BV 50
COM 166
BV 50
COM 166
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
Beknopt Verslag
VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE COMMISSIE VOOR DE LANDSVERDEDIGING
VAN
04 - 04 - 2000
ochtend
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
2
BV 50
COM 166 ­ 04.04.2000
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social-chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000
: Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
DOC 50 0000/000
: Document parlementaire de la 50e
het nummer en het volgnummer
législature, suivi du n° et du n° consécutif
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
: Questions et Réponses écrites
HA
: Handelingen (Integraal Verslag)
HA
: Annales (Compte Rendu Intégral)
BV
: Beknopt Verslag
CRA
: Compte Rendu Analytique
PLEN
: Plenum
PLEN
: Séance plénière
COM
: Commissievergadering
COM
: Réunion de commission
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Bestellingen :
Commandes :
Tel. : 02/549 81 60
Tél. : 02/549 81 60
Fax : 02/549 82 74
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
www.laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
BV 50
COM 166 ­ 04.04.2000
3
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
COMMISSIE VOOR DE LANDSVERDEDIGING ­ C 166
INTERPELLATIE EN VRAGEN
­ interpellatie van de heer Pieter De Crem tot de minister van Landsverdediging over de deelname
van België aan de Europese defensiestructuur (nr. 310)
Sprekers : Pieter De Crem en André Flahaut, minister van Landsverdediging en Ferdy Willems
5
­ vraag van de heer Patrick Lansens tot de minister van Landsverdeding over de verhuis van het
93ste Bataljon Logistiek naar Zutendaal (nr. 1334)
Sprekers : Patrick Lansens en André Flahaut, minister van Landsverdediging
7
­ vraag van de heer Jean-Paul Moerman tot de minister van Landsverdediging over de militaire
attachés in het buitenland (nr. 1345)
Sprekers : Jean-Paul Moerman en André Flahaut, minister van Landsverdediging
8
­ vraag van de heer John Spinnewyn tot de minister van Landsverdediging over het skiverbod voor
militairen te Oostenrijk (nr. 1349)
Sprekers : John Spinnewyn en André Flahaut, minister van Landsverdediging
9
­ vraag van de heer Peter Vanhoutte tot de minister van Landsverdediging over de toekomst van
het oefenterrein Vogelsang (nr. 1376)
Sprekers : Peter Vanhoutte en André Flahaut, minister van Landsverdediging
9
­ vraag van de heer Peter Vanhoutte tot de minister van Landsverdediging over de fragmentatie-
bommen in de Kosovo-oorlog (nr. 1450)
Sprekers : Peter Vanhoutte en André Flahaut, minister van Landsverdediging
9
­ vraag van de heer John Spinnewyn tot de minister van Landsverdediging over de aankoop van
FLA-vliegtuigen (nr. 1451)
Sprekers : John Spinnewyn en André Flahaut, minister van Landsverdediging
10
­ vraag van mevrouw Muriel Gerkens tot de minister van Landsverdediging over de hulp van het
leger bij natuurrampen (nr. 1413)
Sprekers : Muriel Gerkens en André Flahaut, minister van Landsverdediging
10
­ vragen van de heren Dirk Van der Maelen en Luc Sevenhans tot de minister van Landsverdedi-
ging over het JSF-project (nrs 1428 en 1495)
Sprekers : Dirk Van der Maelen, Luc Sevenhans en André Flahaut, minister van Landsverdediging
11
­ vraag van de heer Peter Vanhoutte tot de minister van Landsverdediging over de bezoekproce-
dure voor militaire bases (nr. 1474)
Sprekers : Peter Vanhoutte en André Flahaut, minister van Landsverdediging
13
INHOUD
4
BV 50
COM 166 ­ 04.04.2000
­ vraag van de heer Luc Sevenhans tot de minister van Landsverdediging over de toekomst en de
middelen van het leger (nr. 1455)
Sprekers : Luc Sevenhans en André Flahaut, minister van Landsverdediging
13
­ vragen van mevrouw Martine Dardenne en de heer Peter Vanhoutte tot de minister van Lands-
verdediging over de blootstelling van militairen aan verarmd uranium (nrs 1490 en 1377)
Sprekers : Martine Dardenne, Peter Vanhoutte en André Flahaut, minister van Landsverdediging
14
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
INTERPELLATIE EN VRAGEN
D
EELNAME VAN
B
ELGIË AAN DE
E
UROPESE DEFENSIESTRUCTUUR
Interpellatie van de heer Pieter De Crem tot de minister
van Landsverdediging over "de deelname van België aan
de nieuwe Europese defensiestructuur" (nr. 310)
De heer Pieter De Crem (CVP) : De minister besliste dat
alle Belgische machten een bijdrage zouden leveren aan
de nieuwe EU$defensiestructuur "European rapid reac-
tion corps". Betekent dat dat er geen specialisatie komt
en dat geen taken worden afgestoten ? Of is dat toch
het geval ? Welke afspraken werden in NAVO-verband
gemaakt ?
Er zou een bijdrage komen van de luchtmacht. In welk
programma schrijft België zich in ter vervanging van de
F-16's, die ter beschikking van de EU-defensiestructuur
zouden worden gesteld ?
Schaart België zich achter de opvattingen van de heer
Solana en de Portugese premier over de middelen voor
de EU-defensiestructuur ?
Wanneer kan deze commissie debatteren over een glo-
bale beleidsnota ? Voor wanneer is het volgende plan op
middellange termijn (PMT) ?
Het colloquium van vorige week was zeer interessant.
De minister zit op dezelfde lijn als generaal Smith, die de
volgende zeven principes naar voren schoof : het belang
van een multinationaal commando, het inwinnen van
inlichtingen, de fightability, de sustainability, de trainabili-
ty, de versterking van de NAVO en de nood aan één
gemeenschappelijke doctrine. Het laatste principe is ook
het belangrijkste. Het vormt een conditio sine qua non
voor het welslagen van heel de onderneming.
Generaal Neuman was het volledig eens met deze zeven
principes. Hij pleitte tevens voor de oprichting van 12 tot
15 nationale brigades en van twee hoofdkwartieren.
Vervolgens kwamen ook nog enkele andere niet-onbe-
langrijke sprekers aan het woord. De heer Solana pleitte
voor een verhoging van de nationale budgetten en werd
hierin bijgetreden door de heren Robertson en De Grae-
ve. Zij waren het er roerend over eens dat er een grote
nood is aan financiële impulsen.
BV 50
COM 166 ­ 04.04.2000
5
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
COMMISSIE VOOR
DE LANDSVERDEDIGING
OPENBARE VERGADERING
DINSDAG 04 APRIL 2000
OCHTEND
VOORZITTER :
de heer
Jean-Paul MOERMAN
De vergadering wordt geopend om 10.20 uur.
