K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
BV 50
COM 021
BV 50
COM 021
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
Beknopt Verslag
VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE COMMISSIE
VOOR DE LANDSVERDEDIGING
VAN
20 - 10 - 1999
ochtend
2
BV 50
COM 021
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social-chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000
: Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
DOC 50 0000/000
: Document parlementaire de la 50e
het nummer en het volgnummer
législature, suivi du n° et du n° consécutif
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
: Questions et Réponses écrites
HA
: Handelingen (Integraal Verslag)
HA
: Annales (Compte Rendu Intégral)
BV
: Beknopt Verslag
CRA
: Compte Rendu Analytique
PLEN
: Plenum vergadering
PLEN
: Séance plénière
COM
: Commissievergadering
COM
: Réunion de commission
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Bestellingen :
Commandes :
Tel. : 02/549 81 60
Tél. : 02/549 81 60
Fax : 02/549 82 74
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
www.laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
BV 50
COM 021
3
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
COMMISSIE VOOR DE LANDSVERDEDIGING ­ C 021
VRAGEN
­ van de heer Richard Fournaux tot de minister van Landsverdediging over de militaire basis in
Baronville (nr 140)
Sprekers : Richard Fournaux en André Flahaut, minister van Landsverdediging
5
­ van de heren Ferdy Willems en Peter Vanhoutte tot de minister van Landsverdediging over de
terugtrekking uit Bosnië (nrs 176 en 183)
Sprekers : Ferdy Willems, Peter Vanhoutte en André Flahaut, minister van Landsverdediging
6
­ van de heer Joos Wauters tot de minister van Landsverdediging over gezondheidsklachten van
militairen (nr. 217)
Sprekers : Joos Wauters en André Flahaut, minister van Landsverdediging
7
INHOUD
VRAGEN
M
ILITAIRE BASIS VAN
B
ARONVILLE
Vraag van de heer Richard Fournaux tot de minister van
Landsverdediging over "de militaire basis van Baronville"
(nr. 140)
De heer Richard Fournaux (PSC) : Wat is uw standpunt
over de toekomst van de militaire basis van Baronville ?
Er staat immers meer op het spel dan de loutere
bestemming. De vorige regering was via de NIRAS zin-
nens die basis tot een opslagplaats voor laagradioactief
afval om te vormen, wat in de streek heeft gezorgd voor
heel wat beroering.
Heeft u al precieze plannen in verband met een nieuwe
bestemming ? Zo neen, kan een herstructurering van de
basis ten voordele van Belgische eenheden worden
overwogen ?
Zal het ministerie van Landsverdediging reageren op de
procedures die door het Waals Gewest werden opge-
start om de zone via een gemeentelijk plan van aanleg
een nieuwe bestemming te geven ?
Mocht zich een bevoegdheidsconflict voordoen, welk
bevoegdheidsniveau zal de knoop dan doorhakken ?
Heeft u sinds uw aantreden als minister al contacten met
de stad Beauraing en het Waals Gewest gehad, gelet op
de grote economische mogelijkheden die het gebied
biedt ? Zal Baronville een militair gebied blijven ? Wat
zijn de resultaten van de aan de gang zijnde studie ? Er
is immers heel wat te doen geweest over een brief die
uw bestuur aan het gemeentebestuur van Beauraing zou
hebben gericht en waarin te lezen staat dat die basis wel
degelijk militair gebied is.
Minister André Flahaut (in het Frans) : De militaire basis
van Baronville werd na de overdracht door Duitsland in
1996 door het leger behouden als alternatieve opslag-
plaats voor het munitiedepot van Bertrix en als oefenter-
rein. De generale staf van het leger beraadt zich momen-
teel over de militaire toekomst van die basis, die nog
altijd in gebruik is en het eigendom is van Landsverdedi-
ging. Van een afwijking van het bestaande gewestplan is
dus geen sprake. De invulling op het gewestplan kan
overigens geen beletsel zijn voor de uitvoering van de
militaire opdrachten, want het is de overheid die de goe-
deren van het militair publiek domein beheert, die te
BV 50
COM 021
5
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
COMMISSIE VOOR
DE LANDSVERDEDIGING
OPENBARE VERGADERING
WOENSDAG 20 OKTOBER 1999
OCHTEND
VOORZITTER :
de heer
Jean-Pol HENRY
De vergadering wordt geopend om
10.25
uur.
