CRABV 50 COM 1001
CRABV 50 COM 1001
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
dinsdag mardi
25-02-2003 25-02-2003
15:30 uur
15:30 heures
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 1001
25/02/2003
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Richard Fournaux aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de reclame
voor geneesmiddelen tegen tabaksgebruik"
(nr. A911)
1
Question de M. Richard Fournaux au ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la publicité
pour les médicaments anti-tabac" (n° A911)
1
Sprekers: Richard Fournaux, Jef Tavernier,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Richard Fournaux, Jef Tavernier,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Jacques Germeaux aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de nakende
erkenning van homeopathie" (nr. B106)
2
Question de M. Jacques Germeaux au ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la
reconnaissance à bref délai de l'homéopathie"
(n° B106)
2
Sprekers: Jacques Germeaux, Jef Tavernier,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Jacques Germeaux, Jef Tavernier,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
problematiek van schijnzelfstandigen in de
eerstelijnszorg" (nr. B083)
3
Question de Mme Yolande Avontroodt au ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "le problème
des faux indépendants dans le cadre des soins de
première ligne" (n° B083)
3
Sprekers:
Yolande Avontroodt, Jef
Tavernier, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs:
Yolande Avontroodt, Jef
Tavernier, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de subsidies
voor het WIV voor onderzoek naar
baarmoederhalskanker" (nr. B097)
6
Question de Mme Yolande Avontroodt au ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les subsides
octroyés à l'ISSP pour la recherche consacrée au
cancer du col de l'utérus" (n° B097)
6
Sprekers:
Yolande Avontroodt, Jef
Tavernier, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs:
Yolande Avontroodt, Jef
Tavernier, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 1001
25/02/2003
1
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTE
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIETE
van
DINSDAG
25
FEBRUARI
2003
15:30 uur
______
du
MARDI
25
FEVRIER
2003
15:30 heures
______
De vergadering wordt geopend om 15.30 uur door
mevrouw Yolande Avontroodt, voorzitter.
La séance est ouverte à 15.30 heures par Mme
Yolande Avontroodt, présidente.
01 Vraag van de heer Richard Fournaux aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de reclame
voor geneesmiddelen tegen tabaksgebruik"
(nr. A911)
01 Question de M. Richard Fournaux au ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la publicité
pour les médicaments anti-tabac" (n° A911)
01.01 Richard Fournaux (cdH): De recente grote
discussie over tabaksreclame tijdens
sportevenementen heeft aangetoond dat een
parlementaire meerderheid voor het verbod op
deze reclame is met de bedoeling de burger te
beschermen.
Nu blijkt dat farmaceutische ondernemingen die,
zoals Glaxo bij voorbeeld, producten vervaardigen
om rokers te helpen stoppen met roken, geen
reclame voor deze producten mogen maken.
Een eenvoudig koninklijk besluit zou volstaan om
dergelijke reclame toe te laten. Dat zou niet
onverstandig zijn. Bent u bereid een dergelijk
initiatief te overwegen?
01.01 Richard Fournaux (cdH) : La controverse
récente relative à la publicité pour le tabac lors
d'événements sportifs d'importance démontre
qu'une majorité parlementaire est favorable à
l'interdiction de cette publicité dans le but de
protéger le citoyen.
Or, il s'avère que les entreprises pharmaceutiques
qui, comme Glaxo, par exemple, fabriquent des
produits destinés à aider les fumeurs à arrêter de
fumer ne peuvent faire de la publicité pour ces
produits.
Un simple arrêté royal autoriserait une telle
publicité. Ce serait intelligent. Seriez-vous prêt à
envisager une telle initiative ?
01.02 Minister Jef Tavernier (Frans): In grote
lijnen ben ik het met u eens. Enkele maanden
geleden heb ik trouwens aan de Raad van State
advies gevraagd over een ontwerp van wijziging
van het koninklijk besluit van 7 april 1995 dat uw
denkpiste volgt.
