB moeten er
veiligheidscoördinatoren aanwezig zijn op
bouwplaatsen die na 1 mei worden gestart. Was het
niet beter geweest om rekening te houden met de
publicatiedatum van het aanbestedingsbericht,
aangezien nu ook coördinatoren moeten worden
aangesteld voor reeds vergunde werken?

Het uitblijven van het bijzondere besluit waarin
maatregelen werden opgenomen inzake specifieke
opleidingen en examens voor coördinatoren, leidt
tot grote vertragingen bij de opleiding van de
coördinatoren. Er was nochtans overeengekomen
dat het KB inzake opleiding en examens op
hetzelfde ogenblik zou gepubliceerd worden.


Il n'a pas été tenu compte de la proposition du
Conseil supérieur pour la prévention et la protection
sur les lieux de travail d'écarter du champ
d'application du nouvel arrêté les travaux successifs
de faible importance. Contrairement au Conseil
d'Etat, le secteur de la construction estime qu'une
telle approche peut se justifier. Quel est votre point
de vue?

Conformément à l'arrêté royal, des coordonnateurs
de sécurité devront être présents sur les chantiers
qui débuteront après le 1
er
mai. N'aurait-il pas été
préférable de tenir compte de la date de publication
de l'avis d'adjudication, étant donné qu'il faudra à
présent désigner également des coordonnateurs
pour des travaux qui ont déjà été adjugés?

L'absence d'arrêté spécial relatif aux formations et
examens spécifiques pour les coordonnateurs de
sécurité entraîne d'importants retards sur le plan de
la formation des coordonnateurs. Il avait pourtant
été convenu que les deux arrêtés royaux seraient
publiés simultanément.
02.02 Maggie De Block (VLD): In het Belgisch
Staatsblad van 7 februari 2001 verscheen het KB
inzake tijdelijke en mobiele werkplaatsen. Er werd al
meermaals aangedrongen op realiteitszin bij het
aanstellen van veiligheidscoördinatoren op kleine
bouwwerven. Het KB komt daaraan geenszins
tegemoet. Wij bepleiten een vrijstelling voor
bouwwerven van particuliere woningen,
mogelijkheid waarin de wet van 4 augustus voorziet.
De veiligheidscoördinatoren betekenen een zware
extra kost voor de bouwheer. Men raamt die op 0,2
tot 6 procent van het totale bouwbudget. Een aantal
gezinnen zal worden afgeschrikt om een woning te
bouwen of te verbouwen. Daarom zijn corrigerende
maatregelen nodig voor de particuliere woningbouw.
Naast de vrijstelling voor de gezinswoningen
moeten de bouwheren duidelijkheid krijgen over de
kostprijs, bijvoorbeeld via vaste bedragen. De
nieuwe reglementering mag niet leiden tot een
opwaartse prijzenslag.
02.02 Maggie De Block (VLD): Le Moniteur belge
du 7 février 2001 a publié l'arrêté royal relatif aux
chantiers temporaires et mobiles. On a déjà
souvent insisté sur le fait qu'il convenait de faire
preuve de sens des réalités dans le cadre de la
désignation des coordonnateurs de sécurité pour
les petits chantiers. Or, cela n'a nullement été le
cas dans cet arrêté royal. Nous plaidons pour une
dispense pour les chantiers concernant des
habitations individuelles. La loi du 4 août prévoit une
telle possibilité. Les coordonnateurs de sécurité
représentent une importante charge supplémentaire
pour le maître de l'oeuvre. Ce coût est estimé à 0,2
à 6% du budget total. Un certain nombre de
ménages hésiteront à construire ou à transformer
une habitation. Il conviendrait donc de prendre des
mesures spéciales pour la construction des
maisons individuelles. Outre cette dispense pour les
habitations particulières, le maître de l'oeuvre
devrait également savoir à quoi s'en tenir en
matière de coûts, grâce par exemple à des
montants fixes. Il faut éviter que la nouvelle
réglementation n'entraîne une hausse des prix.
De minister beloofde een versoepeling in de
opleiding van de veiligheidscoördinatoren, om vlug
in het nodige aantal te kunnen voorzien. Hoeveel
veiligheidscoördinatoren zijn er vandaag
beschikbaar? Is er een namenlijst en wordt deze ter
beschikking van de consumenten gesteld?
La ministre avait promis un assouplissement de la
formation des coordinateurs de sécurité afin que
l'on puisse disposer rapidement du nombre
nécessaire. Combien de coordinateurs de sécurité
sont actuellement disponibles ? Existe-t-il une liste
nominative et sera-t-elle mise à la disposition des
consommateurs ?
CRABV 50
COM 399
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7

Zal de minister voorzien in een vrijstelling voor
particuliere gezinswoningen? Hoeveel zal de
veiligheidscoördinator kosten?

