KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 PLEN 216
CRIV 50 PLEN 216
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
P
LENUMVERGADERING
S
EANCE PLENIERE
woensdag
mercredi
27-03-2002
27-03-2002
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
PSC
Parti social -chrétien
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de base et
du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en rechts
het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat
ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral
définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
Regeling van de werkzaamheden
1
Ordre des travaux
1
Spreker: Louis Michel, vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken
Orateur: Louis Michel, vice-premier ministre
et ministre des Affaires étrangères
WETSONTWERPEN EN VOORSTELLEN
1
PROJETS DE LOI ET PROPOSITIONS
1
Ontwerp van bijzondere wet tot wijziging van de
artikelen 24bis en 50 van de bijzondere wet van
8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen
(overgezonden door de Senaat) (1652/1 tot 3)
1
Projet de loi spéciale modifiant les articles 24bis
et 50 de la loi spéciale du 8 août 1980 de
réformes institutionnelles (transmis par le Sénat)
(1652/1 à 3)
1
Algemene bespreking
2
Discussion générale
2
Sprekers:
André Frédéric, rapporteur,
Raymond Langendries, voorzitter van de PSC-
fractie, Louis Michel, vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken
Orateurs:
André Frédéric, rapporteur,
Raymond Langendries, président du groupe
PSC, Louis Michel, vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères
Bespreking van de artikelen
4
Discussion des articles
4
Wetsontwerp houdende instemming met het
Verdrag van Nice houdende wijziging van het
verdrag betreffende de Europese Unie, de
verdragen tot oprichting van de Europese
Gemeenschappen en sommige bijbehorende
akten, met de Protocollen 1, 2 en 3 en met de
Slotakte, gedaan te Nice op 26 februari 2001
(1679/1 en 2)
5
Projet de loi portant assentiment au Traité de
Nice modifiant le traité de l'Union européenne,
les traités instituant les Communautés
européennes et certains actes connexes, aux
Protocoles 1, 2 et 3 et à l'Acte final, faits à Nice le
26 février 2001 (1679/1 et 2)
5
Algemene bespreking
5
Discussion générale
5
Bespreking van de artikelen
29
Discussion des articles
29
Sprekers: Mark Eyskens, rapporteur, Jacques
Lefevre, Geert Versnick, Jacques Simonet,
Guido Tastenhoye, Louis Michel
, vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken,
Yves Leterme
, voorzitter van de CD&V-fractie,
Yvon Harmegnies
Orateurs: Mark Eyskens , rapporteur, Jacques
Lefevre, Geert Versnick, Jacques Simonet,
Guido Tastenhoye, Louis Michel
, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères, Yves Leterme, président du
groupe CD&V, Yvon Harmegnies
Wetsontwerp houdende instemming met het
Aanvullend Protocol bij de Europese
Kaderovereenkomst inzake
grensoverschrijdende samenwerking tussen
territoriale gemeenschappen of autoriteiten,
gedaan te Straatsburg op 9 november 1995
(overgezonden door de Senaat) (1618/1)
29
Projet de loi portant assentiment au Protocole
additionnel à la Convention-cadre européenne
sur la coopération transfrontalière des
collectivités ou autorités territoriales, fait à
Strasbourg, le 9 novembre 1995 (transmis par le
Sénat) (1618/1)
29
Algemene bespreking
29
Discussion générale
29
Bespreking van de artikelen
30
Discussion des articles
30
Spreker: Claudine Drion, rapporteur
Orateur: Claudine Drion, rapporteur
Regeling van de werkzaamheden
30
Ordre des travaux
30
Sprekers: Olivier Deleuze, staatssecretaris
voor Energie en Duurzame Ontwikkeling,
Trees Pieters
Orateurs: Olivier Deleuze, secrétaire d'Etat à
l'Energie et au Développement durable,
Trees Pieters
Wetsontwerp ter invoering van een eenmalige
bijdrage ten laste van de petroleumsector
(geamendeerd door de Senaat) (1129/9 tot 11)
31
Projet de loi instaurant une cotisation unique à la
charge du secteur pétrolier (amendé par le
Sénat) (1129/9 à 11)
31
Bespreking van de artikelen
31
Discussion des articles
31
Spreker: Trees Pieters
Orateur: Trees Pieters
Wetsontwerp houdende instemming met het
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk
België en de Regering van de Republiek
Hongarije inzake politiesamenwerking en
samenwerking inzake de bestrijding van de
33
Projet de loi portant assentiment à la Convention
entre le Gouvernement du Royaume de Belgique
et le Gouvernement de la République de Hongrie
relative à la coopération policière et à la
coopération en matière de lutte contre la
33
27/03/2002
CRIV 50
PLEN 216
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
georganiseerde criminaliteit, ondertekend te
Brussel op 4 november 1998 (overgezonden
door de Senaat) (1619/1)
criminalité organisée, signée à Bruxelles le
4 novembre 1998 (transmis par le Sénat)
(1619/1)
Algemene bespreking
34
Discussion générale
34
Bespreking van de artikelen
34
Discussion des articles
34
Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst opgesteld op grond van artikel K.3
van het Verdrag betreffende de Europese Unie
aangaande de verkorte procedure tot uitlevering
tussen de Lid-Staten van de Europese Unie,
gedaan te Brussel op 10 maart 1995
(overgezonden door de Senaat) (zonder verslag)
(1651/1)
34
Projet de loi portant assentiment à la Convention
établie sur la base de l'article K.3 du Traité sur
l'Union européenne, relative à la procédure
simplifiée d'extradition entre les Etats membres
de l'Union européenne, faite à Bruxelles le
10 mars 1995 (transmis par le Sénat) (sans
rapport) (1651/1)
34
Algemene bespreking
34
Discussion générale
34
Bespreking van de artikelen
34
Discussion des articles
35
Wetsontwerp houdende instemming met het
Protocol tot aanpassing van de institutionele
aspecten van de Europa-Overeenkomst waarbij
een associatie tot stand wordt gebracht tussen
de Europese Gemeenschappen en hun
lidstaten, enerzijds, en de Republiek Polen,
anderzijds, teneinde rekening te houden met de
toetreding van de Republiek Oostenrijk, de
Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot
de Europese Unie, en met de Bijlagen, gedaan
te Brussel op 25 juni 1999 (overgezonden door
de Senaat) (zonder verslag) (1620/1)
35
Projet de loi portant assentiment au Protocole
portant adaptation des aspects institutionnels de
l'Accord européen établissant une association
entre les Communautés européennes et leurs
Etats membres, d'une part, et la République de
Pologne, d'autre part, afin de tenir compte de
l'adhésion de la République d'Autriche, de la
République de Finlande et du Royaume de
Suède à l'Union européenne, et aux Annexes,
faits à Bruxelles le 25 juin 1999 (transmis par le
Sénat) (sans rapport) (1620/1)
35
Algemene bespreking
35
Discussion générale
35
Bespreking van de artikelen
35
Discussion des articles
35
Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen de regeringen van de
Beneluxstaten (het Koninkrijk België, het
Koninkrijk der Nederlanden, het Groothertogdom
Luxemburg) en de regering van de Republiek
Estland betreffende de overname van
onregelmatig verblijvende personen
(Overnameovereenkomst), en met het
Uitvoeringsprotocol, ondertekend te Brussel op
3 februari 1999 (overgezonden door de Senaat)
(zonder verslag) (1621/1)
36
Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre
les gouvernements des Etats du Benelux (le
Royaume de Belgique, le Royaume des Pays -
Bas, le Grand-Duché de Luxembourg) et le
gouvernement de la République d'Estonie relatif
à la réadmission des personnes en séjour
irrégulier (Accord de réadmission), et au
Protocole d'application, faits à Bruxelles le
3 février 1999 (transmis par le Sénat) (sans
rapport) (1621/1)
36
Algemene bespreking
36
Discussion générale
36
Bespreking van de artikelen
36
Discussion des articles
36
Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen de regeringen van de
Beneluxstaten (het Koninkrijk België, het
Koninkrijk der Nederlanden, het Groothertogdom
Luxemburg) en de regering van de Republiek
Litouwen betreffende de overname van
onregelmatig verblijvende personen
(Overnameovereenkomst), en met het
Uitvoeringsprotocol, ondertekend te Brussel op
9 juni 1999 (overgezonden door de Senaat)
(zonder verslag) (1622/1)
36
Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre
les gouvernements des Etats du Benelux (le
Royaume de Belgique, le Royaume des Pays -
Bas, le Grand-Duché de Luxembourg) et le
gouvernement de la République de Lituanie
relatif à la réadmission des personnes en séjour
irrégulier (Accord de réadmission), et au
Protocole d'application, faits à Bruxelles le
9 juin 1999 (transmis par le Sénat) (sans
rapport) (1622/1)
36
Algemene bespreking
37
Discussion générale
37
Bespreking van de artikelen
37
Discussion des articles
37
Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen de regeringen van de
Beneluxstaten (het Koninkrijk België, het
Koninkrijk der Nederlanden, het Groothertogdom
Luxemburg) en de regering van de Republiek
Bulgarije betreffende de overname van
onregelmatig verblijvende personen
(Overnameovereenkomst), en met het
Uitvoeringsprotocol, ondertekend te Brussel op
7 oktober 1998 (overgezonden door de Senaat)
(zonder verslag) (1668/1)
37
Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre
les gouvernements des Etats du Benelux (le
Royaume de Belgique, le Royaume des Pays -
Bas, le Grand-Duché de Luxembourg) et le
gouvernement de la République de Bulgarie
relatif à la réadmission des personnes en séjour
irrégulier (Accord de réadmission), et au
Protocole d'application, faits à Bruxelles le
7 octobre 1998 (transmis par le Sénat) (sans
rapport) (1668/1)
37
CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
iii
Algemene bespreking
37
Discussion générale
37
Bespreking van de artikelen
37
Discussion des articles
38
Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse
Economische Unie en de regering van de
Republiek Jemen inzake de wederzijdse
bevordering en bescherming van investeringen,
gedaan te Brussel op 3 februari 2000
(overgezonden door de Senaat) (1649/1)
38
Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre
l'Union économique belgo-luxembourgeoise et le
gouvernement de la République du Yémen
concernant l'encouragement et la protection
réciproques des investissements, fait à Bruxelles
le 3 février 2000 (transmis par le Sénat) (1649/1)
38
Algemene bespreking
38
Discussion générale
38
Bespreking van de artikelen
43
Discussion des articles
43
Spreker: Vincent Decroly
Orateur: Vincent Decroly
Regeling van de werkzaamheden
43
Ordre des travaux
43
Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse
Economische Unie en de Staat Koeweit inzake
de wederzijdse bescherming en bevordering van
investeringen, gedaan te Brussel op
28 september 2000 (overgezonden door de
Senaat) (zonder verslag) (1667/1)
43
Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre
l'Union économique belgo-luxembourgeoise et
l'Etat du Koweït concernant l'encouragement et la
protection réciproques des investissements, fait
à Bruxelles le 28 septembre 2000 (transmis par
le Sénat) (sans rapport) (1667/1)
43
Algemene bespreking
43
Discussion générale
43
Bespreking van de artikelen
44
Discussion des articles
44
Sprekers: Vincent Decroly, Olivier Deleuze,
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling, Hugo Coveliers, voorzitter van
de VLD-fractie
Orateurs: Vincent Decroly, Olivier Deleuze,
secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable, Hugo Coveliers,
président du groupe VLD
Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse
Economische Unie en de Regering van de
Republiek El Salvador inzake de wederzijdse
bevordering en bescherming van investeringen,
gedaan te Brussel op 12 oktober 1999
(overgezonden door de Senaat) (zonder verslag)
(1669/1)
44
Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre
l'Union économique belgo-luxembourgeoise et le
Gouvernement de la République d'El Salvador
concernant l'encouragement et la prote ction
réciproques des investissements, fait à Bruxelles
le 12 octobre 1999 (transmis par le Sénat) (sans
rapport) (1669/1)
45
Algemene bespreking
45
Discussion générale
45
Bespreking van de artikelen
45
Discussion des articles
45
Wetsontwerp houdende instemming met het
Protocol, gedaan te Brussel op
22 september 1998, tot aanvulling van de
Benelux-Overeenkomst inzake
grensoverschrijdende samenwerking tussen
territoriale samenwerkingsverbanden of
autoriteiten met gemeenschappelijke Memorie
van Toelichting, ondertekend te Brussel op
12 september 1986 (overgezonden door de
Senaat) (zonder verslag) (1670/1)
45
Projet de loi portant assentiment au Protocole,
fait à Bruxelles le 22 septembre 1998, complétant
la Convention Benelux concernant la coopération
transfrontalière entre collectivités ou autorités
territoriales avec Exposé des Motifs commun,
signée à Bruxelles le 12 septembre 1986
(transmis par le Sénat) (sans rapport) (1670/1)
45
Algemene bespreking
45
Discussion générale
45
Bespreking van de artikelen
46
Discussion des articles
46
Wetsontwerp houdende instemming met het
Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de
rechten van het kind, inzake kinderen in
gewapend conflict, aangenomen te New York op
25 mei 2000 (overgezonden door de Senaat)
(1671/1 en 2)
46
Projet de loi portant assentiment au Protocole
facultatif à la Convention relative aux droits de
l'enfant, concernant l'implication d'enfants dans
les conflits armés, adopté à New York le
25 mai 2000 (transmis par le Sénat) (1671/1 et 2)
46
Algemene bespreking
46
Discussion générale
46
Bespreking van de artikelen
46
Discussion des articles
46
Voorstel van resolutie van de dames Claudine
Drion en Leen Laenens met betrekking tot de
huidige toestand in Algerije (1445/1 tot 5)
47
Proposition de résolution de Mmes Claudine
Drion et Leen Laenens relative à la situation
actuelle en Algérie (1445/1 à 5)
47
Bespreking
47
Discussion
47
Voorstel van resolutie van de heer Lode Vanoost,
de dames Simonne Creyf, Claudine Drion en
Leen Laenens en de heren Jacques Lefevre en
Ferdy Willems betreffende maatregelen tegen
47
Proposition de résolution de M. Lode Vanoost,
Mmes Simonne Creyf, Claudine Drion et Leen
Laenens et MM. Jacques Lefevre et Ferdy
Willems relative aux mesures à prendre pour
47
27/03/2002
CRIV 50
PLEN 216
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
iv
illegale houtkap in de wereld (1516/1 en 2)
lutter contre l'abattage illégal d'arbres dans le
monde (1516/1 et 2)
Bespreking
47
Discussion
47
Sprekers: Dirk Van der Maelen, rapporteur,
Jacques Lefevre
Orateurs: Dirk Van der Maelen, rapporteur,
Jacques Lefevre
Voorstel van resolutie van mevrouw Claudine
Drion c.s. betreffende de herinvoering van de
door president G. Bush van de Verenigde Staten
voorgestane "Mexico City Policy" (zonder verslag)
(1663/1)
48
Proposition de résolution de Mme Claudine
Drion et consorts concernant le rétablissement
de la "politique de Mexico" par le président des
Etats-Unis d'Amérique, M. G. Bush (sans rapport)
(1663/1)
48
Bespreking
48
Discussion
48
Sprekers: Claudine Drion, Hugo Coveliers,
voorzitter van de VLD-fractie
Orateurs: Claudine Drion, Hugo Coveliers,
président du groupe VLD
BIJLAGE
51
ANNEXE
51
INTERNE BESLUITEN
51
DECISIONS INTERNES
51
PARLEMENTAIRE OVERLEGCOMMISSIE
51
COMMISSION PARLEMENTAIRE DE
CONCERTATION
51
B
ESLISSINGEN
51
D
ÉCISIONS
51
INTERPELLATIEVERZOEKEN
53
DEMANDES D'INTERPELLATION
53
I
NGEKOMEN
53
D
EMANDES
53
VOORSTELLEN
54
PROPOSITIONS
54
T
OELATING TOT DRUKKEN
54
A
UTORISATION D
'
IMPRESSION
54
MEDEDELINGEN
54
COMMUNICATIONS
54
SENAAT
54
SENAT
54
O
VERGEZONDEN WETSONTW ERPEN
54
P
ROJETS DE LOI TRANSMIS
54
A
ANGENOMEN WETSONTWER P
54
P
ROJET DE LOI ADOPTÉ
54
G
EAMENDEERD WETSONTWERP
55
P
ROJET DE LOI AMENDÉ
55
C
ONCLUSIES VAN HET TW EEDE
S
EMINARIE OVER
ACTUELE RUIMTEVAARTKWESTIES
55
C
ONCLUSIONS DU DEUXIEME
S
EMINAIRE SUR
LES QUESTIONS SPATIA LES ACTUELLES
55
REGERING
55
GOUVERNEMENT
55
I
NGEDIEND WETSONTWERP
55
D
EPOT D
'
UN PROJET DE LOI
55
Verslag
55
Rapport
55
Voorstel van resolutie
56
Proposition de résolution
56
M
OTIE VAN AANBEVELING
56
M
OTION DE RECOMMANDATION
56
ARBITRAGEHOF
56
COUR D'ARBITRAGE
56
B
EROEPEN TOT VERNIETIGING
56
R
ECOURS EN ANNULATION
56
P
REJUDICIËLE VRAAG
58
Q
UESTION PREJUDICIELLE
58
JAARVERSLAG
58
RAPPORT ANNUEL
58
I
NSTITUUT VOOR DE
N
ATIONALE
R
EKENINGEN
58
I
NSTITUT DES
C
OMPTES NATIONAUX
58
MOTIE
59
MOTION
59
I
NDIENING
59
D
ÉPÔT
59
VARIA
59
DIVERS
59
F
EDERATIE VAN DE
V
OEDINGSINDUSTRIE EN
F
EDERATIE VAN DE
D
ISTRIBUTIEONDERNEMINGEN
59
F
EDERATION DE L
'I
NDUSTRIE ALIMENTAIRE ET
F
EDERATION BELGE DES
E
NTREPRISES DE
DISTRIBUTION
59
CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1


PLENUMVERGADERING
SÉANCE PLÉNIÈRE
van
WOENSDAG
27
MAART
2002
14:15 uur
______
du
MERCREDI
27
MARS
2002
14:15 heures
______

De vergadering wordt geopend om 14.15 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.15 heures par M. Herman De Croo, président.