6
BV 50
COM 021
allen tijde kan oordelen of de bestemming van het goed
en de vereisten van de uitvoering van de militaire
opdracht nog verenigbaar zijn. Ik geef wel toe dat dit
geen prioritair dossier is.
De heer Richard Fournaux (PSC) : Wat mij opvalt in dit
dossier, is dat er onder de vorige regering al coördinatie-
problemen waren tussen de lokale en gewestelijke auto-
riteiten enerzijds en Landsverdediging anderzijds, terwijl
alle actoren tot dezelfde partij behoorden !
Het lokale en gewestelijke echelon schijnen wel op eigen
houtje te werk te gaan, alsof Landsverdediging niet
bestond en de aan de uitvoering van de militaire
opdrachten inherente vereisten niet kon doen gelden
met betrekking tot de basis van Baronville.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
T
ERUGTREKKING UIT
B
OSNIË
­ Vraag van de heer Ferdy Willems tot de minister van
Landsverdediging over "de terugtrekking van de Belgi-
sche troepen uit Bosnië" (nr. 176)
­ Vraag van de heer Peter Vanhoutte tot de minister van
Landsverdediging over "de Belgische troepen in Bosnië"
(nr. 183)
De heer Ferdy Willems (VU-ID) : Ik dank de minister
voor zijn spontane toelichting bij zijn reis naar Benin. Wij
juichen toe dat de accenten van die missie lagen op vre-
deshandhaving, conflictpreventie en burgerbelangen. We
zullen dit zeker opvolgen.
Op 24 september bevestigde de Ministerraad dat België
zich terug wil trekken uit Bosnië. Ook NAVO-secretaris-
generaal Javier Solana steunt deze terugtrekking en het
hergroeperen van de troepen. De voorbereidingen zou-
den volop bezig zijn. De Dayton-akkoorden voorzien
inderdaad in een geleidelijke terugtrekking uit Bosnië-
Herzegovina. Wij stellen ons de vraag of het vredeswerk
daar geslaagd is ? Zijn er veiligheidsgaranties voor de
minderheden die wij zolang beschermden ? Deze vragen
zijn belangrijker dan het respect van de Dayton-agenda.
Er komen wel Canadezen in de plaats, maar die kennen
het terrein niet. Bovendien gaat het om veel minder
manschappen. Belangrijke oorlogsmisdadigers lopen
nog vrij rond.
Is de Belgische terugtrekking een initiatief van de NAVO
of van België ? Hoeveel kost het om de Belgen in Bosnië
te houden ? Gebeurt de terugtrekking vooral om finan-
ciële redenen ? Welke garanties hebben we dat de Bel-
gische inspanningen door de terugtrekking niet teniet
zullen worden gedaan ? Welke richtlijnen hebben onze
troepen gekregen in verband met de houding tegenover
oorlogsmisdadigers ?
De heer Peter Vanhoutte (Agalev-Ecolo) : In een Neder-
landse krant lees ik vandaag dat de Nederlanders vrezen
dat zij na de terugtrekking van Britse troepen verweesd
zullen achterblijven. Hetzelfde scenario lijkt voor België
te gelden.
Vraag is of onze oorspronkelijke objectieven, met name
de veiligheid van de bevolking, bereikt werden. Zijn er
ook andere overwegingen, zoals de kostprijs ? Wat is
het kostenplaatje ?
In welke mate zal de terugtrekking uit Bosnië ontmoedi-
gend werken voor de resterende militairen ? Wat zal de
invloed van de terugtrekking zijn op de burger-
initiatieven ? Bent u bereid een beperkte Belgische mili-
taire aanwezigheid te garanderen, tot alle vluchtelingen
teruggekeerd zijn ?
Kunnen wij aan de Canadezen vragen om tenminste in
een even sterke troepenmacht te voorzien ? Is het
mogelijk om het militaire contingent te vervangen door
een civiele inbreng of is de toestand daarvoor nog te
precair ?
