BV 50
COM 194
BV 50
COM 194
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
Beknopt Verslag
VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE COMMISSIE VOOR DE INFRASTRUCTUUR,
HET VERKEER
EN DE OVERHEIDSBEDRIJVEN
VAN
10 - 05 - 2000
namiddag
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
2
BV 50
COM 194 10.05.2000
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social-chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000
: Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
DOC 50 0000/000
: Document parlementaire de la 50e
het nummer en het volgnummer
législature, suivi du n° et du n° consécutif
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
: Questions et Réponses écrites
HA
: Handelingen (Integraal Verslag)
HA
: Annales (Compte Rendu Intégral)
BV
: Beknopt Verslag
CRA
: Compte Rendu Analytique
PLEN
: Plenum
PLEN
: Séance plénière
COM
: Commissievergadering
COM
: Réunion de commission
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Bestellingen :
Commandes :
Tel. : 02/549 81 60
Tél. : 02/549 81 60
Fax : 02/549 82 74
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
www.laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
BV 50
COM 194 10.05.2000
3
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
COMMISSIE VOOR DE INFRASTRUCTUUR, HET VERKEER EN DE OVERHEIDSBEDRIJVEN C 194
VRAGEN EN INTERPELLATIES
Vraag van de heer Peter Vanvelthoven tot de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrij-
ven en Participaties over lottosteun aan GBA (nr. 1644)
Sprekers
: Peter Vanvelthoven en Rik Daems, minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrij-
ven en Participaties
5
Vragen van de heren Francis Van den Eynde en Daan Schalck tot de minister van Telecommuni-
catie en Overheidsbedrijven en Participaties over de postbedeling in Gent (nrs 1717 en 1776)
Sprekers
: Francis Van den Eynde, Daan Schalck en Rik Daems, minister van Telecommunicatie
en Overheidsbedrijven en Participaties
6
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke tot de minister van Telecommunicatie en Overheidsbe-
drijven en Participaties over het nieuwe Gentse gerechtsgebouw (nr. 1732)
Sprekers
: Karel Van Hoorebeke en Rik Daems, minister van Telecommunicatie en Overheidsbe-
drijven en Participaties
6
Vraag van de heer Yves Leterme tot de minister van Justitie over de informaticacriminaliteit
(nr. 1740)
Sprekers
: Yves Leterme en Rik Daems, minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties
6
Vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele tot de minister van Telecommunicatie en Over-
heidsbedrijven en Participaties over het taalkader bij de Delcrederedienst (nr. 1758)
Sprekers
: Annemie Van de Casteele en Rik Daems, minister van Telecommunicatie en Overheids-
bedrijven en Participaties
7
Vraag van de heer Jozef Van Eetvelt tot de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven
en Participaties over Sabena en de SAir-Group (nr 1667)
Sprekers
: Jozef Van Eetvelt en Rik Daems, minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven
en Participaties
8
Vraag van de heer Patrick Lansens tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Ver-
voer over de West-Vlaamse autokeuringscentra (nr. 1582).
Sprekers
: Patrick Lansens en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer
8
Vraag van mevrouw Frieda Brepoels tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Ver-
voer over de tussenpersonen in het goederenvervoer (nr. 1586)
Sprekers
: Frieda Brepoels en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer
8
Vraag van de heer Ludo Van Campenhout tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
INHOUD
4
BV 50
COM 194 10.05.2000
Vervoer over de uitzonderlijke transporten via de weg (nr. 1590)
Sprekers
: Ludo Van Campenhout en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobili-
teit en Vervoer
9
Vraag van de heer André Smets tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over het instorten van rotshellingen op de treinsporen (nr. 1593)
Sprekers
: André Smets en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Ver-
voer
10
Interpellatie van mevrouw Frieda Brepoels en vraag van de heer Bart Somers tot de vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over het bijvoegsel aan het NMBS-beheerscontract
(nrs 359 en 1713)
Sprekers
: Frieda Brepoels, Bart Somers, Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer en Jos Ansoms
10
Interpellatie van de heer Olivier Chastel tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over het NMBS-departement B-Cargo (nr. 366)
Sprekers
: Olivier Chastel en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer
13
Vraag van mevrouw Marie-Thérèse Coenen tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer over gelijke kansen bij wervind door de NMBS (nr. 1657)
Sprekers
: Marie-Thérèse Coenen en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobili-
teit en Vervoer
14
Vragen van de heren Lode Vanoost en Willy Cortois tot de vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer over de HSL-verbinding naar Zaventem (nrs 1671 en 1710)
Sprekers
: Lode Vanoost, Willy Cortois en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer
15
Vraag van de heer Jos Ansoms tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over de mobiliteitsdoelstellingen in het kader van het Belgische EU-voorzitterschap (nr. 1683)
Sprekers
: Jos Ansoms en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Ver-
voer
16
Vraag van de heer Jos Ansoms tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over de dieselrookmetingen bij de automobielinspectie (nr. 1684)
Sprekers
: Jos Ansoms en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Ver-
voer
17
Vraag van de heer Jos Ansoms tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over de rendabiliteit van het HST-project (nr. 1685)
Sprekers
: Jos Ansoms en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
17
Vraag van de heer Jos Ansoms tot de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over toekomstige internationale IC-verbindingen tussen Antwerpen en Breda (nr. 1686)
Sprekers
: Jos Ansoms en Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
18
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
VRAGEN EN INTERPELLATIE
L
OTTOSTEUN VOOR
GBA
Vraag van de heer Peter Vanvelthoven tot de minister
van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Partici-
paties over "de financiële steun van de Nationale Loterij
aan voetbalclub GBA" (nr. 1644)
De heer Peter Vanvelthoven (SP) : Volgens voorzitter
Verhaegen van voetbalclub GBA zou de onzekere finan-
ciële situatie van die fusieclub te wijten zijn aan het ach-
terwege blijven van beloofde fondsen. Zo zou de club
nog wachten op 75 miljoen frank van Lotto, voor eind
1999 aangekondigd in een brief van april 1999. Dat
bedrag zou nu in juni 2000 worden gestort.
Klopt die informatie ? Kan GBA rekenen op een tege-
moetkoming van 75 miljoen frank vanwege de Nationale
Loterij ?
Minister Rik Daems (in het Nederlands) : Het initieel pro-
ject van maart 1997 ging over 300 miljoen frank voor vier
ploegen, waaronder een ploeg uit Antwerpen. De Minis-
terraad had beslist dit bedrag te verdelen over de vier
stadions die Euro 2000 organiseren.
Hoewel Antwerpen hierbij uit de boot viel, heeft het
steeds aangedrongen op uitbetaling van het oorspron-
kelijk beloofde bedrag. De stad heeft de bedoeling om
het bedrag van 18,750 miljoen frank gespreid over vier
jaar aan te wenden voor een museum in het olympisch
stadion op het Kiel.
De heer Peter Vanvelthoven (SP) : De stad Antwerpen
zal het geld dus gebruiken voor een olympisch museum
in het olympisch stadion van Beerschot ?
Minister Rik Daems (in het Nederlands) : De regering
heeft het dossier van de stad Antwerpen inzake het
olympisch stadion goedgekeurd.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
BV 50
COM 194 10.05.2000
5
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
COMMISSIE VOOR
DE INFRASTRUCTUUR,
HET VERKEER EN
DE OVERHEIDSBEDRIJVEN
OPENBARE VERGADERING
WOENSDAG 10 MEI 2000
NAMIDDAG
VOORZITTER :
de heer
Francis VAN DEN EYNDE
De vergadering wordt geopend om
13.35
uur.
6
BV 50
COM 194 10.05.2000
De vraag van de heer Van Eetvelt over Sabena (nr. 1667)
wordt geïncorporeerd in de gedachtewisseling over
Sabena en de SAir-Group. (Instemming)
Voorzitter : de heer Lode Vanoost
P
OSTBEDELING IN
G
ENT
Vraag van de heer Francis Van den Eynde tot de minis-
ter van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Par-
ticipaties over "de postbedeling in Gent" (nr. 1717)
Vraag van de heer Daan Schalck tot de minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participa-
ties over "de postbedeling in Gent" (nr. 1776)
De heer Francis Van den Eynde (VL. BLOK) : Ingevolge
een chronisch gebrek aan personeel in het sorteercen-
trum Gent-Stapelplein liep de postbedeling in Gent 9000
de afgelopen weken heel wat vertraging op.
Welke maatregelen neemt de minister om deze proble-
men uit de weg te ruimen ?
De heer Daan Schalck (SP) : Ik heb daar niets aan toe
te voegen. Zijn de problemen bij het uitreikingskantoor in
Gent I te wijten aan een personeelstekort, zijn er organi-
satorische redenen of heeft het te maken met recente
investeringen.
Is de achterstand ondertussen weggewerkt ?
Minister Rik Daems (in het Nederlands) : Ik ken de pro-
blematiek, aangezien ik als hoofdaandeelhouder perma-
nent overleg pleeg met de directie. Maatregelen treffen
in een autonome NV behoort echter niet tot mijn
bevoegdheden.
