BV 50
COM 232
BV 50
COM 232
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
Beknopt Verslag
VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE COMMISSIE VOOR DE VOLKSGEZONDHEID,
HET LEEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE HERNIEUWING
VAN
13 - 06 - 2000
namiddag
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
2
BV 50
COM 232 ­ 13.06.2000
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social-chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000
: Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
DOC 50 0000/000
: Document parlementaire de la 50e
het nummer en het volgnummer
législature, suivi du n° et du n° consécutif
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
: Questions et Réponses écrites
HA
: Handelingen (Integraal Verslag)
HA
: Annales (Compte Rendu Intégral)
BV
: Beknopt Verslag
CRA
: Compte Rendu Analytique
PLEN
: Plenum
PLEN
: Séance plénière
COM
: Commissievergadering
COM
: Réunion de commission
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Bestellingen :
Commandes :
Tel. : 02/549 81 60
Tél. : 02/549 81 60
Fax : 02/549 82 74
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
www.laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
BV 50
COM 232 ­ 13.06.2000
3
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
COMMISSIE VOOR DE VOLKSGEZONDHEID, HET LEEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE HERNIEUWING ­
C 232
INTERPELLATIES
­ van mevrouw Els Van Weert tot de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmi-
lieu over de aanpak van de ozonproblematiek (nr. 398)
Sprekers : Els Van Meert en Magda Aelvoet, minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu
5
­ van de heer Bart Laeremans tot de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leef-
milieu over de taalkennis bij de diensten voor dringende medische hulpverlening (nr. 418)
Sprekers : Bart Laeremans, Jef Valkeniers, Magda Aelvoet, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu en Annemie Van de Casteele
7
­ van de heer Luc Paque en mevrouw Michèle Gilkinet tot de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over CIDEX (nrs 424 en 427)
Sprekers : Luc Paque, Michèle Gilkinet en Magda Aelvoet, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
9
INHOUD
INTERPELLATIES
A
ANPAK VAN DE OZONPROBLEMATIEK
Interpellatie van mevrouw Els Van Weert tot de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
over "de terughoudende houding van België ten opzich-
te van de strenge Europese aanpak van de ozonproble-
matiek" (nr. 398)
Mevrouw Els Van Weert (VU-ID) : Met de zomer in aan-
tocht duiken de hoge ozonconcentraties opnieuw op. Er
moeten doortastende maatregelen worden genomen,
niet alleen voor de gezondheid van de huidige genera-
ties maar vooral voor die van de komende generaties.
Op 30 november 1999 keurde België in Göteborg mee
een protocol goed waarbij nieuwe emissieplafonds wer-
den vastgelegd. Deze doelstellingen zijn totaal onvol-
doende om op langere termijn de volksgezondheid en
de vegetatie afdoende te beschermen. Op basis van
berekeningen maakte de Europese Commissie een ont-
werprichtlijn inzake nieuwe emissieplafonds. Dit stuitte
onder andere op verzet van België. Ons land is blijkbaar
niet van plan de strengere doelstellingen te aanvaarden.
Toch blijkt dat ons land hierbij wel degelijk grote baten
zou ondervinden.
­ Voorzitter : mevrouw Michèle Gilkinet
Vanuit de milieubeweging was er ook al protest tegen de
Belgische houding. Ook de Federale Raad voor duurza-
me ontwikkeling stelt in haar advies dat de doelstellin-
gen op lange termijn ontoereikend zullen zijn. Indien Bel-
gië kinderen en ouderen wil beschermen tegen de nega-
tieve effecten van hoge ozonconcentraties, dan moeten
we dringend het roer omgooien. De groenen zijn hier-
voor ook vragende partij. Andere collega's uit de rege-
ring vinden de maatregelen inzake snelheidsbeperkingen
dan weer te draconisch.
Wat was het Belgische standpunt in de Europese Raad
van milieuministers over de ontwerp NEC-richtlijn ?
Waarom is België terughoudend ten aanzien van de
strengere emissieplafonds en sluit het zich met die
zwakke ambities aan bij de minst milieuvriendelijke lan-
BV 50
COM 232 ­ 13.06.2000
5
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
COMMISSIE VOOR
DE VOLKSGEZONDHEID,
HET LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE HERNIEUWING
OPENBARE VERGADERING
DINSDAG 13 JUNI 2000
NAMIDDAG
VOORZITTER :
m
evrouw Yolande AVONTROODT
De vergadering wordt geopend om
15.23
uur.