6
BV 50
COM 166 ­ 04.04.2000
Voor de planificatie van de nodige middelen zal de
NAVO instaan. Wordt gewerkt op basis van een vraag
van de NAVO of op basis van een Belgische aanbod ?
Premier Verhofstadt en minister Flahaut zitten blijkbaar
niet op dezelfde lijn. Bestaat er een hervormingsplan ?
Van wie gaat het uit ? Wat met de aan gang zijnde her-
vorming ? Met welke timing moeten we rekening
houden ?
Minister André Flahaut (in het Nederlands) : De in de
pers verschenen informatie over de mogelijke bijdrage
van de Belgische krijgsmacht tot de verwezenlijking van
de zogenaamde "head line goal" is een illustratie van de
bereidheid van België om deze eerste belangrijke stap in
de constructie van een Europese defensie te steunen. In
dit stadium is er nog geen sprake van een verdere spe-
cialisatie. Een meer doorgedreven specialisatie nood-
zaakt afspraken onder de landen van de EU en de aan-
vaarding van een grotere wederzijdse afhankelijkheid.
Wellicht zijn die voorwaarden nog niet vervuld.
Voor de verwezenlijking van de "head line goal", wordt
ook een beroep gedaan op luchtmiddelen. België
beschikt met de F-16's vandaag over een operationele
capaciteit die daaraan kan tegemoet komen en waarop
in Europees verband gerekend zal worden. Het zou niet
door onze Europese bondgenoten geapprecieerd wor-
den dat België geen vliegtuigen ter beschikking zou stel-
len van de Europese defensie, terwijl deze middelen wel
ingezet werden in een NAVO-kader. (Verder in het Frans)
De pacten van Helsinki bepalen dat Europa snel over
collectieve structuren inzake bevelvoering en controle,
inlichtingen en strategisch vervoer moet beschikken. Om
in die operationele leemte te voorzien moeten financiële
middelen beschikbaar zijn. In de eerste plaats moet wor-
den nagedacht over de wijze waarop de collectieve
defensiebegrotingen van de EU-landen efficiënter kun-
nen worden toegewezen. Ik pleit trouwens voor geza-
menlijke aanwending van die begrotingen. Ik zal de
commissie te gelegener tijd een beleidsnota voorleggen.
De heer Pieter De Crem (CVP) : De minister zegt niets
over onze engagementen met land- en zeemacht. Ook
op de belangrijkste vraag over het multinationaal com-
mando en over de verhoging van het defensiebudget
kreeg ik geen antwoord.
Minister André Flahaut (in het Frans) : Voor het einde
van het jaar moeten een aantal beslissingen worden
genomen. Momenteel worden in elk van de lidstaten
besprekingen gevoerd.
De secretaris-generaal van de NAVO heeft zijn stand-
punt en wij hebben het onze. Wij moeten wachten tot de
beslissingen worden genomen. De krijtlijnen werden te
Helsinki getrokken. In mijn departement trachten wij die
in te vullen, maar wij zitten in een overgangsfase. Intus-
sen hebben wij vrijdag de schijf 2000 van de middellan-
getermijnbegroting vrijgemaakt.
De heer Pieter De Crem (CVP) : Ik krijg de indruk dat de
premier en het kabinet-Landsverdediging niet op één lijn
zitten. De premier zit op de lijn van de stafchef, die de
richting uitgaat van minder en beter gekwalificeerd per-
soneel. Minister Flahaut counterde de uitspraken van de
premier en ging ervan uit dat het leger in de toekomst
zou werken met evenveel mensen en middelen. Wat is
de verhouding tussen die uiteenlopende standpunten ?
Minister André Flahaut (in het Frans) : Dat maakt net de
rijkdom van een regering uit ! U heeft echter de neiging
niet alle aspecten van het probleem in aanmerking te
nemen. U ziet elementen over het hoofd die tijdens een
colloquium met de militaire gemeenschap werden uit-
eengezet.
De eerste minister had het over de defensieproblemen in
het vooruitzicht van het jaar 2015, de noodzaak van een
beter evenwicht en een betere sociale opvang voor de
manschappen en hun gezinnen. Om het standpunt in
zijn algemeenheid van de regering te kennen, moet men
alle toespraken, die elkaar aanvullen, lezen.
Men heeft de toespraak van de eerste minister tot een
korte zinsnede teruggebracht : "minder personeel en
meer uitrusting". Men moet een totaalbeleid voeren dat
in het Europees beleid moet worden ingepast.
De heer Pieter De Crem (CVP) : Laten wij hopen dat een
en ander niet zinkt !
Minister André Flahaut (in het Frans) : Wij hebben een
uitstekende marine !
De heer Pieter De Crem (CVP) : Volgens mij verkeert de
minister in een schizofrene situatie. Hier komt hij vertel-
len dat het budget van Landsverdediging zeker niet gro-
ter mag of kan worden. Het benieuwt me wat hij de
heren Solana en Robertson vertelt, die fervente voor-
standers zijn van een verhoging van de budgetten en het
geven van financiële stimuli.
Minister André Flahaut (in het Frans) : Ik doe niet stoer
in internationale instellingen door zaken te beloven die
wij niet kunnen waarmaken. Wij geven duidelijk de gren-
zen van onze mogelijkheden aan. Dat getuigt van een
coherente aanpak.
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
De heer Ferdy Willems (VU-ID) : Wat de heer De Crem
zegt is ad rem. In het debat ten gronde over het Euro-
pees strategisch plan zal deze thematiek opnieuw aan
bod komen.
Op 1 juli antwoordde de regering ontkennend op de
vraag of er meer middelen zouden komen voor het leger.
Tijdens het colloquium van vorige week dook de vraag
om meer geld keer op keer op, vanuit vele hoeken. Er
rijst dus zeker een probleem.
Minister André Flahaut (in het Frans) : Er is een
gemeenschappelijke vergadering met de commissie
voor de Buitenlandse betrekkingen gepland die aan de
bespreking van dat concept zal worden gewijd.
De voorzitter : De datum van die vergadering werd nog
niet vastgesteld.
De heer Ferdy Willems (VU-ID) : Kent de minister de
datum al ? Ik zou vragen dat ze niet doorgaat tijdens de
eerste week na de paasvakantie, omdat ik dan afwezig
ben.