Er is een personeelstekort bij De Post. De banen moeten
er dringend aantrekkelijker worden gemaakt. Voeg daar-
bij nog de specialisatiegraad van de sorteerarbeid.
De achterstand wordt gestaag weggewerkt in Gent,
mede door de aanwerving van 8 postmannen in april en
15 in mei. Daarna moet het mogelijk zijn om gelijke tred
te houden en de post tijdig te bedelen in Gent.
De heer Francis Van den Eynde (VL. BLOK) : Ik dring
aan op een postbedeling van dezelfde kwaliteit als in de
rest van het land.
De heer Daan Schalck (SP) : Het beroep van postbode
zal aantrekkelijker moeten worden gemaakt. Na de
opleiding haken vele mensen af.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
N
IEUW
G
ENTS GERECHTSGEBOUW
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke tot de minister
van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Partici-
paties over "het nieuwe Gentse gerechtsgebouw" (nr.
1732)
De heer Karel Van Hoorebeke (VU-ID) : Enkele maan-
den geleden werd de minister voor het laatst onder-
vraagd over het nieuwe Gentse gerechtsgebouw. Is er
ondertussen een definitief akkoord over de inplanting ?
Zal de vooropgestelde timing met realisatie in 2005 wor-
den gevolgd ? Werd de architect al betaald overeenkom-
stig de afspraken ? Een laattijdig betaling zou al tot ver-
traging hebben geleid.
Minister Rik Daems (in het Nederlands) : De werken zul-
len starten in februari 2002. Vanaf dan moeten de gron-
den worden gesaneerd en moet een collector worden
gebouwd. Deze werken worden aanbesteed in oktober
2001. De studiefase beloopt één jaar.
Het gebouw zal worden gebouwd volgens de plannen,
ofwel komt het er helemaal niet. Het schepencollege wil
nog zijn zeg hebben. De parking blijft ondergronds. Door
het opschuiven van het gebouw over een afstand van 30
meter naar rechts blijft er nog een ruime strook voor het
park links. De buurtbewoners hebben dat trouwens ook
ingezien.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
I
NFORMATICACRIMINALITEIT
Vraag van de heer Yves Leterme tot de minister van Jus-
titie over "de notificatie aan de Europese Commissie van
het wetsontwerp inzake informaticacriminaliteit" (nr.
1740)
De heer Yves Leterme (CVP) : De telecomsector vormt
een geharmoniseerde Europese markt. De Senaat
behandelt op dit ogenblik het wetsontwerp inzake com-
putercriminaliteit dat ook plichten oplegt aan de tele-
comoperatoren in ons land.
Gebeurde bij wege van voorzorg een kennisgeving aan
de Europese Commissie ? Wanneer deelde deze haar
standpunt meer ? Hoe luidt het ? Of gebeurde die ken-
nisgeving niet ? Waarom niet ? Zal de minister de ont-
werpen alsnog ter kennis brengen van de Europese
Commissie ? Kan een goedkeuring van de wetsontwer-
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
pen in hun huidige formulering leiden tot maatregelen
van de Europese Commissie ? Zo niet, waarom niet ?
Die ontwerpen zijn essentieel in de strijd tegen de welig
tierende computercriminaliteit.
Minister Rik Daems (in het Nederlands) : Dit soort ont-
werpen moet aan de Europese Commissie worden
genotificeerd. Op 10 april werd het ontwerp inzake com-
putercriminaliteit ter kennis van Europa gebracht ; voor
het ontwerp inzake de digitale handtekeningen gebeurde
dat al eerder. Bij commissaris Bolkestein werd op de
nodige spoed aangedrongen. De Europese Commissie
deelde haar standpunt nog niet mee.
Het ontwerp inzake computercriminaliteit wordt momen-
teel behandeld door de Senaat, dat inzake de digitale
handtekening bevindt zich nog in de Kamer.
Vandaag vond de derde vergadering van het e-security-
platform plaats, waarin zowel preventieve als reactieve
maatregelen aan bod komen.
De heer Yves Leterme (CVP) : Deze regering blunderde
door dit ontwerp pas op 10 april te notificeren, op het
ogenblik dat de behandeling van het ontwerp in de eind-
fase zat. De minste opmerking vanwege de Commissie
zou ons verplichten de parlementaire procedure
opnieuw te beginnen, wat onherroepelijk tot vertraging
zou leiden.
Minister Rik Daems (in het Nederlands) : Ik heb de voor-
geschreven procedure gevolgd. Eventuele wijzigingen
kunnen in de Senaat nog worden aangebracht.
De heer Yves Leterme (CVP) : De minister weet perfect
dat dit voor veel vertraging zou zorgen. Hij geeft impli-
ciet toe dat een blunder werd begaan.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
T
AALKADER BIJ DE
D
ELCREDEREDIENST
Vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele tot de
minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties over "het taalkader van de Delcrederedienst
en de opvolging van de directeur-generaal" (nr. 1758)
Mevrouw Annemie Van de Casteele (VU-ID) : Op mijn
vraag van 8 maart antwoordde de minister dat zolang
het taalkader van de Delcrededienst niet is goedge-
keurd, geen nieuwe benoemingen kunnen worden uitge-
voerd. Op 6 april werd wel een oproep gelanceerd voor
de functie van directeur-generaal.
Neemt de regering het taalkader van de vorige regering
over ? Wat is de verhouding tussen Nederlandstaligen
en Franstaligen en komt die overeen met de evenwich-
ten in de exportsector ? Kan een directeur-generaal wor-
den benoemd zolang het taalkader niet is goedge-
keurd ?
Minister Rik Daems (in het Nederlands) : De huidige
regering neemt het taalkader over, omdat structurele wij-
zigingen in de dienst niet zijn uitgesloten. De verhouding
tussen Nederlands- en Franstaligen is 50/50. In de prak-
tijk is dit 58,4 N 41,5 F geworden.
Uiteraard primeert het beginsel van de continuïteit en
kan een directeur-generaal ook zonder taalkader worden
benoemd. De opvolging van de heer Boes kan een vast
karakter krijgen.
Een structurele aanpassing aan de markt is wenselijk,
hoewel de dienst in zijn huidige vorm nog een tijdje zal
blijven bestaan.
Mevrouw Annemie Van de Casteele (VU-ID) : Kan de
minister mij die gegevens schriftelijk overmaken ?
Wij kunnen niet overgaan tot goedkeuring van de beslis-
singen binnen de Costa, indien de Delcrederedienst daar
niet wordt bij betrokken.
Indien de Delcrederedienst niet aan de Gewesten wordt
overgedragen, dan moet er een beter evenwicht komen,
ook binnen de raad van bestuur. Uit een studie van de
heer Cuyvers blijkt dat Vlaanderen onderbedeeld wordt
bij de exportverzekering. Vraag is wat het gevolg is
waarvan.
In afwachting van een taalkader komt er best een waar-
nemend directeur-generaal, om betwistingen van de
benoeming uit de weg te gaan. De minister gaf geen
antwoord op mijn vraag of het om een Nederlandstalige
moet gaan.
Minister Rik Daems (in het Nederlands) : De beste kan-
didaat moet directeur-generaal worden. Dat moeten we
aan de dienst zelf overlaten.
Mevrouw Annemie Van de Casteele (VU-ID) : Ik kreeg
hierover verontrustende informatie als zou er politieke
druk bestaan om een Franstalige te benoemen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
BV 50
COM 194 10.05.2000
7
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
8
BV 50
COM 194 10.05.2000
S
ABENA EN DE
SA
IR
-G
ROUP
Vraag van de heer Jozef Van Eetvelt tot de minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participa-
ties over "Sabena en de SAir-Group" (nr. 1667)
De heer Jozef Van Eetvelt (CVP) : Krachtens de over-
eenkomst van 26 april tussen minister Daems en de
afscheidnemende voorzitter van de SAir-Group zal
Sabena niet worden opgeslorpt. Voor beide zou het een
win-win-operatie worden. Toch heb ik twee concrete
vragen.
Wat zullen de gevolgen zijn van de samenwerking op het
personeelsbestand van Sabena ? Ik denk meer specifiek
aan de 2075 mensen in de onderhoudsdiensten en aan
de 570 in de vijf Sabenahotels. Zullen zij niet worden
weggerationaliseerd ?
Zal de combinatie Sabena-SAir stand kunnen houden in
de wereldluchtvaart ?
Minister Rik Daems (in het Nederlands) : Wij hebben
rekening gehouden met alle activiteiten rond Sabena,
zowel die verbonden met de luchtlijnen als de andere,
zoals Technics en hotels.
Er zijn twee polen : in Zurich en in Zaventem. Er zal wor-
den nagegaan hoe op alle terreinen voor beide partners
voor een win-win-situatie kan worden gezorgd.
De combinatie SAir-Sabena is voor mij het begin van
een Europese voetafdruk. Er is dus een groeiperspectief,
wat de beste garantie is voor de werkgelegenheid.
