CRABV 50 COM 1049
CRABV 50 COM 1049
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
woensdag mercredi
02-04-2003 02-04-2003
10:20 uur
10:20 heures

KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 1049
02/04/2003
i


INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Olivier Chastel aan de minister
van Sociale Zaken en Pensioenen over "de
aanbeveling van het College van federale
ombudsmannen betreffende de toepassing van
het Handvest van de sociaal verzekerde op
bepaalde instellingen van sociale zekerheid"
(nr. B269)
1
Question de M. Olivier Chastel au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "la
recommandation du Collège des médiateurs
fédéraux concernant l'application de la Charte de
l'assuré social à certaines institutions de sécurité
sociale" (n° B269)
1
Sprekers:
Olivier Chastel, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Olivier Chastel, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele
aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over "het stijgend geneesmiddelenverbruik"
(nr. B242)
2
Question de Mme Annemie Van de Casteele au
ministre des Affaires sociales et des Pensions sur
"la consommation croissante de médicaments"
(n° B242)
2
Sprekers: Annemie Van de Casteele, Frank
Vandenbroucke
, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs: Annemie Van de Casteele, Frank
Vandenbroucke
, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de taalmutatie van dossiers van Nederlandstalige
inwoners uit faciliteitengemeenten in de Vlaamse
rand rond Brussel door de Rijksdienst voor
Kinderbijslag voor Werknemers of de
kinderbijslagfondsen" (nr. B280)
5
Question de Mme Simonne Creyf au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "la mutation
linguistique que l'Office national d'allocations
familiales pour travailleurs salariés ou les caisses
d'allocations familiales font subir aux dossiers
d'habitants néerlandophones des communes à
facilités de la périphérie flamande de Bruxelles"
(n° B280)
5
Sprekers:
Simonne Creyf, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Simonne Creyf, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"het managementplan van de FOD sociale
zekerheid" (nr. B285)
6
Question de M. Servais Verherstraeten au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "le plan
de management du SPF Sécurité Sociale"
(n° B285)
6
Sprekers: Servais Verherstraeten, Frank
Vandenbroucke
, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs: Servais Verherstraeten, Frank
Vandenbroucke
, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de minister
van Sociale Zaken en Pensioenen over "de acties
van de personeelsleden van de openbare
ziekenhuizen" (nr. B305)
7
Question de M. Jo Vandeurzen au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "les actions
des membres du personnel des hôpitaux publics"
(n° B305)
7
Sprekers:
Jo Vandeurzen, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Jo Vandeurzen, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de minister
van Sociale Zaken en Pensioenen over "de
universitaire bedden in algemene ziekenhuizen"
(nr. B306)
9
Question de M. Jo Vandeurzen au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "les lits
universitaires dans les hôpitaux généraux"
(n° B306)
9
Sprekers:
Jo Vandeurzen, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Jo Vandeurzen, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele
aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over "het KB van 21 december 2001 over de
9
Question de Mme Annemie Van de Casteele au
ministre des Affaires sociales et des Pensions sur
"l'arrêté royal du 21 décembre 2001 concernant la
9
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
02/04/2003
CRABV 50
COM 1049
ii
prijsverlaging van oude geneesmiddelen"
(nr. B337)
diminution des prix d'anciens médicaments"
(n° B337)
Sprekers: Annemie Van de Casteele, Frank
Vandenbroucke
, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs: Annemie Van de Casteele, Frank
Vandenbroucke
, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele
aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over "de toepassing van het koninklijk besluit van
29 maart 2002 met betrekking tot de verplichte
inning van de remgelden op terugbetaalde
geneesmiddelen" (nr. B343)
10
Question de Mme Annemie Van de Casteele au
ministre des Affaires sociales et des Pensions sur
"l'application de l'arrêté royal du 29 mars 2002
relatif à la perception obligatoire des tickets
modérateurs sur les médicaments remboursés"
(n° B343)
10
Sprekers: Annemie Van de Casteele, Frank
Vandenbroucke
, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs: Annemie Van de Casteele, Frank
Vandenbroucke
, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "SIS-kaarten voor Belgen in het
buitenland" (nr. B344)
11
Question de M. Jo Vandeurzen au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"les cartes SIS pour les Belges à l'étranger"
(n° B344)
11
Sprekers:
Jo Vandeurzen, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Jo Vandeurzen, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de diabetespas" (nr. B360)
12
Question de Mme Maggie De Block au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "le
passeport du diabète" (n° B360)
12
Sprekers:
Maggie De Block, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Maggie De Block, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Sociale Zaken en Pensioenen over "het
toezichtshonorarium bij bloedtransfusie" (nr. B377)
13
Question de Mme Trees Pieters au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "les
honoraires de surveillance pour transfusions
sanguines" (n° B377)
13
Sprekers:
Trees Pieters, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Trees Pieters, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties, belast met Middenstand, over "de
pensioenen van de zelfstandigen" (nr. B487)
15
Question de Mme Trees Pieters au ministre des
Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques, chargé des classes
moyennes sur "les pensions des indépendants"
(n° B487)
15
Sprekers:
Trees Pieters, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Trees Pieters, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Samengevoegde vragen van
16
Questions jointes de
16
- mevrouw Michèle Gilkinet aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "het
protocolakkoord over de ontwikkeling van de
geïntegreerde geestelijke gezondheidszorg"
(nr. B406)
16
- Mme Michèle Gilkinet au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "le protocole
d'accord sur le développement des soins intégrés
en santé mentale" (n° B406)
16
- de heer Daniel Bacquelaine aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "het ontwerp
van protocolakkoord over de ontwikkeling van
geïntegreerde geestelijke gezondheidszorg"
(nr. B500)
16
- M. Daniel Bacquelaine au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "le projet de
protocole l'accord sur le développement des soins
intégrés en santé mentale" (n° B500)
16
Sprekers: Michèle Gilkinet, voorzitter van de
ECOLO-AGALEV-fractie, Frank
Vandenbroucke
, minister van Sociale Zaken
Orateurs: Michèle Gilkinet, président du
groupe ECOLO-AGALEV, Frank
Vandenbroucke
, ministre des Affaires
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 1049
02/04/2003
iii
en Pensioenen
sociales et des Pensions
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de minister
van Sociale Zaken en Pensioenen over "de
indiciën die de RSZ hanteert bij het nemen van
een beslissing om het sociaal statuut van een
zelfstandige te betwisten voor de rechtbank"
(nr. B428)
18
Question de M. Jo Vandeurzen au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "les indices
sur lesquels se fonde l'ONSS pour décider de
contester le statut social d'un indépendant devant
le tribunal" (n° B428)
18
Sprekers:
Jo Vandeurzen, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Jo Vandeurzen, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van de heer Bernard Baille aan de minister
van Sociale Zaken en Pensioenen over "de
personeelsformatie van de sociale assistenten in
de openbare ziekenhuizen" (nr. B436)
19
Question de M. Bernard Baille au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "le cadre de
travail des assistants sociaux dans les hôpitaux
publics" (n° B436)
19
Sprekers:
Bernard Baille, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Bernard Baille, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de afwijkingen van de minimale arbeidsduur van
de deeltijdse werknemers, die is vastgesteld op
een derde van de voltijdse arbeidsduur" (nr. B458)
20
Question de Mme Colette Burgeon au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "les
dérogations à la limite minimale d'un tiers temps
des travailleurs à temps partiel" (n° B458)
20
Sprekers:
Colette Burgeon, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Colette Burgeon, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de behandeling van de huidziekte psoriasis in
dagbehandelingcentra" (nr. B475)
22
Question de Mme Magda De Meyer au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "le
traitement du psoriasis en centres de traitement
de jour" (n° B475)
22
Sprekers:
Magda De Meyer, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Magda De Meyer, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van mevrouw Marie-Thérèse Coenen aan
de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over "de toekenning van kinderbijslag aan
studenten die voor de derde keer herkansen"
(nr. B534)
23
Question de Mme Marie-Thérèse Coenen au
ministre des Affaires sociales et des Pensions sur
"l'attribution des allocations familiales aux
étudiants de 'troisième session'" (n° B534)
23
Sprekers: Marie-Thérèse Coenen, Frank
Vandenbroucke
, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs: Marie-Thérèse Coenen, Frank
Vandenbroucke
, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van mevrouw Marie-Thérèse Coenen aan
de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over "de inning van onverschuldigde bedragen
vooraleer de aanvraag werd onderzocht"
(nr. B535)
24
Question de Mme Marie-Thérèse Coenen au
ministre des Affaires sociales et des Pensions sur
"la perception de l'indu avant examen de la
requête" (n° B535)
24
Sprekers: Marie-Thérèse Coenen, Frank
Vandenbroucke
, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs: Marie-Thérèse Coenen, Frank
Vandenbroucke
, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 1049
02/04/2003
1


COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
van
WOENSDAG
02
APRIL
2003
10:20 uur
______
du
MERCREDI
02
AVRIL
2003
10:20 heures
______



De vergadering wordt geopend om 10.20 uur door
de heer Joos Wauters, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.20 heures par M. Joos
Wauters, président.
01 Vraag van de heer Olivier Chastel aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de aanbeveling van het College van federale
ombudsmannen betreffende de toepassing van
het Handvest van de sociaal verzekerde op
bepaalde instellingen van sociale zekerheid"
(nr. B269)
01 Question de M. Olivier Chastel au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "la
recommandation du Collège des médiateurs
fédéraux concernant l'application de la Charte de
l'assuré social à certaines institutions de sécurité
sociale" (n° B269)
01.01 Olivier Chastel (MR): In het verslag 2000
beveelt het College van federale ombudsmannen
aan de draagwijdte van artikel 2 van het Handvest
van de sociaal verzekerde uitgebreider toe te
lichten om te voorkomen dat de door de RSZ, het
RISVZ en de RSZPPO ontvangen bijdragen door
een te beperkte interpretatie worden uitgesloten.
Het Handvest van de sociaal verzekerde zou ook
kunnen worden toegepast op bepaalde instellingen
die momenteel buiten het toepassingsbereik ervan
vallen.

Wat is de minister van plan en wat is zijn standpunt
inzake deze aanbeveling?
01.01 Olivier Chastel (MR): Le rapport 2000 du
Collège des Médiateurs fédéraux recommande que
soit précisée la portée de l'article 2 de la Charte de
l'assuré social, afin d'éviter une lecture restrictive
qui exclut les cotisations perçues par l'ONSS,
l'INASTI et l'ONSSAPL. De même, la Charte de
l'Assuré social pourrait être rendue applicable à
certaines institutions qui sont actuellement exclues
de son champ d'application.


Quelles sont les intentions et la position du ministre
par rapport à cette recommandation ?
01.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Er moet inderdaad duidelijkheid
komen over de toepasbaarheid van het Handvest.
De bepaling die definieert wat moet verstaan
worden onder instellingen van sociale zekerheid ­
waarop het Handvest van toepassing is ­ is
inderdaad voor meerdere interpretaties vatbaar.
Regeringscommissaris Van Gool heeft de
werkgroep waarin de verschillende instellingen
vertegenwoordigd zijn de opdracht gegeven dit te
onderzoeken. Wanneer de resultaten van dit
onderzoek bekend zijn, zal nagegaan worden
welke initiatieven moeten genomen worden.
01.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): La clarté doit, en effet, être faite en ce
qui concerne l'applicabilité de la Charte. Il est exact
que la disposition qui définit ce qu'il faut entendre
par institutions de sécurité sociale, auxquelles
s'applique la Charte, peut être interprétée de
différentes façons. Mme Van Gool, commissaire du
gouvernement, a chargé le groupe de travail au
sein duquel les différentes institutions sont
représentées d'examiner cette question. Lorsque
les résultats de cette analyse seront connus, on
réfléchira aux initiatives qui devront être prises.
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
02/04/2003
CRABV 50
COM 1049
2
01.03 Olivier Chastel (MR): Het verheugt me dat
men de teksten op elkaar aan het afstemmen is.
01.03 Olivier Chastel (MR): Je me réjouis qu'on
soit au travail pour harmoniser les textes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele
aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "het stijgend
geneesmiddelenverbruik" (nr. B242)
02 Question de Mme Annemie Van de Casteele
au ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "la consommation croissante de
médicaments" (n° B242)
02.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Volgens persberichten zou het
geneesmiddelenverbruik alarmerend zijn
toegenomen. Het verbruik van terugbetaalde
geneesmiddelen in 2001 zou volgens RIZIV-cijfers
met 7 percent zijn gestegen. Volgens de
statistieken bij de begrotingscontrole 2002 stegen
de uitgaven voor geneesmiddelen afgeleverd in de
apotheken met 4,7 percent. Welke conclusies trekt
de minister daaruit voor 2003?



De statistieken van het RIZIV tonen een stijging
met 12 percent van de uitgaven voor
geneesmiddelen afgeleverd in de
ziekenhuisapotheken. Dit is weliswaar grotendeels
te wijten aan de aflevering aan niet-
gehospitaliseerden. De minister wil nog voor 18
mei een KB publiceren om het intramuraal
geneesmiddelenverbruik verder te forfaitariseren,
maar dat wordt geblokkeerd door het
Verzekeringscomité. Op welke groepen van
geneesmiddelen zal dit KB slaan? Werden alle
partijen over het KB geconsulteerd? Ontsnappen
die uitgaven voor aflevering aan niet-
gehospitaliseerden niet aan de
besparingsmaatregelen?



Het verbruik van cholesterolverlagende middelen
steeg met 20 percent. Wat is het remmend effect
van de controlemaatregelen voor hoofdstuk IV
geneesmiddelen? Ook het stijgend gebruik van
antidepressiva baart ons zorgen. Is een campagne
naar de voorschrijvers toe niet aangewezen?
02.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Selon
certains communiqués de presse, la consommation
de médicaments se serait accrue dans des
proportions alarmantes. D'après les chiffres de
l'INAMI, la consommation de médicaments
remboursés aurait augmenté de 7 %, en 2001. Et
les statistiques ont fait apparaître, lors du contrôle
budgétaire 2002, une croissance de 4,7 % des
dépenses pour les médicaments délivrés dans les
pharmacies. Quelles conclusions le ministre en tire-
t-il pour 2003 ?

