...

Bulletin nr : B054 - Schriftelijke vraag en antwoord nr : 0083 - Zittingsperiode : 54


Auteur Alain Top, SP.A (06109)
Departement Eerste minister
Sub-departement Eerste minister
Titel Een eventuele wijziging van de grondwet om de nationaliteitsvereiste voor Vlaamse statutaire ambtenaren aan te passen.
Datum indiening10/11/2015
Taal N
Publicatie vraag     B054
Publicatiedatum 14/12/2015, 20152016
Termijndatum11/12/2015

 
Vraag

De Vlaamse overheid als werkgever streeft naar evenredige arbeidsdeelname, zoals decretaal bepaald op 8 mei 2002. Dat houdt in dat haar personeelsbestand de diversiteit van de Vlaamse samenleving weerspiegelt. Om ervoor te zorgen dat het personeelsbestand deze diversiteit ook effectief weerspiegelt, is het noodzakelijk dat de toegang voor zowel contractuele als statutaire functies bij de Vlaamse overheid gewaarborgd wordt. Voor contractuele functies is er bij de Vlaamse overheid geen enkele nationaliteitsbeperking. Voor statutaire functies daarentegen kunnen voorlopig alleen burgers van de lidstaten van de Europese Unie (EU), IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland solliciteren. Functies die kaderen in de uitoefening van het openbaar gezag of de bescherming van de algemene belangen van de Vlaamse Gemeenschap, worden voorbehouden voor Belgen. In antwoord op een schriftelijke vraag van Yasmine Kherbache (nr. 364 van 21 januari 2015) stelt de Vlaams minister van bestuurszaken Liesbeth Homans dat volgens haar een grondwetswijziging nodig is om de nationaliteitsvoorwaarde voor toegang tot overheidsambten bij decreet te kunnen herzien. De minister gaf verder te kennen dat zij pas een nieuw wetgevend initiatief wenst te nemen zodra de nationaliteitsvoorwaarde in de Grondwet volledig is opgeheven. Artikel 10, 2° bepaalt daarover: "De Belgen zijn gelijk voor de wet; zij alleen zijn tot de burgerlijke en militaire bedieningen benoembaar, behoudens de uitzonderingen die voor bijzondere gevallen door een wet kunnen worden gesteld". Artikel 10, 2° van de Grondwet werd voor herziening vatbaar verklaard om net de nationaliteitsvoorwaarde voor toegang tot overheidsambten te kunnen aanpakken. Minister Homans erkent terecht de voordelen van de gevolgen van het opheffen van de nationaliteitsvoorwaarde: "Een volledige opheffing van de nationaliteitsvoorwaarde in de Grondwet heeft als voordeel dat de betwisting verdwijnt of het alleen statutaire dan ook contractuele functies betreft. Tevens vermijdt dit discussies over de voor Belgen voorbehouden functies die, in overeenstemming met de interpretatie van het Hof van Justitie, een rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming aan de uitoefening van het openbaar gezag inhouden of die werkzaamheden omvatten strekkende tot bescherming van de algemene belangen van de Staat." Hieruit wordt besloten: "Dergelijke maatregel zou het diversiteitsbeleid van de Vlaamse overheid zeker ten goede komen. Federale initiatieven in die zin zal ik dan ook aanmoedigen." Ook bij de bespreking van de beleidsnota 'inburgering en integratie' erkende de minister dat bij de federale overheid kan worden aangedrongen om artikel 10 te herzien om gelijke toegang tot tewerkstelling bij de Vlaamse overheid te garanderen. In een recenter antwoord op een andere schriftelijke vraag (nr. 949 van 25 september 2015) stelt de minister verder zeer terecht: "De nationaliteitsvoorwaarde blijft een onnodige drempel vormen bij de tewerkstelling bij de Vlaamse overheid. De opheffing van artikel 10, tweede lid van de Grondwet is een kleine, maar toch een belangrijke wijziging die tewerkstelling van personen met migratieachtergrond ten goede zal komen. Ik zal dit dossier blijven aankaarten bij de federale collega's." Ook volgens de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen en de Commissie Diversiteit is de zogenaamde nationaliteitsvoorwaarde een belangrijke drempel voor personen van allochtone afkomst. "De SERV en de Commissie Diversiteit vragen om werk te maken van een decreet en een eventuele aanpassing van artikel 10, tweede lid van de Grondwet zodat statutaire betrekkingen ook effectief kunnen worden opgesteld voor niet-EER-onderdanen." En ook de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) adviseerde eerder al om de nationaliteitsvereiste aan te passen. "In this context, the authorities should consider eliminating citizenship requirements for statutory public sector jobs, with only narrowly-defined exceptions." Op federaal niveau werden overigens reeds verschillende voorstellen tot wijziging van artikel 10, 2° van de Grondwet ingediend. De werkzaamheidsgraad van niet-EU burgers ligt in Vlaanderen op 44 %. In haar antwoord op de schriftelijke vraag nr. 949 ging minister Homans dieper in op wat ze reeds ondernam om deze drempel weg te werken: "Om de aandacht van de federale regering te vestigen op deze drempel, heb ik op 1 april 2015 een brief gericht aan de eerste minister van de federale regering, de heer Charles Michel. In deze brief vroeg ik een volledige opheffing van de nationaliteitsvoorwaarde in de Grondwet." 1. Wat was de letterlijke inhoud van de brief aan u gericht? Bevatte deze brief inderdaad de vraag om Vlaanderen in staat te stellen de nationaliteitsvoorwaarde van Vlaamse statutaire ambtenaren (volledig) op te heffen? 2. Heeft u reeds geantwoord op deze brief? a) Zo nee, waarom niet? Zal u dit nog doen? Zo ja, wanneer? Wat zal uw antwoord zijn? Hoe staat u tegenover de vraag om Vlaanderen in staat de stellen de nationaliteitsvoorwaarde op te laten heffen? b) Zo ja, wat was uw antwoord? Wat zal u, met welke timing, ondernemen om tegemoet te komen aan de vraag om Vlaanderen in staat te stellen de nationaliteitsvoorwaarde voor Vlaamse statutair ambtenaren op te heffen?