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Louis Michel.

De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in bijlage
bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen worden.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles
seront reprises en annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Berichten van verhindering
Excusés

Patrick Moriau, wegens ziekte / pour raison de santé;
Jean-Pol Henry, met zending / en mission;
Maurice Dehu, Annemie Van de Casteele, Luc Paque, buitenslands / à l'étranger;
Charles Janssens, OVSE / OSCE.
01 Ordre des travaux
01 Regeling van de werkzaamheden

Le président: Monsieur le ministre des Relations extérieures, j'ai cru comprendre qu'il était opportun de traiter
d'abord les points 1 et 3 qui vous intéressent.

Ik ben ook tevreden dat de rapporteur, de heer Mark Eyskens, die uit het noorden van Europa komt, namelijk
uit Nederland, zich bij ons heeft gevoegd. Ik apprecieer het dat hij op tijd is.

Mijnheer de vice-eerste minister, u hebt liever dat ik met de verdragen begin?
01.01 Minister Louis Michel: Zoals u wilt, mijnheer de voorzitter.
Wetsontwerpen en voorstellen
Projets de loi et propositions
02 Ontwerp van bijzondere wet tot wijziging van de artikelen 24bis en 50 van de bijzondere wet
van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen (overgezonden door de Senaat) (1652/1 tot 3)
02 Projet de loi spéciale modifiant les articles 24bis et 50 de la loi spéciale du 8 août 1980 de
réformes institutionnelles (transmis par le Sénat) (1652/1 à 3)

Algemene be spreking
27/03/2002
CRIV 50
PLEN 216
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
02.01 André Frédéric, rapporteur: Monsieur le présidentc
02.01 André Frédéric, rapporteur:
ik verwijs naar het schriftelijk
verslag.
02.02 Raymond Langendries (PSC): Monsieur le président, la
présente proposition de loi spéciale, introduite par René Thissen au
Sénat, répond à une problématique concrète qui s'est posée au
lendemain des élections du 13 juin 1999.

Je rappelle brièvement les faits pour ceux et celles qui ne les
connaîtraient pas. Messieurs Keutgen et Stoffels, deux
germanophones, étaient candidats lors des élections du 13 juin 1999
au parlement de la Région wallonne et au Conseil de la Communauté
germanophone. Ils ont été élus au Parlement wallon mais pas au
Conseil de la Communauté germanophone. En effet, ils ont prêté
serment en premier lieu en allemand, lors de l'installation du Parlement
wallon et ont tous deux très logiquement refusé de prêter serment lors
de la séance d'ouverture du Parlement de la Communauté française le
6 juillet 1999.

Or, l'article 50, alinéa second de la loi spéciale du 8 août 1980, prévoit
que: "Les membres du Conseil régional wallon, qui ont exclusivement
ou en premier lieu prêté serment en allemand, ne participent pas aux
votes au sein du Conseil de la Communauté française ni au sein du
Conseil régional wallon sur les matières relevant de la compétence de
la Communauté française."

Ainsi, bien qu'ayant prêté serment en allemand au Conseil régional
wallon et étant membres du Conseil de la Communauté française de
par leur élection au Parlement wallon, ils ne pouvaient entrer en
fonction qu'après avoir prêté serment en français de la manière
suivante: "Je jure d'observer la Constitution", comme le prévoit l'article
31 bis, alinéa 2 de la loi spéciale de réformes institutionnelles.

Cette non-prestation de serment n'équivaut pas en tant que telle à une
démission mais bien à une absence d'entrée en fonction.

Il résulte donc de la situation décrite qu'à ce jour, le Cons eil de la
Communauté française n'est toujours pas en mesure de siéger et de
délibérer au complet, ce qui ne pose pas de problème de légalité des
décrets votés à la Communauté française mais compromet les
équilibres de répartition voulus par le législateur, à savoir 75 Wallons et
19 Bruxellois.

Je rappelle à titre d'information qu'un problème de nature similaire
s'était posé au lendemain des élections régionales du 21 mai 1995 et
qu'il avait également trait à la composition du Parlement de la
Communauté française. En effet, dans l'arrondissement de Verviers, un
candidat libéral s'était présenté tant aux élections de la Communauté
germanophone que du Parlement wallon. Il avait été élu dans l'un et
l'autre Conseil et était donc amené à siéger de plein droit au Parlement
de la Communauté française. Il était ainsi membre de deux Conseils de
communauté.

Dans la mesure où la loi spéciale interdit un tel cumul de fonctions, il
avait choisi de prêter serment à la Communauté germanophone et à la
02.02 Raymond Langendries
(PSC): Met dit ontwerp van
bijzondere wet wordt tegemoet
gekomen aan een concreet
probleem dat na de verkiezingen
van 13 juni 1999 gerezen is.

Twee Duitstaligen, de heren
Keutgen en Stoffels, werden
verkozen in het Waalse Parlement
maar niet in de Raad van de
Duitstalige Gemeenschap. Ze
hebben in het Waals Parlement
eerst de eed afgelegd in het Duits
en ze hebben geweigerd de eed af
te leggen tijdens de openingszitting
van het Parlement van de Franse
Gemeenschap. Artikel 50, tweede
lid van de bijzondere wet van 8
augustus 1980 bepaalt dat de
verkozenen in dat geval niet mogen
deelnemen aan de stemmingen in
de Raad van de Franse
Gemeenschap en in de Waalse
Gewestraad over materies waarvoor
de Franse Gemeenschap bevoegd
is. Zij konden dus enkel in functie
treden na conform de grondwet de
eed te hebben afgelegd in het
Frans.

Die situatie brengt het door de
wetgever gewilde evenwicht bij de
verdeling van de mandaten (75
Waalse en 19 Brusselse leden) in
het gedrang.

Een soortgelijk probleem was al
eens gerezen na de
gewestraadsverkiezingen van 1995.
Een liberale kandidaat uit het
arrondissement Verviers werd
verkozen in twee
gemeenschapsraden en had de eed
afgelegd voor de Duitstalige
Gemeenschap, en had verzocht
zijn plaatsvervanger in het
Parlement van de Franse
Gemeenschap te laten aantreden.

Sindsdien werd artikel 24bis, § 5,
tweede lid van de bijzondere wet
CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Région wallonne. Il avait indiqué vouloir céder sa place à son suppléant
au Parlement de la Communauté française.

La commission de vérification des pouvoirs avait refusé au motif que
celui qui est élu à la Région wallonne doit également siéger à la
Communauté française. Depuis lors et pour éviter que ne se reproduise
un tel cas de figure, l'article 24bis, §5, alinéa 2 de la loi spéciale a été
modifié. Celui qui est élu au Conseil de la Communauté germanophone
et au Parlement wallon est remplacé au Parlement de la Communauté
française par son suppléant élu en même temps que lui à l'occasion
des élections du Parlement wallon.

Les problèmes semblent se succéder puisque, aujourd'hui, il nous faut
régler un autre cas.

Afin que soit respectée la liberté des membres germanophones de
prêter serment en français ou en allemand et de choisir ainsi librement
leur communauté, il importe de remédier de manière globale à la
situation que j'ai longuement expliquée en introduction.

La solution trouvée en commission des Affaires institutionnelles du
Sénat, après avoir reçu l'avis de la section de législation du Conseil
d'Etat, et après de longues discussions entre représentants de tous les
partis francophones ­ aidés en cela par le professeur Francis Delpérée
qui a livré son expertise sur la question lors d'une audition ­ a donc
recueilli un vote très favorable en séance plénière au Sénat. Il en a été
de même ici à la Chambre, lors du vote en commission de Révision de
la Constitution et de la Réforme des institutions.

Cette solution permet de trouver un équilibre entre le respect du choix
de la langue de prestation de serment du parlementaire wallon et le
fonctionnement équilibré du Conseil de la Communauté française, tel
qu'il est prévu par la loi spéciale en son article 24, §3.

Ainsi, l'article 24bis, §4 de la loi spéciale est complété par l'alinéa
suivant: "Le mandat de membre du Conseil de la Communauté
française est incompatible avec celui de membre du Conseil régional
wallon lorsque le mandataire concerné a exclusivement ou en premier
lieu prêté serment en allemand".

Un alinéa complémentaire précise également, à l'article 24, §5, de la loi
spéciale que ceux qui ne peuvent assumer leur mandat en vertu de la
disposition précédente seront remplacés au sein du Conseil de la
Communauté française par leurs suppléants, élus lors des élections au
Conseil régional wallon sur les mêmes listes que ces membres, dans
l'ordre dans lequel ils sont élus sur chacune des listes
susmentionnées.

Et enfin, l'article 50, alinéa second de la même loi spéciale est
remplacé par une nouvelle disposition: "Les membres du Conseil
régional wallon qui ont exclusivement ou en premier lieu prêté serment
en allemand ne participent pas aux votes au sein du Conseil régional
wallon sur les matières relevant de la compétence de la Communauté
française".

Voilà monsieur le président, monsieur le vice-premier ministre, à ceux
qui objecteraient que cette situation plaide en faveur de la création
d'une Région germanophone à part entière, je répondrais que c'est
strictement impossible à l'heure actuelle car les dispositions relatives
aux régions ne sont pas soumises à révision. C'est pourquoi j'espère
que cette proposition recueillera la plus large adhésion car il me
semble que la solution proposée relève tout simplement du bon sens.
gewijzigd.

Wie wordt verkozen voor de Raad
van de Duitstalige Gemeenschap
en het Waalse Parlement, wordt in
het Parlement van de Franse
Gemeenschap vervangen door zijn
plaatsvervanger die samen met
hem werd verkozen tijdens de
verkiezingen voor het Waalse
Parlement.

Dit probleem moest in zijn geheel
worden opgelost. Professor Francis
Delpérée heeft ons met zijn kennis
en ervaring bijgestaan en de Senaat
heeft ons dan ook een oplossing
voorgesteld die op de
onverenigbaarheid is gebaseerd.
Aan hen die zouden opperen dat dit
in het voordeel van de oprichting
van een Duitstalig Gewest pleit,
antwoord ik dat dit momenteel niet
mogelijk is rekening houdend met
de huidige verklaring tot
grondwetsherziening. Kortom, de
gevonden oplossing getuigt alleen
maar van gezond verstand.

27/03/2002
CRIV 50
PLEN 216
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
02.03 Louis Michel, ministre: Monsieur le président, je ne peux que
partager l'intervention pleine de sagesse et d'opportunité de M.
Langendries.
02.03 Minister Louis Michel: Ik
kan de wijze woorden van voorzitter
Langendries alleen maar bijtreden.
De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor
de bespreking. (Rgt 66,4) (1652/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4) (1652/1)

Het ontwerp van bijzondere wet telt 4 artikelen.
Le projet de loi spéciale compte 4 articles.

Ingediende amendementen:
Amendements déposés:

Art. 1bis (n)
- 1: Danny Pieters (1652/2)
Art. 2
- 4: Danny Pieters (1652/2)
Art. 3
- 5: Danny Pieters (1652/2)
Art. 3bis (n)
- 2: Danny Pieters (1652/2)
Art. 3ter (n)
- 3: Danny Pieters (1652/2)
Art. 4
- 6: Danny Pieters (1652/2)
Art. 5 (n)
- 7: Danny Pieters (1652/2)


De stemming over de amendementen en artikelen wordt aangehouden.
Le vote sur les amendements et les articles est réservé.

Artikel 1 wordt aangenomen.
L'article 1 est adopté.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen en artikelen
en over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et les articles réservés ainsi que sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
03 Wetsontwerp houdende instemming met het Verdrag van Nice houdende wijziging van het
verdrag betreffende de Europese Unie, de verdragen tot oprichting van de Europese
Gemeenschappen en sommige bijbehorende akten, met de Protocollen 1, 2 en 3 en met de
Slotakte, gedaan te Nice op 26 februari 2001 (1679/1 en 2)
03 Projet de loi portant assentiment au Traité de Nice modifiant le traité de l'Union européenne, les
traités instituant les Communautés européennes et certains actes connexes, aux Protocoles 1, 2 et 3
et à l'Acte final, faits à Nice le 26 février 2001 (1679/1 et 2)

Algemene bespreking
Discussion générale
CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
03.01 Mark Eyskens, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
vice-eerste minister, collega's, de aanwezigheid van de leden in deze
plenaire vergadering is blijkbaar omgekeerd evenredig met het belang
van het ontwerp dat wij bespreken, het Verdrag van Nice. Het is niet het
grootste Europese verdrag sinds vijftig jaar, maar het is toch een
belangrijk verdrag. Na de verdragen van de EGKS, van Rome, van
Maastricht en van Amsterdam komen wij thans tot het Verdrag van
Nice. Hier zijn zo weinig leden aanwezig, wellicht omdat wij het in de
commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen reeds grondig hebben
besproken, en omdat er reeds veel over is geschreven en gezegd sedert
de voorbije zes maanden.

Het Verdrag van Nice werd in de commissie goedgekeurd bij tien
stemmen tegen drie, en zal ook hier kunnen bogen, neem ik aan, op
een zeer ruime meerderheid ofschoon het geen enthousiaste
meerderheid zal zijn. Van meet af aan hebben wij in allerlei
vergaderingen opgemerkt dat het Verdrag van Nice op veel punten
beneden de maat is gebleven. Wij zullen het echter goedkeuren met
meer dan alleen maar resignatie, omdat inmiddels een paar belangrijke
dingen zijn gebeurd, met name de Verklaring van Laken en de
bijeenroeping van de Conventie. In het licht van een dynamisch
continuüm van de Europese integratie, moet het Verdrag van Nice
worden beschouwd als een stapsteen.

In onze commissievergadering van 12 maart 2002 heeft de vice-eerste
minister en de minister van Buitenlandse Zaken, de heer Michel, onze
aandacht gevestigd op de belangrijke aspecten van het Verdrag van
Nice, de positieve punten. Hij heeft een interessant initiatief
aangekondigd, namelijk de stichting van wat hij een speaker's bureau
heeft genoemd, een soort speaker's corner. Daarin zouden
belangstellende Europese en nationale parlementsleden en ­ waarom
niet ­ ook leden van de gewestparlementen kunnen optreden als
gangmakers, als pedagogen ­ niet als demagogen ­ in allerlei kringen
die belangstelling hebben voor de vooruitgang van de Europese
integratie. Ook personen die betrokken zijn bij het Forum, dat in het
kader van de Conventie werd opgericht en met zijn werkzaamheden is
begonnen, zouden misschien daarin kunnen optreden. Ik denk dat dit
een zeer goed initiatief is. Ik hoop dat een aantal leden van de
commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en van het adviescomité
voor de Europese Aangelegenheden bereid zal worden gevonden
daaraan hun medewerking te verlenen.