Les statistiques de l'INAMI montrent une
augmentation de 12 % des dépenses de
médicaments délivrés dans les officines
hospitalières, augmentation qui est certes due en
grande partie à la délivrance de médicaments à des
patients non hospitalisés. Le ministre a l'intention
de faire publier avant le 18 mai un arrêté royal
visant à poursuivre la forfaitarisation de la
consommation intra-muros de médicaments, mais
ce projet est bloqué par le Comité de l'assurance. A
quelles catégories de médicaments cet arrêté royal
se rapportera-t-il ? Toutes les parties concernées
ont-elles été consultées au sujet de cet arrêté ?
Ces dépenses pour la délivrance de médicaments
à des patients non hospitalisés n'échappent-elles
pas aux mesures d'économie ?

La consommation de médicaments qui réduisent le
taux de cholestérol a augmenté de 20 %. Quel effet
de ralentissement les mesures de contrôle auront-
elles sur les médicaments du chapitre IV ? La
consommation grandissante d'antidépresseurs
nous préoccupe également. Ne serait-il pas
opportun de mener une campagne de
sensibilisation à ce problème à l'intention des
prescripteurs ?
02.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Het stijgingspercentage van 7
percent dat in sommige kranten werd vermeld, is
een interpretatie van de gegevens op de RIZIV-
webstek. Die gegevens kunnen echter niet zomaar
worden gebruikt om een procentuele evolutie over
verschillende jaren te berekenen. Elk jaar berekent
02.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): L'augmentation de 7 pour cent citée
dans certains journaux constitue une interprétation
des données publiées sur le site internet de
l'INAMI. Ces données ne peuvent être utilisées
sans plus pour calculer une évolution en
pourcentages sur plusieurs années. Chaque
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 1049
02/04/2003
3
het RIZIV daarvoor de zogenaamde farmaceutische
kengetallen, waarbij rekening wordt gehouden met
de methodologische wijzigingen en waarbij
voorafgaande jaren daaraan worden aangepast.
Hieruit blijkt dat in 2001 het volume aan
voorgeschreven terugbetaalbare geneesmiddelen
is gestegen met 3,9 percent. De hiermee
overeenstemmende uitgaven voor het RIZIV zijn
gestegen met 5,9 percent. Er is dus eerder een
vertraging in de groei, zowel van de uitgaven als in
het volume. Wereldwijd steeg het
geneesmiddelenverbruik echter met 8 percent, in
Nederland met 10,6 percent en in de VS met 12
percent.


De stijging van de uitgaven is aan meerdere
factoren te wijten: het verhoogd
geneesmiddelenverbruik, het terugbetaalbaar
maken van nieuwe geneesmiddelen en de
verschuiving naar duurdere geneesmiddelen. In de
toekomst zal het relatief aandeel van elk van die
factoren beter kunnen worden nagegaan via de
Farmanet-gegevens.
année, l'INAMI calcule les indicateurs
pharmaceutiques, en tenant compte des
modifications méthodologiques et en y adaptant les
années antérieures. Il ressort de ces calculs qu'en
2001, le volume des médicaments remboursables
prescrits a augmenté de 3,9 pour cent. Les
dépenses correspondantes de l'INAMI ont, quant à
elles, augmenté de 5,9 pour cent. On assiste donc
plutôt à un ralentissement qu'à une croissance, et
ce, tant des dépenses que du volume. A l'échelle
mondiale, la consommation de médicaments a
cependant augmenté de 8 pour cent. Les Pays-Bas
et les Etats-Unis ont enregistré une augmentation
de respectivement 10,6 et 12 pour cent.

L'augmentation des dépenses est due à plusieurs
facteurs : l'augmentation de la consommation de
médicaments, le remboursement de nouveaux
médicaments et un glissement vers des
médicaments plus chers. A l'avenir, la part relative
de chacun de ces facteurs pourra être déterminée
avec davantage de précision grâce aux données de
Pharmanet.
Niets laat toe te besluiten dat het referentiesysteem
een verschuiving geeft van goedkope generieken
naar andere, duurdere geneesmiddelen. In 2000
bedroeg het deel van de geneesmiddelen in het
referentiesysteem 27,09 percent en in 2001 25,91
percent. Of dit te danken is aan de
referentievergoeding of aan een evolutie van het
voorschrijfgedrag, moet verder worden onderzocht.



Het concept dat voorziet in een partiële
forfaitarisering van het intramuraal
geneesmiddelenverbruik moet niet voor 18 mei
rond zijn. Bedoeling is dat de betrokken
zorgverleners hierover discussiëren. De
geneesmiddelengroepen waarvoor in het
ziekenhuis na een chirurgische ingreep een
forfaitaire vergoeding wordt gepland zijn: antacida,
anti-ulcerosa, antithrombotica,
plasmavervangingsmiddelen, perfusievloeistoffen,
antibiotica, spierverslappers en pijnstillers.
Rien ne permet de conclure que le système de
référence occasionne un passage des
médicaments génériques bon marché aux
médicaments plus onéreux. En 2000, la part des
médicaments inscrits dans le système de référence
s'élevait à 27,09% et en 2001 à 25,91%. Quant à
savoir si cette baisse résulte du remboursement de
référence ou d'une évolution du comportement
prescripteur, une étude doit encore être menée à
ce propos.

Le concept de la forfaitarisation partielle de la
consommation de médicaments dans les hôpitaux
ne doit pas être défini avant le 18 mai. L'objectif est
que les prestataires de soins concernés en
discutent. Les groupes de médicaments
administrés à l'hôpital après une intervention
chirurgicale qui devraient bénéficier d'un
remboursement forfaitaire sont les suivants : les
antacides, les anti-ulcères, les antithrombotiques,
les succédanés du plasma, les liquides pour
perfusion, les antibiotiques, les paralysants
musculaires et les anti-douleurs.
De geneesmiddelen die door de
ziekenhuisapotheken worden afgeleverd aan
ambulante patiënten ontsnappen niet aan de
besparingsmaatregelen. Ook hier wordt het
referentiesysteem toegepast.

De stijging van het aantal voorgeschreven doses
atorvastatine is ongeveer gelijklopend met die van
andere statines. Zeker niet alle patiënten die voor
Les médicaments délivrés aux patients
ambulatoires par les pharmacies d'hôpitaux
n'échappent pas aux mesures d'économie. Le
système de référence est également appliqué en
l'occurrence.

L'augmentation du nombre de doses d'atorvastatine
prescrites coïncide approximativement avec celle
d'autres statines. Tous les patients qui entrent en
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
02/04/2003
CRABV 50
COM 1049
4
terugbetaling in aanmerking komen, krijgen ook
effectief een dergelijk cholesterolverlagend middel
voorgeschreven. Hoofdstuk IV van de
reglementering heeft niet zozeer een besparing tot
doel als wel een streven naar een grotere
doelmatigheid. De terugbetalingscriteria voor
statines zullen trouwens op basis van de huidige
medische praktijkrichtlijnen worden aangepast.


We overwegen tal van maatregelen om een
ongepast verbruik te doen dalen: responsabilisering
van de voorschrijver, afspraken met de industrie en
diverse informatiecampagnes. Een initiatief rond
antidepressiva is nog niet gepland. De nationale
raad voor kwaliteitspromotie moet hierover een
beslissing nemen.
ligne de compte pour un remboursement ne se
voient pas effectivement prescrire un tel
médicament hypocholestérolémiant, loin s'en faut.
Le chapitre IV de la réglementation n'a pas tant
pour objectif la réalisation d'économies que le
souhait d'une efficacité accrue. Les critères de
remboursement pour les statines seront d'ailleurs
adaptés sur la base des directives de pratique
médicale actuelles.

Nous envisageons de nombreuses mesures pour
faire diminuer l'usage inapproprié: la
responsabilisation du prescripteur, des accords
avec l'industrie et diverses campagnes
d'information. Aucune initiative n'a encore été
prévue concernant les antidépresseurs. Le Conseil
national pour la promotion de la qualité doit prendre
une décision à cet égard.
02.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID): De
stijging van het geneesmiddelenverbruik in België is
dus relatief. Alle maatregelen genomen om het
budget onder controle te houden moeten
voortdurend op hun merites worden gecontroleerd.
Ik ben blij met het overleg over het intramurale
forfait. Ik meen dat bijkomende studies nodig zijn in
verband met de doeltreffendheid van de
cholesterolverlagers en hoop dat een
informatiecampagne over antidepressiva op touw
wordt gezet.
02.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
L'augmentation de la consommation de
médicaments en Belgique est donc relative. Toutes
les mesures prises pour éviter les dérapages
budgétaires doivent continuellement être contrôlées
en fonction de leurs mérites. Je me réjouis de la
concertation sur le forfait intra muros. J'estime que
des études supplémentaires sont nécessaires
concernant l'efficacité des hypocholestérolémiants
et j'espère qu'une campagne d'information sur les
antidépresseurs sera mise sur pied.
Ondertussen hebben we vernomen dat het budget
voor gezondheidszorg in 2002 binnen het
geraamde budget is gebleven en dat er zelfs een
klein overschot is dat aan de mutualiteiten
overgemaakt is.
Dans l'intervalle, nous avons appris que le budget
des soins de santé pour 2002 n'a pas dépassé les
limites fixées et qu'un léger boni a même été versé
aux organismes assureurs.
02.04 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Er is een overschot van 10 miljard
frank, dat naar de ziekenfondsen gaat in het kader
van de responsabilisering. De leden van de
ziekenfondsen moesten jarenlang met hogere
bijdragen de tekorten opvangen. Nu moeten de
ziekenfondsen dus geen hogere bijdragen vragen.
Dat is een positief resultaat dat niet de
ziekenfondsen, maar hun leden ten goede komt.
02.04 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Le boni s'élève à 10 milliards de
francs, qui sont versés aux organismes assureurs
dans le cadre de la responsabilisation. Pendant des
années, les affiliés des organismes assureurs ont
dû compenser les déficits par des cotisations
majorées. Les organismes assureurs ne doivent
donc plus réclamer de cotisations majorées. Voilà
qui constitue un résultat positif, qui profitera non
aux organismes assureurs mais à leurs affiliés.
02.05 Annemie Van de Casteele (VU&ID): De
ziekenfondsen hebben daar recht op, maar de
minister deed gelijkaardige beloften aan de
kinesisten, aan de farmaceutische industrie en aan
al wie binnen de opgelegde enveloppe bleef. Zij
hebben ook recht op recuperatie.
02.05 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Les
organismes assureurs ont le droit de percevoir ces
boni, mais le ministre a pris des engagements
analogues à l'égard des kinésithérapeutes, de
l'industrie pharmaceutique et de tous les secteurs
qui n'ont pas dépassé l'enveloppe budgétaire
imposée. Ces secteurs ont également le droit de
bénéficier d'une récupération.
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 1049
02/04/2003
5
02.06 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Voor de kinesitherapeuten is er geen
responsabilisering. Ik heb gezegd dat ik een
eventuele meerbesparing zou herinjecteren. Zij
kunnen daardoor 22 miljoen euro extra voor hun
nieuwe conventie aanwenden.
02.06 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais) : En ce qui concerne les
kinésithérapeutes, il n'est nullement question de
responsabilisation. J'ai dit que, le cas échéant, les
économies supplémentaires seraient réinjectées.
Les kinésithérapeutes pourront ainsi affecter 22
millions d'euros supplémentaires à leur nouvelle
convention.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de taalmutatie van dossiers van
Nederlandstalige inwoners uit
faciliteitengemeenten in de Vlaamse rand rond
Brussel door de Rijksdienst voor Kinderbijslag
voor Werknemers of de kinderbijslagfondsen"
(nr. B280)
03 Question de Mme Simonne Creyf au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "la
mutation linguistique que l'Office national
d'allocations familiales pour travailleurs salariés
ou les caisses d'allocations familiales font subir
aux dossiers d'habitants néerlandophones des
communes à facilités de la périphérie flamande
de Bruxelles" (n° B280)
03.01 Simonne Creyf (CD&V): De Rijksdienst voor
Kinderbijslag voor Werknemers moet toezicht
houden op de informatiestromen van de
Kruispuntbank naar de kinderbijslagfondsen.
Sommige Nederlandstalige inwoners van
faciliteitengemeenten stellen in hun dossier een
taalmutatie naar het Frans vast.

Kent de minister dit probleem? Kan een dossier van
taal muteren? Wat zijn de oorzaken van een
dergelijke mutatie? Hoe kan ze voorkomen
worden? Klopt de bewering van een ambtenaar van
de RKW dat de gegevens voor Nederlandstalige
inwoners van een faciliteitengemeente bij conventie
altijd eerst in het Frans worden weergegeven,
gevolgd door het Nederlands?
03.01 Simonne Creyf (CD&V): L'Office national
d'Allocations familiales pour travailleurs salariés
doit surveiller les échanges d'informations entre la
Banque-carrefour et les caisses d'allocations
familiales. Certains habitants néerlandophones des
communes à facilités ont constaté que leur dossier
était désormais traité en français.

Le ministre est-il au courant de ce problème? La
langue dans laquelle est traité un dossier peut-elle
ainsi changer? Quelles sont les causes d'une telle
mutation? Comment l'éviter? L'affirmation d'un
fonctionnaire de l'ONAFTS selon laquelle les
données des habitants néerlandophones d'une
commune à facilités sont ­ par convention ­
toujours reproduites d'abord en français et ensuite
en néerlandais est-elle exacte?
03.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Hier zijn verschillende aspecten te
vermelden. Om te beginnen stuurt de RKW
inderdaad de informatiestromen van de
Kruispuntbank naar de kinderbijslagfondsen en
naar de eigen betaaldiensten.