La ministre a-t-elle l'intention de prévoir une
dispense pour les maisons particulières ? Combien
coûtera le recours à un coordinateur de sécurité ?
02.03 Minister Laurette Onkelinx (Frans) :
Omwille van de rechtszekerheid heeft de Raad van
State de bepaling betreffende de vrijstelling voor de
gelijktijdige kleine werkplaatsen zonder wederzijdse
interferenties uit het ontwerp van koninklijk besluit
geschrapt. In de geest die de wetgever
oorspronkelijk voorstond, zal mijn departement de
toepassing van het besluit op die werkplaatsen
evalueren.

Alweer om redenen van rechtszekerheid stroken de
data voor de toepassing van het besluit niet met die
van de aanbesteding.


De opleiding van de coördinatoren werd op verzoek
van de sociale partners uit het oorspronkelijke
ontwerp gelicht, en wordt nu geregeld bij een
afzonderlijk ministerieel besluit, dat onder impuls
van de Raad van State werd omgezet in een
koninklijk besluit. Een en ander zou niet tot een
achterstand op het voor de opleidingen vastgelegde
tijdschema moeten leiden.
02.03 Laurette Onkelinx , ministre (en français) :
Pour des raisons de sécurité juridique, le Conseil
d'Etat a fait retirer la disposition du projet d'arrêté
royal qui avait trait à l'exemption des petits chantiers
simultanés sans interférences mutuelles. Mon
département appréciera, dans l'esprit initial,
l'application de l'arrêté à ces chantiers.



C'est aussi pour des raisons de sécurité juridique
que les dates prises en compte pour l'application de
l'arrêté ne sont pas celles de la mise en
adjudication.

C'est à la demande des partenaires sociaux que la
formation des coordinateurs a été retirée du projet
initial pour faire l'objet d'un arrêté ministériel
distinct, transformé en arrêté royal sous l'impulsion
du Conseil d'État. Le calendrier des formations ne
devrait pas être retardé.
De coördinatiekosten zijn de prijs die moet worden
betaald wil men de veiligheid op de bouwplaatsen
waarborgen, het aantal ongevallen doen
verminderen en de productiviteit verhogen. Die
doelstellingen en de daartoe aangewende middelen
zijn legitiem.

Het is nog te vroeg om te stellen dat die kosten
volledig door de uiteindelijke koper zullen worden
gedragen en zo buitensporig hoog zullen zijn dat ze
een ontradend effect zullen hebben.

De opdrachtgever, de bouwmeester en de
aannemer stellen een voor hen aanvaardbare prijs
vast, zonder daarbij afbreuk te doen aan hun
verplichtingen.

Er is in geen enkele afwijking voorzien voor de
bouw van individuele woningen. De Europese
richtlijn staat dit niet toe en de veiligheid op de
bouwplaatsen moet worden verbeterd.

Honderden vakmensen werken momenteel als
veiligheidscoördinator. Zij zijn niet geregistreerd. De
bouwmeester wijst een coördinator aan voor de
opdrachtgever wanneer die een particulier is en de
bouw niet voor beroeps- of handelsdoeleinden is
bestemd. Wie werkzaam is in de bouwsector, kan
over de informatie in verband met de aanwijzingen
Le coût de la coordination est le prix à payer pour
plus de sécurité, moins d'accidents et plus de
productivité sur les chantiers.
Ces objectifs et les moyens pour les atteindre sont
légitimes.


On ne peut affirmer actuellement que ce coût sera
totalement à la charge de l'acquéreur final ni qu'il
atteindra un niveau prohibitif, voire dissuasif.


Ce sont les maîtres d'ouvrage, les maîtres
d'oeuvres et les entrepreneurs qui établiront ce
qu'ils estiment être un coût acceptable, tout en
exécutant leurs obligations.

Aucune dérogation n'est envisagée pour la
construction de maisons individuelles. La directive
européenne ne le permet pas et la sécurité sur ces
chantiers doit être améliorée.

