BV 50
COM 162
BV 50
COM 162
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
Beknopt Verslag
VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE COMMISSIE VOOR DE BINNENLANDSE ZAKEN,
DE ALGEMENE ZAKEN EN HET OPENBAAR AMBT
VAN
29 - 03 - 2000
ochtend
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
2
BV 50
COM 162 ­ 29.03.2000
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social-chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000
: Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
DOC 50 0000/000
: Document parlementaire de la 50e
het nummer en het volgnummer
législature, suivi du n° et du n° consécutif
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
: Questions et Réponses écrites
HA
: Handelingen (Integraal Verslag)
HA
: Annales (Compte Rendu Intégral)
BV
: Beknopt Verslag
CRA
: Compte Rendu Analytique
PLEN
: Plenum
PLEN
: Séance plénière
COM
: Commissievergadering
COM
: Réunion de commission
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Bestellingen :
Commandes :
Tel. : 02/549 81 60
Tél. : 02/549 81 60
Fax : 02/549 82 74
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
www.laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
BV 50
COM 162 ­ 29.03.2000
3
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
COMMISSIE VOOR DE BINNENLANDSE ZAKEN, DE ALGEMENE ZAKEN EN HET OPENBAAR AMBT ­ C 162
INTERPELLATIES EN VRAGEN
­ Interpellatie van de heer Jos Ansoms tot de minister van Binnenlandse Zaken over de rampge-
voeligheid van de Kennedytunnel te Antwerpen (nr. 292)
Sprekers : Jos Ansoms en Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
5
­ Interpellatie van de heer Hagen Goyvaerts tot de minister van Binnenlandse Zaken over het natio-
naal meetnet voor radioactiviteit (nr. 295)
Sprekers : Hagen Goyvaerts en Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
7
­ Vraag van de heer Daniël Vanpoucke tot de minister van Binnenlandse Zaken over de inkrimping
van de interventieploegen van de rijkswacht (nr. 1367)
Sprekers : Daniël Vanpoucke en Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
10
­ Vraag van mevrouw Simonne Creyf tot de minister van Binnenlandse Zaken over de veiligheid bij
voetbalwedstrijden (nr. 1390)
Sprekers : Simonne Creyf en Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
11
­ Vraag van de heer Daniël Vanpoucke tot de minister van Binnenlandse Zaken over de wijzigingen
aan de gemeente- en provinciekieswet (nr. 1393)
Sprekers : Daniël Vanpoucke en Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
12
­ Vraag van de heer Pieter De Crem tot de minister van Binnenlandse Zaken over de benoeming
van een adjunct-kabinetschef bij de NV ASTRID (nr. 1423)
Sprekers : Pieter De Crem en Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
13
­ Vraag van mevrouw Géraldine Pelzer-Salandra tot de minister van Binnenlandse Zaken over de
regularisatieaanvragen (nr. 1434)
Sprekers : Géraldine Pelzer-Salandra en Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
14
INHOUD
INTERPELLATIES EN VRAGEN
R
AMPGEVOELIGHEID VAN DE
K
ENNEDYTUNNEL TE
A
NTWERPEN
Interpellatie van de heer Jos Ansoms tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "het beleid van de overheid in
verband met de 'rampgevoeligheid' van de Kennedytun-
nel te Antwerpen" (nr. 292)
De heer Jos Ansoms (CVP) : Op 1 maart gebeurde het
zoveelste zware ongeval in de Kennedytunnel te Antwer-
pen, met 90 kilometer files als gevolg.
Wat zou er gebeuren als de Kennedytunnel voor enkele
weken of maanden zou moeten worden gesloten ?
Denkbeeldig is het niet. De Antwerpse ring is een draai-
schijf voor industrieel transport. Nergens rijden er zoveel
gevaarlijke transporten rond als op de Antwerpse ring.
De Kennedytunnel is niet ADR-bestendig. Niettegen-
staande gevaarlijke producten niet door de Kennedytun-
nel mogen worden vervoerd, gebeurt dit toch. Er is veel
te weinig controle. Zo dreigt dus ooit een ernstig onge-
val te gebeuren.
De overheid zou niet beschikken over een alternatief cir-
culatieplan. In ieder geval heeft men ook niet genoeg
signalisatie. In het provinciaal rampenplan staat niets
over een mogelijke probleemsituatie, bijvoorbeeld een
explosie in de Kennedytunnel.
De Kennedytunnel is ontoegankelijk voor transporten
van explosieve stoffen, volgens verkeersbord C24. Kan
de minister het gerucht bevestigen dat dit verbod regel-
matig wordt overtreden door te frauderen met de
benummering van de ADR-transporten ? Worden er
effectief controles uitgevoerd ? Zo ja, hoeveel en met
welk resultaat ? Of is de infrastructuur om te controleren
niet aanwezig ?
Heeft de rijkswacht er een beeld van hoe de verkeerscir-
culatie in de Antwerpse regio moet verlopen bij een
explosie in de Kennedytunnel waarbij het herstel van de
tunnel weken of maanden of misschien zelfs meer dan
een jaar zou duren ?
BV 50
COM 162 ­ 29.03.2000
5
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
COMMISSIE VOOR
DE BINNENLANDSE ZAKEN,
DE ALGEMENE ZAKEN
EN HET OPENBAAR AMBT
OPENBARE VERGADERING
WOENSDAG 29 MAART 2000
OCHTEND
VOORZITTER :
de heer
Paul TANT
De vergadering wordt geopend om 10.09 uur.
6
BV 50
COM 162 ­ 29.03.2000
Zijn er specifieke scenario's aanwezig voor een zware
ramp in de Kennedytunnel ? Welke acties zal de minister
ondernemen om te vermijden dat er nog ADR-transpor-
ten door de Kennedytunnel rijden ? Wat zal hij doen om
eventuele tekortkomingen weg te werken ?
Minister Antoine Duquesne (in het Nederlands) : Er
geldt geen algemeen verbod voor ADR-transport in de
Kennedytunnel. Dat verbod geldt enkel voor transport
van explosieven en andere stoffen met een laag vlam-
punt. Regelmatige overtredingen van deze regel werden
niet vastgesteld. In 1999 werden 7 frauduleuze benum-
meringen vastgesteld. Door het ministerie van Verkeer
en de provinciale verkeerseenheden worden geregeld
controles uitgevoerd. In 1998 werden 283 PV's opge-
steld,in 1999 waren het er 196. In de richting Gent wor-
den deze controles uitgevoerd op de parking van Krui-
beke, in de richting Antwerpen gebeuren de controles
selectief.
