KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 293
CRABV 50 COM 293
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
dinsdag mardi
14-11-2000 14-11-2000
10:00 uur
10:00 heures
CRABV 50
COM 293
14/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde mondelinge vragen van
- de heer Willy Cortois aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de toekomstige
federale politiestructuur, meer bepaald in Brussel,
Halle en Vilvoorde" (nr. 2556)
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de politiehervorming in
Halle-Vilvoorde" (nr. 2657)
1
Questions orales jointes de
- M. Willy Cortois au ministre de l'Intérieur sur 'la
future structure de la police fédérale, plus
particulièrement à Bruxelles, Hal et Vilvorde' (n°
2556)
- M. Bart Laeremans au ministre de l'Intérieur sur
'la réforme de la police à Hal-Vilvorde' (n° 2657)
1
Sprekers: Willy Cortois, Bart Laeremans,
Antoine Duquesne, minister van
Binnenlandse Zaken
Orateurs: Willy Cortois, Bart Laeremans,
Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur
Mondelinge vraag van Mevr. Karine Lalieux aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
heroriëntering van het regeringsbeleid inzake de
veiligheidscontracten" (n°2567)
2
Question orale de Mme Karine Lalieux au ministre
de l'Intérieur sur "la réorientation de la politique
gouvernementale en matière de contrats de
sécurité" (n°2567).
2
Sprekers:
Karine Lalieux, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Karine Lalieux, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Mondelinge vraag van de heer Karel Van
Hoorebeke aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "de omschakeling van een landelijk
politiekorps naar een politiekorps met stedelijk
karakter" (nr. 2580)
4
Question orale de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de l'Intérieur sur "la transformation d'un
corps de police rural en un corps de police à
caractère urbain" (n° 2580)
4
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Interpellatie van de h. Jacques Simonet tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "De
hervorming van de politiediensten" (nr. 531)
4
Interpellation de M. Jacques Simonet au ministre
de l'Intérieur sur "La réforme des polices" (n° 531)
4
Sprekers: , Antoine Duquesne, minister van
Binnenlandse Zaken , Jean-Pierre
Detremmerie, Filip Anthuenis
Orateurs: , Antoine Duquesne, ministre de
l'Intérieur , Jean-Pierre Detremmerie, Filip
Anthuenis
Interpellatie van de heer Richard Fournaux tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
bijkomende kosten van de eenheidspolitie" (nr.
520)
8
Interpellation de M. Richard Fournaux au ministre
de l'Intérieur sur "sur les coûts supplémentaires
engendrés par la police unifiée" (n° 520)
8
Sprekers:
Richard Fournaux, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
, Jean-Pierre Detremmerie
Orateurs:
Richard Fournaux, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur , Jean-
Pierre Detremmerie
Moties
10
Motions
10
Mondelinge vraag van de heer Jean-Pierre
Detremmerie aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "de proefpolitiezones" (nr. 2607).
10
Question orale de M. Jean-Pierre Detremmerie au
ministre de l'Intérieur sur "les zones de police
`pilotes'" (n° 2607).
10
Sprekers: Jean-Pierre Detremmerie, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
, Richard Fournaux
Orateurs: Jean-Pierre Detremmerie, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur , Richard
Fournaux
Mondelinge vraag van de heer Jo Vandeurzen
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
creatie van een operationele eenheid van de
civiele bescherming in de provindie Limburg" (nr.
2597)
11
Question orale de M. Jo Vandeurzen au ministre
de l'Intérieur sur "la création d'une unité
opérationnelle de la protection civile dans la
province du Limbourg" (n° 2597)
11
Sprekers:
Jo Vandeurzen, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Jo Vandeurzen, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
14/11/2000
CRABV 50
COM 293
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Mondelinge vraag van de heer Marcel Hendrickx
aan de minister van Binnenlandse Zaken over
"het uitvoeringsbesluit op de wet tot invoering van
gemeentelijke administratieve sancties" (nr 2609)
12
Question orale de M. Marcel Hendrickx au
ministre de l'Intérieur sur "l'arrêté d'exécution de
la loi relative aux sanctions administratives dans
les communes" (n° 2609)
12
Sprekers:
Marcel Hendrickx, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Marcel Hendrickx, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Mondelinge vraag van de heer Bart Laeremans
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
blijvende bezetting van de Brusselse
Begijnhofkerk door illegalen en het uitblijven van
enige reactie dienaangaande vanwege de
gemeentelijke en federale overheden" (nr 2624)
13
Question orale de M. Bart Laeremans au ministre
de l'Intérieur sur "l'occupation persistante de
l'église du Béguinage à Bruxelles par des illégaux
et l'absence de toute réaction de la part des
autorités communales et fédérales" (n° 2624)
13
Sprekers:
Bart Laeremans, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Bart Laeremans, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Mondelinge vraag van de heer Bart Laeremans
aan de minister van Binnenlandse Zaken over
"zijn niet-optreden tegen de burgemeester van
Brussel-stad, die nochtans het democratische
controlerecht van de Vlaamse oppositie
systematisch onmogelijk maakt" (nr 2625)
14
Question orale de M. Bart Laeremans au ministre
de l'Intérieur sur "la non-intervention du ministre
vis-à-vis du bourgmestre de Bruxelles-ville qui
rend impossible de façon systématique le droit de
contrôle démocratique de l'opposition flamande"
(n° 2625)
14
Sprekers:
Bart Laeremans, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Bart Laeremans, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Mondelinge vraag van de heer Bart Laeremans
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
aanstelling van een Nederlandsonkundige
plaatsvervanger van de burgemeester van
Brussel-stad" (nr 2626)
15
Question orale de M. Bart Laeremans au ministre
de l'Intérieur sur "la nomination d'une personne
ne parlant pas le néerlandais comme suppléant
du bourgmestre de Bruxelles-ville" (n° 2626)
15
Sprekers:
Bart Laeremans, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Bart Laeremans, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Mondelinge vraag van de heer Yves Leterme aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
samenvoeging van de Gerechtelijke Politie en de
BOB van de Rijkswacht tot de gedeconcentreerde
eenheden van de Federale Politie in de
gerechtelijke arrondissementen Veurne en Ieper"
(nr 2627)
17
Question orale de M. Yves Leterme au ministre de
l'Intérieur sur "la fusion de la police judiciaire et de
la BSR de la gendarmerie en unités
déconcentrées de la police fédérale dans les
arrondissements judiciaires de Furnes et
d'Ypres"(n° 2627)
17
Sprekers: Yves Leterme, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Yves Leterme, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
Mondelinge vraag van de heer Pieter De Crem
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
chaos bij de aangiften van de
verkiezingsuitgaven" (nr 2642)
18
Question orale de M. Pieter De Crem au ministre
de l'Intérieur sur "le chaos en matière de
déclarations des dépenses électorales"(n°2642)
18
Sprekers:
Pieter De Crem, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
, Yves Leterme, Paul Tant
Orateurs:
Pieter De Crem, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur , Yves
Leterme, Paul Tant
Mondelinge vraag van de heer Pieter De Crem
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
voorbereiding van de benoeming van
burgemeesters" (nr 2643)
19
Question orale de M. Pieter De Crem au ministre
de l'Intérieur sur "la préparation de la nomination
des bourgmestres" (n° 2643)
19
Sprekers:
Pieter De Crem, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Pieter De Crem, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Mondelinge vraag van de heer Karel Van
Hoorebeke aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "de minimumnormen voor de
personeelsbezetting van de toekomstige
politiezones" (nr 2639)
21
Question orale de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de l'Intérieur sur "les normes minimales
d'occupation du personnel dans les futures zones
de police" (n° 2639)
21
CRABV 50
COM 293
14/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
iii
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
CRABV 50
COM 293
14/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTÉRIEUR,
DES AFFAIRES GÉNÉRALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
DINSDAG
14
NOVEMBER
2000
10:00 uur
______
du
MARDI
14
NOVEMBRE
2000
10:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 10.14 uur door
de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.14 heures par M. Paul
Tant , président.
01 Samengevoegde mondelinge vragen van
- de heer Willy Cortois aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de toekomstige
federale politiestructuur, meer bepaald in
Brussel, Halle en Vilvoorde" (nr. 2556)
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de politiehervorming
in Halle-Vilvoorde" (nr. 2657)
01 Questions orales jointes de
- M. Willy Cortois au ministre de l'Intérieur sur 'la
future structure de la police fédérale, plus
particulièrement à Bruxelles, Hal et Vilvorde' (n°
2556)
- M. Bart Laeremans au ministre de l'Intérieur sur
'la réforme de la police à Hal-Vilvorde' (n° 2657)
01.01 Willy Cortois (VLD): Volgens de wet van 7
december 1998 tot oprichting van een
geïntegreerde politiedienst zal de federale politie
per gerechtelijk arrondissement gedeconcentreerde
eenheden van bestuurlijke en gerechtelijke politie
omvatten. Dat geldt dus ook voor Brussel-Halle-
Vilvoorde. De rijkswacht heeft er nu een
operationele eenheid in Asse, die goed samenwerkt
met de gemeentebesturen. Te vrezen valt dat er
voor het arrondissement één directeur-coördinator
zou komen. Het criminaliteitsbeeld van het landelijk
gebied verschilt sterk van dat van het stedelijk
gebied.
Wat is de stand van zaken? Blijft de operationele
structuur in Asse verder werken, onafhankelijk van
Brussel?
01.01 Willy Cortois (VLD): Conformément à la loi
du 7 décembre 1998 organisant un service de
police intégré, la police fédérale comprendra dans
chaque arrondissement judiciaire des unités
déconcentrées de la police administrative et
judiciaire. Cela sera donc également le cas à
Bruxelles-Hal-Vilvorde. La gendarmerie dispose
actuellement d'une unité opérationnelle à Asse qui
collabore efficacement avec les autorités
communales. On peut craindre que l'on nomme un
seul directeur-coordinateur pour cet
arrondissement. Or, la criminalité des régions
rurales est très différente de celle des zones
urbaines.
Où en est la situation ? La structure opérationnelle
continuera-t-elle à fonctionner à Asse,
indépendamment de Bruxelles ?
01.02 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Er blijft
onduidelijkheid bestaan over de politiehervorming in
Halle-Vilvoorde. Volgens de eerste minister zou de
gedeconcentreerde dienst van Brussel-Halle-
Vilvoorde twee aparte directies krijgen. Vandaag
lijkt dat weer niet zo zeker. Wij zijn geen
01.02 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
L'incertitude continue de planer sur la réforme de la
police à Hal-Vilvorde. Selon le premier ministre, le
service déconcentré de Bruxelles-Hal-Vilvorde
aurait deux directions distinctes. Aujourd'hui, cela
ne semble plus aussi sûr. Nous ne sommes pas
14/11/2000
CRABV 50
COM 293
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
voorstander van twee aparte directies, maar wij
vragen duidelijkheid. Wanneer gaat de
eengemaakte politie in Brussel-Halle-Vilvoorde van
start? Welke structuur krijgt die eengemaakte
politie? Krijgen we twee evenwaardige directies,
een directeur en een adjunct of een directeur en
twee adjuncten?
Wat gebeurt er met het hoofdkwartier van Asse?
Zal het een eigen beleid kunnen voeren?
favorables à la solution des deux directions
distinctes, mais nous demandons la clarté. Quand
le service de police intégré sera-t-il opérationnel à
Bruxelles-Hal-Vilvorde ? Quelle sera sa structure ?
Y aura-t-il deux directions équivalentes, un directeur
et un adjoint ou un directeur et deux adjoints ?
Qu'adviendra-t-il du quartier général d'Asse
?
Pourra-t-il mener sa propre politique ?
01.03 Minister Antoine Duquesne : Artikel 94 van
de wet van 7 december 1998 bepaalt dat het
ambtsgebied en de zetel van de gedeconcentreerde
diensten samenvallen met die van de gerechtelijke
arrondissementen. Bij KB kan daarvan worden
afgeweken wegens bijzondere omstandigheden.
Volgens mij zijn er op dit ogenblik niet zulke
bijzondere omstandigheden.
01.03 Antoine Duquesne , ministre: L'article 94 de
la loi du 7 décembre 1998 prévoit que le ressort et
le siège des services déconcentrés correspondent à
ceux des arrondissements judiciaires. Il pourra être
dérogé à cette règle par arrêté royal pour cause de
circonstances particulières. Selon moi, il n'y a en ce
moment pas de circonstances particulières.
