KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 357
CRABV 50 COM 357
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
dinsdag mardi
16-01-2001 16-01-2001
14:30 uur
14:30 heures
CRABV 50
COM 357
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Mondelinge vraag van de heer Richard Fournaux
aan de vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de aanwerving van
stagiairs" (nr. 2876)
1
Question orale de M. Richard Fournaux à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "le
recrutement des stagiaires" (n° 2876)
1
Sprekers: Richard Fournaux, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Richard Fournaux, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi
Mondelinge vraag van de heer Filip Anthuenis aan
de vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "het personeelsprobleem
in de horeca tijdens piekmomenten" (nr. 2924)
2
Question orale de M. Filip Anthuenis à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "les
problèmes de personnel dans le secteur Horeca
lors des moments de pointe" (n° 2924)
2
Sprekers:
Filip Anthuenis, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs:
Filip Anthuenis, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi
Mondelinge vraag van de heer Servais
Verherstraeten aan de vice-eerste minister en
minister van Werkgelegenheid over "het
standpunt van topambtenaren met betrekking tot
het "Copernicus" administratieve
hervormingsplan" (nr. 2959)
4
Question orale de M. Servais Verherstraeten à la
vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur
"le point de vue des fonctionnaires dirigeants au
sujet du plan "Copernic" de réforme
administrative" (n° 2959)
4
Sprekers: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi
Mondelinge vraag van de heer Peter
Vanvelthoven aan de vice-eerste minister en
minister van Werkgelegenheid over "de grote
aanwezigheid van buitenlandse arbeidskrachten
in de voetbalsector" (nr. 2979)
5
Question orale de M. Peter Vanvelthoven à la
vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur
"la présence importante de main d'oeuvre
étrangère dans le secteur du football" (n° 2979)
5
Sprekers: Peter Vanvelthoven, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Peter Vanvelthoven, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi
Mondelinge vraag van de heer John Spinnewyn
aan de vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "het ontwerp van koninklijk
besluit betreffende de bescherming van de
werknemers tegen de risico's van
duikwerkzaamheden" (nr. 2985)
6
Question orale de M. John Spinnewyn à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "le
projet d'arrêté royal concernant la protection des
travailleurs contre les risques liés aux travaux en
immersion " (n° 2985)
6
Sprekers:
John Spinnewyn, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs:
John Spinnewyn, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi
Mondelinge vraag van de heer Paul Timmermans
aan de vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de elektriciteitssector"
(nr. 2989)
7
Question orale de M. Paul Timmermans à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "le
secteur de l'électricité" (n° 2989)
7
Sprekers: Paul Timmermans, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Paul Timmermans, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi
Samengevoegde interpellaties en mondelinge
vragen van
8
Interpellations et questions orales jointes de
8
- de heer Guy D'haeseleer tot de vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid over
"de nefaste gevolgen van het Rosetta-plan voor
9
- M. Guy D'haeseleer à la vice-premier ministre et
ministre de l'Emploi sur "les conséquences
néfastes du plan Rosetta pour les jeunes"
9
16/01/2001
CRABV 50
COM 357
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
de jongeren" (nr. 620)
(n° 620)
- mevrouw Trees Pieters aan de vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid over
"de startbanen" (nr. 3037)
9
- Mme Trees Pieters à la vice-première ministre et
ministre de l'Emploi sur "la convention de premier
emploi" (n° 3037)
9
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "het Rosetta-plan" (nr. 621)
9
- Mme Annemie Van de Casteele à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "le
plan Rosetta" (n° 621)
9
- de heer Filip Anthuenis aan de vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid over
"de resultaten van het Rosetta-plan in
Vlaanderen" (nr. 3068)
9
- M. Filip Anthuenis à la vice-première ministre et
ministre de l'Emploi sur "les résultats du plan
Rosetta en Flandre" (n° 3068)
9
- de heer Paul Timmermans tot de vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid over
"de uitvoering van de startbanen in de openbare
sector" (nr. 3101)
9
- M. Paul Timmermans à la vice-première ministre
et ministre de l'Emploi sur "la mise en oeuvre du
plan premier emploi dans le secteur public"
(n° 3101)
9
Sprekers: Guy D'haeseleer, Trees Pieters,
Filip Anthuenis, Paul Timmermans,
Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en
minister van Werkgelegenheid
Orateurs: Guy D'haeseleer, Trees Pieters,
Filip Anthuenis, Paul Timmermans,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre de l'Emploi
Moties
14
Motions
14
Mondelinge vraag van mevrouw Simonne Creyf
aan de vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de gelijkstelling van
stagiairs met werknemers wat de
arbeidsbescherming betreft" (nr. 3077)
15
Question orale de Mme Simonne Creyf à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur
"l'assimilation des stagiaires aux travailleurs en ce
qui concerne la protection au travail" (n° 3077)
15
Sprekers:
Simonne Creyf, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Simonne Creyf, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
Mondelinge vraag van mevrouw Greta D'Hondt
aan de vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid en aan de vice-eerste minister
en minister van Begroting, Maatschappelijke
Integratie en Sociale Economie over "de
overdracht van een bedrag van 500 miljoen frank
van de algemene uitgavenbegroting naar de
financiële tegemoetkomingen van de Federale
Staat aan de Gewesten" (nr. 3111)
16
Question orale de Mme Greta D'Hondt à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi et au
vice-premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale sur
"le transfert d'un montant de 500 millions de
francs du budget général des dépenses vers les
interventions financières de l'Etat fédéral en
faveur des Régions" (n° 3111)
16
Sprekers: Greta D'Hondt, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Greta D'Hondt, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
Mondelinge vraag van mevrouw Greta D'Hondt
aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "de uitvoering van het advies
nr. 1330 van de Nationale Arbeidsraad over de
inhoudingen op de invaliditeitsuitkeringen en de
brugpensioenen" (nr. 3112)
18
Question orale de Mme Greta D'Hondt au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur
"l'exécution de l'avis n° 1330 du CNT relatif aux
retenues sur les indemnités d'invalidité et de
prépensions" (n° 3112)
18
Sprekers: Greta D'Hondt, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Greta D'Hondt, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
Mondelinge vraag van mevrouw Greta D'Hondt
aan de vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de aangebrachte
verbetering aan de uitslagen van de sociale
verkiezingen van 1995" (nr. 3113)
19
Question orale de Mme Greta D'Hondt à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "la
correction apportée aux résultats des élections
sociales de 1995" (n° 3113)
19
Sprekers: Greta D'Hondt, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Greta D'Hondt, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
CRABV 50
COM 357
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
van
DINSDAG
16
JANUARI
2001
14:30 uur
______
du
MARDI
16
JANVIER
2001
14:30 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.33 uur door
de heer Joos Wauters, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.33 heures par M. Joos
Wauters, président.
01 Mondelinge vraag van de heer Richard
Fournaux aan de vice-eerste minister en minister
van Werkgelegenheid over "de aanwerving van
stagiairs" (nr. 2876)
01 Question orale de M. Richard Fournaux à la
vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur
"le recrutement des stagiaires" (n° 2876)
01.01 Richard Fournaux (PSC): Elke minister
heeft kennis gehad van de uitgaven die zijn of haar
departement mag doen voor de indienstneming van
stagiairs. Tal van ambtenaren maken zich ongerust
over het feit dat de wetgeving betreffende de
indienstnemingen, zoals bepaald bij het Rosetta-
plan, op hen niet wordt toegepast. Wat is de reden
van die niet-toepassing? Werd voorts overleg met
de gewesten en gemeenschappen gepleegd voor
de toepassing van dat plan?
01.01 Richard Fournaux (PSC): Chaque ministre
a reçu communication des dépenses possibles
dans son département pour le recrutement des
stagiaires. De nombreux fonctionnaires s'inquiètent
de ne pas voir s'appliquer la législation sur le
recrutement dans le plan « Rosetta ». Quelle est la
raison de cette non-application ? Par ailleurs, y a-t-il
une concertation avec les entités régionales et
communautaires pour l'application de ce plan ?
01.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans) :Er
werd in een overgangsperiode van drie jaar tussen
beide stelsels voorzien zodat de stagiairs tot het
einde van hun contract kunnen blijven. 661
jongeren zullen bij de federale ministeries krachtens
het Rosetta-plan in dienst worden genomen. Een
circulaire van september 2000 preciseert het kader
en de voorwaarden voor de indienstneming van die
stagiairs.
01.02 Laurette Onkelinx , ministre (en français):
Une période transitoire entre les deux systèmes a
été prévue pour permettre aux stagiaires de
terminer leur contrat. Il y aura 661 jeunes dans les
ministères fédéraux engagés au titre du plan
« Rosetta ».
Une circulaire de septembre 2000 précise le cadre
et les conditions de recrutement de ces stagiaires.
01.03 Richard Fournaux (PSC): Het aantal
stagiairs in de federale ministeries is dus blijkbaar
onveranderd gebleven.
01.03 Richard Fournaux (PSC): Quant au nombre
de stagiaires, il semble donc inchangé dans les
ministères fédéraux.
01.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans) : Het
aantal stagiairs is inderdaad hetzelfde. Het Rosetta-
plan verdeelt de jongeren in drie groepen.
01.04 Laurette Onkelinx , ministre (en français):
C'est le même nombre de stagiaires, en effet. Le
plan Rosetta répartit les jeunes en trois groupes.
Een derde van die jongeren vervangt de voormalige
stagiairs, een derde zal in andere federale projecten
worden ingeschakeld en een derde zal in dienst
worden genomen voor projecten die door de
Un tiers de ces jeunes remplacent les anciens
stagiaires, un tiers sera affecté à d'autres projets
fédéraux et un dernier tiers sera recruté pour des
projets d'initiative communautaire ou régionale.
16/01/2001
CRABV 50
COM 357
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
gemeenschappen of gewesten worden opgezet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Mondelinge vraag van de heer Filip Anthuenis
aan de vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "het personeelsprobleem
in de horeca tijdens piekmomenten" (nr. 2924)
02 Question orale de M. Filip Anthuenis à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "les
problèmes de personnel dans le secteur Horeca
lors des moments de pointe" (n° 2924)
02.01 Filip Anthuenis (VLD): De horecasector
kampt met en nijpend personeelstekort, vooral
tijdens piekmomenten. Vandaar de noodzaak aan
een flexibele en een eenvoudige arbeidswetgeving
die ook controleerbaar is. De horeca heeft een
slechte reputatie op het gebied van zwartwerk. Dat
is niet alleen de schuld van de werkgevers, maar
komt ook door de te complexe wetgeving, de
werkloosheidsvallen en de fiscale behandeling van
mensen die in de horeca willen bijklussen. Het
mechanisme van de lastenverlagingen is niet van
toepassing op kortlopende opdrachten, vermits er
een arbeidsprestatie van minimum 33 procent van
een voltijdse job wordt vereist op kwartaalbasis.
Nochtans kan de horeca werk bieden aan nog veel
meer mensen: laaggeschoolden, werklozen,
herintreders en thuiswerkende ouders die wat willen
bijverdienen. Met een flexibel, duidelijk en
betaalbaar kader zou de horeca op legale manier
kunnen inspelen op het personeelsprobleem tijdens
piekmomenten. Het kabinet van de minister van
Middenstand stelde een analoge regeling voor met
die van de fruitpluk, waar onder bepaalde
voorwaarden een forfetair RSZ tarief geldt. Een
andere mogelijkheid biedt de uitzendsector, die een
horecapool zou kunnen creëren. Indien de sector
wordt opgenomen in het Dimona-project, zou een
administratieve vereenvoudiging kunnen worden
doorgevoerd. Deze piste impliceert een wijziging
van de wet op de uitzendarbeid van 4 juli 1987. Op
die manier kunnen uitzendkantoren hun
uitzendkrachten fideliseren en investeren in hun
vorming. Ik dring er bij de minister op aan om in
afwachting van de invoering van het plan ter
bestrijding van het zwartwerk en de fiscale
hervorming toch al een initiatief voor de
piekmomenten in de horeca te nemen.
Is de minister van plan een initiatief ter zake te
nemen? Is een analoge regeling met de fruitpluk
mogelijk? Hoe denkt de minister over de piste om
de uitzendsector in te schakelen? Op welke termijn
zal de minister wetsontwerpen of KB's voorleggen
om het probleem van het personeelstekort in de
horeca te verhelpen?
