...

Schriftelijke vraag en antwoord nr : 0237 - Zittingsperiode : 54


Auteur Daphné Dumery, N-VA (06086)
Departement Minister van Pensioenen
Sub-departement Pensioenen
Titel De uittreding light (MV 17036).
Datum indiening10/07/2017
Taal N
Termijndatum16/08/2017

 
Vraag

Vanuit het werkveld verkreeg ik informatie over een technisch probleem dat zich voordoet bij de zogenoemde uittreding light. Het gaat over werknemers die binnen hetzelfde bedrijf veranderen van een statuut als arbeider naar dat van bediende of omgekeerd. Indien men de wet van 18 december 2015 letterlijk toepast, dan moet men in dat geval een overlijdensdekking aanbieden. Vóór de inwerkingtreding van de wet kon een werknemer, in geval van een uittreding light, kiezen voor een overdracht naar de onthaalstructuur indien hij geen overlijdensdekking meer genoot. Deze regeling is nu gewijzigd. De werknemer kan opteren voor de mogelijkheid om zijn reserves te behouden bij de pensioeninstelling zonder een andere wijziging van de pensioentoezegging dan een overlijdensdekking. Die nieuwe mogelijkheid is evenwel niet meer gekoppeld aan de voorwaarde volgens dewelke de werknemer die keuze alleen kan maken als hij geen overlijdensdekking meer geniet. Hierbij houdt men geen rekening met het feit dat in de praktijk arbeiders en bedienden dezelfde overlijdensdekking genieten. Bovendien voorziet het reglement dat de periode van tewerkstelling als arbeider/bediende dynamisch wordt beheerd in geval van uittreding light. Hierdoor kan men de kostprijs van de overlijdensdekking onmogelijk becijferen. Waarschijnlijk gaat het om een onbedoeld effect van de wet. Niettemin veroorzaakt dit de nodige administratieve problemen bij het beheer van de pensioenplannen. 1. Gaat u er mee akkoord dat het waarschijnlijk om een onbedoeld effect gaat? 2. Plant u maatregelen om dit probleem te verhelpen?


 
Status 1 réponse normale - normaal antwoord
Publicatie antwoord     B125
Publicatiedatum 14/07/2017, 20162017
Antwoord

Het geval van uittreding dat u hier vermeldt, is een geval van uittreding uit een aanvullend pensioenplan dat niet overeenkomt met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst maar waarbij de aansluiting bij een aanvullend pensioenplan wordt beëindigd door het feit dat de werknemer niet meer voldoet aan de aansluitingsvoorwaarden van het aanvullend pensioenplan. U vermeldt het geval van een arbeider die wordt bevorderd tot bediende. Dit is inderdaad een mogelijk voorbeeld, hoewel dit voorbeeld niet echt geschikt is aangezien u weet dat we ons momenteel in een overgangsfase bevinden tot 2025 die zal leiden tot de afschaffing van de verschillen in behandeling inzake aanvullende pensioenen tussen arbeiders en bedienden. Een beter voorbeeld zou zijn, het geval van een bediende die tot kaderlid zou worden bevorderd. Als bediende was hij aangesloten bij het aanvullend pensioenplan van toepassing op de bedienden. Door zijn bevordering, is hij niet meer aangesloten bij het aanvullend pensioenplan voor bedienden maar wel bij datgene dat van toepassing is op de kaderleden. In dit geval wordt er voorzien dat, hoewel deze persoon niet meer is aangesloten bij het plan voor bedienden door zijn bevordering tot kaderlid, de gevolgen van deze beëindiging van de aansluiting worden uitgesteld tot op het moment van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst behalve voor één aspect, deze van de overlijdensdekking. De bediende die is bevorderd tot kaderlid kan, in het kader van het pensioenplan voor bedienden, kiezen voor een overlijdensdekking die overeenkomt met de verworven reserves. Vóór de wet van 18 december 2015, kon de bediende enkel zijn reserves overdragen naar een onthaalstructuur met het oog op het verkrijgen van een overlijdensdekking, indien hij niet meer beschikte over een overlijdensdekking (zowel in het pensioenplan voor bedienden als het pensioenplan voor kaderleden). Sinds de wet van 18 december 2015, behoort dit de vrije keuze van de bediende. Deze aanpassing lijkt me verantwoord aangezien iedereen wordt toegelaten vrij te bepalen wat hij wil. Vóór de wet van 18 december 2015 mocht de bediende enkel kiezen voor een overlijdensdekking indien hij nergens anders beschikte over een overlijdensdekking, zowel in het pensioenplan voor bedienden als het pensioenplan voor kaderleden. Het gevolg hiervan was dat indien, bijvoorbeeld, de overlijdensdekking waarover hij voortaan beschikte in het plan van de kaderleden minder hoog lag dan deze als bediende, hij niet mocht kiezen voor een aanvullende dekking. Het lijkt me dus niet zo dat de wet zou moeten worden aangepast wat dit punt betreft en dit des te meer aangezien ze, ter herinnering een unaniem akkoord van de sociale partners uitvoert.

 
Eurovoc-descriptorenAANVULLEND PENSIOEN | OUDERDOMSVERZEKERING
Vrije trefwoordenPENSIOENEN