KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 289
CRABV 50 COM 289
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
woensdag mercredi
08-11-2000 08-11-2000
14:30 uur
14:30 heures

RABV 50
COM 289
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
MONDELINGE VRAGEN
1
QUESTIONS ORALES
1
Samengevoegde mondelinge vragen van
- de heer Luc Goutry aan de minister van Sociale
Zaken en Pensioenen over "de ROB-bedden"(nr
2244)
- mevrouw Anne-Mie Descheemaeker aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de RVT-bedden in rusthuizen" (nr 2464)
1
Questions orales jointes de
- M. Luc Goutry au ministre des Affaires sociales
et des Pensions sur 'les lits des maisons de
repos' (n°2244).
- Mme Anne-Mie Descheemaeker au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur 'les lits MRS
dans les maisons de repos' (n° 2464).
1
Sprekers:
Luc Goutry, Anne-Mie
Descheemaeker, Frank Vandenbroucke,
minister van Sociale Zaken en Pensioenen
Orateurs:
Luc Goutry, Anne-Mie
Descheemaeker, Frank Vandenbroucke,
ministre des Affaires sociales et des Pensions
Mondelinge vraag van de heer Luc Goutry aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de letsels ingevolge repetitieve arbeid" (nr 2407)
3
Question orale de M. Luc Goutry au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "les
blesssures encourues suite au travail répétitif"
(n° 2407)
3
Sprekers:
Luc Goutry, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Luc Goutry, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Mondelinge vraag van mevrouw Maggie De Block
aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "de budgettering in de klinische
biologie en de ristorno's"(nr 2432)
4
Question orale de Mme Maggie De Block au
ministre des Affaires sociales et des Pensions sur
"la fixation du budget en biologie clinique et les
ristournes" (n° 2432)
4
Sprekers:
Maggie De Block, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Maggie De Block, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Mondelinge vraag van de heer Luc Goutry aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"het sociaal statuut van de podiumkunstenaar" (nr
2462)
6
Question orale de M. Luc Goutry au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "le statut
social des artistes de spectacle" (n°2462)
6
Sprekers:
Luc Goutry, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Luc Goutry, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Mondelinge vraag van de heer Luc Goutry aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over "
prostaatkankerscreening" (nr 2465)
8
Question orale de M. Luc Goutry au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "le
dépistage systématique du cancer de la prostate."
(n° 2465)
8
Sprekers:
Luc Goutry, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Luc Goutry, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Regeling van de werkzaamheden
9
Ordre des travaux
9
Mondelinge vraag van de heer Bruno Van
Grootenbrulle aan de minister van Sociale Zaken
en Pensioenen over "de financiering van de op
verschillende plaatsen gevestigde ziekenhuizen"
(nr 2489)
9
Question orale de M. Bruno Van Grootenbrulle au
ministre des Affaires sociales et des Pensions sur
"le financement des hopitaux multi sites" (n°2489)
9
Sprekers: Bruno Van Grootenbrulle, Frank
Vandenbroucke
, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs: Bruno Van Grootenbrulle, Frank
Vandenbroucke
, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Mondelinge vraag van mevrouw Annemie Van de
Casteele aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "het stimuleren van het gebruik
van generische geneesmiddelen" (nr 2547)
10
Question orale de Mme Annemie Van de Casteele
au ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "la stimulation de l'utilisation des
médicaments génériques" (n° 2547)
10
08/11/2000
CRABV 50
COM 289
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Sprekers: Annemie Van de Casteele, Frank
Vandenbroucke
, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs: Annemie Van de Casteele, Frank
Vandenbroucke
, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Mondelinge vraag van mevrouw Greta D'Hondt
aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "de aanpassing van het bedrag
van het loon dat niet vatbaar is voor overdracht of
beslag" (nr 2562)
11
Question orale de Mme Greta D'Hondt au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur
"l'adaptation du montant non cessible ou non
saisissable de la rémunération" (n° 2562)
11
Sprekers:
Greta D'Hondt, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen , Annemie Van de Casteele,
Luc Goutry, De voorzitter, Daniel
Bacquelaine
, voorzitter van de PRL FDF
MCC-fractie
Orateurs:
Greta D'Hondt, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions , Annemie Van de
Casteele, Luc Goutry, Le président, Daniel
Bacquelaine
, président du groupe PRL FDF
MCC
Mondelinge vraag van de heer Bruno Van
Grootenbrulle aan de minister van Sociale Zaken
en Pensioenen over "de toekomstige herziening
van de berekeningswijze van de socio-
economische coëfficiënten door het Fonds voor
Beroepsziekten" (nr 2564)
15
Question orale de M. Bruno Van Grootenbrulle au
ministre des Affaires sociales et des Pensions sur
"la future révision du mode de calcul des
coefficients économiques par le Fonds des
maladies professionnelles » (n° 2564)
15
Sprekers: Bruno Van Grootenbrulle, Frank
Vandenbroucke
, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs: Bruno Van Grootenbrulle, Frank
Vandenbroucke
, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Mondelinge vraag van mevrouw Greta D'Hondt
aan de vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de vereenvoudiging en
modernisering van de door de werkgevers bij te
houden sociale administratie" (nr 2584)
16
Question orale de Mme Greta D'Hondt à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "la
simplification et la modernisation de
l'administration sociale à tenir par les employeurs"
(n° 2584)
16
Sprekers:
Greta D'Hondt, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Greta D'Hondt, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Mondelinge vraag van mevrouw Greta D'Hondt
aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "de bijzondere bijdrage voor de
sociale zekerheid" nr 2586)
18
Question orale de Mme Greta D'Hondt au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "la
cotisation spéciale de sécurité sociale" (n° 2586)
18
Sprekers:
Greta D'Hondt, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen , De voorzitter
Orateurs:
Greta D'Hondt, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions , Le président
RABV 50
COM 289
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1

COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
van
WOENSDAG
08
NOVEMBER
2000
14:30 uur
______
du
MERCREDI
08
NOVEMBRE
2000
14:30 heures
______



De vergadering wordt geopend om 14.30 uur door
de heer Joos Wauters, voorzitter.

La séance est ouverte à 14.30 heures par M. Joos
Wauters, président.
Mondelinge vragen
Questions orales
01 Samengevoegde mondelinge vragen van
- de heer Luc Goutry aan de minister van Sociale
Zaken en Pensioenen over "de ROB-bedden"(nr
2244)
- mevrouw Anne-Mie Descheemaeker aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de RVT-bedden in rusthuizen" (nr 2464)
01 Questions orales jointes de
- M. Luc Goutry au ministre des Affaires sociales
et des Pensions sur 'les lits des maisons de
repos' (n°2244).
- Mme Anne-Mie Descheemaeker au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur 'les lits
MRS dans les maisons de repos' (n° 2464).
01.01 Luc Goutry (CVP): Op 1 oktober 1999
waren er in België 29.464 RVT-bedden erkend en
waren er 36.129 niet-erkende RVT-gerechtigden in
rustoordbedden. Wanneer een RVT-gerechtigde
met bijvoorbeeld een zorgprofiel B in een
rustoordbed verblijft, is de financiering 540 frank per
dag lager dan wanneer hij in een RVT-bed zou
verblijven. Deze toestand van ongelijke financiering
voor dezelfde zorgprofielen is niet langer houdbaar,
ook al worden er tot 2002 nog eens 15.000
rustoordbedden omgevormd tot RVT-bedden. In
2002 zullen er nog 20.000 RVT-bedden tekort zijn.
Hoe en binnen welk tijdskader wil de minister deze
discriminatie wegwerken?
Moeten de behoeften niet realistisch worden
ingeschat?
Waarom wordt er een lineaire besparing van 6
procent voor rustoorden gepland?
01.01 Luc Goutry (CVP): Au 1er octobre 1999, les
maisons de repos en Belgique comptaient 29.464
lits MRS agréés pour 36.129 lits non agréés. Pour
les personnes séjournant en maison de repos, le
financement correspondant à un ayant-droit MRS
présentant un profil de soins B est inférieur de 540
francs à celui correspondant à un pensionnaire
occupant un lit MRS simple. Cette inégalité dans le
financement des profils de soins analogues ne
peut être maintenue, même si 15.000 lits en maison
de repos seront transformés en lits MRS d'ici à
2002. En 2002, il subsistera un déficit de 20.000
unités pour ce qui concerne le nombre de lits MRS .
Comment le ministre envisage-t-il d'éliminer cette
discrimination
et quel calendrier compte-t-il
appliquer ?
Les besoins ne doivent-ils pas être évalués sur une
base réaliste ?
Pourquoi une économie linéaire de six pour cent
est-elle programmée pour les maisons de repos ?
01.02 Luc Goutry (CVP):
01.02 Luc Goutry (CVP):
01.03 Anne-Mie Descheemaeker (AGALEV-
ECOLO): De ziekteverzekering betaalt voor een
bejaarde in een rusthuis een forfaitaire
01.03 Anne-Mie Descheemaeker (AGALEV-
ECOLO): Pour les personnes âgées séjournant en
maison de repos, l'assurance-maladie verse un
08/11/2000
CRABV 50
COM 289
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
dagvergoeding gebaseerd op de graad van
zorgbehoevendheid (KATZ-schaal). Het RVT-forfait
is ongeveer 50 frank hoger dan het rusthuisforfait.
Er zijn rusthuizen waar niet de helft van de
zorgbehoevenden een RVT-bed krijgen, terwijl voor
hen wel een RVT-personeelskader nodig is.

Is het verantwoord de meerkost te verhalen op de
bewoner? Wil de minister voor het toewijzen van
bijkomende RVT-bedden op basis van de effectieve
zorgbehoefte een prioriteit maken?
montant forfaitaire calculé sur la base du degré de
dépendance des intéressés (« l'échelle Katz »). Le
forfait MRS est supérieur de 50 francs environ au
forfait en maison de repos. Dans certaines maisons
de repos, moins de la moitié des pensionnaires se
voient attribuer un lit MRS, alors que leur état
requiert un personnel MRS.

La récupération du surcoût auprès des
pensionnaires est-elle justifiée ? Le ministre est-il
disposé à hisser au rang de ses priorités l'attribution
de lits MRS sur la base des besoins réels en
matière de soins ?
01.04 Minister Frank Vandenbroucke : In de
ROB's was er een tekort van meer dan 1 miljard
frank, in de RVT's was er een overschot van 800 à
900 miljoen. Ik heb beide samengevoegd, waardoor
het tekort bij de ROB's minimaal werd. Had ik dit
niet gedaan, dan zou de neerwaartse aanpassing
van de forfaits veel groter zijn geweest. Het is
logisch dat wanneer het budget wordt
overschreden, we correcties moeten doorvoeren.
De Riziv-forfaits voor de zorgcategorieën B en C
zijn inderdaad verschillend in rustoorden enerzijds
en in rust- en verzorgingstehuizen anderzijds.