De bespreking in onze commissie was ­ zoals ik zei ­ uitvoerig en
grondig. De meeste collega's hebben de pro's en de contra's
opgesomd. De ene heeft meer de klemtoon gelegd op de positieve
aspecten, de andere meer op de negatieve aspecten.

Zo heeft de heer Simonet vooral de positieve aspecten opgesomd en
een en ander vindt u zeer goed samengevat in het verslag. De heer
Simonet heeft onder meer gewezen op het plafond bij de samenstelling
van de Commissie, wat een pluspunt is. De schaduwzijde is dat dit
plafond kan stijgen tot 27. Nadien zal men dan bepalen hoe men het
aantal commissarissen kan verminderen.

De aanstelling van de commissievoorzitter kan niet meer worden
onderworpen aan een veto, waardoor de perikelen rond de kandidatuur
van de heer Dehaene zich gelukkig niet meer kunnen herhalen. Dit is
03.01 Mark Eyskens, rapporteur :
La présence aujourd'hui des
membres de la Chambre est
invers ement proportionnelle à
l'intérêt du sujet dont nous
discutons à présent. Le Traité de
Nice constitue une phase
importante de l'histoire de
l'unification européenne.

Le Traité de Nice a fait l'objet de
discussions approfondies au sein
de la commission com pétente et le
projet de loi a été adopté par 10
voix contre 3. Le vote s'est déroulé
sans grand enthousiasme dans la
mesure où le Traité de Nice
contient quand même un certain
nombre de lacunes. Depuis sa
conclusion, un certain nombre de
progrès ont été enregistrés au
niveau européen. A cet égard, je
songe notamment à Laeken et à la
convocation de la Convention.

Lors de la réunion de commission
du 12 mars, le ministre Michel a
principalement souligné les
aspects positifs. Il a également
annoncé la création d'une sorte de
speakers corner, dans le cadre
duquel les parlementaires pourront
faire office de pédagogues et
expliquer l'intégration européenne.
Le débat en commission fut
circonstancié. Tant les aspects
positifs que négatifs y ont été
abordés. M. Simonet a surtout
évoqué les acquis. ll a attiré
l'attention sur le nombre maximum
de membres autorisés pour la
composition de la commission, qui
est fixé à 27. L'on a trouvé une
solution pour la révision de la
pondération des voix pour
l'invocation abusive du droit de veto,
pour une collaboration plus étroite à
tous les niveaux, excepté celui de
la Défense. La majorité qualifiée
s'applique dorénavant à 30 cas
supplémentaires. Il reste encore un
long chemin à parcourir à de
nombreux égards, notamment en
matière de collaboration policière et
judiciaire, de politique fiscale et
sociale et de l'immigration, car la
majorité est toujours requise dans
27/03/2002
CRIV 50
PLEN 216
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
uiteraard positief. Daarnaast is een oplossing gevonden voor de
herweging van de stemmen en heeft men een versoepeling ingevoerd
voor de formule van de nauwere samenwerking. Die wordt nu ook
duidelijk van toepassing op het buitenlands beleid, ofschoon daar nog
een vetorecht mogelijk is. Helaas is de nauwere samenwerking nog
steeds niet van toepassing op het defensiebeleid. Ook in verband met
de eerbiediging van de mensenrechten en de mogelijke schending ervan
is voorzien in een niet onbelangrijke alarmprocedure.

De gekwalificeerde meerderheid is uitgebreid tot een dertigtal
bijkomende gevallen. Ook de co-decisie van het Europees Parlement is
uitgebreid, maar wij weten allemaal dat nog steeds unanimiteit geldt
voor met name de harmonisatie van de fiscale en sociale wetgeving en
voor grote delen van de justitiële en politionele samenwerking, alsook
voor problemen inzake de Europese migratie.

Het Verdrag van Nice is dus een gruyèrekaas, maar ik heb reeds
tijdens de commissiebespreking gesteld dat uitbreiding beter is met
een verdrag van Nice dan zonder een verdrag van Nice.

Wij staan nog voor de klip van het mislukte referendum in Ierland. Het is
natuurlijk vrij paradoxaal dat een land met een relatief beperkte
bevolking ­ het Verdrag van Nice is in Ierland in feite verworpen met een
kleine meerderheid van enkele tienduizenden stemmen ­ binnen een
Unie van 350 en morgen wellicht 450 of 500 miljoen inwoners zo'n
mechanisme kan blokkeren. Wat België betreft, zou dit theoretisch ook
mogelijk zijn, aangezien een beslissing van één van onze
deelparlementen, van de Duitstalige Gemeenschap of van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest bijvoorbeeld, heel Europa in een impasse kan
brengen.

Ik wil daar nog twee of drie beschouwingen aan toevoegen. Ten eerste,
het Verdrag van Nice is uitermate complex. Het is erg moeilijk aan de
mensen uit te leggen. Als u in de straat aan de mensen zou vragen wat
het Verdrag van Nice is, zou u weinig zinnige antwoorden krijgen. Als u
zou ingaan op de inhoud, krijgt u wellicht geen enkel zinnig antwoord.
Er is bijvoorbeeld het hoofdstuk `decision making'. De manier waarop
de besluitvorming geschiedt, bestaat uit drie niveaus, die eventueel
cumulatief kunnen worden toegepast.

Ten eerste, er is de gekwalificeerde meerderheid, waarbij de drempel
van de meerderheid is verhoogd tot iets meer dan 73 procent. Dat laten
wij nog buiten beschouwing; dit werd in het verleden ook toegepast.

Ten tweede, elk besluit moet worden worden goedgekeurd door een
meerderheid van lidstaten. Ook dat laat ik verder buiten beschouwing.
Dat is nog vrij eenvoudig.

Ten derde is er echter ­ ik vond dat de grootste schaduwzijde van het
Verdrag van Nice ­ de zogenaamde demografische clausule. Elke
beslissing moet worden genomen en gesteund door een meerderheid
van de Europese bevolkingen. Die meerderheid is vastgelegd op 62
procent. Dat betekent nu toevallig dat Groot-Brittannië, Duitsland en
Frankrijk, die samen 41 procent van de bevolking vormen, eigenlijk bij
alle problemen de facto beschikken over een vetorecht, indien zij de
demografische clausule zouden evoceren.

Toen de heer Verhofstadt uit Nice is teruggekeerd, heeft hij hier verteld
dat de belangen van de kleine landen in Nice aan bod zijn gekomen. Op
bepaalde punten had hij geen ongelijk. Hij vertelde dat een klein land
als België zelfs beter uit de onderhandelingen is gekomen in
vergelijking met andere kleine landen zoals Tsjechië en Hongarije, die
ces matières.

Ce traité est au fond une espèce de
fromage de Gruyère mais j'estime
personnellement que mieux vaut un
élargissement de l'UE avec ce
traité que sans traité du tout!

L'Irlande a rejeté ce traité par un
référendum, même si ce fut à une
majorité très étroite. En Belgique,
un rejet reste d'ailleurs
envisageable. Il suffit pour cela
qu'une des assemblées régionales
refuse de le ratifier.

Ce traité est très complexe,
l'homme de la rue n'y comprendra
sans doute pas grand-chose. En
substance, il concerne le
processus de décision européen,
lequel se déroulera désormais à
trois niveaux: une majorité qualifiée
de 73 %, la nécessité de faire
adopter chaque décision par une
majorité simple des Etats membres
et, enfin, la clause dite
"démographique" par laquelle la
majorité de la population
européenne totale est fixée à 62 %.
Dès lors, une alliance de la
Grande-Bretagne, de l'Allemagne et
de l'Espagne atteindrait 41 %, ce
qui permettrait à ces trois pays de
régner tel un "directoire".

Je préfère néanmoins un directoire
composé de trois membres qu'un
symposium qui en compte 25. Un
directoire peut diriger les choses
même s'il agit avant tout dans
l'intérêt des trois plus grands pays
de l'Union et de leur population. Un
symposium risque d'entraîner un
manque de direction.

La limitation des compétences
(Kompetenzbegrenzung) ne peut
en aucun cas entraîner une
interprétation à sens unique du
principe de subsidiarité. Les
compétences des Etats membres
et de l'Europe doivent être définies.
M. Jacques Delors a proposé
d'interpréter le principe de
subsidiarité à la manière des
encycliques papales du dix-
neuvième siècle : les pouvoirs
supérieurs n'interviennent qu'en cas
d'absence d'initiative privée.
Interpréter le principe de
subsidiarité dans les deux sens
CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
kandidaat-lidstaten zijn. Dat vormt trouwens een psychologisch
probleem, want zij krijgen minder stemmen dan een land als België.

Wat Verhofstadt vertelde, is correct.

Maar het evenzeer onbetwistbaar ­ en dit is de jongste maanden, na de
terroristische aans lagen in de Verenigde Staten van Amerika en de
interventie in Afghanistan, bevestigd ­ dat in feite in de Europese Unie,
of men het al dan niet graag hoort, een directorium de facto werkzaam
is. Dat directorium de facto van de drie grote mogendheden wordt deels
geïnstitutionaliseerd door de demografische clausule. Dat moet men
durven te erkennen.

Ik voeg er onmiddellijk aan toe dat ik een directorium met drie verkies
boven een symposium met 25. Indien we na de uitbreiding niet alleen
werk maken van Nice, maar van een volgend verdrag dat echt de Unie in
haar werking verdiept, dan dreigt het een symposium met 25 te worden,
zeker op het vlak van het buitenlands beleid en het defensiebeleid. Dan
heb ik liever een directorium dan helemaal niets. Dan heb ik lieve r een
directorium dat leiding geeft, ook al houdt het dan vooral rekening met
de belangen van die drie grote staten, dan een onbeleid of, zoals
Jacques Delors het zegde: "Je préfère l'Europe à la dés -Europe"; een
mank Europa is te verkiezen boven een niet-Europa. Mijns inziens moet
dit ook duidelijk worden gezegd. Dit is natuurlijk een second best-
oplossing. De first best-oplossing is dat men via echt federale
procedures tot een consensus komt, maar bij gebrek daaraan zal het
directorium ongetwijfeld worden doorgezet.

Mijn tweede opmerking heeft te maken met de Kompetenzabgrenzung.
Men heeft dat, zeker uit hoofde van onze eerste minister, veeleer
verdedigd. Ik herinner mij dat eerste minister Verhofstadt, tijdens onze
commissiebijeenkomsten vóór Nice en na Nice, het eigenlijk als een
positieve benadering heeft beschouwd dat het tijd is om de
bevoegdheden af te bakenen. Theoretisch kan ik daar inkomen. De
Kompetenzabgrenzung dreigt toch wel te betekenen dat men de
subsidiariteit omturnt tot een eenrichtingsverkeer, van boven naar
beneden, met duidelijke bevoegdheden voor de deelstaten, misschien
nog grotere bevoegdheden voor de deelstaten als men zou overgaan tot
het vormen van verborgen hernationalisering, de subsidiariteit. Ik heb die
vergadering meegemaakt in Ierland in 1991 of 1990, toen het begrip
geboren is, uit hoofde van Jacques Delors, om in die periode de
Engelsen over de brug te krijgen. Jacques Delors zei ons toen op die
informele bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken: "Ik heb
ooit nog als goede christelijke militant in de Franse vakbond een cursus
`sociale leer van de kerk' gevolgd".

In die cursus werd verwezen naar de encycliek Rerum Novarum en haar
opvolger 40 jaar later Quadragesimo Anno van 1931. Daarin komt het
begrip subsidiariteit voor. Het toenmalig Vaticaan ­ soms goed
geïnspireerd, soms minder goed geïnspireerd ­ stelde dat subsidiariteit
betekent dat men privé-initiatief laat doen telkens dit privé -initiatief
daartoe in staat is en dat de overheid slechts subsidiair optreedt, een
vrij liberale benadering van de verhouding tussen de overheid en het
privé-initiatief. De overheid treedt slechts op als het privé -initiatief
kennelijk in gebreke blijft. De Kerk had het niet over het bedrijfsleven en
de markt maar over het onderwijs. Het was een verborgen pleidooi voor
de vrijheid van onderwijs.

Jacques Delors stelde voor de subsidiariteit uit de context van de
encycliek te rukken en het begrip toe te passen op Europa. Hij was wel
voorstander van de toepassing in twee richtingen. Zo staat het ook in
het Verdrag van Maastricht. Subsidiariteit betekent dat de deelstaten
signifie que les Etats membres
peuvent agir seuls mais que toutes
les questions transfrontalières
ressortissent à la compétence de
l'Europe. Les Conseils des
ministres européens doivent veiller
à ce que leurs décisions soient
conformes au principe de
subsidiarité.
Je déplore aussi que les droits
fondamentaux n'aient pas été repris
dans le traité. J'espère que ce sera
le cas à l'occasion d'un prochain
traité.

La Convention a démarré
péniblement par d'interminables
discours. Est-ce raisonnable de
s'atteler d'emblée à la rédaction
d'une Constitution européenne?
Sans doute les présidents de la
Convention nourrissent-ils cette
ambition, mais ne met-on pas ainsi
la barre beaucoup trop haut?
N'oublions pas qu'il faudra résoudre
une vingtaine de difficultés environ.
Comment régler la fiscalité
européenne? Comment financer
l'élargissement de l'Union? Je suis
partisan d'une intégration graduelle
des nouveaux Etats membres:
qu'ils participent déjà à la phase
préparatoire du processus
décisionnel (decision shaping) en
attendant une participation à part
entière à la prise de décision
(decision making).

Je regrette qu'en commission, deux
partis aient voté contre le traité de
Nice. L'un des deux s'oppose, par
un nationalisme aveugle, à tout
projet favorisant l'unification
européenne. Le vote négatif du
PSC m'étonne et me peine. Je
lance un appel aux démocrates-
chrétiens francophones pour qu'ils
se ravisent et qu'ils contribuent de
manière constructive à la
concrétisation du rêve européen en
faisant montre d'impartialité, notion
mieux connue outre-Atlantique
sous le nom de bipartisanship.
27/03/2002
CRIV 50
PLEN 216
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
moeten doen wat ze kunnen doen zolang ze daartoe in staat zijn. Zodra
een probleem grensoverschrijdend is moet men het opstuwen naar een
hoger niveau. Dit niveau is de Europese Unie in zijn federaliserende
dynamiek. Noem dat het Europa van vandaag en morgen. Zo zal het
wellicht uit de Conventie en de intergouvernementele conferentie
komen, een confederatieve federatie of een federatieve confederatie
waarin de subsidiariteit een absoluut sleutelelement is.

In het verleden hebben wij eveneens gestreden tegen de opvatting om
de subsidiariteit te laten testen in elke Europese Ministerraad. Er is
ooit een voorstel geweest om bij elke Ministerraad de agenda te laten
onderzoeken op het subsidiariteitsbeginsel en na te gaan of er geen
punten geagendeerd stonden die thuishoorden bij de nationale
regeringen. Als Kompetenz Abgrenzung betekent dat de subsidiariteit
alleen neerwaarts zal worden toegepast maar niet opwaarts wordt het
acquis communautaire aangetast. Ik denk dat we ons daartegen ten
zeerste moeten verzetten.

We betreuren dat de grondrechten niet zijn geïntegreerd in het Verdrag
van Nice. Hopelijk gebeurt dit in het volgend verdrag.

Een laatste bemerking handelt over de werkzaamheden van de
Conventie zoals die op dit ogenblik reilt en zeilt. De eerste twee
vergaderingen waren oeverloos, met 82 toespraken. De heer Giscard
d'Estaing heeft min of meer de orde kunnen handhaven.