Gelet op de uitzonderlijke densiteit van dit
arrondissement en in navolging van wat de minister
van Justitie terzake in zijn bevoegdheidsdomein
deed, zal ik ervoor zorgen dat het arrondissement
een specifieke organisatiestructuur krijgt.
Cependant, en raison de la densité exceptionnelle
de cet arrondissement, je veillerai à mettre en place
une organisation spécifique, comme l'a d'ailleurs
fait mon collègue de la Justice, dans le domaine qui
est le sien.
De federale politie zal op 1 januari 2001 van start
gaan in Brussel, zoals elders. Voor het
arrondissement Brussel komt er een gerechtelijk
directeur en een administratief directeur-
coördinator. De gebouwen van het rijkswachtdistrict
Asse hebben nog geen bestemming gekregen.
La police fédérale sera opérationnelle le 1
er
janvier
2001, à Bruxelles comme ailleurs. Un directeur
judiciaire et un directeur-coordinateur administratif
seront désignés pour l'arrondissement de Bruxelles.
Les bâtiments du district de gendarmerie d'Asse
n'ont pas encore trouvé de nouvelle affectation.
01.04 Willy Cortois (VLD): Het antwoord van de
minister laat nog enkele vragen open. Ik zal daarop
terugkomen.
01.04 Willy Cortois (VLD): La réponse du ministre
laisse quelques questions en suspens. J'y
reviendrai.
01.05 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): De
vrees van politie en burgemeesters wordt dus
bevestigd. Er komen blijkbaar geen twee
gedeconcentreerde diensten. Er komt één
algemene coördinatie voor het ganse
arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde. De
toekomst van het hoofdkwartier te Asse is dus
onzeker. Men gaat in feite een nieuwe unitaire
structuur oprichten, waartegen veel verzet zal rijzen.
01.05 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Ceci
confirme donc la crainte de la police et des
bourgmestres. Il n'y aura probablement pas deux
services déconcentrés. Il n'y aura pour tout
l'arrondissement de Bruxelles-Hal-Vilvorde qu'une
seule coordination générale. L'avenir du quartier
général d'Asse est donc incertain. On va en fait
créer une nouvelle structure unitaire qui donnera
lieu à de nombreuses oppositions.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Mondelinge vraag van Mevr. Karine Lalieux
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
heroriëntering van het regeringsbeleid inzake de
veiligheidscontracten" (n°2567)
02 Question orale de Mme Karine Lalieux au
ministre de l'Intérieur sur "la réorientation de la
politique gouvernementale en matière de
contrats de sécurité" (n°2567).
02.01 Karine Lalieux (PS): In februari pleitte u
voor een heroriëntering van het regeringsbeleid
inzake de veiligheidscontracten. U kondigde toen
02.01 Karine Lalieux (PS): En février, vous
plaidiez pour une réorientation de la politique
gouvernementale en matière de contrats de
CRABV 50
COM 293
14/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
aan dat het Vast Secretariaat voor het
preventiebeleid met een studie zou worden belast.
Wanneer zullen we over de resultaten van die
studie kunnen beschikken ? Wanneer zullen de
bevindingen van het VSPP gepubliceerd worden ?
Zullen de veiligheidscontracten in 2001 op ruime
schaal worden voortgezet ? Wat zal het aandeel
van het aspect "preventie" in de herziene contracten
zijn ?
sécurité et vous annonciez qu'une étude serait
commandée au Secrétariat permanent à la
prévention.Quand disposera-t-on des résultats de
cette étude ? Quand seront-ils rendus publics ? Les
contrats de sécurité seront-ils largement poursuivis
en 2001 ? Quelle sera la part de la prévention dans
les contrats « revisités » ?
02.02 Minister Antoine Duquesne : Men schrijft mij
snelle beoordelingen toe die ik nooit heb
uitgesproken. Uiteraard moesten de beste
contracten de voorrang krijgen.
De globale evaluatie van de veiligheids- en
samenlevingscontracten en de preventiecontracten
is afgerond. Dit is trouwens vrijdag nog op de
ministerraad ter sprake gekomen.
Zodra de evaluatie door de ministerraad is
goedgekeurd, zullen de resultaten aan de betrokken
gemeenten worden meegedeeld. De voortzetting
van de contracten staat ter discussie, maar de
regering heeft wel al ingestemd met de verlenging
van de lopende contracten tot 30 juni 2001.
Het aspect "politie" zou in de loop van 2001 uit de
veiligheids- en samenlevingscontracten gelicht en in
de federale dotatie voor de politiezones
geïntegreerd moeten worden. In de toekomst zullen
de contracten dus enkel nog niet-politionele
criminaliteitspreventieprojecten behelzen.
02.02 Antoine Duquesne , ministre: On m'a fait
porter des jugements sommaires qui ne sont pas
les miens. Il fallait, à l'évidence, favoriser les
meilleurs contrats.
L'évaluation globale des contrats de sécurité et de
société ainsi que celle des contrats de prévention
est terminée. Il en a d'ailleurs encore été question
vendredi au Conseil des ministres.
Lorsque l'évaluation aura été approuvée au Conseil
des ministres, les résultats en seront communiqués
aux communes concernées. La poursuite des
contrats est en discussion, mais le gouvernement a
accepté la prolongation des contrats actuels
jusqu'en juin 2001.
Le volet police des contrats de sécurité et de
société devrait être supprimé au cours de l'an 2001,
et intégré dans la dotation fédérale aux zones de
police. Les futurs contrats ne viseraient donc plus
que les projets de prévention non policière de la
criminalité.
De door u nagestreefde doelstelling zal dan volledig
omlijnd zijn. Over het gedeelte preventie zal op
gemeentelijk niveau worden onderhandeld, terwijl
het politiegedeelte een zone bestrijkt.
L'objectif que vous souhaitez sera alors
complètement identifié. Le volet de prévention fait
l'objet d'une négociation au niveau d'une commune
alors que le volet policier concerne, lui, une zone.
02.03 Karine Lalieux (PS): Vanaf 30 juni heerst er
dus onzekerheid.
02.03 Karine Lalieux (PS): A partir du 30 juin,
c'est donc l'incertitude.
02.04 Minister Antoine Duquesne : Ik zie niet in
waarom men de voor preventie inzake veiligheid
uitgetrokken begroting zou terugschroeven.
Nagenoeg 3000 betrekkingen blijven gehandhaafd.
Afhankelijk van de heroriëntering is het mogelijk dat
de voorgestelde maatregelen andere gemeenten
ten goede komen.
Inzake de veiligheidscontracten mag men zich niet
op het noodlot beroepen, omdat alle gemeenten
met problemen kunnen worden geconfronteerd. Die
problemen zijn uiterst verscheiden, en wat de
toekenning van de middelen betreft, moet voorrang
worden gegeven aan de gemeenten die door hun
sociaal-economische situatie meer moeite hebben
om een preventiebeleid te implementeren.
02.04 Antoine Duquesne , ministre: Je ne vois
pas pourquoi on réduirait le budget consacré à la
prévention en matière de sécurité.
Quelque 3.000 postes sont conservés. Mais, en
fonction de la réorientation, il est possible que
d'autres communes soient bénéficiaires des
dispositions proposées.
Il n'y a pas de fatalité en matière de contrats de
sécurité, car toutes les communes peuvent
connaître des problèmes. Ceux-ci sont
extrêmement variés et, quant aux moyens
accordés, il faut privilégier les communes qui ont
davantage de difficultés à mettre en oeuvre une
politique de prévention en raison de leur situation
socio-économique.
14/11/2000
CRABV 50
COM 293
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Mondelinge vraag van de heer Karel Van
Hoorebeke aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "de omschakeling van een landelijk
politiekorps naar een politiekorps met stedelijk
karakter" (nr. 2580)
03 Question orale de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de l'Intérieur sur "la transformation d'un
corps de police rural en un corps de police à
caractère urbain" (n° 2580)
03.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Heel wat
landelijke gemeenten hebben hun politiekorps al
omgeschakeld naar een stedelijke politie. Daardoor
is onvrede ontstaan bij de politiediensten die nog
niet omgeschakeld zijn, vooral bij de veldwachters.
Is de datum voor de overschakeling al verstreken?
Kunnen die gemeenten vooralsnog overschakelen?
Hoeveel gemeenten zijn nog niet overgeschakeld?
Is er thans discriminatie tussen die twee soorten
politie? Zal dat aanleiding geven tot onvrede door
het verschil in verloning?
03.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): De
nombreuses communes rurales ont déjà transformé
leur corps de police en police urbaine. Cela a
suscité le mécontentement des corps de police qui
n'ont pas encore été transformés, en particulier des
gardes champêtres. La date de la transformation
est-elle déjà passée ? Ces communes peuvent-
elles encore procéder à la transformation
?
Combien de communes n'ont-elles pas encore
procédé à la transformation ? Cette situation n'est-
elle pas cause de discriminations ? Ne risque-t-elle
pas de susciter un malaise dû à la différence de
salaire ?
03.02 Minister Antoine Duquesne : Artikel 171 van
de nieuwe gemeentewet behoudt de mogelijkheid
om van een landelijk politiekorps te evolueren naar
een stedelijk korps. Het voorkeurregime van
landelijke politiekorpsen vervalt wel. Zij kunnen niet
langer een bevordering genieten zonder aan de
statutair opgelegde voorwaarden te beantwoorden.
De bevordering is niet langer een bijzonder effect
van de overgang naar een stedelijk korps. Wat de
inschaling in de nieuwe graad betreft, maken de
gevolgde regels geen onderscheid tussen de
landelijke en de stedelijke politie. Er zijn momenteel
nog 152 gemeenten met een landelijk korps.
03.02 Antoine Duquesne , ministre: L'article 171
de la nouvelle loi communale maintient la possibilité
pour un corps de police rural d'évoluer vers un
corps urbain. En revanche, le régime préférentiel
des corps de police ruraux disparaît. Toute
promotion est subordonnée au respect des
conditions statutaires. La promotion ne constitue
plus un effet particulier de la transformation en
corps urbain.
En ce qui concerne la concordance des grades, les
règles suivies ne distinguent pas les polices rurale
et urbaine. A l'heure actuelle, 152 communes
disposent encore d'un corps de police rural.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Interpellatie van de h. Jacques Simonet tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "De
hervorming van de politiediensten" (nr. 531)
04 Interpellation de M. Jacques Simonet au
ministre de l'Intérieur sur "La réforme des
polices" (n° 531)
04.01 Jacques Simonet (PRL FDF MCC): De
voor de politiezones geplande regeling is
vergelijkbaar met de bestaande OCMW-regeling.
De instelling van de politieke organen van de
politiezones op 1 januari 2002 zou probleemloos
moeten verlopen. Er moeten echter nog
uitvoeringsbesluiten worden goedgekeurd alvorens
de politiezones een eigen rechtspersoonlijkheid
(artikel 9 van de wet van 7 december 1998)
verwerven. Wanneer zouden die besluiten worden
goedgekeurd?
De politiezones worden deels door de staat en
deels door de gemeenten gefinancierd. Ook op dit
04.01 Jacques Simonet (PRL FDF MCC): On a
prévu pour les zones de police une situation
analogue à celle des CPAS.
Au 1
er
janvier 2002, la mise en place des organes
politiques de la zone devrait se passer sans
inconvénient. L'acquisition par la zone de sa
personnalité juridique (article 9 de la loi du 7
décembre 1998) demande cependant encore des
arrêtés d'application. A quelle date ceux-ci seront-ils
pris ?
Quant au budget de la zone, il est à la fois à la
charge de l'État et des communes et, là aussi, on
CRABV 50
COM 293
14/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
vlak is het wachten op de koninklijke besluiten.
attend des arrêtés royaux.
De beleidsmensen mogen niet vergeten dat de
Gewesten, met name op het gebied van de
begrotingen, de gemeenten al circulaires
bezorgden. De Brusselse circulaire was terzake
heel duidelijk. Zolang de Staat zich niet over de
budgettaire gevolgen van de personeelstransfers
heeft uitgesproken, blijf dit echter onvoldoende. Ik
heb artikel 40 van de wet van 7 december 1998
aandachtig gelezen. Ik ken ook de financiële situatie
van een aantal Brusselse gemeenten. Ik ben dan
ook geenszins gerustgesteld. Om het beheer en de
administratieve autonomie van de gemeenten
gestalte te kunnen geven, moeten
uitvoeringsbesluiten worden goedgekeurd die
inzonderheid het personeelsbestand en de
mobiliteitsregels voor de agenten vaststellen.
Wanneer komen die besluiten er? Er werd vaak
opgemerkt dat bepaalde Brusselse burgemeesters
wogen op de uitvoering van de politiehervorming.