Plusieurs centaines de professionnels travaillent
actuellement en tant que coordinateurs de la
sécurité. Ils n'ont pas fait l'objet d'un recensement.
C'est le maître d'oeuvre qui désigne un coordinateur
pour le maître d'ouvrage quand celui-ci est un
particulier et que la construction n'a pas d'usage
professionnel ou commercial. Les professionnels de
20/02/2001
CRABV 50
COM 399
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
beschikken.
la construction peuvent disposer des informations
pour procéder à ces désignations.
02.04 Trees Pieters (CVP): De sector is niet
gelukkig met dit KB. De minister is blijkbaar niet op
de hoogte van die onvrede.

Europa staat wel degelijk uitzonderingsmaatregelen
toe betreffende de kleine werkplaatsen.

Voor het KB inzake de opleidingen hebt u nog tijd
nodig tot half september. Waarom nog zo lang
wachten?
02.04 Trees Pieters (CVP): Le secteur n'est pas
satisfait de cet arrêté royal. Mais la ministre semble
l'ignorer.

L'Europe autorise néanmoins des mesures à titre
exceptionnel pour les lieux de travail restreints.

En ce qui concerne l'arrêté royal relatif aux
formations, vous attendez jusqu'à la mi-septembre.
Pourquoi attendre si longtemps ?
02.05 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Aan de
tekst, die nu klaar is om naar de Raad van State te
worden overgezonden, zal ruim vóór september,
wanneer de opleidingen van de coördinatoren
starten, de laatste hand worden gelegd.
02.05 Laurette Onkelinx , ministre (en français):
Le texte, qui est prêt à être soumis au Conseil
d'État, sera achevé bien avant septembre, moment
où commencent les formations de coordinateurs.
02.06 Trees Pieters (CVP): Dit gaat de opleiding
van de coördinatoren vertragen, zodat er een tekort
op de markt gaat ontstaan. Zolang die verwarring
blijft bestaan, zal de regeling halfslachtig blijven. De
introductiedatum van 1 mei 2001 wordt daardoor
steeds minder realistisch.
02.06 Trees Pieters (CVP): Cela va contribuer à
retarder la formation des coordinateurs de telle
sorte qu'il risque d'y avoir une pénurie sur le
marché. Tant que cette confusion subsistera, la
réglementation restera ambiguë. La date d'entrée
en vigueur, fixée au 1
er
mai 2001, devient ainsi de
moins en moins réaliste.
02.07 Maggie De Block (VLD): Op basis van welk
artikel van de Europese richtlijn besluit u dat er
geen uitzonderingsmaatregelen mogelijk zijn? In
Frankrijk zijn er wel uitzonderingen gemaakt.
Waarom dan niet bij ons?
02.07 Maggie De Block (VLD): Sur la base de
quel article de la directive européenne concluez-
vous qu'aucune dispense n'est possible
? En
France, des exceptions ont pourtant été prévues.
Pourquoi pas chez nous ?
02.08 Minister Laurette Onkelinx (Frans) : Ik had
persoonlijk in een aantal uitzonderingen voorzien.
02.08 Laurette Onkelinx , ministre (en français) :
J'avais personnellement prévu certaines
exceptions.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Mondelinge vraag van de heer Ludwig
Vandenhove aan de vice-eerste minister en
minister van Werkgelegenheid over "de situatie
van de beambten bij de PWA's" (nr. 3450)
03 Question orale de M. Ludwig Vandenhove à la
vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur
"la situation des employés auprès des ALE"
(n° 3450)
03.01 Ludwig Vandenhove (SP): De PWA's zijn
uitgegroeid tot een onmisbare schakel in de
dienstverlening voor de burger. De opdrachten en
verantwoordelijkheden van de beambten bij de
PWA's worden nu aanzienlijk uitgebreid. Er wordt
bovendien van die beambten verwacht dat zij op
Vlaams niveau een creatieve rol spelen binnen de
zogenaamde Werkwinkels. Ik pleit er voor om hun
ervaring te gebruiken in de evolutie van de sociale
tewerkstelling.

Is het mogelijk om voor het KB van 13 juni 1999,
verschenen in het Belgisch Staatsblad van 15 juli
03.01 Ludwig Vandenhove (SP): Les ALE sont
devenues un maillon indispensable dans le cadre
des services offerts aux citoyens. Les missions et
responsabilités des agents des ALE ont été
considérablement élargies. Par ailleurs, en Flandre,
ces agents sont appelés à jouer un rôle créatif dans
le cadre des "werkwinkels" (les boutiques de
l'emploi). Je plaide pour que l'expérience acquise
par le personnel des ALE soit mise au profit du
développement de l'emploi social.