Ik vraag mij af of het een goede benadering is zozeer de nadruk te
leggen op de noodzaak om nu meteen een Europese Grondwet op te
stellen. Ik vrees een doodvechtend debat over allerlei concepten die in
een grondwet thuishoren, niet onbelangrijk en voor een stuk ook
theoretisch zijn. De waarheid is dat de Europese Unie momenteel
inderdaad verdragsrechtelijk is, maar dat die verdragen ook een
constitutionele betekenis hebben. Laten wij, zoals de heer Jean-Luc
Dehaene voorstelde in de commissie van de Wijzen, het onderscheid
maken tussen een basisverdrag en de meer uitvoerende technische
verdragen. Een echte Grondwet, die naam waardig, zie ik momenteel
echter niet zitten. Het kan wel de ambitie zijn van Giscard d'Estaing en
zijn twee ondervoorzitters om de geschiedenis in te treden als de
grondwetgevers van Europa, zoals Thomas Jefferson en Benjamin
Franklin: "We, the people". U weet hoezeer de Amerikaanse Grondwet
als een relikwie is uitgestald in the archives of the republic, vlakbij het
Witte Huis, waar steeds twee grote kandelaars zijn aangestoken,
bewaakt door twee militairen, en dag en nacht te bewonderen als een
soort relikwie van de republiek. Wie kan al politicus niet de ambitie
hebben om zo voort te leven in de herinnering van de bevolking?

Mijn benadering is dat er verdorie ten minste twintig heikele punten
opgelost moeten worden. Ik bedoel institutionele vragen die van kapitaal
belang zijn en waarvan sommige oplossingen niet in de Grondwet
moeten worden ingeschreven, maar die wel een formidabele politieke
draagwijdte hebben. Zo kan het Europees Parlement ertoe worden
gebracht om een eigen Europese fiscaliteit in te voeren. Hoe zal de
uitbreiding worden gefinancierd? De uitbreiding is paradoxaal. Zij is
politiek absoluut noodzakelijk, hoe sneller, hoe beter. Economisch
gezien is de uitbreiding echter bijna onuitvoerbaar. U moet maar eens
de economische analyse bekijken van de achterstand van de meeste
van die landen. Slovenië is nog het meest vergevorderd. De meeste
andere landen zitten op een niveau van 25% ten opzichte van ons
welvaartspeil. Die handicap speelt in beide richtingen, want die landen
dreigen platgeconcurreerd te worden door onze industrie. Economisch
gaan wij dus een erg lange transitieperiode tegemoet. Om die reden
stel ik al minstens twee jaar lang voor om, misschien in het volgend
CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
verdrag, de artikelen 43 en 44 van het Verdrag van Amsterdam te
ontdubbelen en naast de nauwere samenwerking, coopération
renforcée, een tweede begrip in te voeren, met name de
complementaire samenwerking, coopération complémentaire.

Hierdoor krijgen de nieuwe lidstaten een pak op maat. Met de transitie
worden ze ingeschakeld in een dynamiek van geleidelijke institutionele
deelname. Laat ze om de tafel zitten en aan decision shaping doen.
Geef ze de dossiers en laat ze mee discussiëren. Als puntje bij paaltje
komt kunnen ze niet mee beslissen voor zover dat nog niet tot hun
bevoegdheid behoort. Ze krijgen echter wel een thuisgevoel, terwijl ze
nu deels met een vervreemdingsgevoel in de Unie zullen komen.

Dat zijn zeer belangrijke opdrachten en we kunnen alleen hopen dat dit
in de toekomst allemaal zal worden rechtgetrokken. Ik betreur dat twee
partijen in de commissie tegen hebben gestemd. Eén partij heeft altijd
al alle Europese verdragen verworpen om redenen van ideologische
verblinding en extreem nationalisme. Dat is natuurlijk incompatibel met
elke vorm van internationale samenwerking. Ik betreur het echter vooral
dat de PSC tegen heeft gestemd. Ik vind dat heel jammer omdat deze
partij met ons steeds heeft bijgedragen aan de Europese constructie.
Men weet in de politiek dat tussen droom en daad grote bezwaren
staan, zoals Elsschot het heeft gedicht. Ik raad u aan om het gedicht
van Elsschot in het Nederlands en in de Franse vertaling op te hangen
in het partijbureau van de PSC. Ik betreur ten zeerste dat u zich niet
aansluit bij de consensus die, naar ik meen, een traditie is in het
Parlement vermits het Europees beleid meestal kan bogen op wat men
in het Amerikaans Congres bipartizanship noemt, de medewerking van
meerderheid en oppositie aan een zelfde grote een grootse
onderneming waarvan onze toekomst en de toekomst van zij die na ons
komen afhangt in de meest extreme en toepasselijke betekenis van dit
woord.

De voorzitter: Mijnheer de rapporteur, ik neem aan dat u ook reeds namens uw fractie hebt gesproken?
03.02 Jacques Lefevre (PSC): Monsieur le président, monsieur le
vice-premier ministre, chers collègues, heureusement que nous
sommes un peu plus de treize car sinon, cela aurait pu porter
malchance au Traité de Nice.

Monsieur le vice-premier ministre, je voudrais vous remercier pour votre
présence à ce moment important pour la Belgique et pour l'Europe.

Mon parti s'inscrit dans la tradition des grands défenseurs de l'idée
européenne: les Monet, Schumann, les De Gasperi, Adenauer, Harmel
mais aussi les Spinelli, les Spaak et les Jean Ray.

Lorsque l'on lit le texte tourmenté et abscons du Traité de Nice, rien ne
nous permet de nous persuader qu'à l'avenir, l'héritage que ces
hommes nous ont légué pourra effectivement être préservé.

Notre souci le plus cher est de convaincre nos concitoyens de la
nécessité qu'il y a de construire une Europe démocratique et
respectueuse de ses diversités, une Europe accessible et proche, bref,
une Europe dotée d'une âme. Cependant, on serait bien en peine de
trouver un sens élevé aux marchandages qui présidèrent à l'adoption
des dispositions controversées contenues dans le Traité de Nice.

Plus particulièrement, quatre éléments motivent la réticence
qu'éprouvent les élus sociaux-chrétiens francophones à ratifier ce
document.
03.02 Jacques Lefevre (PSC):
Mijn partij behoort traditiegetrouw
tot de grote voorstanders van de
Europese eenwording. De
verkrampte en ontoegankelijke
tekst van het Verdrag van Nice
biedt echter geen enkele garantie
met betrekking tot de toekomst van
Europa. Wij moeten er onze
medeburgers van overtuigen dat het
belangrijk is een democratisch
Europa uit te bouwen dat eenieders
eigenheid eerbiedigt. De koehandel
die aan de goedkeuring van de
bepalingen van het Verdrag van
Nice voorafging lijkt ons daar niet
toe bij te dragen.

Het streven om de bevoegdheden
van het Europees Parlement uit te
hollen ­ Europees Parlement
waarvan de rol als volwaardige
medewetgever naast de Raad niet
wordt bevestigd en dat op het stuk
van het landbouw- en binnenlands
veiligheidsbeleid uit de
27/03/2002
CRIV 50
PLEN 216
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10

1° La portion congrue à laquelle on a voulu réduire le Parlement
européen en choisissant de ne pas le confirmer comme co-législateur à
part entière à côté du Conseil. Ainsi, dans les domaines cruciaux de la
politique agricole et de la sécurité intérieure, le parlement est maintenu
à l'écart de la procédure de codécision. Est-ce comme cela que l'on
prétend remédier au déficit démocratique des institutions européennes?

2° La manière dont on a revu la pondération des votes au sein du
Conseil est tout aussi préoccupante car elle complique la procédure de
prise de décision. Désormais, le vote à la majorité qualifiée nécessitera
trois majorités différentes.

Au passage, la minorité de blocage sera rabaissée de 28,7% à 25,3%.
Etait-ce bien nécessaire?

3° Des domaines cruciaux ont été maintenus hors du champ
d'application du vote à la majorité qualifiée. Ainsi, l'unanimité reste de
mise pour une série de matières essentielles à la bonne gestion de
l'élargissement comme la politique d'immigration et d'asile, la
coopération policière et judiciaire, la politique étrangère et les
distorsions de concurrence par voie fiscale.

4° Quant à la réforme de la Commission, elle conduira à une diminution
de l'autorité de son président. Dans la pratique actuelle, les
commissaires ont pris l'engagement de démissionner sur demande de
leur président. Dorénavant, ils ne devront le faire que si une majorité du
collège des commissaires en décide ainsi. C'est une situation
préoccupante car la Commission ne sera pas capable de fonctionner
correctement avec un président affaibli au moment précis où
l'accroissement de sa taille lui commande une coordination plus forte.

Toutes ces dispositions sont extrêmement dommageables pour
l'équilibre institutionnel européen. A-t-on seulement une idée des
trésors de pédagogie qu'il faudra déployer en vain pour expliquer à nos
concitoyens le fonctionnement du système de vote à la triple majorité
qualifiée au sein du Conseil? Avons -nous seulement conscience de ce
que ce montage alambiqué signifie? Savons -nous assez comment,
dans certains cas, il rendra impossible la prolongation des
programmations budgétaires, comment dans d'autres cas il rendra
impossible la modification de la législation communautaire? Avons-
nous bien compris qu'en affaiblissant le président de la Commission,
donc la Commission elle-même, et qu'en alourdissant la procédure de
prise de décision au sein du Conseil, c'est la capacité de l'Union
européenne à agir dans des situations de crise que l'on sape?

Mais j'entends déjà mes compagnons de route pro-européens me dire
que toute avancée, même minime, même négligeable, même
décevante reste une avancée et qu'il convient, à ce titre, de l'engranger.
Comme j'aimerais qu'ils aient raison! Ce serait tellement commode! Au
moins, je pourrais ne pas voter en compagnie du Vlaams Blok contre la
ratification; je pourrais ne pas passer à vos yeux, monsieur le vice-
premier ministre, pour un euro-extrémiste. Surtout, je pourrais me dire
que modestement, à mon niveau, j'aurais apporté ma contribution à la
construction de l'édification européenne.

Seulement, voyez-vous, à la commodité, je préfère la lucidité!

En effet, les coopérations renforcées que l'on nous présente comme la
grande avancée ne suffisent pas à neutraliser les nombreuses autres
carences contenues dans le Traité. Elles ne suffisent pas d'abord parce
que leur mise en oeuvre reste soumise à des contraintes exagérées
medebeslissingsprocedure wordt
geweerd ­ is geen positief signaal
met het oog op het verhelpen van
het democratisch deficit van de
Europese instellingen.

De herziening van de weging van de
stemmen binnen de raad is
eveneens onrustwekkend,
aangezien zij de besluitvorming
bemoeilijkt omdat er voor de
stemming bij gekwalificeerde
meerderheid drie verschillende
meerderheden nodig zijn. Voor
enkele uiterst belangrijke
beleidsterreinen geldt de stemming
bij gekwalificeerde meerderheid
niet. Voor essentiële
aangelegenheden blijft de
eenparigheid van kracht.

De hervorming van de Commissie
zal het gezag van haar voorzitter
beperken en dus de Commissie
zelf verzwakken op een ogenblik
waarop haar uitbreiding een
sterkere coördinatie vergt.

Al deze bepalingen brengen het
Europese institutionele evenwicht
en een goed begrip door de burger
van de werking van de Europese
instellingen en van het kiessysteem
in het gedrang.

Het risico bestaat dat deze
constructie de voortzetting van de
budgettaire programma's of de
wijziging van de
gemeenschapswetgeving
onmogelijk maakt.

De mogelijkheid van de Europese
Unie om op crisissituaties te
reageren zou kunnen worden
aangetast, aangezien de rol van de
commissievoorzitter wordt
afgezwakt en de
besluitvormingsprocedure binnen de
Raad logger wordt.

Ik verkies helderziendheid boven
gemak, immers de versterkte
samenwerking volstaat niet om de
talrijke tekortkomingen van het
verdrag op te vangen. De versterkte
samenwerking blijft immers
onderworpen aan overdreven
verplichtingen in de tweede pijler,
waar andere partners nog altijd hun
veto kunnen stellen. Bovendien is
versterkte samenwerking niet
CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
dans le cadre du deuxième pilier, celui de la politique étrangère et de la
défense commune où le veto des autres partenaires reste de mise.
Elles ne suffisent ensuite pas parce qu'elles ne couvrent pas les
questions liées à la défense ou ayant des implications militaires. Elles
ne suffisent pas, enfin et surtout, parce que depuis les événements du
11 septembre dernier, tout nous rappelle que c'est une nécessité de
développer la pleine capacité de l'action de l'UE vis -à-vis de l'extérieur.
Le Traité de Nice ne permet pas ce genre d'évolution. C'est là un vice
rédhibitoire, un vice qui rend le traité caduc avant même d'avoir été
ratifié.

Alors, sachant que le Traité de Nice n'est pas un traité comme les
autres étant donné qu'il pourrait être le dernier avant un élargissement
sans précédent; sachant par ailleurs qu'un professeur respecté comme
M. Franklin Dehousse est arrivé à la conclusion que "le Traité de Nice
représente un tournant dans la construction européenne, dans la
mesure où, pour la première fois, les aspects négatifs pour l'intégration
l'emportent sur les aspects positifs"; sachant donc que beaucoup
s'accordent à dire que ce traité est mauvais, mais sachant aussi qu'une
majorité d'entre nous, avec une audace remarquable ou devrais-je plutôt
dire une désinvolture coupable, s'apprêtent quand même à voter en
faveur de sa ratification, je voudrais rappeler quelques éléments qui
aideront à mieux comprendre la portée de l'acte que nous sommes
amenés à poser.

Pour rendre plus clairs mes propos, je rappellerai brièvement les
principes stratégiques déterminants qui ont été à la base du processus
d'intégration européenne dans l'après-guerre. Il y eut d'abord la
nécessité politique et économique de se défendre contre la menace
soviétique. Il y a eu ensuite la volonté d'intégrer l'Allemagne dans
l'ensemble politique et économique formé par les démocraties
européennes, afin de la transformer en partenaire et non plus en rivale.
Il y a eu enfin la recherche du bénéfice économique et social généré
par un marché commun et ouvert. Le premier de ces trois principes,
ayant perdu tout objet, apparaît obsolète. Le deuxième et le troisième
point ont été largement réalisés. Ils ne posent donc plus de problème
eux non plus.

Est-ce à dire que l'Europe se retrouverait aujourd'hui privée de finalité?
Non. Il y a de nombreux objectifs vers la réalisation desquels il faut
tendre. Ce sont, d'une part, la réalisation de la pleine capacité d'action
de l'UE vis-à-vis de l'extérieur et, d'autre part, la construction d'une
Europe sociale.

Visiblement, la volonté politique manque, pas dans votre chef, monsieur
le vice-premier ministre, mais chez plusieurs de nos partenaires. A
défaut, pour se donner une contenance, on choisit de procéder à
l'élargissement, sans s'en donner les moyens.

L'argument invoqué pour justifier la démarche est que nos institutions
européennes sont à la base de la prospérité et de la stabilité sans
précédent que connaît l'Europe occidentale. Elargir l'Union, ce serait
stabiliser l'Europe de l'Est en l'intégrant dans les structures
institutionnelles qui ont fait leurs preuves. Rien n'est moins vrai, rien
n'est plus fallacieux. D'abord parce que, je viens de le rappeler, ce ne
sont pas les institutions seules qui sont à la base de la stabilité et de
la volonté de l'intégration européenne. Ensuite parce qu'il est faux de
penser que les structures qui convenaient à l'Europe des Six, tellement
mal réformées à Nice, conviendraient à une Europe élargie à vingt-sept.

En conséquence, le risque existe que n'ayant pas adapté l'édifice
institutionnel comme il l'aurait fallu dans la perspective de
mogelijk in
defensieaangelegenheden of
wanneer er militaire implicaties zijn.
Ten slotte dient de totale
actiecapaciteit van de Unie ten
aanzien van de buitenwereld te
worden uitgebreid. Het verdrag van
Nice laat een dergelijke
ontwikkeling niet toe en is door
deze onoverkomelijke tekortkoming
al vóór zijn ratificatie achterhaald.