De aandeelhoudersovereenkomst bepaalt dat de komst
van een derde partner slechts kan mits het akkoord van
beide aandeelhouders. Dat was tot nog toe niet het
geval. De samenwerking biedt dus de mogelijkheid voor-
deel te halen uit economische groei en de schade te
beperken wanneer het minder goed gaat.
De heer Jozef Van Eetvelt (CVP) : Bij verdere rationali-
satie is het niet uitgesloten dat een deel van het perso-
neel zijn baan verliest.
Minister Rik Daems (in het Nederlands) : Enkel het
management wordt gecentraliseerd.
De heer Jozef Van Eetvelt (CVP) : Het is toch niet uitge-
sloten dat Sabena Technics naar Zurich wordt overgehe-
veld.
Minister Rik Daems (in het Nederlands) : Wij hebben
duidelijk afgesproken welke activiteiten waar zullen wor-
den verricht. De rechten zijn verbonden aan de aande-
len. Met 15 procent van het totale aandelenpakket kan
Sabena zijn rechten met zo een overeenkomst laten gel-
den.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
De vergadering met vragen en interpellaties wordt
geschorst om 14.30 uur
Ze wordt hervat om 16.10 uur
W
EST
-V
LAAMSE AUTOKEURINGSCENTRA
Vraag van de heer Patrick Lansens tot de vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de
spreiding van de autokeuringscentra in West-Vlaande-
ren" (nr. 1582)
De heer Patrick Lansens (SP) : De tien autokeurings-
centra in West-Vlaanderen zijn onregelmatig verspreid
over het grondgebied. Zo telt de regio Ieper slechts één
centrum, in Ieper, en de Westkust één in Pervijze. Er zijn
dan ook lange rijen wachtenden. Bovendien komen de
mensen soms van bijna dertig kilometer ver.
Het centrum van Pervijze zou nu verhuizen naar Kaas-
kerke, waardoor de mensen van de Westkust nog eens
tien kilometer verder zullen moeten rijden.
Kan het keuringscentrum van Pervijze openblijven naast
dat van Kaaskerke ? Wat zijn de redenen voor de
sluiting ? Indien Pervijze dicht gaat, kan er dan een keu-
ringscentrum komen in de regio Veurne ?
Minister Isabelle Durant (in het Nederlands) : Het sta-
tion van Pervijze is inderdaad heel druk bezet, doordat
er slechts twee inspectielijnen zijn. Daarom zal een
nieuw station worden gebouwd, wellicht op het grond-
gebied van Diksmuide, wat voor een betere dienstverle-
ning aan de bevolking moet zorgen. Het juiste terrein
kennen we nog niet, maar we willen volgend jaar met de
bouw starten. Het is om rentabiliteitsredenen niet haal-
baar om in Diksmuide twee stations open te houden. Ik
weet ook niet hoeveel inspectielijnen er in het nieuwe
station zullen zijn.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
T
USSENPERSONEN IN HET GOEDERENVERVOER
Vraag van mevrouw Frieda Brepoels tot de vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de
erkenning en reglementering van het beroep van tussen-
persoon in het goederenvervoer" (nr. 1586)
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
Mevrouw Frieda Brepoels (VU-ID) : Van de vier catego-
rieën tussenpersoon in het goederenvervoer zijn er
slechts twee wettelijk gereglementeerd. Om toegang te
krijgen tot deze twee beroepen is vakbekwaamheid ver-
eist. Vakbekwaamheid krijgt men door ervaring of door
het afleggen van een examen bij het BITO na het vervol-
maken van een opleiding tot transportorganisator. Pro-
blematisch is dat de onderwijsinstellingen nog niet bij
KB erkend zijn en dat het BITO nog geen examens orga-
niseert. Alleen het VIZO-centrum in Hasselt is erkend en
gemachtigd om officiële diploma's af te leveren.
De andere twee categorieën tussenpersoon in het goe-
derenvervoer-commissionair-expediteur en scheeps-
agent- wachten nog steeds op een wettelijke erkenning
via KB. Een ontwerp van KB zou al bestaan. Voor de
twee wettelijk erkende categorieën wordt de kwaliteit
gegarandeerd door de vergunningsplicht en de bepalin-
gen in het KB. Voor de twee andere categorieën geldt dit
nog niet. Omdat de transportsector economische erg
belangrijk is, moet er snel werk gemaakt worden van een
regeling voor dit beroep.
Zal de minister een KB uitvaardigen ter erkenning van de
categorieën scheepsagent en commissionair-expedi-
teur ? Wanneer mag dit KB verwacht worden ? Waarom
sleept dit dossier zo lang aan ?
Zal de minister een KB uitvaardigen dat het voor het
BITO mogelijk maakt de examens te organiseren ? Zul-
len via dat KB of een MB ook de onderwijsinstellingen
die een opleiding mogen organiseren erkend worden ?
Zal de lijst van erkende instellingen door het BITO hier-
voor de basis vormen ?
Zal er voor de twee niet-erkende categorieën een ver-
gunningsplicht komen ? Zal de vergunningsplicht een
onderdeel vormen van de toegang tot het beroep ?
Minister Isabelle Durant (in het Nederlands) : Tijdens de
vorige legislatuur begon men met de modernisering van
het statuut van de tussenpersoon in het goederenver-
voer. Er komen drie KB's : over de scheepsagent, over
de expediteur-commissionair en een KB dat wijzigingen
aanbrengt aan het statuut van de vervoercommissionair
en de vervoermakelaar. De kandidaten dienen te
beschikken over een vergunning, op basis van een
getuigschrift van vakbekwaamheid. Dat wordt afgeleverd
op basis van beroepservaring of van een examen.
Het bestuur van het Vervoer te land heeft de nodige ver-
beteringen aan de ontwerp-KB's aangebracht. Er volgt
nog nieuw overleg met de Gewesten. Ik moet de ont-
werpen nog voorleggen aan de Ministerraad. Ook de
Raad van State dient nog zijn advies te geven.
De KB's bepalen dat de minister instaat voor de prakti-
sche organisatie. Er komt dus een MB over de prakti-
sche invulling, dat onder meer de voorwaarden zal
bepalen waaraan de onderwijsinstellingen moeten vol-
doen.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU-ID) : De minister wil op
korte termijn het hele reglementeringspakket klaarsto-
men. Dat zal de sector zeker verheugen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
U
ITZONDERLIJKE TRANSPORTEN VIA DE WEG
Vraag van de heer Ludo Van Campenhout tot de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over
"uitzonderlijke transporten over de weg" (nr. 1590)
De heer Ludo Van Campenhout (VLD) : De kwaliteit van
de behandeling van zeer grote en zware ladingen in de
Belgische havens brengt een groot aantal uitzonderlijke
transporten op de Belgische wegen met zich. Dit soort
transporten kampt met enkele problemen. Wegtranspor-
ten langer dan 30 meter, breder dan 3,5 meter, hoger
dan 5 meter of zwaarder dan 180 ton moeten worden
begeleid door één of meer begeleidingswagens. Trans-
porten langer dan 35 meter of breder dan 4,5 meter
moeten worden begeleid door een rijkswachtvoertuig. In
praktijk gebeurt dat laatste echter slechts voor voertui-
gen breder dan 5 meter en langer dan 40 meter.
Aan de begeleiders wordt echter geen enkele voorwaar-
de opgelegd. Evenmin beschikken zij over enige
bevoegdheid. Soms worden ze dan ook gedwongen tot
handelingen waarvoor ze niet bevoegd zijn.
De sector is vragende partij voor begeleiders met een
bewezen bekwaamheid na examen en voor de nodige
bevoegdheden, onder meer om het andere verkeer te
waarschuwen en te doen uitwijken en waar nodig stil te
leggen. In Nederland komt er vanaf volgende week zo'n
systeem.
Kent de minister dit probleem ? Zal een oplossing wor-
den uitgewerkt ? Wanneer ?
Kan de minister zorgen voor een eenduidige regelgeving
inzake de vereiste signalisatie om de uiteenlopende
interpretatie door de provinciale verkeerseenheden van
de rijkswacht een halt toe te roepen ?
Voorzitter : de heer Francis Van den Eynde.
BV 50
COM 194 10.05.2000
9
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
10
BV 50
COM 194 10.05.2000
Minister Isabelle Durant (in het Nederlands) : Mijn ant-
woord is technisch. De problematiek van dit transport is
bij wet geregeld, door artikel 48 § 3 van de wegcode.
Er is inderdaad niets geregeld voor het statuut van de
begeleiders van uitzonderlijk transport. De verantwoor-
delijkheid voor het al dan niet inzetten van begeleiders
ligt volledig bij de vervoerders. Mijn kabinet heeft een
voorontwerp van KB voorbereid om het statuut van de
begeleiders van zwaar transport te regelen. Ook de
voorwaarden voor het afleveren van een brevet worden
hierin opgenomen. Over de termijn waarbinnen dit alles
gerealiseerd moet zijn, kan ik mij moeilijk uitspreken.