Les arrêtés d'exécution de l'arrêté royal du 13 juin
1999, paru au Moniteur belge du 15 juillet 1999, ne
CRABV 50
COM 399
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
1999, zo snel mogelijk uitvoeringsbesluiten op te
stellen? Zodoende kan een aanzet worden gegeven
tot de statutaire inschakeling van de PWA-
beambten.

Indien zulks niet mogelijk is, zal het dan mogelijk
worden dat binnen de Werkwinkels mensen met
een verschillend statuut en verschillende verloning
zullen worden tewerkgesteld? Dit kan eventueel de
werking van de Werkwinkels voor de klanten
hypothekeren.

Is er overleg tussen het federale en het gewestelijke
niveau om eventuele discrepanties voor PWA-
beambten weg te werken?
pourraient-ils être pris dans les meilleurs délais, afin
d'ouvrir la voie à l'octroi d'un emploi statutaire aux
agents des ALE?


Dans la négative, le recours, par les "werkwinkels",
à des personnes ayant des rémunérations et des
statuts différents risque d'altérer la qualité des
services offerts aux clients.



Une concertation est-elle organisée entre les
niveaux fédéral et régional afin d'éliminer les
distorsions éventuelles entre les statuts des
différents agents des ALE?
03.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans) : Het
koninklijk besluit van 13 juni 1999 tot vaststelling
van het organiek kader van de RVA voorziet in 324
statutaire betrekkingen in het PWA-stelsel bij de
RVA, waarvan 83 van niveau 1 en 241 van niveau
2+.

Aangezien de ministers van Begroting en van
Ambtenarenzaken, alsook de RVA tijdens de
Ministerraad van 22 december 2000 hun
instemming hebben betuigd, wordt in 844
contractuele betrekkingen voor de PWA's voorzien,
waarvan 324 tot statutaire betrekkingen kunnen
worden omgevormd.

Wat het tijdschema voor de tenuitvoerlegging
betreft, zal rekening moeten worden gehouden met
de verbeteringen van het PWA-stelsel, die in een
wetsontwerp zullen worden gegoten. Het
bevorderen van samenwerkingsverbanden met
andere plaatselijke actoren op het stuk van de
werkgelegenheid zal eveneens een invloed hebben
op het aantal betrekkingen dat tot statutaire
betrekkingen zal worden omgevormd.

De PWA-beambten werken in goede
verstandhouding met de gewestelijke diensten,
zoals de VDAB, maar de bezoldigingen verschillen.
Dat doet een ernstig probleem rijzen.
03.02 Laurette Onkelinx , ministre (en français) :
L'arrêté royal du 13 juin 1999, fixant le cadre
organique de l'ONEM, prévoit la création de 324
emplois statutaires dans le système ALE auprès de
l'ONEM, dont 83 de niveau 1 et 241 de niveau 2+.


L'accord des ministres du Budget et de la Fonction
publique, ainsi que celui de l'ONEM, a été obtenu
lors du Conseil des ministres du 22 décembre
2000 : 844 postes de travail contractuels sont
prévus pour les ALE, dont 324 peuvent être
transformés en emplois statutaires.


Pour le timing de mise en oeuvre, il faudra tenir
compte des améliorations apportées au système
ALE, qui ferait l'objet d'un projet de loi.
La promotion de rapports de coopération avec
d'autres acteurs locaux de l'emploi aura également
une influence sur l'ordre de conversion en emplois
statutaires.



Les agents ALE travaillent en bonne intelligence
avec des services régionaux comme le VDAB, mais
les salaires ne sont pas les mêmes. Cela pose un
problème de fond.
03.03 Ludwig Vandenhove (SP): Kunt u een
concrete timing geven? De ongerustheid in de
sector is groot. Er moet snel een oplossing komen.
03.03 Ludwig Vandenhove (SP): Pourriez-vous
nous communiquer un calendrier concret ? Le
secteur manifeste une grande inquiétude. Une
solution doit intervenir à brève échéance
03.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het zal
zeer snel gebeuren.
03.04 Laurette Onkelinx , ministre (en français) :
Cela ira très vite.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Mondelinge vraag van de heer Paul 04 Question orale de M. Paul Timmermans à la
20/02/2001
CRABV 50
COM 399
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
Timmermans aan de vice-eerste minister en
minister van Werkgelegenheid over "de sociaal-
economische inschakelingsovereenkomst" (nr.
3457)
vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur
"la convention d'insertion socioprofessionnelle"
(n° 3457)
04.01 Paul Timmermans (AGALEV-ECOLO): Het
Rosetta-plan is een succes. Tot nu toe werden er
45.000 startbaanovereenkomsten gesloten.

