BV 50
COM 143
BV 50
COM 143
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
Beknopt Verslag
VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
VAN
14 - 03 - 2000
ochtend
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
2
BV 50
COM 143 ­ 14.03.2000
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social-chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000
: Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
DOC 50 0000/000
: Document parlementaire de la 50e
het nummer en het volgnummer
législature, suivi du n° et du n° consécutif
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
: Questions et Réponses écrites
HA
: Handelingen (Integraal Verslag)
HA
: Annales (Compte Rendu Intégral)
BV
: Beknopt Verslag
CRA
: Compte Rendu Analytique
PLEN
: Plenum
PLEN
: Séance plénière
COM
: Commissievergadering
COM
: Réunion de commission
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Bestellingen :
Commandes :
Tel. : 02/549 81 60
Tél. : 02/549 81 60
Fax : 02/549 82 74
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
www.laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
BV 50
COM 143 ­ 14.03.2000
3
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE ­ C 143
VRAGEN
­ van de heer Thierry Giet tot de minister van Justitie over de kerkelijke commissie betreffende
feiten van pedofilie (nr. 1204)
Sprekers : Thierry Giet en Marc Verwilghen, minister van Justitie
5
­ van de heer Bart Laeremans tot de minister van Justitie over een onderzoek naar de wanpraktij-
ken van de Iran (nr. 1256)
Sprekers : Bart Laeremans en Marc Verwilghen, minister van Justitie
6
­ van de heer Jean-Pierre Viseur tot de minister van Justitie over het piramidespel op Internet
(nr. 1263)
Sprekers : Jean-Pierre Viseur en Marc Verwilghen, minister van Justitie
7
­ van de heer Jo Vandeurzen tot de minister van Justitie over de strafuitvoering bij drugsverslaaf-
den (nr. 1243)
Sprekers : Jo Vandeurzen en Marc Verwilghen, minister van Justitie
8
­ van de heer Servais Verherstraeten tot de minister van Justitie over het beschikken van een GSM
in de gevangenis (nr. 1249)
Sprekers : Servais Verherstraeten en Marc Verwilghen, minister van Justitie
8
­ van de heer Servais Verherstraeten tot de minister van Justitie over de omgangsregeling met de
kinderen (nr. 1284)
Sprekers : Servais Verherstraeten en Marc Verwilghen, minister van Justitie
9
INHOUD
VRAGEN
D
OOR DE
K
ERK INGESTELDE COMMISSIE BETREFFENDE FEITEN
VAN PEDOFILIE
Vraag van de heer Thierry Giet tot de minister van Justi-
tie over "de commissie die door de Kerk wordt ingesteld
betreffende feiten van pedofilie" (nr. 1204)
De heer Thierry Giet (PS) : Mevrouw Herzet stelde in de
plenaire vergadering al een vraag over de oprichting van
een interdiocesane commissie die ermee wordt belast
klachten met betrekking tot feiten van pedofilie gepleegd
door leden van de clerus in de uitoefening van hun ambt
te onderzoeken.
Ik heb enkele bedenkingen bij de werking van die com-
missie. Er kunnen inderdaad juridische orden naast
elkaar bestaan. De katholieke Kerk, als instelling, kan
volkomen rechtmatig een disciplinair reglement voor
haar leden uitwerken. De aangelegenheid waarover het
hier gaat, bevindt zich echter op de grens van de kerke-
lijke orde en de staatsorde. Bij de gepleegde feiten zijn
kinderen betrokken, en die maken geen deel uit van de
katholieke Kerk.
Er rijzen vragen in verband met de gevaren van die
opsplitsing van bevoegdheden. Wat zijn de onderzoeks-
bevoegdheden van die commissie waarvan de bevoegd-
heden de bevoegdheid van de Kerk, als niet van de
Staat deel uitmakende instelling, overstijgen ? Valt niet
te vrezen voor het ontstaan van een parallelle justitie ?
Wat met het begrip "niet verlenen van hulp aan perso-
nen in nood" ? Die commissie zal aan de slag moeten
gaan voordat bij het parket een dossier wordt geopend.
Zal zij initiatieven kunnen nemen om iemand op te roe-
pen of te horen ?
Mag zonder voorafgaande klacht een vordering inge-
steld worden ? Zo ja, door wie ? Volgens de pers zou-
den in de commissie personen uit verscheidene
beroepskringen zitting nemen. Welke waarborg is er dat
die personen competent zijn ? Het is best mogelijk dat
de commissie feiten onderzoekt zonder ten aanzien van
de slachtoffers de vereiste maatregelen te nemen. Ik
vraag niet artikel 29 van het Wetboek van strafvordering
toe te passen, maar het niet-verlenen van bijstand aan
een persoon in nood moet als principe wél gehandhaafd
worden.
