BV 50
COM 220
BV 50
COM 220
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
Beknopt Verslag
VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE COMMISSIE VOOR DE LANDSVERDEDIGING
VAN
06 - 06 - 2000
ochtend
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
2
BV 50
COM 220 ­ 06.06.2000
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social-chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000
: Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
DOC 50 0000/000
: Document parlementaire de la 50e
het nummer en het volgnummer
législature, suivi du n° et du n° consécutif
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
: Questions et Réponses écrites
HA
: Handelingen (Integraal Verslag)
HA
: Annales (Compte Rendu Intégral)
BV
: Beknopt Verslag
CRA
: Compte Rendu Analytique
PLEN
: Plenum
PLEN
: Séance plénière
COM
: Commissievergadering
COM
: Réunion de commission
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Bestellingen :
Commandes :
Tel. : 02/549 81 60
Tél. : 02/549 81 60
Fax : 02/549 82 74
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
www.laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
BV 50
COM 220 ­ 06.06.2000
3
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
COMMISSIE VOOR DE LANDSVERDEDIGING ­ C 220
VRAGEN EN INTERPELLATIES
­ Vraag van de heren Ferdy Willems en Francis Van den Eynde tot de minister van Landsverdedi-
ging over een lezing van Professor Vermeulen over de islam in de kazerne van Leopoldsburg (nrs
1594 en 1665)
Sprekers : Ferdy Willems en André Flahaut, minister van Landsverdediging
5
­ Vraag van mevrouw Mirella Minne tot de minister van Landsverdediging over het statuut van navi-
gatie-boordmecanicien (nr. 1727)
Sprekers : Mirella Minne en André Flahaut, minister van Landsverdediging
6
­ Vraag van de heer Pieter De Crem tot de minister van Landsverdediging over de vervanging van
tien verbindingsvliegtuigen (nr. 1773)
Sprekers : Pieter De Crem en André Flahaut, minister van Landsverdediging
6
­ Interpellaties van de heren Pieter De Crem en Luc Sevenhans tot de minister van Landsverdedi-
ging over de legerhervorming (nrs 389 en 393)
Sprekers : Pieter De Crem, André Flahaut, minister van Landsverdediging en Luc Sevenhans
7
­ Vraag van de heer Peter Vanhoutte tot de minister voor Buitenlandse Handel over een handels-
missie van De Wandelaar (nr. 1864)
Sprekers : Peter Vanhoutte en André Flahaut, minister van Landsverdediging
8
­ Vraag van mevrouw Leen Laenens tot de minister van Landsverdediging over vliegoefeningen in
Canada (nr. 1888)
Sprekers : Leen Laenens, Peter Vanhoutte en André Flahaut, minister van Landsverdediging
8
­ Interpellatie en vraag van de heer Luc Sevenhans tot de minister van Landsverdediging over de
aankoop van kustmijnenvegers (nrs 404 en 2026)
Sprekers : Luc Sevenhans en André Flahaut, minister van Landsverdediging
9
­ Vraag van de heer Dirk Van der Maelen tot de minister van Landsverdediging over een sperperio-
de voor militairen (nr. 1973)
Sprekers : Dirk Van der Maelen en André Flahaut, minister van Landsverdediging
10
­ Vraag van de heer John Spinnewyn tot de minister van Landsverdediging over jobstudenten bij
Landsverdediging (nr. 1986)
Sprekers : John Spinnewyn en André Flahaut, minister van Landsverdediging
10
INHOUD
4
BV 50
COM 220 ­ 06.06.2000
­ Vraag van de heer Pieter De Crem tot de minister van Landsverdediging over de afwikkeling van
het Hercules-dossier in Nederland (nr. 1995)
Sprekers : Pieter De Crem en André Flahaut, minister van Landsverdediging
11
­ Vraag van de heer Martial Lahaye tot de minister van Landsverdediging over de verhuis van
Houthulst naar Zutendaal (nr. 2027)
Sprekers : Martial Lahaye en André Flahaut, minister van Landsverdediging
11
­ Vraag van de heer Martial Lahaye tot de minister van Landsverdediging over de DOVO-ont-
mantelingsinstallatie in Poelkapelle (nr. 2028)
Sprekers : Martial Lahaye en André Flahaut, minister van Landsverdediging
11
­ Vraag van de heer Jean-Paul Moerman tot de minister van Landsverdediging over het ongeval
met een AIFV-voertuig in Kosovo (nr. 2019)
Sprekers : Jean-Paul Moerman en André Flahaut, minister van Landsverdediging
12
­ Vraag van de heer Jean-Paul Moerman tot de minister van Landsverdediging over een incident
met een overste in Kosovo (nr. 2020)
Sprekers : Jean-Paul Moerman en André Flahaut, minister van Landsverdediging
12
­ Vraag van de heer Jean-Paul Moerman tot de minister van Landsverdediging over de Koninklijke
Militaire School (nr. 2023)
Sprekers : Jean-Paul Moerman en André Flahaut, minister van Landsverdediging
13
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
VRAGEN EN INTERPELLATIES
L
EZING VAN PROFESSOR
V
ERMEULEN OVER DE ISLAM
­ Vraag van de heer Ferdy Willems tot de minister van
Landsverdediging over "een lezing van Professor Ver-
meulen in de kazerne van Leopoldsburg" (nr.1594)
­ Vraag van de heer Francis Van den Eynde tot de minis-
ter van Landsverdediging over "een lezing door Profes-
sor Vermeulen in de kazerne van Leopoldsburg" (nr.1665)
De heer Ferdy Willems (VU-ID) : Ik zal het niet hebben
over de islam en de mogelijke kritiek daarop, noch over
de stellingen van professor en islamkenner Vermeulen. Ik
zal het wel hebben over de dubbelzinnigheid rond deze
man. Als islamkenner wordt hij vaak als spreker
gevraagd. Daarbij wordt het publiek misleid. Deze man
breekt de islam volledig af, met weerlegbare argumenten
en met een methodiek waarmee je elke overtuiging kan
afbreken. Hij staat trouwens in het centrum van een hele
controverse en wordt geciteerd in tal van artikels.