De reclame voor geneesmiddelen tegen het roken
zal dan kunnen verschijnen op panelen langs de
openbare weg evenals in het kader van
sensibiliseringscampagnes tegen de gevaren van
01.02 Jef Tavernier, ministre (en français) : Je
suis grosso modo d'accord avec vous. Voici
quelques mois, j'ai d'ailleurs soumis à l'avis du
Conseil d'Etat un projet de modification de l'arrêté
royal du 7 avril 1995 allant dans votre sens.
La publicité pour les médicaments anti-tabac pourra
apparaître sur des panneaux placés sur la voie
publique ainsi que dans le cadre de campagnes de
sensibilisation contre les dangers du tabagisme,
dans le cadre de manifestations sportives ou de
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25/02/2003
CRABV 50
COM 1001
2
het roken, in het kader van sportevenementen en
programma's voor ontwenningsbegeleiding.
Ik hoop dat ik het advies van de Raad van State op
tijd krijg zodat ik dit besluit nog voor de ontbinding
van het Parlement ter ondertekening aan het
Staatshoofd kan voorleggen.
programmes d'accompagnement de la
désintoxication.
J'espère disposer de l'avis du Conseil d'Etat
suffisamment tôt pour pouvoir soumettre cet arrêté
à la signature du chef de l'Etat avant la dissolution
du Parlement.
01.03 Richard Fournaux (cdH): Kan u de Raad
van State laten weten dat dit onderwerp in de
commissie van de Kamer werd behandeld en dat
het voornemen bestaat deze idee te realiseren?
01.03 Richard Fournaux (cdH) : Pourriez-vous
signaler au Conseil d'Etat que ce sujet a été abordé
en commission de la Chambre et qu'il existe une
volonté de voir cette idée aboutir ?
01.04 Minister Jef Tavernier : (Frans) Ik ben zeker
dat uw vraag de druk zal doen toenemen.
01.04 Jef Tavernier , ministre (en français) : Je
suis sûr que votre question accentuera la pression.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Jacques Germeaux aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de nakende
erkenning van homeopathie" (nr. B106)
02 Question de M. Jacques Germeaux au
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "la
reconnaissance à bref délai de l'homéopathie"
(n° B106)
02.01 Jacques Germeaux (VLD): Het
wetenschappelijke bewijs voor de werking van
homeopathisch water werd nog niet geleverd, zoals
een artikel in de Artsenkrant van 6 december eens
te meer aantoonde. In dit artikel wordt melding
gemaakt van een experiment dat werd uitgevoerd
in opdracht van de BBC, een programma dat
trouwens werd uitgezonden op Canvas in het
magazine OverLeven op 23 februari 2003. Het
resultaat was duidelijk: het homeopathische water
had net dezelfde eigenschappen als het gewone
water dat ter controle werd gebruikt. Ik zal de
minister de conclusies van het onderzoek
bezorgen.
In uitvoering van de wet-Colla uit 1999 zal in de
nabije toekomst een koninklijk besluit worden
gepubliceerd ter erkenning van bepaalde
alternatieve geneeswijzen, waaronder de
homeopathie. Geven we de bevolking zo niet het
signaal dat homeopathie wél werkt? Sommige
ziekenfondsen zouden homeopathische
geneesmiddelen vanaf een bepaald bedrag
trouwens terugbetalen. Besteden zij hun middelen
op die manier wel efficiënt genoeg? Moeten we op
basis van dit onderzoek de erkenning van de
homeopathie niet in vraag stellen?
02.01 Jacques Germeaux (VLD): L'action de l'eau
homéopathique n'a pas encore été scientifiquement
prouvée, comme le démontre une fois de plus un
article publié dans Le Journal du Médecin du
6 décembre. Cet article relate une expérience
réalisée à la demande de la BBC, un programme
qui a d'ailleurs été diffusé sur Canvas, dans le
magazine OverLeven du 23
février 2003. Le
résultat était clair : l'eau homéopathique avait les
mêmes propriétés que l'eau ordinaire utilisée pour
contrôler les résultats. Je communiquerai au
ministre les conclusions de l'étude.