De voorzitter : Tot besluit van zijn interpellatie diende de
heer Pieter De Crem (CVP), samen met de heer Ferdy
Willems (VU-ID), deze motie van aanbeveling in :
"De Kamer,
­ gehoord hebbende het antwoord van de minister van
Defensie op de interpellatie nr. 310, in verband met `de
deelname van België aan de nieuwe Europese Defensie-
structuur'
­ beveelt de regering aan :
Onmiddellijk duidelijkheid te scheppen omtrent de posi-
tie van de Belgische regering in verband met onze inter-
nationale engagementen en een debat te organiseren
omtrent de financiële impact ervan."
Een eenvoudige motie werd ondertekend door de heren
André Schellens (SP), Peter Vanhoutte (Agalev-Ecolo) en
mevrouw Josée Lejeune (PRL FDF MCC).
De plenaire Kamer zal later over deze moties stemmen.
De bespreking is gesloten.
­ De voorzitter : De heer Pieter De Crem.
V
ERHUIS VAN HET
93
STE
B
ATALJON
L
OGISTIEK NAAR
Z
UTENDAAL
Vraag van de heer Patrick Lansens tot de minister van
Landsverdediging over "de verhuis van het 93ste Batal-
jon Logistiek van Houthulst naar Zutendaal" (nr. 1334)
De heer Patrick Lansens (SP) : De verhuis van Hout-
hulst naar Zutendaal kwam hier al vaker ter sprake. Op
mijn laatste vraag hierover antwoordde de minister dat
een studie hierover eind februari zou worden afgerond.
Het is nu begin april, en de ongerustheid bij de betrok-
kenen is er alleen groter op geworden. Zij zijn ervan
overtuigd dat de verhuis wel degelijk zal plaatsvinden,
met alle sociale gevolgen vandien. Ik pleit nogmaals
voor het behoud van de militaire tewerkstelling in Hout-
hulst.
Werd de studie al afgerond ? Wat zijn de conclusies van
deze studie ? Werden al beslissingen genomen over een
eventuele verhuis ?
Minister André Flahaut (in het Nederlands) : Mijn kabi-
net onderzoekt de studie van de staf van de landmacht
over de ingebruikname van de NAVO-infrastructuur. Uit
die studie blijkt dat 365 miljoen frank kan worden
bespaard op infrastructuurinvesteringen, vooral door de
ingebruikname van het munitiedepot in Zutendaal door
de 950 compagnie munitie van Houthulst. De studie
brengt de mogelijkheid aan het licht om het belangrijkste
deel van het personeel van die eenheid onder te bren-
gen in de nabijgelegen eenheden : Ieper (98 bataljon
logistiek), Sijsele (92 bataljon logistiek), Lissewege (93
bataljon logistiek), Lombardsijde (14 regiment luchtdoel-
artillerie) en Doornik (school van de logistiek, 29 bataljon
logistiek).
De heer Patrick Lansens (SP) : Het munitiedepot zou
dus om besparingsredenen naar Zutendaal verhuizen,
terwijl het personeel grotendeels in andere West-Vlaam-
se kazernes kan worden opgevangen. Is daar wel plaats
voor ? Moet niemand naar Zutendaal verhuizen ?
Minister André Flahaut (in het Frans) : Wij raadplegen
momenteel het personeel om een beter inzicht in de ver-
wachtingen en de problemen te krijgen. Sommigen zul-
len moeten verhuizen, maar ik kan nog niet zeggen om
hoeveel personen het gaat.
De studie is niet beperkt gebleven tot de militaire aspec-
ten. Zij heeft ook de kwestie van het personeel onder-
zocht en heeft aangetoond dat het personeel elders in
de regio aan de slag zou kunnen.
BV 50
COM 166 ­ 04.04.2000
7
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
8
BV 50
COM 166 ­ 04.04.2000
Er zal echter geen enkele brutale beslissing worden
genomen. Het leger heeft oog voor zijn personeel en er
moet in een sociale begeleiding worden voorzien.
De heer Patrick Lansens (SP) : Ik hoop dat de minister
rekening zal houden met de sociale gevolgen voor het
personeel en zich niet enkel zal baseren op de mogelijke
besparingen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
M
ILITAIRE ATTACHÉS IN HET BUITENLAND
Vraag van de heer Jean-Paul Moerman tot de minister
van Landsverdediging over "de problematiek van de mili-
taire attachés in het buitenland" (nr. 1345)
De heer Jean-Paul Moerman (PRL FDF MCC) : Hoeveel
posten van Belgische militaire attachés en militaire advi-
seurs in het buitenland zijn er ? Zijn de criteria voor de
selectie van die posten nog altijd actueel ? Welke speci-
fieke opleiding hebben de Belgische militaire attachés
en adviseurs in het buitenland gekregen ? Werd per post
een profiel opgesteld of betreft het een eerbare fin de
carrière ?
Minister André Flahaut (in het Frans) : Waarom ? Bent u
kandidaat ?
De heer Jean-Paul Moerman (PRL FDF MCC) : Wat is,
per post, de graad van de militaire attachés en adviseurs
en tot welke taalrol behoren zij ? Wat zijn hun taken ?
Hoeveel kost de aanwezigheid van Belgische militaire
attachés en adviseurs in het buitenland ons land
jaarlijks ? Zou het niet het geschikte moment zijn om een
balans op te maken ?
Minister André Flahaut (in het Frans) : Men moet inder-
daad een balans van de huidige situatie opmaken. Alle
militaire attachés zijn dus naar België teruggekeerd. Ik
ben nu met hen aan het praten. Samen bestuderen wij of
ze beter kunnen worden gebruikt. België telt momenteel
achttien plaatsen van militair attaché. Daarnaast zijn er
drie plaatsen van militair adviseur. De minister van
Landsverdediging voerde de nieuwe organisatie van de
posten van militair attachés en adviseurs in 1998 in. De
generale staf onderzoekt nu of het wenselijk is bepaalde
plaatsen al dan niet te behouden. De opleiding van de
militaire attachés en van de adviseurs omvat een tienwe-
kenprogramma. Volgens mij moet dit programma echter
worden aangepast.
De militaire attaché wordt met een driedubbele opdracht
belast. Als diplomatiek agent bij de ambassade is hij de
directe adviseur van de ambassadeur op politiek-militair
en militair gebied. Hij vertegenwoordigt de Belgische
strijdkrachten bij de strijdkrachten van het land of van de
landen waar hij geaccrediteerd is. Hij licht de Minister
van Landsverdediging via het hoofd van de generale staf
in.
Het betrekkelijk belang van elke opdracht verschilt van
land tot land en kan veranderen door internationale en
nationale ontwikkelingen die zich in de betrokken landen
voordoen. Alle militair attachés maken jaarlijks een ver-
slag aan het hoofd van de ADIV over waarin al hun acti-
viteiten in het kader van de uitvoering van hun opdrach-
ten worden weergegeven. Sedert 1 juni 1999 moeten ze
ADIV om de zes maanden een synthese van de politiek-
militaire ontwikkelingen van het land of van de landen
waar ze zijn geaccrediteerd, bezorgen.