De sluiting van de tunnel is een verantwoordelijkheid van
de wegbeheerder. Hoe dan ook zal ik hierover contact
opnemen met de Vlaamse gewestminister voor Verkeer.
De laatste sluiting van de tunnel was in 1989. Er bestaan
omleidingsmogelijkheden onder meer via de A-12.
­ Voorzitter : de heer Denis D'hondt
Na de ramp in de Mont Blanc-tunnel heeft mijn admini-
stratie de provinciegouverneurs gevraagd om een over-
zicht van de noodmaatregelen bij dergelijke rampen.
Tot op heden werd ervan uitgegaan dat de bestaande
maatregelen en rampenplannen voldeden, ook voor inci-
denten in een tunnel. Daarbij moet men ook oog hebben
voor de neveneffecten zoals de verkeersproblemen. De
bestaande scenario's zullen worden geëvalueerd.
Nadien zal eventueel aan een verfijning worden gedacht.
De heer Jos Ansoms (CVP) : De minister heeft enkele
concrete antwoorden en enkele cijfers gegeven, maar ze
klinken niet erg overtuigend, omdat de controles niet in
verhouding staan tot de omvang van de verkeersstro-
men.
De controle wordt extra moeilijk door het feit dat sommi-
ge ADR-transporten snel door de tunnel mogen. Dat
maakt ook fraude gemakkelijker.
Er is dus geen verkeerscirculatieplan op dit ogenblik. Ik
wil de regering aansporen tot een actiever optreden en
dien dus een motie van aanbeveling in, waarin de vraag
wordt geformuleerd om de onderzoeken of het niet beter
is om alle ADR-transporten te verbieden in de Kennedy-
tunnel.
Ten tweede vraag ik dat de politiediensten opdracht
zouden krijgen om meer controles uit te oefenen. Ik
vraag ook om bij het provinciebestuur aan te dringen op
een aanpassing van het rampenplan en bij het Vlaams
Gewest op een alternatief circulatieplan. Ook vraag ik
dat de minister op de eerstvolgende interministeriële
werkgroep voor verkeer en infrastructuur bij zijn Vlaamse
collega zou aandringen op de nodige maatregelen in
verband met omleiding van ADR-transporten, elektroni-
sche gestuurde signalisatie en alternatieve routes.
Minister Antoine Duquesne (in het Frans) : Die cijfers
werden mij door de betrokken diensten meegedeeld, en
ik zie geen enkele reden waarom ze ter discussie zou-
den worden gesteld. Ik zal echter vragen om de contro-
les op te voeren teneinde de geldigheid van de cijfers te
bevestigen.
Ik zou het op prijs stellen mocht u mij de voorstellen
waarvan u gewag heeft gemaakt, bezorgen, zodat ik ze
kan laten onderzoeken. In die aangelegenheid moet men
de kloof meerderheid-oppositie overstijgen ; het gaat
hier immers om de veiligheid.
Ik heb de gouverneur gevraagd opnieuw de situatie te
bekijken. Het ongeval in de Mont-Blanc-tunnel heeft
geleid tot nieuwe inzichten met betrekking tot ongeval-
len in tunnels. Ook met de mogelijke gevolgen voor de
mobiliteit moet rekening worden gehouden.
Ik zal de contacten dienaangaande tussen de federale
overheid en de Gewesten aanzwengelen zodat degelijke
oplossingen uit de bus komen.
Niemand heeft echter op een algemeen verbod van
ADR-voertuigen op die plaats aangedrongen. Men moet
de eisen op het stuk van de veiligheid en de overwegin-
gen met betrekking tot een normale activiteit in de regio
afwegen.
Ik zal uw voorstellen grondig onderzoeken en nagaan of
zij al niet door de betrokken diensten werden overwo-
gen.
Ik dank u voor al die inlichtingen.
De voorzitter : Ik heb twee moties ontvangen. Een
motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Jos
Ansoms (CVP) en luidt als volgt :
"De Kamer van Volksvertegenwoordigers,
­ gehoord de interpellatie op 28 maart in de Kamercom-
missie Binnenlandse Zaken, door de heer Jos Ansoms
gericht aan de heer A. Duquesne, minister van Binnen-
landse Zaken over het beleid van de overheid in verband
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
met de "rampgevoeligheid" van de Kennedytunnel te
Antwerpen ;
­ gelet op het antwoord van de minister ;
verzoekt de Regering :
­ te onderzoeken of niet de doorgang voor alle ADR-
transporten langs de Kennedytunnel verboden moet
worden, teneinde te vermijden dat gefraudeerd wordt
met de benummering van de ADR-transporten en risi-
co's met zulke transporten in deze tunnel zoveel moge-
lijk te voorkomen ;
­ opdracht te geven aan de politiediensten om, waar
mogelijk, voldoende controles op ADR-transporten uit te
voeren ;
­ aan te dringen bij het provinciebestuur van Antwerpen
om in het provinciaal rampenplan een scenario uit te
werken dat een antwoord inzake onmiddellijke hulpver-
lening moet bieden op een ramp met een explosief
transport in de Kennedytunnel ;
­ aan te dringen bij de bevoegde instanties om een
noodplan voor de verkeercirculatie in de Antwerpse
regio uit te werken ;
­ in de Interministeriële Conferentie voor Verkeer en
Infrastructuur aan te dringen op maatregelen vanwege
het Vlaams Gewest om
* het gebruik van Liefkenshoektunnel voor ADR-trans-
porten zo aantrekkelijk mogelijk te maken, bv. door de
afschaffing van de tunneltol voor alle ADR-transporten ;
* de Antwerpse ring en de verschillende toegangswegen
uit te rusten met elektronische gestuurde signalisatiesys-
temen, teneinde bij ernstige ongevallen onmiddellijk het
alternatief verkeerscirculatieplan in voege te doen
treden ;
* zo snel mogelijk een definitieve beslissing te nemen
omtrent de sluiting van de kleine Ring, de zogenaamde
vierde Scheldeoeververbinding."
De eenvoudige motie werd ondertekend door de heren
François-Xavier de Donnéa (PRL FDF MCC), Tony Smets
(VLD), Denis D'hondt (PRL FDF MCC), André Frédéric
(SP) en mevrouw Kristien Grauwels (Agalev-Ecolo).