En exécution de la loi Colla de 1999, un arrêté royal
portant reconnaissance de certaines médecines
parallèles, dont l'homéopathie, sera prochainement
publié. Ne donnons-nous pas de la sorte à la
population le signal que l'homéopathie est
réellement efficace
? Certaines mutualités
rembourseraient d'ailleurs les médicaments
homéopathiques à partir d'un certain montant.
S'agit-il là d'une affectation suffisamment efficace
de leurs moyens ? Ne devons-nous pas remettre
en question la reconnaissance de l'homéopathie
sur la base de cette étude ?
02.02 Minister Jef Tavernier (Nederlands): De
heer Germeaux wijst naar het gebrek aan
wetenschappelijk bewijs voor de werking van
homeopathische middelen. Volgens mij kunnen in
dat opzicht ook een paar klassieke geneeskundige
02.02 Jef Tavernier , ministre (en néerlandais) :
M. Germeaux attire l'attention sur le manque de
preuves scientifiques en ce qui concerne l'action
des médicaments homéopathiques. D'après moi,
on pourrait alors également examiner de plus près
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 1001
25/02/2003
3
praktijken onder de loep worden genomen.
Vervolgens bestaat er een duidelijk onderscheid
tussen een terugbetaling van geneesmiddelen door
de ziekteverzekering, wat nu zeker nog niet gebeurt
voor homeopathische geneesmiddelen, en de
terugbetaling door ziekenfondsen, die dit op eigen
initiatief kunnen doen omdat zij weten dat hun
leden deze geneesmiddelen gebruiken en er alvast
niet slechter van worden.
certaines pratiques médicales classiques.
Ensuite, il existe une distinction claire entre un
remboursement de médicaments par l'assurance
maladie, ce qui n'est toujours pas le cas pour les
médicaments homéopathiques, et le
remboursement par des mutualités, qui peuvent le
faire de leur propre initiative car ils savent que leurs
membres utilisent ces médicaments et ne s'en
portent pas plus mal.
Als minister van Volksgezondheid moet ik de wet-
Colla uit 1999 inzake de niet-conventionele
praktijken, waaronder de homeopathie valt,
uitvoeren. Alleen het Parlement kan deze wet in
vraag stellen. Met het oog op deze uitvoering heb ik
de beroepsorganisaties al aangeschreven en zij
zullen bij koninklijk besluit worden erkend. Deze
erkenning moet dan binnen de zes maanden bij wet
worden bekrachtigd. Erkende beroepsorganisaties
verbinden zich ertoe mee te werken aan
wetenschappelijk onderzoek en zich te
onderwerpen aan externe evaluaties. Op te richten
kamers, paritaire comités, die voor de helft uit
vertegenwoordigers van de faculteit geneeskunde
en voor de helft uit vertegenwoordigers van
erkende beroepsorganisaties zullen zijn
samengesteld, zullen vervolgens adviezen
verstrekken inzake het al dan niet erkennen van
bepaalde geneesmiddelen.
Het is duidelijk dat wetenschappelijke bevindingen
een doorslaggevende rol zullen spelen. Ik spreek
me niet uit voor of tegen een bepaalde medische
praktijk, maar het is wel de taak van de overheid
om de bevolking een minimumgarantie te leveren
op kwaliteit.
En qualité de ministre de la Santé publique, je dois
exécuter la loi Colla de 1999 sur les pratiques non
conventionnelles qui s'applique notamment à
l'homéopathie. Seul le Parlement est habilité à
remettre cette loi en question. En vue de
l'application de la loi, j'ai adressé un courrier aux
organisations professionnelles et celles-ci seront
agréées par arrêté royal. Cet agrément doit être
sanctionné par une loi dans un délai de six mois.