Over elke gebeurtenis of activiteit die belangrijk is op
hun gebied, wordt bovendien een verslag ad hoc opge-
steld. Al die verslagen worden geclassificeerd.
De generale staf heeft opdracht gekregen een studie te
maken over zowel de gemeenschappelijke als de voor
elke post specifieke politieke en militaire gedragslijn.
Bedoeling is te komen tot een duidelijke en op elke post
afgestemde opdracht.
De jaarlijkse kostprijs van een post van militair attaché in
het buitenland bedraagt 9 miljoen. Het bedrag schom-
melt van land tot land in functie van de plaatselijke
omstandigheden.
De post van militair attaché mag niet als mogelijkheid tot
bevordering aan het einde van de loopbaan worden
beschouwd. Aan elke benoeming zal rijp beraad vooraf-
gaan. De post van militair attaché is te belangrijk om te
worden verwaarloosd.
De heer Jean-Paul Moerman (PRL FDF MCC) : Werd de
begroting voor de recepties volledig aangewend ? Dat
zou een aanwijzing zijn voor de kringen waarin men ver-
toeft.
Gelet op het feit dat zij een heel specifieke en belangrij-
ke taak vervullen, lijkt het mij nuttig uitgaande van het
model van de diplomatenopleiding een school voor mili-
taire attachés op te richten.
Minister André Flahaut (in het Frans) : Ik wil niet dat de
bestaande opleiding nog met een bijkomende opleiding
wordt verzwaard. We moeten er vooral voor zorgen dat
het bestaande goed functioneert. Bovendien vergen
nieuwe initiatieven altijd veel geld.
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
De heer Jean-Paul Moerman (PRL FDF MCC) : Ik ging
ervan uit dat de school ook attachés uit het buitenland
leerlingen zou trekken.
Minister André Flahaut (in het Frans) : Ik vraag de Mili-
taire School nu al opener te zijn.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
S
KIVERBOD VOOR MILITAIREN IN
O
OSTENRIJK
Vraag van de heer John Spinnewyn tot de minister van
Landsverdediging over "de weigering van de minister
van Landsverdediging om zes militairen te laten deelne-
men aan de wereldkampioenschappen skiën voor militai-
ren te Oostenrijk" (nr. 1349)
De heer John Spinnewyn (VL. BLOK) : De minister van
Landsverdediging heeft zes militaire topatleten verboden
om deel te nemen aan de wereldkampioenschappen
skiën voor militairen te Oostenrijk. Zijn enig argument
hiervoor was de slogan : tegen fascisme geen laksheid.
Een corrupte partij als de PS lijkt mij niet de aangewezen
partij om dergelijke zedenpreken te geven.
België is het enige land dat dergelijke maatregelen heeft
genomen. De kolonel maakte een treffende vergelijking
met het conflict vroeger in Iran, waar de ambassadeur
werd teruggeroepen, maar waar wel een uitzondering
werd gemaakt voor sportmanifestaties.
Het gaat niet om een alleenstaand geval : eerder werden
de bestelling van zes ambulance-pantsers en een militai-
re oefening in Oostenrijk geannuleerd. Zal de minister
net als zijn Franstalige collega's in deze kwestie wat gas
terugnemen ?
Minister André Flahaut (in het Nederlands) : De maatre-
gelen tegenover Oostenrijk kaderen in de houding van
België tegenover dat land. Andere landen, zoals Frank-
rijk, nemen vergelijkbare maatregelen.
Europa moet erover waken dat niet-democratische regi-
mes niet zouden ontsporen, zoals in het verleden het
geval was.
De heer John Spinnewyn (VL. BLOK) : Zal de minister
zijn visie tegenover Oostenrijk herzien, zoals andere
Franstalige ministers ?
Minister André Flahaut (in het Frans) : Ik ben van
mening dat Landsverdediging een veel delicatere sector
is dan de andere.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
T
OEKOMST VAN OEFENTERREIN
V
OGELSANG
Vraag van de heer Peter Vanhoutte tot de minister van
Landsverdediging over "de toekomst van het oefenter-
rein Vogelsang" (nr. 1376)
De heer Peter Vanhoutte (Agalev-Ecolo) : Naar aanlei-
ding van de geplande troepenvermindering in Duitsland
heeft de Bundestag vragen over het verdere gebruik van
Vogelsang als oefenterrein voor het Belgisch leger.
Tegen 23 mei zou er een beslissing vallen.
In het kader van de snelle evolutie naar een Europees
defensie- en veiligheidsbeleid lijken de Belgische aan-
wezigheid en oefenterreinen in Duitsland niet langer te
beantwoorden aan de oorspronkelijke doelstellingen.
Werd omtrent het behoud van Vogelsang als militair
oefenterrein onderzoek verricht ? Wordt er gedacht aan
multinationale oefenterreinen ? Wanneer neemt België
een beslissing ?
Minister André Flahaut (in het Nederlands) : Met de
Duitse Bondsregering worden besprekingen gevoerd
over de opportuniteit en de haalbaarheid van een
behoud van Belgische troepen op het Duitse grondge-
bied. Een mogelijke optie is het behoud van het kamp
Vogelsang. Zoniet bestaat de mogelijkheid onze troepen
te laten oefenen in andere internationale kampen. Buiten
de nu reeds gebruikte kampen in onze buurlanden zijn er
concrete initatieven in Polen, Slovakije en Tsjechië. Voor
een definitieve beslissing in dit dossier werd geen uiter-
ste datum vooropgesteld.
De heer Peter Vanhoutte (Agalev-Ecolo) : Duitse bron-
nen vermelden 23 mei als deadline. Klopt die datum ?
De voorzitter : Het incident is gesloten.
(De vraag nr. 1383 van de heer Vanhoutte over oefenter-
reinen in Polen werd ingetrokken).
F
RAGMENTATIEBOMMEN IN DE
K
OSOVO
-
OORLOG
Vraag van de heer Peter Vanhoutte tot de minister van
Landsverdediging over "het gebruik van fragmentatie-
bommen tijdens de Kosovo-oorlog" (nr. 1450)
De heer Peter Vanhoutte (Agalev-Ecolo) : Het gebruik
van fragmentatiebommen is strijdig met het internatio-
naal humanitair recht. Het gebruik hiervan is vooral erg
voor kinderen, dit omwille van de felle kleuren en vorm-
geving van de munitie.