6
BV 50
COM 232 ­ 13.06.2000
den van de EU ? Vindt de minister het niet noodzakelijk
dat de volksgezondheid van deze en volgende genera-
ties beter wordt beschermd, zeker als blijkt dat de totale
baten van zo'n operatie hoger liggen dan de reductie-
kosten ? Vindt de minister het niet de moeite om 7000
extra levensjaren per jaar te besparen in ons land ? Vindt
de minister dat het beleid inzake bestrijding van verzu-
ring en ozon moet worden afgestemd op het beleid inza-
ke klimaatveranderingen ? Meent de minister dat er
daardoor ook verdergaande reducties mogelijk zijn ?
Waarom werd bij de voorbereiding van het Belgische
standpunt ten aanzien van het protocol en de EU-minis-
terraad door de coördinatiecommissie internationale
milieubeleid het bedrijfsleven wel en de milieubeweging
niet betrokken ? Hebt u ook nog nieuwe gegevens inza-
ke de snelheidsbeperkingen ?
­ Voorzitter : mevrouw Yolande Avontroodt.
Minister Magda Aelvoet (in het Nederlands) : Hoever
staan we met de nationale emissieplafonds ? Die zijn
vastgelegd in juni 1999. Sindsdien zijn ze overigens nog
licht verstrengd. In feite zijn ze de optelsom van de
autonoom vastgelegde gewestelijke normen : dat is
trouwens het enige wat de federale minister kan doen.
Daarbij blijkt het Waals Gewest veel minder ver te willen
gaan dan het Vlaamse en ­ in mindere mate ­ het Brus-
selse Gewest. Zij vinden namelijk dat ze nog een zekere
industriële achterstand goed te maken hebben. Boven-
dien werken zij nog aan een omvattend luchtvervuilings-
plan zonder hetwelk volgens hen geen haalbare normen
mogelijk zijn.
Op Europees vlak is het niet zo dat België hoort bij ach-
terblijvende mediterrane landen. Liefst minder dan 70
procent van de leden vindt een en ander niet haalbaar.
Vergeet niet dat een groot land als Zweden het nu een-
maal makkelijker heeft dan een klein transitland als Bel-
gië. De richtlijnen staan terug op de agenda van de
Ministerraad van 22 juni eerstkomend. De regering had
vooral kritiek op het feit dat het Raines-model België
plaatste in het duurste en zwaarste kader. Onze kritiek
werd door de Europese Commissie aanvaard en er
komen nieuwe richtlijnen.
Zo wordt een deel van de kritiek ontkracht. Volgens de
eerste berekeningen zouden deze nieuwe doelstellingen
België 121 miljard per jaar gekost hebben, wat we
onmogelijk in ons budget konden berekenen.
Wij willen dus wel degelijk samenwerken met de Gewes-
ten om een werkbaar en efficiënt beleid uit te stippelen.
De kritiek van de Federale Raad voor duurzame ontwik-
keling kan ik voor een groot deel begrijpen en onder-
schrijven. Een aantal suggesties van de Raad neem ik
zeker ter harte.
De voorbereiding van Göteborg gebeurde nog onder de
vorige regering. De milieuverenigingen zullen voortaan
nauwer bij het beleid worden betrokken.
De media hebben geen aandacht besteed aan de struc-
turele maatregelen uit het ozonplan. Nochtans hebben ­
voor het eerst ­ alle federale ministers hun akkoord
gegeven. Ik kan hen om de zes maanden rekenschap
vragen over de uitvoering.
In de pers heeft men alleen gesproken over de zomer-
maatregelen, in het bijzonder de snelheidsbeperkingen.
Inmiddels heb ik van de Ministerraad de principiële
machtiging gekregen om terzake een beslissing te
nemen, nadat ik een voorstel aan diezelfde raad heb
voorgelegd.
Mevrouw Els Van Weert (VU-ID) : Ik heb begrepen dat
de minister afhankelijk is van de Gewesten. Het Vlaams
Gewest probeert wel inspanningen te doen, dit in tegen-
stelling met het Brussels en Waals Gewest.