Uit citaten van aanwezigen bij zijn lezing in de kazerne
van Leopoldsburg blijkt dat hij allerlei straffe uitspraken
deed over de islam en de moslims. Vrouwen die zich
beklagen over geweld binnen het gezin zouden prostitu-
ees zijn, Turken zouden enkel interesse hebben voor wat
tussen de benen van de vrouwen zit. Turkije heeft een
genocide op zijn geweten en de Turkse generaals zijn
dronken pasja's, aldus onze befaamde professor.
Ofwel brengt men informatie over de islam, ofwel een
debat. Informatie verstrekken kan dan niet door de heer
Vermeulen, in een debat kan hij eventueel optreden, al
heeft dat weinig zin. Ik zou de minister willen vragen
erop toe te zien dat als de heer Vermeulen nog aan het
woord komt, er minstens een tegengewicht aanwezig is.
Minister André Flahaut (in het Frans) : Als democraat
ben ik het niet eens met de verklaringen van professor
Vermeulen.
In mijn hoedanigheid van minister van Landsverdediging
deel ik u mee dat de lezing plaatsvond in het
"Astrid"gebouw van de kazerne van Leopoldsburg en
dat ze werd georganiseerd door reserve kolonel Bracke,
de verantwoordelijke persoon van de organiserende
VZW, die naar verluidt eveneens verbaasd was over de
uitlatingen van de gastspreker.
BV 50
COM 220 ­ 06.06.2000
5
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
COMMISSIE VOOR
DE LANDSVERDEDIGING
OPENBARE VERGADERING
DINSDAG 06 JUNI 2000
OCHTEND
VOORZITTER :
de heer
Jean-Paul MOERMAN
De vergadering wordt geopend om 10.25 uur.
6
BV 50
COM 220 ­ 06.06.2000
In het kader van de goede verstandhouding tussen het
leger en het maatschappelijk middenveld werd een
lokaal ter beschikking gesteld van de VZW die volledig
onafhankelijk werkt. Het leger kan dus niet aansprakelijk
worden gesteld voor wat tijdens die lezing werd gezegd.
De deelnemers aan de conferentie waren burgers die
geen banden hebben met het leger.
Ik veroordeel de bedoelde uitlatingen. Het leger heeft
niets met de organisatie van die lezing te maken.
De heer Ferdy Willems (VU-ID) : Het verheugt mij uiter-
aard dat u de stellingen van de heer Vermeulen niet
onderschrijft. U heeft ook gelijk als u zegt dat u niet voor
die stellingen verantwoordelijk bent. Toch stel ik vast dat
de uitnodiging door het kampcommando is gebeurd en
dat kolonel Bracke de standpunten van de heer Vermeu-
len niet helemaal ongenegen is. Ik kan u de affiche,
waaruit blijkt dat het museum en de kampleiding samen
uitnodigden, bezorgen en ook een artikel waaruit de
standpunten van kolonel Bracke blijken.
Minister André Flahaut (in het Frans) : Luitenant-kolonel
Bracke maakt deel uit van de reserveofficieren. Het is
dus net alsof hij met pensioen is.
Wat wilt u dat ik doe ? Ik kan hem moeilijk bij zijn kraag
vatten en zeggen dat het moet gedaan zijn. Maar ik keur
dergelijke praktijken af.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
S
TATUUT VAN NAVIGATIE
-
BOORDMECANICIEN
Vraag van mevrouw Mirella Minne tot de minister van
Landsverdediging over "het statuut van navigatie-boord-
mecanicien" (nr. 1727)
Mevrouw Mirella Minne (Ecolo-Agalev) : In oktober
1997 werden de eerste vluchten met de twee Airbussen
van het type 310 uitgevoerd. Wanneer de Airbussen
werden ingeschakeld voor een opdracht, vlogen de navi-
gatie-boordmecaniciens altijd mee. Zij vliegen trouwens
nooit met andere vliegtuigen mee.
De 15de Wing heeft 11 mecaniciens in dienst. Zij slaag-
den voor theoretische en praktische proeven die door
Sabena-specialisten werden gesuperviseerd, waarop zij
de titel van "navigatie-boordmecanicien" kregen. Ver-
scheidenen onder hen vroegen een statuutswijziging,
maar de luchtmacht ging daar tot nu toe niet op in.
Hebben de vakbonden het probleem bij u aangekaart ?
Bent u bereid zich over het probleem te buigen ? Welke
maatregelen zou u kunnen treffen ?
Minister André Flahaut (in het Frans) : In tegenstelling
tot de C-130 en de Boeing 727-toestellen, is de aanwe-
zigheid van een boordmecanicien in de Airbus A-310-
toestellen niet vereist. Naar analogie met de burgerlucht-
vaartmaatschappijen en de militaire gebruikers, werd
een operationeel concept voor de A-310 ontwikkeld
waarbij een mecanicien of een technicus het vliegtuig
begeleidt.
Zij hebben geen enkele verantwoordelijkheid, maar men
kan hen om advies vragen. Elf onderofficieren van de
15de Wing oefenen een dergelijke functie uit. Een wijzi-
ging van het statuut is dus niet noodzakelijk. De betrok-
kenen zijn aan dezelfde regels onderworpen als het niet-
vliegend personeel. De regels betreffende de compensa-
tie voor de duur van de prestaties worden op grond van
de werkelijk uitgevoerde prestaties berekend.