BV 50
COM 166 ­ 04.04.2000
9
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
10
BV 50
COM 166 ­ 04.04.2000
Was België tijdens het Kosovo-conflict op de hoogte van
het gebruik van deze bommen ? Werden hiervoor Belgi-
sche F-16's ingezet ? Keurt ons land het gebruik van
deze bommen goed ? Zal België bij de NAVO aandrin-
gen op een onderzoek naar schendingen van het inter-
nationaal humanitair recht ? Kunnen er met de NAVO
bindende afspraken worden gemaakt om het gebruik
van dergelijke wapens te beperken ?
Minister André Flahaut (in het Nederlands) : België was
ten tijde van het Kosovo-conflict inderdaad op de hoog-
te van het feit dat deze clusterbommen werden ingezet.
Er werden evenwel geen Belgische F-16's ingezet om
dergelijke clusterbommen te droppen. België heeft hier-
over geen overleg gepleegd met andere NAVO-partners
en heeft unilateraal beslist deze wapens niet in te zetten.
Het internationaal humanitair recht bestaat deels uit een
aantal internationale instrumenten die niet noodzakelijk
alle NAVO-lidstaten op identieke wijze binden. Of een
lidstaat de toepassing van een of andere conventie in dit
domein aanvaardt, is een soevereine nationale beslis-
sing. De naleving van de voor die lidstaat geldende
internationale humanitaire rechtsregels door haar in
NAVO-verband opererende strijdkrachten is eveneens
een nationale verantwoordelijkheid. Een fundamentele
regel van dit recht die op alle staten zonder onderscheid
van toepassing is, betreft het verbod om burgers, en dus
a fortiori kinderen, aan te vallen. De door de NAVO
gebruikte wapens werden gekozen in functie van het
doelwit en met het oogmerk om de kans op onopzettelij-
ke schade te minimaliseren. Dat er bij een aanval op een
legitiem doelwit ongewild toch burgerslachtoffers zou-
den zijn gevallen, is daarom nog geen inbreuk op de
voornoemde fundamentele regel. Overigens stelde de
NAVO zich in het kader van haar humanitaire actie in
Joegoslavië onder andere tot doel die fundamentele
regel te eerbiedigen.
Aangezien bij de procueur van het internationaal tribu-
naal voor voormalig Joegoslavië door diverse instanties
werd aangedrongen op een onderzoek betreffende het
NAVO-optreden, meen ik dat het verkieselijk is het resul-
taat dienaangaande af te wachten. De procureur is
immers een orgaan dat in volledige onafhankelijkheid
zijn ambt uitoefent.
De heer Peter Vanhoutte (Agalev-Ecolo) : België beslis-
te unilateraal die wapens niet in te zetten. Dat is hoop-
gevend. Bedenkelijker is dat die wapens ook in stedelijk
gebied werden ingezet. Daarover zal het internationaal
gerechtshof oordelen. Nog meer moeite hebben wij met
de niet-eerbiediging van de regels van het internationaal
recht en de normverhouding tussen de ingezette midde-
len, zeker in stedelijk gebied, en het te bereiken doel.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
A
ANKOOP VAN
FLA-
VLIEGTUIGEN
Vraag van de heer John Spinnewyn tot de minister van
Landsverdediging over "de instapregeling voor aankoop
van twaalf FLA-vliegtuigen" (nr. 1451)
De heer John Spinnewyn (VL. BLOK) : In een toelichting
door het leger over het FLA-dossier kreeg de commissie
ad hoc Legeraankopen geen antwoord op een aantal
politieke vragen, die ik dan ook hier zal stellen. Twaalf
FLA-toestellen zouden voldoende zijn om te voorzien in
de huidige behoeften. Is deze aankoop gekoppeld aan
de aanschaf van gevechtsvliegtuigen ?
Stafchef Herteleer beweerde dat het JSF-dossier priori-
tair was op het FLA-dossier. Vrachtverkeer zou steeds
met charters kunnen worden uitgevoerd. Blijft de keuze
voor deze twee opties behouden ?
Minister André Flahaut (in het Nederlands) : Zoals de
toekomstige taakverdeling en het nastreven van comple-
mentariteit vandaag ingeschat kunnen worden in een
Europees kader, lijkt het waarschijnlijk dat, rekening
gehouden met een billijke intra-Europese burden-en
risksharing
en met de draagkracht van ons land, van
België steeds verwacht zal worden dat het zou bijdragen
tot beide componenten : de gevechtsvliegtuigen en de
transportvliegtuigen. (Verder in het Frans)
Minister André Flahaut (in het Frans) : De vergadering
van de commissie deze namiddag is bedoeld om de
stand van zaken op te maken in verband met de vervan-
ging van de F-16. Er zal geen enkele beslissing worden
genomen. Wij willen vooraf degelijk geïnformeerd zijn. Ik
zou niet willen dat aan het feit dat een bepaald punt op
de agenda staat een politieke interpretatie wordt gege-
ven.
De heer John Spinnewyn (VL. BLOK) : Ik was op het
ogenblik waarop ik mijn vraag indiende niet op de hoog-
te van de vergadering van de commissie Legeraankopen
deze namiddag, waarop de FLA-vliegtuigen aan bod zul-
len komen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
H
ULP VAN HET LEGER BIJ NATUURRAMPEN
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens tot de minister van
Landsverdediging over "het aandeel van het leger in de
bijstand aan de gemeenten bij natuurrampen" (nr. 1413).
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
Mevrouw Muriel Gerkens (Ecolo-Agalev) : Op 20 maart
jongstleden gaf de burgemeester van Bassenge, de heer
Hiance, voor de camera's uiting aan zijn verontwaardi-
ging over een factuur van 500.000 frank afkomstig van
het leger.
Minister André Flahaut (in het Frans) : De burgemeester
van Bitsingen houdt er vreemde gespreksmethodes op
na : hij schakelt onmiddellijk de RTBF en RTL in !
Mevrouw Muriel Gerkens (Ecolo-Agalev) : De bevolking
van Bitsingen is ongerust aangezien zij slechts over die
informatie beschikt. Kan u wat meer uitleg geven ?
Ik kan me natuurlijk niet aansluiten bij het argument van
de burgemeester dat het leger gratis helpt bij het her-
stellen van de schade in Frankrijk terwijl de Belgische
gemeenten voor die hulp moeten betalen.
Het zou echter interessant zijn te vernemen hoe die kos-
ten door de overheid worden ten laste genomen.
Minister André Flahaut (in het Frans) : Als men geen
inspanningen doet om Landsverdediging ten dienste te
stellen van degenen die dat nodig hebben, zal men nooit
de kloof tussen het leger en de bevolking kunnen dich-
ten.