In het besef dat het Verdrag van
Nice wel eens het laatste kan zijn
vóór de uitbreiding, en in het besef
dat velen het erover eens zijn dat
het een slecht verdrag is, ook al is
dat dan voor een meerderheid onder
ons geen beletsel om het toch te
ratificeren, wens ik u kort enkele
strategische principes in
herinnering te brengen die aan het
Europese integratieproces na de
oorlog ten grondslag liggen : de
verdediging tegen de dreiging van
de Sovjets, de wil om Duitsland als
Europees partnerland te integreren,
en het nastreven van het
economische en sociale voordeel
van een gemeenschappelijke
markt. De eerste doelstelling berust
thans nergens meer op, en ook
beide andere voornemens zijn nu
grotendeels verwezenlijkt.

Heeft Europa dan geen
bestaansreden meer? Zeker niet.
Het streefdoel moet zijn de
Europese Unie ten opzichte van de
buitenwereld tot een slagvaardige
eenheid uit te bouwen zonder
daarbij het sociale Europa uit het
oog te verliezen.

Maar bij veel van onze partners
ontbreekt daartoe de wil. En dan
sust men zijn geweten en kiest
men voor een uitbreiding terwijl
daartoe de nodige middelen
ontbreken en wordt vergeten dat
uitbreiden erop neerkomt Oost-
Europa te stabiliseren.

Dit is je reinste boerenbedrog! Hoe
kunnen structuren die geschikt
waren voor het Europa van de Zes
tevens geschikt zijn voor een
Europa dat zich uitbreidt tot
zevenentwintig lidstaten? Willen wij
het zover laten komen dat wij verder
moeten in een Unie die meer en
meer weg heeft van een soort
27/03/2002
CRIV 50
PLEN 216
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
l'élargissement, nous nous retrouvions dans l'incapacité d'apporter aux
pays de l'Europe centrale et orientale la stabilité et la prospérité qui
sont les nôtres et auxquelles, comme nous, ils ont droit.

Tout ce que nous aurons gagné, c'est d'avoir offert aux nouveaux
membres d'accéder à un club d'Etats matérialistes, dotés d'un grand
marché et d'une monnaie unique, et de les condamner à vivoter dans
une Union devenue une sorte de Diète polonaise ingouvernable, telle
qu'elle existait dans l'ancien régime. Avouons que ce n'est pas là une
perspective fort exaltante.

En réalité, nous nous trouvons dans la situation où, par excellence, le
principe de précaution politique trouve à s'appliquer. Aucune menace
imminente, aucun péril immédiat ne nous oblige à nous lier les mains à
un texte contenant des dispositions paralysantes.

Alors, élargissons-nous, mais de grâce, pas sur la base du Traité de
Nice qui n'offre ni la garantie de stabilité, ni la solidité institutionnelle, ni
une vision d'avenir. Ne nous élargissons pas non plus sur les bases
institutionnelles actuelles. Elles sont inappropriées. Elles ne
permettent pas d'accueillir de manière plus adéquate les pays
candidats.

Très bien, me direz-vous. Mais alors, que faire? Quelles solutions
apporter à l'échéance imminente de l'élargissement?

Mes chers collègues, pour tenter d'apporter une réponse à cette
question et, par la même occasion, conclure mon intervention, je
voudrais vous livrer une citation empruntée à Helmut Schmidt. Voici ce
que dit l'ancien chancelier de la République fédérale allemande: "Si
l'Union européenne devait connaître le même sort que le Nouvel Ordre
européen de la Paix de Westphalie, il y a trois siècles et demi, et que
le Congrès de Vienne, 150 ans plus tard, ses bons débuts ne seraient
plus guère qu'un sujet intéressant pour les futurs historiens".

Mais pour nous, citoyens européens, et pour nos descendants, pareille
chute provoquerait une tragédie: la perte définitive de notre autonomie.
Et Helmut Schmidt de poursuivre: "Plus que tous les traités et articles
de loi, ce sont la clairvoyance et la fidélité aux principes, l'état d'esprit,
la détermination et l'exemple qui importent".

Monsieur le président, monsieur le vice-premier ministre, chers
collègues, ayons la clairvoyance de ne pas ratifier le Traité de Nice!
Ayons l'état d'esprit et la détermination nécessaires pour réussir la
Convention! C'est là aujourd'hui ce qui importe vraiment.
Poolse landdag van weleer?

Er is geen enkele onmiddellijke
dreiging die ons ertoe zou moeten
nopen ons te binden aan een tekst
die bepalingen bevat die
verlammend zullen werken. Laten
we de Unie dus uitbreiden, maar
niet op grond van dit Verdrag, en
niet met de huidige, inadequate
institutionele grondslagen.

De gewezen Duitse bondskanselier
Helmut Schmidt meent dat als de
Europese Unie hetzelfde lot
beschoren zou zijn als de op de
Vrede van Westfalen gestoelde
nieuwe Europese orde van drie
eeuwen geleden, of als het Congres
van Wenen, de goede start niet
meer zou zijn dan voer voor
toekomstige historici. Een
dergelijke val zou voor ons,
Europeanen, en voor onze
nakomelingen een tragedie
veroorzaken, het definitieve verlies
van onze autonomie, aldus nog
Schmidt. Meer dan welk verdrag en
wetsartikel ook komt het aan op
scherpzinnigheid en het naleven
van de principes, op de
ingesteldheid, de vastberadenheid
en het goede voorbeeld. Die
overwegingen staan te lezen in het
boek dat de vroegere
bondskanselier gepleegd heeft met
als titel "Selbstbehauptung
Europas".

Laten we dan ook zo scherpzinnig
zijn het Verdrag van Nice niet te
ratificeren. Laten we de
ingesteldheid en de
vastberadenheid hebben om va n de
Conventie een succes te maken.

03.03 Geert Versnick (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de vice-
eerste minister, collega's, ik zou mij eerst even willen richten tot
collega Lefevre.

Mijnheer Lefevre, ik begrijp niet dat u dit niet zult goedkeuren. Ik meen
te mogen zeggen dat ik u vrij goed ken. Ik ken u als een eerbaar man,
als een man met inzicht, als een man die voor de Europese gedachte
en de Europese integratie is. We kunnen het erover eens zijn dat we
hiermee geen gigantische, beslissende stap zetten. We zetten
desalniettemin een stap. Als ik u hier op het spreekgestoelte bezig
hoorde, deed u mij denken aan de Volksunie. De Volksunie is een partij
die erin is geslaagd elke vooruitgang die werd geboekt in hun eigen
programma systematisch uit te leggen als een kaakslag voor
Vlaanderen en een nederlaag. Ik kan enkel vaststellen dat de PSC
03.03 Geert Versnick (VLD): Je
ne comprends pas que M. Lefevre
estime ne pas pouvoir approuver ce
traité. Il me donnait en effet
l'impression d'être un europhile
convaincu. A présent, il me fait
penser à la VU, qui interprète toute
victoire flamande comme une
défaite. Le PSC fait de même
aujourd'hui : le petit pas en avant
que représente le traité de Nice ne
fait l'objet que de critiques.

J'admets que le traité de Nice reste
CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
blijkbaar gegrepen is door een Volksunie-ziekte. Dit is een zeer
ongezonde ziekte voor de spirit in een politieke partij.

Zeggen dat het resultaat van Nice ver onder onze ambities als
Europese federalisten blijft, is een open deur intrappen. Verwachtingen
en ambities zijn een zaak; realisme tonen in de mogelijkheid tot
vooruitgang is een andere zaak. Europa is een verhaal van een halve
eeuw progressie waarbij we nu op een punt zijn aanbeland dat de
"founding fathers" nooit hadden durven voorzien. Nu we op het punt
staan om het verdrag te ratificeren, moeten we ons niet afvragen hoever
de Unie na Nice nog verwijderd blijft van onze stoutste dromen over een
waarlijk federaal Europa, maar wel welke kleine stap we hebben gezet
op weg naar het ideaal met het oog op de historische uitbreiding van de
Unie.

Het antwoord op die tweede vraag is een voorzichtig "ja". Wij mogen
niet vergeten dat de Europese Raad van Helsinki als uitdrukkelijke
opdracht voor deze intergouvernementele conferentie had vastgelegd de
Unie in staat te stellen vanaf eind 2002 de kandidaat-lidstaten die klaar
waren, op te nemen. Met andere woorden, dit verdrag moest ten minste
voor het minimum minimorum aan aanpassingen zorgen, die
noodzakelijk zijn om de uitbreiding te kunnen doorvoeren. Het is niet
nodig die wijzigingen nogmaals in het lang en het breed te
becommentariëren. Laten wij ze even overlopen.

Over de stemmenweging in de Raad werd een akkoord bereikt. De
herziening ervan is voor kleine landen als het onze op een aanvaardbare
manier uitgevallen. Het verdrag voorziet meteen al in de progressieve
aanpassing van het systeem aan de intrede van de kandidaat-lidstaten.
Vanaf 1 januari 2005 verliezen de grote lidstaten hun tweede
commissaris. Het verdrag bepaalt tevens dat het aantal
commissarissen vanaf de toetreding van de zevenentwintigste lidstaat
wordt ingeperkt en dat men een rotatiesysteem instelt op voet van
gelijkheid tussen alle lidstaten. Ook niet onbelangrijk: over de
benoeming van de commissievoorzitter zal met een gekwalificeerde
meerderheid kunnen worden beslist. Wij verhelen niet dat de uitbreiding
van de gekwalificeerde meerderheid niet zo ver reikt als gehoopt.
Wanneer het om bijvoorbeeld asiel, migratie of buitenlands
handelsbeleid gaat, blijven er belangrijke beperkingen. Laten wij echter
niet vergeten dat deze kwestie oorspronkelijk niet tot het mandaat van
de IGC behoorde en ze dankzij de inspanningen van ons land en de
Benelux toch nog op de agenda is geraakt.

Wij vroegen reeds lang om een versoepeling van de voorwaarden om
een versterkte samenwerking op te zetten, precies omdat wij merkten
dat niet alle anderen even eurofiel waren als wij en wij toch vooruitgang
wilden boeken in bepaalde domeinen. Welnu, Nice betekent hierin een
belangrijke stap vooruit. Het vetorecht wordt namelijk opgeheven voor de
eerste en de derde pijler. De medewerking van acht lidstaten zal
volstaan om hiermee te beginnen. Enkel voor de tweede pijler is er nog
werk. Het vetorecht bestaat nog steeds en voor zaken met militaire
implicaties kan nauwere samenwerking nog niet.

Het verdrag van Nice bevat nog een aantal bepalingen die veel minder in
het oog springen, maar die daarom niet minder belangrijk zijn. Ik denk
aan het early warningsysteem voor het vaststellen van het risico voor
ernstige schendingen van de mensenrechten in een lidstaat. Ook het
bekrachtigen van de juridische grondslag van de militaire identiteit van
de Unie via het comité voor het Buitenlands Beleid en het
Veiligheidsbeleid is het waard om hier te worden vermeld. Het comité
zal de politieke controle op de operaties van crisisbeheer en de
strategische leiding ervan kunnen opnemen. Ten slotte en niet
bien loin des ambitions des
fédéralistes européens convaincus.
Il ne faut toutefois pas se demander
quel fossé nous sépare encore de
la réalisation des rêves les plus
audacieux d'une Europe fédérale
mais plutôt si Nice nous rapproche
ou pas de cet idéal.

A mon estime, le traité de Nice
constitue en effet un pas dans la
bonne direction. Lors du Conseil
européen d'Helsinki, il avait été
décidé que ce traité devait réunir
les conditions minimales
nécessaires pour permettre
d'accroître le nombre d'Etats
membres.

La traité de Nice comprend un
accord concernant la pondération
des voix au sein du Conseil
européen. Cet aménagement est
acceptable aux yeux des petits
pays, comme la Belgique. Ce
système sera appliqué
progressivement lors de l'adhésion
de nouveaux Etats membres.

A compter du 1er janvier 2005, les
grands pays perdont leur deuxième
commissaire. Le nombre de
commissaires sera limité à partir
de la 27ème adhésion et un
système de rotation sera instauré
pour permettre à tous les Etats
membres d'être sur pied d'égalité.
Un vote à la majorité qualifiée sera
organisé pour la nomination du
président de la Commission.

L'extension de la majorité qualifiée
est plus limitée que l'avaient espéré
les fédéralistes convaincus. Des
limites ont été fixées pour les votes
en matière d'asile, d'immigration et
de politique de commerce
extérieur.
Cela fait longtemps que d'aucuns
réclament l'assouplissement des
conditions à remplir pour consolider
la collaboration entre les Etats
membres. Nice a exaucé en grande
partie ce souhait. Il supprime le
droit de veto pour les premier et
troisième piliers et prévoit que la
collaboration de huit Etats
membres suffit pour mettre en
place une collaboration. Pour le
deuxième pilier, le droit de veto
subsiste.
27/03/2002
CRIV 50
PLEN 216
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
onbelangrijk, is er de verbetering van de gerechtelijke instellingen. Het
gerecht van eerste aanleg en het Hof van Justitie zullen zich nu kunnen
uitspreken zonder de verlenging van de termijnen die nu al erg lang zijn.

Natuurlijk zijn we te veel Europeaan om niet op meer te hebben
gehoopt. We hadden natuurlijk liever een minder complexe procedure
voor de stemming in de Raad gezien en niet een bos van meerderheden
waar niemand de bomen nog door ziet. Vanzelfsprekend hadden we
liever een verdrag geratificeerd dat de stemming met gekwalificeerde
meerderheid over meer domeinen uitbreidt. Zo kunnen we nog zaken
opnoemen die we liever anders hadden gezien. Het verdrag van Nice is
echter na moeizame onderhandelingen tot stand gekomen en door het
niet ratificeren ervan stopt men niet alleen de positieve
verwezenlijkingen ervan in de koelkast, maar maakt men ook de
uitbreiding onmogelijk zonder alles te blokkeren. Gelukkig hebben de
staats- en regeringsleiders in Nice het debat over de toekomst van de
Unie reeds als een noodzaak erkend. We zullen dit verdrag dus
goedkeuren wegens de vooruitgang die het betekent en omwille van de
noodzaak het huis Europa klaar te maken voor de uitbreiding.
Tegelijkertijd investeren we al onze energie in een duurzame verdieping
van de Europese integratie. Zoals commissaris Barnier verklaarde op
een colloquium precies een jaar geleden: "Alles wel beschouwd is dit
een nuttig verdrag, maar een verdrag voor de korte termijn". Laten wij
hopen dat de conventie een verdragswijziging kan voorbereiden die én
nuttig, én voor de lange termijn, én voor de Raad aanvaardbaar is. Wij
zullen daar in ieder geval aan meewerken.

Nice a instauré un système de pré-
alerte pour le constat de risques de
violations graves des droits de
l'homme dans un Etat membre. Le
comité de politique étrangère et de
sécurité pourra dorénavant
reprendre à son compte le contrôle
politique des opérations de gestion
de crise et leur direction
stratégique. En outre, les
institutions judiciaires européennes
seront améliorées sans toutefois
que cette amélioration
s'accompagne d'un prolongement
des délais. Tous ces éléments
méritent d'être relevés.

Nous aurions préféré ratifier un
traité étendant à beaucoup plus de
domaines le vote à la majorité
qualifiée mais si nous ne le ratifions
pas, les acquis positifs du traité
seraient remis en cause et tout
élargissement s'en trouverait
empêché. Dès lors, nous
adopterons ce traité en raison des
progrès qu'il permettra de réaliser
et du fait qu'il prépare
l'élargissement. En le ratifiant, nous
investissons de surcroît notre
énergie dans l'approfondissement
durable de l'intégration européenne.
C'est un traité utile à court terme.
La Convention est désormais
appelée à préparer une autre
modification des traités.
03.04 Jacques Simonet (MR): Monsieur le président, monsieur le
vice-premier ministre, chers collègues, le Traité d'Amsterdam est
incontestablement le cadre juridique qui détermine, depuis son entrée
en vigueur le 1
er
mai 1999, le processus politique d'évolution de l'Union
européenne. Cependant, il faut bien reconnaître que quel que soit le
mérite du Traité d'Amsterdam, il est né avec une faiblesse notoire, à
savoir qu'il n'a pas pu s'acquitter d'une des missions principales qui lui
avaient été confiées: réformer les institutions communautaires.