Les organisations professionnelles agréées
s'engagent à collaborer à l'étude scientifique et à se
soumettre à des évaluations externes. Des
chambres, des commissions paritaires, composées
pour moitié de représentants de la faculté de
médecine et pour moitié de représentants des
organisations professionnelles agréées, rendront
ensuite des avis en ce qui concerne l'agrément ou
non de certains médicaments.
Il est clair que les découvertes scientifiques
joueront un rôle déterminant. Je ne me prononcerai
pas en faveur ou contre une pratique médicale
spécifique. En revanche, les pouvoirs publics ont
pour mission d'offrir à la population une garantie
minimale sur le plan de la qualité.
02.03 Jacques Germeaux (VLD): Ook ik vind dat
een en ander in de klassieke geneesmiddelen moet
veranderen. Het ideaal is wellicht een amalgaam
tussen beide disciplines.
Mijn bezorgdheid ging echter vooral over producten
die geen waarde blijken te hebben.
02.03 Jacques Germeaux (VLD): J'estime
également que des changements s'imposent dans
le domaine des médicaments classiques. L'idéal
serait sans doute un savant mélange des deux
disciplines.
Ma préoccupation concernait toutefois surtout les
produits inefficaces.
02.04 Minister Jef Tavernier (Nederlands): Er is
in zo'n geval geen sprake van terugbetaling.
02.04 Jef Tavernier, ministre (en néerlandais) :
Dans ce cas, il ne peut être question de
remboursement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos
03 Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan
de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
problematiek van schijnzelfstandigen in de
03 Question de Mme Yolande Avontroodt au
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "le
problème des faux indépendants dans le cadre
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25/02/2003
CRABV 50
COM 1001
4
eerstelijnszorg" (nr. B083)
des soins de première ligne" (n° B083)
03.01 Yolande Avontroodt (VLD): De pers
berichtte reeds over de samenwerkingsverbanden
in de eerstelijnszorg die de minister in een KB zal
vastleggen. Op zich is samenwerken goed. Er
rijzen echter twee problemen: structuren zullen
worden erkend op basis van het feit dàt ze
samenwerken, niet op basis van hun activiteiten.
Ten tweede zorgen samenwerkingsverbanden voor
problemen met het statuut en de sociale inspectie.
Zelfstandigen riskeren plotseling te worden
beschouwd als schijnzelfstandigen, met problemen
met de sociale zekerheid tot gevolg. Dat kan niet de
bedoeling zijn.
In Nederland erkent men de problematiek en
onderzoekt men hoe men binnen
samenwerkingsverbanden de vrijheid in
eerstelijnszorg zo goed mogelijk kan worden
behouden. Ook wij moeten dat doen.
Heeft de minister bij het opstellen van zijn KB
rekening gehouden met de specificiteit van de
statuten van de artsen en verpleegkundigen? Is er
overleg geweest met de sociale inspectie? Zo ja,
welk statuut krijgen de zorgverstrekkers:
werknemer of zelfstandige? Minister Onkelinx werkt
aan een ontwerp dat criteria opsomt voor het
toekennen van het statuut.
Heeft de minister laten berekenen wat de
meerkosten voor de overheid zouden zijn als alle
zorgverstrekkers in samenwerkingsverbanden
gesalarieerde werknemers zouden zijn? Wie zou
de meerkosten dan betalen: het RIZIV of de patiënt
via het remgeld?
In de pers wordt gespeculeerd over zeer
ambitieuze programma's, zoals een
derdebetalerssysteem, wat zeer duur is. Wat is het
standpunt van de minister?
03.01 Yolande Avontroodt (VLD): La presse a
déjà évoqué les accords de coopération dans le
domaine des soins de première ligne que le
ministre formalisera dans un arrêté royal. En tant
que telle, la coopération est une bonne chose. Mais
elle soulève deux questions : les structures seront
agréées sur la base du fait, précisément, qu'elles
coopèrent et non sur la base de leurs activités.