De methode van de emissieplafonds zal worden herzien.
Wil dat zeggen dat de plafonds worden aangepast of
gaat dit een excuus zijn voor bepaalde landen om niet te
voldoen ?
Een andere vraag geldt de snelheidsbeperkingen. Moet
u hiermee naar de Ministerraad of kan u dat zelf via een
KB uitvoeren ? Wat is de betekenis van de machtiging
die u hebt gekregen ?
Minister Magda Aelvoet (in het Nederlands) : De enga-
gementen van Göteborg veranderen niet. Er komt wel
een wijziging in wat Europa van de lidstaten verwacht.
Het ene spreekt het andere niet tegen. In ons geval zal
wat Europa eist enerzijds en ons engagement anderzijds
dichter bij mekaar komen.
Er is wel degelijk sprake van een volwaardige machti-
ging om mijn voorstel terug aan de Ministerraad voor te
leggen. Ik zal dat dan ook doen.
De voorzitter : Er werden twee moties van aanbeveling
ingediend. Een eerste werd ingediend door mevrouwen
Colette Burgeon (PS), Anne-Mie Descheemaeker (Aga-
lev-Ecolo), Michèle Gilkinet (Ecolo-Agalev), Magda De
Meyer (SP) en Maggie De Block (VLD) en de heren Jef
Valkeniers (VLD) en Robert Denis (PRL FDF MCC).
Ze luidt als volgt :
"De Kamer,
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
­ gehoord hebbende interpellatie van mevrouw Els Van
Weert met betrekking tot de terughoudende houding van
België ten opzichte van de strenge Europese aanpak
van de ozonproblematiek ;
­ vragen de leden van de Commissie voor de Volksge-
zondheid aan de minister van Volksgezondheid om alles
in het werk te stellen om in nauwe samenwerking met de
Gewesten, de Belgische inspanningen met betrekking
tot de ozonproblematiek te verhogen en dit rekening
houdend met de opmerkingen van de Federale Raad
van duurzame ontwikkeling terzake."
De tweede motie van aanbeveling werd ingediend door
mevrouw Els Van Weert (VU-ID) en luidt als volgt.
"De Kamer,
­ gehoord de interpellatie van mevrouw Els Van Weert en
het antwoord van de minister van Volksgezondheid ;
­ vraagt de minister van Volksgezondheid en de regering
het federaal plan ter bestrijding van verzuring en tropofe-
rische ozon aan te vullen met een aantal concrete maat-
regelen die resultaat op korte en middellange termijn
met betrekking tot de bestrijding van verzuring en tropo-
sferische ozon kunnen verzekeren en die op langere ter-
mijn het behalen van de emissieplafonds, vooropgesteld
in de ontwerprichtlijn, mogelijk maken."
Over deze moties zal later in plenaire vergadering wor-
den gestemd.
De bespreking is gesloten.
T
AALKENNIS BIJ DIENSTEN VOOR DRINGENDE MEDISCHE HULPVER
-
LENING
Interpellatie van de heer Bart Laeremans tot de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
over "de taalkennis bij de dienst 100, de spoedopvang in
de ziekenhuizen, de ambulantiediensten en de MUG's in
Brussel en Vlaams-Brabant" (nr. 418)
De heer Bart Laeremans (VL. BLOK) : De taalwetgeving
schrijft voor dat alle ­ openbare en private ­ medische
urgentiediensten hun Franstalige en Nederlandstalige
patiënten in hun eigen taal moeten helpen. De vaste
commissie voor taaltoezicht (VCT) bracht op 22 oktober
1998 terzake een advies uit, waarmee nog te weinig
rekening wordt gehouden. Na klachten uit Brussel en
Sint-Pieters-Leeuw antwoordde de minister op een
vraag van mij dat zij de ziekenhuizen schriftelijk op hun
verantwoordelijkheid zou wijzen en voorts overleg zou
organiseren met de betrokken sectoren.
Inmiddels is de toestand niet ten goede gekeerd. Vooral
uit het westen -Dilbeek tot Halle- en het oosten -Zaven-
tem tot Hoeilaart- blijft het klachten regenen over Neder-
landsonkundige interventiediensten, verplegend perso-
neel en artsen. De Dilbeekse gemeenteraad keurde op
30 mei een protestmotie goed.