De krijgsmacht ontvangt geregeld verzoeken van derden
om diverse prestaties ten voordele van die derden te
verrichten. Het leger kan ofwel op vrijwillige basis ofwel
op grond van wettelijke verplichtingen optreden. Die
prestaties kunnen diverse aspecten omvatten : vervoer
van personen en/of materiaal, uitlenen van materiaal, ter
beschikking stellen van installaties, diverse geniewerken,
hulpverlening in het kader van rampen,...
Inzake de prestaties voor derden zijn de wettelijke en
regelgevende grondslagen een begrotingsruiter van arti-
kel 2.16.16 van de wet houdende algemene uitgavenbe-
groting, het koninklijk besluit van 3 maart 1934 , het
algemeen order van 19 november 1998 en het tijdelijk
algemeen order van 17 december 1998.
In het kader van de prestaties voor derden is de algeme-
ne regel inzake de verrekening van de kosten dat totale
kosten die tijdens de uitvoering van een prestatie wer-
den gemaakt, door de derde moeten worden terugbe-
taald, zelfs wanneer men een beroep doet op de krijgs-
macht in geval van rampen. Men moet zich immers hou-
den aan het beginsel volgens welk men de particuliere
sector niet op een oneerlijke manier mag beconcurreren.
De voor derden betaalde bedragen zijn bestemd voor de
Rijksmiddelenbegroting.
Overeenkomstig de bestaande richtlijnen kan worden
afgeweken van de totale facturering als een derde daar-
toe een aanvraag tot de minister van Landsverdeding
richt. Onder bepaalde voorwaarden wordt dan een ver-
minderd tarief of helemaal niets aangerekend. Wanneer
de prestatie waarvoor een voordeeltarief wordt gevraagd
125.000 frank of meer kost, is het advies van de Finan-
ciële Inspectie van het ministerie van Landsverdeding
vereist. Als de prestatie duidelijk een humanitair of soci-
aal karakter hebben wordt het voordeeltarief meestal
toegestaan. Dat is ook het geval wanneer de prestatie
het imago van het leger kan verbeteren of een goede
oefening vormt die anders niet of alleen tegen een hoge-
re prijs kan worden uitgevoerd.
Wat de gemeente Bitsingen betreft, heeft de comman-
dant van het ITC me voorgesteld om op grond van de
bijzondere omstandigheden een uitzondering te maken
en niets aan te rekenen. De Financiële Inspectie heeft
daartegen geen bezwaar gemaakt. Gelet op de kostprijs
van de prestatie, moest ik de uiteindelijke beslissing
nemen.
JSF-
PROJECT
­ Vraag van de heer Dirk Van der Maelen tot de minister
van Landsverdediging over "het JSF-project" (nr. 1428)
­ Vraag van de heer Luc Sevenhans tot de minister van
Landsverdediging over "het JSF-project" (nr. 1495)
De heer Dirk Van der Maelen (SP) : Volgens de Ameri-
kaanse Rekenkamer is het technisch en financieel
onhaalbaar om in maart 2001 de constructiefase van de
Joint Strike Fighter (JSF) aan te vatten en dus ook om
contracten af te sluiten. Dat lazen we in De Morgen van
enkele dagen geleden. Indien de constructiefase wordt
aangevat met een onafgewerkt ontwerp zal dat techni-
sche risico's en extra kosten met zich meebrengen.
Bevestigt de minister de inhoud van het rapport ? Over
welke bijkomende informatie beschikt hij ? Waarom was
de luchtmacht, ondanks gesprekken met het Pentagon
en de ontwerpers, daarvan niet op de hoogte ? Ik ben
bang dat de luchtmacht niet de meest objectieve bron
van informatie is. Welke maatregelen zal de minister
nemen om zich in de toekomst vollediger te informeren ?
Ik reken op de minister om ons volledig te informeren
over de JSF, zowel over de positieve als over de negatie-
ve aspecten.
De heer Luc Sevenhans (VL. BLOK) : Enkele weken
geleden hebben een aantal kamerleden een bezoek
gebracht aan de Verenigde Staten. Bij navraag bleek het
BV 50
COM 166 ­ 04.04.2000
11
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
12
BV 50
COM 166 ­ 04.04.2000
om een privé-bezoek te gaan van zogenaamde defen-
siespecialisten van meerderheidspartijen. Achteraf leg-
den de VLD en de SP tegenstrijdige verklaringen hier-
over af. Het bleek om informatie te gaan waarover zelfs
de minister niet beschikte. Hier wordt duidelijk
gelobbyd !
Ik ben de manier van handelen in het JSF-project meer
dan beu. Er moet een einde komen aan alle vrijblijvende
uitspraken en diverse reisjes. Ik wil een andere klok lui-
den dan de heer Van der Maelen. Hij citeert voortdurend
uit De Morgen, ik raad hem aan ook eens De Standaard
te lezen.
Het JSF-dossier is niet zozeer een militaire kwestie als
wel een economische. Waarom wordt er nooit op gewe-
zen dat het om 3000 jobs in de luchtvaartsector gaat ?
Is het te verantwoorden dat België achterop zou blijven
in zo een belangrijk innoverend dossier ?
Ik wil ook verwijzen naar de overige F16-landen, zoals
Denemarken en Noorwegen. Ook bij deze landen pri-
meert immers het economische belang.
Minister André Flahaut (in het Frans) : Er bestaan zoveel
zaken op internet dat ik mij afvraag of er nog militaire
geheimen bestaan. Ik kan alle inlichtingen waarover ik
beschik ter beschikking van de commissie stellen.
De GAO is vol lof over de strategie voor de aankoop van
het programma die ertoe strekt het risico te beperken
door de technologie verder te ontwikkelen alvorens tot
de ontwikkelingsfase over te gaan, aangezien zij getuigt
van een nieuwe aanpak in vergelijking met de traditione-
le programma's waar het eindproduct en technologieën
gelijktijdig worden ontwikkeld. Door het risico te beper-
ken, zal men de kosten beter kunnen beheersen en het
tijdschema beter kunnen respecteren. (Verder in het
Nederlands)
De GAO meent dat met het huidige tijdschema acht geï-
dentificeerde kritieke technologieën onvoldoende ver
ontwikkeld zijn om deze fase met een aanvaardbaar risi-
co aan te vangen. Daarnaast heeft de Rekenkamer kri-
tiek geuit op het terugschroeven van het testvluchtpro-
gramma. De GAO raadt dan ook aan om de start van de
EMD-fase uit te stellen om de technologie tot rijpheid te
brengen.
Het gaat hier om een getuigenis over een voorlopig rap-
port, waarin het voorgeschreven antwoord van het
ministerie van Defensie nog niet is opgenomen. De com-
mentaar van de GAO lijkt mij vooral de timing te betref-
fen en niet het programma op zich.