02.01 Filip Anthuenis (VLD): Le secteur horeca
doit faire face à grave pénurie de personnel,
particulièrement en période de pointe. Il
conviendrait dès lors d'instaurer une réglementation
du travail qui soit simple et flexible, et aisément
contrôlable. Le secteur horeca a mauvaise
réputation en ce qui concerne le travail au noir. Il
doit cette réputation non seulement aux employeurs
mais aussi à une législation trop complexe, aux
pièges à l'emploi et au traitement fiscal des
personnes qui travaillent occasionnellement dans
ce secteur. Le mécanisme de réduction des
charges ne s'applique pas aux travaux de courte
durée puisqu'on exige une prestation d'au moins
33% d'un emploi à plein temps sur une base
trimestrielle. Le secteur horeca pourrait toutefois
fournir du travail à un nombre beaucoup plus
important encore de personnes : les chômeurs peu
qualifiés, les travailleurs rentrants et les parents qui
travaillant à domicile qui désirent se faire des
extras. Un cadre souple, clair et financièrement
réaliste permettrait au secteur horeca de résoudre
le problème de personnel aux moments de pointe.
Le cabinet du ministre des Classes moyennes a
proposé un règlement analogue à celui qui a été
mis au point pour la cueillette des fruits et qui
prévoit un tarif ONSS forfaitaire qui s'applique sous
certaines conditions. Une autre possibilité est
offerte par le secteur du travail intérimaire qui
pourrait créer un pool pour le secteur horeca. De
même, l'intégration du secteur horeca au projet
Dinoma permettrait d'opérer une simplification
administrative. Elle impliquerait toutefois une
modification de la loi du 4 juillet 1987 sur le travail
intérimaire. Les agences de travail intérimaire
pourraient fidéliser les personnes qu'elles emploient
travail et investir dans leur formation. En attendant
le plan de lutte contre le travail au noir et la réforme
fiscale, j'insiste auprès de la ministre pour qu'elle
prenne une initiative pour remédier au problème
des pointes dans le secteur horeca.
La ministre envisage-t-elle une telle initiative ? Peut-
on prévoir un règlement analogue à celui instauré
pour la cueillette des fruits ? <Que pense la ministre
de la possibilité de faire appel au secteur du travail
intérimaire
? Dans quels délais la ministre
présentera-t-elle des projets de loi ou des arrêtés
royaux pour résoudre le problème des moments de
CRABV 50
COM 357
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
pointe dans le secteur horeca ?
02.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De horecasector heeft het inderdaad niet makkelijk
om op piekmomenten in te spelen. De werkgevers
moeten zowel voldoen aan de eisen van hun
klanten als aan de sociale en fiscale wetten.
Soms wordt zwartwerk door de sector
gerechtvaardigd door er op te wijzen dat de
wetgeving te log is. Ik kan die argumentatie niet
aanvaarden.
02.02 Laurette Onkelinx , ministre (en
néerlandais) : Le secteur horeca éprouve en effet
des difficultés à réagir avec souplesse aux
moments de pointe. Les employeurs doivent
satisfaire à la fois aux exigences de leurs clients et
à celles des lois sociales et fiscales.
Parfois, le secteur justifie le travail au noir en
invoquant le caractère trop rigide de la législation.
Je ne puis accepter cette argumentation.
(Frans) Ik aanvaard die stellingname niet. De
huidige sociale wetgeving biedt voldoende
mogelijkheden en soepelheid voor de werkgevers
om op onverwachte situaties in te spelen, gebruik
makend van de bestaande mogelijkheden :
overuren in het kader van de wet van 16 maart
1971, extra-uren voor de deeltijdwerkers,
inschakeling van uitzendkrachten overeenkomstig
de wet van 24 juli 1987.
Met de nieuwe mogelijkheid van de invoeginterims
kunnen uitzendkantoren werknemers die
belangstelling hebben voor een baan in de horeca
in dienst nemen en opleiden. De werkgever kan ook
extra werknemers in dienst nemen in het kader van
een arbeidscontract, al of niet met bepaalde duur.
Teneinde op de eigenheden van de horecasector in
te spelen, werd een bijzondere regelgeving
"occasionele of extra werknemers" met betrekking
tot de sociale documenten aangenomen. Wat die
werknemers betreft, is de werkgever vrijgesteld van
de verplichting om een schriftelijk contract op te
stellen en om een aanwezigheidsregister bij te
houden en te bewaren.
Het is dan ook niet opportuun een nieuwe
bijzondere wetgeving voor die sector uit te werken.
Wat de oprichting van "werkgevers- of
werknemerspools" op te richten, bestaat er een
nieuwe wetgeving betreffende de
werkgeversgroeperingen die de werkgevers de
mogelijkheid biedt een aantal werknemers te
mutualiseren en ze ter beschikking te stellen van
elke onderneming die aangesloten is bij de
groepering wanneer die bijzondere noden heeft.
De horecasector vertoont tal van specifieke
kenmerken. Twee nieuwe maatregelen werden
genomen: de invoeginterims en de
werkgeversgroeperingen. Laten wij de
doeltreffendheid van de nieuwe maatregelen
(En français) Je n'accepte pas cette position.
La législation sociale actuelle offre suffisamment de
possibilités et de souplesse pour que les
employeurs puissent répondre à tous les
événements inattendus et intégrer les possibilités
existantes : heures supplémentaires dans le cadre
de la loi du 16 mars 1971, heures complémentaires
pour les travailleurs à temps partiel, appel à des
travailleurs intérimaires conformément à la loi du 24
juillet 1987.
La nouvelle possibilité d'intérim d'insertion permet
aux sociétés d'intérim d'engager et de former des
travailleurs intéressés par un emploi du secteur
Horeca. L'employeur peut aussi engager des
travailleurs supplémentaires dans le cadre d'un
contrat de travail à durée déterminée ou non.
Pour répondre aux spécificités du secteur Horeca,
une réglementation particulière «
travailleurs
occasionnels ou extra » - en matière de documents
sociaux a été adoptée. Pour ces travailleurs,
l'employeur est dispensé de constatation écrite d'un
contrat de travail ainsi que de la tenue et de la
conservation d'un registre de présence. Il n'est donc
pas opportun d'adopter une nouvelle législation
particulière à ce secteur.
Quant à la création de « pools d'employeurs ou de
travailleurs
», il existe une nouvelle législation
relative aux groupements d'employeurs leur
permettant de mutualiser un ensemble de
travailleurs et de les mettre à la disposition de
chaque entreprise membre du groupement quand
elle en a un besoin particulier.
Le secteur Horeca comporte énormément de
spécificités. Deux mesures nouvelles ont été
prises
: l'intérim d'insertion et le groupement
d'employeurs. Avant d'aller plus avant, évaluons
l'efficacité des nouvelles mesures.
16/01/2001
CRABV 50
COM 357
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
evalueren alvorens verder te gaan.
02.03 Filip Anthuenis (VLD): Zwartwerk is geen
normale zaak. De huidige wetgeving biedt
onvoldoende soepele mogelijkheden. De
uitzendsector kan oplossingen bieden en is
vragende partij. Nu kan dit nog niet.
02.03 Filip Anthuenis (VLD): Le travail au noir ne
peut être considéré comme un phénomène normal.
La legislation actuelle pèche par manque de
souplesse. Le secteur intérimaire peut offrir des
solutions et est demandeur. Actuellement, cette
piste est bloquée.
02.04 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Dat kan wel.
02.04 Laurette Onkelinx , ministre (en
néerlandais) : Non, elle ne l'est pas.
02.05 Filip Anthuenis (VLD): Niet via de
poolvorming. De uitzendsector kan nog geen
contracten van onbeperkte duur afsluiten.
02.05 Filip Anthuenis (VLD): La constitution d'un
pool est cependant impossible.
Le secteur intérimaire n'est pas encore autorisé à
conclure des contrats à durée indéterminée.
02.06 Minister Laurette Onkelinx (Frans) : Twee
maatregelen werden al goedgekeurd die betrekking
hebben op alle sectoren: de invoeginterim en de
mogelijkheid om gebruik te maken van
werkgeversgroeperingen. Laten wij die
mogelijkheden eerst benutten en evalueren
alvorens andere maatregelen te overwegen.
02.06 Laurette Onkelinx , ministre (en français):
Deux dispositions ont déjà été votées et elles
concernent tous les secteurs : l'intérim d'insertion et
la possibilité de recourir au groupement
d'employeurs.
Utilisons et évaluons ces possibilités avant
d'envisager d'autres mesures.
02.07 Filip Anthuenis (VLD): We zullen de
wetgeving evalueren. Ik denk dat de horecasector
het nog niet voldoende vindt, maar we zullen even
afwachten.
02.07 Filip Anthuenis (VLD): Nous évaluerons la
legislation. Je pense que le secteur Horeca
considère que ces initiatives sont insuffisantes,
mais nous attendrons encore un peu.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Mondelinge vraag van de heer Servais
Verherstraeten aan de vice-eerste minister en
minister van Werkgelegenheid over "het
standpunt van topambtenaren met betrekking tot
het "Copernicus" administratieve
hervormingsplan" (nr. 2959)
03 Question orale de M. Servais Verherstraeten à
la vice-première ministre et ministre de l'Emploi
sur "le point de vue des fonctionnaires dirigeants
au sujet du plan "Copernic" de réforme
administrative" (n° 2959)
03.01 Servais Verherstraeten (CVP): Secretaris-
generaal Jadot is een fel tegenstander van de
Copernicus-hervormingen. Hij verklaarde dit tijdens
de voorstelling van het evaluatierapport over het
werkgelegenheidsbeleid en ventileerde deze opinie
ook in de pers.
Wat is het standpunt van de minister hierover?
Klopt het dat al de topambtenaren van het
ministerie van Arbeid twijfels hebben over de
Copernicus-hervorming en zich geminacht voelen?
Verdedigt zij dit standpunt van de ambtenaren? Wat
vindt de minister van de uitlatingen van de heer
Jadot?
03.01 Servais Verherstraeten (CVP): M. Jadot, le
secrétaire général est un farouche adversaire des
réformes prévues par le plan Copernic. Il a livré
cette opinion à la presse lors de la présentation du
rapport d'évaluation sur la politique de l'emploi.
Quel est le point de vue de la ministre à ce sujet ?
Est-il exact que la réforme Copernic inspire des
doutes à tous les fonctionnaires supérieurs du
ministère du Travail et que ces derniers s'estiment
négligés ? La ministre est-elle d'accord sur ce
point
? Défend-elle le point de vue des
fonctionnaires ? Se rallie-t-elle aux propos de M.
Jadot ?
03.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans) : Als ik
in de regering met iets instem, accepteer ik de
collegiaal genomen beslissingen. Niettemin geloof
03.02 Laurette Onkelinx , ministre (en français):
Quand je donne mon accord au gouvernement,
j'assume les décisions prises collégialement.
CRABV 50
COM 357
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
ik dat de implementatie van die hervorming
onvoldoende voorbereid is. De vrijheid van spreken
waarvan de heer Jadot gebruik maakt was ons al
eerder bekend. Dat recht wordt hem krachtens zijn
statuut toegekend. Daar heb ik niets op aan te
merken. Ik vind ook dat het nuttig was zijn aldus
geuite mening te horen. Het heeft de minister van
Ambtenarenzaken ertoe gebracht het advies van de
ambtenaren-generaal in te winnen en zijn ontwerp
dienovereenkomstig te verfijnen.
Cependant, j'estime que tout n'est pas prêt pour
mettre cette réforme en oeuvre.
Ce n'est pas à l'occasion de ce dossier que nous
découvrons la liberté de parole dont use M. Jadot.
C'est un droit que lui reconnaît son statut. Je n'ai
rien à y redire. Je trouve que son opinion ainsi
exprimée fut utile. Elle a amené le ministre de la
Fonction publique à entendre l'avis des
fonctionnaires généraux et à affiner son projet.
03.03 Servais Verherstraeten (CVP): Ik verheug
mij erover dat de minister het spreekrecht van
secretaris-generaal Jadot noch van haar andere
medewerkers zal inperken, zodat we toch wat meer
duidelijkheid zullen krijgen in dit dossier. Ik noteer
dat zij nog altijd achter de Copernicus-hervorming
staat. Bepaalde principes die nu bekritiseerd
worden staan wel al in het ontwerp, wat de situatie
ietwat dubbelzinnig maakt. We volgen dit dossier
verder op.