Bij een ongeval hebben deze onderofficieren dezelfde
rechten als de overige leden van de bemanning. Het
onderscheid tussen vliegend en niet-vliegend personeel
speelt terzake niet. Het zijn trouwens niet de vakbonden
maar wel de mecaniciens zelf die mij op dat probleem
attent hebben gemaakt.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
V
ERVANGING VAN TIEN VERBINDINGSVLIEGTUIGEN
Vraag van de heer Pieter De Crem tot de minister van
Landsverdediging over "de vervanging van 10 verbin-
dingsvliegtuigen" (nr.1773)
De heer Pieter De Crem (CVP) : De regering heeft de
vervanging aangekondigd van tien verbindingsvliegtui-
gen van de luchtmacht door vier nieuwe toestellen.
Kan de minister een overzicht geven van het aantal
vluchten, de bestemming en de lading van de tien vlieg-
tuigen die in aanmerking komen om te worden vervan-
gen en dit van mei 1999 tot heden ? Welke zuiver militai-
re opdrachten hebben deze toestellen uitgevoerd ?
Overweegt de regering om opdrachten uit te besteden
aan de particuliere sector ? Werden daar al gesprekken
over gevoerd en zo ja, wat was dan het resultaat ?
Minister André Flahaut (in het Frans) : Ik heb het gede-
tailleerd document dat alle opdrachten vermeldt. U krijgt
er een exemplaar van. Het document maakt een onder-
scheid tussen militaire en burgeropdrachten.
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
Voor de meeste opdrachten werd gebruik gemaakt van
een Falcon (DA-20), een Merlin (SWO3) of van Hawker-
Siddeley (HS748) toestellen.
Er werden een aantal oplossingen onderzocht : de aan-
koop van tweedehandstoestellen, het huren of leasen
van toestellen, enz. Allen bleken ze te duur, zelfs voor
een overgangsperiode.
De vliegtuigen die te huur worden aangeboden zijn vaak
zakenvliegtuigen die maximum tien passagiers kunnen
vervoeren en dus te klein zijn. Bovendien is de huur
ervan veel te duur. Om een groter vliegtuig te vullen
moet men minstens 50 à 60 passagiers hebben. Overi-
gens verhuren de luchtvaartmaatschappijen die vliegtui-
gen vaak niet omdat ze ze zelf nodig hebben. Bijgevolg
worden voor grote toestellen astronomische huurprijzen
gevraagd en zijn de voorwaarden inzake huurtermijnen
van dien aard dat een regering ze moeilijk kan aanvaar-
den.
Die toestellen zijn vaak oud en voldoen niet meer aan de
geluids- en radionavigatienormen, de exploitatiekosten
rijzen de pan uit.
Bijgevolg werd beslist nieuwe vliegtuigen aan te kopen
en geen vliegtuigen meer te huren. In afwachting zullen
grote delegaties met de twee Airbussen A-310 en kleine
delegaties met de Falcon 900 worden vervoerd.
De heer Pieter De Crem (CVP) : Een van de opties die
de regering had genomen, was om de vloot te rationali-
seren. Wat is het verband tussen het verwerven van de
vier nieuwe vliegtuigen en de heisa over de Falcon ? Wat
is de rol van de Europese Commissie daarin ?
Minister André Flahaut (in het Frans) : Het bestek is een
week geleden in het Staatsblad en in het Publicatieblad
van de Europese Unie verschenen. Het is de bedoeling
dat de rationalisatie in gang is gezet tegen het Belgisch
voorzitterschap van de Unie dat veel verplaatsingen zal
vereisen.
De heer Pieter De Crem (CVP) : Doen leden van de
Europese Commissie een beroep op onze vloot ?
Minister André Flahaut : Dat is juist, maar het gebeurt
tegen betaling. Deelname van de EG en van de NAVO is
niet uitgesloten bij de aankoop van de toestellen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
L
EGERHERVORMING
­ Interpellatie van de heer Pieter De Crem tot de minister
van Landsverdediging over "de legerhervorming" (nr.389)
­ Interpellatie van de heer Luc Sevenhans tot de minister
van Landsverdediging over "de legerhervormingen"
(nr.393)
De heer Pieter De Crem (CVP) : Op 12 mei keurde de
Ministerraad de zogenaamde nieuwe defensienota goed,
waarin een aantal belangrijke hervormingen worden aan-
gekondigd. De regering lichtte dit alles toe aan de pers,
de Navo en het Pentagon. Waarom krijgt het Parlement
een tweederangsrol toebedeeld ? Waarom houdt de pre-
mier zich persoonlijk met dit dossier bezig en schuift hij
zijn defensieminister aan de kant ? Waarom pleit de SP
voor een externe doorlichting ? Getuigt dit alles niet van
een groeiend wantrouwen ?
De nota bevat een aantal goede elementen. De analyse
in de eerste dertig bladzijden zet alles keurig op een rij-
tje. In de volgende hoofdstukken wordt een kleiner,
dynamischer leger beschreven, maar op een erg vrijblij-
vende wijze. De geplande hervorming komt maar niet
van de grond.
De regering kan geen belangrijke beslissing nemen,
noch over de financiering, noch over concrete organisa-
tie. De hete aardappel wordt dan maar doorgeschoven
naar de volgende legislatuur en dus naar de volgende
generatie.
De voorzitter : Zonder de heer De Crem zijn interpella-
tierecht te willen ontnemen, herinner ik er toch aan dat
we volgende week een debat aan dit punt wijden. Zou
het niet eenvoudiger zijn de vragen te groeperen en
geen debat vóór het debat te houden ?
De heer Pieter De Crem (CVP) : Het lijkt mij eigenaardig
dat dit gebeurt in het midden van mijn interpellatie. Maar
ik ben bereid te wachten tot volgende week op voor-
waarde dat de minister mij de plannen voor die vergade-
ring duidelijk maakt.