Enerzijds zijn er de socio-professionele gegevens,
waarvoor geen beroep wordt gedaan op één van de
landstalen, maar waarvoor uitsluitend wordt
gewerkt met codes. Anderzijds zijn er de gegevens
over de gezinssamenstelling, die voor
faciliteitengemeenten normaal uit het Rijksregister
worden doorgestuurd in het Nederlands. De titels
en de legende bij deze laatste gegevens zijn echter
opgesteld in de taal van de gebruiker.

Vervolgens is de taalrol van een dossier een
belangrijk aspect. Het dossier van een sociaal
03.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Cette question comporte plusieurs
aspects. D'abord, l'ONAFTS gère, en effet,
l'échange d'informations entre la Banque-carrefour,
d'une part, et les caisses d'allocations familiales et
ses propres services de paiement, d'autre part.

Pour les données socio-professionnelles, on utilise
uniquement des codes et l'on a donc pas recours à
l'une des langues nationales. Il y a ensuite les
données sur la composition de la famille qui, pour
les communes à facilités, sont normalement
transmises en néerlandais au départ du registre
national. Les titres et la légende relatifs à ces
données sont toutefois rédigées dans la langue de
l'utilisateur.

Le rôle linguistique d'un dossier est également
important. Le dossier d'un assuré social est
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
02/04/2003
CRABV 50
COM 1049
6
verzekerde wordt steeds behandeld in de taal van
zijn keuze. Ook hier zijn er echter verschillende
mogelijkheden. Als een sociaal verzekerde een
aanvraag indient, wordt het dossier behandeld in de
taal van de aanvraag. Als het recht op kinderbijslag
automatisch wordt onderzocht, zal het dossier
behandeld worden in de taal van de woonplaats
van het gezin. Voor de faciliteitengemeenten rond
Brussel is dat dus het Nederlands.

Inzake klachten beschikt de RKW over een
bemiddelingsdienst. Het logboek van deze dienst
bevat echter geen enkele klacht met betrekking tot
taalmutatie.

Uiteindelijk heeft de RKW enkele specifieke
kenmerken. In de centrale diensten worden
dossiers van een sociaal verzekerde behandeld in
de taal van zijn keuze. In de gewestelijke diensten
worden dossiers in het Nederlands of het Frans
behandeld. In Brussel is dat volgens de gekozen
taal van de verzekerde, in het Franse taalgebied in
het Frans, in het Nederlandse taalgebied in het
Nederlands en in de faciliteitengemeenten in de
taal die de sociaal verzekerde gebruikt.
toujours traité dans la langue de son choix. Sur ce
plan également, il y a toutefois plusieurs
possibilités. Lorsqu'un assuré social introduit une
demande, le dossier est traité dans la langue de la
demande. Si le droit aux allocations familiales est
examiné automatiquement, le dossier sera traité
dans la langue du domicile du ménage. Pour les
communes à facilités de la périphérie bruxelloise, il
s'agit donc du néerlandais.

L'ONAFTS dispose d'un service de médiation pour
traiter les plaintes. Or, on ne trouve dans les
registres de ce service aucune plainte relative à un
changement de langue.

Enfin, l'ONAFTS présente certaines
caractéristiques spécifiques. Les services centraux
traitent les dossiers d'un assuré social dans la
langue de son choix. Dans les services régionaux,
les dossiers sont traités en néerlandais ou en
français. Il s'agit de la langue choisie par l'assuré à
Bruxelles, du français dans la région de langue
française et du néerlandais dans la région de
langue néerlandaise. Dans les communes à
facilités, il s'agit de la langue utilisée par l'assuré
social.
03.03 Simonne Creyf (CD&V): Volgens uw
antwoord kan het niet dat een dossier muteert.
Toch gebeurt het. Klopt de uitleg van de ambtenaar
van de RKW dat voor personen uit de
faciliteitengemeenten de gegevens uit het
Rijksregister bij conventie steeds eerst in het Frans,
gevolgd door het Nederlands worden
weergegeven?
03.03 Simonne Creyf (CD&V): Si j'en crois votre
réponse, un dossier ne peut être muté. Pourtant,
cela arrive. L'explication du fonctionnaire de
l'ONAFTS selon laquelle, pour les habitants des
communes à facilités, les données du Registre
national sont, par convention, mentionnées d'abord
en français puis en néerlandais, est-elle exacte ?
03.04 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Dat klopt niet met de informatie
waarover ik beschik. Ik stel voor dat u mij de
concrete klacht bezorgt of dat u de
bemiddelingsdienst van de RKW contacteert.
03.04 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Ce que vous me dites n'est pas
conforme aux informations dont je dispose. Je
propose que vous me fassiez parvenir la plainte
concrète ou que vous contactiez le service de
médiation de l'ONAFTS.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan
de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over "het managementplan van de FOD sociale
zekerheid" (nr. B285)
04 Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "le plan de management du SPF Sécurité
Sociale" (n° B285)
04.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Is het
managementplan FOD Sociale Zaken al opgesteld
en goedgekeurd door de beleidsraad? Hoe is die
raad samengesteld? Welke elementen ter
verbetering voor de dienstverlening aan het publiek
werden in het plan opgenomen? Kan de minister
het plan ter beschikking stellen? Werd een beroep
04.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Le plan
de management du SPF Affaires sociales a-t-il déjà
été rédigé et approuvé par le conseil stratégique ?
Quelle est la composition de ce conseil ? Quels
éléments visant l'amélioration du service au public
ont-ils été intégrés dans le plan ? Le ministre peut-il
mettre le plan à notre disposition ? Le président du
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 1049
02/04/2003
7
gedaan op externe hulp? Zo ja, wat was hiervan de
kostprijs?
SPF a-t-il fait appel à une aide extérieure ? Dans
l'affirmative, quel en a été le coût ?
04.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): De voorzitter van de FOD Sociale
Zekerheid heeft nog geen managementplan
uitgewerkt, omdat ik vind dat alle diensten en
instellingen die zich bezighouden met sociale
bescherming als één groot netwerk moeten worden
beschouwd en in het plan moeten worden
opgenomen. Eerst moet dus de rol van elk van de
actoren worden bepaald en dat is volop aan de
gang.

De managementfuncties ­1, -2 en ­3 zullen
ingevuld zijn wanneer met het opstellen van het
plan wordt gestart. Het plan zul dus kunnen
steunen op de inzichten die worden gedeeld door
het geheel van het management.
04.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Le président du SPF Sécurité sociale
n'a pas encore élaboré de plan de management car
j'estime que tous les services et toutes les
institutions en charge de la protection sociale
doivent être considérés comme un seul grand
réseau et doivent être intégrés au plan. Il importe
donc de définir au préalable le rôle de chaque
acteur, ce dont nous nous occupons activement en
ce moment.

Les fonctions de management ­1, -2 et ­3 seront
pourvues lorsque la rédaction du plan débutera. Le
plan pourra donc s'appuyer sur les conceptions
partagées par de l'ensemble de la direction.
04.03 Servais Verherstraeten (CD&V): De
minister zal dus eerst de benoemingen doen en pas
daarna zal er een managementplan worden
opgesteld. Normaal moeten de aanwervingen
gebeuren in functie van het managementplan. Men
is nu de relaties tussen de verschillende actoren
aan het bekijken, maar die liggen toch vast via de
bestuursovereenkomsten?
04.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Le
ministre va donc d'abord procéder aux nominations
et ensuite seulement, un plan de management sera
élaboré. Normalement, les recrutements se font en
fonction du plan de management. Les relations
entre les différents acteurs sont donc actuellement
examinées. Mais ne sont-elles pas définies dans
les contrats de gestion ?
04.04 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): In die filosofie zouden we ook geen
managementplan moeten opstellen, want de taken
van de overheden liggen ook vast.
04.04 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): En suivant cette philosophie, nous ne
devrions pas davantage élaborer de plan de
management, puisque les missions des autorités
publiques sont également bien définies.
04.05 Servais Verherstraeten (CD&V): Ik pleit er
in elk geval voor de benoemingen tot na het
opstellen van het managementplan uit te stellen.
Werd de voorzitter bijgestaan door een
consultancybureau?
04.05 Servais Verherstraeten (CD&V): Je plaide
en tout état de cause pour un report des
nominations, dans l'attente de l'élaboration du plan
de management. Le président a-t-il bénéficié de
l'assistance d'un bureau de consultance?
04.06 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Ja, maar ik heb geen informatie over
de precieze kostprijs.
04.06 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Oui, mais je ne dispose d'aucune
information sur le coût précis du recours à ce
bureau de consultance.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de acties van de personeelsleden van de
openbare ziekenhuizen" (nr. B305)
05 Question de M. Jo Vandeurzen au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "les
actions des membres du personnel des hôpitaux
publics" (n° B305)
05.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Het personeel van
de openbare ziekenhuizen voerde onlangs actie
tegen de structurele onderfinanciering van hun
ziekenhuizen. Een aantal personeelsuitgaven wordt
05.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Le personnel des
hôpitaux publics a récemment mené des actions
pour dénoncer le sous-financement structurel de
leurs hôpitaux. Un certain nombre de dépenses de
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
02/04/2003
CRABV 50
COM 1049
8
niet gefinancierd en er is geen enkel
sociaalrechtelijk kader.

De reactie van het Antwerpse OCMW op deze
problematiek is verrassend. Omdat de deficitregel
niet bespreekbaar is, zullen drie openbare
ziekenhuizen een privaatrechtelijk karakter
aannemen.

Is de minister het eens met de eisen van de
actievoerders? Kan daaraan op korte termijn gevolg
worden gegeven? Zijn maatregelen nodig om de
toekomst van de openbare ziekenhuizen te
vrijwaren?
personnel ne sont pas financées et il n'existe aucun
cadre socio-juridique.

La réaction du CPAS anversois face à ce problème
est étonnante. Etant donné que la règle du déficit
n'est pas négociable, trois hôpitaux publics
adopteront un statut de droit privé.


Que pense le ministre des exigences qui ont été
exprimées? Est-il possible d'y accéder à court
terme? Des mesures doivent-elles être prises pour
garantir l'avenir des hôpitaux publics?
05.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Ik heb geen behoefte om hier een
debat over Antwerpen te beginnen, daarover moet
enkel in Antwerpen gesproken worden. De
moeilijkheden van het Antwerpse OCMW inzake
ziekenhuisfinanciering zijn onderdeel van een
bredere problematiek, die als onderfinanciering
wordt bestempeld. Ik heb reeds in 2000 een
commissie belast met het onderzoek van deze
onderfinanciering. Een eerste analyse is klaar en in
de komende weken zal er een grondige analyse
volgen. Op dit moment kan ik niet inschatten hoe
belangrijk deze onderfinanciering is.

Een tweede probleem betreft het creëren van een
geschikt platform voor sociaal overleg tussen
werkgevers en werknemers in de sector van de
openbare ziekenhuizen. Ik heb een voorstel
gedaan aan de werkgevers en vakbonden van
deze sector. Hierin stel ik voor dat in het federaal
comité A de openbare verzorgingssector apart
behandeld wordt en dat sociale akkoorden in deze
sector worden voorbereid door besprekingen in het
comité C. Als deze besprekingen tot
eensgezindheid leiden, komt het in comité A tot een
formalisering van de akkoorden. Dit is geen
definitieve oplossing, maar een tussenstap. Tijdens
de betoging werd mijn uitleg aan een delegatie van
werkgevers en werknemers positief onthaald. Zij
delen dus uw mening niet dat alles door mijn
voorstel bemoeilijkt wordt. Misschien is het wel wat
vroeg om te juichen, want mijn brief met het
voorstel werd pas enkele dagen geleden verstuurd.
Maar ik geloof persoonlijk dat we toch al dichter bij
een eigen overlegplatform staan.
05.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Je n'éprouve nullement le besoin
d'entamer ici un débat sur Anvers. Ce débat doit
uniquement avoir lieu à Anvers-même. Les
difficultés rencontrées par le CPAS d'Anvers en
matière de financement des hôpitaux constituent un
aspect d'une question plus vaste, celle du sous-
financement. En 2000 déjà, j'ai chargé une
commission d'étudier ce problème. Une première
analyse est prête et une seconde, plus poussée,
sera réalisée dans les prochaines semaines.
Actuellement, je ne suis pas en mesure d'évaluer
l'ampleur de ce sous-financement.


Un deuxième problème concerne la création d'une
plate-forme appropriée pour la concertation sociale
entre employeurs et travailleurs dans le secteur des
hôpitaux publics. Dans le cadre d'une proposition
que j'ai soumise aux employeurs et aux syndicats
du secteur, je préconise un examen séparé du
secteur des soins public au sein du comité fédéral
A et la préparation d'accords sociaux pour le
secteur par le biais de négociations au sein du
comité C. Si ces négociations permettent aux
parties de s'accorder, le comité A formalisera les
accords. Il s'agit-là non d'une solution définitive,
mais d'une étape intermédiaire. Les explications
que j'ai fournies, à l'occasion de la manifestation, à
une délégation des employeurs et des travailleurs
ont été accueillies favorablement. Employeurs et
travailleurs ne considèrent donc pas, comme vous,
que ma proposition complique la situation. Sans
doute est-il prématuré de se réjouir, car ma lettre
contenant la proposition n'a été envoyée qu'il y a
quelques jours. Je suis toutefois convaincu que
nous avons avancé sur la voie de la constitution
d'une plate-forme de concertation spécifique.
05.03 Jo Vandeurzen (CD&V): De structurele
maatregelen ten gunste van de openbare
ziekenhuizen waren tijdens deze regeerperiode
05.03 Jo Vandeurzen (CD&V): La législature qui
s'achève ne fut guère riche en mesures
structurelles en faveur des hôpitaux publics. Le
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 1049
02/04/2003
9
zeer pover. CD&V wil de deficitregel afschaffen. Wil
men dit niet, dan is de enige uitweg het
overschakelen naar het privaatrechtelijk statuut.
CD&V entend supprimer la règle du déficit. En cas
de refus de cette mesure, le passage à un statut de
droit privé constituera l'unique solution.
Het voorstel van de minister is inderdaad een
stapje. Dit veronderstelt wel dat de OCMW's hun
rustoorden in het debat willen betrekken. De helft
van de personeelsleden zijn contractuelen voor wie
geen enkel kader bestaat. Het is jammer dat we
daarover niet eens een zakelijk gesprek kunnen
voeren.
La proposition du ministre constitue, en effet, un
petit pas en avant. Elle suppose toutefois que les
CPAS soient disposés à inclure leurs maisons de
repos dans le débat. La moitié des membres du
personnel sont des contractuels pour lesquels il
n'existe aucun cadre. Il est regrettable que nous ne
puissions même pas avoir une discussion concrète
à ce sujet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de universitaire bedden in algemene
ziekenhuizen" (nr. B306)
06 Question de M. Jo Vandeurzen au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "les lits
universitaires dans les hôpitaux généraux"
(n° B306)
06.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Wat is de
toekomst voor de universitaire bedden in algemene
ziekenhuizen? In welke financiële vergoeding is
voor deze bedden voorzien?
06.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Quel est l'avenir
des lits universitaires en général? Quelle
intervention financière est-elle prévue pour ces
lits ?
06.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): De regeling inzake de universitaire
bedden in en buiten de universitaire ziekenhuizen,
blijft ongewijzigd. Ook de financiering van
universitaire bedden in niet-universitaire
ziekenhuizen blijft bij het oude.