Over beide moties zal in een volgende plenaire vergade-
ring worden gestemd.
De bespreking is gesloten.
N
ATIONAAL MEETNET VOOR RADIOACTIVITEIT
Interpellatie van de heer Hagen Goyvaerts tot de minister
van Binnenlandse Zaken over "het falen van het nationaal
meetnet voor radioactiviteit (nr. 295)
De heer Hagen Goyvaerts (VL. BLOK) : Het antwoord
dat ik voordien heb gekregen op vragen aangaande het-
zelfde onderwerp, voldeden niet. Op 22 maart werd
beslist om een regeringscommissaris aan te stellen om
het probleem te onderzoeken en controle uit te oefenen.
Dit betekent dat de ministers onderkennen dat er effec-
tief een probleem is.
Na de ramp in Tsjernobyl, in 1986 hebben de meeste
landen maatregelen genomen om het meetnet voor
radioactiviteit aan te passen of een nieuw netwerk te
installeren. België was één van de laatste landen die
daarvan werk maakte. Sinds de aanvang van het project
zijn er reeds verscheidene ministers de revue gepas-
seerd en dit is waarschijnlijk de reden waarom het dos-
sier zoveel vertraging heeft opgelopen.
Te Fleurus bestaat er een kleiner netwerk, IRE, dat reeds
veel langer operationeel is dan Telerad en nog steeds
zonder enig probleem functioneert. De millenniumgang
verliep vlekkeloos. Hetzelfde geldt voor het SCK te Mol.
Alle problemen die ontstaan zijn betreffende Telerad zor-
gen voor heel wat frustraties bij deze twee diensten.
De eerste minister verklaarde dat België zonder enig
probleem de overgang naar het jaar 2000 lukte. Niette-
min was de minister van Binnenlandse Zaken op dat
moment op de hoogte van de problemen bij Telerad.
Hebben bepaalde vaste meetpunten voor radioactiviteit
een dysfunctie vertoond bij de overgang naar het jaar
2000 ? Welke meetpunten dienden te worden uitgescha-
keld ? Waren er ook problemen met de mobiele meet-
punten ? Wat is de situatie voor de meetpunten voor de
metrologische vectoren ?
Werden de diensten van de minister ingeschakeld bij het
uitvoeren van simulatietesten op de computerinfrastruc-
tuur voor het ophalen van de gegevens in de verschillen-
de meetpunten, evenals van de testen voor de verdere
verwerking van de meetgegevens voor het diffusiemodel
en de archivering ?
Kan de minister meer toelichting geven bij de jaarlijkse
exploitatiekosten ? Wat zijn ondermeer de onderhouds-
kosten voor het operationeel houden van de
meetpunten ? Het millenniumbestendig maken van het
netwerk zou 80 miljoen bedragen ; 20 miljoen is reeds
toegewezen, maar wanneer zal de resterende som wor-
den toegewezen ? Welke garanties heefd de hoofdaan-
nemer gegeven ?
BV 50
COM 162 ­ 29.03.2000
7
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
8
BV 50
COM 162 ­ 29.03.2000
Wat is het doel van de aangekondigde audit ? Welke
diensten of experten worden hierbij betrokken ? Wat is
de stand van zaken inzake het voorzien van een publie-
ke toegang tot de meetgegevens ? Wat is momenteel de
personeelsbezetting ? Is dit voldoende ? Overweegt de
minister om bepaalde taken toe te wijzen aan het SCK te
Mol of het IRE te Fleurus in plaats van aan het Federaal
Agentschap voor de nucleaire controle (FANC) ? Wan-
neer zal het netwerk opnieuw volledig operationeel zijn ?
Minister Antoine Duquesne (in het Frans) : Na het onge-
luk in Harrisburg ontstond in 1982 het idee een nationaal
meetnet voor radioactiviteit op te zetten. Voorts werden
na de Tsjernobyl-ramp de risico's opnieuw geëvalueerd.
Dat leidde tot een aanpassing van de Telerad-doelstel-
lingen. Staatssecretaris Aerts en na hem mevrouw Smet
zorgden ervoor dat er schot in het dossier kwam. Op 13
maart 1992 kreeg Fabricom het contract voor de instal-
latie van het netwerk. Het bedrijf kreeg voor die
opdracht vier jaar maar liep twee jaar achterstand op.
De installatie was pas op 25 juni 1998 voltooid. Boven-
dien was de gebruikte informatica niet bestand tegen de
overgang op het jaar 2000.
De leverancier heeft vervolgens voorgesteld de informa-
tica aan te passen aan het jaar 2000 en ervoor te zorgen
dat de meetgegevens sneller naar het Federaal Reken-
centrum worden doorgezonden. Het materiaal was pas
een jaar opgeleverd. Niettemin vroeg de onderneming,
die ondertussen de deuren sloot, voor de aanpassing
51,5 miljoen, exclusief BTW.
De Ministerraad gaf op 29 juli 1999 zijn principeakkoord
voor de aanpassing maar besliste tegelijkertijd een inter-
kabinettenwerkgroep op te richten. Die moest het sys-
teem laten doorlichten en onderzoek verrichten naar de
problemen bij het Federaal Agentschap voor nucleaire
controle (FANC).
Volgens het eerste juridische advies van het bestuur is
de datum waarop het jaar in vier cijfers moet worden
opgeslagen, nog niet door de rechtspraak vastgesteld.
De interkabinettenwerkgroep heeft de Ministerraad op
14 oktober 1999 voorgesteld de meest dringende aan-
passingen door te voeren. Zo zullen in de buurt van
nucleaire sites opnieuw de meetgegevens van de snuf-
felpalen automatisch worden doorgezonden naar het
Federale Rekencentrum. Die gegevens zullen ook
opnieuw manueel kunnen worden geraadpleegd.
Het voorstel werd aanvaard en de werkgroep heeft zijn
werkzaamheden met betrekking tot de omschrijving van
de audit voortgezet.
Een ontwerp-audit en een voorstel om een grondig
onderzoek naar de juridische aansprakelijkheid van de
leverancier te verrichten, werden voorgelegd aan de
Ministerraad van 22 maart jongstleden, die beide voor-
stellen heeft goedgekeurd.
De veiligheid van de bevolking staat voor de regering
centraal. De regering moet echter haar middelen als een
goede huisvader beheren en moet dus de zekerheid
hebben dat die in een doeltreffend instrument worden
geïnvesteerd. De kosten lopen immers op tot 600 mil-
joen.