De overplaatsing van de rijkswachtbrigades naar de
politiezones stelt hen echter voor problemen. De
federale overheid zou moeten vaststellen hoeveel
federale agenten moeten worden overgeplaatst.
Personeel werven is echter moeilijk en de
personeelsformatie is sterk onderbezet.
Les responsables ne devraient pas oublier que les
Régions ont déjà transmis des circulaires aux
communes, notamment pour les budgets. La
circulaire bruxelloise a été très précise à ce sujet.
Mais c'est insuffisant tant que l'État ne se sera pas
prononcé sur les conséquences budgétaires du
transfert du personnel. Je ne suis guère rassuré car
j'ai bien lu l'article 40 de la loi du 7 décembre 1998
et je connais la situation financière de certaines
communes bruxelloises. Pour concrétiser la faculté
de gestion et assurer l'autonomie administrative des
communes, des arrêtés d'exécution doivent encore
être pris, notamment pour établir le cadre du
personnel et fixer les modalités de mobilité des
agents. Dans quels délais ces arrêtés seront-ils
pris ? La pesanteur de l'application de la réforme
dans le chef de certains bourgmestres bruxellois a
été souvent remarquée, mais le transfert des
brigades de gendarmerie vers les zones de police
leur pose des problèmes. Le pouvoir fédéral devrait
fixer le nombre d'agents fédéraux à transférer.
Cependant, il se pose un problème de recrutement
et les cadres sont largement incomplets.
Men weet echter dat in de politiezones meer taken
zullen moeten worden uitgevoerd dan nu het geval
is. Zal de minister dienaangaande rekening houden
met de specifieke situatie in Brussel? Men zegt dat
800 rijkswachters naar de zes Brusselse zones
zullen worden overgeheveld. Wat met de
overheveling van de loonkost? Sommige
rijkswachters zouden thans immers tot veertien uur
per dag werken, ook al kan dat volgens hun statuut
niet.
De politiezones zullen tevens onder het toezicht van
de Gewesten staan. Bestaat er geen gevaar dat zij
zich op het terrein van de toeziende federale
overheid begeven?
Inzake het gewone toezicht van de Gewesten en de
overheveling van rijkswachters naar de
gemeentelijke politiezones, heeft men vastgesteld
dat er verschillen zijn tussen rijkswachters en
agenten van de gemeentepolitie wat de talenkennis
betreft. Welke maatregelen zal u treffen om een en
ander recht te trekken? Heeft u dat bij de vice-
gouverneur van het administratief arrondissement
aangekaart?
U oordeelt dat sommige Brusselse gemeenten
eerder terughoudend ten opzichte van de
tenuitvoerlegging van de hervorming staan, maar
Or, on le sait, les missions qui seront confiées aux
zones de police dépasseront les missions actuelles.
Le ministre va-t-il prendre en compte la spécificité
bruxelloise à cet égard ? On parle du transfert de
800 gendarmes vers les six zones bruxelloises.
Mais parlera-t-on du transfert de charges horaires ?
En effet, certains gendarmes travaillent aujourd'hui
jusqu'à quatorze heures par jour alors que le statut
ne le permet pas.
Les zones de police se trouveront aussi sous la
tutelle des Régions. N'y a-t-il pas un risque de
télescopage avec la tutelle fédérale ?
En ce qui concerne la tutelle ordinaire des Régions
et le transfert des gendarmes vers les zones de
police communale, on a pu remarquer qu'il existe
des distorsions entre gendarmes et policiers
communaux en matière de connaissances
linguistiques. Quelles sont vos intentions pour
redresser cette situation
? Avez-vous eu des
contacts avec le vice-gouverneur de
l'arrondissement administratif pour évoquer ce
problème ?
Vous jugez que certaines municipalités bruxelloises
sont assez frileuses par rapport à la mise en oeuvre
de la réforme. Mais dès qu'elles connaîtront les
14/11/2000
CRABV 50
COM 293
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
zodra zij van de minimale normen en de overige
regelgevende bepalingen in kennis zullen worden
gesteld, zullen zij bij het opstellen van hun begroting
hun inbreng kunnen becijferen. Er is ten minste één
bijkomende zone in Brussel, die van Vorst-Sint-
Gillis-Anderlecht, die bereid is het voortouw te
nemen.
normes minimales et autres dispositions
réglementaires, elles pourront intégrer leur
participation dans leur budget. Il y a au moins une
zone supplémentaire à Bruxelles, celle de Forest-
Saint-Gilles-Anderlecht, qui est prête à prendre les
devants.
04.02 Minister Antoine Duquesne : Ik dank de
heer Simonet voor zijn twee interpellaties, de
interpellatie die werd aangekondigd en degene die
hij daadwerkelijk gehouden heeft. (Glimlachjes) Het
staat u natuurlijk altijd vrij om aanvullende
informatie te vragen. Ik begrijp wel dat onze
burgemeesters nadere toelichting willen, maar de
tenuitvoerlegging van die hervorming is waarlijk een
titanenwerk.
Zoals ik gisteren ook al zei in Schoten, is het
uitgesloten dat de gemeenten eventuele
onvoorziene meerkosten zouden moeten dragen.
De nieuwe politie wordt op 1 januari geïnstalleerd.
Op 1 april 2001 worden de nieuwe statuten van
kracht, en ik hoop dat we het hele jaar 2001 lang
zullen kunnen benutten om de plaatselijke
politiekorpsen in te stellen. Daartoe zal ik het
Parlement een wijziging van de wet van 1998
voorstellen, teneinde sommige voorwaarden voor
de instelling van een plaatselijk politiekorps weg te
laten. Het besluit tot vaststelling van de procedure
voor de benoeming van de korpschef is reeds in het
Belgisch Staatsblad verschenen.
04.02 Antoine Duquesne , ministre: Je remercie
M. Simonet pour ses deux interpellations, celle
annoncée et celle développée (Sourires). Mais vous
êtes toujours les bienvenus pour obtenir des
renseignements supplémentaires. Je comprends
que nos bourgmestres attendent des prévisions,
mais la mise en oeuvre de cette réforme est
titanesque.
Comme je le disais hier à Schoten, il est exclu que
l'on fasse supporter aux communes un éventuel
coût supplémentaire de charges non prévues.
C'est le 1
er
janvier que la nouvelle police sera
installée. Le 1
er
avril 2001, les nouveaux statuts
entreront en vigueur et j'espère que l'on mettra à
profit toute l'année 2001 pour mettre en place les
corps de police locale. À cette fin, je vais proposer
au Parlement une modification de la loi de 1998 afin
de supprimer certaines conditions pour la mise en
place d'un corps de police locale. L'arrêté fixant la
procédure de nomination du chef de corps a déjà
paru au Moniteur.
De nieuwe maatregelen moeten in de loop van
2001 in de gemeentelijke begrotingen worden
verwerkt, maar nauwkeurige ramingen zijn nog niet
mogelijk omdat de politiezones op verschillende
tijdstippen in de gemeenten zullen worden
ingevoerd. Toch heb ik in een wetsontwerp in een
dwingende voogdij voorzien in geval van bewuste
vertraging. In de loop van het jaar zal er met
provisies worden gewerkt die aan de politiezones
zullen worden uitgekeerd zodat zij de kosten en
meerkosten kunnen dragen. Ik hoop binnenkort een
omzendbrief te kunnen versturen waarin ik de
gemeenten uitleg hoeveel de dotatie per zone zal
bedragen zodat zij hun begroting kunnen opmaken.
Ik ben uitgegaan van een bestaande situatie opdat
alle opdrachten in de beste omstandigheden
zouden kunnen worden vervuld. Vanuit empirisch
oogpunt bekeken meen ik thans te kunnen zeggen
dat de zones aan de operationaliteitseisen
beantwoorden. Wat de verdeling van de
begrotingsmiddelen betreft, hebben wij de
"regressiestudie" van de KUL gebruikt. Die studie
houdt rekening met het politiebestand van het land
en met de ideale spreiding ervan rekening houdend
Les budgets communaux devraient intégrer les
mesures nouvelles dans le courant de 2001, mais
on ne peut être trop précis puisque les zones de
police s'installeront dans les communes à des
moments différents. J'ai cependant prévu une
tutelle coercitive dans un projet de loi s'il y a un
retard délibéré. Dans le courant de l'année, on
travaillera par provisions, versées aux zones de
police pour faire face aux coûts et surcoûts.
J'espère envoyer bientôt une circulaire expliquant
aux communes quel sera le montant de la dotation
par zone, ce qui leur permettra de fixer leur budget.
Je suis parti d'une situation existante pour que la
totalité des missions puissent être exercées dans
des conditions optimales. Aujourd'hui, d'une
manière empirique, je crois que l'on peut dire que
les zones répondent aux exigences de
fonctionnalité. Quant à la répartition des moyens
budgétaires, nous avons utilisé l'étude «de
régression » de la KUL. Cette étude prend en
compte l'effectif policier du pays et la répartition
idéale de cet effectif par rapport aux pratiques
empiriques du passé. C'est cette norme que j'utilise
pour la répartition des moyens budgétaires, en
CRABV 50
COM 293
14/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
met de empirische ervaring uit het verleden. Die
norm gebruik ik voor de verdeling van de
begrotingsmiddelen waarbij rekening wordt
gehouden met wat noodzakelijk is voor de federale
politie.
tenant compte de ce qui est nécessaire pour faire
vivre la police fédérale.
Uiteindelijk zal per politieman een bedrag tussen
600.000 en 700.000 frank worden toegekend. Dat
betekent dat de gemeenten die hun plicht hebben
gedaan, zullen worden beloond. Het door de heer
Fournaux aangehaald cijfer van 38% is volledig uit
de lucht gegrepen. Alle gemeenten zullen de
minimale norm van 1994 moeten toepassen. In de
uitzonderlijke gevallen waarin gemeenten met een
begrotingstekort kampen ten gevolge van een
onverantwoorde overheveling van rijkswachters, zal
dat tekort moeten worden gedekt maar moet ook
worden voorzien in voldoende lange termijnen om
de rijkswachters de gelegenheid te geven hun
overheveling te vragen. Voorts zal men zijn hoop
moeten vestigen op de demografische evolutie via
de niet-vervanging van de gepensioneerden.
Als de gemeenten na zes jaar een extra aantal
politiemensen willen behouden, zullen zij voor de
kosten ervan moeten opdraaien. Wat de rijkswacht
betreft wordt wel degelijk met voltijdse banen-
equivalenten gerekend.
Inzake Brussel zullen wij tweetalige agenten vragen
; tevens zal het taalexamen worden aangepast om
het redelijker te maken.
Op sommige punten kan tegen het federaal toezicht
geen beroep worden ingesteld. Op andere punten
ligt het voor de hand dat een discussie met de
gewestelijke overheid er vanzelf zal moeten komen.
Er werden 22 proefzones ingesteld. Het betreft een
nuttig instrument voor de politiemensen en de
bevolking waaruit wij heel wat lessen zullen kunnen
trekken. Nu moeten alle gemeenten met de
voorbereidende fase starten. In Brussel willen alle
gemeenten die rondom het Zuidstation gelegen zijn,
waaronder Anderlecht, onmiddellijk met die fase
starten. Op sommige plaatsen rijst een probleem
van verdeling van de manschappen, wat
verscheidene gemeenten ertoe aanzet rond de tafel
te gaan zitten. Ik verheug mij dienaangaande over
uw steun wat het opstarten van de voorbereidende
fase betreft.
De zones zullen eigenaar zijn van de gebouwen van
de rijkswachtbrigades en over een begroting voor
het onderhoud van die gebouwen beschikken.
Au bout du compte, on aura un montant situé entre
600.000 et 700.000 francs, qui sera octroyé par
policier. Cela signifie que les communes qui ont fait
leur devoir seront récompensées. Les 38% évoqués
par M. Fournaux ne correspondent à rien du tout !
La norme minimale de 1994 devra être appliquée
par toutes les communes. Dans les cas rares où
des communes connaîtraient des situations
déficitaires, dues à un transfert injustifié de
gendarmes, il faudra couvrir ce déficit mais aussi
permettre des délais assez longs pour que des
gendarmes aient l'occasion de demander leur
transfert et espérer jouer sur l'évolution
démographique via le non remplacement des
retraités.
Si la commune veut garder un effectif policier
supplémentaire au bout de six ans, elle devra en
assumer le coût. Ce sont bien des équivalents
temps-plein qui sont pris en compte pour ce qui
concerne la gendarmerie.