Zoals u weet behoort België niet tot de landen die deel-
nemen aan de Concept Demonstration Phase. Gedetail-
leerde gegevens omtrent de vordering van het program-
ma, in het bijzonder omtrent de technologie-aspecten,
zijn dan ook niet beschikbaar voor de luchtmacht. (Ver-
der in het Frans)
De luchtmacht wordt niet op de hoogte gehouden van
de (technologische) voortgang van het programma.
De heer Dirk Van der Maelen (SP) : De heer Sevenhans
vertelt onwaarheden over het bezoek aan de VS. Een
delegatie ging op uitnodiging van de VS vergaderen over
het ESDI-project. In de marge daarvan hadden een aan-
tal delegatieleden privé-gesprekken met de directeur
van het JSF-project. Ik was daar niet bij, en daar prijs ik
me gelukkig om, zeker na lezing van het rapport van de
Amerikaanse Rekenkamer.
Ik zal het niet meer pikken dat we onvoldoende op de
hoogte worden gehouden van evoluties in dit dossier.
Als we in de toekomst nog iets per toeval vernemen, zal
ik daar een incident van maken.
De heer Luc Sevenhans (VL. BLOK) : Ik ben geen fas-
cist. Ik ben een democraat en een bewering van het
tegendeel neem ik van niemand, ook niet van de minis-
ter.
Minister André Flahaut (in het Frans) : Ik heb niemand
aangevallen. Als u zich aangesproken voelt, dan is dat
uw probleem. Ik heb enkel gepreciseerd dat ik even
sterk gekant ben tegen de lobby's als tegen de fascis-
ten.
De heer Luc Sevenhans (VL.BLOK) : Het rapport van de
Rekenkamer betrof inderdaad de timing. Aan het lobby-
werk in dit dossier moet een eind komen. Op dat punt
ga ik akkoord met de minister. Dit dossier verdient een
correct behandeling, los van politieke spelletjes.
Minister André Flahaut (in het Frans) : Ik herhaal dat het
dossier niet aan de orde is, ook al bijt de pers zich daar-
in vast. Als men mij vraagt om in deze commissie te ant-
woorden op grond van berichten die in de pers zijn ver-
schenen, vind ik dat het Parlement niet goed functio-
neert ! Ik hoef niet te antwoorden op een actualiteit die
buiten het Parlement om wordt geconstrueerd. Ik her-
haal het : dat punt is niet aan de orde !
De voorzitter : Het incident is gesloten.
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
B
EZOEKPROCEDURE VOOR MILITAIRE BASES
Vraag van de heer Peter Vanhoutte tot de minister van
Landsverdediging over "de procedure tot het bezoeken
van militaire bases" (nr. 1474)
De heer Peter Vanhoutte (Agalev-Ecolo) : Het huishou-
delijk reglement van de Kamer regelt het bezoek aan
militaire basissen door volksvertegenwoordigers, waarbij
wordt verwezen naar het militair reglement A4 artikel
62,b,3. Dit artikel bepaalt dat volksvertegenwoordigers
hiervoor over een speciale kaart moeten beschikken.
Het heeft trouwens heel wat tijd gekost om dit militair
reglement in handen te krijgen.
Aan welke vereisten dient een aanvraag voor een
bezoek te voldoen ? Op welke basis kan deze aanvraag
worden geweigerd ? Wat is het wettelijk statuut van het
militaire reglement A4 ? Wie stelt dat op ?
Minister André Flahaut (in het Nederlands) : Voor een
bezoek aan een militaire basis volstaat een eenvoudige
vraag van de voorzitter van de defensiecommissie aan
het kabinet van Landsverdediging. Het militair reglement
A4 wordt momenteel herzien. De kaart waarvan sprake
is, is niet meer vereist volgens het reglement IF5 para-
graaf 712.
In principe is de toegang tot elke militaire installatie toe-
gestaan met uitzondering van de beschermde zones.
Voor de toegang tot deze zones moet de bezoeker hou-
der zijn van de vereiste veiligheidsmachtiging, die alleen
kan worden afgegeven na een veiligheidsonderzoek. Om
redenen van openbare orde kan op basis van het
koninklijk besluit van 6 december 1987 de toegang wel
worden beperkt.
Het reglement A4 is een intern reglement. JSO-E is
belast met de herziening ervan en hoopt daar tegen 1
januari 2001 mee klaar te zijn. De minister van Landsver-
dediging moet dit ondertekenen. (Verder in het Frans)
Inzake Kleine Brogel heeft de eerste minister voorstellen
geformuleerd. Er staan dus dingen op stapel.
De heer Peter Vanhoutte (Agalev-Ecolo) : Wij zijn blij
met de herziening van het militair reglement A4.
De premier heeft verklaard dat hij twee soorten informa-
tie zal meedelen : informatie die niet openbaar mag wor-
den gemaakt en andere. Wat de eerste soort betreft blij-
ven wij op onze honger.
Wij zouden graag gebruik willen maken om ons recht om
militaire bases te bezoeken. Het militair reglement werd
steeds ingeroepen om ons de toegang tot Kleine Brogel
te ontzeggen. Wij gaan niet akkoord met de toepassing
van de wet van 1998 die de minister inroept.
Minister André Flahaut (in het Frans) : Ik ben voorstan-
der van meer transparantie in het leger. Ik dien me ech-
ter te houden aan bepaalde internationale regelgevingen
en akkoorden, waar enkel kan van worden afgeweken
mits de door het Parlement voorgeschreven regels wor-
den nageleefd.
De heer Peter Vanhoutte (Agalev-Ecolo) : Ik ben het niet
eens met die stelling. Een parlementslid moet verant-
woording afleggen tegenover de bevolking. Dat kan hij
maar doen als hij met openheid en transparantie wordt
geconfronteerd.
Minister André Flahaut (in het Frans) : De wijsheid
gebiedt dat men zich aansluit bij het voorstel van de eer-
ste minister. Dat beantwoordt namelijk aan uw wensen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
T
OEKOMST EN MIDDELEN VAN HET LEGER
Vraag van de heer Luc Sevenhans tot de minister van
Landsverdediging over "de toekomst en de middelen
van het leger" (nr. 1455)
De heer Luc Sevenhans (VL. BLOK) : Wij wachten vol
ongeduld op de beleidsnota van de minister. Zolang die
er niet is voelen andere regeringsleden zich geroepen
om daarover uitspraken te doen.
De commissie moet zich ernstig beraden over de toe-
komst van het leger. Het legerpersoneel voelt zich mis-
kend. In het regeerakkoord was men gewoon vergeten
dat er een leger was. Kan de minister op al deze levens-
belangrijke vragen zijn licht laten schijnen ?