Volgens de minister zou de erkenning van spoedgeval-
lendiensten en MUG's een gemeenschapsbevoegdheid
zijn. De Vlaamse minister, mevrouw Vogels, is evenwel
van mening dat zij niet kan optreden omdat erkenning-
snormen voor het hele land moeten gelden, zodat men
geen meertaligheid als norm kan opleggen. Hopen op
een spontane mentaliteitswijziging biedt volgens mij
echter weinig perspectief.
Wat heeft de minister geschreven in de brief aan de
Brusselse ziekenhuizen ? Werd er overleg gepleegd tus-
sen alle sectoren ? Heeft dit er toe geleid dat de taalsitu-
atie verbeterde ? Hebt u op dit vlak controle verricht ?
Zal de minister er voor zorgen dat de werking van de
telefoondienst van de dienst-100 verbeterd wordt, zodat
er rekening gehouden wordt met de taal van de oproe-
pen ? Klop het dat de dienst-100 in Brussel overstelpt
is ? Klop het dat de minister niet afkerig is tegenover
een MUG-dienst in Halle ?
Is de minister het eens met het principe dat operatoren,
ambulanciers, verplegers en artsen bij de spoedgeval-
lendiensten in Brussel een minimale kennis van de beide
landstalen moeten hebben ?
Is minister Aelvoet het eens met minister Vogels dat de
Gemeenschappen niets kunnen ondernemen en enkel
kunnen hopen op goede wil ?
Is de minister bereid de wetgeving ter zake te helpen
aanpassen, om de toepassing aan de tweetaligheid
afdwingbaar te maken ?
Zou het niet veel logischer zijn om de Brusselse zieken-
huizen te laten beheren door de Gemeenschappen ?
Kunnen er naast de VUB nog twee of drie Nederlandsta-
lige ziekenhuizen in Brussel bijkomen ?
De heer Jef Valkeniers (VLD) : Dit is een thematiek waar
ik mij al zo'n 25 jaar mee heb beziggehouden. Eigenlijk
is er in al die jaren nog niet veel veranderd. Als de
patiënt bij bewustzijn is en expliciet vraagt naar een
ander ziekenhuis te worden gevoerd dan waaruit de
ambulance uitgerukt is, zijn de ambulanciers gerechtigd
hierop in te gaan. Dat wordt vaak vergeten.
Ik ben er voorstander van om taalkennis verplicht deel te
doen uitmaken van de basisuitrusting van de urgentie-
BV 50
COM 232 ­ 13.06.2000
7
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
8
BV 50
COM 232 ­ 13.06.2000
diensten. Dan zouden al die misverstanden zich niet
meer voordoen.
Minister Magda Aelvoet (in het Nederlands) : Er zijn wel
degelijk talrijke contacten geweest, onder meer tussen
de administratie en de gouverneur van Vlaams-Brabant,
en tussen de rijksgezondheidsinspecteurs en de Brus-
selse en Vlaams-Brabantse ziekenhuizen.
Aan de Brusselse MUG's werd gevraagd de taalwetge-
ving te respecteren. Het ziekenhuis Erasme laat zelf haar
artsen en verplegers zo veel als mogelijk lessen Neder-
lands volgen. Inmiddels werden daar door het Gewest
heel wat middelen in geïnvesteerd. De instellingen zelf
betalen de helft.
Terwijl de brandweer altijd met tweetalige ploegen uit-
rukt, is dat bij de MUG's soms ­ zo zegt men mij ­ niet
het geval. Op dit moment kan men de tweetaligheid niet
afdwingen en evenmin opleggen als erkenningsnorm. De
algemene krachtlijnen in dit verband zijn een gemengde
bevoegdheid, gedeeld met de minister van Binnenland-
se Zaken.
Er zal een vergadering met alle bevoegde verantwoorde-
lijken belegd worden na Euro 2000.
Voor Vlaams-Brabant wordt er in zeven MUG-functies
voorzien. Nu zijn er twee, met name Leuven en Vilvoor-
de. Deze uitbreiding zal aan het probleem tegemoetko-
men. De kliniek van Halle zou kandidaat zijn voor een
bijkomende MUG.