03.03 Servais Verherstraeten (CVP): Je me
réjouis de ce que la ministre n'a pas l'intention de
restreindre le droit à la parole du secrétaire général
ni celui de ses autres collaborateurs, ce qui devrait
nous permettre de voir un peu plus clair dans ce
dossier. Je prends également acte du fait qu'elle
reste favorable à la réforme Copernic. Certains
principes qui font l'objet de critiques figurent dans le
projet et cela rend la situation quelque peu
ambiguë. Nous suivrons ce dossier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Mondelinge vraag van de heer Peter
Vanvelthoven aan de vice-eerste minister en
minister van Werkgelegenheid over "de grote
aanwezigheid van buitenlandse arbeidskrachten
in de voetbalsector" (nr. 2979)
04 Question orale de M. Peter Vanvelthoven à la
vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur
"la présence importante de main d'oeuvre
étrangère dans le secteur du football" (n° 2979)
04.01 Peter Vanvelthoven (SP): In ons land is
sinds 1974 een migratiestop afgekondigd. Ook op
het vlak van de arbeidsmigratie gelden zeer strikte
bepalingen voor het verkrijgen van een vergunning.
Alleen voor een arbeidskracht met een bruto
jaarinkomen van ten minste 1.147.000 frank moet
de werkgever geen bewijs leveren dat de vereiste
arbeidskwaliteiten niet te vinden zijn op de
Belgische arbeidsmarkt.
De tactiek om goedkope arbeidskrachten in het
buitenland aan te trekken om ze later duur door te
verkopen aan iedere club is in het voetbalmilieu
schering en inslag. Toch denk ik dat een aantal
buitenlandse spelers noch aan de kwaliteitsnorm,
noch aan het minimum bruto-inkomen voldoet.
Hoe slagen de voetbalclubs erin om voor deze
goedkope arbeidskrachten een arbeidsvergunning
te verwerven? Genieten de voetbalclubs een
gunstiger stelsel dan andere werkgevers voor het
verkrijgen van een arbeidsvergunning voor niet EU-
spelers?
04.01 Peter Vanvelthoven (SP): Depuis 1974, on
annoncé l'arrêt de l'immigration en Belgique.
L'obtention d'une autorisation d'immigration en
Belgique pour y effectuer un travail déterminé est-
elle aussi soumise à des dispositions très strictes. Il
faut que le travailleur bénéficie d'un revenu brut
annuel d'au moins 1.147.000 francs pour que
l'employeur soit dispensé d'apporter la preuve de
l'impossibilité de trouver une personne ayant les
qualités requises sur le marché de l'emploi en
Belgique.
Dans le milieu du football, on applique très
fréquemment une tactique qui consiste à attirer des
joueurs à bon compte à l'étranger pour les revendre
ensuit au prix fort à d'autres clubs. J'ai toutefois le
sentiment qu'un certain nombre de joueurs
étrangers ne répondent ni à la norme de qualité ni à
l'exigence relative au revenu brut minimum.
Comment les clubs de football obtiennent-ils un
permis de travail pour ces joueurs bon marché ?
Les clubs de football bénéficient-ils d'un régime plus
favorable que les autres employeurs pour
l'obtention de permis de travail pour des joueurs
non-ressortissants de l'UE ?
04.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans) : Ik zal 04.02 Laurette Onkelinx , ministre (en français) :
16/01/2001
CRABV 50
COM 357
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
u een antwoord geven dat "strookt" met de huidige
wetgevende bepalingen, namelijk artikel 6 van de
bijzondere wet tot hervorming van de instellingen
van 8 augustus 1980. Er bestaat echter een
uitzondering op de bepalingen van dat artikel : de
normatieve bevoegdheid van de federale overheid
binnen de grenzen bepaald bij het koninklijk besluit
van 9 juni 1999. Dat besluit bepaalt dat de
voorwaarde met betrekking tot de arbeidsmarkt niet
geldt voor de beroepssportbeoefenaars of -trainers
van meer dan 18 jaar oud wier bezoldiging viermaal
hoger ligt dan de bezoldiging die in het statuut van
de betaalde sporter werd vastgesteld. Die toelating
kan bijgevolg niet aan een sportclub worden
verleend, tenzij wanneer de jaarlijkse
brutobezoldiging van de sportbeoefenaar hoger ligt
dan 1.103.900 frank.
Je vais vous donner une réponse « collant » avec le
dispositif législatif actuel, à savoir l'article 6 de la loi
spéciale de réformes institutionnelles du 8 août
1980. Il existe toutefois une exception à cet article
qui donne compétence aux Régions en cette
matière: le pouvoir normatif du pouvoir fédéral dans
les limites précisées dans l'arrêté royal du 9 juin
1999. Cet arrêté prévoit que la condition du marché
de l'emploi ne s'applique pas aux sportifs ou
entraîneurs professionnels de plus de 18 ans dont
la rémunération est quatre fois supérieure à la
rémunération fixée dans le statut du sportif
rémunéré.
Dès lors, cette autorisation ne peut être accordée à
un club sportif, sauf si la rémunération annuelle
brute du sportif est supérieure à 1.103.900 francs.
04.03 Peter Vanvelthoven (SP): Ik begrijp dat dit
tot de bevoegdheid van de gewesten behoort. Ik zal
mijn vragen tot dat bestuursniveau richten.
04.03 Peter Vanvelthoven (SP): Je comprends
que cette matière ressortit à la compétence des
Régions. Je me tournerai donc vers ce niveau de
pouvoir pour poser ma question.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Mondelinge vraag van de heer John
Spinnewyn aan de vice-eerste minister en
minister van Werkgelegenheid over "het ontwerp
van koninklijk besluit betreffende de
bescherming van de werknemers tegen de
risico's van duikwerkzaamheden" (nr. 2985)
05 Question orale de M. John Spinnewyn à la
vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur
"le projet d'arrêté royal concernant la protection
des travailleurs contre les risques liés aux
travaux en immersion " (n° 2985)
05.01 John Spinnewyn (VLAAMS BLOK): De
Hoge Raad voor veiligheid, gezondheid en
verfraaiing der werkplaatsen besliste op 4
november 1994 om het onderzoek van het ontwerp
van KB tot reglementering van de
duikwerkzaamheden toe te vertrouwen aan
volgende organisaties: de Vaste Gemengde
Commissie veiligheid, gezondheid en hygiëne op
het werk, het Nationaal Bedrijfscomité van het
bouwbedrijf en de Belgische Nationale Federatie
van duikbedrijven. Hun werkgroep startte op 21
september 1995 en beëindigde haar
werkzaamheden na drie vergaderingen op 25
januari 1996.
Waarom werd het ontwerp van KB niet omgezet in
een definitief KB? De wettelijke leemte heeft
kwalijke gevolgen op nationaal en internationaal
vlak. Dezelfde situatie doet zich voor bij het KB van
3 mei 1999 in verband met tijdelijke mobiele
bouwplannen. Wat is de minister van plan met
beide KB's?
05.01 John Spinnewyn (VLAAMS BLOK): Le
Conseil supérieur pour la sécurité, la santé et
l'embellissement des ateliers a décidé le 4
novembre 1994 de confier l'examen du projet
d'arrêté royal réglementant les travaux en
immersion aux organisations suivantes : la
Commission permanente mixte pour la sécurité, la
santé et l'hygiène au travail, le Comité d'entreprise
national pour le secteur de la construction et la
Fédération nationale belge des entreprises de
plongée. Le groupe de travail s'est réuni pour la
première fois le 21 septembre 1995 et a clôturé ses
travaux le 25 janvier 1996, après y avoir consacré
trois réunions.
Pourquoi le projet d'arrêté royal n'a-t-il pas été
transposé en un arrêté royal définitif? Ce vide
juridique entraîne des conséquences sur le plan
national et international. Une situation identique se
produit en ce qui concerne l'arrêté royal du 3 mai
1999 à propos des chantiers mobiles temporaires.
Quelles sont les intentions du ministre à propos de
ces deux arrêtés royaux?
05.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Eind
jaren tachtig is een ontwerp van koninklijk besluit
05.02 Laurette Onkelinx , ministre (en français):
Un projet d'arrêté royal avait été rédigé à la fin des
CRABV 50
COM 357
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
opgesteld. Dat ontwerp beantwoordt echter niet aan
de vereisten die de wet van 4 augustus 1996
betreffende het welzijn van de werknemers en de
Europese richtlijnen vaststellen.
Bijgevolg is een nieuw ontwerp opgesteld dat de
werknemers beschermt tegen de risico's van het
werken in een omgeving waar de druk hoger is dan
in de atmosfeer, onder water of in drukcabine. Het
ontwerp zal ook rekening houden met de Europese
richtlijn betreffende de mobiele werkplaatsen
waartoe ook duikwerkzaamheden en het werken in
caisson behoren.
Het ontwerp zal onverwijld aan de Hoge Raad voor
de preventie en de bescherming op het werk
worden voorgelegd. Vervolgens zal het aan de
Raad van State worden overgezonden.Ik wens dit
ontwerp zo snel mogelijk af te ronden.
années 80 ; cependant, ce projet ne correspond
plus aux exigences de la loi du 4 août 1996 sur le
bien-être des travailleurs ni à celles des directives
européennes.
Un nouveau projet a, dès lors, été rédigé : il
concerne la protection des travailleurs contre les
risques liés aux travaux en milieu hyperbare, soit en
immersion, soit en caisson pressurisé. Il tiendra
compte aussi de la directive européenne relative
aux chantiers mobiles, ceux-ci comprenant les
travaux de plongée et en caisson.
Le projet sera incessamment soumis au Conseil
supérieur pour la prévention et la protection au
travail. Il sera ensuite transmis au Conseil d'État.
Je tiens à faire aboutir ce projet dans les plus brefs
délais.
05.03 John Spinnewyn (VLAAMS BLOK): Het
ontwerp dateert al van 1994. Ook vorig jaar werd
beloofd er snel werk van te maken. Ik hoop dat het
nu vlugger gaat.
05.03 John Spinnewyn (VLAAMS BLOK): Le
projet date de 1994. On nous avait déjà promis une
issue rapide l'année dernière. J'espère que cette
fois cela sera réellemment le cas.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Mondelinge vraag van de heer Paul
Timmermans aan de vice-eerste minister en
minister van Werkgelegenheid over "de
elektriciteitssector" (nr. 2989)
06 Question orale de M. Paul Timmermans à la
vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur
"le secteur de l'électricité" (n° 2989)
06.01 Paul Timmermans (AGALEV-ECOLO): De
elekriciteitssector wordt momenteel
geherstructureerd met het oog op maximale winst.
Zo zouden de betrekkingen met de klanten van
Electrabel door "callcenters" worden overgenomen.
Deze "callcenters" hangen echter af van een paritair
comité dat voor de werknemers minder interessant
is dan dat waar Electrabel van afhangt. Sommige
werknemers zouden tegen hun wil worden
overgeheveld. Hoe kan men die "delocalisaties" van
het ene comité naar het andere voorkomen ? De
grote winsten van de elektriciteitsbedrijven maken
de situatie nog aanstootgevender.
06.01 Paul Timmermans (AGALEV-ECOLO): En
vue de la recherche d'un maximum de profit, le
secteur de l'électricité est en restructuration. Ainsi,
les relations avec la clientèle d'Electrabel seraient
reprises par des call centers.
Or, ces call centers dépendent d'une commission
paritaire moins intéressante pour les travailleurs
que celle dont dépend Electrabel. Certains
travailleurs seraient transférés contre leur gré.
Que peut-on faire pour éviter ces « délocalisations »
entre commissions paritaires ? C'est d'autant plus
choquant que les entreprises d'électricité font des
bénéfices importants.
06.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik
preciseer voor de heer Timmermans dat dit
"callcenter" uit drie technische en juridische
eenheden zal bestaan waaronder één te Brussel en
één te Mechelen. Er werd een NV "N-Allo" opgericht
die een telefonische dienst ter beschikking van de
klanten van Electrabel stelt. De vraag was of het
betrokken bedrijf onder het paritair comité voor gas
en elektriciteit (nr. 326) moest blijven ressorteren of
voortaan tot de bevoegdheid van het aanvullend
nationaal paritair comité voor de bedienden (nr.