Bijlage B3 98 is zeer duidelijk over de nodige signalisa-
tie. Het willekeurig karakter van de rijkswachtnormen
verbaast me dan ook. Er bestaan geen soepeler richtlij-
nen van de rijkswacht. Een individuele rijkswachter kan
zich wel soepeler opstellen. Indien dat het geval is, kan
zulks worden gemeld aan de dienst Uitzonderlijk Vervoer
of aan het rijkswachtcommando.
De heer Ludo Van Campenhout (VLD) : Kan het ont-
werp-KB tijdig aan de commissie worden overgemaakt ?
Ik dank de minister voor haar antwoord.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
I
NSTORTEN VAN ROTSHELLINGEN OP DE TREINSPOREN
Vraag van de heer André Smets tot de vice-eerste minis-
ter en minister van Mobiliteit en Vervoer over "het instor-
ten van rotshellingen op de treinsporen" (nr. 1593)
De heer André Smets (PSC) : Neergestorte rotsen heb-
ben onlangs verscheidene spoorwegongevallen over het
hele net veroorzaakt.
Gelet op de frequentie van dat soort ongevallen, dient
de NMBS terzake een preventief beleid te voeren tenein-
de de veiligheid van de reizigers en haar werknemers
beter te verzekeren.
Doet de NMBS een beroep op de diensten van de geo-
logieafdelingen van de universiteiten ? Beschikt zij over
een dienst die zich daar uitsluitend mee inlaat ? Als er
een inventaris bestaat van de zones waar zich dergelijke
instortingen kunnen voordoen, op welke manier en met
welke frequentie wordt die bijgewerkt ? Wat zijn de risi-
cogebieden ? Wat onderneemt de NMBS om dergelijke
instortingen te voorkomen ?
Sommige cijfers verontrusten mij. In 1998 zou de NMBS
in 2023 gevallen het slachtoffer van boos opzet zijn
geweest. In 1999 waren er dat ongeveer 2500 en dat
aantal lijkt alsmaar toe te nemen. Ik denk dat zich langs
de hoofdlijnen heel wat materiaal en tal van voorwerpen
bevinden die een bron van gevaar kunnen zijn. Welke
maatregelen zal u treffen om die trend in te dijken,
wetende dat het nulrisico niet bestaat ?
Minister Isabelle Durant (in het Frans) : Die diverse
ongevallen hebben uiteenlopende oorzaken. Men moet
dus niet alles over eenzelfde kam scheren. Preventie is
echter absoluut noodzakelijk, zowel ten aanzien van de
reizigers als van de NMBS-werknemers.
Wat de instortingen betreft, laat de NMBS de rotsen
regelmatig door particuliere bedrijven controleren.
De NMBS heeft tevens professor Montjoie van de uni-
versiteit van Luik met de inspectie van een dertigtal rots-
wanden die een mogelijk gevaar inhouden, belast. Sinds
mei 1998 stellen de diensten van professor Monjoie
eveneens de lijst van de rotssleuven op. Momenteel
beschikken wij over de helft van de verslagen. Het
betreft immers een werk van lange adem.
Diverse preventieve werken worden uitgevoerd om der-
gelijke ongevallen te voorkomen. Het ongeval van 10
april is echter niet het gevolg van een instorting maar
van niet-gecoördineerde werken.
Ik ben zeer bezorgd over de gevallen van boos opzet.
Wij hebben een vergadering belegd met vertegenwoor-
digers van de NMBS om de gevaarlijke zones in kaart te
brengen. Als dat eenmaal is gebeurd, zullen wij nagaan
of sommige baanvakken met een omheining moeten
worden afgesloten.
Tegen het einde van de maand zou ik concrete maatre-
gelen willen voorstellen met betrekking tot het afsluiten
met omheiningen en het inschakelen van extra toezicht-
houdend personeel. Ik heb gevraagd dat de nodige mid-
delen voor de preventie van dat soort ongevallen wor-
den uitgetrokken.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
B
IJVOEGSEL AAN HET
NMBS-
BEHEERSCONTRACT
Interpellatie van mevrouw Frieda Brepoels tot de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over
"het akkoord over het bijvoegsel aan het beheerscon-
tract met de NMBS" (nr. 359)
Vraag van de heer Bart Somers tot de vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "het
bijvoegsel aan het beheerscontract met de NMBS" (nr.
1713)
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
Mevrouw Frieda Brepoels (VU-ID) : Tussen de minister
en de heer Schouppe werd een akkoord bereikt over een
bijvoegsel bij het bestaande NMBS-beheerscontract, dat
nog loopt tot eind 2001. Na zes maanden onderhande-
len heeft de berg een muis gebaard !
Als minder dan 90 procent van de treinen stipt rijden,
mogen de tickets niet duurder worden. De NMBS zorgt
er door allerlei manipulaties wel voor dat die doelstelling
gehaald wordt. Spreekt artikel 59 van het beheerscon-
tract trouwens niet van 95 procent ? De kans werd
gemist om een globaal kwalitatief normensysteem in te
voeren.
Er is ook een akkoord over het seniorentarief. Wat wordt
voor hen de prijs van een kaartje ? Komt er een gelijk-
aardige regeling voor jongeren, ambtenaren, scholie-
ren ?
Welke maatregelen werden afgesproken om de kwaliteit
van het netwerk te verbeteren ? Ik denk aan het GEN,
aan de modernisering van de lijn Brussel-Luxemburg,
aan de heropening van een aantal lijnen, stations en
stopplaatsen. Komt er meer comfort en een betere infor-
matie voor de reizigers ? Wat zal dit alles kosten ? Wor-
den de bestaande artikelen 56 tot 60 in verband met de
kwaliteit van dienstverlening wel nageleefd ? Krijgen de
opdrachten van openbare dienst wel altijd voorrang op
andere, meer commerciële activiteiten ?
Er komt volgens de overeenkomst ook meer controle via
audits en een transparantere boekhouding. Vervangt
deze bepaling het KB van 7 april, dat ook meer transpa-
rantie nastreefde ?
Ik heb de indruk dat de minister na negen maanden nog
altijd geen klare kijk heeft op de NMBS. Nu wil ze nog
snel het Rekenhof een controleopdracht op de aanwen-
ding van overheidsmiddelen toevertrouwen. Ik dacht dat
het Rekenhof ten dienste van het Parlement stond, niet
van de regering. Wanneer verwacht men de resultaten
van het Rekenhof en de auditbureaus ? Waarom kwijten
de regeringscommissaris en de NMBS-directie zich niet
van hun informatieplicht ?
Is het NMBS-rapport over de uitvoering van het investe-
ringsplan 1991-2000 klaar ? En wanneer wordt het vol-
gende plan met het Parlement besproken ?
Zullen de middelen voor de HST tussen Antwerpen en
Nederland uit de Vlaamse binnenlandse investerings-
middelen worden gehaald ?
Hoe bereidt de minister het nieuwe beheerscontract
voor ?
De heer Bart Somers (VLD) : Via een bijvoegsel bij het
NMBS-beheerscontract wou de minister de overheids-
greep op het spoorwegbeleid vergroten, om zo tot een
betere dienstverlening aan de reiziger te komen. Van de
ambitieuze voorstellen die de minister ons eerder voor-
legde, werd op het eerste gezicht niet veel gerealiseerd.
Kan de minister mijn ontgoocheling ombuigen in tevre-
denheid ? Zal ze krachtdadiger kunnen onderhandelen
met de NMBS als het binnenkort over het nieuwe
beheerscontract gaat ? Is daar geen actievere rol weg-
gelegd voor het Parlement ?
Minister Isabelle Durant (in het Nederlands) : Er is een
akkoord tussen de NMBS en mijzelf over twee bijvoeg-
sel aan het beheerscontract van de NMBS. Dit bijvoeg-
sel is trouwens een aanloop naar het nieuwe beheers-
contract. Vrijdag moet de Ministerraad dit akkoord
goedkeuren.
Het gaat vooral om de kwaliteit en de transparantie van
het NMBS-beleid.
Het tweede bijvoegsel wil de tariefverhoging beperken in
geval van vertraging van treinen. De maatregel mag niet
tot het verminderen van het aantal treinen leiden.
Wij zijn bezig met het voorbereiding van het derde
beheerscontract. Een aantal objectieve kwaliteitsbevor-
derende maatregelen wordt hierin vastgelegd om de
werking van de NMBS te optimaliseren en de controle
op de maatschappij te verbeteren.
Om de werking op een objectieve wijze te kunnen evalu-
eren, heb ik een aantal studies besteld.
De prijs voor de senioren is 50 frank vóór 9 uur van
maandag tot vrijdag ; in die periode is het vervoer van
begeleide kinderen gratis. De prijs van de schoolabon-
nementen daalt met 55 procent. Voor de ambtenaren
komen er overeenkomsten met de departementen. Al
die maatregelen dienen nog goedgekeurd te worden
door de Ministerraad.
De studie over het GEN kwam opnieuw op gang in een
werkgroep van hoog niveau.