Ik ga ook de dienst-100 optimaliseren door de oproepen
voor Vlaams-Brabant in Leuven te centraliseren. Deze
oproepen worden dan automatisch in het Nederlands
behandeld. De ambulances zullen echter wel nog uit
Brussel vertrekken wanneer ze dichterbij zijn. Er kunnen
zich ook diensten uit Vlaams-Brabant kandidaat stellen
als ze voldoen aan de vereisten.
Bijkomende Nederlandstalige ziekenhuizen zouden het
algemene overaanbod aan ziekenhuizen in de regio nog
vergroten. Over het algemeen zijn Nederlandstaligen vol-
doende ­ zij het niet uitermate ­ tevreden over de
dienstverlening, zo blijkt uit een KUL-enquête. De oplos-
sing is mijns inziens daarom veeleer te zoeken in
Vlaams-Brabantse MUG's en de bevordering van actie-
ve tweetaligheid.
De heer Bart Laeremans (VL. BLOK) : De centralisering
van Vlaams-Brabant via Leuven is een goede zaak. Maar
dat is geen oplossing voor de 19 gemeenten van Brus-
sel, waar de situatie veel schrijnender is.
Ik vraag geen extra bedden. Indien Volksgezondheid zou
opsplitsen dan kon men de Brusselse klinieken voor de
keuze stellen een taalkeuze te maken. Het defederalise-
ren zou wellicht ook een oplossing voor het probleem
zijn. Niets belet sommige klinieken tweetalig te zijn.
Nu is het zo dat vele patiënten ontevreden zijn omdat ze
niet in hun taal bediend worden. Dit kan vaak pijnlijke
gevolgen hebben.
Iedereen zou bij de brandweer en de medische urgentie-
diensten bij de indiensttreding voldoende kennis van de
tweede taal moeten bewijzen. Goede wil en vrijblijvend-
heid volstaan immers niet. Wij zullen daarom terzake een
motie neerleggen.
Mevrouw Annemie Van de Casteele (VU-ID) : Ik kan
erin komen dat dit een ingewikkelde kwestie is. Men
moet dringend naar een oplossing zoeken.
Het is goed dat er overleg gepland is met de bevoegde
instanties. Ik ben het niet eens dat het probleem verengd
wordt tot Vlaams-Brabant. In Brussel stelt het probleem
zich veel dringender.
Een van de problemen is dat in Brussel enkel een tweet-
aligheid van de dienst en niet van de ambtenaren zelf is
opgelegd. Men had die wet moeten aanpassen en ook
de tweetaligheid van de ambtenaren moeten eisen.
De taalwetgeving zegt wel heel duidelijk dat ook de
privé-ziekenhuizen zich in hun dienstverlening moeten
houden aan de taal van de zorgbehoevende. In de prak-
tijk blijkt er evenwel te weinig Nederlandskundig perso-
neel te zijn. Ik pleit ervoor dat de minister bij zijn Brus-
selse collega zou aandringen op een werkelijke en niet
een louter formele uitvoering van de tweetaligheid.
De heer Jef Valkeniers (VLD) : De minister wil de dienst
vanuit Leuven centraliseren. Dat is toch eerder ver van
bijvoorbeeld Dilbeek. Maar ook vanuit Halle gaat een
MUG veel tijd verliezen als de Brusselse ring wordt
genomen. Een MUG vanuit Erasme is dan veel sneller
ter plaatse. Hoe gaat een ambulance vanuit Leuven zijn
weg vinden in de uithoeken van het Pajottenland ?
Minister Magda Aelvoet (in het Nederlands) : Als men
het aantal MUG's in Vlaams-Brabant verhoogt van twee
tot zeven, zal de toestand in elk geval verbeteren. De
grenzen van die provincie liggen overigens vast en staan
niet ter discussie. Het genoemde waarderingscijfer is
uiteraard een gemiddelde dat ontevredenen verbergt,
maar toch blijft het veelzeggend.
Ik verbind mij ertoe om na te kijken hoever we staan na
de overlegvergadering van begin juli. Afspraken maken
is namelijk nog wat anders dan ze operationaliseren en
uitvoeren.