Voor een passende kwaliteitsverzorging aan
personen in rustoorden, moet men over voldoende
personeel kunnen beschikken.

Een meerjarenplan maakte de reconversie van
25.000 rustoordbedden tot RVT-bedden vanaf 1
januari 1998 mogelijk.

01.04 Frank Vandenbroucke , ministre: Les
maisons de repos (MRPA) accusaient un déficit de
plus d'un milliard, cependant que les maisons de
repos et de soins (MRS) enregistraient un surplus
de 800 à 900 millions. La somme de ces deux
montants a permis de réduire sensiblement le
déficit au niveau des MRPA. Sans cela, l'évolution à
la baisse des forfaits aurait été beaucoup plus
importante. Il est logique que nous procédions à
des corrections en cas de dépassement budgétaire.

Les forfaits INAMI accordés pour les soins de
catégorie B et C ne sont en effet pas les mêmes en
MRPA et en MRS.

Pour pouvoir offrir des soins de qualité adaptés à
leurs résidents, les établissements doivent disposer
d'un personnel en nombre suffisant.

Un plan pluriannuel a permis de convertir 25.000 lits
MRPA en lits MRS à partir du 1
er
janvier 1998.
Het protocolakkoord van 9 juni 1997 voorziet in een
jaarlijkse evaluatie van de evolutie van alle bedden
en plaatsen voor ouderen in de diverse structuren.
In 2002 zullen er inderdaad nog ongeveer 21.000
RVT-bedden te kort zijn. Deze ongelijkheid moet zo
snel mogelijk worden opgelost door een totale
reconversie van alle B-en C- forfaits in ROB naar B-
of C-forfaits in RVT.

Dit maakt deel uit van het meerjarenplan voor de
gezondheidszorg van 1 maart. Ook het sociaal
akkoord maakt gewag van 7,7 miljard voor
baremaharmonisering. Binnen dit budgettaire kader
zou men ook naar een structurele reconversie naar
RVT moeten streven. Dit is, zeker op korte termijn,
niet zo makkelijk, gelet op de ongelijke ontwikkeling
van structuren voor ouderen. Voor een RVT-
erkenning moet men 25 zwaar zorgafhankelijke
ouderen huisvesten, een norm waaraan zeker niet
alle instellingen voldoen. Nu al moet de kloof tussen
B-en C-forfaits geleidelijk worden dichtgereden,
zodat in 2005 alle forfaits in de rustoorden op RVT-
Le protocole d'accord du 9 juin 1997 prévoit une
évaluation annuelle de l'évolution de tous les lits et
places destinés aux personnes âgées dans les
différentes structures.

En 2002, il subsistera encore un manque d'environ
21 000 lits MRS. Il convient de pallier au plus tôt
cette inégalité en reconvertissant intégralement tous
les forfaits B et C des MRPA en forfaits B ou C
MRS.
Cela fait partie du plan pluriannuel pour les soins de
santé du 1
er
mars. L'accord social fait lui aussi état
de 7,7 milliards pour l'harmonisation des barèmes.
Dans ce cadre budgétaire, on devrait également
tendre vers une reconversion structurelle en MRS.
Or, ce ne sera pas chose aisée, a fortiori à court
terme, étant donné le développement inégal des
différentes structures destinées aux personnes
âgées. Pour obtenir un agrément MRS, un
établissement doit héberger 25 personnes âgées
très dépendantes. Or, tous les établissements ne
satisfont certainement pas à cette norme. Il importe
RABV 50
COM 289
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
niveau zullen zijn gebracht.
d'ores et déjà de combler graduellement le fossé
entre les forfaits B et C, pour faire en sorte qu'en
2005, tous les forfaits dans les maisons de repos se
situent au niveau MRS.
01.05 Luc Goutry (CVP): Dit is een interessant
antwoord. We zullen blijkbaar in de goede richting
evolueren. Ik besef dat de minister niet anders kan
doen dan hij heeft gedaan: als het budget op
is,moet er worden gerecupereerd. Het is echter niet
aanvaardbaar dat de 6 procent besparingen zo
zwaar wegen op de instellingen die slechts voor een
deel RVT-bedden hebben, maar wel veel
zorgbehoevende bejaarden. Dit probleem kan niet
meteen worden opgelost, het engagement is
belangrijk.

In het protocol was voorzien in een moratorium. Dit
werd alleen in Vlaanderen volledig toegepast. Het
bestaat echer nog steeds. Een moratorium van drie
jaar is misplaatst.

01.05 Luc Goutry (CVP): Cette réponse est
intéressante. Il semble que nous évoluions dans la
bonne direction. Je suis bien conscient que le
ministre n'avait pas d'autres solutions: lorsque le
budget est épuisé, des récupérations sont
nécesaires. Mais il est inacceptable que les
économies de 6% pèsent d'un tel poids sur les
établissements qui disposent de lits MRS mais
hébergent de nombreuses personnes âgées
nécessitant des soins. Ce problème ne peut pas
être résolu instantanément. L'engagement est
essentiel.

Le protocole prévoyait un moratoire. Seule la
Flandre l'a appliqué intégralement. Ce moratoire est
toujours en vigueur. Un moratoire de trois ans est
malvenu.
01.06 Anne-Mie Descheemaeker (AGALEV-
ECOLO): Indien de meerkost van de patiënten die
een RVT-bed vereisen en die toch in een
rustoorbed verblijven, niet aan de patiënten zelf
wordt doorgerekend, dan vrees ik dat dit ten koste
zal gaan van het personeel.

01.06 Anne-Mie Descheemaeker (AGALEV-
ECOLO): Si le surcoût entraîné par les patients qui
exigent un lit MRS tout en séjournant dans une
maison de repos n'est pas répercuté sur les
patients eux-mêmes, je crains que le personnel en
fasse les frais.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

02 Mondelinge vraag van de heer Luc Goutry aan
de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over "de letsels ingevolge repetitieve arbeid"
(nr 2407)
02 Question orale de M. Luc Goutry au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "les
blesssures encourues suite au travail répétitif"
(n° 2407)
02.01 Luc Goutry (CVP): Het toenemend aantal
gevallen van tendinitis baart zorgen. De stijging is
vooral te wijten aan snel repetitief uitgevoerde
bewegingen op het werk. Deze RSI-aandoening
(Repetitive Strain Injuries) wordt niet erkend als
beroepsziekte. De patiënt kan wel een aanvraag
indienen via het zogenaamd open systeem, maar
dan moet men een causaal verband kunnen
aantonen tussen werk en aandoening, wat nooit
voor 100 procent wordt aanvaard.

Moet de lijst van beroepsziekten niet dringend
worden geactualiseerd? Kan het RSI-syndroom
daar worden ondergebracht?
02.01 Luc Goutry (CVP): Le nombre croissant de
cas de tendinites suscite l'inquiétude. Cet
accroissement est principalement dû à des
mouvements rapides répétitifs au travail. Cette
affection RSI (Repetitive Strain Injuries) n'est pas
reconnue comme maladie professionnelle. Le
patient peut certes introduire une demande
d'intervention par le biais du système dit ouvert,
mais il faut alors pouvoir établir l'existence d'un lien
de cause à effet entre le travail et l'affection, ce qui
n'est jamais accepté à 100 pour cent.
Ne convient-il pas d'actualiser sans attendre la liste
des maladies professionnelles ? Le syndrome RSI y
figurera-t-il ?
02.02 Minister Frank Vandenbroucke : Op korte
termijn wens ik de lijst van beroepsziekten te
actualiseren. De Europese evolutie biedt een goed
aanknopingspunt. Het beleid inzake
02.02 Frank Vandenbroucke , ministre: Je
souhaite actualiser la liste des maladies
professionnelles à court terme. L'évolution
européenne constitue à cet effet un point de départ
08/11/2000
CRABV 50
COM 289
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
schadeloosstelling moet aansluiten bij een actief
tewerkstellingsbeleid.
Repetitive Strain Injuries (RSI) is een
verzamelnaam voor een heterogene groep spier-,
pees- en zenuwklachten ter hoogte van de hand,
pols, elleboog, schouder en nek. Een aantal
aandoeningen is goed aflijnbaar en kan worden
erkend.

Tendinitis wordt nu alleen bij schouwspelartiesten
erkend. Omdat het ook bij andere beroepen
voorkomt, heeft de Technische Raad van het Fonds
voor beroepsziekten een werkgroep belast met de
aanpassing van de lijst en van de criteria. Dat
rapport wordt binnenkort verwacht.
approprié. La politique d'indemnisation doit
s'inscrire dans une politique d'emploi active.
La dénomination de Repetitive Strain Injuries (RSI)
recouvre un ensemble hétérogène de douleurs
musculaires, de tendinites et de névralgies au
niveau de la main, du poignet, du coude, de l'épaule
et de la nuque. Certaines affections sont faciles à
définir et peuvent donc être reconnues. La tendinite
n'est actuellement reconnue que chez les artistes
du spectacle. Comme cette affection touche
également d'autres professions, le Conseil
technique du Fonds des maladies professionnelles
a chargé un groupe de travail d'adapter les listes de
critères. Le rapport de ce groupe est attendu
prochainement.
02.03 Luc Goutry (CVP): Het verheugt me dat de
minister aandacht heeft voor het probleem. We
wachten vol ongeduld op het advies van de
Technische Raad. Daarna moet zo snel mogelijk
advies worden ingewonnen inzake medische
screening en schadeloosstelling.

02.03 Luc Goutry (CVP): Je me réjouis de ce que
le ministre se préoccupe du problème. Nous
attendons avec impatience l'avis du Conseil
technique. Il faudra ensuite recueillir le plus
rapidement possible les avis relatifs au suivi
médical et aux indemnisations.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Mondelinge vraag van mevrouw Maggie De
Block aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "de budgettering in de klinische
biologie en de ristorno's"(nr 2432)
03 Question orale de Mme Maggie De Block au
ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "la fixation du budget en biologie clinique et
les ristournes" (n° 2432)

03.01 Maggie De Block (VLD):
Budgetoverschrijdingen werden in het verleden
gerecupereerd via een ristornosysteem. Het
enveloppesysteem in combinatie met de
ristornowetgeving is een mislukking gebleken. Door
de aansprakelijkheid bij de voorschrijvende artsen
te leggen, werd het budget controleerbaar.