BV 50
COM 143 ­ 14.03.2000
5
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
COMMISSIE VOOR
DE JUSTITIE
OPENBARE VERGADERING
DINSDAG 14 MAART 2000
OCHTEND
VOORZITTER :
de heer
Fred ERDMAN
De vergadering wordt geopend om
10.24
uur.
6
BV 50
COM 143 ­ 14.03.2000
Welke waarborg is er dat de commissieleden competent
zijn ? Moeten de ouders vertrouwen stellen in de com-
missie ?
De commissie is een interne instelling van de katholieke
Kerk. Wij moeten er ons dus niet mee moeien. Ik verge-
lijk de commissie graag met Child Focus. Ook al is het
een particuliere organisatie, toch sloot Child Focus in het
kader van zijn professionele opdrachten een samenwer-
kingsakkoord met het College van procureurs-generaal,
dat deel uitmaakt van de staatsorde. Voorts moesten wij
bij wet de wijze regelen waarop Child Focus de bescher-
ming van de persoonlijke levenssfeer zou naleven.
Minister Marc Verwilghen (in het Frans) : Naast de ves-
tiging van contactpunten en de aanstelling van vertrou-
wenspersonen, kondigde monseigneur Danneels de
oprichting aan van een interdisciplinaire kerkelijke com-
missie die wordt belast met het kennis nemen en het
onderzoeken van de gevallen van seksueel misbruik
door geestelijken en met het opstellen van een verslag.
Niet alleen slachtoffers, maar ook de kerkelijke overhe-
den kunnen met klachten bij die commissie terecht.
Zal echter de burger als gevolg van de oprichting van
die commissie niet van de normale gerechtelijke proce-
dures afzien ? De strafprocedure schort het intern
onderzoek op.
Een andere vraag is of van de feiten aangifte dient te
worden gedaan bij het parket.
Ik zal daar nog zes punten aan toevoegen. De aard van
de onderzoeksbevoegdheden van de door de Kerk inge-
stelde commissie ressorteert niet onder mijn bevoegd-
heid. Het tuchtrechtelijk karakter van die commissie ver-
hindert dat zij in het vaarwater van het gerecht terecht-
komt. De bescherming van de personen blijft uiteraard
onverkort van toepassing en misdrijven zullen altijd
gerechtelijk vervolgd worden. De verplichting om het
parket in te lichten wanneer ernstige misdrijven vastge-
steld worden, blijft onverkort gelden.
De minister van Justitie mag zich niet uitspreken over
vereisten op het stuk van de bevoegdheden die binnen
interkerkelijke instanties van toepassing zijn.
De specifieke regels die binnen een organisatie gehan-
teerd worden, mogen er niet toe leiden dat de slacht-
offers, die geen vertrouwen hebben in de goede werking
van die organisatie, uitgesloten worden van de normale
rechtsbedeling die in dergelijke situaties is aangewezen.
Ik heb begrip voor de bekommernissen die mevrouw
Herzet en de heer Giet geuit hebben. Mijn kabinet heeft
met de kerkelijke autoriteiten contact opgenomen en om
de nodige inlichtingen verzocht. Ik stel voor het ant-
woord dat ik op mijn vraag zal krijgen, zo spoedig moge-
lijk aan de commissievoorzitter mee te delen. Daardoor
kan de discussie uitgeklaard worden.
De heer Thierry Giet (PS) : Wij zullen op die documen-
ten wachten.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
O
NDERZOEK NAAR WANPRAKTIJKEN IN
I
RAN
Vraag van de heer Bart Laeremans tot de minister van
Justitie over "het mogelijk gerechtelijk onderzoek naar de
wanpraktijken van de Iraanse overheid" (nr. 1256)
De heer Bart Laeremans (VL. BLOK) : Het onderzoek
van een Brusselse magistraat naar de folterpraktijken
van de Iraanse overheid doet in binnen- en buitenland
heel wat stof opwaaien. Tegen bepaalde dictatoriale
regimes uit het verleden en tegenover Oostenrijk nu
neemt men een stoere houding aan, maar tegenover
andere regimes is men heel wat dubbelzinniger. Om een
klacht in te dienen moet men zelfs niet in ons land ver-
blijven. Dan kunnen miljarden mensen klachten indienen.