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
De voorzitter : Ik heb twee moties ontvangen.
Een motie van aanbeveling werd ondertekend door de
heer Bart Laeremans (VL. BLOK) en luidt als volgt :
"De Kamer van Volksvertegenwoordigers
Gehoord de interpellatie van kamerlid Laeremans en het
antwoord van de minister van Volksgezondheid
Vraagt de federale regering
­ alles in het werk te stellen opdat de dringende medi-
sche hulpverleners in Vlaams-Brabant een voldoende
kennis van het Nederlands zouden hebben en in Brussel
een voldoende kennis van beide landstalen ;
­ deze elementaire objectieven in wetsontwerpen om te
zetten en ze aldus afdwingbaar te maken ;
­ de overdracht van de gezondheidszorg naar de
gemeenschapen voor te bereiden"
Een eenvoudige motie werd ondertekend door mevrou-
wen Colette Burgeon (PS), Anne-Mie Descheemaeker
(Agalev-Ecolo), Michèle Gilkinet (Ecolo-Agalev), Magda
De Meyer (SP) en Maggie De Block (VLD) en de heer
Robert Denis (PRL FDF MCC).
Er zal later in plenaire zitting over deze moties worden
gestemd.
De bespreking is gesloten.
CIDEX
­ Interpellatie van de heer Luc Paque tot de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu over
"de verspreiding in de ziekenhuizen van partijen van het
inactief ontsmettingsmiddel CIDEX" (nr. 424)
­ Interpellatie van mevrouw Michèle Gilkinet tot de
minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "CIDEX" (nr. 427).
De heer Luc Paque (PSC) : Het reële besmettingsgevaar
met het hepatitis- en AIDS-virus mag dan al beperkt zijn,
toch wil ik terugkomen op de mank lopende aanpak van
het probleem in verband met de verspreiding in de zie-
kenhuizen van partijen CIDEX. Op welke wijze kan de
procedure worden verbeterd om te voorkomen dat de
informatie slecht of onvoldoende aan de ziekenhuisdi-
recties en aan de patiënten wordt doorgespeeld ?
Waarom duurde het namelijk tot 5 mei vooraleer de
Algemene Farmaceutische Inspectie de informatie offi-
cieel doorgaf ? Wat is de relevantie en de geldigheid van
de vragen van de vragenlijst die op 5 mei aan de zieken-
huisdirecties werd gestuurd ?
Waarom heeft men de aanbevelingen op 5 mei s'nachts,
middenin het weekend, toegezonden, terwijl zij pas de
daaropvolgende maandag konden worden toegepast ?
Hoe verklaart men dat de in die aanbevelingen vermelde
telefoonnummers gedeeltelijk verkeerd waren ? Ware het
niet aangewezen om de bevolking dienaangaande voor
te lichten ?
Wij hebben allen horen spreken over die vereniging van
patiënten die erover klagen dat ze met niet-ontsmette
instrumenten werden behandeld. Om andere problemen
te voorkomen zou een doeltreffende en doorzichtige cri-
siscel moeten worden opgericht.
Mevrouw Michèle Gilkinet (Ecolo-Agalev) : Zowel de
informatie over de risico's als de onderzoeken verschil-
len naargelang van het ziekenhuis, wat de patiënten ver-
ontrust. Het medisch toezicht van de betrokkenen zal
enige tijd in beslag nemen, aangezien de analyses nog
moeten worden bevestigd.
Het lijkt mij zinvol om één enkele instantie met de voort-
gang van die zaak en de algemene coördinatie te belas-
ten teneinde na te gaan of de ziekenhuizen wel de nodi-
ge maatregelen hebben getroffen, ook wat het medisch
toezicht betreft, en of de patiënten over de inlichtingen
beschikken die eigen zijn aan een goed beheerd dossier.
Minister Magda Aelvoet (in het Frans) : Ik werd hierover
al geïnterpelleerd en herhaal wat ik toen verklaarde. Op
maandag 3 april 2000 verwittigde de firma Johnson &
Johnson de Farmaceutische Inspectie dat er een pro-
bleem was met de concentratie van het ontsmettings-
middel CIDEX, zonder terzake details te verstrekken. De
firma meldde toen ook dat ze de ziekenhuizen per brief
zou waarschuwen. De inspectie oordeelde dus dat het
ontsmettingsmiddel niet schadelijk was.