Celles-ci ont été conçues, il y a 50 ans, pour une Europe à Six et elles
continuent à fonctionner avec quelques adaptations "cosmétiques",
avec un nombre d'Etats membres en augmentation constante, des
compétences et des pouvoirs élargis, dans un environnement politique,
économique et social, radicalement différent de celui que l'on
connaissait à l'époque.

Le traité et la configuration des institutions présentent d'évidentes
limites tant vis-à-vis d'une Europe à Quinze que vis -à-vis d'une Europe
élargie dans la perspective de l'échéance 2004.

Dès la signature du Traité d'Amsterdam, les prémices du traité de Nice,
que nous sommes appelés à ratifier aujourd'hui, étaient d'ores et déjà
inscrites dans le débat institutionnel communautaire, ouvrant la voie,
03.04 Jacques Simonet (MR):
Hoewel het Verdrag van
Amsterdam ongetwijfeld het
juridisch referentiekader biedt voor
de hervorming van de instellingen is
het er niet in geslaagd de
gemeenschapsinstellingen zoals
bepaald in de oorspronkelijke
opdracht te hervormen.

De huidige instellingen hebben hun
beperkingen in het Europa van de
Vijftien, maar ook met oog op de
uitbreiding in 2004.

Al van bij de ondertekening van het
Verdrag van Amsterdam werden de
uitgangspunten van het Verdrag van
Nice opgenomen in het debat over
de gemeenschapsinstellingen.
Het was vooral moeilijk om de
eisen die werden gesteld aan de
uitbreidingsprocedure en die
CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
d'une part, au texte que nous sommes appelés à voter et, d'autre part,
aux travaux de la convention, que M. Versnick a rappelés.

La difficulté de la négociation du Traité de Nice a tenu pour beaucoup,
semble-t-il, à l'imbrication de l'objectif explicite, c'est-à-dire l'adaptation
aux exigences de l'élargissement et de douze objectifs implicites
inhérents à tout processus de révision et qui sont récurrents au regard
des deux dernières négociations et des résultats qui avaient été
engrangés à Amsterdam: l'amélioration de la structure et du
fonctionnement de l'Union et la recherche d'une meilleure légitimation
de l'Union à travers une plus grande transparence, une meilleure
lisibilité du processus décisionnel au niveau européen que chaque
citoyen de l'Union appelle de ses voeux.

Donc, il revenait à la Conférence intergouvernementale 2000 d'articuler
ces différents objectifs, dont la précédente négociation avait montré
combien cette dimension était conflictuelle.

Par conséquent, ce qui me semble important cet après-midi, c'est de
bien lire le traité de Nice comme étant la continuation du processus
initié à Amsterdam, un traité qui puisse répondre aux impasses de la
CIG 1997, mais qui traduit aussi une relative frilosité des Etats par
rapport à l'Europe élargie.

Notre groupe ratifiera ce traité sans états d'âme car l'accord de Nice
est le meilleur accord possible, étant donné les positions adoptées par
les différents pays européens dans le courant de l'année 2000. Il
permet à l'Union de dépasser un certain nombre de blocages, dont
certains étaient vieux de dix ans et il ouvre la voie à un élargissement
maîtrisé et réussi. La perspective de l'élargissement devient ainsi de
plus en plus concrète. Je pense qu'au travers de ce traité, qui n'est pas
parfait en tous points, nous allons délivrer à l'Europe et au monde un
message clair sur l'irréversibilité de l'élargissement de l'Union.

On peut dire aujourd'hui que l'engagement vis-à-vis des pays adhérents
a été tenu. C'est là le premier mérite du traité de Nice.

C'est pourquoi je ne comprends pas l'attitude qu'a adoptée M. Lefevre à
cette tribune. Le droit de l'opposition parlementaire est évidemment de
s'opposer, mais je pense qu'il y a à la fois la manière et le moment de
le faire. A ce titre, l'opposition de M. Lefevre à la ratification de ce traité
me semble tout à fait inopportune.

Monsieur le président, en conclusion, je dirai que Nice avait
incontestablement pour vocation de répondre au reliquat de l'accord
d'Amsterdam. Il contient aussi ­ et cela n'a été dit par aucun des
orateurs qui m'ont précédé ­ toute une série de dispositions
complémentaires qui méritent de retenir notre attention. Je pense
notamment à la question de la défense des droits de l'homme ­ qui est
fondamentale à nos yeux ­ à travers les modifications qui ont été
apportées à l'article 7 de la Charte des droits fondamentaux. Il y a
aussi une adaptation bien nécessaire de l'ordre juridictionnel européen
et enfin les avancées qu'on a pu engranger à Nice en matière de
défense européenne.

Je concède volontiers aux opposants au traité que ce sont des
améliorations qui ne masquent pas l'essoufflement de la méthode des
conférences intergouvernementales. C'est la raison pour laquelle je
veux dire à cette tribune que nous nous félicitons du contenu de
l'annexe 4, qui a prévu la mise sur pied de la Convention et la
convocation du bureau des CIG pour 2004.
inherent zijn aan elke
hervormingsprocedure evenals de
doelstellingen op elkaar af te
stemmen. Het Verdrag van Nice
moest dus een antwoord bieden na
de impasse van de
Intergouvernementele Conferentie
van 1997, maar de lidstaten
stonden nogal koel tegenover de
uitbreiding van Europa. Het is ook
het laatste verdrag van een Unie
met Vijftien lidstaten.

Het Verdrag van Nice moet worden
beschouwd als de voortzetting van
het proces dat in Amsterdam op
gang werd gebracht.

Het akkoord van Nice was het best
mogelijke akkoord, waardoor
patstellingen konden worden
doorbroken en het pad kon worden
geëffend voor een uitbreiding die in
de hand kan worden gehouden. Het
bevatte ook de duidelijke
boodschap dat de Unie
onomkeerbaar is.

Ik begrijp de houding van de heer
Lefevre niet: zijn toespraak komt op
het juiste moment, maar hij slaat
niet de juiste toon aan.

Nice was bedoeld om een antwoord
te formuleren op wat in het akkoord
van Amsterdam niet werd geregeld.
De heer Lefevre vergeet de
verdediging van de mensenrechten,
de aanpassingen van het Europees
rechtsbestel en de vooruitgang op
het stuk van de Europese defensie.

Deze verbeteringen moeten ons
niet doen vergeten dat de
intergouvernementele methode aan
vernieuwing toe is. Bijgevolg
verheugen wij ons over de
bepalingen van bijlage IV die in de
instelling van de Conventie voorziet
en in de bijeenroeping van een
intergouvernementele conferentie in
2004.

Het verdrag van Nice, het laatste
verdrag tot uitdieping van de EU
met Vijftien, moet toelaten de
samenhang binnen de Unie te
versterken en doet dat ook. De
bereidheid tot hervorming moet
echter aanwezig zijn, wil men het
avontuur met 25 voortzetten en
daarbij de integratie en de
27/03/2002
CRIV 50
PLEN 216
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
Nice peut être considéré comme le dernier traité d'approfondissement à
quinze ayant pour but de maintenir l'unité et la cohérence de l'Europe
actuelle. Dans ce cadre, le traité remplit pleinement son objectif:
adapter les structures politiques, un certain nombre de politiques
communes, le budget de l'Union.

Dans le futur, cela nécessitera un volontarisme nouveau et une
générosité nouvelle qui nous permettront ­ c'est le voeu du groupe du
mouvement réformateur, ouvert à tous les tenants de l'humanisme
démocratique ­ de continuer à 25 l'aventure européenne en conservant
le même degré d'intégration et surtout la même ambition européenne.

Nous estimons que la ratification de ce traité est nécessaire et
indispensable. Il ne faut pas demander au traité de Nice autre chose
que ce pour quoi il était né: rendre possible l'élargissement, ouvrir les
voies de l'avenir à une construction constitutionnelle originale. Avec ce
traité, nous pouvons aujourd'hui répondre honorablement aux demandes
venues des pays d'Europe centrale et orientale et nous engager avec
eux de manière résolue sur le chemin d'une véritable constitution
européenne.
Europese ambitie op peil houden.

Het verdrag van Nice moet de
uitbreiding mogelijk maken en de
aanpassing en de modernisering
van de Europese instellingen
inluiden door het juridisch statuut
van de Conventie te waarborgen.
Het verdrag komt ten slotte
tegemoet aan de verzuchtingen van
de Oost-Europese landen en brengt
ons dichter bij de redactie van een
Europese grondwet.

Al die redenen maken dat ons
Parlement dit verdrag dient te
ratificeren.

03.05 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
collega's, in deze Kamer wordt vandaag de ratificatie van het
zogenaamde Verdrag van Nice besproken. Zoals uit de belangstelling
van de volksvertegenwoordigers blijkt, gaat het hier wellicht om een
niemendalletje, maar helaas is het tegendeel waar. Hoewel de
Europese Unie soms ingrijpt op het dagelijkse leven van haar inwoners
­ denk maar aan de invoering van de euro als betaalmiddel ­ staat
Europa mijlenver af van de bekommernissen van de man of vrouw in de
straat, en de euro zal daaraan nauwelijks iets veranderen. Ik vind het
zelf ook handig dat, als ik van Antwerpen naar mijn stek aan de
Oosterschelde rijd, nu geen Nederlandse guldens meer moet
meenemen, maar daarmee houdt het op voor de meesten, vrees ik.

Europa wordt niet ervaren als een overheid die inspeelt op de directe
wensen en noden van de burgers en de samenleving. We denken
daarbij vooral aan supranationale bevoegdheden, zoals de internationale
terrorisme- en misdaadbestrijding, het bekampen van de
mensenhandel, het stimuleren van de economische heropleving en het
bevorderen van een sociaal Europa. Europa wordt ervaren als een
ondoorzichtige moloch, kortom een soort superdemocratie, waarbij de
democratische inspraak miniem is, laat staan dat er sprake is van
medezeggenschap en basisdemocratie. Neen, niets van dat alles. Men
krijgt op zogenaamde toppen staats- en regeringsleiders te zien,
omringd door bodyguards en beveiligd door duizenden politiemensen,
op plaatsen die voor die gelegenheid als het ware van de buitenwereld
worden afgesloten ­ denk maar aan het Gent van Guy Verhofstadt. Dat
alles wordt in woord en beeld gebracht door een legertje journalisten.

Zo was het ook in Nice, begin december 2000. Alleen was het daar zo
mogelijk nog een beetje erger. In plaats van met de reële problemen van
de mensen bezig te zijn, vochten de politieke leiders daar voor het oog
van honderden camera's een ordinair machtsspelletje uit, waarvoor men
zich in de eerste de beste gemeenteraad zou schamen. De inzet van
dit wansmakelijke schouwspel was de herweging, zoals het in het
jargon wordt genoemd, van het aantal stemmen in de Ministerraad, met
het oog op de uitbreiding van vijftien naar in totaal zevenentwintig
lidstaten. Daarvoor was inderdaad een herijking van de
krachtsverhoudingen nodig, maar of dat op deze laag-bij-de-grondse
manier moest verlopen, blijft de vraag.
03.05 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): L'intérêt que les
membres manifestent pour ce
projet de loi donne à penser que
nous discutons d'une bagatelle.
Rien n'est moins vrai. L'Union
européenne intervient
fondamentalement dans la vie
quotidienne du citoyen, il n'est que
de songer à l'introduction de l'euro,
mais, pour la majeure partie de la
population, les structures politiques
européennes restent un mystère.
L'Europe est trop éloignée de la
réalité socio-économique et des
besoins sociaux de la population.
Par ailleurs, les gestionnaires
européens ont improvisé les jalons
d'une démocratie rudimentaire. Il
suffit de considérer le fracas qui
entoure les sommets européens:
concentration de policiers, plus de
gardes du corps que de chefs de
gouvernement, rues barrées... Nice
n'y a pas échappé.

Il fallait revoir la pondération des
voix au Conseil de ministres pour
pouvoir se prononcer sur
d'élargissement mais cela s'est fait
de manière totalement
inappropriée. Notre premier ministre
a inutilement suscité l'irritation des
Pays-Bas, avec toutes les
conséquences négatives qui en ont
résulté dans d'autres dossiers, tel
celui du Rhin de fer. Les grands
pays de l'UE ont bridé les petits.
Cela n'a plus rien à voir avec la
démocratie.
CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
De Belgische premier Verhofstadt, mister Nice Guy gedoopt, toonde
zich daarbij een haantje-de-voorste. Hij schaamde er zich zelfs niet voor
met onze beste buren, de Nederlanders, in de clinch te gaan. Hij kon
het niet verkroppen dat Nederland meer stemmen kreeg in de
Ministerraad dan België. Na veel getrek en geduw kreeg Nederland dan
toch één stemmetje meer, maar Guy Verhofstadt had nodeloos de
wrevel van onze noorderburen opgewekt. Dat werkt nog door tot
vandaag; denk maar aan de stugge houding van Nederland inzake de
IJzeren Rijn en de Schelde-verdieping. Een vriendelijk België had heel
wat meer kunnen bereiken bij de Nederlanders. Wij betreuren dat de
relatie met Nederland op een dergelijke wijze werd bekoeld.

Ten gronde was Nice echter een machtsspel waarbij de groten, met vrij
veel succes overigens, hebben geprobeerd de kleintjes aan banden te
leggen, in die mate zelfs dat een coalitie van Frankrijk, Duitsland,
Groot-Brittannië en Spanje voortaan aan de rest van Europa zijn wil zal
kunnen opleggen.

Met democratie heeft dit alles bijzonder weinig te maken, te meer daar
alles boven de hoofden van de burger gebeurt. Als er dan toch een staat
is die over dit zogenaamde Verdrag van Nice een referendum onder zijn
bevolking organiseert, met name Ierland ­ dat daartoe overigens
krachtens de eigen grondwet is verplicht ­ en als deze volksraadpleging
toevallig negatief uitvalt, weigert Europa daar gewoon rekening mee te
houden. Zo democratisch is Europa. Virtueel bestaat het Verdrag van
Nice niet meer, maar toch doen de Europese machtcenakels alsof er
niets is gebeurd en gaat men gewoon door met de plannen voor
uitbreiding en verdieping van de Europese Unie, daarbij de uitspraak van
het Ierse volk volkomen negerend, waarbij Europa dus de eigen
rechtsregels aan de laars lapt. In zo'n Europa, dat op geen enkele
manier rekening wil houden met de wil van de bevolking ­ zelfs niet met
zijn eigen regels ­, daarin zouden wij moeten geloven?

Louis Michel, onze Belgische minister van Buitenlandse Zaken,
nochtans een liberaal die de inspraak van de bevolking hoog in het
vaandel zou moeten voeren, gaat erg ver in het negeren van de wil van
de Europese inwoners. Toen Günther Verheugen, de Europese
Commissaris voor de Uitbreiding, in een opwelling van democratische
gedrevenheid opperde dat over de uitbreiding best volksraadplegingen
zouden worden georganiseerd was minister Michel een van de eersten
om hem terug te fluiten. Volgens minister Michel "zou dit wel eens het
meest donkere van de mensen naar boven kunnen brengen". Als
staaltje van geloof in de eigen overtuigingskracht kan dit tellen. Met
betrekking tot de Ierse afwijzing van het Verdrag van Nice had minister
Michel het in de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen zelfs
over "een tekort aan pedagogie", wat in het commissieverslag netjes
werd hertaald als "een falend opvoedingswerk".

Mijnheer de voorzitter, collega's, u hebt dit allemaal zeer goed gehoord:
de Ieren zijn een stelletje dommeriken, zij hebben er niets van begrepen
en zij moeten beter worden opgevoed. Vroeger hoorden wij over
heropvoeding vooral spreken achter het IJzeren Gordijn. Ziedaar de visie
van onze grote staatsman Louis Michel die de wereld ons benijdt.