Alle vaste snuffelpalen van het Telerad-meetnet zijn nor-
maal blijven functioneren sinds 1 januari 2000, met uit-
zondering van de drie spectro gamma-snuffelpalen die
op 31 december 1999 op aanbeveling van Fabricom bui-
ten werking werden gesteld. Die drie snuffelpalen, die te
Mol, Fleurus en in het Federaal Rekencentrum zijn geïn-
stalleerd, moeten in het kader van de overgang naar het
jaar 2000 worden aangepast. Dienaangaande heeft de
betrokken firma een offerte ingediend voor een bedrag
van 2.464.500 frank, ecxlusief BTW.
De twaalf mobiele snuffelpalen van het net zijn sinds 1
januari 2000 normaal blijven functioneren in stand alone.
Het is echter niet meer mogelijk de meetresultaten ervan
vanuit het Federaal Rekencentrum te raadplegen omdat
het computersysteem werd stilgelegd. Een aanpassing
van de apparatuur is echter noodzakelijk, en de betrok-
ken firma heeft dienaangaande een offerte ingediend
voor een bedrag van 296.000 frank, exclusief BTW.
Intussen kunnen de resultaten van die snuffelpalen ter
plaatse manueel worden afgelezen.
De meteorologische installaties blijven meetresultaten
doorspelen. Zij kunnen echter niet worden geraadpleegd
omdat het computersysteem werd stilgelegd. Ook de
SODAR-uitrusting die buiten werking werd gesteld ; zij
zou door de Telerad-operatoren kunnen worden aange-
past om in stand alone te functioneren, maar de meetre-
sultaten kunnen niet meer vanop afstand worden
geraadpleegd.
Zo nodig kunnen de meteorologische gegevens bij het
KMI en bij de kerncentrales, die ook over meteorologi-
sche installaties beschikken, worden verkregen.
Op 14 december 1999 zette de Dienst voor de bescher-
ming tegen ioniserende stralingen uiteen hoe de metin-
gen van de snuffelpalen manueel worden opgevraagd.
Vanaf 1 januari 2000 worden de gegevens van alle snuf-
felpalen van het federale meetnet Telerad afzonderlijk
vanuit het Federaal Rekencentrum opgevraagd. Dat
gebeurt met DCS-lijnen, DCS-modems, minipads en
draagbare PC's. Het onderzoek wordt uitgevoerd met
Procomm-plus software en met de door BAI-Berthold
ontwikkelde onderhoudssoftware.
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
Het manueel raadplegen was mogelijk omdat de klok
van de snuffelpalen en de informaticaprogramma's
waarmee de gegevens worden opgevraagd, niet met
elkaar zijn verbonden.
De jaarlijkse onderhoudskosten zijn als volgt gespreid :
onderhoud van de uitrusting en van het informaticasys-
teem door Fabricom : 35,5 miljoen ; technische bijstand
voor het preventief onderhoud van alle snuffelpalen,
behalve de mobiele, en van de meteorologische installa-
ties : 13,5 miljoen ; verbruikskosten : 21 miljoen. Het ver-
vangen van oud materieel, het onderhoud van de vier
paviljoenen en van het FRC en eventuele bijstand bij de
exploitatie werden in overweging genomen.
Deze laatste drie posten zijn op 10 miljoen geraamd ; de
laatste twee zijn er echter nooit gekomen. De minimu-
maanpassing met het oog op het toezicht op de vier
nucleaire sites bestaat uit : hardware van de FEP's en
Nano-Turbo's vervangen door systemen die met de pro-
blematiek van het jaar 2000 verenigbaar zijn ; de herzie-
ning van de gemeenschappelijke kenmerken van alle
protocollen van de soorten snuffelpalen van de toepas-
singssoftware naar de nieuwe systemen toe ; het
inschrijven in de FEP's van het beheer van de door de
snuffelpalen geregistreerde gegevens evenals het her-
vatten van de registratie door één FEP wanneer de
andere buiten werking is ; het uitwerken van het deel
protocol voor de communicatie tussen de FEP's en de
snuffelpalen aan de omheining ; het beheer van de tijde-
lijke synchronisatie van de snuffelpalen die aan de hek-
ken omheining zijn opgesteld ; aanleggen en in gebruik
nemen van de nieuwe uitrusting ; opleiding van het per-
soneel met het oog op het gebruik van de nieuwe uitrus-
ting ; functionele tests van het gebruik.
Het aangepaste tijdschema voor de werken dat door
Fabricom is overgezonden, wordt in vier grote luiken
onderverdeeld : bestellingen van het materieel, analyse,
programmatie, uitwerking : van 15 december 1999 tot
30 april 2000 ; integratietest door Fabricom : van 1 april
2000 tot 30 april 2000 ; installatie ter plaatse en tests
door Fabricom : van 1 mei 2000 tot 31 mei 2000 ; func-
tionele tests : van 1 juni 2000 tot 30 juni 2000.
De eerste resultaten zouden begin mei aanstaande
beschikbaar moeten zijn. Het mogelijke vervolg op deze
aanpassing in het houden van het geheel van de door de
Ministerraad van 29 juli onderzochte offerte voor een
bedrag van 51,5 miljoen, exclusief BTW, zal afhangen
van de besluiten van de doorlichting en van de juridische
studie. Een tijdschema en een bedrag voor deze tweede
fase zijn dus voorbarig. Overeenkomstig de reglemente-
ring over de overheidsopdrachten is een borgsom van 5
% van het bedrag van de opdracht door de aannemer
neergelegd bij de Deposito- en Consignatiekas als waar-
borg voor de goede uitvoering van de werken.
De audit zou moeten betrekking hebben op de basis-
principes alsook op de essentiële en secundaire functies
van het netwerk.
De interkabinettenwerkgroep is samengesteld uit verte-
genwoordigers van de eerste minister, de vice-premiers,
de ministers van Landsverdediging, Binnenlandse
Zaken, Openbaar Ambt, Volksgezondheid en de staats-
secretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling.
Die werkgroep heeft een technische werkgroep inge-
richt, bestaande uit deskundigen aangesteld door de
ministers van Binnenlandse Zaken, Volksgezondheid en
Arbeid en Tewerkstelling, met als eerste opdracht een
technisch mission statement voor Telerad uit te werken.