Dit onderzoek schaadt het imago van ons land.
We hebben bovendien helemaal niet de macht en de
middelen om iets te ondernemen. Ik krijg de indruk dat
men, wat Buitenlandse Zaken nalaat te doen op het
diplomatieke vlak, naar de Justitie doorschuift.
Is een klacht tegen daders die niet op ons grondgebied
verblijven wel ontvankelijk ? Hoeveel klachten tegen bui-
tenlandse regimes en instanties werden sinds het aan-
treden van deze regering ingediend ? Beschikken onze
gerechtelijke diensten over voldoende documentatie,
mensen en middelen om de wanpraktijken van het Iraan-
se regime te onderzoeken ? Is het mogelijk dat een
rogatoire commissie naar Iran wordt gestuurd ? Wat zijn
de overlevingskansen van haar leden ? Worden zij verze-
kerd tegen langdurige opsluiting ? Hoeveel geld wil de
minister aan een dergelijk onderzoek besteden ? Waar
komt het vandaan ? Hoe zal de minister vermijden dat
alle mogelijke slachtoffers uit de hele wereld een beroep
zullen gaan doen op de Belgische justitie ? Of wil hij Bel-
gië laten fungeren als wereldgeweten ?
Minister Marc Verwilghen (in het Nederlands) : De wet-
gever heeft bedoeld dat dergelijke klachten ontvankelijk
zouden zijn. De onderzoeksrechter moet dat echter
onderzoeken en beoordelen. Het Belgisch Strafrecht laat
de extraterritoriale toepassing van de strafwet toe, spe-
cifiek sinds de wet van 10 februari 1999. Klachten met
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
betrekking tot de menselijkheid zijn dus ontvankelijk,
mits zij aan de vormvereisten voldoen.
Sinds het aantreden van deze regering werd slechts één
zo'n klacht neergelegd. De onderzoeksrechter moet oor-
delen of een onderzoek realistisch is inzake opportuniteit
en slaagkansen en of hij bevoegd is. Er is nog geen
rogatoire commissie naar Iran gestuurd. Zo'n commissie
houdt overigens slechts uitzonderlijk de verplaatsing van
personen in. Aangezien er geen verdrag bestaat tussen
Iran en België inzake rechtshulp, berust deze internatio-
nale rechtshulp op de reciprociteit.
De kosten van dit onderzoek vallen onder de gerechts-
kosten in strafzaken, zoals dit voor elk gerechtelijk
onderzoek het geval is. Niet elke klacht met burgerlijke
partijstelling wordt zomaar aanvaard.
Het Permanent Internationaal Strafhof zal in de toekomst
een belangrijke rol spelen met betrekking tot misdaden
tegen de menselijkheid. Zijn statuut zal binnenkort door
België worden geratificeerd.
De heer Bart Laeremans (VL. BLOK) : Het Internationaal
Strafhof bestaat nog niet. In afwachting kunnen we beter
ons internationaal imago intact houden door dat soort
onmogelijke rechtszaken te vermijden. Het verdient de
voorkeur om regimes zoals in Iran of Congo langs diplo-
matieke weg te laten weten dat hun praktijken ons niet
zinnen.
De voorzitter : We zullen dankzij de Senaat weldra de
gelegenheid hebben om ons over dat Internationaal
Strafhof uit te spreken.
Het incident is gesloten.
P
IRAMIDESPEL OP
I
NTERNET
Vraag van de heer Jean-Pierre Viseur tot de minister van
Justitie over "het piramidespel op Internet" (nr. 1263)
De heer Jean-Pierre Viseur (Ecolo-Agalev) : Het pirami-
despel is een geldspel waarbij de toekomstige leden een
bijdrage moeten betalen die de bestaande leden al heb-
ben betaald. Die bijdrage moet dus vermenigvuldigd
worden met het aantal nieuwe leden. In theorie recupe-
ren de nieuwe leden bij degenen die hen opvolgen, een
bedrag dat veel groter is dan hun inzet. Dat spel is ech-
ter in België verboden. Onlangs werd in een Antwerps
hotel waar zo'n spel werd georganiseerd, een inval
gedaan.
Het toeval wil dat mij dit weekend werd voorgesteld via
Internet aan een piramidespel deel te nemen.
Is dit spel ook op Internet verboden ? Hoe kan aan die
grensoverscheidende praktijken een einde gemaakt wor-
den ? Kan de bevolking op de gevaren van die oplich-
ting worden gewezen ?