Herhaaldelijk heb ik in deze Kamer pleidooien gehouden voor het
organiseren van referenda over de uitbreiding en verdieping van Europa,
onder meer door het indienen van resoluties. Telkens werden deze
voorstellen door zowat iedereen in dit halfrond van tafel geveegd. Het is
daarbij geenszins de bedoeling van het Vlaams Blok om stokken in het
Europese raderwerk te steken. Integendeel, via het brede
maatschappelijke debat over de instellingen dat noodzakelijkerwijze
volgt op het organiseren van referenda, willen wij Europa dichter bij de

L'Europe ne tient pas compte du
citoyen et lorsque le référendum
irlandais sur l'approfondissement et
l'élargissement se solde par un
résultat négatif, les cénacles du
pouvoir européen n'en tiennent tout
simplement pas compte. Comment
croire en une Europe qui ignore la
volonté des Européens? Il est
insensé d'affirmer qu'il faut
rééduquer les Irlandais, comme l'a
fait le ministre Michel. Le terme de
rééducation n'était d'ailleurs
généralement utilisé que de l'autre
côté du Rideau de fer.

J'ai régulièrement préconisé dans
cet hémicycle de soumettre les
décisions importantes sur le plan
européen à un référendum mais
ces propositions ont été balayées
du revers de la main. Le Vlaams
Blok ne cherche nullement à
entraver le bon fonctionnement de
l'Union européenne mais nous
souhaitons qu'elle se rapproche
des citoyens européens. Je n'y vois
rien de mal.

La Convention européenne qui doit
se réunir bientôt est chargée de
placer l'Europe sur de nouveaux
rails : cette Convention est
présidée par l'ancien président
français, aujourd'hui âgé de 75 ans,
notamment assisté dans sa tâche
par le bourgmestre de Vilvorde. La
Chambre est représentée par un
membre du Parlement flamand et le
Sénat par le bourgmestre de Mons.
Au sein de mon parti, nous ne
réfléchissons pas en termes de
"Grande Europe". Nous avons
adopté cette attitude dès la
naissance de notre parti. Nous ne
sommes pas opposés à l'Union
européenne mais nous sommes
réalistes. Le projet d'admettre
purement et simplement l'adhésion
de 10 nouveaux pays en 2004 est
fondé sur des arguments purement
géopolitiques. Aucun argument
socio-économique ou financier ne
plaide en faveur de ce projet.

Ce projet est impossible à mettre
en oeuvre. En effet, il risque
d'entraîner l'Europe actuelle vers le
chaos. L'établissement et la libre
circulation dans l'Union européenne
de personnes originaires des
27/03/2002
CRIV 50
PLEN 216
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
mensen brengen en ze de verzekering geven dat zij inspraak hebben en
dat met hun mening rekening wordt gehouden.

De zogenaamde Conventie, die werd opgericht als gevolg van de
Verklaring van Laken, zal het democratische gehalte en de
doorzichtigheid helaas niet verhogen. Wellicht zal ze het tegendeel
doen. Deze Kamer wordt vertegenwoordigd door een lid van het Vlaams
Parlement. De
Senaat wordt vertegenwoordigd door een
gemeenteraadslid uit Bergen. Het is deze Conventie die Europa op een
nieuw spoor moet zetten onder de uiterst deskundige leiding van de 75-
jarige ex-president Giscard d'Estaing, bijgestaan door ons aller Jean-
Luc Dehaene, burgemeester van Vilvoorde. Openheid en transparantie
zijn gegarandeerd.

Dames en heren, het Vlaams Blok denkt erg Europees, groot-Europees
zelfs. Dat is altijd zo geweest. Voor zover ik weet, is dat zo vanaf de
stichting van de partij, zowat 25 jaar geleden. Toen was het IJzeren
Gordijn nog volledig intact en gingen allerlei Westerse, "democratische"
leiders de hand schudden van Oost-Europese, communistische
tirannen en massamoordenaars. Men moet ons dus niet beschuldigen
van een anti-Europese houding. Het tegendeel is waar.

Er bestaat echter ook nog zoiets als realisme. In het Nederlands
bestaat er het mooie woord `werkelijkheidszin' voor. De plannen van de
Europese oligarchie, waarover ­ ik herhaal ­ niemand werd
geraadpleegd, om in 2004 in één klap, in één big bang 10 nieuwe
lidstaten bij de Europese Unie te voegen, grenzen aan het onuitvoerbare
en zelfs bijna aan het waanzinnige. Het is een zuiver politiek project,
ingegeven door geopolitieke machtsoverwegingen. Er zijn echter in de
nabije toekomst geen sociaal-economische fundamenten voor. De big
bang in 2004 door het uitbreiden met 10 landen, waarvan vele sociaal-
economisch, budgettair en zelfs politiek niet klaar zijn, kan voor een
totale blokkade zorgen en zelfs voor een ineenstorting van de Europese
Unie. Wil men dit risico lopen? Waarom nu die massale vlucht vooruit?

Wij pleiten voor een stapsgewijze uitbreiding van de Europese Unie. In
een eerste fase zouden enkele landen aansluiten die er min of meer
klaar voor zijn zoals Slovenië, Malta, Cyprus met alle interne problemen
van tweedeling, Hongarije en Tsjechië. In een tweede golf, een paar jaar
later, kunnen de Baltische staten en Polen aansluiten. In een derde
beweging komen dan de hekkensluiters Bulgarije en Roemenië aan
bod. Dit is een uitvoerbaar en realistisch scenario.

In afwachting van hun aansluiting moeten de kandidaat-lidstaten
verhoogde sociaal-economische hulpprogramma's vanuit West-Europa
krijgen aangeboden.

In de overgangsfase na de aansluiting van de lidstaten, gedurende
maximum 7 jaar, zal men het vrij verkeer en de vrije vestiging van
personen aan banden moeten kunnen leggen, tot die nieuwe lidstaten
in de buurt komen van het niveau van de minst ontwikkelde staten van
de huidige Europese Unie, teneinde al te plotse migratiebewegingen
naar het Westen te verhinderen. Hierdoor zal, enerzijds, in het Westen
de arbeidsmarkt ontregeld geraken en, anderzijds, in het Oosten een
brain drain ontstaan die voor geen van beide gebieden aangewezen is.

Ook dient men in die overgangsfase in maatregelen te voorzien om te
voorkomen dat die nieuwe oostelijke lidstaten worden overspoeld door
westerse grondspeculanten, zoniet worden de Oost-Europese landen in
feite kolonies van het Westen. De Europese landbouwsubsidiepolitiek
moet daarbij volledig worden herzien.
nouveaux Etats candidats à
l'adhésion risquent de
compromettre notre système
économique. C'est la raison pour
laquelle nous préconisons un
élargissement en trois phases et la
mise sur pied de programmes
d'aide socio-économique pour les
pays d'Europe de l'est. Il faut
également prévoir au moins une
période de transition pour éviter
d'importants flux migratoires vers
les actuels Etats membres de l'UE,
la fuite des cerveaux des pays de
l'est et la spéculation immobilière.
La politique des subventions
agricoles européennes est erronée.
Tant que l'Europe continuera à
subventionner massivement
l'agriculture et à interdire l'accès de
produits agricoles du tiers-monde,
l'immigration se poursuivra en
Europe, avec le cortège de
problèmes y afférents en matière
d'asile et d'illégalité.

La politique de subventions
agricoles devrait faire preuve de
davantage de créativité. Je
souhaiterais vous livrer une petite
idée personnelle : en 2003 et en
2004, réduisez les subventions
européennes à l'agriculture de 25
pour cent chaque fois et versez le
montant obtenu dans un fonds
consacré au développement
agricole en Europe de l'Est et dans
le Tiers Monde. En deux ans, il
serait ainsi possible d'économiser
la moitié des subventions
européennes à l'agriculture tout en
aidant les nouveaux Etats
membres de l'Europe de l'Est.
CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
Hierbij heb ik een persoonlijke idee uitgewerkt. De Europese
landbouwsubsidiepolitiek is niet houdbaar, niet alleen omdat ze alle
liberale, economische wetmatigheden tart, maar ook omdat het een
pervers mechanisme is dat onder meer nefast is voor de ontwikkeling
van de landen van de Derde Wereld. Wie de Derde Wereld, zoals West-
Europa, kunstmatig straatarm houdt, moet daarna niet komen klagen
over het feit dat de mensen van de Derde Wereld naar hier willen
komen. Wij moeten hier offers durven brengen; wij moeten logisch zijn
en consequent zijn met onszelf. Als Europa zijn landbouwproducten
kunstmatig subsidieert en bovendien zijn grenzen dicht houdt voor de
landbouwproducten van de Derde Wereld, dan moet men nadien niet
komen klagen dat we hier met illegalen, met asielzoekers opgescheept
worden die naar hier komen omdat ze het hier beter kunnen hebben.
Daarom zeg ik dat we, met betrekking tot die landbouwsubsidiepolitiek
creatief moeten durven zijn. Daarom moeten we durven overgaan tot
drastische maatregelen.

Mijnheer de minister, vandaar volgende persoonlijke suggestie. Het is
een ruw voorstel, maar denk er eens over na. Verminder vanaf volgend
jaar, vanaf 2003, de landbouwsubsidies gevoelig in het Westen,
bijvoorbeeld van 100 naar 75%, en stort de uitgespaarde 25% in een
landbouwontwikkelingsfonds voor het Oosten. Doe hetzelfde in het jaar
2004: verminder de landbouwsubsidies opnieuw met 25% en stort de
uitgespaarde 25% opnieuw in dat landbouwontwikkelingsfonds voor het
Oosten. De subsidies zullen dan over twee jaar in West-Europa met de
helft verminderd zijn. Dat geld komt dan beschikbaar om in Oost-
Europa aan landbouwontwikkeling te doen. Op deze manier kost het u
niets.
03.06 Minister Louis Michel: Dat verhelpt de ellende en de armoede
van onze boeren niet. Zo eenvoudig is dat. Dat kan u toch begrijpen.
03.07 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Van onze boeren?
03.08 Minister Louis Michel: Ja, natuurlijk!

Dat moeten de mensen toch weten. Uw voorstel is te simplistisch. U
weet zeer goed dat onze landbouw en onze boeren zonder subsidies
niet kunnen overleven. U weet dat heel goed.
03.08 Louis Michel, ministre:
Notre agriculture ne peut
fonctionner sans subventions
européennes. M. Tastenhoye ne le
sait que trop bien!
03.09 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Ja.
03.10 Minister Louis Michel: Desalniettemin stelt u voor de armoede
van onze eigen boeren te organiseren. Uw systeem werkt niet en u
weet dat maar al te best! Ik begrijp het niet goed. U bent heel gevaarlijk
met dergelijke voorstellen.
03.10 Louis Michel, ministre: La
mise en oeuvre de sa proposition
contribuerait à l'appauvrissement
des agriculteurs occidentaux!
03.11 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, ik
probeer consequent te zijn met mezelf. Als ik zeg dat we de derde
wereld moeten helpen, kunnen we onze landbouwproducten niet blijven
subsidiëren en de toegang tot onze markt van producten uit de derde
wereld blijven weigeren? Wat is uw antwoord daarop? Hoe zult u dat
probleem aanpakken?

We zullen keuzes moeten maken. Het zullen radicale keuzes moeten
zijn. De landbouwsubsidiepolitiek is niet houdbaar! Uiteindelijk zullen
alle subsidies moeten verdwijnen, zowel in West-Europa als in Oost-
Europa en dit ten bate van de ontwikkeling van de Derde Wereld.

Mijnheer de voorzitter, collega's, het project van het Vlaams Blok voor
de uitbreiding van Europa is democratisch, geleidelijk en grondig. Ons
03.11 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Pendant
combien de temps encore,
l'Occident continuera-t-il à
subventionner si généreusement le
secteur agricole en fermant la porte
à tous les produits en provenance
des Etats hors UE.

Toutes les subventions sont
appelées à disparaître à long
terme.

En ce qui concerne l'Europe, notre
27/03/2002
CRIV 50
PLEN 216
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
project is het tegenovergestelde van wat de Europese oligarchie van
plan is met de zogenaamde big bang van 10 landen in 2004. Het
Vlaams Blok kiest voor een Europese....
parti a fait un choix cohérent, clair
et transparent, contrairement au
Big Bang auquel l'Union
européenne nous confrontera en
accueillant un nombre important de
nouveaux membres.
De voorzitter: Een ogenblikje, mijnheer Tastenhoye, de heer Leterme wenst even te onderbreken.
03.12 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijn aandacht
werd getrokken door een onderbreking van de minister van Buitenlandse
Zaken. Hij raakt een belangrijk punt aan.

Mijnheer Tastenhoye, voor de brede publieke opinie en in het bijzonder
voor de landbouwbevolking is het belangrijk te weten dat voor u heel het
gemeenschappelijk landbouwbeleid liefst zo snel mogelijk wordt
opgedoekt. Is dit uw standpunt?
03.12 Yves Leterme (CD&V): Le
ministre vient d'énoncer une
donnée importante. Le Vlaams
Blok veut mettre un terme dans les
plus brefs délais au système
européen d'aide à l'agriculture.
03.13 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Neen. Ik heb in
persoonlijke naam een ideetje gelanceerd.
03.13 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Ce n'était qu'une
petite idée personnelle.
03.14 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer Tastenhoye, u bevindt zich in
het Parlement. Ik heb er geen probleem mee dat u in uw achterkeuken
of tegen de spiegel een persoonlijk ideetje lanceert. Zo -even hebt u
vanop de tribune bijna letterlijk gezegd dat de subsidies moeten
verdwijnen, zowel in West- als in Oost-Europa. U hebt gezegd dat het
systeem van de landbouwsubsidies onhoudbaar is. Het moet duidelijk
zijn voor de publieke opinie en voor de landbouwbevolking dat voor het
Vlaams Blok een landbouwproduct een product als een ander is en
voedselzekerheid voor u niet telt. Als uw partij in Vlaanderen rondtrekt
om plakkaten te plaatsen op landbouwgronden van boeren om deze
bevolkingsgroep mee achter haar campagne te krijgen, moet de
publieke opinie weten dat uw partij het allemaal niet meent, maar dat zij
in de grond van haar hart en dat van haar partijprogramma wenst dat het
gemeenschappelijk landbouwbeleid dat handelt over de leefbaarheid van
de boerengezinnen zo snel als mogelijk wordt afgeschaft!
03.14 Yves Leterme (CD&V): Vos
déclarations sont très dures pour
les agriculteurs belges; cela ne
vous empêche pas, cependant,
d'essayer de racoler des voix dans
ces milieux.

03.15 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Ik heb niet gezegd dat
die subsidies onmiddellijk moeten worden afgeschaft.
03.16 Yves Leterme (CD&V): Daar leek het nochtans sterk op.
03.17 Minister Louis Michel: Mijnheer Tastenhoye, u hebt gezegd
volgend jaar en het jaar daarop. Dat is onmiddellijk.
03.18 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Neen. Ik heb gezegd dat
de subsidies met een percentage geleidelijk moeten worden verminderd
en dat het geld dat hierdoor vrijkomt in een fond moet worden gestort
waarmee de landbouwontwikkelingspolitiek in het Oosten kan worden
gevoerd. Dat heb ik gezegd. U moet mijn woorden niet verdraaien. Ik
heb niet gesproken van de afschaffing van alle subsidies in een klap.
Dat heb ik niet gezegd.
03.18 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Je n'ai pas dit
que toutes les subventions devaient
disparaître immédiatement; je veux
les réduire progressivement et
verser l'argent ainsi libéré dans un
fonds visant à promouvoir
l'agriculture en Europe de l'Est et
dans le tiers monde.
03.19 Minister Louis Michel: Mijnheer Tastenhoye, u bent erg duidelijk
geweest.
03.20 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, dat
CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
klopt. Ik ben erg duidelijk geweest.
03.21 Minister Louis Michel: Mijnheer Tastenhoye, u hebt gepleit voor
de afschaffing van de subsidies voor onze landbouw. Dat hebt u zeer
precies gezegd. U wilt het aldus bekomen geld gebruiken om de
landbouw in die landen te steunen. Dat is inhoudelijk een heel beperkt
idee. U weet dat. Dat idee werkt niet.

Wat zouden wij moeten doen? De heer Eyskens heeft daarnet een deel
van het antwoord gegeven. Het werkelijke debat draait om de manier
waarop wij Europa kunnen regeren. Dat is eigenlijk de echte vraag die
gesteld moet worden. Daarvoor moeten wij natuurlijk nog tot
antwoorden komen. Dat debat is een politieke verantwoordelijkheid, die
wij samen moeten opnemen. U weet zelf dat dit debat al bestaat op
Europees vlak. Wij kunnen dat debat nu echter nauwelijks voeren
wegens de verkiezingen in Duitsland. Zolang die verkiezingen niet
achter de rug zijn, kunnen wij dat debat niet voeren. Het debat komt er
echter wel.