Op grond van het technisch advies heeft de werkgroep
een ontwerp van definitie van de opdracht van de audit
opgesteld. Dat voorstel werd op 22 maart 2000 door de
Ministerraad goedgekeurd.
Aan de hand Van de technische mission statement en
van de conclusies van de audit zullen een nieuw mission
statement
en een strategisch plan kunnen worden ont-
wikkeld.
Het openen van een website waar de burgers de resulta-
ten van de metingen kunnen raadplegen, werd al in het
verleden overwogen. Dat voornemen zal opnieuw in het
kader van de audit worden geëvalueerd.
Tot 31 december 1999 zorgden twee Nederlandstaligen,
een industrieel ingenieur en een gegradueerde, beiden
verbonden aan de DTVKI, samen met een parttime
Franstalige technicus van de DBIS ervoor dat Telerad
functioneerde. Het team van contractuelen stond onder
leiding van een statutaire, Franstalige industrieel ingeni-
eur van de DBIS. In het kader van de alternatieve maat-
regelen besliste de regering na de stillegging de ploeg
met vier uitzendkrachten uit te breiden. Het betrof twee
Nederlandstaligen en twee Franstaligen, die samen
instonden voor de manuele raadpleging van alle Belgi-
sche snuffelpalen. Om tot een optimale exploitatie te
komen moet in het team ook een informaticus die de
transmissiesystemen goed kent, worden opgenomen.
Pas als de conclusies van de audit bekend zijn en het
Federaal Agentschap voor nucleaire controle opnieuw
operationeel is, kan eventueel nieuw personeel in dienst
worden genomen. Zolang is het voorbarig inzake de
exploitatie van het netwerk maatregelen te nemen en
relaties met andere instellingen uit te bouwen. Het is ook
nog te vroeg om te zeggen wanneer en of naar het sys-
teem zoals het vóór 31 december 1999 bestond, wordt
teruggekeerd.
BV 50
COM 162 ­ 29.03.2000
9
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
10
BV 50
COM 162 ­ 29.03.2000
Ik ben me wel degelijk bewust van de noodzaak van het
net. Natuurlijk zal de audit onafhankelijk worden uitge-
voerd.
De noodplanning gaat uit van het early warning-principe.
Dat betekent dat degene die een nucleair risico veroor-
zaakt, elk incident, ook zonder externe radiologische
gevolgen, aan een aantal vooraf bepaalde autoriteiten
moet melden. Er bestaan zowel interne als externe con-
trolemechanismen.
De snuffelpalen in de omgeving van de nucleaire sites
moeten controleren of de gemelde radiologische
besmetting overeenstemt met de besmetting die zich
daadwerkelijk heeft voorgedaan. Op het tijdstip dat Tele-
rad de metingen verricht, moeten alle maatregelen om
de veiligheid van de bevolking te waarborgen, al geno-
men zijn.
Met de meetgegevens van Telerad kunnen de in het
kader van de noodplanning getroffen maatregelen wor-
den verfijnd en bijgesteld.
De heer Hagen Goyvaerts (VL. BLOK) : We kennen stil-
aan alle details van het dossier. Ik wil de minister verzoe-
ken om de resultaten van de audit aan ons te bezorgen.
Ik hoop dat de nodige middelen voor het volledig opera-
tioneel maken van het meetwerk zullen worden uitge-
trokken en opgenomen in de begroting 2000, binnen zes
maanden na de audit. Ik zal beide verzoeken in een
motie van aanbeveling overmaken.
Minister Antoine Duquesne (in het Frans) : Ik wil dat in
die zaak volledige klaarheid wordt geschapen. Zodra wij
over de besluiten van de audit zullen beschikken, zullen
de nodige middelen voor het verzekeren van de veilig-
heid tegen een redelijke kostprijs moeten worden vrijge-
maakt.
De voorzitter : Ik heb twee moties ontvangen. De motie
van aanbeveling werd ingediend door de heer Hagen
Goyvaerts (VL. BLOK) en luidt als volgt :
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van Hagen Goyvaerts,
gehoord het antwoord van de minister,
verzoekt de minister om de resultaten en de analyse van
de geplande audit van het meetnet kenbaar te maken
aan het parlement
verzoekt de minister de nodige financiële middelen vrij te
maken, desgevallend in samenspraak met andere
betrokken ministers, binnen de begroting 2000 om het
nationaal meetnet opnieuw voor 100 procent operatio-
neel te krijgen binnen een periode van 6 maanden na de
audit."
De eenvoudige motie werd ondertekend door de heren
Tony Smets (VLD), Denis D'hondt (PRL FDF MCC),
André Frédéric (SP), François-Xavier de Donnéa (PRL
FDF MCC) en mevrouw Kristien Grauwels (Agalev-
Ecolo).
Wij zullen later in plenaire zitting stemmen over beide
moties.
De bespreking is gesloten.
I
NKRIMPING VAN DE INTERVENTIEPLOEGEN VAN DE RIJKSWACHT
Vraag van de heer Daniël Vanpoucke tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de inkrimping van de bijstand-
en interventieploegen van de rijkswacht vanaf maart
2000 (nr. 1367)
De heer Daniël Vanpoucke (CVP) : Heel wat rijkswacht-
korpsen worden reeds vanaf 20 maart ter beschikking
gesteld van Euro 2000, omdat ze van dan af een specia-
le training krijgen. Daardoor worden de interventieploe-
gen verminderd en wel tot einde augustus. Dat betekent
onder meer dat het betrokken rijkswachtpersoneel niet
met verlof kan tot einde augustus. Daarom heb ik vol-
gende vragen.
Is de minister op de hoogte van de ingreep op de huidi-
ge inzet van personeel bij de rijkswacht in functie van de
voorbereidingen voor Euro 2000 ? Zo ja, wordt deze
maatregel, met name inkrimping van de bijstand ­ en
interventieploeg vanaf vandaag tot eind augustus, van
kracht voor alle rijkswachteenheden ?
Acht de minister dergelijke vermindering van personeels-
inzet wenselijk, zeker nu meer dan ooit op het belang
wordt gewezen van een interventieploeg die 24 uur op
24 uur ter beschikking staat van de burger ?
Zal de dienstverlening naar de bevolking toe niet onder
druk komen te staan door deze personeelsinkrimping tij-
dens interventies ? Welke garanties zal de minister bie-
den ?