Pour Bruxelles, on veillera à demander des agents
bilingues et l'on entend adapter l'examen
linguistique afin que celui-ci soit raisonnable.
La tutelle fédérale est sans appel dans certains
domaines. Dans d'autres domaines, il est évident
qu'une discussion avec le pouvoir régional
s'imposera tout naturellement.
Quelque vingt-deux zones pilotes ont été mises en
place, expérience utile pour les policiers et la
population et riche en enseignement pour nous.
Maintenant, toutes les communes doivent entrer
dans la phase préparatoire. A Bruxelles, les
communes situées aux abords de la gare du Midi,
dont Anderlecht, veulent entrer tout de suite dans
cette phase. A certains endroits, se pose la
question de la répartition des effectifs, ce qui
amène plusieurs communes à discuter. Je me
réjouis en ce sens de votre appui pour le lancement
de la phase préparatoire.
En matière de bâtiments, les zones disposeront en
pleine propriété des bâtiments des brigades de
gendarmerie et d'un budget pour leur entretien
04.03 Jean-Pierre Detremmerie (PSC): Zal de
eigendomsoverdracht tegen de symbolische frank
gebeuren ?
04.03 Jean-Pierre Detremmerie (PSC): Le
transfert de propriété se fera-t-il via le franc
symbolique ?
14/11/2000
CRABV 50
COM 293
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
04.04 Minister Antoine Duquesne : Ja.
04.04 Antoine Duquesne , ministre: Oui.
04.05 Jacques Simonet (PRL FDF MCC): Ik heb
het koninklijk besluit van 31 oktober 2000 wel
degelijk gelezen. Ik maak eruit op dat de
rijkswachter als zonehoofd de taalvoorwaarden zal
moeten vervullen die momenteel voor een
gemeenteagent van dat niveau gelden.
04.05 Jacques Simonet (PRL FDF MCC): Quant
à l'arrêté royal du 31 octobre 2000, je l'ai bien lu.
J'entends que le gendarme désigné chef de zone
devra satisfaire aux exigences linguistiques de son
équivalent communal actuel.
04.06 Minister Antoine Duquesne :
Vanzelfsprekend, de wet is de wet.
04.06 Antoine Duquesne , ministre: Bien entendu,
la loi est la loi.
04.07 Jean-Pierre Detremmerie (PSC): De studie
die de KU Leuven in een deel van het grondgebied
uitvoerde en de studie die de RUG in West-
Vlaanderen en westelijk Henegouwen verrichte, zijn
vergelijkbaar. Die studies zijn echter onvolledig. Als
u naar Henegouwen gaat, zal u snel vaststellen dat
de studie een vertekend beeld geeft. Wij zullen hier
bij een andere gelegenheid dieper op ingaan.
04.07 Jean-Pierre Detremmerie (PSC): L'étude
réalisée sur une partie du territoire par la KUL est le
pendant de celle faite par l'université de Gand sur la
Flandre occidentale et le Hainaut occidental. Mais
les études sont incomplètes. Quand vous viendrez
dans le Hainaut, vous vous rendrez vite compte des
distorsions existant dans cette étude. Mais nous
reviendrons sur ce sujet plus longuement à une
autre occasion.
04.08 Filip Anthuenis (VLD): De minister gewaagt
van een bedrag van 600 à 700.000 frank. Dat
maakt voor de gemeentekas al een heel verschil.
Ik heb nog vragen bij de begrotingsopmaak van de
gemeenten voor het overgangsjaar 2001. De lokale
korpsen komen er in 2002. Wat met gemeenten als
Lokeren, waar een pilootproject loopt en die sneller
van start willen gaan? Wordt er gewerkt met
provisies? Hoe wordt dit budgettair geregeld?
04.08 Filip Anthuenis (VLD): Le ministre évoque
un montant de 600.000 à 700.000 francs. Pour les
caisses communales, cela représente une grande
différence.
J'ai encore quelques questions concernant
l'élaboration du budget des communes pour l'année
de transition 2001. La police locale y sera une
réalité en 2002. Comment réglera-t-on la situation
budgétaire des communes telles Lokeren, où un
projet pilote est en cours, et qui souhaitent
démarrer plus tôt ? Utilisera-t-on un système de
provisions? Comment va-t-on régler tout cela sur le
plan budgétaire ?
04.09 Minister Antoine Duquesne : Volgend jaar
zullen de huidige rijkswachtbrigades nog onder de
federale politie ressorteren. Zodra de politiezone
ingesteld is, kunnen provisies worden gestort.
Enkele bijzondere gevallen op het vlak van de
gemeentepolitie uitgezonderd, blijft de financiële
continuïteit gewaarborgd. Ook voor die enkele
gevallen kan echter een oplossing worden
gevonden.
Bekijken we het per politiezone, dan is 650.000 à
700.000 frank onvoldoende. Een berekening op
nationaal niveau toont echter dat de tekorten
worden gecompenseerd.
Het incident is gesloten.
04.09 Antoine Duquesne , ministre: L'an
prochain, les brigades actuelles de gendarmerie
relèveront encore de la police fédérale. Une fois la
zone constituée, des provisions pourront être
versées. Entre-temps, il n'y a pas de rupture, sauf
pour la police communale dans certains cas
particuliers. Mais là aussi, une solution peut être
trouvée.
Certes, les 650 à 700.000 francs par policier sont
insuffisants. Mais si on opère le calcul sur
l'ensemble du pays, les insuffisances sont
compensées.
L'incident est clos.
05 Interpellatie van de heer Richard Fournaux tot
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
bijkomende kosten van de eenheidspolitie" (nr.
05 Interpellation de M. Richard Fournaux au
ministre de l'Intérieur sur "sur les coûts
supplémentaires engendrés par la police unifiée"
CRABV 50
COM 293
14/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
520)
(n° 520)
05.01 Richard Fournaux (PSC): De minister is al
uitgebreid ingegaan op mijn bekommernissen. Ik
kom echter terug op de aangekondigde bedragen.
Behalve Anderlecht misschien, vragen alle
gemeenten zich af hoe die bedragen van 600.000 à
700.000 frank zullen worden verrekend. Op grond
van welke politiebestand en van welk personeel?
De gemeenten stellen vast dat de statuten van
politie en rijkswacht met name inzake
dienstroosters en weekends verschillen. Zou men
niet kunnen proberen de kost van de hervorming
voor elke gemeente afzonderlijk vast te stellen? Ik
ben positief ingesteld, maar ik wil niet bedrogen
uitkomen. Zou men in het kader van die individuele
kostenraming voor elke gemeente afzonderlijk ook
geen specifieke criteria kunnen vaststellen? Zo
moet bijvoorbeeld rekening worden gehouden met
het feit dat Dinant een toeristische gemeente is.
05.01 Richard Fournaux (PSC): Le ministre a
déjà largement répondu à mes préoccupations. Je
reviens cependant sur les montants annoncés.
Dans chaque commune du Royaume, sauf peut
être à Anderlecht, la question qui se pose est de
savoir comment on comptabilise les 600 à 700 000
francs. Sur quels policiers ? Quels hommes ? Ce
qu'on constate dans les communes, c'est que le
statut des policiers est différent de celui des
gendarmes, notamment par rapport aux horaires et
aux week-ends. Ne pourrait-on tenter une
évaluation du coût de la réforme par commune ? Je
veux être positif. Mais je ne veux pas être pris au
piège
! Ma suggestion d'évaluation faite, ne
pourrait-on envisager alors des critères spécifiques
pour les communes ? Dinant, par exemple, est une
entité touristique. Il faudrait en tenir compte, selon
moi.
05.02 Minister Antoine Duquesne : U bent ook
altijd welkom op mijn kabinet. Die 38% slaan
nergens op, dat geef ik toe. We moeten een
algemene en objectieve regeling uitwerken
waarbinnen rekening kan worden gehouden met
grote verscheidenheid van situaties maar ook met
de historiek, en aan de hand waarvan de middelen
kunnen worden verdeeld.
De individuele dotatie hangt af van een zonegewijze
verificatie. Voor zones met een handicap zal er
bijgestuurd moeten worden, bijvoorbeeld door het
inbouwen van een overgangsperiode waardoor de
gemeenten de tijd krijgen om zich aan te passen.
Het is waar dat de vakbonden aan de
onderhandelingstafel blijk hebben gegeven van een
zeer grote verantwoordelijkheidszin., en dat
verheugt mij ten zeerste
05.02 Ministre Antoine Duquesne : Vous aussi
êtes le bienvenu à mon cabinet. Les 38 % ne
correspondent à rien, je le répète. Il faut trouver un
système objectif et général intégrant la diversité des
situations, mais aussi l'histoire, et qui permette de
répartir les moyens.
La dotation individuelle dépend de la vérification
zone par zone. Les zones handicapées devraient
alors bénéficier de corrections, comme par exemple
une période transitoire qui permettrait aux
communes de s'aligner.
Lors des négociations,les syndicats ont fait preuve
d'un grand sens des reponsabilités. Je m'en réjouis.
05.03 Richard Fournaux (PSC): Ik hamer op het
probleem van de specificiteit van bepaalde zones
en entiteiten.
05.03 Richard Fournaux (PSC): J'insiste sur le
problème de la spécificité de certaines zones, de
certaines entités.
05.04 Minister Antoine Duquesne : Daarmee
wordt rekening gehouden bij de organisatie van de
zones. Wat ons nu nog te doen staat, is de
technieken uitwerken om de ideale norm vast te
stellen. Dat zal niet eenvoudig zijn. Eerst zullen we
moeten nagaan wat waarmee complementair is of
kan zijn.
05.04 Ministre Antoine Duquesne : Ce problème
est pris en compte dans l'organisation des zones.
Ce qu'il faudra encore faire, c'est essayer de
trouver les techniques pour déterminer la norme
idéale. Ce ne sera pas simple. Il faudra examiner
d'abord comment jouera la complémentarité.
05.05 Jean-Pierre Detremmerie (PSC):
Statistieken ontbreken nog.
05.05 Jean-Pierre Detremmerie (PSC): Des
statistiques manquent encore à ce propos.
Moties Motions
14/11/2000
CRABV 50
COM 293
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
De voorzitter: Tot besluit van deze bespreking
werden volgende moties ingediend.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Richard Fournaux en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Richard
Fournaux
en het antwoord van de minister van Binnenlandse
Zaken,
stelt vast dat, afgezien van de antwoorden van
algemene aard die werden gegeven, de weerslag
van de politiehervorming voor de plaatselijke
financiën, gemeente per gemeente, moet worden
geraamd;
vraagt de minister van Financiën zo spoedig
mogelijk, vóór 31 december 2000, tot die evaluatie
over te gaan;
vraagt de minister, bij het vaststellen van de
onderscheiden normen en dotaties, rekening te
houden met specifieke criteria die onder meer het
landelijk en/of toeristisch karakter van bepaalde
gebieden in aanmerking nemen."
Een eenvoudige motie werd ingediend door
mevrouw Kristien Grauwels en de heren Denis
D'hondt en Tony Smets.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le président: En conclusion de cette discussion les
motions suivantes ont été déposées.
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Richard Fournaux et est libellée comme suit :
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Richard Fournaux
et la réponse du ministre de l'Intérieur,
constate qu'il est nécessaire, au-delà des réponses
d'ordre général qui ont été données, de procéder à
une évaluation, commune par commune, de l'impact
de la réforme des polices sur les finances locales;
demande au ministre de l'Intérieur de procéder à
cette évaluation dans les plus brefs délais, avant le
31 décembre 2000;
demande au ministre de tenir compte dans la
détermination des diverses normes et des dotations
de critères spécifiques qui tiennent notamment
compte de la nature rurale et/ou touristique de
certaines zones.
Une motion pure et simple a été déposée par Mme
Kristien Grauwels et MM. Denis D'hondt et Tony
Smets.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La
discussion est close.
06 Mondelinge vraag van de heer Jean-Pierre
Detremmerie aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "de proefpolitiezones" (nr. 2607).
06 Question orale de M. Jean-Pierre Detremmerie
au ministre de l'Intérieur sur "les zones de police
`pilotes'" (n° 2607).
06.01 Jean-Pierre Detremmerie (PSC): De
minister wil het aantal proefpolitiezones uitbreiden.