De startbaanovereenkomst overkoepelt een aantal
statuten, waaronder de sociaal-economische
inschakelingsovereenkomst. Daarbij wordt een
minimaal juridisch kader geschapen voor
inschakelingsformules zoals die welke bijvoorbeeld
door scholen als CEFA worden toegepast. Het is
een voorlopig kader in afwachting van het
vooralsnog niet bestaande aanvullende
leercontract.

Hoeveel sociaal-economische
inschakelingsovereenkomsten werden er al
gesloten ? Wat staat de uitwerking van het
aanvullende leercontract door de NAR (al jaren) in
de weg ? Is er een verband tussen dat probleem en
de in de algemene beleidsnota naar voren
gebrachte intenties met betrekking tot de
ontwikkeling van één kader voor de opleiding op de
werkvloer ?
04.01 Paul Timmermans (AGALEV-ECOLO) : Le
plan Rosetta connaît un succès certain. 45.000
conventions de premier emploi auraient été
conclues à ce jour.
La convention de premier emploi prend en
considération un certain nombre de statuts, dont la
convention d'insertion socio-professionnelle. Elle
donne un cadre juridique minimal à des formes
d'insertion déjà pratiquées par des écoles de type
CEFA. Ce cadre est provisoire et la mise en place
du contrat d'apprentissage supplétif n'existe
toujours pas.


Combien y a-t-il eu de conventions socio-
professionnelles conclues ?
Quels éléments empêchent depuis plusieurs
années la mise au point du contrat d'apprentissage
supplétif par le CNT et donc sa mise en place ?
Y a-t-il un lien entre cette problématique et les
intentions de la note de politique générale relatives
à un cadre unique pour la formation en immersion ?
04.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Wat de
statistische gegevens betreft, heb ik mijn
administratie gevraagd een balans op te maken van
de situatie op 01-02-2001 en de resultaten daarvan
verder uit te werken. Op die manier zullen we tegen
het einde van de maand over een deugdelijk
statistisch overzicht beschikken.

Ook ik betreur de achterstand die werd opgelopen
bij de totstandkoming van een akkoord binnen de
NAR over de invoering van de aanvullende
leercontracten.

Zoals al aangegeven in de regeringsverklaring van
17 oktober jongstleden heb ik een maatregel
getroffen waarmee ik korte metten met dit probleem
hoop te maken en een regeling hoop te vinden voor
de veelheid van statuten inzake
opleidingsovereenkomsten in de bedrijven.
Er is een wetsontwerp in de maak, dat na
voorlegging om advies aan de Raad van State in
het Parlement zal worden ingediend in het kader
van het wetsontwerp tot verbetering van de
werkgelegenheidsgraad.
04.02 Laurette Onkelinx , ministre (en français):
En ce qui concerne les informations à caractère
statistique, j'ai demandé à mon administration de
dresser un bilan au 1/2/2001 et d'en affirmer les
résultats. Nous disposerons aussi d'un bon relevé
statistique d'ici la fin du mois.


Je regrette moi aussi le retard dans la conclusion
d'un accord au sein du CNT sur la mise en place
des contrats d'apprentissage supplétif.


Comme indiqué dans la déclaration
gouvernementale du 17 octobre dernier, j'ai décidé
d'une mesure que j'espère déterminante pour
affronter ce problème et régler le foisonnement des
statuts en matière de contrats de formation en
entreprises.
Un projet de loi est en cours d'élaboration et sera,
après avis du Conseil d'État, déposé au Parlement
dans le cadre du projet de loi visant à améliorer le
taux d'occupation des travailleurs.
04.03 Paul Timmermans (AGALEV-ECOLO): Ik
wacht met ongeduld op de cijfers. Ik hoop dat wij
intussen een debat kunnen wijden aan een stelsel
van alternerend leren, dat bijvoorbeeld naar het
04.03 Paul Timmermans (AGALEV-ECOLO) :
J'attendais les chiffres avec impatience. J'espère
que nous aurons entre-temps un débat sur une
filière de formation en alternance, tenant compte,
CRABV 50
COM 399
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
Duitse voorbeeld zou worden gemodelleerd. Het
Duitse model kadert immers in de Europese
plannen terzake.
Ik zal de regeling inzake de overeenkomsten met
aandacht blijven volgen en zal blijven ijveren voor
de noodzaak van een echt statuut.
par exemple, du modèle allemand, lequel a le
mérite de s'inscrire dans le cadre des plans
européens.