06.02 Laurette Onkelinx , ministre (en français) :
Je tiens à préciser à M. Timmermans que ce call
center comportera trois unités techniques et
juridiques dont une à Bruxelles, une à Malines. Une
SA « N-Allo » a été constituée pour assurer un
service téléphonique destiné aux clients
d'Electrabel.
La question s'est posée de savoir si cette entreprise
devait continuer à relever de la commission paritaire
de l'industrie du gaz et de l'électricité (n° 326) ou de
la commission paritaire nationale auxiliaire pour
16/01/2001
CRABV 50
COM 357
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
218) moest behoren. Men moet uitmaken of een
dergelijk "callcenter" dat juridisch en technisch
onafhankelijk is, als een coordinerend bedrijf kan
worden beschouwd dat tot die activiteitstak behoort.
Een eerste advies van de Inspectie van de sociale
wetten en van de administratie van de collectieve
arbeidsbetrekkingen was negatief. Ingevolge een
klacht van de vakbondsorganisaties stelde de
Inspectie van de sociale wetten een onderzoek in
om te weten te komen of Electrabel de enige klant
van "N-Allo" is. Indien "N-Allo" als onderaannemer
fungeert, kan het worden beschouwd als een
coordinatiecentrum van activiteiten binnen de gas-
en elektriciteitssector. In het onderzoeksverslag
werd de bevoegdheid van het paritair comité nr. 218
bevestigd vermits het "callcenter" andere klanten
heeft. De hoven en rechtbanken zijn echter als
enige instantie gemachtigd om daarover uitspraak
te doen. Ik ben mij bewust van de problemen die
deze verandering voor de werknemers meebrengt.
Die bepaling zou evenwel enkel toepasselijk zijn op
nieuw aangeworven personeel. De
vakbondsorganisaties moeten nagaan of dergelijke
verbintenissen werden aangegaan en of de directie
van het nieuwe bedrijf deze nakomt via bijzondere
clausules in de arbeidsovereenkomsten. Ik heb in
dit dossier maatregelen genomen, ik heb met de
betrokken partijen gepraat en ik hou rekening met
het deskundig advies van mijn administratie.
employés (n° 218).
Il faut savoir si un tel call center, autonome
juridiquement et techniquement, peut être considéré
comme une entreprise de coordination relèvant de
cette branche d'activité. Un premier avis de
l'Inspection des lois sociales et de l'Administration
des relations collectives de travail ont conclu par la
négative.
Suite à une réclamation des organisations
syndicales, l'Inspection des lois sociales a entamé
une enquête pour savoir si Electrabel était le client
exclusif de « N-Allo ». Si « N-Allo » agissait comme
sous-traitant, elle pourrait être considérée comme
centre de coordination d'activités du secteur du gaz
et de l'électricité. Le rapport d'enquête a confirmé la
compétence de la commission paritaire n° 218, le
call center ayant d'autres clients.
Toutefois, seuls les cours et tribunaux sont habilités
à prendre une décision en l'espèce.
Je suis consciente des difficultés résultant de ce
changement pour les travailleurs. Toutefois, cette
disposition ne serait applicable qu'aux personnes
nouvellement recrutées.
C'est aux organisations syndicales à vérifier si de
tels engagements ont été pris et si la direction de la
nouvelle entreprise la respecte par des clauses
particulières dans les contrats de travail. C'est un
dossier pour lequel j'ai pris des dispositions,
dialogué avec les parties concernées et pour lequel
je tiens compte de l'avis éclairé de mon
administration.
06.03 Paul Timmermans (AGALEV-ECOLO): Ik
betwijfel niet dat u de wet wil toepassen, maar
sommigen kunnen het zich nu eenmaal veroorloven
een loopje met de wet te nemen. Voorts past uw
administratie de regels niet altijd op eenvormige
wijze toe. Aan het paritair comité voor de bouw werd
bijvoorbeeld een vereniging toegewezen die
werknemers in moeilijkheden tewerkstelt. Het
minimumloon dat voor de van dat paritair comité
afhankelijke ondernemingen is vastgesteld,
overstijgt ruimschoots de financiële mogelijkheden
van deze onderneming. Haar activiteit is dus
bedreigd.
06.03 Paul Timmermans (AGALEV-ECOLO): Je
ne mets pas en doute votre souci d'appliquer la loi
mais vous convenez que certains peuvent se
permettre de jouer avec elle.
Par ailleurs, votre administration n'applique pas
toujours les règles de manière uniforme.
Ainsi, une association qui emploie des travailleurs
en difficulté a été versée à la commission de la
construction. Le montant du salaire minimal prévu
pour les entreprises de cette commission dépasse
de loin ce que peut payer cette entreprise. Son
activité est donc mise en péril.
06.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans):
Aangezien u het over de bouw had, heeft uw vraag
betrekking op een ander paritair comité. Ik kan geen
precies antwoord geven op deze onverwachte
vraag.
06.04 Laurette Onkelinx , ministre (en français): Il
s'agit là d'une remarque relative à la position d'une
autre commission paritaire, puisque vous évoquez
la construction. Je n'ai pas de réponse précise à
cette question à laquelle je ne m'attendais pas.
06.05 Paul Timmermans (AGALEV-ECOLO): Ik
zal de vraag later opnieuw en duidelijker stellen.
06.05 Paul Timmermans (AGALEV-ECOLO): Je
reposerai plus précisément cette question.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Samengevoegde interpellaties en mondelinge 07 Interpellations et questions orales jointes de
CRABV 50
COM 357
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
vragen van
- de heer Guy D'haeseleer tot de vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid over
"de nefaste gevolgen van het Rosetta-plan voor
de jongeren" (nr. 620)
- mevrouw Trees Pieters aan de vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid over
"de startbanen" (nr. 3037)
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "het Rosetta-plan" (nr. 621)
- de heer Filip Anthuenis aan de vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid over
"de resultaten van het Rosetta-plan in
Vlaanderen" (nr. 3068)
- de heer Paul Timmermans tot de vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid over
"de uitvoering van de startbanen in de openbare
sector" (nr. 3101)
- M. Guy D'haeseleer à la vice-premier ministre et
ministre de l'Emploi sur "les conséquences
néfastes du plan Rosetta pour les jeunes"
(n° 620)
- Mme Trees Pieters à la vice-première ministre et
ministre de l'Emploi sur "la convention de
premier emploi" (n° 3037)
- Mme Annemie Van de Casteele à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "le
plan Rosetta" (n° 621)
- M. Filip Anthuenis à la vice-première ministre et
ministre de l'Emploi sur "les résultats du plan
Rosetta en Flandre" (n° 3068)
- M. Paul Timmermans à la vice-première ministre
et ministre de l'Emploi sur "la mise en oeuvre du
plan premier emploi dans le secteur public"
(n° 3101)
07.01 Guy D'haeseleer (VLAAMS BLOK): Volgens
het Vlaams Economisch Verbond is het
Rosettastartbanenplan niet alleen nutteloos in
Vlaanderen, maar heeft het zelfs nefaste gevolgen
bij de tewerkstelling van jongeren..
Van in het begin waren wij tegenstanders van dit
plan. Deze enquête bevestigt onze weerstand.
Bedrijven zouden zonder Rosettabanenplan
evenveel jongeren hebben aangeworven en ze zelfs
een beter statuut hebben gegeven. De bedrijven
hebben het ook moeilijk met het verplichtend
karakter: het is zeer moeilijk om geschikte jongeren
te vinden. Bedrijven die aantonen dat hun zoektocht
vruchteloos was, stoten op veel onbegrip van de
administratie.
De cijfers spreken nochtans voor zich. De
jeugdwerkloosheid daalde het afgelopen jaar met
17 procent, zodat het aantal werkloze jongeren
steeds kleiner wordt. Van de ondernemingen vindt
64 procent het Rosettaplan nutteloos, 6 procent
vindt het zelfs schadelijk. Dit Waalse plan heeft voor
de Vlaamse jongerenwerkloosheid weinig te bieden.
In Vlaanderen hebben eerder de ouderen meer
aandacht nodig.
Wat is de reactie van de minister op deze enquête?
Kan de minister de nadelige effecten wegwerken?
Is er geen gedefederaliseerd
werkgelegenheidsbeleid nodig? Moet het verplicht
karakter van het plan niet worden afgeschaft, zeker
in Vlaanderen? Vertoont de administratie voldoende
begrip voor bedrijven die geen geschikte jongeren
vinden? Zal het startbanenplan zonodig worden
aangepast?
07.01 Guy D'haeseleer (VLAAMS BLOK): Le
Vlaams Economisch Verbond estime que le plan
Rosetta est non seulement inutile pour la Flandre
mais qu'il a en outre des effets négatifs pour
l'emploi des jeunes.
D'emblée, nous nous étions opposés à ce plan. Une
enquête confirme que nous avions raison. Sans le
plan Rosetta, les entreprises auraient engagé tout
autant de jeunes et ceux-ci auraient même pu
bénéficier d'un meilleur statut. Les entreprises
dénoncent également le caractère obligatoire du
plan : il leur est très difficile de trouver les jeunes
qui conviennent. L'administration témoigne d'une
grande incompréhension face aux entreprises qui
sont en mesure de démontrer que leurs recherches
ont été vaines.
Les chiffres sont toutefois évidents. L'an dernier, le
chômage des jeunes a baissé de 17% et le nombre
de jeunes chômeurs baisse continuellement. 64 %
des entreprises estiment que le plan Rosetta est
inutile et 6% d'entre elles l'estiment même nuisible.
Ce plan wallon offre peu de possibilités pour les
jeunes chômeurs flamands. En Flandre, il faudrait
accorder davantage d'attention au problème des
chômeurs âgés.
Comment la ministre réagit-elle à cette enquête ?
Est-elle en mesure de remédier aux effets négatifs
du plan ? Ne faudrait-il pas défédéraliser la politique
de l'emploi ? Le caractère obligatoire du plan ne
devrait-il pas être levé pour la Flandre
?
L'administration est-elle suffisamment
compréhensive pour les entreprises qui ne trouvent
pas les jeunes qui conviennent ? Le plan Rosetta
sera-t-il adapté ?
07.02 Trees Pieters (CVP): Het Vlaams 07.02 Trees Pieters (CVP): Selon le VEV, le Plan
16/01/2001
CRABV 50
COM 357
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
Economisch Verbond (VEV) noemt het
Rosettabanenplan een nutteloze zaak voor
Vlaanderen. Een VEV-enquête wijst uit dat 88,3
procent van de Vlaamse bedrijven evenveel
jongeren zou hebben aangeworven zonder
Rosettabanenplan. Bovendien zegt 64,3 procent
van de ondervraagde bedrijven dat ze zonder dat
plan de jongeren een beter statuut zou hebben
gegeven.
Vlaamse ondernemingen hebben het moeilijk om
geschikte arbeidskrachten te vinden. Het is nog
moeilijker om jongeren te vinden die voldoen aan de
voorwarden van het Rosettabanenplan. Het enige
pluspunt vinden sommige bedrijven de korting op
de RSZ-bijdrage. Een belangrijk knelpunt zijn de
hoge boetes: 3.000 frank per dag per niet
aangeworven werknemer.
Hoe organiseert de minister de controles? Bevestigt
de minister deze enquête of kan zij die weerleggen?
Heeft de minister nog contact gehad met haar
Vlaamse collega over de toepassing van het
Rosettabanenplan in Vlaanderen? Vlaams minister
Dewael steunt de eis van het VEV tot bijsturing van
het plan. Kan de minister ons gegevens bezorgen
over het aantal sancties en de boetes bij niet-
naleving van de verplichtingen in het kader van het
Rosettabanenplan? Wat doet ze met bedrijven die
vruchteloos naar kandidaten hebben gezocht? Zal
zij die ook sanctioneren en beboeten? De
administratieve overlast en de complexiteit van dit
banenplan is veel groter dan die van stageplannen.
De Vlaamse startbanenplannen hebben trouwens
een gelijkaardig doel. Overweegt de minister naar
aanleiding van deze enquête om aanpassingen
door te voeren aan de modaliteiten van het
Rosettabanenplan? Het VEV formuleert twee
conclusies in dat verband: de problematiek van de
boetes voor bedrijven die vruchteloos hebben
gezocht en de wijze van aanwerving die opnieuw
zou moeten gebeuren op het niveau van een
economische groep en niet enkel op het niveau van
een juridische entiteit.