De modernisering van de lijn Brussel-Luxemburg komt
aan bod in het tweede bijvoegsel. Ik heb de NMBS
gevraagd dit punt op te nemen in de herziening van het
investeringsplan. De kostprijs zal blijken uit de lopende
onderzoeken. De prijs wordt in elk geval beperkt tot de
middelen die de overheid de NMBS toekent.
Het eerste bijvoegsel heeft als doel de rekeningen van
de NMBS transparanter te maken in het kader van goed
bestuur. Ik heb vragen bij de economische efficiëntie van
de financiering van de spoorwegen.
BV 50
COM 194 10.05.2000
11
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
12
BV 50
COM 194 10.05.2000
De toestand van de NMBS noopt tot bijkomende studies
om tot een goed derde beheerscontract te kunnen
komen. Wij hebben het Rekenhof ingeschakeld om een
audit te doen van de rekeningen van de NMBS. Ik ver-
wacht de resultaten vóór het einde van dit jaar. Ook een
privé-audit is aangevraagd. Voor de privé-audit is het
wachten op het fiat van de Europese commissie. De
commissie Infrastructuur zal over de resultaten ingelicht
worden.
Ik ben verantwoordelijk voor de openbare dienstverle-
ning. Ik heb mijn rol als aandeelhouder van de NMBS
opgenomen en meer klaarheid gevraagd over de relatie
van de NMBS en haar filialen, zoals ABX. Ik wil weten of
de in het verleden gebezigde financiering van en door de
filialen een goede zaak was. Ik handel niet uit wantrou-
wen maar ik streef naar duidelijkheid en goed bestuur.
De audit moet het investeringsbeleid analyseren. De
NMBS heeft informatie daartoe gegeven. De beleidskeu-
zes moeten worden geanalyseerd.
Investeringsplannen en beheerscontracten moeten zeker
nog verder besproken worden. Het investeringsplan tot
2010 is mij nog niet overgemaakt door de NMBS. Wij
kunnen prioriteiten vastleggen, doch de NMBS moet die
in haar plannen integreren.
De nieuwe HST-lijn tussen Antwerpen en de Nederland-
se grens zal ook door gewone treinen worden gebruikt,
onder meer naar het nieuwe station "Noorderkempen"
nabij Brecht. Er zal geen nieuw overheidsgeld naar de
HST gaan ten koste van de gewone lijnen.
Het huidige beheerscontract loopt tot eind 2001. Het
derde beheerscontract moet worden voorbereid. Gelet
op de aard van de overeenkomst, zijnde een bijvoegsel
bij het bestaande beheerscontract, en de talrijke oppor-
tuniteitsvragen die aan de NMBS worden gesteld, kan
deze overeenkomst als een voorbereiding van het nieu-
we contract worden beschouwd.
Het debat gaat eind dit jaar van start. Het derde
beheerscontract vindt ingang op 1 januari 2002. De bij-
voegsels brengen nieuwe accenten aan in de relatie tus-
sen de overheid en de NMBS. Het debat over de inves-
teringen en het derde beheerscontract moet gelijktijdig
gevoerd worden.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU-ID) : Verwacht de minis-
ter tegenkanting van de Ministerraad ? Ik heb in elk
geval mijn twijfels bij de koppeling van de tariefverhogin-
gen aan de regelmaat van de treinen. Ook inzake de
tarieven voor jongeren, senioren en ambtenaren werd
zeker niet het onderste uit de kan gehaald. Over het
GEN moeten dringend afspraken met de Gewesten wor-
den gemaakt. Ik blijf er ook bij dat de openbare dienst-
verlening al te vaak ondergeschikt wordt gemaakt aan
commerciële activiteiten. Dat is bijzonderlijk ergerlijk
voor de reizigers.
De heer Bart Somers (VLD) : Wij delen de analyse en de
kritische houding van de minister ten aanzien van het
functioneren van de NMBS. Dat is een mentale trend-
breuk. Vorige regeringen lieten de NMBS maar aanmod-
deren.
Wij menen dat de minister de bestaande speelruimte
volledig heeft ingevuld bij de voorbereidingen van het
bijvoegsel bij het tweede beheerscontract. Bij de
bespreking van het derde beheerscontract moet de
regering echter sterker staan. Daarom moet de positie,
de technische en administratieve omkadering van de
minister worden versterkt. We moeten inderdaad niet te
vroeg starten met de besprekingen over het derde
beheerscontract, maar eerst voor structurele aanpassin-
gen zorgen in de relatie met de NMBS.
De federale administratie zal worden geherstructureerd.
Kwaliteitstesten en beoordeling zullen daarin voorop
staan. Ook de NMBS speelt echter een primordiale rol in
de verhouding tussen de burger en de overheid.
De heer Jos Ansoms (CVP) : Ik stel vast dat de regering
de overeenkomst tussen de NMBS en minister Durant
nog niet heeft goedgekeurd. Ik ben niet zeker of de
Ministerraad dit akkoord ongewijzigd zal goedkeuren.
Als zelfs Bart Somers zich al kritisch uitlaat over de twee
bijvoegsels van de minister, heb ik reden om hieraan te
twijfelen. Ik begrijp dat de PS en de liberale collega's het
niet langer nemen dat mevrouw Durant scherp uithaalt
naar hun partijgenoten in de raad van bestuur van de
NMBS.
Waarom moest er een bijvoegsel komen bij het beheers-
contract ? Omdat mevrouw Durant naar aanleiding van
het verslag in deze Kamer garanties wilde inbouwen
voor het beter werken van de openbare dienst die de
NMBS toch is. Wat zien we in realiteit ? Vroeger moes-
ten 95 procent van de treinen stip rijden om een tarief-
verhoging te kunnen doorvoeren, nu volstaat 90 procent
om de tarieven verhogen. Zelfs in de slechtste periode
kwam de NMBS aan 90 procent stipte treinen.
De eerste fase van het GEN werd niet opgenomen in dit
bijvoegsel. Valt de geplande 8,5 miljard weg ? Ook
andere plannen worden niet eens meer vernoemd. Wij
pleitten via een resolutievoorstel ervoor de schoolabon-
nementen gelijk te stellen aan de werkabonnementen.
De Kamer heeft mij niet willen volgen. Ik dank de minis-
ter dat zij deze resolutie wèl realiseert. Ik dank ook de
heer Somers om zijn pleidooi voor de goedkeuring van
punt 26 van onze agenda namelijk ons voorstel van
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
resolutie betreffende de aanvulling van het lopende
beheerscontract met de NMBS waarvoor ook wij om
structurele maatregelen vragen.
Voorzitter : de heer Lode Vanoost.
De heer Bart Somers (VLD) : Het is frustrerend voor de
heer Ansoms dat deze regering erin slaagt een aantal
maatregelen te nemen om de openbare dienstverlening
te verbeteren. Het is zeker niet zo dat wij met onze kri-
tiek op de bijvoegsels de resolutie van de heer Ansoms
onderschrijven.
De heer Lode Vanoost (Agalev-Ecolo) : Ik ben het ermee
eens dat deze regering hogere ambities heeft voor het
openbaar vervoer. De heer Ansoms heeft dat goed
gezien.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
NMBS-
DEPARTEMENT
B-C
ARGO
Interpellatie van de heer Olivier Chastel tot de vice-eer-
ste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over
"de vooruitzichten voor het NMBS-departement B-
Cargo" (nr. 366)
De heer Olivier Chastel (PRL FDF MCC) : De minister
pleit in haar beleidsnota voor de ontwikkeling van het
gecombineerd goederenvervoer dat onder andere
besparingen inzake veiligheid en energie mogelijk maakt.
Ook het beheerscontract van de NMBS vermeldt die
doelstelling.
De minister onderstreept in haar beleidsnota ook nog de
liberalisering van het goederenvervoer per spoor. De
NMBS zal dus efficiënter moeten worden, wil ze haar
positie op die vrijgemaakte markt veilig stellen.
De bedoeling van de Europese richtlijn 91/440 is te ver-
hinderen dat de overheidssteun voor infrastructuur naar
transport wordt worden overgeheveld en omgekeerd.
Aangezien het goederenvervoer aan de vrije concurren-
tie is onderworpen, mag de Staat het niet subsidiëren.
Overeenkomstig de wet van 1991 op de AOB komen de
infrastructuur en de investeringen in rollend materiaal de
openbare dienstverlening ten goede en dus mag de
Staat ze wel subsidiëren. Zo trok de Staat daarvoor 25
miljard frank uit in 1999.
Het koninklijk besluit van 5 februari 1997 tot omzetting
van de richtlijn 91/440 wijst de NMBS aan als beheerder
van de infrastructuur.
B-Cargo is maar een NMBS-departement, heeft geen
eigen personeel en is geen eigenaar van het rollend
materiaal dat het gebruikt. De balansen en de resultaten
van de NMBS vermelden wel de omzet maar niet de
exploitatiekosten van het goederenvervoer.
Op grond van de richtlijn 91/440 is B-Cargo de NMBS
een retributie verschuldigd voor het gebruik van het net
en wordt de NMBS geacht de prestaties van haar perso-
neel en het ter beschikking stellen van rijdend materieel
aan B-Cargo te factureren.