Minister Antoine Duquesne (in het Nederlands) : Sinds
20 maart worden spotters, cicerones, spotterscoördina-
toren en begeleidingsofficieren gevormd. Vorming wordt
gegeven aan vijfen- dertig rijkswachters. Ze duurt negen
dagen. Deze personeelsleden zullen slechts worden
ingezet tijdens de periode van Euro 2000. Er is ook een
vorming van twee dagen voor die rijkswachters die
rechtstreeks betrokken worden bij Euro 2000. De vor-
ming is geïntegreerd in de jaarlijkse vorming en vermin-
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
dert dus de capaciteit van de eenheden niet. De dienst-
verlening aan de bevolking komt niet in het gedrang.
Tijdens Euro 2000 zullen de leden van de rijkswacht
geen verlof kunnen nemen en geen bijkomende overuren
kunnen recupereren.
Na Euro 2000 zal ­ van 1 juli tot 30 september ­ het
klassieke systeem gelden : de leden van de rijkswacht
kunnen hun verlof nemen, mits het aantal leden dat op
verlof gaat de 33 procent van het totale aantal in een
eenheid niet overschrijdt ; buiten die periode ligt de
grens op 25 procent. (Verder in het Frans)
Mijnheer de burgemeester de Donnéa, ik hoop dat de
Rode Duivels vanavond in uw stadion zullen winnen.
(Glimlachjes)
De heer Daniël Vanpoucke (CVP) : Ik dank de minister
voor zijn omstandig antwoord. Toch hebben bepaalde
gemeenten al van de rijkswacht te horen gekregen dat
de effectieven zullen worden verminderd.
Minister Antoine Duquesne (in het Nederlands) : Ik heb
de rijkswacht geraadpleegd vooraleer mijn antwoord op
te stellen. (Verder in het Frans)
De opleiding vindt plaats in het kader van de bestaande
opleidingen, en wat de dienstverlening aan de bevolking
betreft, zullen er geen problemen rijzen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
V
EILIGHEID BIJ VOETBALWEDSTRIJDEN
Vraag van mevrouw Simonne Creyf tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "het toepassingsgebied van de
wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij
voetbalwedstrijden (nr. 1390)
Mevrouw Simonne Creyf (CVP) : In de toelichting bij de
wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij
voetbalwedstrijden wordt, als voorbeeld van een natio-
nale voetbalwedstrijd, een bekerwedstrijd tussen een
ploeg van eerste en een van derde nationale afdeling
gegeven. Men zou daaruit kunnen afleiden dat enkel
bekerwedstrijden ressorteren onder het toepassingsge-
bied van de wet en dat de veiligheidsnormen opgeno-
men in het KB van 2 juni 1999 enkel moeten vervuld zijn
bij bekerwedstrijden tussen een ploeg van eerste en
derde nationale.
Anderzijds wordt in besprekingen van het wetsontwerp
uitdrukkelijk vermeld dat ook de vriendschappelijke
voorbereidende wedstrijden onder de bepalingen van de
voornoemde wet ressorteren. Dit betekent dat de kleine-
re clubs zware investeringen zullen moeten doen om aan
de veiligheidsnormen te voldoen.
Kan de minister een omschrijving geven van wat nu
moet worden verstaan onder de notie "nationale voet-
balwedstrijd" ? Ressorteren onder de omschrijving,
zoals voorzien in de wet, ook de wedstrijden die vriend-
schappelijk worden gehouden tussen een ploeg van eer-
ste en een ploeg van derde nationale afdeling ? Betreft
het daarentegen enkel bekerwedstrijden ?
Indien de wet en het KB ook van toepassing zijn op de
vriendschappelijke wedstrijden tussen beide ploegen,
wordt dit dan niet onmogelijk gelet op de zware verplich-
tingen die het KB oplegt aan de kleinere clubs ? Wat is
het oordeel van de minister ?
Kunnen er voor dergelijke wedstrijden die louter vriend-
schappelijk zijn geen uitzonderingen worden voorzien op
het vlak van de te nemen veiligheidsmaatregelen ? Zo ja,
welke uitzonderingen ? Hoe kunnen deze uitzonderingen
worden aangevraagd ?
Minister Antoine Duquesne (in het Nederlands) : Artikel
2, 2
e
van de voetbalwet definieert een nationale voetbal-
wedstrijd als "een voetbalwedstrijd waaraan ten minste
één club uit een van de hoogste twee nationale afdelin-
gen deelneemt". In de memorie van toelichting wordt
geen onderscheid gemaakt tussen competitiewedstrij-
den en vriendschappelijke wedstrijden. Een bekerwed-
strijd tussen een ploeg van eerste en een ploeg van
derde nationale kan onder toepassing van deze wet val-
len, maar de bijzondere verplichtingen ten aanzien van
de organisatoren, artikel 5 en volgende van voetbalwet,
gelden niet voor de organisatoren die behoren tot de
derde nationale afdeling. Alleen de algemene bepalingen
gelden. Het gaat om artikel 3, dat de overeenkomst met
hulpdiensten en bestuurlijke en politieke overleden
regelt, artikel 4 dat slechts het gebruik toestaat van sta-
dions of delen van stadions die beantwoorden aan de
veiligheidsnormen en artikel 43 met betrekking tot het
meedelen van inlichtingen aan de organisatoren door de
politiediensten.
Het KB van 2 juni 1999 over de veiligheidsnormen is van
toepassing op alle voetbalstadions, maar het voorziet in
een aanpassing van de normen naar gelang van de aard
van het risico. Dit verklaart waarom alleen de maatrege-
len die de algemene veiligheid van de toeschouwers
beogen altijd van toepassing zijn. Normen in verband
met de strijd tegen het hooliganisme worden restructie-
ver toegepast.
De naleving van artikel 3 van de voetbalwet kan weinig
probleem opleveren. Afwijkingen van de veiligheidsnor-
BV 50
COM 162 ­ 29.03.2000
11
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
12
BV 50
COM 162 ­ 29.03.2000
men, behalve de algemene normen zoals het ARAB,
kunnen worden toegestaan als er voldoende garanties
zijn voor de veiligheid. Het gaat vooral om moeilijk op te
lossen infrastructurele problemen. Vooraleer die afwijkin-
gen toe te staan, kan ik inlichtingen inwinnen bij de
plaatselijke autoriteiten. (Verder in het Frans)
De veiligheid moet worden verzekerd ongeacht het
belang van de wedstrijd. Sommige maatregelen met het
oog op de bestrijding van het hooliganisme mogen niet
op plaatselijk niveau worden opgelegd. Daarom kunnen
afwijkingen, die zorgvuldig moeten worden geëvalueerd,
worden toegestaan.