Rosetta ne revêt aucune utilité en Flandre. En effet,
selon une enquête menée par le Vlaams
economisch verbond, 88,3 pour cent des
entreprises flamandes auraient recruté un même
nombre de jeunes en l'absence d'un plan Rosetta.
Par ailleurs, 64, 3 pour cent des entreprises
interrogées affirment que, en l'absence de ce plan,
elles auraient octroyé un meilleur statut aux jeunes
travailleurs qu'elles ont engagés.
Les entreprises flamandes éprouvent des difficultés
à recruter du personnel qualifié. Il est encore plus
difficile de trouver des jeunes qui satisfont aux
conditions fixées par le plan Rosetta. De l'avis des
entreprises, la réduction des cotisations à l'ONSS
constitue le seul point positif du plan.
Par ailleurs, l'amende de 3.000 francs par jour par
travailleur non recruté constitue un réel point
d'achoppement. Comment les contrôles sont-ils
organisés par la ministre? Confirme-t-elle les
chiffres mis en évidence par cette enquête ou est-
elle en mesure de les démentir? A-t-elle encore eu
des contacts avec son homologue flamand à
propos de la mise en oeuvre du plan Rosetta en
Flandre? Le ministre flamand Dewael soutient les
revendications du VEV qui demande que le plan
soit corrigé. La ministre peut-elle nous
communiquer des informations à propos du nombre
de sanctions qui ont été prises et d'amendes qui ont
été perçues pour non-respect des obligations
imposées dans le cadre du plan Rosetta? Quelle
est son attitude à l'égard des entreprises qui ont
cherché en vain à recruter du personnel? Ces
entreprises seront-elles également condamnées à
payer des amendes? Le surcroît de travail
administratif engendré par le plan Rosetta ainsi que
sa complexité sont supérieurs à ceux des plans de
stage. Les plans "premier emploi" flamands
poursuivent d'ailleurs un objectif analogue.
La ministre n'envisage-t-elle pas, à la faveur de
cette enquête, de modifier les modalités du plan
Rosetta? A cet égard, le VEV met en évidence
deux problèmes concrets : les amendes imposées
aux entreprises ayant cherché en vain à recruter du
personnel et le mode de recrutement. Ce dernier
devrait en effet pouvoir être organisé au niveau d'un
groupe économique et non d'une entité juridique.
07.03 Filip Anthuenis (VLD): Ondanks de
aanvankelijke scepsis over de toepasbaarheid van
het Rosettaplan in Vlaanderen, blijkt uit een
onderzoek van het VEV dat 62 procent van de
startbaanovereenkomsten met Vlamingen werd
afgesloten. De VEV-studie preciseert wel dat 88,3
procent van de bedrijven deze jongeren ook zonder
07.03 Filip Anthuenis (VLD): En dépit des doutes
qui existaient à l'origine quant à l'applicabilité du
plan Rosetta en Flandre, une étude organisée par le
VEV fait apparaître que 62% des contrats de
premier emploi ont été conclus avec des Flamands.
L'étude du VEV précise néanmoins que 88,3% de
ces entreprises auraient engagé ces jeunes, même
CRABV 50
COM 357
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
Rosettaplan in dienst zou hebben genomen. In dat
geval zou hun contract ook vast geweest zijn in
plaats van tijdelijk. Tweederde van de
ondernemingen vindt het Rosettaplan nutteloos en
verzet zich tegen het verplichte karakter ervan. Zij
hekelen de sanctie die de administratie oplegt aan
ondernemingen die niet aan de wettelijke
verplichtingen voldoen en de administratieve
overlast van alweer een banenplan. Het VEV stelt
voor om bedrijven die nauw met het onderwijs
samenwerken vrij te stellen van de federale
Rosettaverplichting.
Zal de minister de effecten van het Rosettaplan
voor de Vlaamse tewerkstellingsmarkt onderzoeken
en bijsturen indien nodig? Wil de minister het
verplichtend karakter van Rosetta versoepelen? Is
het VEV-voorstel een aanvaardbaar alternatief? Zal
de minister een administratieve vereenvoudiging
van het Rosettaplan overwegen? Denkt de minister
eraan om het Rosettaplan open te stellen voor
oudere werknemers?
en l'absence d'un plan Rosetta. Dans ce cas, ces
personnes auraient bénéficié d'un contrat à durée
indéterminée et non pas temporaire. Deux tiers des
entreprises estiment que le Plan Rosetta est inutile
et en dénoncent le caractère obligatoire. Ils
critiquent vivement les sanctions que
l'administration inflige aux entreprises qui ne
satisfont pas aux obligations légales ainsi que le
surcroît de tracasseries administratives entraînée
par un nouveau plan d'emploi. Le VEV propose que
les entreprises qui travaillent en étroite collaboration
avec le monde de l'enseignement soient exemptées
des obligations fédérales liées au plan Rosetta.
La ministre envisage-t-elle d'examiner les effets du
plan Rosetta sur le marché de l'emploi flamand et
de procéder à des aménagements en cas de
nécessité ? La ministre souhaite-t-elle assouplir le
caractère obligatoire du plan Rosetta ? La
proposition du VEV représente-t-elle une solution
de rechange acceptable ? La ministre envisage-t-
elle de procéder à une simplification administrative
du plan Rosetta ? Songe-t-elle à étendre le plan
Rosetta à des travailleurs âgés ?
07.04 Paul Timmermans (AGALEV-ECOLO): U
heeft een debat aangekondigd. Ik wil cijfers zien, en
vraag een diepgaand debat over het plan. Mij dunkt
dat dat plan op de tewerkstelling van
laaggeschoolden gericht was. Graag vernam ik of
die doelstelling inderdaad bereikt werd.
Op het plan is er heel wat kritiek gespuid.
Sommigen beweerden dat het vooral voor Wallonië
nuttig zou zijn, maar slechts 30% van de
overeenkomsten blijken in Wallonië gesloten te
worden. Voorts moet toegegeven worden dat de
toepassing van het plan in de overheidssector, en
meer bepaald voor de globale projecten, niet is wat
het zou moeten zijn : slechts twee ministers, uzelf
en mevrouw Durant, komen hun verbintenissen na.
En de andere ministers dan ? Noch de RVA, noch
de NMBS halen hun quotum. Hoe komt dat ?
07.04 Paul Timmermans (AGALEV-ECOLO):
Vous avez annoncé un débat. Je reste demandeur
de chiffres et d'un débat en profondeur à propos du
plan. Il me semblait que ce plan était conçu au
bénéfice de gens peu qualifiés. Je serais curieux de
savoir s'il atteint cet objectif.
Ce plan a déjà fait l'objet de nombreuses critiques.
Certains ont même prétendu qu'il serait surtout utile
à la Wallonie. Or seuls 30% des contrats sont
signés en Wallonie.
Il faut aussi reconnaître que son application dans le
secteur public, spécialement en ce qui concerne les
projets globaux, est défaillante.
Seuls deux ministres respectent leurs
engagements : vous-même et Mme Durant. Que
font les autres ministres ?
De plus, ni l'Onem ni la SNCB ne remplissent leur
quota. Pourquoi ?
07.05 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Ik
ben van mening dat het Rosettaplan nuttig en
voordelig is voor alle jongeren in dit land. Het
Rosettaplan heeft de jongerenstage vervangen en
werd door de Europese Commissie toegejuicht.
Sedert enkele maanden is de daling van het aantal
werklozen onder de 25 jaar groter dan de algemene
daling van de werkloosheid.
Op 4 januari 2001 waren 38.471
startbaanovereenkomsten afgesloten. Het gaat in
40 procent van de gevallen om jongeren zonder
diploma hoger secundair onderwijs. Het succes
toont aan dat ook de werkgevers hun verplichtingen
nakomen. Slechts één proces-verbaal werd
07.05 Laurette Onkelinx , ministre (en
néerlandais) : Je suis convaincue de l'utilité et de
l'avantage du plan Rosetta pour l'ensemble des
jeunes de ce pays. Le plan Rosetta a remplacé les
stages de jeunes et cette initiative a été saluée par
la Commission européenne. Depuis quelques mois,
la baisse du nombre de chômeurs âgés de moins
de 25 ans est plus importante que la diminution
générale du nombre de chômeurs.
Au 4 janvier 2001, 38.471 contrats de premier
emploi avaient été conclus. Dans 40% des cas, il
s'agit de jeunes qui ne possèdent pas de diplôme
de l'enseignement secondaire supérieur. Le succès
démontre que les employeurs remplissent leurs
obligations. Un seul procès-verbal pour infraction a
16/01/2001
CRABV 50
COM 357
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
opgesteld wegens inbreuk.
De enquête van het VEV toont aan dat de
werkgevers niet altijd goed op de hoogte zijn van
alle mogelijkheden van het Rosettaplan. De
startbaanovereenkomst kan bestaan uit een
arbeidsovereenkomst, voltijds of deeltijds, voor
bepaalde of onbepaalde duur. De werkgevers
kunnen dus wel overeenkomsten voor onbepaalde
duur afsluiten met de jongeren. Dit gebeurt
overigens in 50 procent van de gevallen. Een
startbaan kan ook worden gecombineerd met een
opleiding of een leerovereenkomst.
été rédigé.
L'enquête du VEV démontre que les employeurs ne
sont pas toujours bien informés de toutes les
possibilités offertes par le plan Rosetta. Le contrat
de premier emploi peut prendre différentes formes:
contrat de travail à temps plein ou à temps partiel,
contrat à durée déterminée ou indéterminée. Les
employeurs peuvent donc conclure des contrats à
durée indéterminée avec les jeunes. C'est ce qui se
produit d'ailleurs dans 50% des cas. Un premier
emploi peut également être combiné à une
formation ou à un contrat d'apprentissage.
(Frans) Er werden meer dan 14.000
overeenkomsten getekend. De werkgevers komen
hun verplichtingen na. Er werd trouwens maar één
enkel proces-verbaal opgemaakt. Al die geruchten
daarover moeten maar eens ophouden. Wel moet
rekening worden gehouden met de conclusies van
de VEV-enquête. Kennelijk is het Rosettaplan niet
zo bekend bij de werkgevers.
Ik breng in herinnering dat de overeenkomst drie
vormen kan hebben.
(En français) Plus de 14.000 conventions ont été
signées. Les employeurs respectent leurs
obligations. D'ailleurs, un seul PV a été dressé. Il
faut faire cesser les rumeurs à ce sujet.
Il faut néanmoins tenir compte des conclusions de
l'enquête du VEV.
Il semble que les employeurs ne connaissent pas
bien le plan Rosetta.
Je rappelle que cette convention peut prendre trois
formes.
Zij kan bestaan uit een loutere voltijdse of halftijdse
arbeidsovereenkomst van bepaalde of onbepaalde
duur. De arbeidsovereenkomst van onbepaalde
duur voor jongeren maakt 50% uit van de
overeenkomsten. Zij kan ook een deeltijdse
arbeidsovereenkomst behelzen met ten minste een
halftijdse arbeidsduur gecombineerd met een
opleiding of bestaan uit een leercontract.
Die waaier van mogelijkheden die het Rosettaplan
biedt, maakt het mogelijk in subregio's waar er te
weinig geschoolde jongeren zijn, de jongeren via
een opleiding of een leercontract te scholen.
De subregionale comités waarin de sociale
partners vertegenwoordigd zijn stellen vast dat er
te weinig jongeren van minder dan 25 jaar oud zijn
die de school minder dan zes maanden geleden
hebben verlaten om alle banen waarvoor
werkzoekenden van minder dan 25 jaar in
aanmerking komen, in te vullen. Gelet op die
schaarste, hebben sommige comités beslist de
werkzoekenden van minder dan 30 jaar oud voor
het Rosettaplan in aanmerking te laten komen. Het
was over die "cascade" dat tal van
onderhandelingen met de gewesten hebben
plaatsgevonden.
Ik ben bereid, overeenkomstig het
interprofessioneel akkoord 2001-2002, teneinde de
verplichting om jongeren tewerk te stellen na te
leven, personen die ten minste sinds een jaar
werkloos zijn en minstens 45 jaar oud zijn, in
Elle peut uniquement consister en un contrat de
travail, à temps plein ou à mi-temps, à durée
déterminée ou à durée indéterminée. Le contrat de
travail à durée indéterminée destiné aux jeunes
représente 50 % des contrats. Elle peut aussi faire
l'objet d'un contrat de travail à temps partiel d'au
moins un mi-temps combiné avec une formation ou
consister en un apprentissage.