Deuxièmement, les accords de coopération posent
des problèmes de statut et d'inspection sociale. Les
indépendants risquent soudain d'être considérés
comme de faux indépendants, ce qui entraînera
des difficultés dans leurs rapports avec la sécurité
sociale. Je pense que c'est un écueil qu'il faut
éviter.
Aux Pays-Bas, on ne nie pas l'existence de ce
problème et l'on essaie de voir comment, dans le
cadre des accords de coopération, on pourrait
préserver la liberté dans le domaine des soins de
première ligne. Je pense que nous devrions suivre
l'exemple de nos voisins du nord.
Le ministre a-t-il tenu compte, en rédigeant son
arrêté royal, de la spécificité des statuts des
médecins et des infirmiers ? S'est-il concerté avec
l'inspection sociale ? Dans l'affirmative, quel statut
auront les prestataires de soins : celui de travailleur
salarié ou celui d'indépendant
? La ministre
Laurette Onkelinx est en train d'élaborer un projet
de loi énumérant les critères auxquels il faudra
répondre pour se voir accorder un statut.
Le ministre a-t-il fait calculer les surcoûts à charge
de l'autorité publique si tous les prestataires de
soins parties à des accords de coopération étaient
des travailleurs salariés
? Qui paierait ces
surcoûts : l'INAMI ou le patient par le biais du ticket
modérateur ?
Dans la presse, les spéculations vont bon train au
sujet de programmes très ambitieux tels qu'un
système de tiers payants, très coûteux. Qu'en
pense le ministre ?
03.02 Minister Jef Tavernier (Nederlands): De
grens tussen een zelfstandige en een
schijnzelfstandige is niet altijd eenvoudig te trekken.
In elk geval worden zelfstandigen die op de
pensioenleeftijd komen, graag opeens als
loontrekkenden beschouwd. Zijzelf durven al eens
van het ene statuut naar het andere te verspringen
als dat beter uitkomt.
Bij het opmaken van het KB werd expliciet rekening
gehouden met deze problematiek. Het
03.02 Jef Tavernier , ministre (en néerlandais): La
limite entre un indépendant et un faux indépendant
n'est pas toujours facile à distinguer. Dans tous les
cas, les indépendants qui atteignent l'âge de la
pension apprécient tout à coup que l'on les
considère comme des salariés. Ils passent d'un
statut à l'autre lorsque cela leur est plus favorable.
Ce problème a été pris en compte lors de
l'élaboration de l'arrêté royal. La structure de
coopération ne porte pas atteinte au statut des
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 1001
25/02/2003
5
samenwerkingsverband doet geen afbreuk aan het
statuut van de zorgverstrekkers. Als men niet onder
de leiding werkt van iemand anders, werkt men als
zelfstandige binnen het samenwerkingsverband. In
een groepspraktijk kan wel zonder statutaire
gevolgen een coördinator worden aangeduid. De
groepspraktijk kan ook rechtspersoonlijkheid
verwerven, zoals een BVBA, met verschillende
vennoten. Er zijn ook mengvormen mogelijk: de
BVBA, met een aantal zelfstandigen, kan mensen
in dienst nemen.
Het KB betekent dus niet dat het
samenwerkingsverband het statuut van de
beroepsbeoefenaars bepaalt. Het is de relatie
tussen de beroepsbeoefenaars die hun statuut
bepaalt.
prestataires de soins. Si l'on ne travaille pas sous la
direction d'une autre personne, on exerce une
activité d'indépendant dans le cadre de la structure
de coopération. Dans une pratique collective, un
coordinateur peut être désigné sans conséquences
statutaires. Une pratique collective peut également
acquérir une personnalité juridique et constituer,
par exemple, une SPRL composée de plusieurs
associés. Des formes mixtes sont également
possibles: la SPRL, qui compte un certain nombre
d'indépendants, peut engager des salariés.
