Bulletin nr : B024 - Schriftelijke vraag en antwoord nr : 0192 - Zittingsperiode : 54

Na een oogonderzoek te hebben ondergaan, ontvangt men een voorschrift waarop een hele reeks cijfers en afkortingen staan. Als de oogarts enigszins communicatief onderlegd is, zal hij uitleggen wat het probleem is en wat er moet gebeuren. De voorschriftformulieren van de oogartsen werden enkele jaren geleden aangepast, maar blijkbaar gebeurde dat niet in samenspraak met de sector. Het voorschrift bevat enerzijds algemene gegevens en anderzijds ooggegevens. De algemene gegevens die ingevuld moeten worden, zijn de naam, de voornaam en de geboortedatum van de betrokkene. In het vakje van de algemene gegevens wordt ook het kleefbriefje van het ziekenfonds aangebracht. De ooggegevens hebben uiteraard betrekking op de ogen. De eigenschappen van het rechteroog (afkorting R) en van het linkeroog (afkorting L) worden vermeld. Onder het voorschrift kan de oogarts voor een bril uit verschillende soorten glazen kiezen en noteert hij voorts hoe de glazen moeten worden geslepen. Wanneer er een medisch probleem met de ogen is en er een specifieke behandeling nodig is, wordt dat aangegeven onder het kopje "Medische reden". Oogziekten worden vermeld in de rubriek "Pathologie". Net op dit laatste punt wil ik graag uw aandacht vestigen. Volgens de informatie waarover ik beschik en volgens de oogartsen vormt de rubriek "Pathologie" een inbreuk op het principe van het beroepsgeheim. Het voorschrift van een patiënt is immers enkel een zaak tussen de patiënt en de arts. Het probleem is dat het voorschrift door vele handen gaat: de opticien, de loketmedewerker bij het ziekenfonds, enz. Derden hoeven niet te weten aan welke aandoening de patiënt lijdt. Dat is privé! Het zou wellicht opportuun zijn het voorschrift aan te passen en die wijziging in samenspraak met de sector door te voeren. 1. a) Bent u op de hoogte van dat probleem? b) Hebt u al met de sector om de tafel gezeten? 2. a) Zult u het voorschrift aanpassen? b) Zo ja, zult u de sector raadplegen? 3. Hebt u al klachten ontvangen in verband met dat probleem?

Het huidige medische voorschrift (bijlage 15bis), voor de verstrekkingen afgeleverd door opticiens, werd opgesteld in samenspraak met vertegenwoordigers van de Belgische oftalmologen. Vanaf zijn inwerkingtreding, op 1 december 2012, ontving de dienst geneeskundige verzorging van het RIZIV verschillende reacties van het terrein. De Overeenkomstencommissie opticiens-verzekeringsinstellingen heeft de werkgroep opticiens opgedragen dit voorschrift te evalueren in nauwe samenwerking met de vertegenwoordigers van de Belgische oftalmologen. De problematiek van het medisch geheim was één van de belangrijke punten van deze discussies. Het vermelden van de pathologie op het voorschrift was in sommige gevallen nodig om de verzekeringsinstellingen toe te laten te controleren of alle voorwaarden tot terugbetaling voldaan waren. Daarnaast laat het vermelden de opticien toe om beter het specifieke geval van de patiënt in te schatten en beter zijn rol als adviseur bij de keuze van het juiste geleverde product te kunnen opnemen. Uiteindelijk werd een akkoord bereikt en dit leidde tot de creatie van drie nieuwe voorschriften, de eerste voor brilglazen, de tweede voor contactlenzen en de derde voor oogprothesen. De oftalmoloog zal op elk voorschrift het bestaan van een specifieke pathologie moeten vermelden voor bepaalde producten, zonder letterlijk de pathologie van de patiënt te vermelden. Het medisch geheim is hierdoor gewaarborgd. De modellen werden goedgekeurd door de instanties van Belgische oftalmologen alsook door de Overeenkomstencommissie opticiens-verzekeringsinstellingen. Deze nieuwe voorschriften treden in voege binnen enkele maanden.