Schriftelijke vraag en antwoord nr : 0586 - Zittingsperiode : 54

De Japanse Toren en het Chinees Paviljoen zijn al jaren niet meer toegankelijk voor het publiek wegens problemen met de infrastructuur van de gebouwen. De kunstwerken zijn de facto niet meer te bezichtigen. Denken uw diensten na over het tijdelijk tentoonstellen van die kunstwerken in andere federale instellingen? Zo ja, werd er op dat vlak al vooruitgang geboekt?

De Musea van het Verre Oosten in Laken werden gesloten omdat de veiligheid van de bezoekers, het personeel en de kunstwerken niet meer kon gegarandeerd worden. In de Japanse Toren waren 88 kunstwerken en meubilair tentoongesteld, in het Chinees Paviljoen 269 kunstwerken, meubilair en schilderijen, in het Museum voor Japanse Kunst 150 werken. Die kunstwerken zijn thans opgeborgen in de gebouwen van het Jubelparkmuseum. De integratie van deze werken aldaar in de Aziëzalen zou bijzonder kostbaar zijn, maar ook een volledige herinrichting van de bestaande zalen met zich mee brengen, wat niet evident is. Dat is bovendien niet aangewezen voor een tijdelijke opstelling. Zolang de herstelling van de drie voornoemde paviljoenen niet is voltooid, kunnen de kunstwerken niet terugkeren. Maar de instelling deed toch de grote inspanning om de aandacht voor zijn patrimonium uit het Verre Oosten levendig te houden bij het publiek. Zo exposeerde het einde 2016 en begin 2017 twee opeenvolgende selecties van zijn wereldvermaarde verzameling Japanse prenten. Andere federale instellingen stelden geen vragen voor het tentoonstellen van de collecties. Wel gebeurt het dat bepaalde werken soms tijdelijk in bruikleen worden gegeven voor internationale tentoonstellingen.