Bulletin nr : B149 - Schriftelijke vraag en antwoord nr : 1055 - Zittingsperiode : 54

De kernmaatregel van de taxshift, de zogenaamde nulbijdrage, houdt in dat elke zelfstandige of kmo bij een eerste aanwerving levenslang vrijgesteld wordt van de werkgeversbijdragen voor die eerste werknemer. Deze maatregel werd in januari 2016 van kracht en datzelfde jaar maakten al 18.306 zelfstandigen en kmo's ervan gebruik. Alleen al tijdens het eerste kwartaal van 2017 kon de maatregel nog eens 3.882 zelfstandigen en kmo's bekoren. 1. Hebt u al cijfers over het aantal bedrijven die in 2017 dankzij deze maatregel besloten een eerste personeelslid in dienst te nemen? Kunt u de cijfers opsplitsen per activiteitssector? 2. Komt deze maatregel zowel vrouwen als mannen ten goede?

De maatregel nulbijdrage, die werd aangenomen in het kader van de taxshift, is zeker een sterke maatregel van deze regering. Deze maatregel heeft bovendien nu al bijgedragen tot de creatie van talrijke jobs. De meest recente cijfers waarover ik beschik en die mij werden bezorgd door de Rijksdienst voor sociale zekerheid (RSZ), hebben betrekking op de effecten van de maatregel tot het derde kwartaal 2017. Zo hebben er sinds 2016 en tot het derde kwartaal 2017, 28.266 ondernemingen kunnen genieten van deze maatregel. Het aantal werkgevers dat voordeel haalt uit de maatregel van de nulbijdrage is zo met 95 % toegenomen in België tussen het derde kwartaal 2016 en het derde kwartaal 2017. Nog steeds in het derde kwartaal 2017 hebben de handelssectoren genoten van bijna 20 % van het bedrag van de effectief toegekende steun. De bouwsector heeft van bijna 15 % daarvan genoten, de horeca van ongeveer 13 % en de vrije beroepen van ongeveer 12 %. De cijfers die mij werden bezorgd door de RSZ geven mij geen uitsplitsing van de maatregel tussen mannen en vrouwen. Ik nodig het geachte lid uit zijn vraag te stellen aan Kris Peeters, vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel en aan Maggie De Block, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, die samen verantwoordelijk zijn voor de RSZ.