Hoeveel bedraagt de retributie voor het gebruik van de
infrastructuur ? Betaalt B-Cargo die retributie ?
Hoe worden de uurprijzen die B-Cargo worden aangere-
kend voor personeel en rijdend materieel bepaald ? Zijn
die prijzen hoger of lager dan de kostprijs ? Betaalt B-
Cargo zijn facturen ?
Welke commerciële marge past B-Cargo toe op de door
de NMBS gefactureerde bedragen ? Wat is het bedrijfs-
resultaat van B-Cargo ?
Wetende dat B-Cargo een tekort aan tractievoertuigen
heeft, hoeveel van die voertuigen zijn beschikbaar voor
de goederentreinen ?
Beschikt B-Cargo over de nodige middelen om de con-
currentie het hoofd te bieden ?
Minister Isabelle Durant (in het Frans) : De vraag met
betrekking tot B-cargo is belangrijk. B-cargo betaalt de
retributie voor het gebruik van de infrastructuur, die
1134,6 miljoen bedraagt. Dat bedrag wordt in de resulta-
tenrekening van de NMBS opgenomen. B-cargo betaalt
de lasten die voor zijn rekening komen. Die lasten
omvatten de kosten verbonden aan de overheveling van
de activiteiten die andere afdelingen van de NMBS voor
rekening van B-cargo verrichten.
De commerciële marge schommelt en is afhankelijk van
de concurrentie op de markt, ook in vergelijking met het
wegvervoer, dat fiscaal gunstiger wordt behandeld dan
het spoorwegvervoer.
Men is niet verplicht de resultaten van B-cargo bekend
te maken, aangezien het een NMBS-departement
betreft. B-cargo stelt echter haar eigen resultatenreke-
ning op. De NMBS houdt zich aan de door de Europese
richtlijn opgelegde regel van de afzonderlijke boekhou-
ding.
Het effectief tekort aan tractiemiddelen brengt B-cargo
in een lastig parket ten aanzien van de concurrentie. Een
en ander is echter moeilijk in te schatten en is sterk
afhankelijk van de vraag.
BV 50
COM 194 10.05.2000
13
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
14
BV 50
COM 194 10.05.2000
Men werkt momenteel aan een grootscheeps program-
ma voor de indienstneming van personeel en de terbe-
schikkingstelling van materieel. De "kinderziekten" van
de nieuwe locomotief van het type 13 zorgen echter
voor enige vertraging en daarmee zal in het tienjarenplan
voor de investeringen rekening moeten worden gehou-
den.
De NMBS zal de beheersstructuur van de autonome
eenheden moeten aanpassen. Als aan een aantal voor-
waarden is voldaan, zoals een autonomie op het stuk
van de indienstnemingen en de aanschaf van tractie-
materieel, zal B-cargo de concurrentie het hoofd kunnen
bieden. Daartoe zal die NMBS-afdeling echter blijk van
de nodige dynamiek moeten geven.
We moeten op de begroting 2001 middelen inschrijven
voor het goederenvervoer per spoor zodanig dat B-
Cargo kan worden uitgebreid. Dankzij die ontwikkeling
zouden we het goederenvervoer via de weg kunnen
doen slinken.
De heer Olivier Chastel (PRL FDF MCC) : De minister
verklaarde dat de rentabiliteit niet kan worden berekend.
Moet ik daaruit afleiden dat die sector niet rendabel is ?
De NMBS schijnt het goederenvervoer te hebben opge-
geven. Zo waren er in 1990 30 à 40 locomotieven die
niet meer reden. Dat vertaalde zich natuurlijk in de
afschaffing van een groot aantal goederentreinen.
Volgens de resultatenrekening van 1999 daalde het goe-
derenvervoer per spoor van de NMBS in de beschouw-
de periode met 3 procent, terwijl de ABX in diezelfde
periode 4 procent vooruitging ;
Dat een spoorwegmaatschappij wereldwijd investeert in
goederenvervoer per weg, per vliegtuig of per schip,
roept vragen op.
Ik vraag mij werkelijk af of de NMBS uw plannen kan
waarmaken.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
G
ELIJKE KANSEN BIJ WERVING DOOR DE
NMBS
Vraag van mevrouw Marie-Thérèse Coenen tot de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over
"het beleid van gelijke kansen voor jongens en meisjes
en de tussen de NMBS, haar departement en de minister
van Arbeid en Tewerkstelling gesloten overeenkomst
betreffende de werving van jongeren in het kader van het
"startbanen"plan (nr. 1657)
Mevrouw Marie-Thérèse Coenen (Ecolo-Agalev) : Uit
de werkgelegenheidscijfers van de NMBS blijkt dat vrou-
wen ondervertegenwoordigd zijn in het bedrijf. In de
wervingscampagne die de NMBS op dit ogenblik op
haar website voert wordt trouwens niet gezegd dat de
jobs voor jongens en meisjes openstaan.
Wij vrezen dat het hier om een campagne van hetzelfde
type als die voor de schoolverlaters gaat.
Bevat de startbanenovereenkomst een aanbeveling om
evenveel jonge vrouwen als jonge mannen in dienst te
nemen ?
Staat in die overeenkomst dat de advertenties evenzeer
op jonge mannen als op jonge vrouwen moeten zijn
gericht ?
Kan de NMBS, bij gebrek aan dergelijke aanbevelingen,
niet worden aangezet tot het voeren van een positief
actieplan zodat de jobs evenwichtiger tussen mannen en
vrouwen worden verdeeld ?
Minister Isabelle Durant (in het Frans) : Eerst een kleine
toelichting : de NMBS heeft 39.353 mannen en 2.702
vrouwen in dienst. Er is op dat gebied dus nog heel wat
werk aan de winkel. In de personeelsadvertenties moet
normaal worden vermeld dat de vacatures toegankelijk
zijn voor mannen en vrouwen. Medio 1999 werd een
sensibiliseringscampagne met betrekking tot de
indienstneming van vrouwelijke gegadigden georgani-
seerd. Die campagne heeft haar vruchten afgeworpen
aangezien momenteel 20 procent van alle indienstgeno-
men personeelsleden vrouwen zijn.
Gelet op de vroegere situatie is dat niet zo slecht, ook al
blijft het onvoldoende. Ik zal dan ook voor een volledige
pariteit blijven ijveren.
De eerste overeenkomst heeft betrekking op 2.200 sta-
tutaire indienstnemingen. De banen zijn toegankelijk
voor mannen en vrouwen en bijzondere aandacht moet
naar de bevordering van de vrouwelijke kandidaturen
uitgaan.
De tweede overeenkomst is een overeenkomst van het
zogenaamde "Rosetta"-type. Het betreft banen die door
de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling wor-
den aangeboden. Het betreft taken die het mogelijk
maken in een pariteit te voorzien, maar een en ander
behoort veeleer tot de verantwoordelijkheid van de
gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling.
Wat het aantrekken van vrouwelijke kandidaturen betreft
is er vooral nog werk aan de winkel op het niveau van
het aanbod. Zowel mevrouw Onkelinx als ikzelf zijn ter-
zake bevoegd. Wij zullen daar oog voor hebben.
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
De resultaten zijn interessant maar absoluut ontoerei-
kend.
Ik vraag me af hoe de overheidsbedrijven bij het werven
van personeel meer verplichtingen kan worden opge-
legd.
Terzake zouden hier voorstellen kunnen worden gedaan.
Ten slotte moet de aandacht van de ministers van
onderwijs worden gevestigd op de nood aan specifieke
opleidingen om de NMBS vrouwvriendelijker te maken.
Mevrouw Marie-Thérèse Coenen (Ecolo-Agalev) : Het
Centrum voor het gelijke kansenbeleid is bevoegd om
middelen en zelfs oplossingen terzake voor te stellen.
De NMBS zou zich kunnen laten adviseren, al was het
maar voor haar communicatiebeleid.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
Voorzitter : de heer André Smets.
HSL-
VERBINDING NAAR
Z
AVENTEM
Vraag van de heer Lode Vanoost tot de vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de
HSL-verbinding tussen Zaventem en lijn 25" (nr. 1671)
Vraag van de heer Willy Cortois tot de vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de
bedreiging van de leefbaarheid van Peutie door de
spoorontsluiting van Brussel-Nationaal" (nr. 1710)
De heer Lode Vanoost (Agalev-Ecolo) : De NMBS zou
onder meer een tracé hebben uitgetekend voor het
doortrekken van het spoor vanuit het station op de
luchthaven te Zaventem naar lijn 25 Brussel-Antwerpen.
Daarbij is sprake van het trekken van een diepe gleuf
door een natuurgebied in Peutie en een ondertunneling
van de dorpskern van Peutie.
Het lijkt mij voorbarig dat de NMBS ideeën laat circule-
ren alvorens beslissingen ten gronde zijn genomen.