In die "nieuwe lichting" van proefpolitiezones zijn
onder meer Moeskroen en nog een aantal andere
niet door partijen van de regenboogcoalitie
bestierde gemeenten opgenomen. Welke
maatregelen denkt u te nemen om de betrokken
steden en gemeenten te helpen die
verantwoordelijkheid op zich te nemen ? Wordt er
een specifiek budget voor toegekend ? Zo ja, om
hoeveel geld gaat het ? Wordt er in een specifieke
begeleiding voorzien ? U heeft toelichting gegeven
over de kosten in geval van "gemengd gebruik"
(gemeentepolitie + rijkswacht) van gebouwen, maar
wat verstaat u onder onderhoud van de gebouwen ?
Er worden middelen voor uitgetrokken, maar hoe
zal een en ander in zijn werk gaan ?
06.01 Jean-Pierre Detremmerie (PSC): Le
ministre a annoncé sa décision d'étendre le nombre
de zones de police «
pilotes
», notamment
Mouscron et d'autres communes non Arc-en-ciel
figurent dans le cadre de cette « nouvelle vague ».
Quelles mesures comptez-vous prendre pour aider
les villes et communes concernées à assumer cette
responsabilité ? Un budget spécifique va-t-il être
accordé
? De quelle importance
? Un
accompagnement spécifique sera-t-il prévu ? Vous
avez répondu sur les coûts en cas « d'occupation
mixte
» (police communale-gendarmerie) des
bâtiments, mais il faudrait préciser ce que vous
entendez par l'entretien des bâtiments. Des moyens
seront mis à disposition, mais comment ?
06.02 Minister Antoine Duquesne : De
experimentele fase hebben we nu achter de rug, en
we zitten nu in de voorbereidende fase. Daarvoor is
06.02 Antoine Duquesne , ministre: Nous
sommes sortis de la phase expérimentale et
sommes entrés dans la phase préparatoire pour
CRABV 50
COM 293
14/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
niet in een budget voorzien. Wel heb ik ervoor
gezorgd dat de nieuwe proefpolitiezones over de
volgende middelen zullen kunnen beschikken : een
goed uitgewerkt kader, tien circulaires, een
eenvormig computersysteem, een methodologie en
een vademecum voor de uitwerking van zonale
veiligheidsplannen, en een provinciale en federale
ondersteunende structuur. Hoe eerder de zones
worden afgebakend, des te sneller zullen de
voorschotten worden gestort.
De gebouwen van de huidige rijkswachtbrigades
zullen gratis worden overgedragen aan de
politiezones, mét bijbehorend budget voor het
onderhoud. Bij de lopende
"samenwoningsexperimenten" is er enkel sprake
van de betaling van een symbolische huurprijs en
het dragen van de werkingskosten.
laquelle aucun budget n'est prévu. Je tiens dès à
présent les éléments suivants à disposition de ces
nouvelles zones pilotes : un cadre de travail bien
élaboré, dix circulaires, un système informatique
uniforme, une méthodologie et un vade mecum
pour l'élaboration des plans zonaux de sécurité et
enfin une structure d'appui provinciale et fédérale.
Plus tôt la zone sera constituée, plus tôt les
provisions seront versées.
Quant aux bâtiments des actuelles brigades de
gendarmerie, ils seront cédés à titre gratuit aux
zones de police avec un budget destiné à en
assurer l'entretien. Les actuelles expériences de
cohabitation ne sont subordonnées qu'au paiement
d'un loyer symbolique et au support des coûts de
fonctionnement.
06.03 Richard Fournaux (PSC): Wat de
gebouwenkwestie betreft, zou het wenselijk zijn
contact op te nemen met uw collega, Waals
Gewestminister Charles Michel.
06.03 Richard Fournaux (PSC): Pour les
bâtiments, un contact serait souhaitable avec votre
collègue M. Charles Michel, ministre de la Région
wallonne.
06.04 Minister Antoine Duquesne : Zo zijn er wel
meer contacten wenselijk : er moet immers nog met
heel wat partners overleg gepleegd worden.
06.04 Antoine Duquesne , ministre: Ce n'est pas
le seul problème du genre. Nombreuses sont les
concertations qui s'avèrent indispensables.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Mondelinge vraag van de heer Jo Vandeurzen
aan de minister van Binnenlandse Zaken over
"de creatie van een operationele eenheid van de
civiele bescherming in de provindie Limburg" (nr.
2597)
07 Question orale de M. Jo Vandeurzen au
ministre de l'Intérieur sur "la création d'une unité
opérationnelle de la protection civile dans la
province du Limbourg" (n° 2597)
07.01 Jo Vandeurzen (CVP): Enige tijd geleden
antwoordde de minister van Binnenlandse Zaken
mij dat er, na studie, twee mogelijke sites bleven
voor de creatie van een voorpost van de civiele
bescherming in Limburg. Minister Daems, bevoegd
voor de Regie der Gebouwen, zou een keuze
moeten maken. Het dossier zou hem binnen korte
tijd worden overgemaakt.
Korte tijd later antwoordde minister Daems me dat
er, gezien de hervormingsplannen, voorlopig geen
nieuwe voorposten zouden komen in Limburg. Het
bestaande initiatief in Lommel zou gewoon verder
worden uitgevoerd. Minister Daems zou geen studie
hebben ontvangen over een mogelijke nieuwe
inplanting.
Uit een brief van 31 oktober aan de Genkse
burgemeester blijkt dat de studie over de oprichting
van een operationele eenheid nog niet klaar is. De
minister zou volgens die brief zelf een keuze
07.01 Jo Vandeurzen (CVP): Voici quelque temps,
le ministre de l'Intérieur m'a répondu qu'il subsistait,
après étude, deux sites possibles pour la création
d'un poste avancé de la protection civile dans le
Limbourg. Le ministre Daems, compétent pour la
Régie des Bâtiments, devait opérer un choix. Le
dossier lui serait transmis à bref délai. Peu après, le
ministre Daems m'a répondu qu'à la suite des
projets de réforme, aucun nouveau poste avancé
ne serait créé dans le Limbourg. En ce qui
concerne Lommel, le projet serait mené à son
terme. Le ministre Daems n'aurait reçu aucune
étude sur une éventuelle nouvelle implantation. Une
lettre du 31 octobre adressée au bourgmestre de
Genk révèle que l'étude relative à la création d'une
unité opérationnelle n'est pas terminée. Selon cette
lettre, le ministre opérerait lui-même un choix.
Quelle est la situation ? Un poste avancé de la
protection civile sera-t-il, oui ou non, créé dans le
Limbourg ? Qui opère le choix définitif ? Quand
l'étude sera-t-elle achevée ? Pouvons-nous prendre
14/11/2000
CRABV 50
COM 293
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
maken.
Wat is de stand van zaken? Komt er al dan niet een
voorpost van de civiele bescherming in Limburg?
Wie maakt de uiteindelijke keuze? Wanneer zal de
studie klaar zijn? Kunnen we kennis nemen van het
resultaat?
connaissance du résultat ?
07.02 Minister Antoine Duquesne : Er is een
verschil tussen een operationele eenheid en een
voorpost van de civiele bescherming. Een
operationele eenheid bestaat uit beroepspersoneel
en wordt opgericht bij beslissing van de
Ministerraad. Een voorpost bestaat uit vrijwilligers
en wordt opgericht bij dienstnota van de directeur-
generaal van de civiele bescherming. De oprichting
ervan is een maatregel van behoorlijk bestuur.
De vorige regering besliste op 28 juni 1996 om een
operationele eenheid op te richten in Limburg.
Zodra de risicoanalyse is beëindigd, zal ik minister
Daems de resultaten overmaken. Hem komt de
uiteindelijke keuze en de realisatie toe.
07.02 Antoine Duquesne , ministre: Il existe une
différence entre une unité opérationnelle et un poste
avancé de la protection civile. Une unité
opérationnelle fait appel à du personnel
professionnel et est créée sur décision du Conseil
des ministres. Un poste avancé rassemble des
volontaires et est créé par une note de service du
directeur général de la protection civile. La création
d'un tel poste est une simple mesure de bonne
gestion.
Le précédent gouvernement a décidé, le 28 juin
1996, de créer une unité opérationnelle dans le
Limbourg. Quand l'analyse des risques sera
terminée, j'en communiquerai les résultats au
ministre Daems. C'est à lui qu'il appartient d'opérer
le choix définitif et d'assurer la réalisation.
07.03 Jo Vandeurzen (CVP): Ik hoop dat minister
Daems vlug op de hoogte zal worden gesteld van
de evaluatie.
07.03 Jo Vandeurzen (CVP): J'espère que le
ministre Daems sera rapidement informé de
l'évaluation.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Mondelinge vraag van de heer Marcel
Hendrickx aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "het uitvoeringsbesluit op de wet tot
invoering van gemeentelijke administratieve
sancties" (nr 2609)
08 Question orale de M. Marcel Hendrickx au
ministre de l'Intérieur sur "l'arrêté d'exécution de
la loi relative aux sanctions administratives dans
les communes" (n° 2609)
08.01 Marcel Hendrickx (CVP): De wet tot
invoering van gemeentelijke administratieve
sancties dateert van mei 1999 en werd een maand
later in het staatsblad gepubliceerd. Het blijft echter
wachten op de publicatie van het uitvoeringsbesluit.
Klopt het dat het ontwerp hiervan al een tijdje op het
bureau van de minister ligt? Waarom talmt de
minister bij het ondertekenen van het
uitvoeringsbesluit?
Dit besluit biedt de gemeenten meer bevoegdheden
en geeft hen de kans om efficiënter op te treden
inzake overtredingen van vergunningen, onder
meer door het uitvaardigen van administratieve
geldboetes. Ligt een ontwerp van uitvoeringsbesluit
ter ondertekening bij de minister? Waarom
verschijnt dit uitvoeringsbesluit niet in het
staatsblad? Wanneer zal deze wetgeving
uiteindelijk in voege zijn?
08.01 Marcel Hendrickx (CVP): La loi instaurant
des sanctions administratives au niveau communal
date du mois de mai 1999 et a été publiée un mois
plus tard au Moniteur belge. En revanche, l'arrêté
royal d'exécution n'a pas encore été publié. Est-il
exact que le projet d'arrêté se trouve sur le bureau
du ministre depuis un certain temps déjà ? Pourquoi
le ministre reporte-t-il la signature de cet arrêté
d'exécution ?
Cet arrêté étend les compétences des communes
et leur donne la possibilité d'intervenir plus
efficacement en cas d'infractions à des
autorisations, en infligeant des amendes
administratives.
Un projet d'arrêté royal d'exécution a-t-il été soumis
à la signature du ministre ? Pour quelle raison cet
arrêté royal d'exécution n'a-t-il pas été publié au
CRABV 50
COM 293
14/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
Moniteur Belge ? Quand cette législation entrera-t-
elle enfin en vigueur ?
08.02 Minister Antoine Duquesne : Het KB tot
aanduiding van de ambtenaar belast met de
oplegging van gemeentelijke administratieve
sancties werd reeds op 18 oktober 2000
overgemaakt aan de afdeling Wetgeving van de
Raad van State voor advies binnen één maand.
Zodra ik het advies ontvangen heb, zal ik het
meteen ter ondertekening aan het Staatshoofd
voorleggen. Het is de bedoeling dat dit nog deze
maand gebeurt.
08.02 Antoine Duquesne , ministre: L'arrêté royal
désignant le fonctionnaire chargé d'imposer des
sanctions administratives au niveau communal a
déjà été transmis pour avis le 18 octobre 2000 à la
section législation du Conseil d'Etat qui disposait
d'un mois pour se prononcer. Dès que j'aurai reçu
l'avis, je soumettrai immédiatement le texte pour
signature au Chef de l'Etat. J'espère que cela
pourra se faire d'ici la fin du mois.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Mondelinge vraag van de heer Bart
Laeremans aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "de blijvende bezetting van de
Brusselse Begijnhofkerk door illegalen en het
uitblijven van enige reactie dienaangaande
vanwege de gemeentelijke en federale
overheden" (nr 2624)
09 Question orale de M. Bart Laeremans au
ministre de l'Intérieur sur "l'occupation
persistante de l'église du Béguinage à Bruxelles
par des illégaux et l'absence de toute réaction de
la part des autorités communales et fédérales"
(n° 2624)
09.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Sedert
oktober 1998 bezetten een aantal illegalen de
Brusselse Begijnhofkerk. Sedertdien heeft de
regering een regularisatie ingevoerd. Daar
tegenover stond echter een strenger
uitwijzingsbeleid. Het is dan ook verwonderlijk dat
de overheden die kerkbezetting blijven delen en
pertinent weigeren op te treden. De burgemeester
van Brussel weigerde ook te antwoorden op een
vraag van een gemeenteraadslid van het Vlaams
Blok en verschool zich achter de smoes dat hij niet
kan optreden in een kerk. Nochtans bepaalt artikel
75 van de vreemdelingenwet dat een illegaal verblijf
strafbaar is. Volgens artikel 133 van de nieuwe
gemeentewet heeft de burgemeester alle
bevoegdheid om op te treden, ook in kerken. Een
kerkgebouw is immers een plaats waar openbare
vergaderingen plaats vinden. De gemeente is
trouwens ook bevoegd voor de veiligheid en rust in
openbare gebouwen. In de Begijnhofkerk worden
dus duidelijk een aantal overtredingen begaan,
waartegen de burgemeester weigert op te treden.