L'arrêté royal n'implique donc pas que la structure
de coopération détermine le statut des prestataires
professionnels. Celui-ci est déterminé par la
relation entre les différents prestataires.
03.03 Yolande Avontroodt (VLD): Volgens de
minister brengt het KB geen wijzigingen van de
statuten mee. Mar op het terrein vraagt men zich af
of er wel overleg was met minister Onkelinx. Op dit
ogenblik hebben sommige groepspraktijken die met
een zekere hiërarchie werken, immers problemen
met de sociale inspectie. Het antwoord van de
minister is daarom onvoldoende. Het gaat hier om
rechtszekerheid: beroepsbeoefenaars willen niet
achteraf plotseling in een ander statuut geplaatst
worden.
De functie van coördinator in een
samenwerkingsverband is een goede vondst, maar
hoe zal de sociale inspectie dit interpreteren? Zal
die even soepel zijn?
Een ander vraag handelt over het eigendomsrecht.
De analogie met de apothekers dient zich aan. Hoe
verkrijgen we de zekerheid dat praktijken niet in
handen komen van commerciële en lucratieve
organisaties?
03.03 Yolande Avontroodt (VLD): Selon le
ministre, l'arrêté royal n'entraîne pas de
modification des statuts. Toujours est-il que, sur le
terrain, on se demande si une concertation a bien
eu lieu avec la ministre Onkelinx. Actuellement,
certains cabinets de groupes fonctionnant sur la
base d'une certaine hiérarchie connaissent en effet
des problèmes avec l'inspection sociale. La
réponse du ministre est dès lors insuffisante. Il
s'agit en l'espèce de sécurité juridique
: les
praticiens ne veulent pas se voir conférer, du jour
au lendemain, un statut différent.
La fonction de coordinateur au sein d'une
association est une idée judicieuse mais comment
sera-t-elle interprétée par l'inspection sociale ? Se
montrera-t-elle aussi souple ?
Une autre question concerne le droit de propriété.
L'analogie avec les pharmaciens s'impose.
Comment pouvons-nous être assurés que les
cabinets ne tomberont pas aux mains
d'organisations commerciales et lucratives ?
03.04 Minister Jef Tavernier (Nederlands): Ik heb
correct geantwoord. Enerzijds heb ik een antwoord
gegeven op de vraag wat er gebeurt met het statuut
van iemand die in een samenwerkingsverband
treedt. Anderzijds stelt mevrouw Avontroodt een
veel bredere vraag: is de overheid bezig met het
bekijken van allerlei samenwerkingsverbanden die
niet bij KB zijn vastgelegd? Worden al deze
mensen als zelfstandige erkend?
03.04 Jef Tavernier , ministre (en néerlandais):
J'ai répondu correctement. D'une part, j'ai répondu
à la question relative aux conséquences pour le
statut d'une personne qui adhère à une association.
D'autre part, Mme Avontroodt a posé une question
dont la portée est beaucoup plus large : les
pouvoirs publics se penchent-ils sur les différents
types d'associations qui ne sont réglées par un
arrêté royal ? Toutes ces personnes seront-elles
reconnues comme indépendants ?
03.05 Yolande Avontroodt (VLD): Maar als we de
discussie daarover gaan voeren, dan is het een
belangrijke vraag of er overleg is gepleegd.
03.05 Yolande Avontroodt (VLD): Mais si nous
menons cette discussion, il est important de savoir
s'il y a eu une concertation.
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25/02/2003
CRABV 50
COM 1001
6
03.06 Minister Jef Tavernier (Nederlands): Voor
alle gevallen in de KB's is er overleg gepleegd. Dit
is een zaak van sociale wetgeving.
03.06 Jef Tavernier , ministre (en néerlandais):
Tous les cas mentionnés dans les arrêtés royaux
ont fait l'objet de concertations. Cela relève de la
législation sociale.