Je resterai attentif au système des conventions et à
la nécessité d'un véritable statut.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Mondelinge vraag van mevrouw Frieda
Brepoels aan de vice-eerste minister en minister
van Werkgelegenheid over "de wijziging van de
werkloosheidsreglementering voor
grensarbeiders" (nr. 3467)
05 Question orale de Mme Frieda Brepoels à la
vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur
"la modification de la réglementation du
chômage en faveur des travailleurs frontaliers"
(n° 3467)
05.01 Frieda Brepoels (VU&ID): Tot 1 januari
2001 ontvingen Nederlandse werkloos geworden
ambtenaren en leraren hun werkloosheidsuitkering
plus een bovenwettelijke aanvulling of wachtgeld
voor ambtenaren vanuit Nederland. Zij werden
behandeld als inwoners van Nederland. Sinds 1
januari 2001 vallen zij echter onder de normale
werkloosheidswet. Overeenkomstig EU-coördinatie-
verordening 1408/71 krijgen zij een
werkloosheidsuitkering uitbetaald door het
woonland en volgens de regelgeving van het
woonland. De huidige wachtgeldgerechtigden in
België behouden - als overgangsmaatregel - tot
2003 hun Nederlands wachtgeld.




Wat zijn de concrete gevolgen van de nieuwe
regelgeving in Nederland voor de grensarbeiders?
Moet men eerst in België gewerkt hebben om recht
te hebben op een werkloosheidsuitkering? Wat met
de grensarbeiders die nu reeds werkloos zijn en van
de overgangsmaatregel genieten tot 2003? Wat met
hen die al jarenlang premies betalen voor de
Nederlandse werkloosheidswet en die rekenen op
een Nederlandse uitkering plus bovenwettelijke
aanvullingen? Moet België zich aan de EU-
verordening aanpassen?
05.01 Frieda Brepoels (VU&ID): Jusqu'au 1
er
janvier 2001, les fonctionnaires et enseignants
néerlandais devenus chômeurs percevaient leur
allocation de chômage majorée d'un complément
extralégal ou une allocation d'attente pour les
fonctionnaires, à charge des autorités
néerlandaises. Ils étaient considérés comme des
résidents néerlandais. Depuis le 1
er
janvier 2001
toutefois, ils relèvent de la loi ordinaire sur le
chômage. Conformément au règlement
coordinateur européen 1408/71, il perçoivent une
allocation de chômage qui leur est versée par le
pays où ils résident et suivant la réglementation de
ce pays. Les personnes qui ont actuellement droit à
une allocation d'attente en Belgique conserveront ­
à titre de mesure transitoire ­ leur allocation
d'attente néerlandaise jusqu'en 2003.

Quelles sont les conséquences concrètes de la
nouvelle réglementation néerlandaise pour les
travailleurs frontaliers
? Doit-on avoir d'abord
travaillé en Belgique pour avoir droit à une
allocation de chômage
? Qu'en est-il des
travailleurs frontaliers qui sont déjà chômeurs et
bénéficient de la mesure transitoire jusqu'à 2003 ?
Qu'en est-il des personnes qui versent des primes
depuis des années, conformément à la loi
néerlandaise sur le chômage, et qui comptent bien
percevoir une allocation néerlandaise majorée de
certains compléments extra-légaux ? La Belgique
doit-elle s'adapter au règlement UE ?
05.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): U
verwijst naar een wijziging in de regelgeving inzake
werkloosheidsuitkering aan volledig werkloze
Nederlandse ambtenaren. De EU-verordening
1408/71 bepaalt in artikel 10 dat de toekenning van
werkloosheidsuitkeringen afhankelijk is van een
verblijfsvoorwaarde: alleen personen die wonen op
het grondgebied hebben dit recht.
05.02 Laurette Onkelinx , ministre (en
néerlandais): Vous faites référence à une
modification de la réglementation en matière
d'allocations de chômage octroyées aux
fonctionnaires néerlandais qui sont chômeurs
complets. Le règlement UE 1408-71 prévoit en son
article 10 que l'octroi d'allocations de chômage
dépend d'une condition de séjour. Autrement dit,
seules les personnes domiciliées sur le territoire y
ont droit.
20/02/2001
CRABV 50
COM 399
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
(Frans) Blijkbaar is die voorwaarde in het verleden
niet vastgesteld in de Nederlandse regelgeving.