Bovendien dient de beslissing over de treinverbindingen
vanuit de luchthaven naar Antwerpen en Leuven/Luik
genomen te worden in het globale kader van de ontslui-
ting van de luchthaven, van de investeringsprogramma's
van de NMBS en van de ontwikkeling van de luchtha-
ven. Daarnaast is het evident dat een principiële beslis-
sing voor een HST-verbinding tussen de luchthaven en
lijn 25 losstaat van de discussie welk tracé eventueel
voor deze verbinding zou worden gekozen. Uiteraard
moet rekening worden gehouden met de mogelijke
gevolgen voor het milieu en voor de omwonenden.
De gemeenteraad van Vilvoorde van 8 mei keurde een
motie goed die de voorgestelde tracés verwerpt. Klopt
het dat de NMBS de betrokken gemeenten heeft gecon-
tacteerd over mogelijke tracés van de HST-verbindingen
naar de luchthaven ? Bestaan hierover reeds uitgeteken-
de plannen ? Wat is de houding van de minister in dit
dossier ?
De heer Willy Cortois (VLD) : De nieuwe minister van
Infrastructuur streeft terecht naar betere spoorverbindin-
gen ter oplossing van het mobiliteitsprobleem. Dat is
onder meer voor de spoorverbindingen van Antwerpen
en Brussel het geval. De minister poogt een evenwicht
te vinden tussen economische en ecologische belangen.
Wat die verbindingen betreft moet de minister de NMBS
diets maken wat er wel en niet kan op politiek en
maatschappelijk vlak. Zij moet de NMBS wijzen op wat
budgettair, technisch en ecologisch haalbaar en aan-
vaardbaar is.
De verbeterde toegang tot de luchthaven is een van de
prioriteiten van deze regering. Inzake spoorweginfrast-
ructuur zijn nog grote inspanningen nodig.
De NMBS denkt naar verluidt aan een tracé dat de leef-
baarheid van Peutie in het gedrang kan brengen door de
ondertunneling van de dorpskern, de aantasting van een
waardevol natuurgebied en de aanleg van een grote
afstandsparking. Die keuze lijkt mij ecologisch niet te
verantwoorden.
Getuigt deze keuze van het streven naar een samengaan
van economische, sociale en milieubelangen ? Volgens
de NMBS zijn er zes of zeven alternatieven. Welke ?
Zal de minister het sein geven aan de NMBS dat de
piste-Peutie onaanvaardbaar is ?
Minister Isabelle Durant (in het Nederlands) : Dit project
vormt slechts één van de hypothesen voor de ontsluiting
van de luchthaven van Zaventem. Tegen 2005 komt er
een bijkomende verbindingsbocht tussen de luchthaven
en de lijn Mechelen-Antwerpen. Eenieder is het eens
over de noodzaak daarvan. Er is nog geen tracé vastge-
legd. Verschillende denkpistes werden onderzocht. De
evaluatie zal gebeuren in overleg met de Gewesten.
Daarbij zal rekening worden gehouden met sociale, eco-
nomische en milieuaspecten.
De ontsluiting is in de eerste plaats bedoeld voor perso-
nenvervoer. Het gebruik door goederentreinen kan wor-
den onderzocht.
De NMBS verklaart dat over deze denkpiste gesprekken
werden gevoerd met Vilvoorde. Het ging om informele
BV 50
COM 194 10.05.2000
15
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
16
BV 50
COM 194 10.05.2000
vergaderingen, zonder de bedoeling beslissingen te
nemen.
De NMBS werkt met gespecialiseerde ingenieurs. Zij
houden wel degelijk rekening met de ecologische wen-
sen van de bevolking in de omgeving van de infrastruc-
tuurwerken. In de nieuwe beheersplannen wordt daar
rekening mee gehouden, zoals met de budgettaire
beperkingen. Ook de druk van het Parlement speelt mee
om de zienswijze van de NMBS op nieuwe investeringen
te bepalen.
Er zijn behalve Peutie nog verschillende oplossingen
mogelijk die allemaal grondig en gelijkwaardig worden
bestudeerd. Er is echter nog geen beslissing genomen.
De heer Lode Vanoost (Agalev-Ecolo) : De beslissing
om een verbinding te maken tussen de luchthaven en
het noorden is goed. De keuze van het tracé is essen-
tieel. Ik keur de werkwijze van de NMBS, die plannen
laat circuleren bij de lagere besturen en daar onrust
zaait, niet goed. Ik vraag dat de minister de bestaande
denkpistes zou onderzoeken en zodoende tot de enige
mogelijke conclusie komt, namelijk dat het tracé via
Peutie uitgesloten is.
De heer Willy Cortois (VLD) : De NMBS-ingenieurs zul-
len hun werk wel goed doen, doch de minister moet er
hen op wijzen dat het tracé via Peutie maatschappelijke
en ecologische onaanvaardbaar is : het raakt het hart
van de dorpskern en van een natuurgebied. Men kan het
tracé perfect 200 meter verleggen en toch hetzelfde
resultaat bereiken. Nu loopt het tracé louter over de
kortste verbinding tussen twee punten, zijnde een rech-
te. Ik verwacht dat de minister een signaal geeft in die
zin. Ik zal haar hierover binnen een drietal weken
opnieuw ondervragen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
Voorzitter : de heer Lode Vanoost
M
OBILITEITSDOELSTELLINGEN IN HET KADER VAN HET
B
ELGISCHE
EU-
VOORZITTERSCHAP
Vraag van de heer Jos Ansoms tot de vice-eerste minis-
ter en minister van Mobiliteit en Vervoer over "te realise-
ren doelstellingen in verband met mobiliteit en verkeers-
veiligheid in het kader van het Europees voorzitterschap
van België in 2001" (nr. 1683)
De heer Jos Ansoms (CVP) : Ons land neemt het Euro-
pees voorzitterschap waar in de tweede helft van 2001.
Welke programmapunten inzake mobiliteit en verkeers-
veiligheid bereidt de minister voor ? Wat is de stand van
zaken ? Zijn er daarover al Europese contacten ? Hoe
reageren de andere lidstaten ?
Minister Isabelle Durant (in het Nederlands) : Eén van
de hoofdthema's van het Belgische voorzitterschap
betreft de integratie van milieuoverwegingen in het ver-
keersbeleid. We zullen dan ook samenwerken met de
Europese Ministerraad over het milieu. Ook het Zweedse
voorzitterschap hecht veel belang aan deze aangelegen-
heid. Het verslag van de Europese Ministerraad voor
Vervoer van 6 oktober 1999, voorgelegd aan de Europe-
se top in Helsinki, had daarop betrekking. Het ging
onder meer over de beperking van de uitstoot van
schadelijke stoffen en de integratie van de verschillende
vervoermiddelen.
Ik nam reeds contact op met enkele andere Europese
vervoerministers. Zo had ik gisteren een onderhoud met
de Franse minister, onder meer over mobiliteit en over
de veiligheid op zee.
Ik heb binnenkort ook overleg met de Zweedse staats-
secretaris, de Poolse en de Spaanse ministers. Daarbij
worden specifieke thema's verder ontwikkeld, evenals
nieuwe initiatieven inzake verkeersveiligheid en stedelijk
vervoerbeleid. Het groenboek van de Europese Com-
missie is een verworvenheid. De "clean air force Europe"
is een volgende stap.
Europa heeft reeds zes aanbevelingen inzake verkeers-
veiligheid bekend gemaakt. De acties daaromtrent zullen
gecoördineerd worden. Het gaat daarbij onder meer om
de aanpassing van de richtlijn over het rijbewijs en de
eventuele medische criteria daarbij.
Er werden dus verschillende initiatieven genomen. Na
intern en extern overleg zullen ze worden geconcreti-
seerd. Over het aspect verkeersveiligheid zal met het
BIVV worden overlegd, in het kader van de nieuwe dyna-
miek die we aan deze instelling willen geven. (Glimlach-
jes)
De heer Jos Ansoms (CVP) : Ik had graag gehad dat de
minister wat concreter werd en had graag vernomen wat
haar standpunt is over bepaalde ideeën, bijvoorbeeld
over de medische voorwaarden bij het rijbewijs. Wij zul-
len hier later op terugkomen. Nu heeft de minister zich
tot een opsomming beperkt, zonder te zeggen wat ze
zal verdedigen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
D
IESELROOKMETINGEN BIJ DE AUTOMOBIELINSPECTIE
Vraag van de heer Jos Ansoms tot de vice-eerste minis-
ter en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de proble-
men met de dieselrookmetingen bij de automobielin-
spectie" (nr. 1684)
De heer Jos Ansoms (CVP) : Begin vorig jaar werden bij
de technische controle van de voertuigen dieselrookme-
tingen ingevoerd, wat zowel bij de eigenaars als bij de
inspecteurs reacties uitlokte. Tussen 8 maart en 5 april
1999 werd die controle opgeschort met het oog op de
nodige aanpassingen. De meetprocedure zou nu tijde-
lijk zo zijn versoepeld dat ze nog weinig zinvol is.