Minister André Flahaut (in het Frans) : In mijn uiteenzet-
ting van volgende week, zal ik de vragen die u vandaag
heeft gesteld, beantwoorden. Aangezien de voorzitter
van de commissie gevraagd heeft om deze week geen
bespreking te houden, vind ik, uit respect voor de voor-
zitter, dat wij tot volgende week moeten wachten wan-
neer iedereen aanwezig zal zijn.
Inzake de projecten die ik de heren Solana, Robertson
en Cohen zal voorleggen, betreft het een normale gang
van zaken omdat ik onze partners wil informeren. Ik wijs
BV 50
COM 220 ­ 06.06.2000
7
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
8
BV 50
COM 220 ­ 06.06.2000
er trouwens op dat ons hervormingsplan al gunstig werd
onthaald. Morgen heb ik een vergadering op de NAVO
waar ik onze plannen zal toelichten.
Het is niet de bedoeling om ons plan te verdedigen
omdat wij als soeverein land nog altijd zelf over onze
defensie beslissen. Ik kon niet uit de Verenigde Staten
terugkeren voor de commissie en nadien opnieuw naar
de States reizen om het plan aan de heer Cohen uit te
leggen. Ik heb hem enkel uitleg bij het plan gegeven uit
eerbied voor hem.
De heer Pieter De Crem (CVP) : Ik zal ingaan op het
voorstel van de minister. Ik verwacht dan wel een uitge-
breid verslag van de besprekingen in Washington. En ik
hoop dat voorzitter Henry op de hoogte wordt gebracht
van wat we hier afspreken.
De voorzitter : Dankzij dat gebaar van goede wil zal de
bespreking van volgende week uitstekend verlopen.
Misschien kunnen de collega's die belangstelling beto-
nen voor deze kwestie de minister een brief schrijven ?
Minister André Flahaut (in het Frans) : Ik ben het daar-
mee volledig eens.
De heer Luc Sevenhans (VL. BLOK) : Een kopie
bemachtigen van het plan kon niet bij de minister. De
minister heeft in de loop van de discussie weinig goede
wil getoond. Het Parlement is systematisch gepasseerd.
Ik zal nu een korte visie over het plan geven. Er is al
zoveel over te doen geweest dat het gek zou zijn er in
het Parlement niets over te zeggen. Het huidige leger
voldoet niet meer. Veel opdrachten gebeuren op ver-
plaatsing en dat moest vaak met een onderbewapend,
slecht uitgerust en ongemotiveerd leger. Een verhoging
van het budget drong zich op, ofwel moest men het aan-
tal effectieven verminderen. Voor die laatste optie heeft
de regering gekozen.
Het plan heeft als essentie : we hebben minder geld, dus
zullen we gewoon het aantal militairen verminderen. Dit
bewijst de oppervlakkigheid van het plan. Ik vrees dat
we door de inkrimping tot 39.500 manschappen onder
de kritische drempel zakken. We zullen niet meer kunnen
voldoen aan onze Navo-engagementen. Het budget dat
nog ter beschikking blijft voor het leger, zal in dat kader
ook niet toereikend blijken.
In het plan wordt melding gemaakt van een revalorisatie
van het pecuniaire statuut van de militair. Dit zijn grote
woorden om niets te zeggen. Een definitie die voor het
hele plan opgaat.
De voorzitter : De minister zal volgende week antwoor-
den als we ons bredere debat voeren. Het incident is
gesloten.
H
ANDELSMISSIE VAN
D
E
W
ANDELAAR
Vraag van de heer Peter Vanhoutte tot de minister van
Buitenlandse Handel over "het fregat "De Wandelaar" en
de missie Fairwind 2000" (nr. 1864)
De heer Peter Vanhoutte (Agalev-Ecolo) : De verschillen-
de ministers schuiven de vraag over het fregat De Wan-
delaar naar elkaar door. Vandaar dat ik niet anders kan u
de vraag nogmaals te stellen. Wat is de het precieze
engagement van de marine ? Wie bereidde de missie
voor ? Welke bedrijven nemen deel ? Wie draagt de kos-
ten ?
Minister André Flahaut (in het Nederlands) : Tijdens de
havenbezoeken heeft de marine het fregat De Wandelaar
ter beschikking gesteld voor de promotie van de Belgi-
sche industrie. Hierover werd vergaderd door Buiten-
landse Zaken, BDBH en zijn gewestelijke tegenhangers
en de marine. Ook de diplomatie werd hierbij betrokken.
Zij staat trouwens in voor het gedetailleerde programma
in de diverse havens die tijdens de Fair Wind-campagne
worden aangedaan. De concrete gegevens zal ik aan de
vraagsteller bezorgen. Aangezien de marine enkel infra-
structuur en personeel ter beschikking stelt, worden
geen kosten aangerekend.
De heer Peter Vanhoutte (Agalev-Ecolo) : Ik blijf het
merkwaardig vinden dat uw collega's niet in staat waren
een antwoord te geven op mijn vraag. Ik dank de minis-
ter omdat hij dit wel heeft gedaan en zal het antwoord
bestuderen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
V
LIEGOEFENINGEN IN
C
ANADA
Vraag van mevrouw Leen Laenens tot de minister van
Landsverdediging over "de militaire laagvliegoefeningen
-INNU Volk- Canada" (nr. 1888)
Mevrouw Leen Laenens (Agalev-Ecolo) : Ik zou willen
vragen dat de heer Vanhoutte de vraag in mijn naam
stelt. Mijn stem laat het afweten.