Nederland zal voortaan de algemene voorwaarde
inzake het verblijf doen gelden voor een categorie
die vroeger een voorkeursbehandeling genoot.

Kortom, ik heb van de problematiek weet gekregen
via perscommuniqués. Als die kloppen, heeft de
maatregel geen enkele weerslag op de situatie van
de "gewone" grensarbeider. Wat de voormalige
ambtenaren betreft, past België de EU-verordening
toe.
(En français): Apparemment, la réglementation
néerlandaise n'a pas fixé cette condition par le
passé.
Les Pays-Bas vont désormais poser la condition
générale de séjour à une catégorie bénéficiant
auparavant d'un traitement préférentiel.

En bref, j'ai pris connaissance de cette
problématique par le biais des communiqués de
presse. S'ils sont corrects, la mesure n'a aucune
influence sur la situation du travailleur transfrontalier
« ordinaire ».
Quant aux anciens fonctionnaires, la Belgique leur
applique le règlement de l'Union européenne.
05.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Het gaat duidelijk
om een complex probleem. Dit antwoord zal
gelukkig nogal wat onrust bij de betrokkenen
kunnen wegnemen.

Ik ben wel verbijsterd over het gebrek aan
communicatie tussen de bevoegde Belgische en
Nederlandse ministers inzake dit dossier. De
Nederlanders hebben blijkbaar een toch wel
verregaande maatregel ingevoerd zonder
voorafgaandelijk overleg met de Belgische regering
en zonder veel informatie naar de betrokkenen.
05.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Il bien
évidemment d'un problème complexe. Cette
réponse permettra fort heureusement d'apaiser
quelque peu l'inquiétude manifestée par les
intéressés.

J suis frappée dans ce dossier par le manque de
communication entre les ministres belge et
néerlandais compétents.
Les Néerlandais semblent avoir introduit une
mesure relativement extrême sans aucune
concertation préalable avec le gouvernement belge
et en n'ayant communiqué que fort peu
d'informations aux personnes concernées.
05.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans):
Uiteindelijk wordt op Europees niveau een klassiek
systeem ingesteld.
05.04 Laurette Onkelinx , ministre (en français) :
On en revient, en fait, à un système classique au
niveau européen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Mondelinge vraag van mevrouw Muriel
Gerkens aan de vice-eerste minister en minister
van Werkgelegenheid over "dwangarbeid in
Myanmar" (nr. 3476)
06 Question orale de Mme Muriel Gerkens à la
vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur
"le travail forcé au Myanmar" (n° 3476)
06.01 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV):
Dwangarbeid bestaat nog altijd in Myanmar, zelfs
na de resolutie van de IAO, die in november
jongstleden werd bekrachtigd. Het komt erop aan
ervoor te zorgen dat de betrekkingen met Myanmar
niet tot een consolidatie van de dwangarbeid in dat
land leiden.

Heeft België ingespeeld op de aanbevelingen van
de IAO die ertoe strekken dwangarbeid te
bestrijden? Heeft België een lijst opgesteld van in
ons land gevestigde ondernemingen die
betrekkingen met Myanmar onderhouden? Werd
berekend welke waarde die transacties
vertegenwoordigen? Werden die ondernemingen in
kennis gesteld van de resoluties van de IAO en van
het gevolg dat België daaraan zal geven? Kan
06.01 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV) : Le
travail forcé persiste en Birmanie, même après la
résolution de l'OIT à ce sujet, confirmée en
novembre dernier. Il s'agit de faire en sorte que les
relations avec la Birmanie ne puissent y conforter le
régime du travail forcé.

La Belgique a-t-elle répondu aux recommandations
de l'OIT visant à lutter contre le travail forcé ? A-t-
elle établi une liste des entreprises situées dans
notre pays, et maintenant des relations avec la
Birmanie ? Le calcul de la valeur de ces opérations
a-t-il été fait ? Les compagnies ont-elles été averties
des résolutions de l'OIT et des suites qu'y donne la
Belgique ?