Cet éventail de possibilités du plan Rosetta permet,
dans les sous-régions où existe une pénurie de
jeunes ayant certaines qualifications acquises par la
formation ou l'apprentissage, d'assurer la
qualification qui fait défaut.
Les comités subrégionaux où siègent les
partenaires sociaux constatent les pénuries de
jeunes de moins de 25 ans qui ont quitté l'école
depuis moins de six mois afin de prendre en
compte tous les demandeurs d'emploi âgés de
moins de 25 ans. Certains comités, devant
certaines pénuries, ouvrent le plan Rosetta aux
demandeurs d'emploi âgés de moins de 30 ans. Ce
fut la « cascade » qui a fait l'objet de nombreuses
négociations avec les Régions.
Je suis disposée, conformément à l'accord
interprofessionnel 2001-2002, à faire entrer en ligne
de compte, pour respecter l'obligation d'occuper
des jeunes, les chômeurs depuis un an au moins et
âgés de 45 ans au moins, s'il n'y a plus
CRABV 50
COM 357
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
aanmerking te doen komen als er onvoldoende
jongeren beschikbaar zijn. Een en ander zal
kaderen in een reeks maatregelen die ertoe
strekken het werkgelegenheidspeil op te trekken. In
november 2000 waren er in ons land nog 113.438
niet-tewerkgestelde werkzoekenden van minder dan
25 jaar oud, van wie 39.068 in het Vlaams Gewest,
en 190.392 niet-tewerkgestelde werkzoekenden van
minder dan 30 jaar oud, van wie 60.360 in
Vlaanderen.
suffisamment de jeunes disponibles. Cela se fera
dans un ensemble de mesures destinées à
augmenter le taux d'emploi des travailleurs âgés.
En novembre 2000, il y avait encore 113.438
demandeurs d'emploi inoccupés âgés de moins de
25 ans, dont 39.068 en Région flamande, et
190.392 demandeurs d'emploi inoccupés âgés de
moins de 30 ans, dont 60.360 en Flandre.
Het model van de startbanenovereenkomst zal
worden vereenvoudigd. Na verscheidene contacten
met de gewestministers bevoegd voor
werkgelegenheid, is overeengekomen de
reglementeringen voor de individuele opleidingen in
ondernemingen aan te passen zodat zij in het
Rosetta-plan kunnen worden geïntegreerd.
Twee maatregelen komen tegemoet aan de
behoefte de jongeren op te leiden. Ten eerste wordt
de werkgever de mogelijkheid geboden 10% van
het loon van de jongere aan diens opleiding te
besteden. Ten tweede worden de sectoren die een
inspanning leveren op vlak van opleiding of
tewerkstelling vrijgesteld van de verplichting
"Rosetta-overeenkomsten" af te sluiten.
De Centrale Raad voor het bedrijfsleven en de
Nationale Arbeidsraad zullen het plan evalueren. Op
1 april zal worden nagegaan of de particuliere
werkgevers de collectieve verplichting een
percentage jongeren in dienst te hebben, nakomen
en of zij inderdaad 10% van de verloning van de
jongeren aan hun opleiding besteden.
Op 1 september volgt een algemene evaluatie van
het plan, die aan het Parlement zal worden
overgemaakt.
Wat de toepassing van het plan in de openbare
sector betreft, herinner ik eraan dat de procedure
voor de vervanging van de stagiairs uit het oude
systeem is ingezet.
Wat de algemene federale projecten betreft,
hebben mevrouw Durant en ikzelf het voortouw
genomen. Het financieringsbesluit zal echter pas
vrijdag aan de Ministerraad worden voorgelegd,
waarna de inwerkingtreding verder kan worden
voorbereid.
Le modèle de convention de premier emploi sera
simplifié. À la suite de différents contacts avec les
ministres régionaux de l'Emploi, il a été convenu
que les réglementations des formations
individuelles en entreprise seront adaptées de telle
sorte qu'elles puissent s'inscrire dans le plan
Rosetta.
Le besoin de formation des jeunes est aussi couvert
par deux autres mesures : la possibilité offerte à
l'employeur d'affecter 10% de la rémunération du
jeune à sa formation et l'exemption de l'obligation
de conclure des conventions Rosetta pour les
secteurs qui font un effort en matière de formation
ou d'emploi.
Le Conseil central de l'économie et le Conseil
national du travail évalueront le plan.
Le 1
er
avril prochain seront évalués le respect par
les employeurs privés de l'obligation collective
d'occuper un pourcent de jeunes et l'affectation
effective de 10% de la rémunération du jeune à sa
formation.
L'évaluation du 1
er
septembre concernera le plan
dans son ensemble. Cette évaluation sera
transmise au Parlement.
Quant à l'application du plan dans le secteur public,
je rappelle que, pour le remplacement des anciens
stagiaires, la procédure est en cours.
En ce qui concerne les projets globaux fédéraux,
Mme Durant et moi-même avons pris les devants,
mais l'arrêté de financement ne sera déposé qu'au
Conseil des ministres de ce vendredi. A partir de là,
la mise en oeuvre pourra se poursuivre.
07.06 Guy D'haeseleer (VLAAMS BLOK): De
minister houdt halsstarrig vast aan het
oorspronkelijk concept. Ze wijst op de naakte
cijfers,alhoewel die sterk gerelativeerd moeten
worden op basis van de VEV-enquête.
07.06 Guy D'haeseleer (VLAAMS BLOK): La
ministre s'en tient obstinément au concept initial.
Elle souligne les "chiffres bruts" alors qu'il
conviendrait de les relativiser en tenant compte de
l'enquête du VEV.
16/01/2001
CRABV 50
COM 357
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
De minister zal de toepassing van het plan
uitbreiden. Door al die aanpassingen blijft er op de
duur niets over van het oorspronkelijke concept. Wil
men op die manier verdoezelen dat het originele
plan niet deugt?
Ondertussen is er nog steeds geen beleid dat
afgestemd is op de gewesten. Deze regering zal
daar waarschijnlijk geen werk van maken. Dat is
volgens ons nochtans de enige goede weg en wij
zullen dienaangaande een motie indienen.
Elle compte élargir l'application du plan. A la suite
de tous ces aménagements, il ne subsiste
quasiment plus rien du concept initial. Est-ainsi une
manière de cocher le fait que le plan initial n'était
pas bon.
Entre-temps, il n'existe toujours pas de politique qui
tienne compte des Régions. Ce gouvernement ne
mettra vraisemblablement pas une telle politique en
oeuvre. A nos yeux, c'est pourtant la seule bonne
solution et nous déposerons une motion à ce sujet.
07.07 Trees Pieters (CVP): De minister blijft erbij
dat het plan succesvol is. Bepaalde bedrijven
winnen er wel geld bij. Men moet dit echter kaderen
in een algemene loonkostverlaging.
De daling van de jongerenwerkloosheid is te
danken aan de hoogconjunctuur en aan
demografische elementen. Er zijn 60 procent niet-
laaggeschoolden aangeworven. Daarvoor was het
plan niet bedoeld.
Als er nog maar één sanctie werd getroffen, rijst de
vraag of er wel controles werden uitgevoerd. Wat
zal de reactie zijn op bedrijven die de verplichtingen
niet kunnen nakomen? Hoeveel contracten met een
opleiding werden er afgesloten?
Er zijn in Vlaanderen 60.000 werkloze jongeren
volgens de minister, maar zo veel zijn er niet op de
arbeidsmarkt, integendeel, er is krapte. Het VEV-
dossier werd opgesteld vóór de goedkeuring van de
programmawet, die een vereenvoudiging heeft
doorgevoerd. Een evaluatie in september 2001
stemt mij tevreden.
07.07 Trees Pieters (CVP): La ministre maintient
que le plan est un succès. Certaines entreprises
gagnent de l'argent. Il faut cependant resituer les
choses dans le cadre d'une diminution générale des
charges salariales.
La diminution du chômage des jeunes est imputable
à la haute conjoncture et à des éléments
démographiques. On a engagé 60% de non-
qualifiés. Ce n'était pas l'objectif du plan.
Si une seule sanction a été prise, la question se
pose de savoir si des contrôles sont effectués.
Comment réagira-t-on face aux entreprises qui ne
peuvent remplir leurs obligations? Combien a-t-on
conclu de contrats assortis d' une formation,?
Selon la ministre, il y a en Flandre 60000 jeunes
chômeurs alors qu' il n'y en a pas autant sur le
marché de l'emploi! Il y a pénurie de main-d'oeuvre.
Le dossier du VEV avait été rédigé avant l'adoption
de la loi-programme qui prévoit une simplification;
Je me satisfais d'une évaluation en septembre
2001.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heren Koen Bultinck en Guy D'haeseleer en luidt als
volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Guy
D'haeseleer en mevrouw Annemie Van de Casteele
en het antwoord van de vice-eerste minister en
minister van Werkgelegenheid,
vraagt de regering
1. de overdracht van het volledige
tewerkstellingsbeleid naar de gewesten voor te
bereiden;
2. in afwachting hiervan de modaliteiten van het
startbanenplan aan te passen teneinde te verhelpen
aan de perverse effecten voor Vlaanderen."
Une motion de recommandation a été déposée par
MM. Koen Bultinck et Guy D'haeseleer et est
libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Guy
D'haeseleer et Mme Annemie Van de Casteele
et la réponse de la vice-première ministre et
ministre de l'Emploi,
demande au gouvernement
1. de préparer le transfert intégral de la politique en
matière d'emploi aux Régions;
2. dans l'attente de ce transfert, d'adapter les
modalités du plan de "premier emploi" afin de
remédier aux effets pervers produits en Flandre par
le plan actuel."
CRABV 50
COM 357
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Pierrette Cahay-André en Maggie De Block
en de heren Hans Bonte, Paul Timmermans en
Bruno Van Grootenbrulle.
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes
Pierrette Cahay-André et Maggie De Block et MM.
Hans Bonte, Paul Timmermans et Bruno Van
Grootenbrulle.
Over de moties zal later worden gestemd.
De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
08 Mondelinge vraag van mevrouw Simonne
Creyf aan de vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de gelijkstelling van
stagiairs met werknemers wat de
arbeidsbescherming betreft" (nr. 3077)
08 Question orale de Mme Simonne Creyf à la
vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur
"l'assimilation des stagiaires aux travailleurs en
ce qui concerne la protection au travail" (n° 3077)
08.01 Simonne Creyf (CVP): Ook stagiairs vallen
onder de wet van 1996 op het welzijn van
werknemers bij de uitvoering van hun werk. Dat
heeft onder meer als concreet gevolg dat de
studenten verpleegkunde en verzorging moeten
onderworpen worden aan een medisch onderzoek.
Stage-instellingen blijken deze verplichting op
velerlei wijze te ontwijken. Sommige sturen hun
studenten naar de gratis medische inspectie van het
onderwijs, andere verhalen de kosten op de
onderwijsinstelling, met de belofte ze later terug te
betalen.
Is de minister op de hoogte van deze praktijken?
Hoe zijn ze mogelijk?
Een aantal stage-instellingen blijkt te weigeren om
de kosten voor het medisch onderzoek terug te
betalen aan de betrokkenen onderwijsinstellingen.
De stage-instellingen, worden beschouwd als de
werkgever van de stagiair en moeten de kosten
dragen van het medisch onderzoek. Gaat de
minister hiermee akkoord? Het KB van 3 mei 1999
voorziet dat de werkgever de stagiair aan een
medisch onderzoek moet onderwerpen op elke
nieuwe stageplaats. Dit betekent een grote kost
voor de stage-instellingen die hiervoor geen
tegemoetkomingen ontvangen. Hoe wil de minister
een einde stellen aan deze problematiek?
08.01 Simonne Creyf (CVP): Les stagiaires
tombent également sous l'application de la loi de
1996 relative au bien-être des travailleurs dans le
cadre de l'exécution de leur travail. Une des
conséquences concrètes de cet état de choses est
que les étudiants en art et soins infirmiers doivent
subir un examen médical. Or, il s'avère que nombre
d'établissements de stage éludent cette obligation
de multiples manières. Certains envoient leurs
étudiants à la visite médicale organisée
gratuitement par l'enseignement, d'autres font payer
cette visite médicale aux établissements
d'enseignement en leur promettant de les
rembourser ultérieurement.