Minister Marc Verwilghen (in het Frans) : Het piramide-
spel is geen kansspel en evenmin een in België verbo-
den spel. Het is oplichting zonder meer. Wie zich eraan
bezondigt, riskeert een gevangenisstraf van een maand
tot vijf jaar en een boete van 26 tot 3.000 frank overeen-
komstig artikel 496 van het Strafwetboek.
Het verspreiden van die berichten via het net vormt een
via Internet begane misdaad die waarschijnlijk onder de
toepassing zal vallen van de toekomstige wet over de
informaticacriminaliteit die op stapel staat. Dat gedrag is
in elk geval oplichting, en dus strafbaar.
Bij de gerechtelijke politie is een nationale eenheid ter
bestrijding van de informaticacriminaliteit opgericht. De
verbinding met de internetproviders verloopt langs een
contactpunt. Klachten in verband met kinderpornografie
worden momenteel aan dat contactpunt gemeld. Naar
verluidt is bij die dienst nog geen enkele klacht over het
piramidespel binnengekomen.
Men moet het mogelijk relatief succes van een dergelijk
systeem in de NCCU niet ontkennen. Op grond van de
ontvangen inlichtingen kan in België een onderzoek
ingesteld worden en kan proces-verbaal opgemaakt
worden wanneer de feiten in België gepleegd zijn. Als de
feiten in het buitenland gepleegd zijn, zal een internatio-
nale gerechtelijke samenwerking opgestart worden en
zou het proces-verbaal overgezonden moeten worden
aan de magistraat van het land waar het misdrijf heeft
plaatsgevonden. In dat geval is de kans klein dat er iets
wordt ondernomen, aangezien de regels inzake interna-
tionale samenwerking niet aan de internettechnologie
aangepast zijn.
Dat zal het geval zijn wanneer het slachtoffer Belg is en
in België werd benaderd. De Belgische rechter zou kun-
nen oordelen dat hij krachtens de alomtegenwoordig-
heidstheorie bevoegd is. De doeltreffendheid van de
sanctie zal relatief zijn, aangezien de dader van de
oplichting wel eens bij verstek zou kunnen worden ver-
oordeeld.
Het onderzoek te Antwerpen waarnaar u in uw vraag
verwijst, heeft betrekking op een internationale organisa-
tie die in diverse Europese landen en in Israël actief is.
Die organisatie was zinnens in ons land leden te werven.
Alle betrokkenen werden gehoord. Om met een geijkte
formule te besluiten zou ik zeggen dat het onderzoek
wordt voortgezet.
BV 50
COM 143 ­ 14.03.2000
7
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
8
BV 50
COM 143 ­ 14.03.2000
Inzake de mogelijke preventieve acties zou de minister
van Economie de consumenten kunnen sensibiliseren,
aangezien het om een commerciële onderneming gaat
die een vorm van oplichting is.
De heer Jean-Pierre Viseur (Ecolo-Agalev) : Ik dank de
minister voor zijn antwoord. Graag een schriftelijke
kopie.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
S
TRAFUITVOERING BIJ DRUGSVERSLAAFDEN
Vraag van de heer Jo Vandeurzen tot de minister van
Justitie over "de strafuitvoering bij drugsverslaafden" (nr.
1243)
De heer Jo Vandeurzen (CVP) : Om de overbevolking in
de gevangenissen op te lossen wil de minister drugsver-
slaafden die tot maximaal drie jaar gevangenis werden
veroordeeld, onder bepaalde voorwaarden vrijlaten. Eén
van de voorwaarden zou het volgen van een therapie
zijn.
Hoeveel personen zitten een gevangenisstraf uit wegens
bezit van drugs voor eigen gebruik ? Waarop baseert de
minister zich om veroordeelde drugsverslaafden vrij te
laten ? Welke voorwaarden wil de minister daaraan ver-
binden ? Wordt de maatregel retroactief toegepast ? Op
welke verslaafden is hij van toepassing ? Welke instan-
ties zijn bevoegd om de naleving van de voorwaarden
van de invrijheidsstelling te controleren ? Hoe is de
samenwerking tussen de VI-commissies en de hulpver-
lening geregeld ? Hoe kan de minister een sluitend toe-
zicht garanderen ?