De heer Peter Vanhoutte (Agalev-Ecolo) : De Innu heb-
ben nooit een verdrag getekend met de Canadese rege-
ring waarin ze afstand doen van hun grondgebied. In de
jaren '50 stelde de Canadese regering een einde aan het
nomadische leven van de Innu waardoor allerlei proble-
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
men ontstonden. Vandaag hebben ze hun traditionele
leefstijl weer opgenomen. Hun jachtkampen bevinden
zich langs rivierdalen en oevers van meren, gebieden
waarboven de luchtmacht graag oefent in het laagvlie-
gen. DND beweert dat de kampen worden gemeden, de
praktijk wijst het anders uit.
Zijn of worden onderhandelingen gevoerd tussen het
ministerie van Defensie van Canada en het Belgische
ministerie van Landsverdediging in verband met het uit-
voeren van militaire laagvliegoefeningen boven het Innu-
grondgebied vanaf de basis van Goose Bay te Labrador
in Canada ?
Is het ministerie van Landsverdediging bereid de impact
van specifieke activiteiten, zoals militaire laagvliegoefe-
ningen, op inheemse volken te bestuderen en daar in de
beslissingen rekening mee te houden ? Zijn er alternatie-
ven voor laagvliegoefeningen in Canada of de VS ?
Minister André Flahaut (in het Nederlands) : Dit jaar zul-
len geen laagvliegoefeningen vanuit Goose Bay worden
uitgevoerd door de Belgische luchtmacht.
Een deelname van de Belgische luchtmacht wordt jaar-
lijks geëvalueerd. Toetreden tot een meerjarige Memory
of Mutual Understanding
wordt dus niet overwogen.
Wat de milieuvoorwaarden betreft, zal België de voor-
waarden van de Canadese autoriteiten respecteren. Ver-
der wordt eraan gewerkt om de concentratie van hinder
boven een bepaald gebied te vermijden. De training
wordt daarom gespreid over verschillende Navo-landen
en andere landen die hun luchtruim openstellen.
De heer Peter Vanhoutte (Agalev-Ecolo) : Het verheugt
me dat er alternatieven voorhanden zijn. In de toekomst
moet men zeker de Innu zelf betrekken bij de besprekin-
gen over zulke oefeningen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
A
ANKOOP VAN KUSTMIJNENVEGERS
­ Interpellatie van de heer Luc Sevenhans tot de minister
van Landsverdediging over "het schrappen van de
bestelling van de kustmijnenvegers" (nr. 404)
­ Vraag van de heer Luc Sevenhans tot de minister van
Landsverdediging over "de informatie verstrekt aan de
pers" (nr. 2026)
De heer Luc Sevenhans (VL. BLOK) : Het probleem van
de kustmijnenvegers is niet nieuw. Allerlei manoeuvres
schuiven het voortdurend op de lange baan. Nochtans
was er aan Vlaamse kant zo goed als een consensus,
omdat men er wel inzag dat het dossier technologische
en industriële mogelijkheden bood.
Het dossier zat echter eens te meer in een communau-
tair wafelijzer geklemd. Wallonië had zijn slag thuis
gehaald inzake de modernisering van de F16 en kelder-
de dan maar het mijnenvegersproject. Vooral de PRL en
haar stroman officier Bruls, zijn hiervoor verantwoorde-
lijk.
Er moest blijkbaar worden gekozen. De keuze voor een
fregat boven een mijnenveger is een offensieve keuze.
Vreemd dat SP en Agalev geen defensieve keuze heb-
ben verdedigd. Hoe is die keuze gemaakt ? Kan dit in de
commissie Landsverdediging of Legeraankopen worden
besproken ? Het kan toch niet dat eerst een aankoop
bepleit wordt en dat die als bij toverslag geannuleerd
wordt en dat op basis van zeer onduidelijke argumenten.
Op die manier kwam trouwens de betrokken firma, die al
miljarden geïnvesteerd had, in de problemen. De firma
heeft overigens geen officiële bevestiging van de annula-
tie gekregen. Via de pers hebben ze de beslissing verno-
men. Vindt de minister de houding tegenover de firma
kunnen ? Kan een dossier op een dergelijke wijze afge-
schoten worden ?
Hoeveel werd er al geïnvesteerd ? Waarom noemt men
mijnenvegen een praktijk uit de Koude Oorlog ? Waarom
kiest men nu voor het ombouwen van mijnenjagers tot -
vegers ? Kan men zo onze havens mijnenvrij houden ?
Minister André Flahaut (in het Nederlands) : Op 4 mei
heb ik slechts herhaald dat het KMV-project niet zou
worden uitgevoerd. Zolang de Ministerraad zich niet had
uitgesproken over het beleidsplan in zijn geheel, ben ik
niet dieper willen ingaan op één bepaald aspect van de
nota. (Verder in het Frans)
Dat is de houding die ik heb aangenomen. Er zal worden
geargumenteerd in antwoord op de gestelde vragen.
Men zal het misschien niet eens zijn over de beslissing.
Op 4 mei antwoordde ik op een vraag zonder in detail te
treden.
De heer Luc Sevenhans (VL. BLOK) : Ik zal het ant-
woord dus volgende week in detail ontvangen.
De minister had op de vergadering van 11 mei meer dui-
delijkheid moeten geven. De parlementsleden hebben
minimaal dezelfde rechten als de pers. Ik betreur dat de
minister dit niet in acht heeft genomen.
Minister André Flahaut (in het Frans) : Wie mij kent,
weet dat ik de pers niet achternaloop. Ik beperk me tot
BV 50
COM 220 ­ 06.06.2000
9
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
10
BV 50
COM 220 ­ 06.06.2000
het beantwoorden van de vragen die me worden
gesteld.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
S
PERPERIODE VOOR MILITAIREN
Vraag van de heer Dirk Van der Maelen tot de minister
van Landsverdediging over "de gewezen stafchef van de
luchtmacht en de sperperiode voor militairen" (nr. 1973)
De heer Dirk Van der Maelen (SP) : Gewezen stafchef
Van Hecke is overgestapt naar Gebecoma, dat instaat
voor de belangenverdediging van de luchtvaartindustrie.