Minister André Flahaut (in het Nederlands) : De heer
Spinnewyn stelde deze vraag al op 15 februari. De alge-
mene beleidsnota komt er na de nodige consultaties.
De regering zal toestemming geven voor een reeks pro-
jecten in 2000 in het kader van de investeringsplannen
op middellange en lange termijn. Die zullen de vertaling
zijn van de krachtlijnen van de beleidsnota.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
BV 50
COM 166 ­ 04.04.2000
13
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
14
BV 50
COM 166 ­ 04.04.2000
B
LOOTSTELLING VAN MILITAIREN AAN VERARMD URANIUM
­ Vraag van mevrouw Martine Dardenne tot de minister
van Landsverdediging over "de medische opvolging van
militairen die blootgesteld geweest zijn aan wapens met
verarmd uranium" (nr. 1490)
­ Vraag van de heer Peter Vanhoutte tot de minister van
Landsverdediging over "het gebruik van verarmd urani-
um tijdens buitenlandse missies" (nr. 1377)
Mevrouw Martine Dardenne (Ecolo-Agalev) : De Navo
heeft in Joegoslavië en in Kosovo wapens gebruikt die
verarmd uranium bevatten. De Navo heeft zelf erkend tij-
dens een honderdtal opdrachten in relatief uitgestrekte
gebieden wapens met verarmd uranium te hebben
gebruikt.
Welke veiligheidsmaatregelen worden genomen voor de
militairen die naar die gebieden worden gestuurd ?
Is er een specifieke medische voortgangscontrole voor
die militairen ? Zo ja, welke ? Zijn er aanwijzingen over
de risico's waaraan zij eventueel worden blootgesteld ?
Bij gebrek aan betrouwbaar resultaat op dit ogenblik, is
de medische controle ook daarop gericht wetende dat
bepaalde gevolgen van die wapens pas veel later wor-
den gevoeld ?
De heer Peter Vanhoutte (Agalev-Ecolo) : De heer Wau-
ters stelde hier al een vraag over en kreeg als antwoord
van de minister dat er geen gevaar was in de zones
waar de Belgische soldaten hun werkzaamheden moe-
ten uitvoeren. Werd dit onderzocht ? Bestaat daar een
NAVO-rapport over ? Zo ja, wat zijn de conclusies ?
Opnieuw stellen we een gebrek aan duidelijkheid en
transparantie vast inzake het gebruik van wapens door
de NAVO. Hier moet dringend iets aan worden gedaan.
Minister André Flahaut (in het Frans) : De partikels, die
enkele micrometer groot zijn en die ontstaan door het
smelten van het verarmd uranium op het ogenblik van
de inslag op de gepantserde voertuigen, hebben een
hoge densiteit. De dispersie blijft beperkt tot enkele tien-
tallen meter. De aan de inslag van lichte munitie te wijten
dispersie zal afhangen van de energie van de schok bij
de inslag en de weersomstandigheden, maar zal duide-
lijk onder de dispersie blijven die bij de ontploffing van
granaten wordt verwacht.
Voor de beslissing met betrekking tot de deelname van
onze krijgsmacht aan die taken werd genomen, heeft de
staf van de Medische Dienst, in nauw overleg met de
overige krijgsmachtonderdelen, een aantal maatregelen
getroffen. Alle maatregelen ter bescherming van onze
militairen tegen de mogelijke gevaren voor hun gezond-
heid werden dus genomen. Metingen hebben aange-
toond dat er in de Belgische sector in Kosovo geen ver-
hoogd risico met betrekking tot een blootstelling aan
verarmd uranium bestaat. Het is juist dat in onze sector
weinig bombardementen hebben plaatsgevonden.
In elk detachement wordt het personeel over de gevaren
en de preventiemaatregelen ingelicht. Tevens wordt aan-
gepast beschermingsmateriaal ter beschikking gesteld.
Teneinde elke toevallige besmetting van militairen te
kunnen opsporen worden urinemonsters genomen van
alle manschappen die aan de KFOR-opdrachten hebben
deelgenomen. Tot nu zijn al 1271 resultaten van analy-
ses van urinemonsters bekend. Zij zijn alle negatief,
behalve twee, waarvoor de resultaten net boven de mini-
male detectiewaarden liggen. Aanvullende analyses
moeten de werkelijke waarden aantonen en eventueel
de aanwezigheid van uranium aan het licht brengen.
Een contact-team heeft in de Belgische sector onder-
zoek verricht. Het gevaar werd als minimaal bestempeld.
In de sector werd geen verarmd uranium gebruikt. De
groep deskundigen vertrekt vandaag. en wij zouden op
het einde van deze week inlichtingen moeten krijgen.
Voorts zullen de militairen en hun familie via een gratis
oproepnummer antwoorden op hun vragen en medische
inlichtingen kunnen krijgen. Ik buig mij nog steeds over
het vraagstuk van de risico-verzekering voor de militai-
ren die op missie gestuurd worden. Eerlang zal een aan-
besteding uitgeschreven worden. In verband met de
inlichtingen voor de militairen bereiden wij een docu-
ment voor om het verband te leggen tussen de missie
en de negatieve gevolgen voor de gezondheid van de
militairen die naar huis teruggekeerd zijn.
Voorts moeten er maatregelen worden getroffen om na
te gaan of de betrokkenen goed geïnformeerd worden
en de controles wel degelijk worden uitgevoerd. Zowel
wat asbest als de vrijgekomen gassen betreft, moeten
de militairen ter plekke en hun gezin goed worden inge-
licht. Ten slotte moeten de militairen beter worden
omkaderd.
Mevrouw Martine Dardenne (Ecolo-Agalev) : Het ver-
heugt mij dat er maatregelen worden genomen. De ura-
niumdeeltjes zijn nogal zwaar, maar kunnen zich onder
bepaalde weersomstandigheden toch ver verplaatsen.
De bevolking is het zwaarst blootgesteld. Elk land is ver-
antwoordelijk voor de wapens die het vervaardigt.
Bovendien verbieden de internationale verdragen derge-
lijke wapens. België zou een voortrekkersrol kunnen
spelen door dat soort wapens effectief niet meer te
fabriceren.
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
De heer Peter Vanhoutte (Agalev-Ecolo) : Ik dank de
minister voor zijn uitgebreid antwoord en voor de maat-
regelen die hij al nam.
Er zouden met de NAVO correcte afspraken moeten
worden gemaakt over de informatieverstrekking na
afloop van een conflict, over de ingezette wapens en
hun risico's.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
­ De vergadering wordt gesloten om 12.25 uur.
BV 50
COM 166 ­ 04.04.2000
15
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
Drukkerij St-Luc · Nazareth · Tel 09/385 44 03