Artikel 32 van de laatste programmawet voert een
nieuw beheersinstrument in. Een grotere
forfaitisering maakt een efficiëntere recuperatie van
overschrijdingen mogelijk. Alleen de laboratoria die
voor de overschrijding verantwoordelijk zijn, zullen
daarmee worden geconfronteerd. De invoering van
het 75 procent-forfait trad pas in werking op 1 mei
2000. Er gelden momenteel dus twee systemen.
Hoe wil de minister beide systemen toepassen voor
het jaar 2000? Heeft het ristornosysteem nu nog
zin?
03.01 Maggie De Block (VLD): Par le passé, les
dépassements du budget ont toujours été
récupérés par le biais d'un système de ristournes.
Or, le système des enveloppes, combiné avec la
législation relative aux ristournes, est un échec. En
responsabilisant les médecins, on a fait en sorte
que le budget puisse être contrôlé.

L'article 32 de la dernière loi-programme a instauré
un nouvel instrument de gestion. Une forfaitarisation
accrue devra permettre de mieux compenser les
dépassements. Seuls les laboratoires responsables
des dépassements seront confrontés à cette réalité.
L'introduction du forfait à 75% n'est devenue
effective que le 1
er
mai 2000. A l'heure actuelle,
deux régimes coexistent donc.

Le ministre est-il disposé à appliquer les deux
régimes en 2000 ? Le système des ristournes est-il
encore utile ?

03.02 Minister Frank Vandenbroucke : Zeggen dat
het enveloppesysteem in combinatie met de
ristornowetgeving een mislukking is geweest, is
voorbarig. Geen enkele rechtsinstantie heeft de
03.02 Frank Vandenbroucke , ministre: Il est
prématuré d'affirmer que le système des
enveloppes, en combinaison avec les ristournes,
soit un échec. Sur le fond, aucune juridiction n'a
RABV 50
COM 289
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
bepalingen ten gronde afgewezen. Dit blijkt uit de
twee arresten van het Arbitragehof (5/94 en 84/93),
het afwijzen van de verzoeken tot nietigverklaring
van uitvoeringsbesluiten door de Raad van State en
het ongegrond verklaren dor sommige rechtbanken
van vorderingen van laboratoria tegen Riziv-
voorschottenfacturen. Over de definitieve facturen
is tot nog toe geen vonnis ten gronde geveld.

Door het recuperatiesysteem kon 5,7 miljard frank
worden gerecupereerd op een totaal bedrag van 7,3
miljard frank dat als overschrijding werd vastgelegd
voor de periode van 1989 tot 1992. Een
economische mislukking is het dus evenmin, tenzij
men daarmee bedoelt dat het aantal laboratoria
voor klinische biologie is afgenomen. Het
overaanbod aan laboratoria zette sommige
laboratoria er precies toe aan het voorschrijfgedrag
van geneesheren te beïnvloeden.

rejeté les dispositions. C'est ce qu'on retiendra de
deux arrêts de la Cour d'Arbitrage (5/94 et 84/93),
du rejet des recours en annulation d'arrêtés
d'exécution par le Conseil d'Etat et de la déclaration
d'irrecevabilité par certains tribunaux d'actions
intentées par des laboratoires contre des factures
d'avances de l'INAMI. Aucun jugement quant au
fond n'a jusqu'à présent été rendu à propos des
factures définitives.

Le système permet de récupérer 5,7 milliards de
francs sur un montant total de 7,3 milliards, soit le
montant des dépassements fixé pour la période
1989-1992. Le système n'est pas non plus un échec
sur le plan économique, à moins que vous ne
songiez à la diminution du nombre de laboratoires
de biologie clinique. Or, c'était précisément la
pléthore de laboratoires qui poussait certains
d'entre eux à influer sur le comportement des
médecins prescripteurs.

De drastische vermindering van het aantal
laboratoria heeft voor een schaalvergroting gezorgd
en zo tot de leefbaarheid van de overgebleven
laboratoria en tot de vermindering van de druk op
de voorschrijvers.

De beheersbaarheid van de uitgaven sinds 1993
was niet in de eerste plaats een gevolg van een
invoering van een eventuele aansprakelijkheid van
de voorschrijvende geneesheren. De wettelijke
basis daarvoor werd immers gedeeltelijk verbroken
door het Arbitragehof, waardoor de
aansprakelijkheid nooit in praktijk werd gebracht.
La réduction sensible du nombre de laboratoires
s'est traduite par un accroissement d'échelle, qui
permet de sauvegarder la viabilité des laboratoires
restants et d'alléger la pression que subissent les
prescripteurs.

La maîtrise des dépenses depuis 1993 ne résultait
pas en premier lieu d'une éventuelle
responsabilisation des médecins prescripteurs. La
Cour d'Arbitrage en a en effet partiellement remis
en cause le fondement légal, empêchant ainsi la
mise en oeuvre du principe de la responsabilisation.
De beheersing van de uitgaven was vooral het
gevolg van de tariefreductie die op het einde van
1992 werd ingevoerd. Daardoor werd het
honorarium per akte met 42,5 procent verminderd
en werd dit slechts gedeeltelijk gecompenseerd
door de invoering van een forfaitair bedrag per
voorschrift. Deze grotere forfaitisering houdt geen
recuperatiesysteem in. Het zal er wel voor zorgen
dat de vastgestelde enveloppe beter wordt
gerespecteerd. De overschrijdingen worden dus niet
gerecupereerd, maar worden beter voorkomen.

Het systeem speelt in beide richtingen en corrigeert
een eventuele overschrijding van de enveloppe van
het verleden. Het is perfect mogelijk dat beide
systemen naast elkaar blijven bestaan. Wanneer
immers artikel 32 van de wet van 12 augustus 2000
wordt toegepast, wordt het ristornosysteem niet
toegepast.

Artikel 32 zal op een lineaire manier het niveau van
de voorschriftforfaits beïnvloeden, waardoor alle
La maîtrise des dépenses a résulté essentiellement
de la réduction tarifaire instaurée fin 1992.
Conséquence : les honoraires par acte ont été
diminués de 42,5 % et cette baisse n'a été
compensée que partiellement par l'introduction d'un
forfait par prescription. Le fait qu'on ait commencé à
travailler davantage sur la base de forfaits
n'implique pas l'existence d'un système de
récupération, mais l'enveloppe telle qu'elle a été
fixée sera mieux respectée. Les dépassements ne
seront donc pas récupérés, mais ils feront l'objet
d'une prévention accrue.
Ce système fonctionne dans les deux sens et
contribuera à rectifier un éventuel dépassement de
l'enveloppe du passé. Il est tout à fait possible que
les deux systèmes continuent de coexister. En effet,
si l'article 32 de la loi du 12 août 2000 est appliqué,
le système de ristournes ne le sera pas.

L'article 32 influera linéairement sur le niveau des
forfaits fixés en matière de prescriptions de telle
sorte que tous les laboratoires contribueront dans
08/11/2000
CRABV 50
COM 289
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
laboratoria op dezelfde manier tot de beheersing
van de uitgaven zullen bijdragen. In het bestaande
ristornosysteem wordt de overschrijding in grotere
mate gerecupereerd bij die laboratoria van wie het
aandeel in het totale bedrag tijdens de laatste jaren
is toegenomen.
une proportion identique à la maîtrise des
dépenses. Dans l'actuel système de ristournes, tout
dépassement est récupéré dans une mesure plus
importante auprès des laboratoires dont la part
dans le montant total s'est accrueau cours de ces
dernières années.
03.03 Maggie De Block (VLD): De minister
beroept zich nogal lichtzinnig op tien jaar
rechtspraak. We beschikken echter nog niet over
vonnissen ten gronde. Dat getalm kan voor een
aantal laboratoria al fataal zijn geweest. Ik wijs er
ook op dat men de laboratoria niet te snel met de
vinger mag wijzen: zij moeten uitvoeren wat de
artsen voorschrijven.

Het nieuwe systeem kan inderdaad een aantal
eventuele faillissementen voorkomen, samen met
de door de minister aangehaalde schaalvergroting.
Daarenboven zou het besparend moeten werken.

03.03 Maggie De Block (VLD): Le ministre
invoque une jurisprudence de dix années avec une
certaine désinvolture. Or, il n'y a pas encore eu de
jugements sur le fond. Ces tergiversations ont déjà
peut-être été fatales à une série de laboratoires. Je
tiens également à souligner qu'il faut se garder de
montrer trop hâtivement les laboratoires du doigt
car ils doivent exécuter ce que les médecins
prescrivent.

Combiné à l'accroissement d'échelle évoqué par le
ministre, le nouveau système est effectivement de
nature à prévenir un certain nombre de faillites. De
plus, il devrait permettre de réaliser des économies.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Mondelinge vraag van de heer Luc Goutry aan
de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over "het sociaal statuut van de
podiumkunstenaar" (nr 2462)
04 Question orale de M. Luc Goutry au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "le
statut social des artistes de spectacle" (n°2462)
04.01 Luc Goutry (CVP): Op het einde van de
vorige regeerperiode was een haalbaar voorstel
uitgewerkt voor het dossier inzake de aanpassingen
aan het sociaal statuut van de podiumkunstenaars.
Nadien heb ik daarover niets meer vernomen. De
minister kondigde aan dat hij de resultaten van een
studieopdracht zou afwachten. De inhoud daarvan
is sinds april bekend. De trend ervan helpt ons
weinig vooruit. Wat is de precieze stand van zaken?
Hoe zal het dossier worden aangepakt?
Zowel vanuit politieke hoek als vanuit de sector
werden al zeer constructieve voorstellen gedaan.
Wanneer zal ook de regering een tandje bijsteken?
04.01 Luc Goutry (CVP): A la fin de la législature
précédente, une proposition réaliste avait été
élaborée en ce qui concerne le dossier relatif aux
adaptations du statut social des artistes de
spectacle. Par la suite, je n'en ai plus entendu
parler. Le ministre a indiqué qu'il attendrait de
connaître les résultats d'une étude qu'il a
commandée et dont la teneur a été rendue publique
en avril dernier. La tendance qui y est esquissée ne
nous avance guère. Où en est ce dossier
?
Comment sera-t-il traité ?