Minister Flahaut (in het Nederlands) : De evolutie van de
toestand in Bosnië is aanleiding tot een herstructurering
van SFOR. In het kader van die herstructurering is een
troepenvermindering voorgesteld van 32.000 tot 19.000
militairen. België zou zich uit Bosnië-Herzegovina terug-
trekken. Daardoor zouden wij ons dan beter op Kosovo
kunnen concentreren. Het kernkabinet heeft deze optie
in augustus goedgekeurd. De taken van het Belgisch
contingent van 470 militairen worden overgenomen door
een Canadees contingent van ongeveer 850 militairen.
De kostprijs van de operatie is inderdaad een factor die
bijgedragen heeft tot de beslissing om de Belgische
troepen uit Bosnië-Herzegovina terug te trekken. Een
kostenraming voor BELUBG voor de periode van juni
1998 tot december 1999 bedraagt 1,7 miljard frank. Op
jaarbasis wordt de kostprijs geraamd op 1,1 miljard
frank. De besparing door de terugtrekking komt de
financiering van de operatie in Kosovo (KFOR) ten
goede.
Gezien de Belgische verantwoordelijkheidszone wordt
overgenomen door Canada, kan de veilige terugkeer van
de vluchtelingen blijvend worden gegarandeerd.
De richtlijnen met betrekking tot oorlogsmisdadigers
worden beschreven in de Rules of Engagement van het
operatieplan 10407 Joint Forge. ROE 26 laat het in
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
hechtenis nemen van oorlogsmisdadigers toe. Eenmaal
gearresteerd moeten de personen die door het Interna-
tionaal Gerechtshof voor Voormalig Joegoslavië (ICTY)
zijn beschuldigd van oorlogsmisdaden, zo snel mogelijk
worden overgedragen aan vertegenwoordigers van het
Hof overeenkomstig het Protocol van Overeenkomst
(MOU) ondertekend door SACEUR en het ICTY op 9 mei
1996.
In antwoord op de vraag van de heer Vanhoutte wil ik
erop wijzen dat de vrees dat de terugkeer van de vluch-
telingen afgeremd zal worden, niet gegrond is. Het is
juist de door de NAVO ingeschatte verbetering van de
toestand ter plaatse die aan de grondslag ligt van de
vermindering in getalsterkte en van de herschikking van
het aantal "battle groups" in de multinationale divisie-
Zuid West. De tijd wordt rijp geacht om meer ruimte en
verantwoordelijkheid te leggen bij de internationale bur-
gerorganisaties.
De beslissing tot vermindering van de troepenmacht
werd genomen in NAVO-verband. Er is geen specifieke
nood aan een verhoging van de militaire aanwezigheid in
de beschouwde zone.
Momenteel wordt een volledige civiele vervanging van
de militaire aanwezigheid nog niet opportuun geacht.
Om het vredesproces niet in het gedrang te brengen is
een zekere internationale militaire aanwezigheid steeds
nodig. Deze aanwezigheid zal borg staan voor de nood-
zakelijke algemene stabiliteit in de regio.
De heer Ferdy Willems (VU-ID) : Uw richtlijnen in ver-
band met oorlogsmisdadigers zijn concreet. Dat is posi-
tief. Ik vraag me echter af waarom de Belgen met al hun
ervaring niet in Bosnië blijven. De Canadezen kunnen
dan in Kosovo worden ingezet. Op het terrein heeft men
het gevoel dat er een politiek spel wordt gespeeld.
De heer Peter Vanhoutte (Agalev-Ecolo) : We zijn blij
dat burgers het initiatief van de militairen zullen overne-
men. Ik hoop dat we deze discussie in de commissie
nog zullen kunnen voortzetten.
Minister André Flahaut (in het Frans) : De beslissing
dateert al van een tijd geleden, aangezien ze nog door
de vorige regering werd genomen. Het is niet wenselijk
om de haverklap van aanpak te veranderen. De Belgen
zullen worden vervangen door Canadezen, die talrijker
zullen zijn.
