...

Bulletin nr : B057 - Schriftelijke vraag en antwoord nr : 0656 - Zittingsperiode : 54


Auteur Servais Verherstraeten, CD&V (00826)
Departement Minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude
Sub-departement Financiën, Bestrijding van de fiscale fraude
Titel De toekenning van de belastingvrije som voor grensarbeiders (MV 7226).
Datum indiening25/11/2015
Taal N
Publicatie vraag     B057
Publicatiedatum 11/01/2016, 20152016
Termijndatum28/12/2015

 
Vraag

Op 22 september 2015 werd de fiscus veroordeeld voor een onterechte belastingaanslag in het geval van een koppel, waarbij één van de echtgenoten/partners werkzaam was in Nederland en het hoogst belastbare inkomen genoot en waarbij de andere echtgenoot/partner werkzaam was in België en het laagst belastbare inkomen genoot. In deze zaak werd er geoordeeld dat de regeling van artikel 134, §4, 1°-2° WIB 92 het grondwettelijk gewaarborgd gelijkheidsbeginsel schendt en dat het daarnaast ook het vrij verkeer van vestigen schendt. Het Europees Hof van Justitie heeft onze regeling, waarbij een koppel ten gevolge van de gezinssituatie geen beroep kan doen op fiscale voordelen eigen aan de persoonlijke en gezinssituatie, onverenigbaar verklaard met artikel 49 VWEU in de zaak Imfeld-Garcet t. Belgische Staat van 12 december 2013. Het Grondwettelijk Hof heeft op 24 april 2014 dezelfde houding aangehouden in een zaak waar het een koppel betrof, waarvan de één werkzaam was in België en de ander in Luxemburg en waarbij er door de gezinssituatie geen belastingvoordeel kon worden toegekend inzake de verhoging van de belastingvrije som voor kinderen ten laste. De fiscus heeft op basis van de rechtspraak van het Hof van Justitie en van het Grondwettelijk Hof een circulaire uitgevaardigd, waarbij ze heeft gesteld dat de regeling van artikel 134 artikel 49 VWEU en artikelen 10-11 GW schendt. De administratie heeft hierbij een regeling getroffen om een vermindering toe te kennen voor de vrijgestelde inkomsten bovenop de (gewone) vermindering van artikel 155 WIB 92. Hoewel, deze vermindering zou niet gelden wanneer de voordelen, verbonden aan de persoonlijke toestand en de gezinstoestand in de vreemde staat, aan de belastingplichtige zijn verleend met toepassing van een pro rata-regel. Hierdoor werd de bijkomende vermindering niet toegepast, wanneer het ging over inkomsten behaald in Nederland, welke zijn vrijgesteld krachtens het DBV tussen België en Nederland. Op 22 september 2015 heeft het Hof van Beroep van Antwerpen de regeling van artikel 134 discriminatoir geacht en onverenigbaar met het vrij verkeer van werknemers op basis van de rechtspraak van het Hof van Justitie en het Grondwettelijk Hof. 1. Kan u zeggen of hij akkoord gaat met de stelling van het Hof van Beroep? 2. Kan u zeggen of hij al dan niet in cassatieberoep gaat tegen dit arrest, ook al hebben enkele hogere rechtscolleges zich al uitgesproken over deze materie?


 
Status 1 réponse normale - normaal antwoord
Publicatie antwoord     B062
Publicatiedatum 15/02/2016, 20152016
Antwoord

Tot op heden werd nog niet beslist of een cassatievoorziening tegen dit arrest van het hof van beroep Antwerpen ingesteld wordt. Dit maakt nog het voorwerp uit van een onderzoek door de bevoegde diensten van de Algemene Administratie van de Fiscaliteit.

 
Eurovoc-hoofddescriptorFISCALITEIT
Eurovoc-descriptorenBELASTINGAFTREK | BELASTINGVRIJSTELLING | FISCALITEIT | HOGERE RECHTSPRAAK | BELASTINGBELEID | GRENSARBEIDER