Le monde politique et le secteur concerné ont déjà
élaboré des propositions très constructives. Quand
le gouvernement passera-t-il également à la vitesse
supérieure ?
04.02 Minister Frank Vandenbroucke : Dat het
voorstel van de toenmalige parlementaire
subcommissie haalbaar was, is een eufemisme. De
onderwerping aan de stelsels, het
toepassingsgebied van het statuut en de
financieringswijze van het statuut werden niet
opgelost door die commissie. Ik ben het er wel mee
eens dat ook het rapport van de interuniversitaire
onderzoeksequipe geen duidelijke piste naar voren
schuift. De bal ligt terug in het kamp van de politiek.
Aan een interkabinettenwerkgroep is gevraagd om
op korte termijn een haalbaar en praktisch
04.02 Frank Vandenbroucke , ministre: Dire que
la proposition de la sous-commission parlementaire
de l'époque était réalisable est un euphémisme.
Cette commission n'a pas résolu les questions de la
soumission aux régimes, du champ d'application du
statut et du mode de financement de celui-ci.
J'admets que le rapport de l'équipe de recherche
inter-universitaire ne propose aucune piste précise.
La balle est à nouveau dans le camp du politique..

Un groupe de travail intercabinets a été chargé de
formuler à bref délai une proposition réaliste et
RABV 50
COM 289
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
hanteerbaar voorstel uit te werken. Aan de
onderzoekers werd een aantal technische
verduidelijkingen gevraagd. Daarop werd intussen
geantwoord.

De politieke standpunten over deze problematiek
lopen sterk uiteen. Mijn bekommernis is dat er op
korte termijn een sociale bescherming komt voor de
kunstenaars. Daarvoor wens ik mijn
verantwoordelijkheid op te nemen. Ik zal een
voorstel voorleggen aan de
interkabinettenwerkgroep, dat op korte termijn kan
worden verwezenlijkt. Ik licht nu de krachtlijnen
ervan toe. De sociologische en economische
omstandigheden waarin kunstenaars hun beroep
uitoefenen moeten bepalend zijn voor hun sociaal
stelsel. De oorspronkelijke bedoeling van art. 3, 2°
van het KB van 28 november 1968 moet worden
hersteld. Een werkgever moet dus worden belast
met het verrichten van de aangiften en met het
afhouden en betalen van de bijdragen. Onder
bepaalde omstandigheden kan een aantal
kunstenaars als zelfstandige worden beschouwd.

De aanduiding van de `sociale-
zekerheidswerkgever' doet geen probleem rijzen
voor de kunstenaars die verbonden zijn door een
arbeidsovereenkomst. Voor kunstenaars die hun
activiteiten verrichten in het kader van een structuur
en die zelf geen mandataris of bestuurder zijn van
deze vennootschap, geldt die structuur als
werkgever. Voor free lance artiesten zouden
specifieke interimkantoren voor uitvoerende
artiesten kunnen worden erkend. Het bestaan van
één aanwijsbare werkgever en van een
arbeidsovereenkomst biedt ook een aantal
voordelen inzake de uitvoering in de onderscheiden
sociale-zekerheidstakken. Een aanpassing van de
wetgeving betreffende de tijdelijke arbeid, de
uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van
werknemers kan een solide wettelijke basis bieden.
pratique. Certaines précisions techniques ont été
demandées aux scientifiques et cette demande a
entre-temps reçu une réponse.
Les points de vue politiques sur la question sont
très divergents. Mon souci est d'offrir à court terme
une protection sociale aux artistes. J'entends
prendre mes responsabilités à cet effet. Je
soumettrai au groupe de travail intercabinets une
proposition susceptible d'être mise en oeuvre
rapidement et dont je vais vous présenter les lignes
directrices. Les conditions sociologiques et
économiques dans lesquelles les artistes doivent
exercer leur profession doivent déterminer leur
régime social. L'objectif initial de l'article 3, 2° de
l'arrêté ministériel du 28 novembre 1968 doit être
réaffirmé. L'employeur doit donc faire la déclaration
et retenir et verser les cotisations. A certaines
conditions, des artistes peuvent être considérés
comme des indépendants.

La désignation de l'employeur en regard de la
sécurité sociale ne pose aucun problème pour les
artistes qui sont liés par un contrat de travail. Pour
ceux qui exercent leurs activités dans le cadre
d'une structure et qui n'en sont pas mandataires ou
administrateurs c'est cette structure qui fait office
d'employeur. Pour les artistes free-lance, des
agences d'intérim spécifiques pourraient être
reconnues. L'existence d'un employeur identifiable
et d'un contrat de travail offre également certains
avantages dans le cadre des différentes branches
de la sécurité sociale. Une adaptation de la
législation relative au travail temporaire, au travail
intérimaire et à la mise à disposition de travailleurs
peut constituer une base légale solide.
Er zullen duidelijk instanties worden aangeduid die
de administratieve verplichtingen die gepaard gaan
met het werkgeverschap, overnemen van de
organisatoren. Het wordt mogelijk om op een
eenvoudige manier de arbeidsprestaties aan te
geven, het loon te vermelden en de sociale
bijdragen te betalen.

Het sociaal statuut voor kunstenaars heeft maar
kans op slagen indien er geen belangrijke meerkost
mee gepaard gaat. Veel uitvoerende kunstenaars
komen niet in aanmerking voor de bestaande
structurele vermindering van de sociale
zekerheidsbijdragen omdat ze niet voldoen aan de
vereiste inzake de minimale arbeidsduur. Ik wil de
structurele lastenvermindering voor alle
Des instances subrogées aux organisateurs en ce
qui concerne les obligations administratives des
employeurs seront clairement désignées. La
déclaration des prestations, la mention du salaire et
le paiement des cotisations sociales pourront être
effectués selon des procédures simples.
La proposition relative au statut social des artistes
ne pourra aboutir qu'à la condition qu'elle
n'engendre pas de surcoût important. Bon nombre
d'artistes exécutants ne peuvent prétendre à la
réduction structurelle des cotisations sociales
existante parce qu'ils ne satisfont pas à la condition
relative à la durée de travail minimale. J'entends
étendre l'application de la réduction structurelle des
charges à l'ensemble des artistes en exonérant les
cotisations sociales d'un montant forfaitaire.
08/11/2000
CRABV 50
COM 289
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
kunstenaars toepasbaar maken door een forfaitair
bedrag vrij te stellen van sociale bijdragen.

De scheppende kunstenaars zullen ressorteren
onder het stelsel der zelfstandigen. Er moet
onderzocht worden of er voor hen een specifieke
bijdragevermindering mogelijk is. Een aantal
reglementaire bepalingen in de onderscheiden
takken van de sociale zekerheid moet worden
aangepast in functie van het specifieke profiel van
het artistieke beroep. De aanbevelingen van de
onderzoeksequipe zullen zonder veel moeite
kunnen worden overgenomen.

Ik zal dit voorstel voor bespreking voorleggen aan
de interkabinettengroep.


Les artistes créateurs ressortiront au régime des
travailleurs indépendants. Il convient d'examiner la
possibilité d'instaurer une réduction de cotisation
spécifique pour cette catégorie. Plusieurs
dispositions dans les différentes branches de la
sécurité sociale doivent être adaptées en fonction
du profil spécifique de la profession artistique. Les
recommandations du groupe de travail seront prises
en compte sans aucun problème.
Je soumettrai cette proposition pour discussion au
groupe de travail interministériel.
04.03 Luc Goutry (CVP): Ik heb het antwoord van
de minister met vreugde beluisterd. De minister
blijkt dus bereid tot een concrete oplossing. Ik had
enkel vragen bij de invulling ervan. De voorstellen
en krachtlijnen van de minister lijken me positief.
Waarop wacht men voor de uitvoering ervan?
04.03 Luc Goutry (CVP): Je me félicite de la
réponse que le ministre vient de me fournir. Il est
donc toujours disposé à rechercher une solution
concrète. Je m'interroge seulement sur sa mise en
oeuvre. Les propositions du ministre me semblent
positives. Qu'attend-on pour les appliquer ? Les
lignes directrices avancées par le ministre vont
dans la bonne direction. Quand seront-elles suivies
d'effets ?
04.04 Minister Frank Vandenbroucke : In april
kwam het verslag van de professoren, voor de
zomer werden enkele preciseringen gevraagd. Die
hebben we gekregen. In september en oktober
hadden we andere zorgen. We hebben geen tijd
verloren, maar nu moet het inderdaad gebeuren.

04.04 Frank Vandenbroucke , ministre: Le rapport
des professeurs a été publié aux mois d'avril et un
certain nombre de précisions ont été demandées
avant l'été. Au mois de septembre et d'octobre,
nous avions d'autres préoccupations. Nous n'avons
pas perdu de temps mais il est vrai que l'heure est
venue de concrétiser ce dossier.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Mondelinge vraag van de heer Luc Goutry aan
de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over " prostaatkankerscreening" (nr 2465)
05 Question orale de M. Luc Goutry au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "le
dépistage systématique du cancer de la
prostate." (n° 2465)
05.01 Luc Goutry (CVP): De minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid kondigde onlangs
nieuwe middelen aan voor borstkankerscreening
voor vrouwen tussen 50 en 69 jaar. Dezelfde actie
is nodig bij mannen voor het opsporen van
prostaatkanker.
Wat gebeurt er op federaal vlak inzake de
preventieve opsporing van prostaatkanker? Welke
middelen staan ter beschikking? Kunnen extra
middelen worden vrijgemaakt?
05.01 Luc Goutry (CVP): Les ministres des
Affaires sociales et de la Santé publique ont
récemment annoncé que des moyens
supplémentaires seraient dégagés pour financer les
examens de dépistage du cancer du sein chez les
femmes de 50 à 69 ans.Chez les hommes, une
mesure similaire s'impose pour le cancer de la
prostate.

Quelles initiatives ont été prises au niveau fédéral
en ce qui concerne le dépistage du cancer de la
prostate ? Quels moyens sont prévus à cet effet ?
Des moyens supplémentaires peuvent-ils être
dégagés ?
RABV 50
COM 289
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
05.02 Minister Frank Vandenbroucke : Op
federaal vlak wordt geen preventieve opsporing van
prostaatkanker georganiseerd. Men kan natuurlijk ­
in navolging van de borstkankerscreening ­ ook
voor andere kwaadaardige aandoeningen een
systematische opsporing organiseren. Voor
prostaatkanker bestaat er nog geen informatie die
bewijst dat screening een verschil kan maken qua
overlevingskansen bij detectie, wat bij
borstkankerscreening wel het geval is.

Men doet wel volop aan onderzoek over de beste
manier om prostaatkanker op te sporen. Een
mogelijkheid is het systematisch screenen van
mannen boven een bepaalde leeftijd. Andere
mogelijkheid is het gericht screenen van specifieke
risicogroepen.
05.02 Frank Vandenbroucke , ministre: Rien n'est
prévu au niveau fédéral en matière de dépistage
préventif du cancer de la prostate. Un dépistage ­
comme c'est le cas pour le cancer du sein ­
pourrait évidemment également être organisé pour
les autres affectations malignes. S'il est établi que
la détection précoce du cancer du sein permet
d'accroître les chances du survie, ceci n'a pas
encore été établi en ce qui concerne le cancer de la
prostate.