Waarom treedt de Brusselse burgemeester niet op?
Waarom wordt niet geantwoord op de vragen van
het Vlaams Blok-gemeenteraadslid? Hoe lang zal
men die kerkbezetting nog dulden? Is die bezetting
niet strijdig met de wetten en met het zogenaamde
uitwijzingsbeleid?
09.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Depuis
octobre 1998, certains illégaux occupent l'église du
Béguinage à Bruxelles. Depuis lors, le
gouvernement a mis en oeuvre une opération de
régularisation. En contrepartie était prévue une
politique d'expulsion plus sévère. Il est dès lors
étonnant que les autorités continuent à tolérer cette
occupation et refusent d'intervenir. Le bourgmestre
de Bruxelles a, lui aussi, refusé de répondre à une
question d'un conseiller communal du Vlaams Blok,
prétextant qu'il ne pouvait intervenir dans une
église. L'article 75 de la loi sur les étrangers précise
pourtant qu'un séjour illégal est répréhensible. En
vertu de l'article 133 de la nouvelle loi communale,
le bourgmestre est parfaitement habilité à intervenir,
y compris à l'intérieur des églises. Une église est,
en effet, un endroit où se déroulent des réunions
publiques. La commune est d'ailleurs également
compétente pour la sécurité et l'ordre dans les
bâtiments publics. Des infractions sont donc
commises dans l'église du Béguinage, contre
lesquelles le bourgmestre de Bruxelles refuse
d'intervenir. Pourquoi le bourgmestre de Bruxelles
n'intervient-il pas
? Pourquoi les questions du
conseiller communal du Vlaams Blok restent-elles
sans réponse ? Combien de temps encore tolérera-
t-on cette occupation de l'église du Béguinage ?
Cette occupation n'est-elle pas contraire aux lois et
à la politique d'expulsion ?
09.02 Minister Antoine Duquesne : Er verblijven
nog maar enkele personen in de Begijnhofkerk. Dat
feit heeft geen gevolgen voor de openbare orde. Er
09.02 Antoine Duquesne , ministre: L'occupation
de l'église du Béguinage, qui ne concerne plus
qu'une poignée de personnes, n'affecte en rien
14/11/2000
CRABV 50
COM 293
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
werd dan ook geen bijzondere verblijfscontrole
uitgevoerd. De pastoor vraagt niet om bijstand. Aan
de burgemeester van Brussel werden geen
instructies gegeven.
l'ordre public. Aucun contrôle de séjour particulier
n'a dès lors été mis en oeuvre. Le curé n'a
demandé aucune assistance. Par ailleurs, aucune
instruction n'a été donnée au bourgmestre de
Bruxelles.
09.03 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Het
antwoord is totaal onvoldoende. Indien het echt om
een bezetting gaat, kan men nog gemakkelijker
optreden tegen deze schending van het sacrale
karakter van de kerk. De regering laat zich
chanteren door de groenen.
09.03 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Votre
réponse est totalement insatisfaisante. S'il ne s'agit
vraiment que de quelques personnes, les forces de
l'ordre pourront intervenir plus facilement à
l'encontre de cette violation du caractère sacré de
l'église. Le gouvernement cède au chantage dont il
est l'objet de la part des verts.
09.04 Minister Antoine Duquesne : Er zijn geen
problemen op het stuk van de openbare orde. Het
onschendbaar karakter van die kerk wordt
gerespecteerd en ik ben in goed gezelschap
wanneer ik dat zeg want de priester van die kerk is
het met mij eens.
09.04 Antoine Duquesne , ministre: Il n'y a pas de
problème d'ordre public. Le caractère sacré de
cette église est respecté et je suis en bonne
compagnie pour le dire car son pasteur ne pense
pas autrement que moi .
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Mondelinge vraag van de heer Bart
Laeremans aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "zijn niet-optreden tegen de
burgemeester van Brussel-stad, die nochtans het
democratische controlerecht van de Vlaamse
oppositie systematisch onmogelijk maakt" (nr
2625)
10 Question orale de M. Bart Laeremans au
ministre de l'Intérieur sur "la non-intervention du
ministre vis-à-vis du bourgmestre de Bruxelles-
ville qui rend impossible de façon systématique
le droit de contrôle démocratique de l'opposition
flamande" (n° 2625)
10.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): De
onlangs ingetreden burgemeester van Brussel-stad
legde het democratische controlerecht van de
oppositie op despotische wijze aan banden. Het
betrokken Vlaams Blok-gemeenteraadslid heeft
daarover bij de minister herhaaldelijk klacht
ingediend, naar aanleiding van het niet-
beantwoorden van mondelinge en schriftelijke
vragen, het wegwerpen van schriftelijke vragen en
naar aanleiding van het onontvankelijk verklaren
van een mondelinge vraag over de ordehandhaving
tijdens Euro-2000, waarover de PSC wel vragen
mocht stellen.
Pas na vijf maand antwoordde de minister dat hij de
burgmeester om uitleg had gevraagd. De klacht met
betrekking tot de onontvankelijkheidsverklaring
werd onterecht geklasseerd.
Waarom worden de klachten van het Vlaams Blok-
gemeenteraadslid niet binnen een redelijke termijn
behandeld? Verbindt de minister zich ertoe ze nog
voor de bestuurshernieuwing af te handelen?
Acht de minister het systematisch wegwerpen van
10.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Le
bourgmestre sortant de Bruxelles-Ville a tout mis en
oeuvre pour empêcher, d'une manière despotique,
l'exercice, par l'opposition, de son droit de contrôle
démocratique. Le conseiller communal concerné,
membre du Vlaams Blok, a porté plainte à plusieurs
reprises auprès du ministre, dénonçant l'absence
de réponse à des questions orales et écrites, le
rejet de questions écrites et la déclaration
d'irrecevabilité d'une question orale relative au
maintien de l'ordre pendant l'Euro 2000, à propos
duquel le PSC avait pu interroger la majorité.
Cinq mois après le dépôt de la plainte, le ministre a
répondu qu'il adressait une demande d'explications
au bourgmestre. La plainte relative à la déclaration
d'irrecevabilité a été indûment classée.
Pourquoi les plaintes déposées par le conseiller
communal Vlaams Blok n'ont-elles pas été
examinées dans un délai raisonnable ? Le ministre
s'engage-t-il à les examiner avant le changement
de pouvoir ?
De l'avis du ministre, le rejet systématique de
questions écrites est-il acceptable
? Dans la
CRABV 50
COM 293
14/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
schriftelijke vragen aanvaardbaar? Zo neen, hoe zal
hij dit bestraffen?
Wat onderneemt de minister tegen het
systematisch laattijdig overmaken van verklarende
stukken bij de agenda?
Acht de minister het aanvaardbaar dat schriftelijke
vragen jaren op antwoord moeten wachten, hoewel
het reglement in een termijn van 30 dagen voorziet?
Zal hij ervoor zorgen dat de vragen binnen de
huidige gemeentelijke legislatuur worden
beantwoord? Wat met de vragen in de nieuwe
gemeentelijke legislatuur?
Acht de minister het systematisch weigeren te
antwoorden op en het illegaal afvoeren van de
agenda van mondelinge vragen in
overeenstemming met de nieuwe gemeentewet en
de democratische rechtsstaat?
négative, quelles sanctions envisage-t-il de
prendre ?
Quelles initiatives prend-il à l'égard de la
communication systématiquement tardive de
documents explicatifs joints à l'ordre du jour ?
De l'avis du ministre, est-il normal que la réponse à
des questions écrites se fasse attendre pendant
des années, alors que le règlement prévoit un délai
de réponse de 30 jours ? Veillera-t-il à ce qu'il soit
répondu aux questions avant la fin de la législature
communale actuelle ? Quel sort sera réservé à ces
questions sous la prochaine législature communale,
sachant que le conseiller communal concerné ne
s'est pas présenté aux dernières élections.
De l'avis du ministre, le refus systématique de
répondre aux questions et la déclaration
d'irrecevabilité illégale de questions orales sont-ils
conformes à la nouvelle loi communale et aux
principes d'un Etat de droit démocratique ?
10.02 Minister Antoine Duquesne : De 20 klachten
van het Vlaams Blok-gemeenteraadslid tegen de
burgemeester werden onmiddellijk voor onderzoek
overgemaakt aan de administratie.
Uit de afgehandelde onderzoeken is gebleken dat
de klachten ongegrond waren en er geen sprake
was van kennelijk wangedrag of grove nalatigheid in
de zin van artikel 82 van de nieuwe gemeentewet.
Die beslissing werd aan het gemeenteraadslid
meegedeeld. De nog lopende onderzoeken worden
volgens de normale procedure afgehandeld.
10.02 Antoine Duquesne , ministre: Les vingt
plaintes du conseiller communal du Vlaams Blok à
l'encontre du bourgmestre ont été transmises
immédiatement à l'administration pour enquête.
Les enquêtes ont fait apparaître que ces plaintes
n'étaient pas fondées et qu'il n'était nullement
question d'inconduite notoire ni de négligence grave
au sens de l'article 82 de la nouvelle loi communale.
Cette décision a été communiquée au conseiller
communal concerné. Les enquêtes toujours en
cours seront menées à bien suivant la procédure
normale.
10.03 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Heel wat
klachten waren gegrond. Er is zelfs geen kennelijk
wangedrag of grove nalatigheid nodig om op te
treden. Bepaalde andere instanties gaven ons wel
gelijk. De minister zou de heraut van de democratie
moeten zijn, maar hij werpt zich op als
beschermheer van zijn partijgenoten. Aldus doet hij
de hele Vlaamse gemeenschap en oppositie in
Brussel te kort en ondergraaft hij het democratisch
controlerecht.
10.03 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): De
nombreuses plaintes étaient fondées. Pour
intervenir, il n'est même pas nécessaire qu'il y ait
inconduite notoire ou négligence grave. Certaines
autres instances nous ont donné raison. Au lieu de
s' ériger en protecteur de ses collègues de parti, le
ministre devrait être le héraut de la démocratie. En
agissant de la sorte, il porte préjudice à l'ensemble
de la communauté et de l'opposition flamandes à
Bruxelles, et il vide de toute sa substance le droit de
contrôle démocratique.
11 Mondelinge vraag van de heer Bart
Laeremans aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "de aanstelling van een
Nederlandsonkundige plaatsvervanger van de
burgemeester van Brussel-stad" (nr 2626)
11 Question orale de M. Bart Laeremans au
ministre de l'Intérieur sur "la nomination d'une
personne ne parlant pas le néerlandais comme
suppléant du bourgmestre de Bruxelles-ville" (n°
2626)
11.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Conform
artikel 194 van de grondwet is de stad Brussel de
11.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Conformément à l'article 194 de la Constitution,
14/11/2000
CRABV 50
COM 293
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
hoofdstad van België en de zetel van de federale
regering. Bovendien is het gebied Brussel-
hoofdstad officieel tweetalig. Het is dan ook logisch
dat de burgemeester van Brussel, evenals zijn
plaatsvervanger, kennis heeft van de twee
voornaamste landstalen.
De dienstdoende burgemeester van Brussel-stad
heeft een plaatsvervanger aangeduid in de persoon
van mevrouw Marion Lemesre. Deze dame blijkt
totaal Nederlandsonkundig te zijn, wat
onaanvaardbaar is. Het Vlaams Blok heeft vragen
bij het besluit van de burgemeester alsook bij de
houding van de gouverneur en de minister van
Binnenlandse Zaken. Geen van beiden hebben
bezwaren geuit tegen de keuze van Mevrouw
Lemesre.
Is de minister het ermee eens dat de kennis van het
Nederlands een essentiële voorwaarde is voor het
burgemeesterschap van Brussel-Stad? Hebben de
diensten van de gouverneur en de minister
onderzoek verricht naar de taalkennis van de
voorgedragen plaatsvervanger voor het
burgemeesterschap van Brussel?