Een ontwerp-KB bepaalt de voorwaarden voor de
aanwijzing van universitaire ziekenhuizen,
ziekenhuisdiensten, ziekenhuisfuncties en
zorgprogramma's. Dit KB zal naast de bestaande
KB's worden toegepast.
06.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Le régime des lits universitaires dans
les hôpitaux universitaires et en dehors de ceux-ci
reste inchangé. Le financement de lits
universitaires dans des hôpitaux non universitaires
ne change pas non plus.

Un projet d'arrêté royal définit les conditions de la
désignation d'hôpitaux universitaires, de services
hospitaliers, de fonctions hospitalières et de
programmes de soins. Cet arrêté royal sera mi en
oeuvre parallèlement aux arrêtés royaux existants.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele
aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "het KB van 21 december 2001
over de prijsverlaging van oude
geneesmiddelen" (nr. B337)
07 Question de Mme Annemie Van de Casteele
au ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "l'arrêté royal du 21
décembre
2001
concernant la diminution des prix d'anciens
médicaments" (n° B337)
07.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Artikel
56 van het KB van 21 december 2001 bepaalt dat
elk werkzaam bestanddeel, dat voorkomt in een
specialiteit die meer dan 15 jaar geleden
terugbetaalbaar was, zijn basis van
tegemoetkoming met 12 procent ziet verminderen
vanaf 1 januari of 1 juli.

Het is een administratieve maatregel waartegen
geen verhaal mogelijk is. Naar aanleiding daarvan
07.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
L'article 56 de l'arrêté royal du 21 décembre 2001
dispose que tout principe actif contenu dans une
spécialité qui était remboursable il y a plus de
quinze ans, voit sa base d'intervention diminuer de
12 pour cent à partir du 1
er
janvier ou du 1
er
juillet
suivant.


Il s'agit d'une mesure administrative qui n'est
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
02/04/2003
CRABV 50
COM 1049
10
werd in de begroting 2002 in een besparing van
4,96 miljoen euro voorzien. In de begroting 2003
werd helemaal niets ingeschreven. Hoe komt dit?

Wat wordt met 15 jaar bedoeld? Wij noemen zo'n
geneesmiddel oud, maar sommige spelen nog een
belangrijke therapeutische rol. Kunnen
wetenschappelijke, therapeutische, economische of
sociale argumenten meespelen? Is de definitie van
het KB van toepassing op geneesmiddelen die niet
kunnen worden omschreven in termen van
'werkzaam bestanddeel', zoals bloed? Geldt het
voor biotechnologische geneesmiddelen waarvan
de productiekosten zeer hoog zijn? Is het logisch
dat voor sommige producten een verhoging van de
terugbetaling positief wordt geadviseerd, maar dat
dit teniet wordt gedaan door de toepassing van
artikel 56? Hoeveel afwijkingen werden toegestaan
en op basis van welke criteria?
susceptible d'aucun recours. Une économie de
4,96 millions d'euros était prévue dans ce cadre au
budget 2002. Or, rien n'est inscrit au budget 2003.
Comment cela s'explique-t-il ?

Qu'entend-on par 15 ans ? On parle de
médicament ancien mais certains de ces
médicaments jouent encore un rôle thérapeutique
important. Des arguments scientifiques,
thérapeutiques, économiques ou sociaux peuvent-
ils intervenir ? La définition de l'arrêté royal
s'applique-t-elle aux médicaments qui ne peuvent
être définis en termes de 'principe actif', comme le
sang ? La mesure s'applique-t-elle aux
médicaments biotechnologiques pour lesquels les
coûts de production sont très élevés ? Est-il logique
que, pour certains produits, l'augmentation du
remboursement fasse l'objet d'un avis favorable
mais qu'elle soit annulée en 'application de l'article
56 ? Combien de dérogations ont-elles été
accordées et sur la base de quels critères ?
07.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): De term 'oud' komt niet in de
reglementering voor. Het artikel betreft een lineaire
besparingsmaatregel gebaseerd op de
terugbetaling van een werkzaam bestanddeel,
langer dan 15 jaar.

Het artikel is van toepassing op de specialiteiten
van hoofdstuk I en IV van bijlage I van het KB van
21 december 2001. Bloed hoort daar niet bij. Als
referentie voor het 'werkzaam bestanddeel' wordt
de ATC-classificatie niveau 5 gehanteerd.

Indien een bedrijf kan aantonen dat de rentabiliteit
in het gedrang komt, kan het een prijsverhoging
aanvragen of een uitstel van de prijsdaling vragen
gedurende 10 jaar, mits een aantal voorwaarden
worden gerespecteerd. De afwijking wordt
toegestaan door de ministers van Economische
Zaken en Sociale Zaken op eensluidend advies van
de Geneesmiddelencommissie.

Over het aantal toegestane afwijkingen heeft het
RIZIV geen informatie. Dat kan u misschien aan de
minister van Economische Zaken vragen.
07.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Le terme ancien n'apparaît pas dans
la réglementation. L'article concerne une mesure
d'économie linéaire fondée sur le remboursement
du principe actif, au-delà de 15 ans.

L'article s'applique aux spécialités des chapitres I et
IV de l'annexe I à l'arrêté royal du 21 décembre
2001. Le sang ne fait pas partie de ces catégories.
Le niveau 5 de la classification ATC sert de
référence pour le "principe actif".

Si une entreprise peut démontrer que la rentabilité
est menacée, elle peut demander une
augmentation de prix ou un report de la diminution
de prix pendant 10 ans, à condition de respecter
une série de conditions. La dérogation est
accordée par les ministres de l'Economie et des
Affaires sociales, sur l'avis conforme de la
Commission des médicaments.

L'INAMI ne dispose d'aucune information quant au
nombre de dérogations octroyées. Vous pourriez
peut-être poser la question au ministre de
l'Economie.
07.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Ik
begrijp dat het een lineaire maatregel is. Het
verheugt me dat bloed niet onder de toepassing
valt. Ik zal hierover tijdens de volgende legislatuur
verdere verduidelijkingen (latent) vragen.
07.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Je
comprends qu'il s'agit d'une mesure linéaire. Je me
réjouis de ce qu'elle ne s'applique pas au sang. Je
continuerai à (faire) demander des précisions à ce
sujet au cours de la prochaine législature.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele 08 Question de Mme Annemie Van de Casteele
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 1049
02/04/2003
11
aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "de toepassing van het
koninklijk besluit van 29
maart
2002 met
betrekking tot de verplichte inning van de
remgelden op terugbetaalde geneesmiddelen"
(nr. B343)
au ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "l'application de l'arrêté royal du
29 mars 2002 relatif à la perception obligatoire
des tickets modérateurs sur les médicaments
remboursés" (n° B343)
08.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Door
de uitspraak van het hof van beroep te Gent van 16
december 2002 is er een discriminatie ontstaan van
de gewone apotheken ten opzichte van
coöperatieve apotheken. Deze laatste mogen
ristorno's blijven verlenen, de eerste niet.

De minister lijkt niet van zinnens een nieuw initiatief
te nemen gezien het probleem van de niet-
conformiteit met de Europese regelgeving.
Nochtans stellen juristen van de Gentse Universiteit
dat het verbieden van ristorno's niet strijdig is met
de Europese regels.


Zal de minister een nieuw KB opstellen om aan de
oneerlijke concurrentiesituatie te verhelpen?
08.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): A la
suite de l'arrêt de la cour d'appel de Gand du 16
décembre 2002, les pharmaciens classiques
subissent une discrimination par rapport aux
pharmacies coopératives qui, contrairement aux
premiers, peuvent continuer à accorder des
ristournes.

Le ministre ne semble pas avoir l'intention de
prendre une nouvelle initiative compte tenu du
problème de non-conformité avec la réglementation
européenne. Les juristes de l'Université de Gand
estiment pourtant que l'interdiction d'accorder des
ristournes n'est nullement contraire à la
réglementation européenne.

Le ministre va-t-il prendre un nouvel arrêté royal
pour remédier à la concurrence déloyale ?
08.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Daar de Europese regelgeving het
verbieden van ristorno's niet toelaat, heb ik de
verplichte inning van het remgeld opgelegd, wat de
facto zou leiden tot het stopzetten van de praktijk
van ristorno's. Dit maakte deel uit van het akkoord
met de apothekers.

Het het van beroep te Gent heeft beslist dat
ristorno's in dat welbepaalde geval niet strijdig
waren met het KB van 29 maart 2002. Het betrof
het verlenen van risorno's aan coöperanten beslist
door de raad van bestuur van de coöperatieve in
functie van het resultaat van het boekjaar.
08.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Puisque la réglementation
européenne ne permet pas d'interdire les
ristournes, j'ai imposé la perception obligatoire du
ticket modérateur, ce qui conduira de facto à
l'interruption de la pratique des ristournes. Cela
faisait partie d'un accord avec les pharmaciens.

La Cour d'appel de Gand a décidé que, dans ce
cas précis, les ristournes n'étaient pas contraires à
l'arrêté royal du 29 mars 2002. Il s'agissait de
l'attribution de ristournes aux coopérateurs, décidée
par le conseil d'administration de la coopérative en
fonction du résultat de l'exercice comptable.
De raadslieden van ABP en van de Gentse
apothekers zien in het arrest-MENG van het
Europese Hof van Justitie argumenten voor het
verbod op ristorno's. APB heeft mij gevraagd het
KB te wijzigen en de bepalingen aan te scherpen.
Ik heb mijn diensten en de minister van
Economische Zaken verzocht dit te onderzoeken.
Les membres du conseil de l'APB et des
pharmaciens gantois estiment que l'arrêt MENG de
la Cour européenne de Justice mentionne des
arguments en faveur de l'interdiction des ristournes.
L'APB m'a demandé de modifier l'arrêté royal et
d'affiner les dispositions. J'ai demandé à mes
services et au département des Affaires
économiques d'examiner cette demande.
08.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Dat
laatste is belangrijk. Helaas kunnen wij niet meer
controleren of het ook echt zal gebeuren. Ik dring er
wel sterk op aan.
08.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Ce
dernier point est important. Nous ne pourrons
malheureusement plus vérifier s'ils se réalisera.
Mais j'insiste beaucoup pour qu'il le soit.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
02/04/2003
CRABV 50
COM 1049
12
09 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "SIS-kaarten voor Belgen in het
buitenland" (nr. B344)
09 Question de M. Jo Vandeurzen au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "les cartes SIS pour les Belges à
l'étranger" (n° B344)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister
van Sociale Zaken en Pensioenen)
(La réponse sera fournie par le ministre des
Affaires sociales et des Pensions)
09.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Blijkbaar zijn er
problemen met de uitreiking van SIS-kaarten aan
Belgen die lang in het buitenland hebben gewerkt
en die in België recht hebben op een
ziekteverzekering. Ik denk in het bijzonder aan
missionarissen.

Kan de minister dit bevestigen? Wat zijn de
oorzaken en hoe zal de minister ze oplossen?
09.01 Jo Vandeurzen (CD&V):Il semble que la
délivrance de cartes SIS à des Belges qui ont
longtemps séjourné à l'étranger et qui peuvent
prétendre en Belgique à une assurance maladie
semble poser des problèmes. Je songe tout
particulièrement aux missionnaires.

Le ministre peut-il confirmer mes propos ? Quelles
sont les causes de cette situation et comment le
ministre compte-t-il y remédier ?
09.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Het RIZIV heeft geen weet van deze
moeilijkheden. Ingevolge het KB van 22 februari
1998 wordt een SIS-kaart gegeven aan elke sociaal
verzekerde die prestaties geniet van een instelling
van sociale zekerheid. De verzekeringsinstellingen
en de hulpkas voor ziekte- en
invaliditeitsverzekering zijn verplicht kosteloos en
binnen de maand na de aanvraag een SIS-kaart uit
te reiken aan alle sociaal verzekerden die bij hen
zijn ingeschreven.
09.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): L'INAMI n'a pas connaissance de
difficultés de cet ordre. A la suite de l'arrêté royal
du 22 février 1998, une carte SIS est délivrée à tout
assuré social qui bénéficie des prestations d'un
organisme de sécurité sociale. Les organismes
assureurs et la caisse auxiliaire d'assurance
maladie invalidité sont tenus de délivrer
gratuitement, dans le mois de la demande, une
carte SIS à tous les assurés sociaux inscrits chez
eux.
Als de uitreiking van de kaart niet meteen mogelijk
is, wordt alvast een attest van sociaal verzekerde
gegeven.

Ik verzoek de heer Vandeurzen mij te melden om
welk geval het precies gaat.
Si la carte ne peut pas être délivrée sur-le-champ,
une attestation d'assuré social est fournie dans
l'intervalle.