03.07 Yolande Avontroodt (VLD): Het statuut van
die mensen wijzigt dus niet. Artsen worden er
vandaag al mee geconfronteerd en de overheid
moet er op tijd aan denken dat de nieuwe toestand
werkelijk onbetaalbaar kan worden.
03.07 Yolande Avontroodt (VLD): Le statut de
ces personnes ne change donc pas. Les médecins
sont déjà confrontés aujourd'hui à cette situation et
les pouvoirs publics doivent réaliser à temps que la
nouvelle situation pourrait bien devenir impayable.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan
de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
subsidies voor het WIV voor onderzoek naar
baarmoederhalskanker" (nr. B097)
04 Question de Mme Yolande Avontroodt au
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "les
subsides octroyés à l'ISSP pour la recherche
consacrée au cancer du col de l'utérus" (n° B097)
04.01 Yolande Avontroodt (VLD): België is een
voortrekker op het gebied van een aantal
preventieve kankeronderzoeken, waaronder dat
naar baarmoederhalskanker. Een minimum aan
investeringen is echter nodig. In de Kamer is er met
kamerbrede meerderheid over een resolutie
gestemd om die investeringen ook daadwerkelijk te
doen. Toch is die resolutie nog steeds niet
uitgevoerd.
Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid
kreeg van de Europese Commissie in 2002 en
2003 respectievelijk 150.000 en 159.000 euro voor
onderzoek naar baarmoederhalskanker. De
voorwaarde was dat de Belgische overheid
eenzelfde bedrag ter beschikking zou stellen. In
antwoord op parlementaire vraag nr. 6919
antwoordde de toenmalige minister van
Volksgezondheid dat de federale regering dit
inderdaad zou doen. Zal de minister de belofte van
zijn voorgangster nakomen?
04.01 Yolande Avontroodt (VLD): La Belgique
fait figure de pionnier en ce qui concerne certains
examens préventifs en vue du dépistage de
cancers, notamment du cancer du col de l'utérus.
Un minimum d'investissements est toutefois
nécessaire. La Chambre a, à une très large
majorité, adopté une résolution invitant à
effectivement réaliser ces investissements. Cette
résolution est pourtant restée lettre morte.
L'Institut scientifique de la Santé publique a reçu de
la Commission européenne un montant de
150.000 euros en 2002 et de 159.000 euros en
2003 pour organiser un dépistage du cancer du col
de l'utérus. La condition posée était que les
autorités belges consacrent un montant équivalent
à ces examens. En réponse à la question
parlementaire n° 6.919, la ministre de la Santé
publique de l'époque a répondu que le
gouvernement fédéral prendrait effectivement cette
décision. Le ministre tiendra-t-il la promesse faite
par celle qui l'a précédé à ce poste ?
04.02 Minister Jef Tavernier (Nederlands): Het
WIV heeft inderdaad heel wat expertise opgebouwd
op het gebied van preventief kankeronderzoek. De
Europese financiering kan er enkel komen als de
Belgische overheid met eenzelfde bedrag over de
brug komt. Op de Interministeriële Conferentie
Volksgezondheid is het probleem met alle
bevoegde federale en gemeenschapsministers
besproken. Toen is de beslissing gevallen dat er
prioriteit zou worden gegeven aan de massale
screening van borstkanker. Pas als dat project is
afgerond, zal na een evaluatie een nieuw project
worden bepaald. Voor 2004, het einde van het
project rond borstkanker, zal er dus niet kunnen
04.02 Jef Tavernier, ministre (en néerlandais):
L'ISSP a en effet acquis une grande expertise dans
le domaine des examens préventifs en vue du
dépistage de cancers. Le financement européen ne
peut être accordé que si les autorités belges
avancent un montant équivalent. Le problème a été
examiné par le ministre fédéral et les ministres
communautaires compétents lors de la Conférence
interministérielle de la Santé publique. Il a alors été
décidé que la priorité serait donnée à un vaste
programme de dépistage du cancer du sein. C'est
seulement lorsque ce projet aura abouti qu'un
nouveau projet pourra être déterminé après une
évaluation. On ne pourra donc lancer un nouveau
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 1001
25/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
worden begonnen met een volgende systematische
screening. Het is niet onlogisch om het WIV ook
voor het nieuwe project een coördinerende functie
te geven, maar alle bevoegde overheden moeten
daar dan wel mee akkoord gaan.