Meent de minister met mij dat die overstap deontolo-
gisch betwistbaar en zelfsonzindelijk is ? Is een regelge-
ving niet aangewezen ? Wij denken aan een sperperiode
voor militairen en burgers die hebben meegewerkt aan
militaire aankopen. Bedrijven die toch een beroep zou-
den doen op dergelijke mensen, zouden moeten worden
uitgesloten van gunningsprocedures voor militair mate-
rieel.
Minister André Flahaut (in het Frans) : In de algemene
beleidsnota wordt inderdaad aangekondigd dat een
regelgeving zal worden uitgewerkt voor de periode
onmiddellijk na het vertrek uit de strijdmacht.
Wij zijn bereid er werk van te maken in de lijn van wat tij-
dens de vergadering op 22 januari in de Résidence
Palace werd afgesproken. De overstap van personen die
lang in overheidsdienst hebben gewerkt naar de particu-
liere sector om een functie waar te nemen waarin ze dui-
delijk gebruik maken van de in de openbare sector
opgedane ervaring, doet inderdaad vragen rijzen. Ik
denk onder meer aan de belangenvermenging. Het pro-
bleem is niet nieuw en is niet gemakkelijk op te lossen.
Ik ben zinnens op grond van de bestaande wetgeving te
reageren.
Een militair is ook na zijn vertrek uit het leger gebonden
door deontologische bepalingen en zelfs door specifieke
wetsbepalingen.
Men moet een onderscheid maken tussen een actieve
rol en een passieve rol zonder rechtstreekse commercië-
le en niet-commerciële activiteiten.
Andere landen en bepaalde Europese instellingen
beschikken over een deontologische code die corruptie
en belangenvermenging veroordeelt.
Het is normaal, zonder daarom wenselijk te zijn dat de
particuliere sector bereid is mensen te betalen voor de
bekwaamheden die zij in de openbare sector verwier-
ven.
Een baan bij Fabrimetal kan niet met een job in over-
heidsdienst worden gelijkgesteld.
U vindt de antwoorden op uw andere vragen in het
schriftelijke antwoord dat ik u liet bezorgen.
De heer Dirk Van der Maelen (SP) : De minister wil een
onderscheid maken tussen ex-militairen die een admini-
stratieve taak krijgen in bedrijven en zij die een andere
functie gaan uitoefenen. Dat is gevaarlijk, want de facto
zullen de betrokkenen toch ingezet worden in de afde-
ling waar hun deskundigheid het beste rendeert. Ook het
onderscheid tussen bedrijven en overkoepelende orga-
nisaties is niet hanteerbaar. De lobbyisten zijn immers
steeds leden van de laatstgenoemde verenigingen. Wij
geven de voorkeur aan de door ons voorgestelde sper-
periode van vijf jaar, die is overgenomen van de Franse
regeling.
Minister André Flahaut (in het Frans) : Dat levert juristen
en politici stof voor discussie.
Ik heb nooit contacten gehad met ondernemingen, maar
wel met groeperingen zoals Fabrimetal. Ik heb die
gewoonte aangenomen toen ik verantwoordelijk was
voor de regie der Gebouwen. Aldus behoud ik de band
met het bedrijfsleven en blijf ik toch op mijn terrein, ook
als u begrijpt wat ik bedoel.
De heer Dirk Van der Maelen (SP) : Ex-militairen wor-
den meestal ingezet in overkoepelende organisaties,
waar ze lobbywerk verzorgen zowel bij hun vroegere col-
lega's als bij de politieke wereld. Daarom meen ik dat
zeker ook de overstap naar overkoepelende organisaties
zou moeten worden geregeld.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
J
OBSTUDENTEN BIJ
L
ANDSVERDEDIGING
Vraag van de heer John Spinnewyn tot de minister van
Landsverdediging over "jobstudenten die kunnen
geplaatst worden binnen het departement van Landsver-
dediging"(nr.1986)
De heer John Spinnewyn (VL. BLOK) : Klopt het bericht
dat de driehonderd jobstudenten die het ministerie van
Landsverdediging tijdens de vakantie in dienst wenst te
nemen, uitsluitend Franstaligen uit het arrondissement
Nijvel of het kanton Waver zullen worden ? Wie besliste
dat ? Moet de 60/40 taalverhouding niet toegepast wor-
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
den ? Zijn de militairen en burgers van het departement
op de hoogte van de beslissing ?
Minister André Flahaut (in het Frans) : Het is niet de eer-
ste keer dat het departement Landsverdediging tijdens
de vakantie jobstudenten in dienst neemt. Dat gebeurde
ook ten tijde van de vorige regering. Ik ga niet in op uw
insinuaties, het burgerlijk bestuur van mijn departement
heeft bepaald dat het er driehonderd zijn. De Inspectie
van Financiën is gevraagd een advies te geven. De jobs
zijn over heel het land gespreid en hebben betrekking op
de civiele sector.
Alhoewel we daartoe niet verplicht zijn, worden zowel bij
de indienstneming van studenten, als voor vervangingen
tijdens de vakantieperiode de taalverhoudingen in acht
genomen. De verhouding is 51 procent Nederlandstali-
gen en 49 procent Franstaligen.
De VCTT heeft nog geen advies uitgebracht en dat is de
reden waarom tot op heden geen informatie aan het per-
soneel werd gegeven.
Het is niet de bedoeling de kinderen van de kolonel of
de majoor aan een vakantiejob te helpen ! Ik wil mensen
die het nodig hebben nuttig werk bieden en niet rijkeluis-
zoontjes onderbroeken laten tellen. Er is evenmin sprake
van enig onderscheid van levensbeschouwelijke of con-
fessionele aard.