De tweede fax kwam toe op vrijdag 7 april om 18.30 uur.
De inspectie ontdekte de reële omvang van het pro-
bleem pas de dinsdag na Pasen : sommige bussen
bevatten niet het minste spoor van het ontsmettingsmid-
del.
De inspectie heeft dus vijf dagen getalmd alvorens effi-
ciënt op te treden. Nochtans werd er een structuur
opgericht die dit soort nalatigheden moet voorkomen.
De ziekenhuizen en andere verzorgingsinstellingen wer-
den verzocht de partijen CIDEX waarover zij beschikten
op hun concentratie te controleren. Normaal gezien
bedraagt de concentratie 1,5 à 2,2% .
BV 50
COM 232 ­ 13.06.2000
9
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
10
BV 50
COM 232 ­ 13.06.2000
Vanaf 3 mei werden de officiële perscommuniqués
opgesteld. In tegenstelling tot de Vlaamse media die de
communiqués onmiddellijk publiceerden, hebben de
Franse media daarmee een week gewacht.
Op 4 en op 12 mei evenals op het einde van de maand
zijn mededelingen verspreid om de bevolking te informe-
ren. Een eerste fax werd op 4 mei naar aan alle diensten
spoedgevallen gestuurd. Op 5 mei werd een fax met een
vragenlijst naar alle ziekenhuisstructuren, spoedgevallen
diensten en geneesheren-directeurs gestuurd. We moes-
ten weten hoeveel personen erbij betrokken waren. Het
is duidelijk dat de firma fouten heeft gemaakt. Dankzij de
administratie werden alle ziekenhuizen op de hoogte
gebracht. De firma had namelijk alleen die ziekenhuizen
gecontacteerd die geacht werden de partijen onwerkza-
me CIDEX te hebben ontvangen.
Maar CIDEX is niet onvervangbaar, er bestaan andere
producten. In de aanwijzingen met betrekking tot het
gebruik van CIDEX legt de firma goed uit dat indicator-
papiertjes moeten worden gebruikt om de concentratie-
graad van het product te meten. Het is zo dat de Belgi-
sche ziekenhuizen zich bewust zijn geworden van het
probleem.
De ziekenhuizen kregen de nodige aanbevelingen in een
fax van 4 mei aan de diensten spoedgevallen en in een
fax van 5 mei aan de artsen-directeurs.
In de brief van 5 mei werd aan de ziekenhuizen beves-
tigd dat zij de betrokken patiënten moesten terugroepen.
Het is juist dat de vermelde telefoonnummers aanvanke-
lijk die van de Farmaceutische Inspectie waren. Nadien
werden de oproepen naar het Bestuur Geneeskundige
Verzorging afgeleid. De telefoon- en faxnummers van
drie artsen werden vermeld. Het betrof geenszins ver-
keerde nummers.
De heer Luc Paque (PSC) : De contacten zijn wel dege-
lijk verlopen in de volgorde die door mij werd aangege-
ven. Op het eerste nummer was er geen antwoord, de
persoon die op het tweede nummer opnam sprak geen
Nederlands en verwees degene die opbelde door naar
het derde nummer.
Minister Magda Aelvoet (in het Frans) : U vraagt mij of
de bevolking terzake niet kon worden voorgelicht. Aan-
vankelijk was dat niet mogelijk. Pas na verloop van tijd
waren wij immers in het bezit van een ernstige schat-
ting ; daarom hebben wij voor de verspreiding van
gerichte communiqués gekozen.
Wanneer de concentratie verschilde van het optimale cij-
fer, bijvoorbeeld, was het moeilijk om onmiddellijk het
gevaar in te schatten. Die inschatting is pas op 10 mei
gebeurd, waarna de aanbevelingen naar de ziekenhui-
zen werden verzonden. Ik geef toe dat een paragraaf
slecht was geformuleerd.
Wij kregen ook telefoontjes op mijn kabinet. De firma
Johnson & Johnson heeft een speciaal telefoonnummer
voor de patiënten en een ander voor de artsen ingesteld
en heeft in de ziekenhuizen een folder verspreid.