Heeft de gouverneur in haar verslag aan de minister
gemeld dat de voorgedragen kandidaat geen
Nederlands kent? Overweegt de minister
tussenbeide te komen en een tweetalig
plaatsvervanger te bepleiten?
Omwille van de nakende overheveling van de
organieke gemeentewet naar de Gewesten, moeten
dit soort vragen in de toekomst aan de minister-
president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
worden gesteld. De inspraak van de Vlaamse
Gemeenschap met betrekking tot het bestuur van
Brussel-hoofdstad wordt zo volledig tenietgedaan.
Vindt de minister het niet aangewezen om, in het
kader van de Costa, een bepaling in te voeren
waarbij de aspecten die betrekking hebben op de
hoofdstedelijke rol van Brussel-Stad een federale
materie zouden blijven? Zo kunnen beide
gemeenschappen hun inspraak behouden in deze
materie.
Bruxelles est la capitale de la Belgique ainsi que le
siège du gouvernement fédéral. En outre, la région
de Bruxelles-Capitale est officiellement bilingue. Il
est dès lors logique que le bourgmestre de
Bruxelles, tout comme son suppléant, connaisse les
deux principales langues nationales.
Le bourgmestre de Bruxelles-Ville faisant fonction a
désigné son suppléant en la personne de Mme
Marion Lemesre. Il se trouve que cette dame ne
parle pas du tout le néerlandais, ce qui est
inacceptable. Le Vlaams Blok se pose des
questions quant à la décision du bourgmestre ainsi
que sur l'attitude de la gouverneure et du ministre
de l'Intérieur. Ces derniers n'ont exprimé aucune
objection lors du choix de Mme Lemesre.
Le ministre reconnaît-il que la connaissance du
néerlandais est une condition essentielle à
l'exercice de la fonction de bourgmestre de
Bruxelles-Ville ? Les services de la gouverneure et
le ministre ont-ils vérifié les connaissances
linguistiques de la personne proposée comme
suppléante du bourgmestre de Bruxelles ?
Dans son rapport au ministre, la gouverneure
mentionne-t-elle que la candidate proposée ne parle
pas le néerlandais ?
Le ministre envisage-t-il d'intervenir en demandant
la désignation d'un suppléant bilingue ?
Étant donné le transfert imminent de la loi
communale organique aux régions, de telles
questions devront être posées au ministre-président
de la Région de Bruxelles-Capitale. La participation
de la Communauté flamande à la gestion de
Bruxelles-Capitale sera ainsi réduite à néant.
Ne serait-il pas indiqué, dans le cadre de la Ciiri,
d'introduire une disposition par laquelle les aspects
ayant trait au rôle de capitale de Bruxelles-Ville
resteraient une matière fédérale
? Les deux
communautés pourraient ainsi continuer à participer
à la gestion de la capitale.
11.02 Minister Antoine Duquesne : Alleen in de
gemeenten bedoeld in de artikelen 7 en 8,
paragraaf 3 tot 10 van de wetten op het gebruik van
de talen in bestuurszaken uit 1966, moet elke
gemeentelijke mandataris voor het uitoefenen van
zijn ambt de taal van het taalgebied van zijn
gemeente machtig zijn.
De bepalingen van de gecoördineerde wetten op
11.02 Antoine Duquesne , ministre: C'est
uniquement dans les communes visées par les
articles 7 et 8, paragraphes 3 à 10 des lois de 1966
sur l'usage des langues dans l'administration, que
chaque mandataire communal doit maîtriser la
langue de la région linguistique de sa commune
pour l'exercice de sa fonction.
Les dispositions des lois coordonnées de 1966 sur
CRABV 50
COM 293
14/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
het gebruik van de talen in bestuurszaken uit 1966
zijn enkel van toepassing op de ambtenaren
vermeld in artikel 21, paragraaf 1 van vermelde wet.
Voor het overige gebeurt de vervanging van een
afwezige burgemeester overeenkomstig de
bepalingen van de artikelen 14 en 14bis van de
nieuwe gemeentewet.
l'usage des langues dans l'administration ne
s'appliquent qu'aux fonctionnaires mentionnés à
l'article 21, paragraphe 1, de la loi susmentionée.
Pour le reste, le remplacement d'un bourgmestre
absent se fait conformément aux dispositions des
articles 14 et 14 bis de la nouvelle loi communale.
11.03 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): De
minister vindt dat de burgemeester van Brussel-
stad geen Nederlands moet kennen. Dit is
ontstellend. Het is ook jammer dat de minister zich
achter wettelijke bepalingen verschanst om een
gebrek aan respect tegenover de Vlamingen in dit
land goed te maken.
11.03 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Le
ministre estime que le bourgmestre de Bruxelles-
capitale n'est pas tenu de connaître le néerlandais.
C'est effarant. Il est également regrettable que le
ministre se retranche derrière des dispositions
légales pour cautionner ce manque de respect vis-
à-vis des Flamands.
12 Mondelinge vraag van de heer Yves Leterme
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
samenvoeging van de Gerechtelijke Politie en de
BOB van de Rijkswacht tot de
gedeconcentreerde eenheden van de Federale
Politie in de gerechtelijke arrondissementen
Veurne en Ieper" (nr 2627)
12 Question orale de M. Yves Leterme au
ministre de l'Intérieur sur "la fusion de la police
judiciaire et de la BSR de la gendarmerie en
unités déconcentrées de la police fédérale dans
les arrondissements judiciaires de Furnes et
d'Ypres"(n° 2627)
12.01 Yves Leterme (CVP): Door de nieuwe
politiewet worden BOB en GP samengevoegd tot
gedeconcentreerde eenheden van de Federale
Politie. In de gerechtelijke arrondissementen
Veurne en Ieper is er echter geen volwaardige
brigade van de GP, maar enkel een zogenaamde
antenne die niet eens een organiek kader heeft.
Sedert jaren werd erop aangedrongen die antennes
te verstevigen. Enkel de diensten van Kortrijk en
Brugge beschikten over de nodige diensten vereist
voor hun opdracht.
Hoe zal de samenvoeging van BOB en GP in Ieper
en Veurne gebeuren? Worden die antennes
uitgebreid? Op welke basis wordt de samenvoeging
geregeld? In hoeverre wordt rekening gehouden
met de werklast?
12.01 Yves Leterme (CVP): La nouvelle loi sur la
police prévoit une fusion de la BSR et de la police
judiciaire en unités déconcentrées de la police
fédérale. Les arrondissements judiciaires de Furnes
et d'Ypres ne comptent toutefois pas de véritable
brigade de la police judiciaire mais seulement une
antenne qui ne dispose même pas d'un cadre
organique.
Depuis des années, on insiste pour que ces
antennes soient renforcées. Seuls les services de
Courtrai et de Bruges disposaient des services leur
permettant de remplir leur mission.Comment la
fusion entre la BSR et la police judiciaire se
déroulera-t-elle à Ypres et à Furnes ? Ces antennes
seront-elles élargies ? Sur quelle base cette fusion
sera-t-elle réglée ? Dans quelle mesure la charge
de travail sera-t-elle prise en considération ?
12.02 Minister Antoine Duquesne : In alle
arrondissementen zullen gedeconcentreerde
federale politiediensten worden opgericht, ook in
Veurne en Ieper. Achteraf zal in overleg met alle
betrokkenen een aanpassing van het
personeelskader worden overwogen.
12.02
Antoine Duquesne , ministre: Des services
déconcentrés de la police fédérale seront créés
dans tous les arrondissements, y compris à Furnes
et à Ypres. Une adaptation du cadre du personnel
sera par la suite prise en considération en
concertation avec tous les intéressés.
12.03 Yves Leterme (CVP): We zullen afwachten
hoe dit op het terrein wordt gerealiseerd.
12.03 Yves Leterme (CVP): Nous verrons bien
comment cela se réalise sur le terrain.
12.04 Minister Antoine Duquesne : De nieuwe
structuren zullen een beter inzicht in de situatie en
12.04 Antoine Duquesne , ministre: Les nouvelles
structures vont permettre de mieux appréhender la
14/11/2000
CRABV 50
COM 293
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
een toekomstgerichte visie inzake personeel
mogelijk maken.
situation et d'avoir une vision prospective en ce qui
concerne le personnel.
12.05 Yves Leterme (CVP): Dan vertrekken we
vanuit een zwakker uitgeruste politiedienst.
12.05 Yves Leterme (CVP): Les services de
polices seront moins bien équipés.
12.06 Minister Antoine Duquesne :
12.06 Antoine Duquesne , ministre:
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Mondelinge vraag van de heer Pieter De Crem
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
chaos bij de aangiften van de
verkiezingsuitgaven" (nr 2642)
13 Question orale de M. Pieter De Crem au
ministre de l'Intérieur sur "le chaos en matière de
déclarations des dépenses électorales"(n°2642)
13.01 Pieter De Crem (CVP): De aangiften van de
verkiezingsuitgaven moesten binnen de 30 dagen
na de verkiezingen ingediend zijn bij de plaatselijke
rechtbank van eerste aanleg. Nu blijkt dat er heel
wat is misgegaan. Niet alleen zijn er fouten
gemaakt, de aangiften blijken ook gedaan te zijn op
basis van oude formulieren. De reden voor dit
laatste zou te zoeken zijn bij de minister van
Binnenlandse Zaken die nog op 1 november een
wijziging van het ministerieel besluit van 24
augustus laatstleden publiceerde, waardoor andere
aangifteformulieren opgelegd werden.
Waarom was deze recente wijziging en aanvulling
van een ministerieel besluit nodig? Wie is
verantwoordelijk voor de onvolledige publicatie van
het ministerieel besluit van 24 augustus 2000? Is
een ernstige controle van de verkiezingsuitgaven nu
nog mogelijk? Zijn aangiften op basis van oude
formulieren rechtsgeldig? Beseft de minister dat de
veroorzaakte chaos aanleiding kan geven tot
politieke afrekeningen? Hoe rijmt de minister de
gevolgde procedure met behoorlijk bestuur?
13.01 Pieter De Crem (CVP): Les déclarations des
dépenses électorales devaient être déposées au
tribunal de première instance du lieu dans les trente
jours à dater des élections. On constate aujourd'hui
de nombreux dysfonctionnements. Non seulement
des erreurs ont été commises, les déclarations ont
également été faites à l'aide d'anciens formulaires.
Cette dernière anomalie serait imputable au
ministre de l'Intérieur qui, le 1
er
novembre encore, a
publié une modification de l'arrêté ministériel du
24 août dernier, imposant de nouveaux formulaires
de déclaration.
Pourquoi fallait-il encore modifier cet arrêté
ministériel ? Qui est responsable de la publication
incomplète de l'arrêté ministériel du 24 août 2000 ?
Un contrôle sérieux des dépenses électorales est-il
encore possible désormais ? Les déclarations sur la
base d'anciens formulaires sont-elles valables ? Le
ministre est-il conscient du fait que ce chaos peut
donner lieu à des règlements de comptes
politiques ? S'agit-il selon le ministre d'un exemple
de bonne administration ?
13.02 Minister Antoine Duquesne : Op 5 oktober
vestigde de Controlecommissie betreffende de
verkiezingsuitgaven de aandacht op het ontbreken
van twee aangifteformulieren. Mijn administratie
heeft die ontbrekende modellen onmiddellijk
opgesteld. Zij werden gepubliceerd in het
Staatsblad van 1 november in de vorm van een
aanvullend ministerieel besluit. De modellen werden
ook meteen bezorgd aan de voorzitters van de
rechtbanken van eerste aanleg evenals aan alle
politieke partijen. Van onbehoorlijk bestuur is geen
sprake, integendeel. Er is evenmin sprake van oude
en nieuwe formulieren. Het aanvullende besluit van
1 november betreft enkel twee nieuwe
aangiftemodellen. De aangiften van de
verkiezingsuitgaven moesten op 7 november binnen
13.02
Antoine Duquesne , ministre: Le 5 octobre, la
Commission de contrôle des dépenses électorales
a attiré l'attention sur l'absence de deux formulaires
de déclaration.
Mon administration a immédiatement élaboré ces
modèles manquants. Ils ont été publiés au Moniteur
belge du 1
er
novembre sous la forme d'un arrêté
ministériel complémentaire. Les modèles ont en
outre été immédiatement transmis aux présidents
des tribunaux de première instance, ainsi qu'à tous
les partis politiques. Il n'est nullement question
d'une administration incorrecte, au contraire. Il n'est
pas davantage question d'anciens et de nouveaux
formulaires. L'arrêté complémentaire du
1
er
novembre concerne uniquement deux nouveaux
CRABV 50
COM 293
14/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
zijn. De kandidaten hadden dus ruimschoots de tijd
om hun wettelijke verplichtingen na te komen.
modèles de déclaration.