De heer John Spinnewyn (VL. BLOK) : Ik heb vandaag
een vraag vanwege een vakbond gesteld. De minister
hoeft zich niet op te winden telkens ik hem een vraag
stel.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
A
FWIKKELING VAN HET
H
ERCULES
-
DOSSIER IN
N
EDERLAND
Vraag van de heer Pieter De Crem tot de minister van
Landsverdediging over "de afwikkeling van het Hercules-
dossier in Nederland" (nr.1995)
De heer Pieter De Crem (CVP) : De Nederlandse Twee-
de Kamer richtte een werkgroep op ter onderzoek van
de Hercules-ramp. De Nederlandse staatssecretaris De
Vries moest de voorzitter ervan helaas meedelen dat de
Belgische overheid hem nog niet volledig had geïnfor-
meerd.
Welke informatie werd door de Nederlandse overheid
gevraagd ? Werd reeds een antwoord bezorgd ? Zo ja,
welk ? Zo neen, waarom niet ? Zijn er nieuwe elementen
in het Belgische dossier ?
Minister André Flahaut (in het Nederlands) : Op basis
van een document van de heer Louis heeft de Neder-
landse werkgroep een lijst van 107 vragen opgesteld.
Landsverdediging heeft op 28 april geantwoord op de
vragen die het departement aanbelangen. De minister
van Justitie werd gevraagd te antwoorden op de vragen
die hem aanbelangen. Ik zal u een kopie bezorgen van
de antwoorden, die overigens geen nieuwe elementen
bevatten.
De heer Pieter De Crem (CVP) : U heeft deze bundel
dus al overgemaakt aan uw Nederlandse collega ?
Minister André Flahaut (in het Nederlands) : Inderdaad.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
V
ERHUIS VAN
H
OUTHULST NAAR
Z
UTENDAAL
Vraag van de heer Martial Lahaye tot de minister van
Landsverdediging over "de overplaatsing van de 950e
CIE MUN"(nr.2027)
De heer Martial Lahaye (VLD) : Naar aanleiding van de
mogelijke overplaatsing van de 950ste Compagnie van
Houthulst naar Zutendaal blijft bij de West-Vlaamse mili-
tairen grote bezorgdheid bestaan. Is de beslissing defini-
tief ? Hoeveel militairen kunnen in de streek aan de slag
blijven ? Ik pleit voor een menselijke oplossing.
Minister André Flahaut (in het Nederlands) : Binnenkort
zal de verhuizing van bepaalde eenheden naar Zuten-
daal aangekondigd worden. Ongunstige sociale gevol-
gen zullen daarbij vermeden worden. Er wordt niet over-
wogen de moderne installaties in Houthulst te ontrui-
men.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
DOVO-
ONTMANTELINGSINSTALLATIE IN
P
OELKAPELLE
Vraag van de heer Martial Lahaye tot de minister van
Landsverdediging over "de ontmantelingsinstallatie van
DOVO in Poelkapelle"(nr.2028)
De heer Martial Lahaye (VLD) : Ik stelde in het verleden
al vragen rond de oprichting van een tweede equipe om
de ontmantelingsinstallatie DOVO in Poelkapelle te
bedienen. Bepaalde manschappen uit Houthulst zouden
daarvoor, na opleiding, kunnen worden ingezet, bijvoor-
beeld voor technisch onderhoud.
Wanneer neemt de minister daaromtrent een
beslissing ?
BV 50
COM 220 ­ 06.06.2000
11
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
12
BV 50
COM 220 ­ 06.06.2000
De heer André Flahaut, minister (in het Frans) : De staf
van het Intermachten Territoriaal Commando voert een
studie uit om een tweede shift in te stellen, die ten
vroegste vanaf het einde van het eerste semester van
2001 kan worden geactiveerd.
Een werkgroep onder leiding van de Koninklijke Militaire
School (Leerstoel Scheikunde) heeft opdracht gekregen
om oplossingen voor te stellen voor het probleem van
de toxische afvalstoffen van de Blaukreuz-projectielen,
die een toxisch gedeelte en een springstofgedeelte
bevatten. Tot op heden bestaat er nog geen enkele
methode om de twee bestanddelen van elkaar te schei-
den. Het verslag wordt in de loop van het eerste semes-
ter van 2001 verwacht.
Ik stel voor een briefing ter attentie van de commissie
Landsverdediging te organiseren. Voorts streef ik naar
samenwerking met andere landen die met deze proble-
matiek worden geconfronteerd, en ik zal de oprichting
van een Europees Agentschap voor de vernietiging van
munities voorstellen.
Mijn bekommernis stoelt op de vaststelling dat Frankrijk
momenteel een fabriek bouwt. Het zou ongepast zijn om
fabrieken dicht bij de grens met onze buurlanden te bou-
wen. Ik zal dat idee van een agentschap vrijdag eerst
aan mijn ambtsgenoten van de Benelux en nadien aan
Duitsland en Frankrijk voorleggen om dubbel werk te
voorkomen. Generaal Van Remoortel zal u daar meer uit-
leg over geven. Vrijdag al, na de Beneluxvergadering,
zullen wij over meer elementen beschikken.
De heer Martial Lahaye (VLD) : De tweede equipe zou
er zo snel mogelijk komen. De aanvoer van stukken zou
kunnen worden opgedreven. Dat is zonder meer positief.
Mijn bijkomende vraag over Blaukreuzmunitie hoeft niet
meer. U meldt dat u erover onderhandelt en ik hoop dat
er snel resultaten komen.