Ik ben van plan het Pasteur Instituut ermee te belasten
na te gaan hoe de zaken in de 81 ziekenhuisstructuren
verlopen en aanbevelingen voor te stellen. De week die
de Inspectie liet voorbijgaan had gelukkig geen invloed
op de duur van de infectie.
Mag ik u erop wijzen dat wij geen staatsgeneeskunde
hebben. De voorvechters van de vrije geneeskunde ont-
poppen zich tot verdedigers van de staatsgeneeskunde
en vragen mij allerhande verplichtingen op te leggen ;
daartoe ben ik echter niet bevoegd. De firma is haar ver-
plichting de productie dagelijks te controleren niet nage-
komen. Maar het was België en niet Nederland dat
Groot-Brittannië en de Europese Commissie evenals de
patiënten informeerde.
De ziekenhuizen kunnen als enigen de situatie correct
inschatten, zij kennen ook hun patiënten ; er zijn wel
onderlinge verschillen, maar een gecentraliseerd
opvangcentrum zou enkel tot problemen hebben geleid.
Dankzij de door ons bestelde epidemiologische studie
van het Pasteur-Instituut, zullen we weldra meer weten
over hoe het er echt in de ziekenhuizen is aan toege-
gaan.
De heer Luc Paque (PSC) : Nog steeds zijn er onder de
50.000 betrokken patiënten personen die niet werden
gewaarschuwd. Ik pleit niet voor een volledige centrali-
satie. Wel moeten alle artsen en ziekenhuizen hun
patiënten informeren.
De Farmaceutische Inspectie zou de patiëntenbestan-
den moeten kunnen controleren.
Minister Magda Aelvoet (in het Frans) : In de brief van 5
mei vroegen wij de ziekenhuizen hoeveel liter van het
product zij gebruikt hebben, hoeveel patiënten met het
product in aanraking kwamen, enz. Wij vroegen hen alle
betrokken patiënten vóór eind juni op te roepen voor een
medische controle. Dankzij het epidemiologisch onder-
zoek van het Pasteur-Instituut zullen wij binnenkort
weten wat er precies is gebeurd.
Mevrouw Gilkinet (Ecolo-Agalev) : De twee maatregelen
lijken mij nuttig. Tevens zouden de patiënten ­ alleszins
de Franstaligen onder hen ­ moeten worden ingelicht
over wat hen te doen staat. Hoe moet dat in zijn werk
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
gaan ? De informatie kan onder meer via de patiënten-
verenigingen worden verspreid. Hoeveel zal de informa-
tiecampagne kosten ?
De voorzitter : Ik heb twee moties ontvangen.
De eerste, een motie van aanbeveling, werd onderte-
kend door de heer Luc Paque en luidt als volgt :
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Luc Paque,
gehoord het antwoord van de minister van Volksgezond-
heid,
beveelt de regering aan,
­ zo spoedig mogelijk een eenvormige, op federaal
niveau opgezette procedure in te stellen die ertoe strekt
alle patiënten die in aanraking kunnen zijn gekomen met
instrumenten die mogelijk met het onwerkzame CIDEX
werden gereinigd, in te lichten en te inventariseren ;
­ de nadere regels voor de terugbetaling van de kosten
die de patiënten voor de besmettingstests hebben
gemaakt, precies vast te stellen ;
­ binnen het bestuur van volksgezondheid een snelle en
doeltreffende standaardprocedure voor het beheer van
een dergelijke crisis in te stellen".
De tweede, een eenvoudige motie, werd ondertekend
door de dames Colette Burgeon en Magda De Meyer en
de heer Robert Denis.
De Kamer zal zich in plenaire vergadering later over die
moties uitspreken.
De bespreking is gesloten.
Aan de orde is de vraag van Mevrouw Gilkinet over "de
LOK Magazine".
Mevrouw Michèle Gilkinet (Ecolo-Agalev) : Het is al laat
en gelet op het aantal voorstellen die wij nog moeten
bespreken stel ik voor mijn vraag tot volgende week te
verdagen.
De voorzitter : Aldus zal geschieden.
­ De openbare vergadering wordt gesloten om 17 uur.
BV 50
COM 232 ­ 13.06.2000
11
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
Drukkerij St-Luc · Nazareth · Tel 09/385 44 03