Toutefois, des recherches sont actuellement
menées pour déterminer quelle est la meilleure
méthode de dépistage du cancer de la prostate.
Une possibilité consiste à soumettre
systématiquement à un examen médical tous les
hommes au-delà d'un certain âge. Une autre
formule consisterait à cibler des groupes à risques
spécifiques.
05.03 Luc Goutry (CVP): Ik begrijp het eerste deel
van het antwoord niet zo goed. Al maanden
verschijnen artikels over het belang van de
vroegtijdige opsporing van prostaatkanker. Kan
hieraan voor de toekomst niet worden gedacht?
05.03 Luc Goutry (CVP): Je n'ai pas bien compris
la première partie de votre réponse. Depuis des
mois, des articles mettent en évidence l'importance
que revêt la détection précoce du cancer de la
prostate. Ne pourriez-vous pas prendre certaines
initiatives en la matière ?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Regeling van de werkzaamheden

De voorzitter: Vraag nr. 2464 van de heer
Eerdekens wordt ingetrokken.
06 Ordre des travaux

Le président: La question n° 2469 de M.
Eerdekens est retirée.
07 Mondelinge vraag van de heer Bruno Van
Grootenbrulle aan de minister van Sociale Zaken
en Pensioenen over "de financiering van de op
verschillende plaatsen gevestigde ziekenhuizen"
(nr 2489)
07 Question orale de M. Bruno Van Grootenbrulle
au ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "le financement des hopitaux multi sites"
(n°2489)
07.01 Bruno Van Grootenbrulle (PS): Sinds
enkele jaren moedigt de toeziende overheid fusies
van op verschillende plaatsen gevestigde
ziekenhuizen aan, maar er rijzen problemen met
betrekking tot de financiering.

Enerzijds leggen de gewestelijke en federale
toeziende overheden voor bepaalde diensten
(spoedgevallen, operatiekwartier, intensive care, ...)
per vestigingsplaats normen op. Anderzijds wordt in
het kader van de financieringsregeling maar een
basisbegroting toegekend aan één enkele dienst,
en worden de gefuseerde eenheden als één enkel
ziekenhuis beschouwd.

Deze onsamenhangende aanpak veroorzaakt
financiële problemen voor de op verschillende
07.01 Bruno Van Grootenbrulle (PS): Depuis
quelques années, les fusions multisites ont été
encouragées par les autorités de tutelle, mais leur
financement pose problème.
D'une part, les normes d'application pour certains
services ­ urgences, blocs opératoires, soins
intensifs, ... - sont imposées par site par les
autorités de tutelle régionale et fédérale. D'autre
part, le mode de financement n'attribue un budget
de base que pour un seul service, considérant
l'entité fusionnée comme un seul hôpital.
Cette incohérence entraîne des difficultés
financières pour ces hôpitaux multisites obligés de
maintenir des normes d'encadrement minimales sur
chaque site tout en n'étant financés que pour un
seul de ces encadrements. Tôt ou tard, les entités
fusionnées seront obligées de concentrer les
08/11/2000
CRABV 50
COM 289
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
plaatsen gevestigde ziekenhuizen, die zich aan de
ene kant aan minimale normen qua
personeelsbezetting moeten houden voor elke
vestigingsplaats, maar aan de andere kant slechts
gefinancierd worden voor één enkele site. De
fusieziekenhuizen zullen vroeg of laat verplicht
worden de betrokken diensten op één enkele plaats
te groeperen, met alle gevolgen van dien voor de
patiënten. Kan er geen financieringswijze per
vestigingsplaats worden uitgewerkt, teneinde een
kwalitatief hoogstaande ziekenhuisverpleging te
waarborgen ?
services concernés sur un seul site, ce qui ne sera
pas sans conséquence pour la population.
Afin de permettre le maintien de services
hospitaliers de qualité, ne pourrait-on envisager leur
financement sur chaque site ?
07.02 Minister Frank Vandenbroucke : Een
ziekenhuisfusie is maar zinvol als ze gepaard gaat
met een stroomlijning van de geneeskundige en
logistieke activiteiten.
Een dergelijke rationalisering moet doordacht
gebeuren, en wordt dan ook niet doorgevoerd in de
eerste jaren na de fusie.
Daarom heb ik voor 2001 gezorgd voor een
aanvullende financiering van de gefuseerde
ziekenhuizen wier begroting tengevolge van de
fusie ingekrompen is ten opzichte van de begroting
vóór de fusie. Dit is echter een eenmalige
maatregel.

Wat de spoedgevallen betreft, wordt er nagedacht
over een nieuw beleid dat ertoe strekt het aanbod
beter af te stemmen op de behoeften van de
bevolking. Zo is het niet ondenkbaar dat binnen een
fusieziekenhuis verscheidene
spoedgevallenfuncties zouden worden erkend en
gefinancierd als daarmee tegemoet gekomen wordt
aan de noden van de bevolking. Dit is een netelige
kwestie, maar ik denk wij tot aanvaardbare
oplossingen zullen kunnen komen, ook al moeten
daartoe bepaalde voorwaarden worden vervuld.

07.02 Frank Vandenbroucke , ministre: Une
fusion d'hôpitaux n'a de sens que si elle
s'accompagne d'une rationalisation des activités
médicales et logistiques.
Cependant, une telle rationalisation ne s'improvise
pas et n'intervient pas dans les premières années
de la fusion. C'est pourquoi j'ai pris l'initiative
d'assurer en 2001 un financement complémentaire
pour les hôpitaux fusionnés pour lesquels la fixation
du budget après fusion entraîne une perte par
rapport au budget avant celle-ci. Cette mesure a
cependant un caractère unique.
Par ailleurs, en ce qui concerne les services
d'urgence, une nouvelle politique visant à mieux
répartir l'offre en fonction des besoins de la
population est à l'étude. Ainsi, il n'est pas
impossible que, dans un hôpital fusionné, plusieurs
fonctions d'urgence soient agréées et financées si
cela répond à un besoin de protection de la
population. Ce problème est délicat, mais je pense
que nous pourrons aboutir à des solutions
acceptables même si elles sont soumises à
certaines conditions.
07.03 Bruno Van Grootenbrulle (PS):
07.03 Bruno Van Grootenbrulle (PS):
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Mondelinge vraag van mevrouw Annemie Van
de Casteele aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "het stimuleren van het gebruik
van generische geneesmiddelen" (nr 2547)
08 Question orale de Mme Annemie Van de
Casteele au ministre des Affaires sociales et des
Pensions sur "la stimulation de l'utilisation des
médicaments génériques" (n° 2547)
08.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Vorige
week werd vanuit academische hoek de idee
gelanceerd om voor geneesmiddelen, waarvan het
patent vervallen is, artsen het werkzaam
bestanddeel te laten voorschrijven in de plaats van
de naam van een specialiteit of merk. Dit komt
eigenlijk neer op een gedeeltelijk substitutierecht
voor de apotheker.
08.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): La
semaine dernière, certains représentants des
milieux universitaires ont imaginé, pour les
médicaments dont le brevet est périmé,
d'encourager les médecins à prescrire le
composant actif plutôt qu'une spécialité ou une
marque. En fait, cela revient à attribuer un droit
partiel de substitution aux pharmaciens.
RABV 50
COM 289
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
Zal de regering met de artsen over deze denkpiste
overleggen?

Le gouvernement compte-t-il se concerter avec les
médecins au sujet de cette piste de réflexion ?
,
08.02 Minister Frank Vandenbroucke : We kiezen
voor referentieprijzen voor identieke moleculen voor
de vaststelling van de terugbetalingstarieven. Dat
maakt een zekere competitie mogelijk. De arts
wordt er toe aangezet het goedkopere product te
kiezen. De patiënten moeten dan wel goed
geïnformeerd zijn.
Artsen en apothekers zouden lokaal overleg kunnen
plegen inzake de stockeringsproblemen.

De arts zou ook op stofnaam kunnen voorschrijven
als hij dit wenst. De problemen van de bio-
equivalentie houden verband met de beweging op
de markt. Ik denk dat wij nu een beslissende stoot
zullen geven aan de ontwikkeling van generische
geneesmiddelen.
08.02 Frank Vandenbroucke , ministre: Pour
déterminer les tarifs des remboursements, nous
nous fondons sur des prix de référence pour des
molécules identiques. Cela permet une certaine
concurrence. Le médecin est encouragé à choisir le
produit le moins cher. Les patients doivent certes
être bien informés.
Les médecins et les pharmaciens pourraient se
concerter à l'échelon local sur les problèmes de
stockage.
Le médecin pourrait également, s'il le souhaite,
indiquer sur la prescription le nom de la substance.
Les problèmes de la bio-équivalence sont liés au
mouvement observé sur le marché. Je pense que
nous allons donner une impulsion décisive au
développement des médicaments génériques.
08.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Dit
antwoord stemt me hoopvol: de minister zet een
stap in de goede richting. Belangrijk is dat men de
inbreng van de apothekers duidelijk aflijnt en dat de
samenwerking tussen artsen en apothekers zo
optimaal mogelijk verloopt.

08.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Cette
réponse me redonne espoir : le ministre fait un pas
dans la bonne direction. L'apport des pharmaciens
doit être défini avec précision et la collaboration
entre les médecins et les pharmaciens doit être
optimale.
08.04 Minister Frank Vandenbroucke :
08.04 Frank Vandenbroucke , ministre:
08.05 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
08.05 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Mondelinge vraag van mevrouw Greta
D'Hondt aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "de aanpassing van het bedrag
van het loon dat niet vatbaar is voor overdracht
of beslag" (nr 2562)
09 Question orale de Mme Greta D'Hondt au
ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "l'adaptation du montant non cessible ou non
saisissable de la rémunération" (n° 2562)
09.01 Greta D'Hondt (CVP): In mei jongstleden
stelde ik vragen aan de minister van Sociale Zaken
en van Justitie over de uitvoeringsbesluiten van de
wet van 24 maart 2000 in verband met het
loonbeslag.

Volgens de minister van Justitie zou het KB tegen
einde mei naar de Raad van State zijn gegaan. Ook
de minister van Sociale Zaken streefde daarnaar.
Er blijken nog een aantal vragen te bestaan rond de
indexering en de invloed van de kinderen ten laste.