J'invite M. Vandeurzen à me faire savoir de quel
cas précis il s'agit.
09.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Men heeft mij
formeel bevestigd dat er problemen zijn sinds 1998.
Het is vreemd dat de diensten van de minister over
andere informatie beschikken.

09.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Il m'a été confirmé
formellement que des problèmes se posent depuis
1998. Je m'étonne que les services du ministre
disposent d'autres informations.

09.04 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Ik stel voor dat u uw informatie aan
mijn adjunct-kabinetschef overmaakt.
09.04 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Je propose que vous transmettiez vos
informations à mon chef de cabinet adjoint.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de diabetespas" (nr. B360)
10 Question de Mme Maggie De Block au
ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "le passeport du diabète" (n° B360)
10.01 Maggie De Block (VLD): De aangekondigde
invoering van de diabetespas voor diabetici type 2
wordt door patiënten en artsen bejubeld. Jammer
10.01 Maggie De Block (VLD): L'introduction
annoncée du passeport du diabète pour les
diabétiques de type 2 est applaudie par les patients
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 1049
02/04/2003
13
genoeg blijkt de maatregel nog niet
geïmplementeerd te zijn en beschikken de
ziekenfondsen nog niet over de passen.

Evenmin is er al een lijst beschikbaar van
podologen, diëtisten en paramedici, bij wie een
consultatie onder bepaalde voorwaarden kan
worden terugbetaald.

Wanneer zal de diabetespas en die lijst
beschikbaar zijn? Is het niet een beetje vreemd dat
de informatiecampagne al werd opgestart terwijl de
pas nog niet beschikbaar is?
et les médecins. Malheureusement, la mesure
s'avère ne pas encore avoir été mise en oeuvre et
les mutualités ne disposent pas encore des
passeports.

La liste des podologues, diététiciens et
paramédicaux chez qui une consultation peut être
remboursée dans des conditions spécifiques, n'est
pas encore disponible non plus.

Quand le passeport du diabète et cette liste seront-
ils disponibles? Ne faut-il pas s'étonner que la
campagne d'information ait déjà débuté alors que le
passeport n'est pas encore disponible?
10.02 Minister Frank Vandenbroucke (
Nederlands): Ik heb de datum van in voege treden
vastgelegd op 1 maart 2003. De ziekenfondsen
verzekerden me tegen die datum klaar te zullen zijn
en ik kreeg als bewijs eind februari een exemplaar
van de pas van het RIZIV. Op de website van het
RIZIV worden de geneesheren ingelicht over de
maatregel en kunnen de podologen en diëtisten de
erkenningsvoorwaarden lezen alsook te weten
komen hoe ze een erkenningnummer kunnen
verkrijgen.

Het KB werd op 17 maart 2003 in het Belgisch
Staatsblad
gepubliceerd en de eerste lijst van
podologen en diëtisten werd op 19 maart aan de
ziekenfondsen overgemaakt. Zij zullen tweemaal
per maand een geactualiseerde lijst krijgen.
10.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): J'ai fixé la date d'entrée en vigueur au
1er mars 2003. Les mutualités m'ont assuré
qu'elles seraient prêtes pour cette date et j'ai reçu
un exemplaire du passeport de de l'INAMI à titre de
preuve, fin février. Le site internet de l'INAMI
informe les médecins sur la mesure, et les
podologues et les diététiciens peuvent prendre
connaissance des conditions d'agrément et des
modalités d'obtention d'un numéro d'agrément.


L'arrêté royal a été publié au Moniteur belge le 17
mars 2003, et la première liste de podologues et de
diététiciens a été transmise aux mutualités le 19
mars. Elles recevront une liste actualisée deux fois
par mois.
Ik ben uiteraard niet verantwoordelijk voor de
communicatie van andere organisaties. Mijn
persmededeling meldde duidelijk dat de pas vanaf
1 maart 2003 zijn intrede zou doen. De
communicatie is dus niet voortijdig gebeurd.
Je ne suis évidemment pas responsable de la
politique de communication d'autres organisations.
Mon communiqué de presse mentionnait clairement
que le passeport pour diabétiques serait instauré le
1
er
mars 2003. L'information n'a donc pas été
diffusée prématurément.
10.03 Maggie De Block (VLD): Ik heb mijn vraag
vooral gesteld om de druk te verhogen. Wij zien de
invoering van de pas in brede zin. Hij kan een
gesprek met de arts over de hele levenswijze van
de patiënt vergemakkelijken.
10.03 Maggie De Block (VLD): L'objectif de ma
question était surtout d'augmenter la pression.
Nous envisageons l'introduction du passeport au
sens large. Il permettrait de faciliter l'entretien avec
le médecin à propos de tout le mode de vie du
patient.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"het toezichtshonorarium bij bloedtransfusie"
(nr. B377)
11 Question de Mme Trees Pieters au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "les
honoraires de surveillance pour transfusions
sanguines" (n° B377)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister
van Sociale Zaken en Pensioenen.)
(La réponse sera fournie par le ministre des
Affaires sociales et des Pensions.)
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
02/04/2003
CRABV 50
COM 1049
14
11.01 Trees Pieters (CD&V): De internist-
hematoloog draagt een zware verantwoordelijkheid.
Elke suboptimale appreciatie van een patiënt met
een kwaadaardige bloedziekte kan het verschil
maken tussen leven en dood.

In februari 2002 werd het toezichthonorarium bij
bloedtransfusies afgeschaft. Dit heeft een
belangrijke impact op het inkomen van de internist-
hematoloog omdat het niet wordt gecompenseerd.


Heeft de minister de impact van de afschaffing
onderzocht? Kan hij mij eventuele cijfers
overmaken? Is hij zich bewust van de
demotiverende invloed en de gevaarlijke
consequenties voor de volksgezondheid? Zal de
minister ter compensatie een budgettaire
inspanning leveren?

11.01 Trees Pieters (CD&V): L'interne-
hématologiste assume une lourde responsabilité.
Toute appréciation suboptimale d'un patient atteint
d'une maladie du sang maligne peut faire la
différence entre la vie et la mort.

En février 2002, les honoraires de surveillance pour
les transfusions sanguines ont été supprimés. Cette
mesure, qui n'est pas compensée, affecte
sensiblement les revenus des internes-
hématologistes.

Le ministre a-t-il évalué l'impact de la suppression
de ces honoraires ? Est-il en mesure de me
communiquer des chiffres éventuels
? Est-il
conscient de l'effet démotivant de la mesure mise
en place et des conséquences néfastes qu'elle
peut avoir en matière de santé publique ? Est-il
disposé à consentir un effort budgétaire afin
d'instaurer une compensation ?
Voorzitter: Maggie De Block.
Président: Maggie De Block.
11.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Het KB van 27 februari 2002 heeft
het medisch toezicht op de bloedtransfusie niet
afgeschaft, maar heeft de waarde in de
nomenclatuur teruggebracht van K25 naar K0. Dit
nummer is ook in de ziekenhuisfinanciering een
parameter.

Om binnen de begroting te blijven en als reactie op
de werkgroep-Perl werd in 2001 aan de nationale
commissie geneesheren-ziekenfondsen gevraagd
voor 2002 een besparing in de nomenclatuur van
de artsen door te voeren van 41,5 miljoen euro. De
voorstellen tot nomenclatuurwijziging werden
volledig autonoom binnen de technische
geneeskundige raad ontwikkeld. De nationale
commissie heeft de definitieve beslissing genomen.

Het RIZIV heeft de impact van de
nomenclatuurwijziging geschat op 3,4 miljoen euro.
De precieze impact voor de internisten-
hematologen is moeilijk in te schatten.

In het kader van de herwaardering van de
intellectuele acte van de arts heb ik in 2001 en
2002 een bedrag van 15,5 miljoen euro ter
beschikking gesteld. Voor 2003 is in 19,8 miljoen
euro voorzien. In de toekomst zullen nog meer
investeringen nodig zijn.

In het akkoord tussen geneesheren en
ziekenfondsen van 19 december 2002 staat dat de
raadpleging van geaccrediteerde internisten - ook
hematologen - verhoogd wordt met 4,5 miljoen euro
11.02 Frank Vandenbroucke, ministre (en
néerlandais) : L'arrêté royal du 27 février 2002 n'a
pas supprimé la surveillance médicale des
transfusions sanguines mais en a ramené la valeur
de K25 à K0 dans la nomenclature. Ce numéro
constitue également un paramètre pour le
financement des hôpitaux.

Afin de rester dans les limites budgétaires et en
réaction aux conclusions du groupe de travail Perl,
la commission nationale des médecins hospitaliers
a été invitée à réaliser, en 2002, une économie de
41,4 millions d'euros dans la nomenclature. Les
propositions de modification de la nomenclature ont
été élaborées d'une manière totalement autonome
au sein du conseil médico-technique. La décision
définitive a été prise par la commission nationale.

L'INAMI a évalué l'impact de la modification de la
nomenclature à 3,4 millions d'euros. L'impact pour
les internes-hématologistes est difficile à évaluer
avec précision.

Dans le cadre de la revalorisation de l'acte
intellectuel du médecin, j'ai dégagé, en 2001 et en
2002, un montant de 15,5 millions d'euros. Pour
2003, 19,8 millions d'euros sont prévus. A l'avenir,
d'autres investissements encore seront
nécessaires.

L'accord médico-mutuelliste du 19 décembre 2002
prévoit une majoration de 4,5 millions d'euros, sur
une base annuelle, de la consultation des internes
accrédités - en ce compris les hématologistes -
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 1049
02/04/2003
15
op jaarbasis en dat men voor 2003 de invoering
van een honorarium voor stamceltransplantatie
voorbereidt.

Ik weet niet over welke gevaarlijke consequenties
mevrouw Pieters het heeft. De hematologen
dringen al lang aan op een erkenning van hun
specialismen. Sinds deze legislatuur is de invoering
van de bijzondere beroepstitel in de klinische
hematologie voor het eerst een feit en heeft de
klinische hematoloog eindelijk officieel een
vooraanstaande plaats in de oncologische zorg. Dit
is mijns inziens erg motiverend.
ainsi que la préparation de l'instauration, en 2003,
d'honoraires pour la transplantation de cellules
souches.

J'ignore quelles sont les conséquences néfastes
évoquées par Mme Pieters. Les hématologistes
insistent depuis longtemps déjà en faveur d'un
agrément de leurs spécialités. Sous la présente
législature, le titre professionnel particulier en
hématologie clinique a été instauré et
l'hématologiste clinique occupe enfin officiellement
une place importante dans les soins oncologiques.
Voilà des mesures qui me semblent
particulièrement motivantes.
11.03 Trees Pieters (CD&V): Men kan toch
gedemotiveerd worden door een gebrek aan
financiering, zeker wanneer men diagnoses moet
stellen die leven of dood betekenen?


Ik begrijp dat er een besparing is en dat die wordt
gecompenseerd uit het budget voor de intellectuele
prestaties. Als de internisten-hematologen worden
getroffen door de begrotingsdoelstellingen en
eventueel niet in aanmerking komen voor de
begrotingsenveloppe van 15,2 miljoen euro waarin
wordt voorzien voor de intellectuele akten, vallen zij
dan uit de boot?
11.03 Trees Pieters (CD&V): Il ne faut tout de
même pas que l'on soit démotivé par un
financement insuffisant, particulièrement lorsque
l'on doit poser des diagnostics dont dépendent la
vie ou la mort du patient ?

Je comprends qu'une économie soit réalisée et
qu'elle doit être compensée par une ponction dans
le budget des prestations intellectuelles. Si les
internistes hématologues sont concernés par les
objectifs budgétaires et s'ils ne peuvent pas
prétendre à l'enveloppe budgétaire de 15,2 millions
d'euros prévue pour les actes intellectuels, sont-ils
dès lors laissés pour compte ?
11.04 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Wat de raadpleging betreft, vallen zij
uiteraard ook onder de herwaardering van de
intellectuele akten.
11.04 Frank Vandenbroucke, ministre (en
néerlandais): En ce qui concerne la consultation, ils
sont bien évidemment aussi concernés par la
revalorisation des actes intellectuels.
11.05 Trees Pieters (CD&V): Er kan dus een
compensatie zijn?
11.05 Trees Pieters (CD&V): Une compensation
est-elle dès lors envisageable ?
11.06 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Gedeeltelijk wel.
11.06 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): En partie, oui.
Het incident is gesloten
L'incident est clos.
12 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de
minister van Telecommunicatie en
Overheidsbedrijven en Participaties, belast met
Middenstand, over "de pensioenen van de
zelfstandigen" (nr. B487)
12 Question de Mme Trees Pieters au ministre
des Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques, chargé des classes
moyennes sur "les pensions des indépendants"
(n° B487)
12.01 Trees Pieters (CD&V): Mijn vraag betreft
het sociaal statuut van de zelfstandigen, in het
bijzonder de pensioenen en de programmawet. In
de programmawet van december 2002 werd de
vereenvoudiging van de bijdragen van
zelfstandigen doorgevoerd en werd de brutering
afgeschaft. Hierdoor werden de pensioenen van de
zelfstandigen verlaagd zonder hiervan enige
12.01 Trees Pieters (CD&V): Ma question a trait
au statut social des indépendants et en particulier
aux pensions et à la loi-programme. La loi-
programme de décembre 2002 a apporté des
simplifications en matière de cotisations des
indépendants et supprimé le brutage. Sans que
cela soit signalé d'une manière ou d'une autre, ces
mesures ont entraîné une diminution des pensions
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
02/04/2003
CRABV 50
COM 1049
16
melding te maken. De regering noemde dit een
vergetelheid en stelde voor dit te corrigeren in de
nieuwe programmawet. Ook inzake de aanvullende
pensioenen moest er een rechtzetting gebeuren.
Het maximaal aftrekbare bedrag van premies voor
aanvullende pensioenen moest worden verhoogd
tot 8,17 procent van het inkomen. De minister heeft
beloofd dit via een wetsontwerp te regelen voor het
einde van de legislatuur, maar dit wetsontwerp is er
nog niet. Waarom niet? Wat zijn de gevolgen voor
de pensioenen van zelfstandigen?