Le ministre est-il informé de ces pratiques ? Sont-
elles permises ?
Une série d'établissements de stage refusent de
rembourser le coût de l'examen médical aux
établissements d'enseignement concernés, les
établissements de stage étant considérés comme
les employeurs des stagiaires et étant tenus à ce
titre de supporter les coûts de la visite médicale. Le
ministre approuve-t-il ce principe ? L'arrêté royal du
3 mai 1999 prévoit que les employeurs ont
l'obligation de faire passer une visite médicale à
leurs stagiaires chaque fois que ceux-ci travaillent
dans un nouveau lieu de stage. Il en découle un
coût important à charge des établissements de
stage qui ne reçoivent aucune intervention pour
couvrir ces frais. Comment le ministre envisage-t-il
de mettre un terme à ce problème ?
08.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn
van de werknemers bij de uitvoering van hun werk
stelt stagiairs gelijk met werknemers. De stagiairs in
verzorgingsinstellingen zijn blootgesteld aan
professionele gezondheidsrisico's en zijn
onderworpen aan preventie- en
beschermingsmaatregelen. De instelling waar de
stagiair stage loopt geldt als werkgever. Stagiairs
lopen echter vaak stage in verschillende instellingen
08.02 Laurette Onkelinx , ministre (en
néerlandais): La loi du 4 août 1996 relative au bien-
être des travailleurs dans le cadre de l'exécution de
leur travail assimile les stagiaires aux travailleurs.
Les stagiaires affectés à des établissements de
soins sont exposés à des risques sanitaires
professionnels et sont soumis à des mesures de
prévention et de protection. L'établissement où le
stagiaire accomplit son stage est considéré comme
l'employeur de celui-ci. Cependant, les stagiaires
16/01/2001
CRABV 50
COM 357
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
gedurende een schooljaar en de risico's kunnen
verschillen van instelling tot instelling.
accomplissent souvent leur stage dans plusieurs
établissements au cours d'une année scolaire et les
risques auxquels ils sont exposés peuvent varier
d'un établissement à l'autre.
(Frans) Bovendien beschikt de Dienst voor
preventie en bescherming op het werk noch over
het personeel, noch over de middelen om zich over
duizenden stagiairs te ontfermen. Die last kan
redelijkerwijs ook niet op de werkgevers
afgeschoven worden. Ik denk er dan ook over de
examens aan de diensten van de
schoolgeneeskunde toe te vertrouwen. De
schoolartsen zouden daartoe een basisopleiding
krijgen. Als de mogelijkheid bestaat dat de stagiair
aan bijzondere risico's wordt blootgesteld, zou de
dienst voor preventie en bescherming op het werk
bijkomende examens organiseren, waarvan de
kosten ten laste van de werkgever zouden komen.
De teksten zitten in de pijplijn en worden thans
besproken door een werkgroep, waarbij ook de
gemeenschappen betrokken zijn. Een en ander
moet bij het begin van het volgende schooljaar
operationeel zijn.
(En français): De plus, le service pour la prévention
et la protection au travail ne dispose pas du
personnel pour s'occuper de plusieurs milliers de
stagiaires, ni d'un budget suffisant. Il n'est pas
raisonnable de faire supporter cette charge aux
employeurs.
Dès lors, j'envisage de faire assurer les examens
par les services de la médecine scolaire. Les
médecins scolaires recevraient une formation de
base.
Si le stagiaire peut être exposé à des risques
particuliers, le service de la prévention et de la
protection au travail organiserait les examens
complémentaires dont le coût serait à charge de
l'employeur.
Les textes sont en préparation et sont discutés
dans un groupe de travail auquel les Communautés
sont associées. Mon intention est de faire en sorte
que le dispositif soit opérationnel, dès la prochaine
rentrée scolaire.
08.03 Simonne Creyf (CVP): Ik ben blij dat we
beiden erkennen dat preventie belangrijk is en dat
de materie complex is. Ik hoor dat een werkgroep
bezig is een voorstel te formuleren en hoop dat dit
snel zal gebeuren.
08.03 Simonne Creyf (CVP): Je constate avec
satisfaction que nous sommes toutes les deux
d'avis que la prévention est importante et que la
matière est complexe. J'apprends qu'un groupe de
travail prépare une proposition et j'espère qu'il
aboutira rapidement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Mondelinge vraag van mevrouw Greta
D'Hondt aan de vice-eerste minister en minister
van Werkgelegenheid en aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de overdracht van een bedrag van 500
miljoen frank van de algemene uitgavenbegroting
naar de financiële tegemoetkomingen van de
Federale Staat aan de Gewesten" (nr. 3111)
09 Question orale de Mme Greta D'Hondt à la
vice-première ministre et ministre de l'Emploi et
au vice-premier ministre et ministre du Budget,
de l'Intégration sociale et de l'Economie sociale
sur "le transfert d'un montant de 500 millions de
francs du budget général des dépenses vers les
interventions financières de l'Etat fédéral en
faveur des Régions" (n° 3111)
09.01 Greta D'Hondt (CVP): In de algemene
uitgavenbegroting voor het jaar 2000 staat een niet-
gesplitst provisioneel krediet ingeschreven ten
belope van 500 miljoen frank, bestemd voor
allerhande uitgaven in verband met de uitvoering
van het startbanenplan op het niveau van de
federale overheid.
In een KB van 14 december 2000 wordt dit bedrag
van 500 miljoen overgedragen naar programma 23-
56-8 inzake de financiële tegemoetkomingen aan
de gewesten. Het bedrag wordt verbonden met de
basisallocatie inzake de eenmalige tussenkomst
voor de samenwerkingsakkoorden tussen de
09.01 Greta D'Hondt (CVP): Le budget général
des dépenses pour l'année 2000 prévoit un crédit
provisionnel non dissocié d'un montant de 500
millions de francs pour des dépenses de toute
nature liées à la mise en oeuvre du plan fédéral
relatif aux conventions de premier emploi.
Un arrêté royal du 14 décembre 2000 tranfère ce
montant de 500 millions de francs au programme
23.56-8 relatif aux interventions financières aux
Régions. Le montant est lié à l'allocation de base
pour l'intervention unique pour les accords de
coopération entre l'Etat fédéral et les Régions et
CRABV 50
COM 357
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
federale staat en de gewesten of de
gemeenschappen over de
startbaanovereenkomsten.
Maakte deze overdracht deel uit van een
aanpassing ten gevolge van een
begrotingscontrole? Waarom werd deze techniek
gebruikt? Onder welke voorwaarden wordt dit
bedrag ter beschikking gesteld van de gewesten of
de gemeenschappen? Welke concrete
inspanningen hebben zij geleverd of welke te
bewijzen financiële lasten hebben zij op zich
genomen in het kader van het
samenwerkingsakkoord tussen hun en de federale
overheid? Welke verdeelsleutel wordt er
gehanteerd voor de verdeling van deze 500 miljoen
tussen de gewesten en de gemeenschappen?
Communautés concernant les conventions de
premier emploi.
Ce transfert fait-il partie d'un ajustement réalisé à la
suite d'un contrôle budgétaire? Pourquoi avoir opté
pour cette technique? Sous quelles conditions le
montant en question est-il mis à la disposition des
Communautés et des Régions? Quels efforts
concrets ont-elles réalisé ou quelles charges
financières ont-elles assumé dans le cadre de
l'accord de coopération conclu avec l'Etat fédéral?
Sur la base de quelle clé le montant de 500 millions
de francs sera-t-il réparti entre les Communautés et
les Régions?
09.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De 500
miljoen voor de indienstneming van jonge
werkzoekenden in het kader van de algemene
federale plannen worden vanaf vandaag ter
beschikking gesteld van de gemeenschappen en de
gewesten. De samenwerkingsakkoorden die tussen
de federale staat, de gemeenschappen en de
gewesten zijn gesloten, voorzien in de volgende
verdeling: van het algemeen bedrag van 500
miljoen voor 684 banen, wordt 46.257.750 frank
voor 63 banen aan de Franse Gemeenschap
toegekend, 2.912.750 frank voor 7 banen aan de
Duitstalige gemeenschap, 52. 866.000 frank voor
72 banen aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,
166.674.750 frank voor 227 banen aan het Waalse
Gewest en 231.288.750 frank voor 315 banen aan
het Vlaamse Gewest.
Er werd over de verdeelsleutel onderhandeld en de
gewesten en gemeenschapen gaven terzake hun
akkoord. Wij zullen nagaan of het totale budget dat
voor die 684 banen is gepland en waarvoor werd
uitgegaan van een kostprijs van 734.250 frank per
baan, toereikend is. Het betreft hier een gemiddeld
bedrag aangezien de begrotingsvastleggingen pas
later worden plaatsvinden. De gewesten en
gemeenschappen kunnen dus vanaf nu tot de
vastleggingen overgaan.
09.02 Laurette Onkelinx, ministre (En français):
Les 500 millions sont, dès à présent, à la disposition
des Communautés et des Régions pour
l'engagement de jeunes demandeurs d'emploi dans
le cadre des plans globaux fédéraux.
Les accords de coopération conclu entre l'Etat
fédéral, les Communautés et les Régions prévoient
l'attribution des montants suivants : sur une base de
684 emplois correspondant au montant global de
500 millions, 63 emplois pour 46.257.750 francs
vont à la Communauté française, 7 emplois pour
2.912.750 francs à la Communauté germanophone,
72 emplois pour 52.866.000 francs à la Région de
Bruxelles-Capitale, 227 emplois pour 166.674.750
francs à la Région wallonne et, enfin, 315 emplois
pour 231.288.750 francs à la Région flamande.
Cette clef de répartition a été négociée et a reçu
l'accord des Régions et Communautés. Nous
verrons si les montants prévus suffisent pour
prendre en charge les 684 emplois. Ils représentent
734.250 francs par emploi. C'est un montant
moyen, parce que les engagements budgétaires
n'auront lieu qu'ultérieurement.
Les Régions et les Communautés peuvent donc
procéder, dès à présent, aux engagements.
09.03 Greta D'Hondt (CVP): Deze opheldering
doet meteen nieuwe vragen rijzen. De 500 miljoen
is dus bestemd voor de ondersteuning van het
startbanenplan, meer precies voor de effectieve
tewerkstelling - het gaat om 680 arbeidsplaatsen -
bij de gewesten en gemeenschappen. Eigenlijk
financieren we met 500 miljoen frank van de
federale begroting arbeidsplaatsen bij de gewesten
en gemeenschappen. Heb ik dat goed begrepen?
09.03 Greta D'Hondt (CVP): Cette clarification
appelle aussitôt de nouvelles questions. Les cinq
cents millions concernés sont donc destinés à
assurer une meilleure assise financière au plan
concernant les conventions de premier emploi, en
particulier pour ce qui regarde l'emploi effectif des
jeunes bénéficiaires puisque 680 emplois sont en
jeu dans les Régions et les Communautés. Au fond,
nous finançons des emplois régionaux et
communautaires en puisant 500 millions dans le
budget fédéral. Ai-je bien compris cet élément ?
16/01/2001
CRABV 50
COM 357
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
09.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
gemeenschappen en de gewesten hebben hun
eigen verplichtingen. Wij hebben voor de gewesten
en de gemeenschappen in vastleggingen voorzien
op federale kredieten voor specifieke projecten
zoals bijvoorbeeld het stedenbeleid. In de
uitvoeringsbesluiten wordt duidelijk gesteld dat de
minister van Tewerkstelling en Arbeid nagaat of de
gemeenschappen en de gewesten hun
verplichtingen inzake startbaanovereenkomsten
nakomen. Het budget van 500 miljoen zal pas
worden losgemaakt als aangetoond is dat de
gewesten en de gemeenschappen de projecten in
de samenwerkingsakkoorden ten uitvoer brengen.
09.04 Laurette Onkelinx , ministre (en français):
Les Communautés et les Régions ont leurs propres
obligations. Nous avons prévu des engagements
sur des crédits fédéraux au profit des Régions et
des Communautés pour la réalisation de projets
spécifiques comme, par exemple, la politique de la
ville.
Les arrêtés royaux d'exécution précisent que la
ministre de l'Emploi vérifiera que les Communautés
et les Régions respectent leurs engagements en
matière de convention de premier emploi.