Minister André Flahaut (in het Frans) : De datum zal in
overleg met generaal Van Remoortel worden vastge-
steld.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
­ Voorzitter : de heer Pieter De Crem
O
NGEVAL MET EEN
AIFV-
VOERTUIG IN
K
OSOVO
Vraag van de heer Jean-Pol Moerman tot de minister van
Landsverdediging over "het ongeval met een AIFV-voer-
tuig in Kosovo" (nr. 2019)
De heer Jean-Pol Moerman (PRL FDF MCC) : De pers
heeft onlangs gewag gemaakt van een ongeval met een
Belgisch militair AIFV-voertuig in Kosovo. Een inzittende
werd zeer zwaar gewond.
Wat is de juiste oorzaak van het ongeval ? Had de
onderhoudsploeg de aandacht gevestigd op problemen
met dit soort voertuig ?
Zo ja, wat waren die problemen precies en hebben zij
iets met het ongeval te maken ? Is men in gebreke
gebleven op het stuk van de werkingskosten ?
Minister André Flahaut (in het Frans) : Naar aanleiding
van het ongeval op 17 mei 2000 werd een contactteam
naar Kosovo gestuurd teneinde alle AIFV-voertuigen van
BELUKOS 3 aan een systematische inspectie te onder-
werpen.
Het contactteam kon geen enkel technisch gebrek vast-
stellen dat het ongeval zou hebben kunnen veroorzaken.
Tijdens een baantest werden evenmin noemenswaardige
problemen vastgesteld.
Voorts is het zeker dat het voertuig niet overdreven snel
reed (maximum 5 à 10 km/uur). Dat was trouwens ook
niet mogelijk gezien de aard van de patrouilleweg.
Volgens de bij de andmacht gangbare normen voor dit
type voertuig kan men besluiten dat er geen gebreken
en/of technische mankementen werden vastgesteld die
de besturing hadden kunnen beïnvloeden en zo het
ongeval veroorzaken.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
I
NCIDENT MET EEN OVERSTE IN
K
OSOVO
Vraag van de heer Jean-Pol Moerman tot de minister van
Landsverdediging over "een incident met een overste in
Kosovo" (nr. 2020)
De heer Jean-Pol Moerman (PRL FDF MCC) : Een luite-
nant-kolonel van de 1
ste
lanciers zou in Kosovo met
wapens zijn bedreigd.
Heeft dat zeer ernstig incident zich inderdaad voorge-
daan ?
Zo ja, wie was bij dat incident betrokken en welk gevolg
wordt aan de zaak gegeven ?
Wat is de oorzaak van het conflict en welke maatregelen
werden genomen om een doeltreffende oplossing te vin-
den ?
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
De heer André Flahaut, minister (in het Frans) : In het
verslag van 28 mei 2000 van het NSE BELUKOS 3 wordt
gemeld dat een vrijwilliger bij wijze van ordemaatregel
werd gerepatrieerd. Telefonisch werd verduidelijkt dat de
betrokken militair onder de invloed van drank fysiek
geweld had gepleegd jegens de detachementscomman-
dant. Er wordt echter nergens gewag gemaakt van enige
vorm van bedreiging met wapens .
De krijgsauditeur stelt een gerechtelijk dossier op. Daar-
om lijkt het me niet opportuun de namen van de betrok-
ken personen publiek te maken.
Tegen de vrijwilliger zullen tucht- en/of statutaire maatre-
gelen worden genomen.
De heer Jean-Paul Moerman (PRL FDF MCC) : Het
betreft dus een losstaand incident. Eens te meer blijkt
dat wanneer de pers een probleem aankaart, het soms
wordt opgeblazen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
O
PRICHTING VAN EEN PATRIMONIUM VOOR DE
KMS
­ Vraag van de heer Jean-Paul Moerman tot de minister
van Landsverdediging over "de oprichting van een patri-
monium voor de Koninklijke Militaire School (KMS)" (n°
2023)
De heer Jean-Pol Moerman (PRL FDF MCC) : De situ-
atie van de Koninklijke Militaire School (KMS) verschilt
van die van Rijksuniversiteiten vermits het om een mili-
taire universiteit gaat.
Zoals de andere universiteiten moet de KMS een eigen
patrimonium hebben. Is dat aan de orde ?
Als dat niet het geval is, welke technische redenen wor-
den hiervoor aangehaald ?
Zou de oprichting van een VZW niet de mogelijkheid bie-
den de prestaties voor derden te beheren ?
Minister André Flahaut (in het Frans) : Onlangs heb ik
de Koninklijke Militaire School gevraagd mij de naam
mee te delen van de VZW's die tot de invloedsfeer van
de KMS behoren. Er moet terzake klare wijn worden
geschonken.
Het is duidelijk dat de Koninklijke Militaire School in het
kader van haar prestaties voor derden over een rechts-
persoonlijkheid zou moeten beschikken.
Bij mijn weten, is er geen technische belemmering. Een
principieel akkoord van 1995 kon niet worden geconcre-
tiseerd.
De KMS heeft 2 VZW's gecreërd om haar prestaties met
de vereiste re chtszekerheid voor derden te kunnen uit-
voeren : het zijn de VZW's Rennaissance, die de door
artikel 143 § 4 van de gecoördineerde wetten betreffen-
de de Rijkscomptabiliteit opgesomde prestaties beheert,
onder toezicht van het Rekenhof, en de VZW Sportver-
eniging van de KMS, die over een domaniale vergunning
op militair domein beschikt om het sportcentrum van de
KMS uit te baten, met het oog op het welzijn van de
instelling maar ook van derden.
De KMS heeft ook een conventie gesloten met de VZW
Vereniging van de Oudleerlingen van de KMS om het bal
van de KMS te beheren.
Nadat is bepaald waar de opleidingen plaatsvinden,
dient die identiteit in een juridische vorm te worden
gegoten.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
­ De openbare vergadering wordt gesloten om 12.20
uur.
BV 50
COM 220 ­ 06.06.2000
13
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
Drukkerij St-Luc · Nazareth · Tel 09/385 44 03