Mevrouw Simonne Creyf (CVP) : De minister verklaart
dat het artikel 4 en het KB op alle wedstrijden van toe-
passing zijn. Heb ik dat goed begrepen ?
Minister Antoine Duquesne (in het Frans) : Dat geldt
voor alle wedstrijden, maar afwijkingen kunnen worden
toegestaan. Ik zal u de tekst van mijn antwoord bezor-
gen.
Mevrouw Simonne Creyf (CVP) : Het KB is van toepas-
sing sinds 1 juli 1999. Zijn er sindsdien afwijkingen aan-
gevraagd ? Indien ja, hoe gebeurt de controle daarop.
Sinds juli 1999 werden er verschillende weliswaar
vriendschappelijke wedstrijden georganiseerd zonder
dat de clubs de nodige aanpassingen hadden gedaan.
Hebben zij afwijkingen aangevraagd ?
Anderzijds hebben bepaalde grote clubs geweigerd om
wedstrijden te spelen tegen clubs die niet voldeden aan
de voorwaarden, opgenomen in het KB. Dit betekent dat
de voetbalsupporters het plezier van een wedstrijd ont-
zegd werd.
Minister Antoine Duquesne (in het Frans) : Er werden al
afwijkingen aangevraagd, en niet voor derdeklassewed-
strijden. Voor het overige zal ik u later schriftelijk ant-
woorden. Uw belangstelling voor voetbal verheugt mij,
maar inzake veiligheid moet men steeds naar een even-
wicht streven waardoor een voetbalwedstrijd een plezier
blijft. De maatregelen die wij noodgedwongen hebben
getroffen, moeten verhinderen dat dat plezier tijdens een
wedstrijd tussen bijvoorbeeld een eersteklasseploeg en
een derdeklasseploeg wordt bedorven. Zo'n wedstrijd
verloopt doorgaans probleemloos.
Mevrouw Simonne Creyf (CVP) : De minister heeft dui-
delijkheid verschaft. Ik vind het wel jammer dat de klei-
nere clubs ofwel zware investeringen zullen moeten
doen, ofwel geen wedstrijden met een ploeg van eerste
of tweede afdeling zullen kunnen organiseren.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
W
IJZIGINGEN AAN DE GEMEENTE
-
EN PROVINCIEKIESWET
Vraag van de heer Daniël Vanpoucke tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de aangekondigde wijzigingen
van de gemeente- en provinciekieswet" (nr. 1393)
De heer Daniël Vanpoucke (CVP) : In zijn beleidsnota
kondigde de minister wijzigingen aan van de gemeente-
en provinciekieswet. Intussen werd het aantal gemeen-
teraads- en provincieraadsleden al aangepast aan de
bevolkingscijfers. Op 18 november 1999 deelde de
minister in zijn beleidsnota mee dat er "weldra" ontwer-
pen zouden komen om het gewicht van de lijststem te
halveren. Op de Ministerraad van 4 februari werd een
voorontwerp in die zin goedgekeurd voor de verkiezing
van de federale kamers, de week daarna zou een voor-
ontwerp worden besproken met betrekking tot de
gemeente- en provincieraadsverkiezingen. De persme-
dedeling na de Ministerraad van 11 februari rept daar-
over echter met geen woord. Na de Ministerraad van 3
maart verklaarde de eerste minister dat overeenstem-
ming was bereikt over een grotere vertegenwoordiging
van vrouwen op de kieslijsten en dat hij de wetswijzigin-
gen daartoe liefst nog voor de gemeenteraadsverkiezin-
gen wilde doorvoeren. Er was ook nog een wijziging van
de volmachtregeling aangekondigd.
We zijn nog maar zes maanden verwijderd van de
gemeente- en provincieraadsverkiezingen. Zal het
gewicht van de lijststem tegen dan gehalveerd zijn ?
Wanneer wordt het ontwerp ingediend ? Zal de pariteit
tussen mannen en vrouwen nog vóór die verkiezingen
worden ingevoerd ? Wanneer zal het ontwerp worden
ingediend ? Zal de volmachtregeling nog vóór de
gemeenteraads- en provincieraadsverkiezingen worden
gewijzigd ? Wanneer wordt het ontwerp ingediend ?
Een praktisch puntje : Binnenlandse Zaken startte een
informatiecampagne om de EU-burger aan te sporen om
aan de gemeenteraadsverkiezingen deel te nemen. Op
de Website van het ministerie gebeurde dat in drie
landstalen, niet in het Engels. Kan dat ook niet in die taal
gebeuren ?
Minister Antoine Duquesne (in het Frans) : Daar ik voor-
stander ben van het gebruik van een zo groot mogelijk
aantal talen, verheugt het betoog van de heer Vanpouc-
ke mij. Ten behoeve van de Europese onderdanen werd
een brochure uitgegeven.
Uit de kennisgeving van de Ministerraad van 24 februari
2000, ter vervanging van die van 4 en 9 februari, blijkt
dat de regering het voorontwerp van wet dat ertoe strekt
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
het devolutieve effect van de lijststem te halveren en het
onderscheid tussen effectieve kandidaten en plaatsver-
vangers voor de verkiezingen van de federale wetgeven-
de Kamers af te schaffen, heeft goedgekeurd.
De regering besliste tevens het toepassingsgebied van
het ontwerp uit te breiden tot de verkiezingen voor het
Europees Parlement, voor de Raad van de Duitstalige
Gemeenschap en voor de provincie- en gemeenteraden.
De regering heeft mij opgedragen een voorontwerp van
wet op te stellen waardoor voor de verkiezingen van de
gewest- en gemeenschapsraden dezelfde bepalingen
gelden.
Het eerste van de twee bovenvermelde voorontwerpen
van wet werd op 22 februari jongstleden voor advies aan
de Raad van State voorgelegd. Ik verwacht dat advies in
de loop van de week van 3 tot 7 april, zodat het vooront-
werp aan de Ministerraad van 28 april kan worden voor-
gelegd.
Het voorontwerp, dat dezelfde bepalingen invoert voor
de gewest- en gemeenschapsverkiezingen, is klaar en
zal aan de Ministerraad van 5 april eerstkomend worden
voorgelegd.