Le budget de 500 millions ne sera libéré que sur
présentation des preuves que les Régions et
Communautés appliquent les projets repris dans les
accords de coopération.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Mondelinge vraag van mevrouw Greta
D'Hondt aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "de uitvoering van het advies
nr. 1330 van de Nationale Arbeidsraad over de
inhoudingen op de invaliditeitsuitkeringen en de
brugpensioenen" (nr. 3112)
10 Question orale de Mme Greta D'Hondt au
ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "l'exécution de l'avis n° 1330 du CNT relatif
aux retenues sur les indemnités d'invalidité et de
prépensions" (n° 3112)
10.01 Greta D'Hondt (CVP): In het advies nr. 1330
van 19 december 2000 betreffende een inhouding
op invaliditeitsuitkeringen en brugpensioenen
vragen de sociale partners aan de regering om de
drempelbedragen inzake aanvullende vergoedingen
aan te passen ten gunste van bejaarde werknemers
indien zij werden ontslagen op 1 januari 2000. De
sociale partners vragen zich af of een KB niet zou
kunnen voorzien in een formule van automatische
aanpassing telkens de Nationale Arbeidsraad
beslist om de aanvullende vergoeding te verhogen.
De sociale partners vragen ook de uitvoering van
het eenjarig advies van de RVA dat voorziet in de
samenvoeging van diverse wettelijke inhoudingen.
Zij vragen tevens om de uitvoeringsmaatregelen
van dit advies gelijktijdig van kracht te laten worden.
Welk gevolg zal de minister geven aan de adviezen
van de Nationale Arbeidsraad?
10.01 Greta D'Hondt (CVP): Dans l'avis n° 1330
du 19 décembre 2000 relatif aux retenues sur les
indemnités d'invalidité et de prépensions, les
partenaires sociaux demandent au gouvernement
d'adapter les montants minimums des allocations
complémentaires des travailleurs âgés licenciés au
1
er
janvier 2000. Les partenaires sociaux
demandent s'il ne serait pas possible de prévoir, par
la voie d'un arrêté royal, une formule d'adaptation
automatique chaque fois que le Conseil national du
travail décide de majorer l'allocation
complémentaire.
Les partenaires sociaux demandent également que
l'avis unanime de l'ONEM, qui prévoit la fusion des
différentes retenues légales soit suivi d'effets. Ils
souhaitent aussi que les mesures d'exécution de
cet avis entrent en vigueur simultanément.
Quelles suites la ministre donnera-t-il aux avis du
Conseil national du travail ?
10.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Op 20 december jongstleden is het advies nr. 1330
van de NAR aan mij overgemaakt. Zowel de
drempelbedragen van het advies nr. 1296 voor het
jaar 2000 als die van het advies nr. 1330 voor het
jaar 2001 zullen aangepast worden door hetzelfde
KB. Daartoe hebben de bevoegde diensten al de
nodige instructies gekregen.De ontwerpen van KB
zullen deze maand nog voorgelegd worden aan de
Ministerraad.
10.02 Laurette Onkelinx , ministre (en
néerlandais) : L'avis n° 1330 m'a été remis le 20
décembre dernier. Tant les montants minimum de
l'avis n° 1296 pour l'année 2000 que ceux de l'avis
n° 1330 pour l'année 2001 seront adaptés par le
même arrêté royal. Les services compétents ont
reçu les instructions nécessaires à cet effet. Les
projets d'arrêté royal seront présenté ce mois-ci
encore au Conseil des ministres.
CRABV 50
COM 357
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
(Frans) De andere kwesties moeten grondig
onderzocht worden. Het voorstel strekt ertoe de
zaak te vereenvoudigen, en dus te verbeteren.
Niettemin werd er geen gevolg gegeven aan het
voorstel, dat mijn voorgangster werd voorgelegd.
Wij gaan thans na waarom niet. Aangezien er
reglementen worden overgenomen en mijn collega
van Pensioenen voor een daarvan bevoegd is,
buigen wij ons samen over de kwestie. De dienst
voor de Administratieve Vereenvoudiging wordt bij
dat onderzoek betrokken.
De oplossing waarvoor uiteindelijk gekozen wordt,
zal binnen een ruim kader worden
geïmplementeerd; ook de voordelen in het kader
van de pseudo-brugpensioenregelingen zullen
daaronder vallen. Voor de automatische aanpassing
is een wetswijziging vereist, net als voor de
toepassing van de bijdragen op de pseudo-
brugpensioenregelingen. Er zal dienaangaande dan
ook een wetsontwerp worden ingediend bij het
Parlement.
(En français) Un examen approfondi des autres
questions est nécessaire. La proposition vise à
simplifier, donc à améliorer, la situation.
Cependant, cette proposition faite à mon
prédécesseur n'a pas été retenue. Nous vérifions
les raisons de ce refus. En outre, comme il s'agit de
reprendre deux textes réglementaires dont l'un est
de la compétence de mon collègue des Pensions,
nous étudions ensemble la question. Le service de
la simplification administrative est associé à cet
examen.
La solution choisie aura un cadre d'application
étendu. Il reprendra aussi les avantages octroyés
dans le cadre des régimes de pseudo-prépension.
Quant à la formule d'adaptation automatique, elle
requiert une modification de la loi. C'est le cas aussi
de l'application des cotisations sur des
arrangements de pseudo-prépension.
Un projet de loi sera soumis au Parlement.
10.03 Greta D'Hondt (CVP): Het advies van de
RVA kan al worden uitgevoerd zonder de
problematiek van de pseudo-brugpensioenen te
laten bestuderen. Ik vind zo'n studie zeker op zijn
plaats, maar vind dat ze losgekoppeld moet blijven
van de uitvoering van het advies van het
beheerscomité van de RVA. Ik blijf deze materie
opvolgen.
10.03 Greta D'Hondt (CVP): L'avis de l'ONEM
peut déjà être demandé sans faire étudier la
question des pseudo -préretraites. Je pense qu'une
telle étude est pertinente mais qu'elle doit se faire
indépendamment de l'avis du comité de gestion de
l'ONEM. Je continuerai à suivre cette matière.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Mondelinge vraag van mevrouw Greta
D'Hondt aan de vice-eerste minister en minister
van Werkgelegenheid over "de aangebrachte
verbetering aan de uitslagen van de sociale
verkiezingen van 1995" (nr. 3113)
11 Question orale de Mme Greta D'Hondt à la
vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur
"la correction apportée aux résultats des
élections sociales de 1995" (n° 3113)
11.01 Greta D'Hondt (CVP): Op het ogenblik dat
de officiële uitslag van de sociale verkiezingen 2000
moest worden goedgekeurd, eiste het ABVV een
aanpassing van de uitslag van 1995. Het zou na vijf
jaar een fout hebben ontdekt bij Caterpillar in
Charleroi. Een correctie zou betekenen dat het
ABVV in 2000 winst zou boeken. Tot mijn grote
consternatie verneem ik dat de officiële uitslag van
1995 inderdaad zou zijn aangepast. Zo zullen
officiële uitslagen altijd betwistbaar blijven. Welke
bewijsstukken waren er overigens? Was het PV van
1995 onjuist?
Werd de uitslag van 1995 in 2000 aangepast?
Gebeurde dat op basis van foutieve uitslagen bij
Caterpillar? Op basis van welke bewijsstukken werd
de nieuwe uitslag van 1995 vastgesteld?
11.01 Greta D'Hondt (CVP): Au moment
d'approuver les résultats des élections sociales de
2000, la FGTB demande que les résultats de 1995
soient adaptés. Elle aurait décelé une erreur chez
Caterpillar, à Charleroi, après cinq ans. Une
correction impliquerait que la FGTB serait en
progression en 2000. À ma grande consternation,
j'apprends que les résultats de 1995 seraient en
effet adaptés. Les résultats officiels seront toujours
contestables. De quelles preuves disposait-on ? Le
PV de 1995 était-il incorrect ?
Les résultats de 1995 ont-ils été adaptés en 2000 ?
Cela s'est-il passé sur la base de résultats erronés
à Caterpillar ? Sur la base de quelles preuves cette
erreur a-t-elle été constatée ? Sur la base de
16/01/2001
CRABV 50
COM 357
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
quelles preuves a-t-on établi les nouveaux résultats
de 1995 ?
11.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Tijdens
een vergadering van het begeleidingscomité voor
de sociale verkiezingen van 2000, heeft de FGTB
de administratie van Tewerkstelling en Arbeid
meegedeeld dat tijdens die sociale verkiezingen van
1995 bij het encoderen van de resultaten voor
CATERPILLAR een fout werd gemaakt.
In dat bedrijf werden toen meer stemmen
uitgebracht dan er werknemers waren. De
bevoegde administratie stelde vast dat in het
voormelde bedrijf een fout werd gemaakt bij het
encoderen van de FGTB-stemmen. Hoewel het
computerprogramma de fout had gesignaleerd,
werden de geëncodeerde gegevens gevalideerd.
De fout gebeurde niet op ondernemingsniveau
maar op het ogenblik van het encoderen van de
regionale gegevens. Ze had invloed op de
stemmenaantallen in de betrokken sector en ook op
het totaal aantal stemmen voor alle organisaties.
De kwestie is tijdens de vergaderingen van het
begeleidingscomité besproken. Aangezien terzake
geen consensus werd bereikt, heb ik beslist om de
publicatie van de officiële resultaten op de website
van het departement Werkgelegenheid van een
commentaar te vergezellen, in plaats van de
resultaten van 1995 aan te passen. De website
vermeldt zowel de oorspronkelijke cijfers voor 1995,
die door het begeleidingscomité zijn goedgekeurd
als de gecorrigeerde cijfers die behalve een juiste
vergelijking van de scores die de vakorganisaties
die in 1995 aan de sociale verkiezingen deelnamen,
behaalden ook een beeld geven van de omvang
van de fout.
De fout slaat alleen op het aantal stemmen. Wat de
zetels betreft, zijn de resultaten volledig correct.
De resultaten van Caterpillar-Charleroi voor
2000werden tweemaal nagekeken en werden door
het begeleidingscomité goedgekeurd.
11.02 Laurette Onkelinx , ministre (en français) :
Lors d'une réunion du Comité d'accompagnement
des élections sociales 2000, la FGTB a porté à la
connaissance de l'administration de l'Emploi qu'une
erreur avait été commise à l'occasion des élections
sociales 1995, dans l'encodage des résultats de
l'entreprise CATERPILLAR.
Le nombre de votants était supérieur au nombre de
travailleurs. L'administration des relations
individuelles a constaté qu'une erreur d'encodage
avait été commise dans ladite entreprise pour une
organisation, la FGTB. Le programme informatique
avait signalé l'erreur mais l'encodage avait été
néanmoins validé.
Ce n'est pas au niveau de l'entreprise que l'erreur a
été commise, mais au moment de l'encodage
régional. Elle a influencé les chiffres électoraux en
voix dans le secteur économique et a eu une
incidence sur le total des résultats en voix pour
toutes les organisations.
Lors des réunions du Comité d'accompagnement,
cette question a fait l'objet d'une discussion. Vu
l'absence de consensus, j'ai décidé, non de
changer les résultats 1995, mais d'apporter une
remarque à l'occasion de la publication des
résultats officiels sur le site internet du département
de l'Emploi. Apparaissent sur le site les chiffres
originaires de 1995 approuvés par le Comité
d'accompagnement et les chiffres corrigés qui
permettent de procéder à une comparaison des
résultats obtenus par les différentes organisations,
ainsi qu'une observation relative à l'erreur.
Seuls les résultats en voix sont concernés par
l'erreur, les résultats en sièges étant tout à fait
corrects.
Quant aux résultats 2000 de l'entreprise
CATERPILLAR de Charleroi, ils ont été vérifiés à
deux reprises et approuvés par le Comité
d'accompagnement.
11.03 Greta D'Hondt (CVP): Ik ben blij dat het
proces-verbaal geen enkele fout bevatte. Het blijft
bizar dat de direct betrokkenen pas tot bepaalde
vaststellingen komen als dat voor hen opportuun is.
11.03 Greta D'Hondt (CVP): Je me réjouis de ce
que le procès-verbal ne comportait aucune erreur. Il
est pour le moins étrange que les personnes
directement concernées n'arrivent à certaines
constatations que quand cela les arrange.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRABV 50
COM 357
16/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 16.34 uur.
La réunion publique de commission est levée à
16.34 heures.