Minister Marc Verwilghen (in het Nederlands) : De
maatregel met betrekking tot de voorlopige invrijheids-
stelling van bepaalde drugsverslaafde veroordeelden
wordt genomen omdat zij beter behandeld kunnen wor-
den buiten de gevangenis, met het oog op sociale reïn-
tegratie. Het gunstig effect op de overbevolking in de
gevangenissen is niet de reden van de maatregel.
De penitentiaire administratie beschikt helaas niet over
de gevraagde informatie met betrekking tot het aantal
drugsverslaafde en drugsgerelateerde veroordeelden die
in aanmerking komen.
Er zijn vijf voorwaarden verbonden aan de eventuele
invrijheidsstelling. Ten eerste heeft de veroordeelde een
straf voor drugsbezit en drugsgerelateerde feiten van
maximaal één jaar opgelopen. Ten tweede is er geen
strafzaak hangende. Bovendien is er geen sprake van
drugshandel in de gevangenis, is de veroordeelde niet
gestraft voor seksuele delinquentie en is er geen onder-
liggend agressieprobleem. Ten derde moet er een afbet-
alingensplan zijn voor de strafrechtelijke boete, de
gerechtskosten en de vergoeding aan de burgerlijke par-
tij. Ten vierde moet er een positief advies zijn van de
psychosociale dienst. Ten vijfde moet de betrokkene een
prestatiehulpverbintenis ondertekenen. Er worden dus
voldoende garanties ingebouwd.
De maatregel geldt voor elke veroordeelde die momen-
teel in de gevangenis zit en die aan de strikte eisen vol-
doet. De controle op de naleving van de voorwaarden
behoort toe aan de justitie-assistent en het parket.
Onder strikte voorwaarden zal de drughulpverlener
gegevens moeten doorgeven aan de justitie-assistent.
De commissies-VI komen niet tussen, aangezien deze
bevoegd zijn voor langere straffen.
De heer Jo Vandeurzen (CVP) : Waarom is er hierover
geen samenwerkingsakkoord met de Gemeenschap-
pen ? Veel hulpverleners worden overvallen met deze
problematiek.
Er blijft een probleem met betrekking tot het beroepsge-
heim. Een wettelijke regeling verdient de voorkeur boven
ad-hocafspraken.
Minister Marc Verwilghen (in het Nederlands) : Naar het
voorbeeld van de samenwerkingsakkoorden over sek-
suele delinquenten kan ook op dit vlak zoiets georgani-
seerd worden. Nu was er een duidelijke vraag vanop het
terrein, waarop ik wilde ingaan.
De problematiek van de wettelijke regeling is aan de
orde. Een duidelijke wettelijke regeling sluit elke discus-
sie uit.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
B
ESCHIKKEN OVER EEN
GSM
IN DE GEVANGENIS
Vraag van de heer Servais Verherstraeten tot de minister
van Justitie over "het beschikken van een GSM in de
gevangenis" (nr. 1249)
De heer Servais Verherstraeten (CVP) : Elke minister
wordt geconfronteerd met incidenten die zich binnen het
gevangeniswezen voordoen. Eén van de belangrijkste
gevangenen van ons land, de heer De Schutter bleek in
het bezit te zijn van twee GSM's. Er werd een gerechte-
lijk en een tuchtonderzoek geopend, maar kort nadien
bleek dat die gedetineerde opnieuw over een GSM
beschikte ! Het is duidelijk dat de gedetineerde via zijn
GSM contact had met een verdachte, mogelijk de
opdrachtgever voor de moord op veearts Van Noppen !
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
Sommige onderzoeksdaden en -pistes zullen daardoor
onmogelijk zijn.
Hoe is het mogelijk dat de bewuste gedetineerde
opnieuw over een GSM beschikte ? Hoe werd dit toestel
ontdekt ? Zijn er al resultaten van het gerechtelijk en het
tuchtonderzoek ? Wil men het penitentiair regime van De
Schutter en zijn handlanger wijzigen ? Wanneer komt er
in deze zaak een onderzoek ten gronde ?
Minister Marc Verwilghen (in het Nederlands) : De ont-
dekking van een GSM-toestel in Leuven Centraal
gebeurde na een grondig onderzoek door de directie. De
betrokkene heeft een speciaal veiliheidsregime. De
regionale directeur volgt het dossier op de voet.
De feiten maken het voorwerp uit van een gerechtelijk
onderzoek. Er zijn verschillende denksporen, maar uit-
sluitsel is er nog niet. Meer precieze antwoorden moet ik
u dan ook schuldig blijven.