De regeling werd uitgewerkt voor het jaar 2003 en
kan dus later nog worden geremedieerd, maar de
uiteindelijke correctie zal moeten uitgevoerd
worden voor de uitbetalingen gedurende de helft
van het jaar.
des indépendants. Le gouvernement a parlé d'oubli
et a proposé de corriger le tir dans la nouvelle loi-
programme. Une rectification était également
nécessaire en ce qui concerne les pensions
complémentaires. Le montant maximum déductible
des primes des pensions complémentaires devait
être porté à 8,17% du revenu. Le ministre a promis
de régler cette question par le biais d'un projet de
loi avant la fin de la législature. Cet arrêté royal n'a
pas encore été publié. Pourquoi? Quelles sont les
conséquences de cette situation pour les pensions
des indépendants?
Les dispositions concernent l'année 2003 et elles
pourront donc toujours être rectifiées
ultérieurement. La correction devra toutefois être
effectuée pour les paiements effectués durant la
moitié de l'année.
12.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): De afschaffing van de brutering heeft
inderdaad een ongewenst effect. Niet-gebruteerde
inkomsten, die vanaf 2003 gelden als basis voor de
pensioenberekening, liggen 16,7 percent lager dan
gebruteerde inkomsten. De afschaffing van de
brutering heeft eveneens een ongewenst effect op
de grens van de fiscaal aftrekbare premie voor het
vrij aanvullend pensioen.


Via een technische ingreep, de aanpassing van een
coëfficiënt, worden de pensioenrechten hersteld.
Om de fiscale aftrekbaarheid van de premie gelijk
te houden, werd de limiet op het inkomen van 7
naar 8,17 percent gebracht.

De ongewenste gevolgen zouden pas voelbaar
geworden zijn op pensioenen die ingaan op 1
januari 2004 en dat voor één loopbaanjaar,
namelijk 2003. Er is dus nog tijd genoeg om de
pensioendiensten van de nieuwe berekeningswijze
op de hoogte te brengen. De correctie op het vrij
aanvullend pensioen van de zelfstandigen moet dit
jaar gebeuren om hen toe te laten gebruik te maken
van de aangepaste maximumlimiet inzake fiscaal
aftrekbare premies.
12.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Il est exact que la suppression du
brutage a des effets non désirés. Les revenus non
brutés, qui servent de base pour le calcul de la
pension à partir de 2003, sont inférieurs de 16,7
pour cent aux revenus brutés. La suppression du
brutage a également un effet non désiré sur le
plafond de la prime fiscalement déductible de la
pension complémentaire volontaire.


Une intervention technique, à savoir l'adaptation
d'un coefficient, permet de rétablir les droits en
matière de pension. Pour maintenir la déductibilité
fiscale de la prime, on a majoré la limite pour le
revenu de 7 à 8,17 pour cent.

Les effets non souhaités n'auraient été ressentis
que pour les pensions à compter du 1
er
janvier
2004 et pour une année de carrière, l'année 2003.
Il reste donc suffisamment de temps pour informer
les services des pensions du nouveau mode de
calcul. Pour la pension complémentaire libre des
indépendants, la correction doit être opérée cette
année pour permettre à ces derniers de recourir à
la limite maximum adaptée en matière de primes
fiscalement déductibles.
De regering heeft de correcties in een afzonderlijk
wetsontwerp ondergebracht. Dat wordt vandaag in
de Kamer ingediend. Het wordt op de valreep nog
behandeld door het Parlement, of het komt hopelijk
hoog op de agenda van de nieuwe legislatuur.
Le gouvernement a consigné les corrections dans
un projet de loi distinct déposé ce jour à la
Chambre. Il sera encore examiné in extremis par le
Parlement ou il figurera en bonne place, espérons-
le, à l'ordre du jour de la nouvelle législature.
12.03 Trees Pieters (CD&V): Het is onmogelijk
om het nog voor de schorsing van het Parlement te
behandelen.
12.03 Trees Pieters (CD&V): Il sera impossible
d'encore examiner ce projet avant la dissolution du
Parlement.
12.04 Minister Frank Vandenbroucke 12.04 Frank Vandenbroucke , ministre (en
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 1049
02/04/2003
17
(Nederlands): Met heel veel goede wil kan het nog.
Bovendien heeft het geen impact op de lopende
pensioenen. Als het ontwerp pas wordt
goedgekeurd in november, dan zijn er nog geen
potten gebroken.
néerlandais): C'est encore possible avec beaucoup
de bonne volonté. En outre, il n'a aucun impact sur
les pensions en cours. Il n'y aurait rien de mal à ce
que le projet ne soit approuvé qu'en novembre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Michèle Gilkinet aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "het
protocolakkoord over de ontwikkeling van de
geïntegreerde geestelijke gezondheidszorg"
(nr. B406)
- de heer Daniel Bacquelaine aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "het ontwerp
van protocolakkoord over de ontwikkeling van
geïntegreerde geestelijke gezondheidszorg"
(nr. B500)
13 Questions jointes de
- Mme Michèle Gilkinet au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "le protocole
d'accord sur le développement des soins
intégrés en santé mentale" (n° B406)
- M. Daniel Bacquelaine au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "le projet de
protocole l'accord sur le développement des
soins intégrés en santé mentale" (n° B500)
13.01 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): De
federale overheid is verbintenissen aangegaan in
het kader van het protokolakkoord over de
ontwikkeling van de geïntegreerde geestelijke
gezondheidszorg "op voorwaarde dat kennis wordt
genomen van de aangegane verbintenissen".
Welke verbintenissen van andere overheden
bedoelt u?

Welke middelen zullen door de federale overheid
worden uitgetrokken om de opstart- en
coördinatiekosten van het netwerk te dekken? De
sector is van mening dat de minimale begroting
voor de kosten van een voltijdse
netwerkcoördinator evenals de werkingskosten
door het protocol moeten worden gedekt. Bent u
het eens met deze mening? Wat zal er gebeuren?
Welke voorwaarden moeten worden vervuld om
een financiering te kunnen genieten?
13.01 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV):
L'autorité fédérale a pris des engagements dans le
cadre du protocole d'accord sur le développement
des soins intégrés en santé mentale, «
sous
réserve de la prise de connaissance d'engagement
des autorités
». A quel engagement d'autres
autorités faites-vous référence?

Quels moyens seront-ils dégagés par l'autorité
fédérale pour couvrir les coûts de démarrage et de
coordination du réseau ? Le secteur estime que le
budget minimum pour les frais d'un coordinateur de
réseau à temps plein ainsi que les frais de
fonctionnement doivent être couverts par le
protocole. Cette estimation rencontre-t-elle aussi
votre volonté? Qu'en sera-t-il? Quelles conditions
faudra-t-il remplir pour avoir un accès à un
financement effectif?
13.02 Minister Frank Vandenbroucke (Frans):
De federale overheid wil op de hoogte blijven van
de verbintenissen die de overheden van gewesten
en gemeenschappen aangaan. Dat lijkt me logisch
en, behalve het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,
waren onze partners het daar ook mee eens. Ik
hoop dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest later
ook zal kunnen worden gewonnen voor het nut van
deze aanpak.

Tijdens de begrotingscontrole 2003 werd een
bedrag van 2.478.935 euro gevraagd voor de
financiering van een experimentele voltijds
equivalent netwerkcoördinator, maar dat bedrag
werd niet in de begroting ingeschreven. Het
voorstel zal tijdens de begrotingscontrole 2004
opnieuw worden ingediend. Het bedrag kan worden
13.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
français) : Les autorités fédérales souhaitent être
tenues au courant des engagements qui seront pris
par les autorités communautaires et régionales.
Cela me semble logique et cela a été accepté par
nos partenaires, sauf par la Région bruxelloise.
J'espère qu'ils seront convaincus plus tard de
l'utilité de l'approche.


Lors du contrôle budgétaire 2003, un montant de
2.478.935 d'euros a été demandé pour le
financement d'un équivalent temps plein
coordinateur de réseau par expérience, mais il n'a
pas été inscrit dans le budget 2003. La proposition
sera réitérée, lors du contrôle budgétaire 2004. Le
montant peut être attribué s'il est inscrit dans le
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
02/04/2003
CRABV 50
COM 1049
18
uitgekeerd als het in de begroting 2004 is
ingeschreven en als aan alle in het protocol
vastgelegde voorwaarden is voldaan.
budget 2004 et s'il est satisfait aux conditions
mentionnées dans le protocole.
13.03 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV):
Moeten de andere overheden bepaalde
verbintenissen hebben aangegaan?
13.03 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV):
Faudra-t-il que les autres autorités aient pris
certains engagements?
13.04 Minister Frank Vandenbroucke (Frans) :
Neen, maar wij willen toch weten wat de anderen
doen : het is moeilijk om volledig eenzijdig op te
treden.
13.04 Frank Vandenbroucke , ministre (en
français): Non, mais nous voulons quand même
savoir ce que font les autres: il est difficile d'agir de
façon tout à fait unilatérale.
13.05 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): Het
staat nog niet precies vast hoeveel geld er voor de
coördinatie wordt uitgetrokken.
13.05 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): Le
budget pour assurer la coordination n'est pas
encore précis.
13.06 Minister Frank Vandenbroucke (Frans) :
Dat is gepland voor 2004. Bij de opmaak van de
begroting 2004 zal men moeten ijveren om die
bedragen in de begroting op te nemen.
13.06 Frank Vandenbroucke , ministre (en
français) : C'est prévu pour 2004. Il faut se battre,
lors de la confection du budget 2004, pour que les
montants figurent au budget.
13.07 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): Het
tot stand brengen van een netwerk is een positieve
doelstelling, maar aangezien in 2004 activiteiten in
dat kader moeten worden gepland zonder de
zekerheid te hebben dat er daarvoor geld
beschikbaar is, dreigen de betrokkenen de enen na
de anderen ontmoedigd te geraken.
13.07 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): La
mise en réseau est un bon objectif mais comme il
faut prévoir pour 2004 des activités dans ce cadre
sans être assuré d'un budget, il y a un risque de
découragement en chaîne.
13.08 Minister Frank Vandenbroucke (Frans) :
Ja, maar de federale regering heeft bepaalde
verbintenissen aangegaan in het protocol dat zij
heeft ondertekend.
13.08 Frank Vandenbroucke , ministre (en
français) : Oui, mais le gouvernement fédéral s'est
engagé dans le protocole qu'il a signé.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de indiciën die de RSZ hanteert bij het nemen
van een beslissing om het sociaal statuut van
een zelfstandige te betwisten voor de rechtbank"
(nr. B428)
14 Question de M. Jo Vandeurzen au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "les
indices sur lesquels se fonde l'ONSS pour
décider de contester le statut social d'un
indépendant devant le tribunal" (n° B428)
14.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijn vraag betreft
de door de RSZ gebruikte feitelijke indiciën die
leiden tot de beslissing het statuut van een
zelfstandige voor de rechtbank te betwisten. De
RSZ is voor de motivatie van haar
bestuurshandelingen onderworpen aan de regels
van de openbaarheid van bestuur. Ik ga er dus van
uit dat bij dergelijke betwistingen de criteria bekend
zijn waarop de RSZ zich baseert om te kunnen
spreken van een bestaande juridische relatie van
ondergeschiktheid en het werken onder gezag,
leiding en toezicht. Ik geef als voorbeeld: de arts
die actief is in een ziekenhuis, de journalist die
14.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Ma question
concerne les indices effectifs qui amènent l'ONSS à
décider de contester devant le tribunal le statut
d'un indépendant. Pour ce qui est de la motivation
de ses actes administratifs, l'ONSS est soumise
aux règles de la publicité de l'administration. Je
considère donc que dans le cas de tels litiges, on
connaît les critères sur lesquels l'ONSS se fonde
pour pouvoir parler d'une relation juridique
existante de subordination et de travail sous
autorité, direction et contrôle. Je vous donne
quelques exemples : un médecin qui exerce dans
un hôpital, un journaliste qui fournit des textes à la
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 1049
02/04/2003
19
teksten levert aan een redactie of een dierenarts
die actief is als dierenarts met opdracht.


Welke concrete elementen neemt de RSZ in
overweging om te oordelen of het statuut al dan
niet betwistbaar is en om eventueel tot een
gerechtelijke procedure over te gaan? Welke
jurisprudentie wordt desgevallend gehanteerd?

Hoe kunnen de burgers kennis krijgen van deze
visie van de RSZ? Het beleid van een openbare
instelling moet publiek zijn, zo ook de beleidsopties
van de RSZ inzake deze drie beroepscategorieën.


De drie voornoemde beroepen kunnen zowel als
bediende als als zelfstandige worden uitgeoefend.
Hoe kunnen de opdrachtgever en de betrokkene op
voorhand zekerheid krijgen over hun sociaal
statuut?
rédaction d'un journal ou un vétérinaire qui exerce
comme vétérinaire en mission.

Quels éléments concrets l'ONSS prend-il en
considération pour juger si le statut est ou non
contestable et pour entamer éventuellement une
procédure judiciaire ? A quelle jurisprudence se
réfère-t-il le cas échéant ?

Comment les citoyens peuvent-ils s'informer de
cette conception de l'ONSS ? La politique d'un
organisme public doit être publique et il doit en aller
de même des options politiques de l'ONSS
concernant ces trois catégories professionnelles.

Les trois professions précitées peuvent être
exercées tant sous le statut de salarié que sous
celui d'indépendant. Comment le commissionnaire
et l'intéressé peuvent-ils être absolument certains,
par avance, de leur statut social?
14.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): De RSZ beslist tot onderwerping aan
de sociale zekerheid der werknemers van zodra
iemand prestaties levert in uitvoering van een
arbeidsovereenkomst en er dus sprake is van
gezag. De sociale zekerheidswetgeving is van
openbare orde. Daardoor zijn de naam die de
partijen aan hun overeenkomst geven en de
hoedanigheid die zij in die overeenkomst aan de
partijen verlenen niet bepalend voor de aard van de
overeenkomst. Het al dan niet ingeschreven zijn in
het handelsregister, het beschikken over een BTW-
nummer of het aangesloten zijn bij een
verzekeringskas voor zelfstandigen doet ook niet
ter zake, tenzij dat iets zegt over de manier waarop
de overeenkomst wordt uitgeoefend of over het
gezag.