La Belgique ne peut-elle favoriser une position
CRABV 50
COM 399
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
België er niet voor zorgen dat er een
samenhangend gemeenschappelijk Europees
standpunt tot stand komt?
européenne commune cohérente ?
06.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
raad van bestuur van het IAB heeft in november
jongstleden kennis genomen van het verslag van de
onderzoekscommissie die door de directeur-
generaal van het IAB, de heer Juan Somavia, ter
plaatse was gestuurd. Daaruit blijkt dat de situatie
sinds juni niet is geëvolueerd. Overeenkomstig het
mandaat dat door de Internationale Conferentie
voor de Arbeid werd verleend, heeft de raad van
bestuur beslist de maatregelen waartoe die
conferentie had beslist, in de praktijk om te zetten.
Zij strekken er voornamelijk toe te voorkomen dat
politieke, economische of handelsrelaties tot het
voortbestaan van dwangarbeid bijdragen. Ik heb de
minister van Buitenlandse Zaken gevraagd de
nodige schikkingen te treffen opdat België zich aan
de resolutie van de Internationale Conferentie voor
de Arbeid en aan de aanbevelingen van de
onderzoekscommissie zou conformeren.
De heer Michel en ikzelf zijn overeengekomen de
federale ministers te vragen dat zij elk in het kader
van hun eigen bevoegdheden zouden onderzoeken
welke bepalingen zouden bijdragen tot een
doeltreffende toepassing van de door de IAO
voorgestelde maatregelen.
Het is de eerste maal dat het internationaal
arbeidsrecht zo ver gaat. Zodra ik de antwoorden
op die vragen heb ontvangen, zal ik de heer
Somavia inlichten over wat er in België zal worden
gedaan. België zal zich bij elk Europees initiatief op
dat vlak aansluiten.

Het lijkt me absoluut noodzakelijk dat de
vooropgestelde maatregelen in de praktijk
doeltreffend zijn, want het is de eerste keer dat de
IAO in deze fase is aanbeland en dergelijke
maatregelen treft.
06.02 Laurette Onkelinx , ministre (en français):
Le conseil d'administration du BIT, en novembre
dernier, a pris connaissance du rapport de la
commission d'enquête envoyée sur place par le
directeur général du BIT, Juan Somavia. Il en
ressort que la situation n'a pas évolué depuis juin.
Conformément au mandat donné par la Conférence
internationale du Travail, le Conseil d'administration
a décidé de mettre les mesures décidées par celle-
ci en application.

Elles visent essentiellement à empêcher que les
relations politiques, économiques ou commerciales
contribuent à la persistance du travail forcé. J'ai
demandé au ministre des Affaires étrangères de
prendre les dispositions nécessaires pour que la
Belgique se conforme à la résolution de la
Conférence internationale du Travail et aux
recommandations de la commission d'enquête.
Avec M. Michel, nous avons convenu de demander
aux ministres fédéraux d'examiner, chacun dans sa
sphère, les dispositions contribuant à l'efficacité des
mesures préconisées par l'OIT.


C'est la première fois que le droit international du
Travail va aussi loin.
Dès que j'aurai reçu des réponses à cette
demande, j'informerai M. Somavia de ce qui sera
mis en oeuvre en Belgique. La Belgique s'associera
bien-sûr à toute initiative européenne.

Il me paraît indispensable que les mesures
préconisées soient efficaces sur le terrain car c'est
la première fois que l'OIT en arrive à ce stade et à
ce type de mesures.
06.03 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV): Wij zijn
inderdaad niet de enigen die met vertraging op de
volkomen nieuwe vraag van de IAO ingaan.

Ik vestig de aandacht van de minister op de sector
van de reisagentschappen, die bijzonder geschikt
zijn om deviezen in te voeren en dus het regime te
steunen en de dwangarbeid onrechtstreeks te
bestendigen.

Het incident is gesloten.
06.03 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV) : Nous
ne sommes, en effet, par les seuls à être en retard
pour répondre à la demande, inédite, de l'OIT.

J'attire l'attention de la ministre sur le secteur des
agences de voyage, particulièrement propice à
l'introduction de devises et donc au soutien au
régime et au renforcement indirect du travail forcé.


L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 15.53 uur.
La réunion publique de commission est levée à
15.53 heures.