In feite zou het KB voor 15 december moeten
gepubliceerd zijn om in werking te kunnen treden
voor 1 januari 2001.
Wanneer zal het KB worden gepubliceerd?
09.01 Greta D'Hondt (CVP): Au mois de mai
dernier, j'ai interrogé les ministres des Affaires
sociales et de la Justice sur les arrêtés d'exécution
relatifs à la loi du 24 mars 2000 sur la saisie des
rémunérations. Selon le ministre de la Justice,
l'arrêté royal aurait dû être soumis au Conseil d'Etat
avant la fin du mois de mai. Le ministre des Affaires
sociales s'était également fixé cet objectif. Il
subsiste encore des questions à propos de
l'indexation et de l'impact des enfants à charge.

Pour entrer en vigueur avant le 1
er
janvier 2000,
l'arrêté royal devrait en fait être publié avant le 15
décembre.
Quand le sera-t-il ?
08/11/2000
CRABV 50
COM 289
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
09.02 Minister Frank Vandenbroucke : De
wetgeving op het beslag op uitkeringen en lonen
werd gewijzigd in die zin dat het gewaarborgd
minimum voortaan wordt verhoogd met 2.000 frank
per kind ten laste. De wetgever liet het aan de
minister over om te bepalen wat `kind ten laste' is.
Die taak kwam bij de minister van Sociale Zaken
terecht. Daarnaast is nog een uitvoeringsbesluit
nodig dat de indexering van de vermelde bedragen
regelt. Dit moet worden voorbereid door de minister
van Justitie.

De minister van Justitie deelt mee dat de Raad van
State in een advies het besluit tot wijziging van het
KB van 7 december 1999 tot uitvoering van artikel
1409, §2, van het Gerechtelijk Wetboek voorbarig
vindt. Dit artikel bepaalt dat de Koning elk jaar de
bedragen aanpast vermeld in artikel 1409 §1 en §1
bis. Bij gebrek aan een overgangsbepaling in de
wet van 24 maart 2000 moet artikel 1409 §2 vijfde
lid van het Gerechtelijk Wetboek worden toegepast.
Dit artikel bepaalt dat de aangepaste bedragen
binnen de eerste vijftien dagen van de maand
december van elk jaar worden gepubliceerd in het
Belgisch Staatsblad en van kracht worden op 1
januari. Het KB mag dus maar worden genomen en
bekendgemaakt in december 2000. Teneinde het
publiek hier toch al van op de hoogte te brengen,
werd een bericht gepubliceerd in het Belgisch
Staatsblad van 20 oktober 2000.
Wat de notie `kind ten laste' betreft, konden we
kiezen tussen twee basisopties. Een eerste optie is
een open definitie, wat in praktijk niet zo eenvoudig
is. De schuldenaar moet dan in elk geval kunnen
bewijzen dat er kinderen zijn die aan de definitie
beantwoorden. Voor de schuldeiser is dit niet zo
interessant, omdat het beslag vertraagd wordt, voor
de schuldenaar maakt de nood tot procederen het
verslag alleen maar duurder. De schuldenaar zou
ook tegenover een derde kunnen komen te staan,
met name de derde beslagene, de werkgever.
09.02 Frank Vandenbroucke , ministre: La
législation relative à la saisie des allocations et des
salaires a été modifiée de manière telle que le
minimum garanti sera désormais majoré de 2 000
francs par enfant à charge. Le législateur a laissé
au ministre des Affaires sociales le soin de définir la
notion d'enfant à charge. En outre, il convient de
prendre un arrêté d'exécution régissant l'indexation
des montants mentionnés. Cet aspect doit être
réglé par le ministre de la Justice.

Or, celui-ci fait savoir que dans un avis, le Conseil
d'Etat a jugé prématuré l'arrêté modifiant l'arrêté
royal du 7 décembre 1999 exécutant l'article 1409,
§ 2, du Code Judiciaire. Cet article prévoit que le
Roi adapte chaque année les montants mentionnés
à l'article 1409, §§ 1
er
et 1
er
bis. A défaut de
disposition transitoire dans la loi du 24 mars 2000, il
y a lieu d'appliquer l'article 1409, § 2, cinquième
alinéa, du Code Judiciaire qui prévoit que les
montants adaptés doivent être publiés
annuellement au Moniteur belge au cours des
quinze premiers jours du mois de décembre, pour
entrer en vigueur le 1
er
janvier. L'arrêté royal ne
peut donc être pris et promulgué qu'en décembre
2000. Afin que le public en soit d'ores et déjà
informé, un avis a été publié au Moniteur belge du
20 octobre 2000.

En ce qui concerne la notion d'enfant à charge,
nous avons dû choisir entre deux options de base.
La première était une définition dépourvue d'un
champ sémantique précis, ce qui est une gageure
dans la pratique. Une telle définition impose que le
débiteur doit pouvoir prouver qu'il a des enfants
répondant à cette définition. Pour le créancier, ce
n'est pas intéressant parce que la saisie s'en trouve
retardée. Et pour le débiteur, la nécessité de
s'engager dans une procédure ne fait que l'endetter
davantage encore. Le débiteur pourrait également
être confronté à un tiers, à savoir les tiers-saisis,
l'employeur.
Het gaat overigens vaak om mensen in een zwakke
positie die niet adequaat kunnen opkomen voor hun
rechten.
Een tweede mogelijkheid is werken met indicaties
en vermoedens. Die moeten komen uit snel
consulteerbare en niet betwistbare
gegevensbestanden. Het probleem is dat de
gegevensbestanden op dit ogenblik niet geschikt
zijn voor dit soort consultaties. Het Rijksregister
(RR) is niet toegankelijk voor werkgevers, die de
derde beslagene kunnen zijn. Kinderen staan er
ingeschreven bij de referentiepersoon. Bij het
nummer van de partner wordt echter niet naar de
kinderen verwezen. Voor samenwonenden is er
helemaal geen informatie. Ook in geval van co-
Par ailleurs, il s'agit souvent de personnes qui, en
raison de la précarité de leur situation, ne sont pas
en mesure de défendre convenablement leurs
droits.

La référence à des indications et à des
présomptions, aisément déductibles de banques de
données fiables pouvant être consultées
rapidement, constitue une seconde possibilité. Il
n'existe toutefois pas actuellement de banques de
données se prêtant à une telle forme de
consultation. Le registre national n'est pas
accessible à l'employeur, qui peut être le tiers saisi.
Les enfants sont inscrits au nom de la personne de
référence. Les enfants ne sont pas mentionnés
RABV 50
COM 289
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
ouderschap of echtscheiding zijn de gegevens
onvolledig. Alternatieven, zoals werken met
gegevens van de fiscus of van de RKW zijn
ondeugdelijk. De gegevens van de fiscus kunnen
niet worden geraadpleegd en zijn twee jaar oud. De
RKW heeft enkel gegevens over de werknemers en
koppelt de kinderen hooguit aan één persoon,
terwijl de wet stelde dat beide ouders in aanmerking
moeten kunnen komen voor de verhoging met
2.000 frank per kind ten laste.

De werkgroep ziet drie mogelijkheden als oplossing:
de ongewijzigde uitvoering van het voorstel van het
College; de niet-uitvoering van artikel 1409 van het
Gerechtelijk Wetboek; het zoeken van een
tussenoplossing. Optie 1 kan niet worden
overwogen. Optie 2 mag niet worden uitgesloten als
voor het voorstel van het College geen alternatief
kan worden gevonden. Optie 3 werkt met
automatische bestanden, maar laat correcties door
de belanghebbenden toe.
sous le numéro du partenaire,. Aucune précision
n'est apportée en ce qui concerne les cohabitants.
En cas de coparenté ou de divorce, les données
sont également incomplètes.
D'autres formules, telles que la collecte de
renseignements auprès du fisc ou de l'ONAFTS,
seraient difficiles à mettre en oeuvre. Les données
fiscales ne peuvent être consultées et datent de
deux ans. Quant à l'ONAFTS, il ne dispose que
d'informations relatives aux travailleurs et n'établit
de relation qu'avec une seule personne, alors que
la loi précise que les deux parents doivent pouvoir
être pris en compte pour la majoration de 2000
francs par enfant à charge.
Le groupe de travail distingue trois possibilités de
solution : la mise en oeuvre, sans délai, de la
proposition du collège ; la non-application de l'article
1409 du Code judiciaire ; la recherche de solutions
intermédiaires. Si la première option n'est pas
envisageable, la deuxième ne peut être exclue si
aucune alternative à la solution préconisée par le
collège ne peut être trouvée. Quant à la troisième,
elle se fonde sur des fichiers automatiques, tout en
prévoyant la possibilité, pour les intéressés,
d'apporter des corrections
Optie 3 zal onvermijdelijk een aantal gebreken
hebben: de automatische registers kunnen
voordelen toestaan aan mensen die volgens de
geest van de wet daarvoor niet in aanmerking
komen. Anderen, die wel in aanmerking komen,
zullen niet meteen gedetecteerd worden. Vooral
mensen die het kwetsbaarst zijn, kunnen vaak
moeilijk via automatische bestanden opgespoord
worden.Men moet nagaan onder welke
voorwaarden de gegevens van de RKW
consulteerbaar kunnen worden gemaakt.Andere
moeilijkheid bij optie 3 is dat meerdere
schuldenaars de verhoging zullen kunnen vragen
voor hetzelfde kind.

De wet zorgt voor ernstige uitvoeringsproblemen,
tenminste als men binnen de grenzen van de
bedoeling van de wetgever wil blijven. Dat probleem
moet door de betrokkenen worden opgelost.
L'option
3 entraînera inévitablement certaines
erreurs
: les registres automatiques peuvent
accorder des avantages à des personnes qui, selon
l'esprit de la loi, ne peuvent y prétendre. D'autres
personnes pouvant y prétendre ne seront pas
détectées immédiatement. La solution intermédiaire
n'est cependant pas facile. Les personnes les plus
vulnérables, surtout, sont difficilement identifiables
par le biais de fichiers automatiques. Il faut vérifier à
quelles conditions les données de l'ONSS peuvent
être consultées. Une autre complication qui pourrait
résulter de l'option 3 est que plusieurs débiteurs
pourront réclamer la majoration pour un même
enfant.

La mise en oeuvre de la loi pose de sérieux
problèmes, du moins si l'on veut s'en tenir aux
intentions du législateur. Ce problème doit être
résolu par les intéressés.
09.03 Greta D'Hondt (CVP): Ook het antwoord is
ingewikkeld.
De indexering kent normale regels, die bekend
waren toen het ontwerp werd besproken. Ik herinner
mij nog de hele discussie. Toen bleek uitleg geven
niet zo eenvoudig en zag minister Verwilghen geen
problemen.