Les déclarations des dépenses électorales devaient
être déposées pour le 7 novembre. Les candidats
avaient donc largement le temps de remplir leurs
obligations légales.
13.03 Pieter De Crem (CVP): Er waren dus
lacunes in het ministerieel besluit van 24 augustus.
Dit is wel een belangrijke materie en dus een
voorbeeld van onbehoorlijk bestuur. De
Controlecommissie is niet eens samengekomen. Dit
moet een les zijn voor de toekomst.
Interpretatieproblemen blijven nu bestaan. De
schuld op de Controlecommissie schuiven is al te
gemakkelijk. De minister was hier bevoegd.
13.03 Pieter De Crem (CVP): L'arrêté ministériel
du 24 août présentait donc des lacunes. Il s'agit
bien d'une matière importante et dès lors d'un
exemple de mauvaise administration. La
commission de contrôle ne s'est même pas réunie.
Il faut en tirer les leçons pour le futur. Les
problèmes d'interprétation subsistent. Il est trop
facile de rejeter la responsabilité sur la commission
de contrôle. C'est le ministre qui était compétent en
la matière.
13.04 Yves Leterme (CVP): Ik ben ondervoorzitter
van de Controlecommissie. De commissie voor de
Verkiezingsuitgaven heeft nooit die aangelegenheid
behandeld. Twee formulieren werden duidelijk niet
opgenomen in het ministerieel besluit. Dat is een
ernstige fout. Het gaat zeker niet op de
Controlecommissie de schuld daarvoor te geven.
13.04 Yves Leterme (CVP): Je suis vice-président
de la commission de contrôle des dépenses
électorales. Elle n'a jamais traité ce dossier.
Deux formulaires ne figuraient manifestement pas
dans l'arrêté ministériel. Il s'agit-là d'une grave
erreur. Il est inacceptable d'en rejeter la faute sur la
commission de contrôle.
13.05 Minister Antoine Duquesne : De controle
van de uitgaven is een parlementair prerogatief dat
door de controlecommissie wordt uitgeoefend.
De reglementaire besluiten van de minister van
Binnenlandse Zaken dienen gewoon ter bevestiging
van de commissiebeslissingen. De dialoog tussen
de minister en de controlecommissie moet tot een
goede vertaling van de commissiebeslissingen
leiden. Ik zal hierop toezien. De eigenlijke
interpretatiebevoegdheid ligt bij de
controlecommissie.
13.05 Antoine Duquesne , ministre: Le contrôle
des dépenses est une prérogative parlementaire
exercée par la Commission de Contrôle. Les
arrêtés réglementaires du ministre de l'Intérieur
doivent simplement relayer les décisions de la
commission. Le dialogue entre le ministre et la
Commission de Contrôle doit mener à une bonne
traduction des décisions de cette dernière. J'y
veillerai. La véritable interprétation est détenue par
la Commission de Contrôle.
13.06 Paul Tant (CVP): De kandidaten waren vaak
niet eens in staat hun verplichtingen inzake aangifte
na te komen.
13.06 Paul Tant (CVP): En réalité, les candidats
n'étaient souvent même pas en mesure de remplir
leurs obligations relatives à la déclaration.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Mondelinge vraag van de heer Pieter De Crem
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
voorbereiding van de benoeming van
burgemeesters" (nr 2643)
14 Question orale de M. Pieter De Crem au
ministre de l'Intérieur sur "la préparation de la
nomination des bourgmestres" (n° 2643)
14.01 Pieter De Crem (CVP): Begin januari 2001
worden de nieuwe burgemeesters benoemd. Zijn er
ter zake bijkomende regels? Werden er termijnen
opgelegd om eventuele klachten te behandelen?
Welke criteria zal de minister hanteren? Welke
volgorde zal in acht worden genomen? Zullen de
14.01 Pieter De Crem (CVP): Au début du mois de
janvier 2001, les nouveaux bourgmestres seront
nommés. A-t-on élaboré des règles
supplémentaires en la matière ? A-t-on imposé le
cas échéant des délais pour le traitement de
plaintes éventuelles ? Quels critères le ministre
14/11/2000
CRABV 50
COM 293
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
benoemingen tijdig kunnen gebeuren?
utilisera-t-il ? Dans quel ordre les bourgmestres
seront-ils nommés ? Pourra-t-il être procédé à ces
nominations à temps ?
14.02 Minister Antoine Duquesne : Deze
aangelegenheid wordt geregeld in de
rondzendbrieven van 26 juli en 12 en 14 september
2000, respectievelijk Belgisch Staatsblad van 31
augustus en 22 en 27 september 2000, die aan de
provinciegouverneurs werden overgemaakt.
Bezwaren moeten worden ingediend binnen de 40
dagen na het opstellen van het proces-verbaal van
de verkiezing. De bestendige deputatie of, voor
Brusselse gemeenten, het rechtsprekend college
van Brussel-hoofdstad, doet binnen de 30 dagen
uitspraak.
De criteria voor de benoeming van de
burgemeesters zijn onveranderd. Ze zijn terug te
vinden in de circulaire van 26 juli 2000.
14.02 Antoine Duquesne , ministre: Cette affaire
est réglée dans les circulaires du 26 juillet et des 12
et 14 septembre 2000, publiées au Moniteur belge
du 31 août et des 27 et 22 septembre 2000, qui ont
été adressées aux gouverneurs de province.
Les plaintes doivent être introduites dans les
quarante jours après la rédaction du procès-verbal
de l'élection . La députation permanente ou, pour
les communes bruxelloises, le collège juridictionnel
de Bruxelles-Capitale, se prononce dans les trente
jours.
Les critères utilisés pour la nomination des
bourgmestres restent inchangés. Ils sont contenus
dans la circulaire du 26 juillet 2000.
Sommige voordrachtsakten kunnen niet
onmiddellijk worden behandeld; omdat de
verkiezing werd vernietigd; omdat er een schorsend
beroep is bij de Raad van State; omdat de
ingediende voordrachtsakte niet voldoet aan de
wettelijke voorwaarden of niet kan rekenen op steun
van de meerderheid van de gemeenteraadsleden;
omdat er verscheidene voordrachtsakten zijn
waarop gemeenteraadsleden meer dan eens
bekenden of omdat er nog geen definitief advies is
van de procureur-generaal.
Er werd een Nederlandstalige en een Franstalige
sectie opgericht, samengesteld uit ambtenaren van
de directie Lokale Aangelegenheden en uit ervaren
ambtenaren uit andere diensten van mijn
departement.
Les dossiers sont traités dans l'ordre dans lequel ils
me parviennent, à condition que les élections aient
été validées et que les avis sont positifs.
Certains actes de présentation ne peuvent être
traités immédiatement pour différentes raisons :
l'élection a été annulée, un recours en suspension a
été introduit au Conseil d'Etat, l'acte de présentation
introduit ne satisfait pas aux conditions légales ou
n'est pas soutenu par la majorité des conseillers
communaux, il y a différents actes de présentation
signés plusieurs fois par certains conseillers
communaux, le procureur général n'a pas encore
remis d'avis définitif.
Une section néerlandophone et une section
francophone ont été constituées. Elles sont
composées de fonctionnaires de la direction des
affaires locales et de fonctionnaires expérimentés
appartenant à d'autres services de mon
département.
Ik zou hier willen opwerpen dat de burgemeesters
de mogelijkheid hebben zich tot de gouverneur te
wenden.
Je voudrais dire que les bourgmestres disposent de
la possibilité de s'adresser au gouverneur.
14.03 Pieter De Crem (CVP): Is het advies nodig
van de procureur-generaal van het ambtsgebied
waartoe de gemeente of stad behoort?
14.03 Pieter De Crem (CVP): Faut-il s'enquérir de
l'avis du procureur général du ressort de la
commune ou de la ville ?
14.04 Minister Antoine Duquesne : Voor de
gemeenten wel natuurlijk. Overtredingen op andere
niveaus zijn mogelijk. Als dat het geval is moet de
procureur-generaal inlichtingen aan zijn collega's
14.04 Antoine Duquesne , ministre: Les
communes, bien sûr. Il peut y avoir des infractions à
d'autres niveaux, mais alors le procureur général
doit prendre ses renseignements chez ses
CRABV 50
COM 293
14/11/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
vragen.
collègues.
14.05 Pieter De Crem (CVP): Voor de
voordrachtakte dienden heel wat burgemeesters het
document uit het Belgisch Staatsblad te kopiëren.
Daarop was onvoldoende plaats om alle gegevens
in te vullen. Ik dring aan op een uniform en wettelijk
document tegen de volgende verkiezingen.
14.05 Pieter De Crem (CVP): De nombreux
bourgmestres ont dû faire une copie de l'acte de
présentation à partir du document paru au Moniteur
belge. Il n'y a pas suffisamment de place sur ce
document pour mentionner l'ensemble des
données. J'insiste pour qu'un document uniforme et
légal soit créé d'ici aux prochaines élections.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Mondelinge vraag van de heer Karel Van
Hoorebeke aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "de minimumnormen voor de
personeelsbezetting van de toekomstige
politiezones" (nr 2639)
15 Question orale de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de l'Intérieur sur "les normes minimales
d'occupation du personnel dans les futures
zones de police" (n° 2639)
15.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): De KUL
heeft een studie gemaakt inzake minimumnormen
voor personeelsbezetting in de toekomstige
politiezones. De minister heeft nog geen normen
vastgelegd. Onder meer voor mutaties is het
toekomstig organigram van belang. Wanneer komt
dit er?
15.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): La KUL a
réalisé une étude relative aux normes minimales en
matière d'effectifs dans les futures zones de police.
Le ministre n'a pas encore fixé de normes. Le futur
organigramme est important, notamment pour les
mutations. Quand cet organigramme sera-t-il
élaboré ?
15.02 Minister Antoine Duquesne : Jammer dat u
er niet was toen ik antwoordde op de interpellatie
van de heer Simonet. Bij de huidige stand van
zaken zijn we voor de afbakening van de zones
uitgegaan van bestaande situaties, rekening
houdend evenwel met de functionaliteit van de
politiediensten. Alle gemeenten voldoen aan dat
functionaliteitscriterium.
Wat de verdeling van de middelen betreft, heeft de
KUL uitstekende criteria aangereikt, zeker in
vergelijking met de situatie in het verleden. In het
algemeen kan men stellen dat de politie beter zal
kunnen werken en versterkt zal worden, aangezien
zowel politie- als rijkswachtmanschappen
samengebracht zullen worden.
Er zal nu een ideale norm vastgesteld moeten
worden.
Wat de formatie betreft, heeft men de lokale
autonomie willen respecteren, rekening houdend
met de behoeften.
We zullen zeker nog de gelegenheid hebben om op
de onderscheiden fasen van deze operatie terug te
komen.
15.02 Antoine Duquesne , ministre: Dommage
que vous n'étiez pas là pour entendre ma réponse à
l'interpellation de M. Simonet. Dans l'état actuel,
nous avons déterminé les zones à partir de
situations existantes, en tenant compte de la
fonctionnalité des polices. Toutes les communes
satisfont à ce critère de fonctionnalité.
Quant à la répartition des moyens, les critères
avancés par la KUL sont excellents, surtout si on
les compare au passé. Généralement, la police
sera améliorée et renforcée puisque les effectifs de
policiers et de gendarmes seront cumulés. Demain,
il faudra fixer une norme idéale.
Quant au cadre, on a voulu respecter l'autonomie
locale en tenant compte des besoins. Nous aurons
certainement encore l'occasion de revenir sur les
phases de cette opération.
14/11/2000
CRABV 50
COM 293
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
15.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): De minister
verwijst naar de KUL-studie. Hij beschouwt de norm
die daarin naar voor wordt geschoven als
hanteerbaar, maar hij zou moeten worden
aangevuld op basis van de personeelsbehoeften.
Voor de betrokken personeelsleden is het belangrijk
dat er zo snel mogelijk duidelijkheid zou komen.
15.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Le ministre
se réfère à l'étude réalisée par la KUL. Il considère
la norme qui y est proposée comme applicable,
mais elle devrait être complétée en fonction des
besoins en matière de personnel. Il importe pour les
membres du personnel concernés que la situation
soit clarifiée le plus rapidement possible.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vergadering is gesloten om 12.40 uur.
La séance est levée à 12.40 heures.