Het Europese programma kan momenteel niet door
de federale overheid worden gefinancierd, omdat
preventie een gemeenschapsbevoegdheid is. De
federale overheid kan onmogelijk betalen voor iets
waarvoor ze niet bevoegd is.
Als het WIV het onderzoek naar
baarmoederhalskanker wil voortzetten, zal het
instituut uit eigen middelen moeten putten of een
akkoord afwachten tussen alle bevoegde
overheden. Het is een vervelend probleem,
waarvoor ook ik op een soepele oplossing wacht.
dépistage systématique avant 2004, échéance du
projet relatif au cancer du sein. Il n'est pas illogique
d'également confier à l'ISSP une fonction de
coordination du nouveau projet mais toutes les
autorités compétentes doivent bien sûr marquer
leur accord.
Le programme européen ne peut pour l'instant pas
être financé par les autorités fédérales car la
prévention est une compétence des Communautés.
Il est impossible pour les autorités fédérales
d'assurer le financement d'une matière qui ne
relève pas de leur compétence.
Si l'ISSP souhaite poursuivre l'étude relative au
cancer du sein, il devra puiser dans ses propres
moyens ou attendre qu'un accord soit conclu entre
toutes les autorités compétentes. Il s'agit d'un
problème ennuyeux pour lequel j'attends, moi
aussi, une solution souple.
04.03 Yolande Avontroodt (VLD): Ik vind het
zwakjes dat de minister zich achter de
bevoegdheidsdiscussie verschuilt. Het gaat ook niet
om preventie in de striktste zin van het woord, het
gaat vooral om verdieping van het onderzoek en
het uitwerken van preventie guidelines. Het WIV is
niet bezig met zelf preventiecampagnes op te
zetten.
De regering is niet goed bezig als ze zulke
resoluties niet uitvoert De Senaat heeft de resolutie
net weer onderschreven. De expertise van het WIV
mag niet op de helling worden gezet.
04.03 Yolande Avontroodt (VLD): L'argument du
problème de compétences invoqué par le ministre
me paraît faible. Il ne s'agit pas de prévention au
sens strict, il s'agit surtout d'approfondir l'étude et
d'élaborer des directives de prévention. L'ISSP
n'organiser lui-même des campagnes de
prévention.
Le gouvernement a tort de ne pas donner suite à
de telles résolutions. Le Sénat vient encore de se
rallier à la résolution. L'expertise de l'ISSP ne peut
être mise en cause.
04.04 Minister Jef Tavernier (Nederlands): Er is
nu eenmaal beslist om prioriteit te geven aan de
grootscheepse opsporing van borstkanker.
04.04 Jef Tavernier , ministre (en néerlandais): Il
a été décidé une fois pour toutes de donner la
priorité au dépistage à grande échelle du cancer du
sein.
04.05 Yolande Avontroodt (VLD): Het blijft zonde
om de Europese middelen zomaar weg te gooien,
gewoon omdat de federale overheid te beroerd is
om het luttele bedrag van 150.000 euro ter
beschikking te stellen.
04.05 Yolande Avontroodt (VLD): Il est honteux
de gaspiller les deniers européens, simplement
parce que les pouvoirs publics fédéraux sont
incapables de dégager la modique somme de
150.000 euros.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 16.19 uur.
La réunion publique de commission est levée à
16.19 heures.