Er rees ook een probleem voor wat de binnenlandse
rotatie betreft. Men mag niet altijd dezelfde militairen
naar het buitenland sturen, en het is voor ons dus niet
altijd mogelijk om permanent aanwezig te zijn.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
G
EZONDHEIDSKLACHTEN VAN MILITAIREN
Vraag van de heer Joos Wauters tot de minister van
Landsverdediging over "de gezondheidsklachten van
militairen in missie" (nr. 217)
De heer Joos Wauters (Agalev-Ecolo) : Ik krijg signalen
van militairen die na een missie gezondheidsklachten
hebben. Deze klachten zijn niet nieuw. In Nederland is
daarover zelfs al een onderzoek verricht. Mijns inziens
moet onze regering de zorg voor de militairen, ook na
een missie, op zich nemen. Ik wil de regering vragen om
een onderzoek naar de gezondheidsklachten van onze
militairen op missie te starten.
Hoeveel militairen zijn de voorbije jaren ingezet voor bui-
tenlandse missies ? Naar welke landen werden troepen
gestuurd ? Is de gezondheidstoestand van deze mensen
opgevolgd ? Zo ja, wat zijn de voornaamste klachten ?
Hoeveel militairen hebben, per missie, om gezondheids-
redenen ontslag genomen uit hun dienst of een mutatie
gevraagd ?
Minister André Flahaut (in het Nederlands) : Van 1992
tot vandaag werden ongeveer 27.500 Belgische militai-
ren ingezet in het buitenland. Met name in de Balkan,
Oost- en Centraal-Afrika, het Midden-Oosten, Azië en
Haïti.
Het militair personeel dat naar het buitenland wordt
gezonden, wordt aan een medische controle onderwor-
pen voor het vertrek. De preventieve maatregelen (vacci-
naties, tandverzorging, informatie inzake preventie) wor-
den verzorgd door de medische afdeling van de betrok-
ken eenheid, conform de richtlijnen van de stafchef van
de Medische Dienst. Gedurende de zending neemt het
medisch detachement van het contingent deze verant-
woordelijkheid over. Indien nodig wordt over een eventu-
ele repatriëring beslist door de arts van het contingent.
In dat geval wordt de patiënt doorverwezen naar het
Militair Hospitaal Koningin Astrid. Na terugkeer wordt
het militair personeel op medisch gebied opgevolgd
door het medisch detachement van de eenheid en
onderworpen aan de medische onderzoeken in het
kader van de arbeidsgeneeskunde.
De Belgische diensten zijn bij machte om gelijk welke
maatregel die zich zou opdringen, voor te schrijven.
Sommige opdrachten (Somalië, Rwanda) stellen de mili-
tairen bloot aan tropische ziekten, bijvoorbeeld malaria.
De profylactische maatregelen worden in dit geval geno-
men en hun belang regelmatig aan het personeel mee-
gedeeld.
BV 50
COM 021
7
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
8
BV 50
COM 021
Het aantal om medische redenen gereformeerde militai-
ren is niet bekend. De Militaire Commissie van Geschikt-
heid en Reform doet uitspraak op basis van medische
criteria bepaald door de wet en zonder notie van oorza-
kelijkheid. De bevestiging van een causaal verband tus-
sen pathologie en militaire activiteiten is een bevoegd-
heid van de Administratie van de Pensioenen.
De heer Joos Wauters (Agalev-Ecolo) : Op verschillende
vragen heeft de minister mij een afdoend antwoord
gegeven. Het cruciale element is dat wij het verband
tussen bepaalde missies en bepaalde ziekteverschijnse-
len blijven ontkennen. In Bosnië zijn zelfs materialen
gebruikt die vragen oproepen aangaande de gezond-
heid. In België is er zelfs geen meldpunt voor militairen
die zich zorgen maken over bepaalde ziekteverschijnse-
len die na een missie opduiken. Ik dring erop aan om in
deze problematiek meer openheid aan de dag te leggen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
­ De vergadering wordt gesloten om 11 uur.
K A M E R · 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E
1999
2000
C H A M B R E · 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R E
Drukkerij St-Luc · Nazareth · Tel 09/385 44 03