Het antwoord op uw eerste vraag is ja. Het eerste van
de voorontwerpen waarvan sprake zal bij de Kamer wor-
den ingediend zodra het aan het advies van de Raad
van State is aangepast en het door de Ministerraad in
tweede lezing is goedgekeurd.
De besprekingen in de regering met betrekking tot de
pariteit van mannen en vrouwen op de kieslijsten zijn
nog altijd aan de gang. Komt er geen beslissing, dan
wordt de status quo gehandhaafd, wat betekent dat op
geen enkele lijst meer dan twee derde kandidaten van
hetzelfde geslacht mogen voorkomen.
Het wetsontwerp tot regeling van het stemrecht van in
het buitenland verblijvende Belgen voor de verkiezing
van de federale wetgevende Kamers voorziet in een ver-
soepeling van de stemming bij volmacht. Dat ontwerp
zal binnenkort aan de Ministerraad worden voorgelegd.
Ik overweeg geen wijziging van de stemming bij vol-
macht voor de provincieraads- en gemeenteraadsverkie-
zingen van 8 oktober 2000.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
B
ENOEMING VAN EEN ADJUNCT
-
KABINETCHEF BIJ DE
NV ASTRID
Vraag van de heer Pieter De Crem tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de benoeming van de
adjunct-kabinetschef van de minister van Binnenlandse
Zaken tot regeringscommissaris bij de naamloze ven-
nootschap van publiek recht ASTRID" (nr. 1423)
De heer Pieter De Crem (CVP) : In het Belgisch Staats-
blad
van 23 maart werd het benoemingsbesluit van de
adjunct-kabinetschef van de minister van Binnenlandse
Zaken tot regeringscommissaris bij de NV van publiek
recht ASTRID gepubliceerd. Voorheen werd de heer
Beyens eervol ontslagen uit dezelfde functie.
­ Voorzitter : de heer Tony Smets
Werd voor de vacature van regeringscommissaris bij de
naamloze vennootschap van publiek recht ASTRID een
oproep gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad ?
Aan welke kwaliteiten moesten de kandidaten beant-
woorden ?
Waarom werd precies de adjunct-kabinetschef van de
minister van Binnenlandse Zaken benoemd in de ver-
melde functie ?
Minister André Duquesne (in het Frans) : Artikel 17, § 2,
van de wet van 8 juni 1998 betreffende de radiocommu-
nicatie van de hulp- en veiligheidsdiensten bepaalt dat
"de regeringscommissarissen worden benoemd en ont-
slagen door de Koning. Één commissaris wordt
benoemd op voordracht van de minister van Binnen-
landse Zaken, de andere op voordracht van de minister
van Begroting." Overeenkomstig dat artikel, en mij base-
rend op de procedure die gevolgd werd voor de aanstel-
ling van de heer Beyens op die post, heb ik geen oproep
tot de kandidaatstelling in het Belgische Staatsblad laten
publiceren. Bovendien is die oproep strijdig met de uit-
geoefende functie : de regeringscommissaris is de man-
dataris van de minister binnen de vennootschap.
Mijn adjunct-kabinetschef beschikt over de nodige ken-
nis en ervaring om die opdracht uit te oefenen. Boven-
dien is hij in mijn kabinet als voorzitter van de piloot-
groep verantwoordelijk voor de implementatie van de
politiehervorming en leek hij mij de aangewezen persoon
om de opdracht van regeringscommissaris te vervullen.
Hij kan aldus de band tot stand brengen tussen de NV
ASTRID en de politiehervorming. Bovendien heeft die
voordracht mij de gelegenheid geboden het evenwicht
tussen beide regeringscommissarissen te herstellen,
aangezien de door de minister van Begroting aangestel-
de regeringscommissaris zijn huidige kabinetschef is.
De heer Pieter De Crem (CVP) : Voor ons zijn benoe-
mingen geen half probleem, zeker nu niet. Dit is een
puur staaltje van politieke benoeming oude stijl. Deze
regeringscommissaris komt zelfs niet uit de administra-
BV 50
COM 162 ­ 29.03.2000
13
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
14
BV 50
COM 162 ­ 29.03.2000
tie. Blijkbaar is alleen politieke betrouwbaarheid en niet
verdienste het criterium. De benoemde moet een willoos
uitvoerder zijn van het beleid van de minister.
Al tijdens de vorige regeerperiode hebben wij ons vanuit
de meerderheid verzet tegen de aanduiding van twee
regeringscommissarissen. De benoeming van de heer
Beyens hypothekeert de werking van de NV ASTRID.
Wij zullen deze zaak voor honderd procent blijven vol-
gen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
R
EGULARISATIEAANVRAGEN
Vraag van mevrouw Géraldine Pelzer-Salandra tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "de regularisatie-
aanvragen" (nr. 1434)
Mevrouw Géraldine Pelzer Salandra (Ecolo-Agalev) :
De pers heeft in verband met het aantal dossiers dat in
het kader van de regularisatieprocedure werd ingediend,
veel cijfers geciteerd. Uit die cijfers blijkt dat de operatie
die door de regering georganiseerd werd, een succes is
geweest. Hoeveel dossiers werden er officieel ingediend,
voor het hele land en per Gewest ? De verenigingen wil-
len die cijfers kennen.
Minister Antoine Duquesne (in het Frans) : Ik verheug
mij dat mevrouw Pelzer het succes bevestigt dat tot op
heden werd geboekt. Uit de statistieken die ik van de
Commissie voor de regularisaties gekregen heb, blijkt
dat 10.502 dossiers werden ingediend in het Vlaamse
Gewest, 11.464 in het Brusselse Gewest en 6.842 in het
Waalse Gewest.
In die statstieken wordt geen rekening gehouden met de
dossiers die in toepassing van artikel 9, alinea 3, werden
ingediend. Ik heb hier al de cijfers per provincie meege-
deeld. U kan over al die cijfers beschikken. De dossiers
werden ingediend door mensen van 140 verschillende
nationaliteiten. Congo en Marokko komen op de eerste
plaats.
De aanvragers zijn gemiddeld tussen dertig en veertig
jaar. Zestig procent zijn alleenstaanden. De aanvragen
werden ook uitgesplitst volgens het criterium waarop de
asielzoeker zich beriep. Ik stuur u binnenkort al die
gegevens door.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
­ De openbare vergadering wordt gesloten om 11.40
uur.
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
Drukkerij St-Luc · Nazareth · Tel 09/385 44 03