Is de procedure versoepeld ? In welke zin ? Wat is de
procentuele invloed op het aantal afgekeurde voertuigen
en op het aantal negatieve opmerkingen ? Wil de minis-
ter terug naar de oorspronkelijke procedure ? Wanneer ?
Komt er een informatiecampagne ?
Welke aanpassingen van de werkomstandigheden zullen
worden doorgevoerd ?
Onze technische controle, ooit een toonbeeld in Europa,
heeft het blijkbaar moeilijk tijdig in te spelen op de tech-
nische en regelgevende ontwikkelingen. Hoe zal de
minister deze sector stimuleren om zich te moderni-
seren ?
Minister Isabelle Durant (in het Nederlands) : De meet-
procedure werd op een aantal punten aangepast, onder
meer inzake de conditionering van de motor, het toeren-
tal en het aantal metingen per wagen. Deze wijzigingen
werden voorgeschreven door een Europese richtlijn.
Er is sindsdien geen significante invloed op de afkeurin-
gen van voertuigen. Dat is om technische redenen te
verklaren, maar zou ons te ver voeren. Opmerkingen
kunnen enkel betrekking hebben op de staat van de uit-
laat. De werkfiches worden geklasseerd en niet verder
statistisch gebruikt.
Er zijn in de toekomst geen wijzigingen aan de procedu-
re te verwachten.
De meeste stations beschikken over akoestische cellen
met nul-emissie. Een aantal andere zal daarmee worden
uitgerust. Een aantal centra op industrieterreinen
beschikt over overdekte werkplaatsen en schuilhuisjes
voor de inspecteurs.
De tarieven werden op 15 december 1998 aangepast,
met ingang van 1 januari 1999, om deficits te vermijden
en met het oog op het aanleggen van reserves. Jaarlijks
zijn er 15 procent aanwervingen van keurders. Twee à
drie verouderde stations per jaar worden vervangen door
modernere centra.
Bovendien wordt momenteel een tienjareninvesterings-
plan uitgevoerd dat tot stand kwam tussen de admini-
stratie en de beleidsverantwoordelijken en GOCA. In
1996 werd daarvoor in 3.260 miljoen frank voorzien :
2.882 miljoen voor gebouwen en 377 miljoen voor terrei-
nen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
R
ENDABILITEIT VAN HET
HST-
PROJECT
Vraag van de heer Jos Ansoms tot de vice-eerste minis-
ter en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de feitelij-
ke rendabiliteit van het HST-project in vergelijking met de
prognoses" (nr. 1685)
De heer Jos Ansoms (CVP) : Bij de opmaak van de
HST-plannen werd een aantal rendabiliteitsprognoses
voorgeschoteld. Een document van september 1989 zag
er nog veelbelovend uit : 7,4 procent voor het hele pro-
ject. In een intern document van april 1995 sprak men
zelfs van 12 procent. Men durfde het echter niet meer
aan om de rendabiliteit per tak te berekenen. Misschien
omdat die voor sommige trajecten, bijvoorbeeld ten
oosten van Luik, bedroevend laag lag ?
Wat is nu de feitelijke rendabiliteit ? Krijgen we een
opsplitsing per traject ? Hoe zien de bijgestelde progno-
ses eruit ? Wanneer werden ze voor het laatst geactuali-
seerd ?
Minister Isabelle Durant (in het Nederlands) : In februari
1996 werd een rendabiliteitsstudie uitgevoerd. Deze gaf
een reëel rendement van 2 procent, zonder externe
financiële bijdragen. Het is onmogelijk de cijfers van
1996 te vergelijken met die van een vroegere studie van
1989. De sociaal-economische rendabiliteitsgraad in de
periode 1991-2030 wordt in reële termen geraamd op 10
procent, waarbij rekening wordt gehouden met de voor-
delen inzake jobcreatie, sociaal-economische voordelen
voor het nationaal verkeer en voor het internationaal ver-
keer. Het gaat hier over tijdwinst, milieuvoordelen zoals
minder files en ongevallen, enzovoort.
Er is geen rendementsberekening per traject. Het hele
project moet immers integraal worden beschouwd. Per
traject zijn de gegevens niet relevant. (Verder in het
Frans)
De infrastructuurwerken zijn gemiddeld al voor 38 pro-
cent verwezenlijkt. Het geplande budget van 195,734
BV 50
COM 194 10.05.2000
17
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
18
BV 50
COM 194 10.05.2000
miljard werd daarbij met 3,882 miljard of 2 procent over-
schreden.
Ik geef u nu voor de verscheidene baanvakken het per-
centage dat de vooruitgang van de werken illustreert en
de cijfers die aantonen in welke mate het oorspronkelijke
budget al werd besteed : P1 (Franse grens Lembeek) :
99%, + 3,861 miljard op de geplande 25,788 ; P2 (Brus-
sel Lembeek) : 88%, + 0,871 miljard op de geplande
26,441 ; P3 (Brussel Hélécine) : 34%, + 1,563 miljard
op de geplande 22,865 miljard ; P4 (Hélécine Luik) :
36%, 0,888 miljard op de geplande 23,442 ; P5 (Luik
Duitse grens) : 4%, + 0,154 miljard op de geplande
31,060 ; P6 (Brussel Antwerpen) : 12%, 1,395 miljard
op de geplande 28,565 ; P7 (Antwerpen Nederlandse
grens) : 1%, 0,283 miljard op de geplande 37,573.
Alleen voor P1, P2 en in minder mate P3 zijn de budge-
toverschrijdingen significatief.
Ten gevolge van de budgetoverschrijdingen is het pro-
ject minder rendabel dan gepland. In de toekomst zullen
wij er beter op moeten toezien dat de geplande rentabili-
teit wordt gehaald.
De heer Jos Ansoms (CVP) : De minister geeft te veel
cijfers om er onmiddellijk klaar in te zien. Op mijn precie-
ze vragen antwoordt ze echter niet. Er is geen reden
waarom een actualisering van de rendabiliteitsprogno-
ses per tak niet mogelijk zou zijn. In 1989 was dat, zon-
der enige ervaring, wél mogelijk. Ik zal de cijfers nader
onderzoeken en opnieuw vragen stellen, tot de NMBS
verplicht is cijfers te geven. Wij hebben het recht te
weten wat er gebeurt met de 70 miljard frank overheids-
geld die naar dit dossier is gegaan.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
T
OEKOMSTIGE INTERNATIONALE
IC-
VERBINDINGEN TUSSEN
A
NT
-
WERPEN EN
B
REDA
Vraag van de heer Jos Ansoms tot de vice-eerste minis-
ter en minister van Mobiliteit en Vervoer over "mogelijk-
heden en beperkingen voor internationale IC-verbindin-
gen tussen Antwerpen en Breda na de voltooiing van het
HSL-project langs de E19" (nr. 1686)
De heer Jos Ansoms (CVP) : Op de HSL-lijn langs de
E19 zou een station worden gebouwd en tussen Breda
en Antwerpen zullen ook internationale IC-stellen rijden.
Welke voorzieningen komen er voor de opstappende rei-
zigers ? Welke frequentie komt er voor de HST- en voor
de IC-bediening ? Kan de frequentie van de internatio-
nale IC-verbinding worden verminderd om meer HST-
stellen te laten rijden ?
Tegen welke snelheid zullen de HST-stellen de Belgisch-
Nederlandse grens overschrijden ? Hoeveel IC-treinen
zullen er per uur het E19-traject kunnen nemen bij de
frequentie en de snelheid die men voor de HST-stellen
vooropstelt ? Hoeveel IC-treinen per uur zouden verdwij-
nen indien het aantal HST-stellen met één of twee per
uur wordt opgevoerd ?
Minister Isabelle Durant (in het Nederlands) : Uitgaande
van de reizigersprognoses voor station-Brecht zullen 50
fietsstelplaatsen en 150 autoparkeerplaatsen worden
aangelegd. Eventueel kan dat aanbod, indien nodig,
worden vergroot.
De HST Amsterdam-Parijs en Amsterdam-Brussel zal
met een frequentie van één trein per uur rijden. Daar
komen in het seizoen nog treinen richting Zuid-Frankrijk
bij. De IC-trein Brussel-Antwerpen-Breda rijdt met
dezelfde frequentie. Bijkomende bediening van Brecht
wordt nog onderzocht, maar men gaat uit van één trein
per uur. De treinen die de Nederlandse grens passeren
zullen tegen een snelheid van 300 km per uur rijden. De
IC-bediening langs de E19 zal daardoor geenszins in het
gedrang komen.
De heer Jos Ansoms (CVP) : De IC-verbinding kan
bezwaarlijk in het gedrang komen, aangezien er maar
één trein per uur rijdt.
Bijkomende bedieningen van het station-Brecht worden
nog onderzocht. Dit station wordt echter ingeroepen als
alibi om miljarden belastinggeld van het binnenlandse
net naar het HST-net te versassen. Eén trein per uur zal
niets veranderen aan het fileprobleem.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
De vergadering wordt gesloten om 19.10 uur.
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
Drukkerij St-Luc · Nazareth · Tel 09/385 44 03