De administratie overlegt eerstdaags met het Turnhoutse
gerecht om dit soort incidenten in de toekomst te vermij-
den.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
O
MGANGSREGELING MET DE KINDEREN
Vraag van de heer Servais Verherstraeten tot de minister
van Justitie over "de problematiek van de omgangsrege-
ling met de kinderen" (nr. 1284)
De heer Servais Verherstraeten (CVP) : Regelmatig zijn
er bij echtscheidingen klachten wegens het niet-respec-
teren van het recht op contact met de kinderen. Een
boycot van een rechtelijke beslissing inzake omgangsre-
geling is strafbaar. De wet op de strafbemiddeling kan
hier toegepast worden. In de arrondissement Hasselt en
Tongeren wordt doorverwezen naar het project Ouder-
schapsbemiddeling in Hasselt.
Bestaat er een overzicht van de bestaande projecten ?
Heeft de minister cijfers over het succes van die dos-
siers
? Kent hij het slaagpercentage van de
bemiddeling ? Ziet de minister andere alternatieven ?
Welke ? Beschikt de minister over voldoende middelen
voor de ouderschapsbemiddeling ? Maakt hij hiervan
een prioriteit ? Moeten er meer middelen voor worden
vrijgemaakt ? Wil de minister de bestaande projecten
uitbreiden ?
Minister Marc Verwilghen (in het Nederlands) : Het
thema is bijzonder actueel en belangrijk. Vandaar dat ik
het jammer vind, vijftien vragen op zo'n korte tijd te
moeten beantwoorden.
De heer Servais Verherstraeten (CVP) : Ik ga akkoord
met een uitstel van het antwoord tot een volgende com-
missievergadering.
Minister Marc Verwilghen (in het Nederlands) : Ik stel
voor alvast te beginnen met het antwoord dat mijn kabi-
net voorbereidde.
Het project Ouderschapsbemiddeling Hasselt valt onder
het project Neutrale Ontmoetingsruimtes, waarin het
omgangsrecht breed wordt benaderd en gerealiseerd
onder deskundige begeleiding. Gelijkaardige projecten
zijn er te Gent, Oudenaarde, Leuven, Aarlen, Etterbeek,
Koersel, Libramont, Bergen, Sainte-Ode en Doornik. Op
de internetsite van het ministerie van Justitie vindt u
meer details. Er zijn positieve evaluaties en binnenkort
wordt deze bemiddeling uitgebreid.
In Hasselt werden in 1999, honderddertig dossiers geo-
pend : dertig kwamen tot stand via bemiddeling, hon-
derd op vrijwillige basis. Andere cijfers laat ik opvragen
bij mijn administratie. Over de slaagpercentages is er
nog geen wetenschappelijk onderzoek. Over de alterna-
tieven buiten deze ouderschapssbegeleiding heb ik nog
geen gegevens. Dit onderzoek is immers te tijdrovend
voor de parketten. Er wordt wel een statistisch project
gestart door het parket-generaal. De evaluatie gebeurt
door de arrondissementele evaluatiecommissie, de
opvolgingscommissie en de dienst justitiehuizen.
Het doel is tot één neutrale ontmoetingsruimte te komen
per arrondissement. Daarvoor zijn inderdaad extra mid-
delen nodig. De werkingsmiddelen van het globaal plan
moeten desgevallend worden overgeheveld naar de
nationale subsidies van het KB van 6 oktober 1994. De
middelen die mijn departement ter beschikking zal stel-
len, hangen af van het overleg met de Gemeenschap-
pen.
De rol van de justitiehuizen is informatie. De coördinator
staat ook in voor de jaarlijkse evaluatie en de adviesver-
lening van het centraal bestuur.
De heer Sevais Verherstraeten (CVP) : Ik dank de
minister voor dit snelle antwoord. Ik zal met betrekking
tot de andere gegevens een schriftelijke vraag stellen.
Weet de minister al tot welke arrondissementen hij het
systeem zal uitbreiden ?
Minister Marc Verwilghen (in het Nederlands) : Ik heb
nog geen concrete arrondissementen aangeduid. Dat
kan pas als het overleg met de Gemeenschappen is
BV 50
COM 143 ­ 14.03.2000
9
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
10
BV 50
COM 143 ­ 14.03.2000
afgerond. Eerst moeten de noden op het terrein precies
bekend zijn. Wij willen immers de omgangsregeling zo
goed mogelijk laten slagen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
­ De openbare vergadering met vragen wordt gesloten
om 11.25 uur.
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
Drukkerij St-Luc · Nazareth · Tel 09/385 44 03