Voor de definitie "kind ten laste" heb ik alle
problemen beluisterd, maar geen oplossing
gehoord, tenzij dan dat wij het werk beter zouden
overdoen. Had de administratie niet kunnen
waarschuwen bij de opstelling van het ontwerp? Ik
09.03 Greta D'Hondt (CVP): Votre réponse est
également complexe.
L'indexation est soumise à des règles normales qui
étaient connues au moment de l'examen du projet.
Je me souviens parfaitement du débat. A l'époque,
il n'avait pas été facile de fournir des explications et
le ministre Verwilghen n'avait décelé aucun
problème particulier.
Pour ce qui est de la définition de « l'enfant à
charge
», j'ai bien écouté l'énumération des
problèmes mais je n'ai entendu proposer aucune
solution, si ce n'est qu'il serait préférable de
recommencer le travail. L'administration n'aurait-
08/11/2000
CRABV 50
COM 289
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
verkies de tussenoplossing, de gegevens van de
RKW en de correcties boven het ontbreken van een
oplossing.
De administratie zou ook voorstellen moeten doen
als we haar bij een werkgroep betrekken. We
moeten op korte termijn tot een werkzame
oplossing komen. Het indexcijfer moet voor 15
december gepubliceerd zijn. Volgens de wet
gebruiken we het indexcijfer van mei, niet dat van
november. Moet er ook op dat vlak geen wetgevend
werk worden verricht?

elle pas pu adresser sa mise en garde au moment
de l'élaboration du projet ? A l'absence de solution,
je préfère la formule intermédiaire, à savoir la
consultation des données de l'ONSS et les
correctifs.
Dans le cadre d'un groupe de travail, il conviendrait
que l'administration formule également des
propositions. Nous devons parvenir à court terme à
une solution appropriée. L'indice des prix doit être
publié avant le 15 décembre. En vertu de la loi,
nous nous fondons sur l'indice du mois de mai et
non celui du mois de novembre. Une initiative
législative ne s'indique-t-elle pas également dans
ce domaine ?
09.04 Minister Frank Vandenbroucke :

09.04 Frank Vandenbroucke , ministre:

09.05 Minister Frank Vandenbroucke : Over dat
laatste kan ik mij niet uitspreken. Dat is de taak van
het Parlement.

Het staat alleszins vast dat men voorlopig geen
oplossing kan vinden die geest en letter van de wet
respecteert. Vandaar mijn oproep om samen te
werken om een degelijke oplossing uit te werken.
Ik kan er tussen haakjes vandaag op wijzen dat ons
heel wat wetgevend werk te wachten staat tijdens
de volgende maanden.

De voorzitter: Dat besef ik maar al te goed. Het
dossier waarnaar de minister verwijst moet zo snel
mogelijk worden aangepakt. Een aantal zaken zou
nog vóór Kerstmis moeten worden behandeld.

09.05 Frank Vandenbroucke , ministre: Je ne suis
pas en mesure de m'exprimer sur ce dernier point.
Cette tâche incombe au Parlement.

Quoi qu'il en soit, il est actuellement impossible de
mettre en oeuvre une solution qui soit conforme à
l'esprit et à la lettre de la loi. C'est la raison pour
laquelle j'en appelle à une collaboration conjointe
pour rechercher une solution appropriée.

Je puis ajouter incidemment qu'un énorme travail
législatif nous attend au cours des prochains mois.
Le président: Je n'en suis que trop conscient. Le
dossier auquel se réfère le ministre devra être
abordé le plus rapidement possible. Certains
dossiers devront être examinés avant Noël.

09.06 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
09.06 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
09.07 Minister Frank Vandenbroucke :
09.07 Frank Vandenbroucke , ministre:
09.08 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
09.08 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
09.09 Minister Frank Vandenbroucke :

09.09 Frank Vandenbroucke , ministre:
09.10 Greta D'Hondt (CVP): Hier moet een
bestaande wet worden uitgevoerd. Dat kunnen we
niet op de lange baan schuiven.

09.10 Greta D'Hondt (CVP): En l'espèce, il s'agit
de mettre en oeuvre une loi existante. Nous ne
pouvons pas reporter ce dossier aux calendes
grecques.
09.11 Minister Frank Vandenbroucke : Als er
eensgezindheid bestaat in de commissie, dan kan
men nog altijd de wettelijke basis wat aanpassen in
de sociale programmawet. Ik zal de opmerkingen
van mevrouw D'Hondt meedelen aan de minister
van Justitie.

De voorzitter: We moeten dus tot een uitvoerbare
09.11 Frank Vandenbroucke , ministre: Si la
commission est unanime à ce sujet, on pourrait
toujours envisager d'adapter la base légale de la loi
programme. Je communiquerai les observations de
Mme D'Hondt au ministre de la Justice.
Le
président: Nous devons définir une
réglementation qui puisse être mise en oeuvre. Je
m'efforce, avec le ministre, d'arrêter une méthode
RABV 50
COM 289
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
regeling komen. Ik probeer een werkwijze af te
spreken met de minister.

de travail.
09.12 Greta D'Hondt (CVP):
09.12 Greta D'Hondt (CVP):
09.13 Luc Goutry (CVP):
09.13 Luc Goutry (CVP):
09.14 Minister Frank Vandenbroucke :
09.14 Frank Vandenbroucke , ministre:
09.15 Luc Goutry (CVP):
09.15 Luc Goutry (CVP):
09.16 De voorzitter :
09.16 De voorzitter :
09.17 Daniel Bacquelaine (PRL FDF MCC):
09.17 Daniel Bacquelaine (PRL FDF MCC):
09.18 Luc Goutry (CVP):
De voorzitter:
09.18 Luc Goutry (CVP):
Le président:
09.19 Daniel Bacquelaine (PRL FDF MCC):

09.19 Daniel Bacquelaine (PRL FDF MCC):

09.20 Daniel Bacquelaine (PRL FDF MCC):

09.20 Daniel Bacquelaine (PRL FDF MCC):

09.21 Greta D'Hondt (CVP):
De voorzitter:
09.21 Greta D'Hondt (CVP):
Le président:
09.22 Luc Goutry (CVP):
De voorzitter:

09.22 Luc Goutry (CVP):
Le président:

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Mondelinge vraag van de heer Bruno Van
Grootenbrulle aan de minister van Sociale Zaken
en Pensioenen over "de toekomstige herziening
van de berekeningswijze van de socio-
economische coëfficiënten door het Fonds voor
Beroepsziekten" (nr 2564)
10 Question orale de M. Bruno Van Grootenbrulle
au ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "la future révision du mode de calcul des
coefficients économiques par le Fonds des
maladies professionnelles » (n° 2564)
10.01 Bruno Van Grootenbrulle (PS): De door
het Fonds voor Beroepsziekten uitgekeerde
schadevergoeding wordt berekend op grond van de
invaliditeitsgraad, het loon en een aantal sociaal-
economische coëfficiënten. Deze coëfficiënten
variëren naar gelang van het werkloosheidscijfer
van het arrondissement. De omslag van de
arrondissementen volgens dat werkloosheidscijfer
is echter niet meer geüpdatet sinds 1991.

Naar verluidt zou men één cijfer willen vastleggen
voor geheel België. Mensen die hun baan verliezen
tengevolge van een beroepsziekte en die in een
zwaar door de werkloosheid getroffen gebied
wonen, zouden daardoor benadeeld worden. Klopt
die informatie ?
10.01 Bruno Van Grootenbrulle (PS):
L'indemnisation par le Fonds des maladies
professionnelles est calculée en fonction du
pourcentage d'invalidité, du salaire et de
coefficients socio-économiques.

Ces derniers varient selon le taux de chômage de
l'arrondissement. La répartition des
arrondissements selon ce taux n'est plus actualisée
depuis 1991.

Il semblerait que l'on envisage de définir un taux
unique pour toute la Belgique. Dès lors, les
personnes ayant perdu leur emploi pour cause de
maladie professionnelle et habitant un
arrondissement sinistré du point de vue du
08/11/2000
CRABV 50
COM 289
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16

chômage seraient pénalisées. Cette information
est-elle exacte ?
10.02 Minister Frank Vandenbroucke : De
vergoeding die het Fonds voor Beroepsziekten
uitkeert aan een persoon van wie erkend is dat hij
aan een beroepsziekte lijdt en die blijvend (geheel
of gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is, valt uiteen in
twee onderdelen : de schadeloosstelling voor de
lichamelijke letsels (medisch percentage) en de
schadeloosstelling voor het verlies aan
concurrentievermogen op de arbeidsmarkt (sociaal-
economisch percentage). Die laatste factor hangt af
van de algemene situatie op de arbeidsmarkt, de
leeftijd van de betrokkene en zijn opleiding.

Het beheerscomité van het Fonds voor
Beroepsziekten heeft een updating van de sociaal-
economische beoordeling van de
arbeidsongeschiktheid noodzakelijk geacht. Een
werkgroep tracht nu een evenwicht te vinden tussen
algemene criteria en de individuele benadering van
het inkomstenverlies.

Ik herinner u eraan dat het hof van cassatie op 10
maart 1980 een definitie heeft vastgelegd van
blijvende arbeidsongeschiktheid in het kader van
arbeidsongevallen, die de arbeidshoven en -
rechtbanken ook toepassen voor beroepsziekten.
10.02 Frank Vandenbroucke , ministre:
L'indemnisation accordée par le Fonds des
maladies professionnelles (FMP) à une personne
reconnue atteinte d'une maladie professionnelle et
souffrant d'une incapacité permanente de travail
(partielle ou totale) est composée de deux
éléments: l'indemnisation de l'atteinte à l'intégrité
physique (le pourcentage médical) et
l'indemnisation de la perte de compétitivité sur le
marché du travail (le pourcentage socio-
économique). Ce dernier est fonction du marché
général du travail, de l'âge et de la formation.

Le Comité de gestion du FMP a estimé nécessaire
une mise à jour de l'évaluation socio-économique
de l'incapacité de travail. Un groupe de travail tente
de trouver un équilibre entre des critères généraux
et l'approche individuelle de la perte de gain.
Je vous rappelle que, le 10 mars 1980, la Cour de
cassation a défini l'incapacité permanente de travail
en matière d'accident du travail, incapacité que les
cours et tribunaux du travail appliquent en matière
de maladies professionnelles.

Het is niet zeker dat de werkgroep zich ten gunste
van de invoering van een eenheidscoëfficiënt
inzake werkgelegenheid voor heel België zal
uitspreken, maar wij zullen erop toezien dat de
uitgewerkte oplossing evenwichtig is. De werkgroep
zal tevens het opleidingsniveau onderzoeken.

