...

Bulletin nr : B005 - Schriftelijke vraag en antwoord nr : 0014 - Zittingsperiode : 54


Auteur An Capoen, N-VA (06796)
Departement Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, belast met Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken
Sub-departement Asiel, Migratie en Administratieve Vereenvoudiging
Titel Behandeling van asielaanvragen op basis van het CEDOCA-rapport.
Datum indiening17/11/2014
Taal N
Publicatie vraag     B005
Publicatiedatum 22/12/2014, 20142015
Termijndatum19/12/2014

 
Vraag

Vrouwelijke Genitale Verminking (VGV) is nog steeds een wijdverspreid gebruik in meerdere Afrikaanse landen. VGV, ook wel bekend als besnijdenis, is het gedeeltelijk of soms zelfs volledig wegsnijden van de clitoris en de schaamlippen. Een bijzonder pijnlijke en gevaarlijke ingreep waarbij bovendien meestal geen verdoving en hygiënische omkadering voorzien is. Personen die potentieel in aanraking kunnen komen met VGV hebben voor het CGVS (Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen) een gegronde reden om een vluchtelingenstatuut aan te vragen en dit zowel voor het kind als de ouders. Sinds België in 2007 echt werk maakt van een beleid rond genitale verminking merkt het CGVS dan ook een stijging van asielaanvragen, vooral Afrikanen (Guinee), op. De basis om dit soort aanvragen te behandelen is het CEDOCA-rapport dat in 2011 werd opgesteld door het CGVS. In januari van 2014 werd echter in de Nederlandstalige kamer van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen beslist dat het voornoemde rapport wetenschappelijk onvoldoende onderbouwd is. Het rapport oordeelde op basis van gesprekken met lokale Afrikaanse bureaucraten dat bepaalde landen, die vermeld zijn in het rapport, redelijk progressief zijn inzake VGV. Een ietwat vreemde onderzoeksmethodiek met het gevolg dat het risico op VGV hier dus onderschat. Mede door dit rapport zijn families teruggestuurd naar hun land van oorsprong waar hen haast zeker een pijnlijke foltering wacht ("Niet met mij: bang voor besnijdenis, ook in België", De Morgen, 1 februari 2014). Uit het voornoemde artikel licht men ook een studie toe waaruit blijkt dat er een verschil bestaat tussen de Nederlandstalige en de Franstalige beroepsaanvragen bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Een beroep dat in het Frans werd behandeld had een kans van één op twee om aanvaard te worden. Dossiers die voor de Nederlandstalige kamer voorkwamen werden allemaal verworpen (periode oktober 2012 - mei 2013). Het kabinet De Block was destijds van mening dat ze geen oordeel kon vellen over beslissingen van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen en dat taal geen factor zou mogen spelen. 1. a) Wat is de huidige stand van zaken inzake asielaanvragen op basis van het risico op VGV? b) Gelieve een overzicht te geven per regio (Afrika, Midden-Oosten, Azië, ...) en per land. 2. a) Wat was het gevolg van de rechterlijke beslissing op het bewuste CEDOCA-rapport? b) Op welke basis werkt men ondertussen verder om de asielaanvragen op basis van VGV te behandelen? 3. Op welke basis beslist men om een bepaalde aanvraag in het Nederlands of in het Frans te behandelen? 4. a) Is er gecommuniceerd met het CGVS over het mogelijke verschil tussen de Nederlandstalige en Franstalige kamers? b) Wat was het antwoord van het CGVS? b) Is men overgegaan tot maatregelen en zo ja welke?


 
Status 1 réponse normale - normaal antwoord
Publicatie antwoord     B010
Publicatiedatum 02/02/2015, 20142015
Antwoord

Eerst wil ik benadrukken dat de beoordeling van asielaanvragen gebeurt door onafhankelijke instanties, conform de in de wet vastgelegde procedure. Het is niet gepast dat de voor asiel en migratie bevoegde minister of staatssecretaris een handeling verricht die de onafhankelijkheid van deze instanties in het gedrang brengt, inclusief handelingen die de perceptie kunnen wekken dat de onafhankelijkheid in het gedrang komt. 1. a) Een overzicht van het aantal asielaanvragen waar VGV wordt ingeroepen kan het CGVS niet geven omdat die cijfers niet bestaan. Het kan wel een overzicht geven van het aantal beslissingen van het CGVS waarbij VGV wordt ingeroepen als reden voor de asielaanvraag. VGV kan als enige reden worden aangehaald of kan één van de redenen zijn waarom iemand zijn land heeft verlaten. 2. a) De in de vraag aangehaalde beslissing betreft één case en is niet noodzakelijk representatief voor het beleid van het CGVS en de jurisprudentie van de RvV. b) Er kan geen informatie worden gegeven over een individueel dossier. Het CGVS behandelt de asielaanvragen waarin een gegronde vrees tot vervolging omwille van genitale verminking wordt ingeroepen als volgt: De status van vluchteling wordt erkend indien er een gegronde vrees wordt vastgesteld. Het onderzoek gebeurt door rekening te houden met tal van elementen: - de situatie in de landen van herkomst. Die situatie is complex en verschilt van land tot land; - de individuele situatie van de betrokken personen; - de jurisprudentie van de RvV en internationale gerechtshoven. 3. Dit is wettelijk geregeld in artikel 51/4 van de Vreemdelingenwet. Als de asielzoeker geen tolk nodig heeft, kan hij zelf kiezen of hij het Nederlands of het Frans wil als taal van het onderzoek. Als hij wel een tolk nodig heeft voorziet de wet: "... Indien de vreemdeling geen van die talen heeft gekozen of verklaard heeft de hulp van een tolk te verlangen, bepaalt de Minister of zijn gemachtigde de taal van het onderzoek, in functie van de noodwendigheden van de diensten en instanties. Tegen die beslissing kan geen afzonderlijk beroep worden ingesteld." (art. 51/4 § 2). 4. a) en b) Er is geen communicatie geweest met het CGVS over een eventueel verschil tussen de Nederlandstalige en Franstalige kamers. Het is niet gepast voor de minister of de staatssecretaris om tussen te komen met betrekking tot aspecten die vallen onder de "onafhankelijkheid" van het CGVS of de RvV.

 
Eurovoc-hoofddescriptorMIGRATIEBELEID
Eurovoc-descriptorenAFRIKA | MIGRATIEBELEID | VLUCHTELING | SEKSUELE VERMINKING | TOELATING VAN VREEMDELINGEN | VROUW