De rechtspraak ter zake is zeer omvangrijk. Enkel
de wijze waarop het contract wordt uitgevoerd is
bepalend. Dat betekent dat de sociale
inspectiedienst voor iedere casus aan de hand van
de feitelijke situatie moet nagaan of er al dan niet
gezag aanwezig is.
14.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais) : L'ONSS décide qu'il y a
assujettissement à la sécurité sociale des
travailleurs salariés sitôt qu'une personne fournit
des prestations en exécution d'un contrat de travail
et qu'il y a autorité. La législation sur la sécurité
sociale est d'ordre public. Il en découle que ni la
dénomination que les parties concernées donnent
à leur contrat de travail ni la qualité qu'ils confèrent
aux parties à ce contrat ne déterminent la nature du
contrat. Le fait d'être inscrit ou non au registre du
commerce, le fait de disposer d'un numéro de TVA
ou le fait d'être affilié à une mutuelle pour
travailleurs indépendants n'y changent rien non
plus, à moins qu'on puisse en tirer des
enseignements sur la manière dont le contrat est
exercé ou sur l'autorité.

La jurisprudence en la matière est très copieuse.
Seule la manière dont le contrat est exécuté est
déterminante. Cela signifie que le service
d'inspection sociale doit vérifier pour chaque cas et
sur la base de la situation réelle de l'intéressé s'il y
a ou non autorité.
Het is niet mogelijk een algemeen geldende lijst
van criteria te geven. Aan elke beslissing moet een
grondige analyse van het samenwerkingsverband
voorafgaan. Sommige van de aangehaalde
beroepscategorieën zijn thans voorwerp van
juridische principiële betwistingen. Daarom ga ik er
hier niet verder op in. De partijen waarvan de RSZ
meent de samenwerkingsverbanden te moeten
herkwalificeren, zullen hierover door de
inspectiedienst of door de RSZ tijdig worden
ingelicht.
Il est impossible de fournir une liste générale de
critères. Chaque décision doit être précédée d'une
analyse approfondie de la nature des liens du
travail. Certaines des catégories professionnelles
citées font actuellement l'objet de contestations de
principe juridiques. C'est pourquoi je ne m'y
attarderai pas davantage. Les parties dont l'ONSS
estime devoir reconsidérer la qualification des liens
du travail, en seront informées au moment opportun
par le service d'inspection ou par l'ONSS.
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
02/04/2003
CRABV 50
COM 1049
20
14.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Een publiek debat
over de beleidsvisie van de RSZ is onvermijdbaar.
Ik ga er niet mee akkoord dat de RSZ het
Parlement niet moet informeren over de gebruikte
criteria. In de volgende legislatuur zal de vraag naar
een ondubbelzinnige beleidslijn zeker aan bod
komen. De RSZ heeft mijn inziens de plicht de
burgers te informeren om hen toe te laten zich pro-
actief in regel te stellen.
14.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Un débat public
sur la politique mise en oeuvre par l'ONSS est
inévitable. Je désapprouve le fait que l'ONSS ne
doive pas informer le Parlement au sujet des
critères utilisés. Sous la prochaine législature, la
question d'une ligne politique claire se posera
certainement. A mon sens, l'ONSS a le devoir
d'informer les citoyens pour leur permettre de se
mettre en règle de manière proactive.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van de heer Bernard Baille aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de personeelsformatie van de sociale
assistenten in de openbare ziekenhuizen"
(nr. B436)
15 Question de M. Bernard Baille au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "le cadre
de travail des assistants sociaux dans les
hôpitaux publics" (n° B436)
15.01 Bernard Baille (ECOLO-AGALEV): De
bevolking veroudert en de sociale assistenten
vervullen een uiterst belangrijke rol in het leven van
de patiënten en verlenen hun morele steun. Toch
bepaalt geen enkele precieze norm het aantal
sociaal assistenten per aantal bedden of per aantal
opnames in de algemene ziekenhuizen, wat wel het
geval is voor de universitaire ziekenhuizen.


Is het niet wenselijk, met het oog op een grotere
zekerheid voor de werknemers, een norm vast te
stellen die geldt voor alle ziekenhuizen?
15.01 Bernard Baille (ECOLO-AGALEV): Dans le
contexte du vieillissement de la population et alors
que les assistants sociaux remplissent une tâche
extrêmement importante dans la vie des patients et
pour leur confort moral, aucune norme précise ne
détermine le nombre d'assistants sociaux par
nombre de lits ou par nombre d'entrées dans les
hôpitaux généraux, ce qui n'est pas le cas pour les
hôpitaux universitaires.

N'est-il pas important, pour sécuriser les
travailleurs, de déterminer une norme pour
l'ensemble des hôpitaux?
15.02 Minister Frank Vandenbroucke (Frans): In
het kader van de nieuwe financiering heb ik
bijkomende middelen toegekend aan de sociale
diensten van de ziekenhuizen, meer bepaald van
de ziekenhuizen die over G-bedden beschikken, in
het licht van de veroudering van de bevolking en
met het oog op een betere begeleiding van de
patiënt na zijn ontslag uit het ziekenhuis.

Minimumnormen vaststellen lijkt me geen goede
oplossing, want de ziekenhuizen moeten het aantal
sociaal assistenten dat ze nodig hebben vaststellen
op basis van de reële behoeften. Er wordt de
ziekenhuizen trouwens gevraagd juiste en volledige
gegevens over te maken over de werking van de
sociale dienst en de begeleiding bij ontslag, naast
een verslag over de aanwending van de middelen
gericht op de doelgroep.
15.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
français): Dans le nouveau financement, j'ai
attribué des moyens supplémentaires aux services
sociaux des hôpitaux, notamment disposant de lits
G, dans la perspective du vieillissement de la
population et d'une meilleure réorientation du
patient à sa sortie de l'hôpital.


Il ne me paraît pas utile de déterminer des normes
minimales, car c'est en fonction des besoins réels
que les hôpitaux doivent déterminer le nombre
d'assistants sociaux nécessaires. Il leur est
d'ailleurs demandé de fournir des données
correctes et complètes concernant l'activité du
service social et la gestion des sorties ainsi qu'un
rapport portant sur l'utilisation des moyens en
relation avec le groupe cible.
15.03 Bernard Baille (ECOLO-AGALEV): Er is
wel degelijk een probleem: problemen van
overdreven schuldenlast, sociale reïntegratie en
zelfs marginalisering worden soms vastgesteld
door de sociale diensten van de ziekenhuizen.
15.03 Bernard Baille (ECOLO-AGALEV): Le
problème est bien réel: des problèmes
d'endettement, de réinsertion, voire de
marginalisation sont parfois constatés dans les
services sociaux des hôpitaux.
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 1049
02/04/2003
21
Ik vraag uw aandacht voor dat aspect, want dat
soort problemen kan aan het licht komen in het
ziekenhuis.
J'attire votre attention sur cet aspect, car l'hôpital
peut être un lieu révélateur de ce genre de
problèmes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de afwijkingen van de minimale arbeidsduur van
de deeltijdse werknemers, die is vastgesteld op
een derde van de voltijdse arbeidsduur"
(nr. B458)
16 Question de Mme Colette Burgeon au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "les
dérogations à la limite minimale d'un tiers temps
des travailleurs à temps partiel" (n° B458)
16.01 Colette Burgeon (PS): Sommige socio-
culturele organisaties dienen soms deeltijdse
werknemers aan te werven om uitzonderlijke
prestaties te leveren. De wet van 3 juli 1978
betreffende de arbeidsovereenkomst bepaalt de
minimale weekprestaties voor een deeltijdse
werknemer op één derde van een voltijdse. Het
koninklijk besluit van 21 december 1992 heeft met
name in een afwijking voorzien die niet beantwoordt
aan de toestand die ik schets.

Een andere afwijking heet betrekking op de
werknemers bedoeld in de artikelen 6 tot 18 van het
koninklijk besluit van 28 november 1969.
Beantwoordt een cultureel centrum aan de
omschrijving bedoeld in artikel 17 § 1, 4° van het
koninklijk besluit?
16.01 Colette Burgeon (PS): Certaines
associations socioculturelles éprouvent parfois le
besoin d'engager des travailleurs à temps partiel
pour assurer des prestations exceptionnelles. La loi
du 3 juillet 1978 relative au contrat de travail fixe les
prestations hebdomadaires minimales pour un
travailleur à temps partiel à un tiers du temps plein.
L'arrêté royal du 21 décembre 1992 a, notamment,
prévu une dérogation, qui ne répond pas à la
situation que j'évoque.

Une autre dérogation concerne les travailleurs
visés aux articles 6 à 18 de l'arrêté royal du 28
novembre 1969. Une maison de la culture
correspond-elle à la définition visée à l'article 17 §
1
er
, 4° de l'arrêté royal?
16.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Een cultureel centrum is niet a priori
uitgesloten van het voorkeurstelsel van artikel 17 §
1, 4° van het koninklijk besluit van 28 november
1969. Om ervan te genieten, dient men echter te
voldoen aan de volgende voorwaarden:

1° Het moet gaan om een organisatie die wordt
erkend door de bevoegde overheid, met name één
van de Gemeenschappen;

2° Zij dient socio-culturele opleidingen en/of een
sportinitiatie te verstrekken;

3° Het aangeworven personeel dient in deze
organisaties te worden tewerkgesteld als animator,
verantwoordelijke of monitor buiten de normale
werk- of schooluren, of tijdens de schoolvakanties;

4° De organisaties dienen hiervan op voorhand
aangifte te doen bij de sociale inspectie van de
federale overheidsdienst Sociale zekerheid.

5° De duur van de tewerkstelling bij één of meer
werkgevers mag 25 werkdagen per kalenderjaar
16.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
français): Une maison de la culture n'est pas exclue
d'avance du régime préférentiel de l'article 17 § 1
er
,
4° de l'arrêté royal du 28 novembre 1969. Il faut
cependant pour en bénéficier, satisfaire aux
conditions suivantes:

1° Il doit s'agir d'une organisation reconnue par
l'autorité compétente, à savoir une des
Communautés;

2° Elle doit dispenser des formations
socioculturelles et/ou une initiation sportive;

3° Le personnel embauché doit être occupé dans
ces organisations comme animateurs, chefs ou
moniteurs en dehors des heures de travail normal
ou scolaire, soit pendant les vacances scolaires;

4° Les organisations doivent en faire déclaration
préalable à l'Inspection sociale du service public
fédéral Sécurité sociale.

5° L'occupation auprès d'un ou plusieurs
employeurs ne peut dépasser 25 jours de travail au
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
02/04/2003
CRABV 50
COM 1049
22
niet overschrijden. De werkdagen voor de sociale
zekerheid zijn de effectief gepresteerde werkdagen,
onafhankelijk van de arbeidsduur.
cours d'une année civile. Les jours de travail pour
la sécurité sociale sont les jours de prestation
effective de travail, indépendamment de la durée
de ce travail.
De interpretatie van het begrip socio-culturele
activiteiten en/of sportinitiatie valt onder de
bevoegdheid van de Gemeenschappen.

Aangezien het betrokken personeel wordt
onttrokken aan de sociale zekerheid op basis van
dit stelsel, zal het evenmin rechten kunnen
opbouwen. Deze afwijking dient dan ook beperkend
te worden geïnterpreteerd, en alle voorwaarden
dienen cumulatief te zijn vervuld om er aanspraak
op te kunnen maken.
L'interprétation de la notion d'activités
socioculturelles et/ou d'initiation sportive relève de
la compétence des Communautés.

Etant donné que le personnel concerné est
soustrait de la sécurité sociale sur la base de ce
régime, il ne pourra pas non plus se constituer des
droits. Cette dérogation doit donc être interprétée
de façon restrictive, et toutes les conditions doivent
être remplies de manière cumulative afin de pouvoir
invoquer cette dérogation.
16.03 Colette Burgeon (PS): Op
woensdagnamiddag organiseren de hobbyclubs,
die afhangen van het buurthuis, 2 tot 4 uur
animatie. Er zijn meer dan 25 weken per jaar. Wat
zal men doen voor die personen die meer dan 25
werkdagen hebben?


Hetzelfde probleem doet zich voor bij het
schouwburgpersoneel. Wat met de overtallige
loketbedienden waarop men bij bepaalde
evenementen een beroep dient te doen? Waarin
voorziet men voor de bodyguards die voor een
beperkte tijd worden aangenomen?
16.03 Colette Burgeon (PS): Le mercredi après-
midi, les ateliers créatifs, qui dépendent de la
maison de la culture, organisent 2 à 4 heures
d'animation. Il y a plus de 25 semaines sur l'année.
Que va-t-on faire pour ces personnes qui ont plus
de 25 jours de travail?

Le même problème se pose pour les ouvreuses
dans un théâtre. Que font les préposés à la
billetterie que l'on doit engager en surnombre, lors
de certains événements? Que fait-on pour les
gardes du corps qui sont engagés pour peu de
temps?
De personen die mij hierover hebben
aangesproken, wensen in een wettelijk kader te
handelen.
Les personnes qui m'ont interpellée à ce sujet
souhaitent être dans la légalité.
16.04 Minister Frank Vandenbroucke (Frans): Ik
heb de voorwaarden vermeld die dienen te zijn
vervuld in het kader van artikel 17, § 1, 4°.

Ik vraag mij af of het niet te verkiezen valt om een
beroep te doen op de eerste afwijking van het
koninklijk besluit van 23 december 1992.

Mevrouw Onkelinx heeft u reeds gezegd dat deze
uitzonderingen mogelijk zijn in vier gevallen.