 
Status 1 réponse normale - normaal antwoord
Publicatie antwoord     B055
Publicatiedatum 21/12/2015, 20152016
Antwoord

Ik bevestig u dat ik op 2 april 2015 de brief van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur goed heb ontvangen en met bijzonder veel aandacht heb gelezen. De brief gaat over de problematiek inzake de nationaliteitsvereiste in het kader van aanwervingen op het niveau van de Vlaamse overheid op basis van artikel 10 van de Grondwet. Artikel 10, tweede lid, van de Grondwet, bepaalt namelijk dat enkel Belgen benoembaar zijn tot burgerlijke en militaire bedieningen. De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur verzoekt de federale regering om de nodige stappen te zetten ter schrapping van artikel 10, tweede lid, van de Grondwet, dat bovendien voor herziening vatbaar is, volgens de verklaring tot herziening van de Grondwet, goedgekeurd door het Federaal Parlement op 24 april 2014. De toegang tot betrekkingen, zowel voor personen met de Belgische nationaliteit als voor immigranten, is ook een bekommernis van de federale regering, Wat de integratie van personen van buitenlandse origine betreft, voorziet het regeerakkoord het volgende: "[...] de federale regering zal bij haar eigen organisatie en in de dienstverlening de diversiteit naleven en aanmoedigen en zal via de methode van de socio-economische monitoring gecoördineerd door de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en sociaal Overlag een becijferde doelstelling voor de federale overheid vastleggen." De kwestie van de toegang tot overheidsbetrekkingen is niettemin een bredere kwestie dan de nationaliteitsvoorwaarde, omvat verschillende aspecten en is relatief complex op juridisch en technisch vlak. Het is dus essentieel dat deze problematiek op een coherente wijze wordt benaderd, onder meer gelet op de algemene draagwijdte van artikel 10 van de Grondwet. De minister van Ambtenarenzaken onderzoekt momenteel de maatregelen en initiatieven die in dit kader zouden kunnen worden genomen. Ten slotte betreft een eventuele herziening van artikel 10, tweede lid, van de Grondwet niet enkel de Vlaamse regionale overheden, maar alle deelgebieden. Het Overlegcomité is in dat opzicht de meest geschikte plaats om hieromtrent een discussie aan te gaan.

 
Eurovoc-hoofddescriptorOVERHEID
Eurovoc-descriptorenGRONDWETTELIJK RECHT | AMBTENAAR | PERSONEELSBEHEER | NATIONALITEIT | OVERHEID | VLAAMSE GEMEENSCHAP