Ten slotte moet eraan worden herinnerd dat men
tegen een beslissing van het Fonds voor
Beroepsziekten in beroep kan gaan bij de
arbeidsrechtbank wanneer men er redelijkerwijze
niet mee kan instemmen. In mijn ogen biedt dat
toch enige zekerheid.

Het betreft een belangrijke aangelegenheid. Ik
wacht op de resultaten van de werkgroep alvorens
mij terzake uit te spreken. Ik veronderstel dat u op
die zaak zal terugkomen.

Il n'est pas certain que le groupe de travail se
prononcera en faveur de l'instauration d'un
coefficient unique d'emploi pour toute la Belgique,
mais nous veillerons à ce que la solution trouvée
soit équilibrée. Quant au niveau de formation, il sera
également examiné par le groupe de travail.

Enfin, il est bon de rappeler que toute décision du
FMP peut faire l'objet d'un recours auprès du
tribunal du travail lorsque son destinataire ne peut
raisonnablement s'y rallier. Cet élément crée à mon
sens une certaine sécurité.
C'est une matière importante. J'attends les résultats
du groupe de travail avant de me prononcer. Je
suppose que vous reviendrez sur cette question.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Mondelinge vraag van mevrouw Greta
D'Hondt aan de vice-eerste minister en minister
van Werkgelegenheid over "de vereenvoudiging
en modernisering van de door de werkgevers bij
te houden sociale administratie" (nr 2584)
11 Question orale de Mme Greta D'Hondt à la
vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur
"la simplification et la modernisation de
l'administration sociale à tenir par les
employeurs" (n° 2584)
RABV 50
COM 289
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
11.01 Greta D'Hondt (CVP): De Nationale
Arbeidsraad (NAR) heeft onlangs advies uitgebracht
over de veralgemening van de elektronische
aangifte, de aangifte van een sociaal risico en de
aangifte van tewerkstelling.

Welke timing wordt vooropgesteld voor de
uitvoering van die voorstellen? Hoe zal rekening
worden gehouden met die adviezen van de NAR
inzake de neutraliteit, de uitvoerbaarheid van de
vereenvoudiging en de evaluatie van de directe en
indirecte kosten? Hoe zal de aangifte van het
sociaal risico worden gerealiseerd? Ik denk daarbij
aan de organisatie van de sociale
zekerheidsgegevens, de neutraliteit van de aangifte,
de plaats van werknemer en werkgever in de
sociale zekerheidsgegevens enz. Inzake de
veralgemening van de onmiddellijke aangifte van
tewerkstelling is er het probleem van de neutraliteit,
de veralgemening van DIMONA, de afschaffing van
bepaalde documenten enz. Hoe zal het tijdsschema
worden nageleefd?
11.01 Greta D'Hondt (CVP): Le Conseil National
du Travail (CNT) a récemment rendu un avis à
propos de la généralisation de la déclaration
électronique, de la déclaration d'un risque social et
de la déclaration d'emploi.

Qu'en est-il du calendrier pour la mise en oeuvre de
ces mesures ? Comment va-t-on tenir compte des
avis rendus par le CNT à propos de la neutralité, de
la mise en oeuvre de la simplification et de
l'évaluation des coûts directs et indirects
?
Comment sera mise en oeuvre, dans la pratique, la
déclaration du risque social ? Je songe ainsi à
l'organisation des données de sécurité sociale, à la
neutralité de la déclaration, au rôle du travailleur et
de l'employeur concernant les données relatives à
la sécurité sociale, etc En ce qui concerne la
déclaration d'emploi immédiate, il se pose
notamment le problème de la neutralité, de la
suppression de certains documents, etc... Dans
quelle mesure le calendrier pourra-t-il être
respecté ?



11.02 Minister Frank Vandenbroucke : Het advies
van de Nationale Arbeidsraad (NAR) is mij bekend.
Het is een unaniem gunstig advies. De sociale
partners gaan akkoord om de papieren aangifte
door een elektronische te vervangen, om een
nieuwe aangifte van sociale risico's in te voeren en
om de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling te
veralgemenen en bepaalde sociale documenten af
te schaffen.

Het advies maakt eveneens een aantal technische
bemerkingen.

Het advies zal worden geëvalueerd door de
werkgroep Modernisering van het Beheer van de
sociale zekerheid. De eerstvolgende vergadering
zal overmorgen plaatsvinden.

In de loop van november of december zal de
werkgroep aan de Ministerraad een vierde rapport
voorleggen. Bij die gelegenheid zal de Ministerraad
ook een beslissing nemen over de timing van het
project.

11.02 Frank Vandenbroucke , ministre: Je suis
bien évidemment au courant de l'avis unanimement
favorable du Conseil national du Travail (CNT). Les
partenaires sociaux sont d'accord pour remplacer la
déclaration sur papier par une déclaration
électronique, pour instaurer une nouvelle
déclaration des risques sociaux, pour généraliser la
déclaration immédiate d'emploi et pour supprimer
certains documents sociaux.

Par ailleurs, l'avis contient également un certain
nombre d'observations techniques.

Le groupe de travail sur la modernisation de la
gestion de la sécurité procédera à l'évaluation de
cet avis. Sa prochaine réunion se tiendra après-
demain.

Dans le courant du mois de novembre ou de
décembre, le groupe de travail soumettra un
quatrième rapport au Conseil des Ministres. A cette
occasion, celui-ci prendra également une décision
concernant le calendrier relatif a ce projet.
11.03 Greta D'Hondt (CVP): Het verheugt mij dat
de sociale partners een unaniem advies hebben
gegeven en dat alles nu snel kan gaan. We zouden
misschien kunnen afspreken dat de minister ons op
de hoogte houdt van de evolutie.

11.03 Greta D'Hondt (CVP): Je me réjouis de
constater que les partenaires sociaux ont rendu un
avis unanime et que l'on peut désormais passer à
la vitesse supérieure. Nous pourrions peut-être
nous mettre d'accord avec le ministre pour qu'il
nous tienne au courant de l'évolution de cette
question.
08/11/2000
CRABV 50
COM 289
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Mondelinge vraag van mevrouw Greta
D'Hondt aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "de bijzondere bijdrage voor de
sociale zekerheid" nr 2586)
12 Question orale de Mme Greta D'Hondt au
ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "la cotisation spéciale de sécurité sociale" (n°
2586)
12.01 Greta D'Hondt (CVP): Sedert 1994 betalen
de werknemers een zogenaamde bijzondere sociale
bijdrage. De zelfstandigen betalen ook een hogere
sociale bijdrage. Zelfstandigen die ook werknemer
in bijberoep zijn moeten wel de bijzondere bijdrage
betalen op hun volledig inkomen. Voor hen wordt de
bijdrage die zij moeten betalen als zelfstandige
afgetrokken van de bijdrage die ze betalen als
werknemer. Wanneer de bijdrage echter hoger is
dan het inkomen van de betrokkene als werknemer,
is er geen correctie.

Bij de combinatie van een hoofd- en bijberoep in
een verschillend statuut, is het mogelijk dat de
belastingen en sociale bijdragen hoger liggen dan
de inkomsten, verworven uit het bijberoep. Dit geldt
vooral wanneer het bijberoep als werknemer
bestaat uit deeltijds werk van beperkte omvang en
met beperkt inkomen.

De problemen worden gewoonlijk pas drie jaar later
duidelijk, omdat de fiscus dan de afrekening maakt
op basis van het totale inkomen van de
zelfstandige.

Is de minister op de hoogte van deze problematiek?
Hoeveel personen worden door deze regeling
getroffen? Wat is het budgettair impact? Zal deze
toestand worden geregulariseerd?

12.01 Greta D'Hondt (CVP): Depuis 1994, les
travailleurs paient une soi-disant cotisation de
solidarité. Les indépendants acquittent eux aussi
une cotisation sociale plus importante
qu'auparavant. Et les indépendants qui sont par
ailleurs travailleurs salariés à titre accessoire sont
redevables de cette cotisation spéciale sur la totalité
de leurs revenus. Dans leur cas, la cotisation qu'ils
doivent acquitter comme indépendants est déduite
de la cotisation qu'ils versent comme travailleurs
salariés. Toutefois, lorsque la cotisation est
supérieure aux revenus que les intéressés
perçoivent comme travailleurs salariés, il n'est pas
procédé à une rectification.

Dans l'hypothèse de la combinaison d'une
profession exercée à titre principal et d'une
profession exercée à titre accessoire sous des
statuts différents, il se peut que les impôts et les
cotisations sociales soient supérieurs aux revenus
tirés de la profession exercée à titre accessoire.
C'est surtout le cas lorsque la profession accessoire
exercée par les intéressés comme travailleur salarié
consiste en une activité à temps partiel d'une
ampleur limitée et générant des revenus modestes.
D'ordinaire, les problèmes n'apparaissent
clairement qu'au bout de trois ans, au moment où le
fisc opère un décompte sur la base du revenu total
de l'indépendant. Le ministre est-il informé de ce
problème ? Combien de contribuables ce règlement
concerne-t-il
? Quelle en est l'incidence
budgétaire ?

Cette situation sera-t-elle normalisée ?

12.02 Minister Frank Vandenbroucke : De regeling
van de bijzondere bijdrage voor de sociale
zekerheid is complex en erg technisch, zeker voor
zelfstandigen of hun echtgenoot die in bijberoep
een andere beroepsbezigheid uitoefenen. Een
schriftelijk antwoord is dus meer aangewezen.
Ik heb de administratie van Sociale Zaken gevraagd
om samen met de administratie voor Financiën en
de administratie voor Middenstand na te gaan of het
vermelde probleem inderdaad bestaat.

Het is echter niet mogelijk nu al een duidelijk en
volledig antwoord te geven. Ik zal de vraag zo snel
12.02 Frank Vandenbroucke , ministre: Le régime
de la cotisation spéciale de sécurité sociale est
complexe et très technique, particulièrement pour
les travailleurs indépendants ou leur conjoint
exerçant une autre activité professionnelle à titre
accessoire. Une réponse écrite me paraît dès lors
plus appropriée.

J'ai demandé à l'administration des Affaires
sociales de vérifier, avec les administrations des
Finances et des Classes Moyennes, si le problème
est réel.
RABV 50
COM 289
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
mogelijk schriftelijk beantwoorden.
Je ne suis pas en mesure de vous fournir d'ores et
déjà une réponse précise et complète. Je m'engage
toutefois à vous communiquer une réponse écrite
dans les meilleurs délais.
12.03 De voorzitter :
12.03 De voorzitter :
12.04 Greta D'Hondt (CVP):
12.04 Greta D'Hondt (CVP):
12.05 De voorzitter :

12.05 De voorzitter :

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 17.00 uur.
La réunion publique de commission est levée à
17.00 heures.