Het eerste geval is dat van werkgevers en
werknemers die uitgesloten zijn van de toepassing
van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5
december 1968 of de overheidssector.
16.04 Frank Vandenbroucke , ministre (en
français): J'ai énoncé les conditions qui doivent être
remplies dans le cadre de l'article 17, § 1
er
, 4°.

Je me demande s'il n'est pas préférable de faire
appel à la première dérogation de l'arrêté royal du
23 décembre 1992.

Mme Onkelinx vous a déjà dit que des exceptions
sont possibles dans quatre cas.

Le premier cas est celui des employeurs et salariés
qui sont exclus de l'application de la convention
collective de travail du 5 décembre 1968, c'est-à-
dire le secteur public.
De tweede uitzondering betreft de werknemers
bedoeld in de artikelen 16 tot 18 van het koninklijk
besluit van 28 november 1969 ; de derde heeft
betrekking op degenen met een contract voor
deeltijdse arbeid van ten minste vier uur per dag
La deuxième exception concerne les salariés
indiqués dans les articles 16 à 18 de l'arrêté royal
du 28 novembre 1969; la troisième, ceux qui ont un
contrat de travail partiel d'au moins quatre heures
par jour et qui est conforme à une série de
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 1049
02/04/2003
23
dat aan een aantal voorwaarden voldoet ; de vierde
uitzondering betreft het onderhoudspersoneel.
Aangezien het hier niet gaat over een openbare
sector waarvoor een collectieve
arbeidsovereenkomst geldt, vraag ik mij af of het
niet de eerste uitzondering is die hier speelt.

Ik denk dat het niet makkelijk zal zijn om een
oplossing te vinden in het kader van dat artikel 17,
aangezien het niet noodzakelijk om werknemers
gaat.
conditions; la quatrième, ceux qui font le nettoyage.
Je me demande, dans la mesure où il ne s'agit pas
d'un secteur public couvert par la convention
collective du travail, si ce n'est pas la première
exception qui joue ici.


La solution ne me semble pas pouvoir être trouvée
facilement dans le contexte de cet article 17,
puisqu'il ne s'agit pas nécessairement de salariés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de behandeling van de huidziekte psoriasis in
dagbehandelingcentra" (nr. B475)
17 Question de Mme Magda De Meyer au
ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "le traitement du psoriasis en centres de
traitement de jour" (n° B475)
17.01 Magda De Meyer (SP.A): In België lijden
200.000 à 300.000 personen aan psoriasis. Deze
ziekte wordt vooral met zalf behandeld. Op dit
moment komen patiënten in de gewone
ziekenhuizen terecht voor behandeling, wat
financieel zwaar kan doorwegen. Daarom pleiten
de Vlaamse Vereniging voor Psoriasispatiënten en
de dermatologen ervoor om dagklinieken op te
richten. Naast de gewone behandeling is daar ook
aangepaste psychologische en sociale begeleiding
aanwezig. Deze vorm van behandeling is niet
alleen goedkoper, maar heeft ook een uitgesproken
sociale dimensie. Kinderen met psoriasis lijden
vaak dubbel omdat zij door hun omgeving niet
worden aanvaard. Daarom smeken de ouders van
psoriasispatiëntjes om de oprichting van
dagklinieken.




Kan de minister nagaan of bij grote verpakkingen
van zalven het normale terugbetalingstarief kan
gelden en of er in samenwerking met de
dermatologen een experiment voor ambulante
behandeling kan gestart worden?
Dagbehandelingen zijn immers goedkoper voor de
ziekteverzekering.
17.01 Magda De Meyer (SP.A): En Belgique,
200.000 à 300.000 personnes sont atteintes de
psoriasis. Cette maladie est essentiellement traitée
à l'aide de pommades. Actuellement, les patients
se font soigner dans les hôpitaux ordinaires, ce qui
grève lourdement le budget de ceux-ci. C'est pour
cette raison que la Vlaamse Vereniging voor
Psoriasispatiënten
- l'Association flamande des
patients atteints de psoriasis - et les dermatologues
préconisent la création de cliniques de jour. Outre
le traitement ordinaire, ces établissements offrent
également un accompagnement psychologique et
social adapté. Cette forme de traitement n'est pas
seulement moins coûteuse, elle présente
également une dimension sociale prononcée. Chez
les enfants atteints de psoriasis, la souffrance est
souvent accrue par le fait qu'ils ne sont pas
acceptés par leur entourage. C'est la raison pour
laquelle les parents de patients touchés par cette
affection réclament avec insistance la création de
cliniques de jour.
Le ministre peut-il vérifier si le tarif de
remboursement normal peut être appliqué à la
pommade en grands conditionnements et si une
expérience de traitement ambulatoire peut être
lancée en collaboration avec les dermatologues ?
Les traitements de jour sont en effet moins onéreux
pour l'assurance maladie.
17.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): De aanpak van chronische ziekten is
inderdaad prioritair in mijn beleid. Psoriasis hoort
daar zeker bij en daarom heb ik erop gelet dat de
zalven ten behoeve van de psoriasispatiënten niet
onder de reglementering op grote verpakkingen
vallen zodat het remgeld niet verhoogt. Het comité
voor advies inzake zorgverlening heeft er reeds op
gewezen dat dagcentra zeer geschikt zijn voor de
17.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Le traitement des maladies
chroniques est effectivement un élément prioritaire
de ma politique. Le psoriasis en est une, et non des
moindres, et c'est pour cette raison que j'ai prévu,
pour les pommades traitant le psoriasis, une
exception à la réglementation relative aux grands
conditionnements, afin que le ticket modérateur
n'augmente pas. Le Comité consultatif en matière
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
02/04/2003
CRABV 50
COM 1049
24
verzorging van psoriasispatiënten. Ik beschik op dit
moment helaas niet over de nodige middelen om
dergelijke centra op te richten, omdat er reeds
andere projecten in uitvoering zijn of op stapel
staan. Mijn kabinet pleegt op dit moment overleg
met de dermatologen om de oprichting van deze
klinieken mogelijk te maken.
de soins a déjà souligné que les centres de jour
étaient tout à fait appropriés pour le traitement du
psoriasis. Malheureusement, je ne dispose pas, en
ce moment, des moyens nécessaires à la création
de tels centres car d'autres projets sont déjà en
cours d'exécution ou en chantier. Mon cabinet
organise actuellement une concertation avec les
dermatologues pour permettre la création de ces
cliniques.
17.03 Magda De Meyer (SP.A): Ik hoop dat in de
nodige budgetten kan worden voorzien.
17.03 Magda De Meyer (SP.A): J'espère que les
budgets nécessaires pourront être prévus.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Vraag van mevrouw Marie-Thérèse Coenen
aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "de toekenning van
kinderbijslag aan studenten die voor de derde
keer herkansen" (nr. B534)
18 Question de Mme Marie-Thérèse Coenen au
ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "l'attribution des allocations familiales aux
étudiants de 'troisième session'" (n° B534)
18.01 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV):
Sommige laatstejaarsstudenten van het hoger niet-
universitair onderwijs, die niet slaagden voor de
tweede zittijd of hun thesis nog niet indienden,
beschikken over een bepaalde termijn om hun
eindwerk in te dienen. Met het oog op de
homologatie van hun diploma, moeten ze in dat
geval voor 1 februari hun examens afleggen.
Enerzijds zijn ze dus niet echt gezakt, anderzijds
kunnen ze zich niet inschrijven bij de BGDA en
kunnen ze evenmin hun wachttijd beginnen. Ze
hebben geen recht meer op kinderbijslag omdat ze
niet langer worden beschouwd als `regelmatig
ingeschreven'.

Onder welke voorwaarden kan voor die studenten
kinderbijslag worden toegekend? Welke
onderrichtingen werden aan de RKW gegeven?
Bent u desgevallend van plan initiatieven te nemen
om ervoor te zorgen dat die studenten nog
kinderbijslag kunnen genieten tot hun diploma
wordt gehomologeerd?
18.01 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV):
Certains étudiants en dernière année dans
l'enseignement supérieur non universitaire, ayant
raté leur deuxième session ou n'ayant pas encore
déposé leur mémoire, bénéficient d'un délai pour
déposer leurs travaux de fin d'études. Pour obtenir
la validation du diplôme, ils doivent alors passer
des examens avant le 1er février. D'un côté, ils
n'ont pas vraiment échoué et, d'un autre côté, ils ne
peuvent pas s'inscrire à l'Orbem ni commencer leur
stage d'attente. Ils n'ont plus droit aux allocations
familiales, parce qu'ils ne sont plus considérés
comme régulièrement inscrits.


Quelles sont les conditions d'octroi des allocations
familiales pour ces étudiants? Quelles ont été les
instructions données à l'ONAFTS? Le cas échéant,
comptez-vous prendre des initiatives pour que ces
étudiants puissent encore bénéficier des allocations
familiales jusqu'à leur certification?
18.02 Minister Frank Vandenbroucke (Frans):
De RKW heeft nagegaan of die studenten, rekening
houdend met de regelgeving eigen aan de Franse
Gemeenschap, regelmatig ingeschreven blijven in
de onderwijsinstelling. De RKW is tot het besluit
gekomen dat het recht op kinderbijslag blijft
bestaan tot op de laatste examendag van de
verlengde zittijd. Indien de jongere zich nadien
inschrijft als werkzoekende kan hij het recht op
kinderbijslag behouden gedurende 270 dagen
vanaf de dag volgend op zijn laatste examen. De
RKW heeft onmiddellijk een rondzendbrief gestuurd
aan alle kinderbijslagfondsen waarin hij dat
18.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
français): L'ONAFTS a vérifié si, au regard de la
réglementation propre à la Communauté française,
ces étudiants restaient régulièrement inscrits dans
l'établissement d'enseignement. L'ONAFTS a
conclu que le droit aux allocations familiales était
préservé jusqu'à la date de la présentation du
dernier examen de la seconde session prolongée.
Par ailleurs, si le jeune concerné s'inscrit ensuite
comme demandeur d'emploi, il peut conserver son
droit aux allocations familiales pendant 270 jours à
compter du lendemain du dernier examen.
L'ONAFTS a pris soin d'adresser sans délai à
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 1049
02/04/2003
25
standpunt toelicht.
toutes les caisses d'allocations familiales une lettre
circulaire par laquelle cette position est explicitée.
18.03 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV):
De studentenbewegingen zullen in de wolken zijn.
18.03 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV):
Les mouvements étudiants vont être enchantés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
19 Vraag van mevrouw Marie-Thérèse Coenen
aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "de inning van onverschuldigde
bedragen vooraleer de aanvraag werd
onderzocht" (nr. B535)
19 Question de Mme Marie-Thérèse Coenen au
ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "la perception de l'indu avant examen de la
requête" (n° B535)
19.01 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV):
Iemand van wie de gezinstoestand is veranderd en
op het loon van wie een bedrag aan onterecht
uitbetaalde uitkeringen ambtshalve wordt
afgehouden, heeft een verzoekschrift ingediend.
Tijdens het onderzoek van dat verzoekschrift
worden de inhoudingen voort toegepast. Zou het
niet logischer zijn om eerst het verzoekschrift te
behandelen om vervolgens tot de terugvordering
van die onterechte uitbetaalde bedragen over te
gaan indien het verzoekschrift wordt verworpen ?
19.01 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV):
Une personne dont la situation familiale a changé
et qui se voit retenir d'office un montant
d'allocations indues a introduit une requête.
Pendant la période d'examen de cette requête, les
retenues continuent. Ne serait-il pas plus logique
d'examiner d'abord la requête en renonciation de
l'indu pour pratiquer ensuite une récupération de
l'indu si cette requête est rejetée?
19.02 Minister Frank Vandenbroucke (Frans): Ik
neem aan dat het gaat om een dossier inzake
uitkeringen aan mindervaliden.

Tijdens de beroepstermijn van drie maand die volgt
op de beslissing van de administratie, wordt de
uitvoering geschorst. Wanneer de mindervalide zijn
verzoekschrift heeft ingediend voor het einde van
die drie maanden, wordt de terugvordering
geschorst tot de minister beslist. Die beslissing
wordt uitvoerbaar wanneer de mindervalide het
verzoek tot afstand buiten die termijn van drie
maand indient. De gevolgen van de laattijdige
indiening van het verzoekschrift worden goed
uitgelegd in het bericht van heffing.

Ik kan hieruit besluiten dat in het bedoelde dossier
de mindervalide zijn verzoekschrift niet binnen de
termijn van drie maanden heeft ingediend.
19.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
français): Je suppose qu'il s'agit d'un dossier en
matière d'allocations aux personnes handicapées.

Pendant le délai de recours de trois mois qui suit la
décision de l'administration, l'exécution est
suspendue. Lorsque la personne handicapée a
introduit la demande en renonciation avant
l'expiration de ces trois mois, la récupération est
suspendue jusqu'à ce que le ministre ait statué. La
décision devient exécutable lorsque la personne
handicapée introduit la demande en renonciation
hors de ce délai de trois mois. Les conséquences
de l'introduction tardive de la demande sont bien
expliquées dans la notification de recouvrement.

Je peux conclure que dans le dossier évoqué, la
personne handicapée n'a pas introduit sa demande
de renonciation dans le délai de trois mois.
19.03 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV):
Ik zal u een kopie van het dossier laten geworden
zodat uw diensten het aandachtig kunnen bekijken.
19.03 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV):
Je vous ferai parvenir une copie du dossier pour
que vos services puissent l'examiner attentivement.
19.04 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Ik dank de commissie voor het
meestal hoge niveau van de debatten en de
diensten die de stroom van vragen en gegevens
steeds stipt verwerkten.
19.04 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Je remercie la commission pour le
niveau généralement élevé des débats et ainsi que
les services qui ont toujours traité avec ponctualité
le flux des questions et des données.
De openbare commissievergadering wordt gesloten La réunion publique de commission est levée à
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
02/04/2003
CRABV 50
COM 1049
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
om 12.44 uur.
12.44 heures.