Dat debat heeft niets te maken met uw voorstel. Uw voorstel is een ­
verontschuldig mij voor het woord ­ simplistisch voorstel. Dat is niet
houdbaar of niet mogelijk. Door uw systeem organiseert u het volledige
bankroet van de Europese landbouw en van de Vlaamse en Waalse
landbouw. Zulke ideeën moeten niet verspreid worden. Daarmee geeft u
namelijk slechte ideeën aan anderen. Wat u voorstelt, is echt zeer
gevaarlijk. U weet dat zelf ook zeer goed.
03.21 Louis Michel, ministre:
Vous parliez du démantèlement de
la politique européenne d'aide à
l'agriculture afin de financer
l'agriculture ailleurs. Le débat
européen sur le financement de
l'agriculture ne pourra toutefois être
activé qu'à l'issue des élections
allemandes. Ce que vous proposez
est intenable. Il s'agit en plus d'une
idée simpliste et dangereuse. Il ne
faudrait jamais proférer ce genre
d'idées!

De voorzitter: Mijnheer Tastenhoye, formuleert u uw besluit, alstublieft.
03.22 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, u
probeert aan mijn uitspraken een interpretatie te geven.
03.23 Minister Louis Michel: Mijnheer Tastenhoye, ik heb toch wel
naar u geluisterd, zeker?
03.24 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister,
zeker, maar u probeert aan mijn woorden een interpretatie te geven die
niet de mijne is.
03.25 Minister Louis Michel: Mijnheer Tastenhoye, neen, dat is niet
waar.
03.26 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, ook
wat de producten betreft zullen wij naar een heroriëntering van de
landbouw moeten gaan.



(...)
03.26 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Nous devons
nous diriger vers une réorientation
de la production agricole. Voilà ce
que j'ai voulu dire.

(...)
03.27 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer Leterme,
inderdaad een heroriëntering betreffende de producten.

Mijnheer de voorzitter, ik formuleer nu mijn besluit. Het Vlaams Blok
kiest voor een Europese confederatie, voor een intergouvernementeel
Europa waarin de diverse staten en volkeren ten volle hun eigen
identiteit kunnen behouden en waarvan het onafhankelijke Vlaanderen
straks voluit deel zal uitmaken.
03.27 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Le Vlaams Blok
n'est certainement pas anti-
européen. Nous plaidons en faveur
d'une Europe des peuples à la fois
réaliste, démocratique et sociale au
sein de laquelle une Flandre
indépendante aurait aussi sa place
inaliénable.
03.28 Yvon Harmegnies (PS): Monsieur le président, monsieur le 03.28 Yvon Harmegnies (PS): De
27/03/2002
CRIV 50
PLEN 216
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
ministre, chers collègues, je tenterai de conclure ce débat par une note
plus optimiste. J'ai écouté attentivement le rapport de M. Eyskens.
Même si, comme d'autres partis, le parti socialiste a exprimé sa
déception quant aux résultats obtenus à Nice qui ne lui semblent pas
de nature à préparer correctement l'Union européenne à son
élargissement, mon groupe votera néanmoins unanimement demain en
sa faveur. Car s'il ne figure pas parmi les plus importants que nous
ayons été amenés à adopter, certaines améliorations ont tout de même
pu être enregistrées et participent à la construction de l'édifice
européen.

La conférence intergouvernementale qui s'est achevée à Nice en
décembre 2000 devait notamment limiter les cas de décisions à
l'unanimité, adopter des procédures de vote plus démocratiques et
faciliter la coopération à quelques-uns. Outre ce dernier point, force est
de constater que les objectifs fixés n'ont pas été atteints. L'incapacité à
faire passer l'ambition collective avant ses propres objectifs a quelque
peu faussé les débats sur l'avenir de l'Europe. La perspective de
l'élargissement et la problématique de fonctionnement des institutions
européennes constituent à court terme, les défis majeurs auxquels
nous sommes et serons prochainement confrontés.

Si le processus d'élargissement représente un acte politique
fondamental et significatif, il nous importe également que
l'approfondissement, la stabilité et la cohésion de l'Europe doivent être
réaffirmés. Ceci passe, notamment, par l'intégration de nouvelles
structures institutionnelles fortes et adaptées à une Union européenne
composée de 27 Etats membres.

Par ailleurs, rendre plus proche l'Union européenne de ses citoyens
doit nous inciter à redoubler nos efforts en matière de politique, de
pédagogie ­ comme l'a signalé M. Lefevre dans son intervention. Nous
devons ainsi tendre vers une simplification de l'organigramme européen
pour le rendre plus accessible, transparent et compréhensible à tous
les Européens.

L'Union européenne souhaitée par mon groupe est celle qui s'engagera
davantage pour la qualité du travail, la lutte pour l'égalité des chances,
contre l'exclusion et contre la pauvreté.

Cette lutte passe par le développement économique durable, condition
sine qua non de la création d'emplois et de richesses à partager. Il
s'agit également de s'assurer de l'amélioration de la qualité de vie des
générations actuelles et futures dans un espace de liberté, de sécurité
et de justice.

Par ailleurs, il convient de présenter l'Europe comme un acteur
international crédible pour garantir la paix, la sécurité et oeuvrer pour
plus de justice sociale et de solidarité. Il est également indispensable
de réaffirmer notre volonté de vivre dans une Europe politique unie,
basée sur des valeurs démocratiques. Enfin, pour le groupe socialiste,
il n'est pas question que l'Union européenne se dilue peu à peu pour ne
devenir qu'une simple zone de libre-échange. Les socialistes rappellent
donc leur volonté de poursuivre l'intégration politique de l'Union
européenne en vue de la construction d'une Europe fédérale. De toute
évidence, le Traité de Nice doit être perçu pour ce qu'il est: une étape
supplémentaire, peut-être pas fondamentale, dans la construction
européenne.

Nous voterons sans hésitation en faveur de ce projet, sans
dénigrement, tout en le considérant à la place qui est la sienne.
PS was destijds ontgoocheld over
de resultaten van Nice, maar zal
eenparig voor het verdrag stemmen
omdat bepaalde verbeteringen
werden aangebracht.

De intergouvernementele
conferentie is er niet in geslaagd
doelstellingen zoals het invoeren
van meer democratische
stemprocedures te verwezenlijken.
Maar binnenkort staan wij voor nog
grotere uitdagingen: de uitbreiding
en de integratie van nieuwe
institutionele structuren aangepast
aan een Unie bestaande uit 27
lidstaten.

Wij moeten eveneens streven naar
een vereenvoudiging van de
Europese organisatiestructuur
teneinde ze voor de burgers
toegankelijker te maken.

Wij willen dat Europa meer zou
ijveren voor kwaliteitsvolle arbeid en
gelijke kansen en tevens werk
maakt van de strijd tegen de
uitsluiting en de armoede. Het is
eveneens belangrijk dat Europa
zich opwerpt als een
geloofwaardige partner in de
handhaving van de vrede en dat de
Europeanen uiting geven aan hun
wil om in een verenigd en
democratisch politiek Europa te
leven. De PS wil dat verder werk
wordt gemaakt van het federale
Europa. Het Verdrag van Nice moet
dus worden beschouwd als een
volgende stap in die eenwording en
wij zullen dan ook voor het ontwerp
stemmen.

CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
03.29 Louis Michel, ministre: Monsieur le président, chers collègues,
je commencerai par remercier très sincèrement et très
chaleureusement le rapporteur, M. Eyskens, pour la qualité de son
rapport d'abord, mais surtout pour son analyse personnelle de l'enjeu
de la ratification du Traité de Nice. Les remarques très libres qu'il a
formulées et qui, comme d'habitude, vont très loin et sont très
imaginatives et très créatives rencontrent aussi très largement ma
conviction. Notamment dans votre appréciation, votre analyse de ce qui
touche à la Constitution, monsieur Eyskens, je perçois clairement que
certaines évolutions par rapport à ce sujet, loin de devoir être
interprétées comme des signes positifs de certains pays s'orientant
vers cette idée, doivent plutôt être interprétées avec prudence. Je crois
aussi comme vous que le prix que les vrais Européens devraient payer
par rapport au concept terminologique de la Constitution serait sans
doute beaucoup plus élevé. J'ai bien perçu le risque que vous évoquiez
à ce propos et je ne peux que partager ce point de vue.

Je connais évidemment les critiques suscitées par les négociations de
ce traité. Je pense cependant qu'il est utile de faire la distinction entre
la méthode de négociation, d'une part, et le contenu du traité, d'autre
part. La méthode d'abord. Nice a indiscutablement montré les limites
de la négociation au sein de la traditionnelle conférence
intergouvernementale. Quant au contenu, le Traité de Nice comporte
des avancées qui ne sont sans doute pas suffisantes mais que l'on
peut cependant qualifier d'importantes. La mise en oeuvre de ces
avancées est conditionnée par la ratification du traité qui ­ je tiens à le
rappeler à l'intention de notre excellent collègue, M. Lefevre ­ a déjà été
ratifié dans une dizaine d'Etats membres.

Monsieur Lefevre, la position exposée par vous n'est pas dans la
tradition de votre parti. Comme je vous l'ai déjà dit, j'ai trop d'estime
pour vous pour utiliser des propos blessants. Je le ferai donc avec
beaucoup de modestie et une grande modération. Je ne comprends
pas bien ce que vous recherchez, ce qui peut vous motiver à
pratiquement vous isoler dans cette Chambre et, ce qui me navre le
plus, à rompre avec la très grande tradition, la tradition plus
qu'honorable et même avec la contribution historique que votre parti a
apportée dans la construction européenne.

Lorsque vous dites que nous ne respectons pas, dans une certaine
mesure, l'héritage des pères fondateurs, nous savons bien vous et moi
que ce n'est pas vrai. Vous savez bien que ce n'est pas juste. Si les
pères fondateurs, par un miracle auquel malheureusement je n'ai pas
encore pu donner foi, devaient revenir aujourd'hui, ils seraient, me
semble-t-il, heureux de constater que l'Europe d'aujourd'hui est bien
plus achevée que ce qu'ils espéraient lorsqu'ils ont lancé l'idée. Et vous
savez aussi, lorsque vous évaluez la manière dont l'Europe a été
construite, que c'est une succession de petits pas, de "stop and go". Il
y a eu des périodes de stagnation, il y a eu des crises, qui, bien plus
souvent qu'on ne l'imagine, ont donné naissance à des avancées
substantielles, à des bonds en avant. Vous savez que la construction
européenne, comme toute idée, comme tout grand projet, n'est jamais
le reflet d'une histoire tranquille. C'est toujours des négociations, c'est
toujours des discussions. N'oublions pas que nous sommes à quinze
aujourd'hui, que demain nous serons plus nombreux et qu'il faut donc
essayer de faire avancer l'idée, parfois de façon modeste, parfois de
façon plus ambitieuse.

En fait, je me suis trompé. En commission, je vous avais dit que vous
étiez un "euro-extrémiste". Je pense que vous n'êtes pas un "euro-
extrémiste". Finalement vous êtes un pessimiste. Je vous ai entendu
03.29 Minister Louis Michel: Ik
dank de rapporteur voor zijn
scherpzinnige analyse van wat er
bij de ratificatie van het Verdrag van
Nice op het spel staat. Ik vind
eveneens dat evoluties met
betrekking tot de grondwet van
sommige landen met de nodige
voorzichtigheid moeten worden
geïnterpreteerd. Wij hebben de
mogelijke gevaren die u aanhaalt,
met name betreffende de gevolgen
voor de burgers van de Unie, goed
ingeschat. Men moet een
onderscheid maken tussen de
onderhandelingsmethode en de
vaststelling dat de IGC haar
beperkingen heeft en de inhoud van
het Verdrag, waarmee in feite een
grote stap vooruit wordt gezet. Het
werd al door een tiental lidstaten
geratificeerd en bijgevolg kan ik
weinig begrip opbrengen voor de
argumenten va n de PSC, gelet met
name op de bijdrage welke die
partij doorheen de geschiedenis tot
de Europese eenwording heeft
geleverd.

De Europese constructie heeft
crisismomenten en periodes van
stagnatie gekend en is vaak maar
stapsgewijze tot stand gekomen.
De idee van een Unie heeft enkel
veld gewonnen dankzij discussies
en onderhandelingen. De heer
Lefevre sprak pessimistische en
fatalistische taal. U geeft blijk van
berusting, terwijl nu vooral enig
denkwerk is vereist. Het is nog niet
te laat: u kan het Verdrag nog altijd
samen met ons ratificeren!

Nice heeft het perspectief van
Laken geopend. Alle
vertegenwoordigers van ons land
hebben het voorzitterschap met
hart en ziel gesteund. Voor het
eerst zal de toekomst van de Unie
openlijk worden besproken. De
Belgische regering zal alles in het
werk stellen om de tekortkomingen
van Nice recht te trekken. Als
iedereen weigert te ratificeren,
betekent dit de doodsteek voor de
uitbreiding. Deze uitbreiding is de
hereniging van Europa, maar ook,
en dat is heel belangrijk, de eerste
authentieke politieke daad van de
Unie. We hebben de middelen, we
moeten ook de wil hebben. We
27/03/2002
CRIV 50
PLEN 216
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
ici avec un fatalisme qui faisait peine à voir ­ j'étais triste parce que
vous êtes un bon ami ­, une véritable résignation, une véritable
démission. Cela ne vous ressemble pas. Je vous engage, encore une
fois, à réfléchir. Il est encore temps de rejoindre ceux qui portent
l'Europe, qui veulent l'Europe et qui veulent la faire avancer.

La déclaration adoptée à Nice a ouvert une perspective dont, je crois,
nous avons tous, tant l'opposition que nous, pleinement tiré parti lors
du conseil européen de Laeken pour lancer le débat sur l'avenir de
l'Europe. Je n'ai pas encore eu l'occasion de dire ma reconnaissance
aux partis démocratiques de l'opposition que ce soit le CD&V, que ce
soit la Volksunie ou le PSC. Je trouve que, pendant cette présidence,
tout le corpus démocratique de notre pays a soutenu la présidence, n'a
à aucun moment posé un acte qui portait préjudice à la présidence.
Finalement, la réussite de la présidence est due à un Corps
diplomatique vraiment remarquable ainsi qu'à un front commun, une
adhésion historiquement forte du corpus politique démocratique à l'idée
européenne. Et je veux dire la reconnaissance des représentants du
gouvernement pour ce comportement, pour cette attitude.

Il faut rappeler que, pour la première fois, l'avenir de la construction
européenne sera débattu dans une enceinte ouverte, largement
représentative, en relation étroite avec la société civile, en coopération
avec le parlement. Le gouvernement belge mettra tout en oeuvre,
évidemment, pour que les imperfections de Nice puissent être
corrigées. Je dois dire que les premières sessions de la Convention ont
tenu largement leurs promesses. Elles ont confirmé la convergence de
vues entre pays membres et pays candidats pour ce qui concerne
l'horizon de l'avenir de l'Europe. C'est un horizon qui est ambitieux, qui
est généreux et qui est concret. Les travaux de la Convention ne
rendent que plus nécessaire encore, évidemment, la ratification du
Traité de Nice.

Parce qu'il y a un argument que vous semblez ne pas assez prendre en
compte, me semble-t-il. Si tout le monde devait faire ce que vous vous
apprêtez à faire, c'est-à-dire ne pas ratifier, je pense pouvoir dire que
cela signifierait un coup d'arrêt terrible à l'élargissement. Or,
l'élargissement, avec toutes ses imperfections, avec peut-être son
impréparation dans une certaine mesure, avec ses inconnues, avec ses
incertitudes à la limite, c'est la réconciliation européenne, c'est la
réunification de l'Europe mais c'est aussi autre chose. Et je sais que
vous êtes sensible à cet aspect-là. C'est plus que les caractères
économique et financier de l'Europe. L'élargissement, c'est le premier
acte politique authentique de l'Union Européenne.

Parfois on me demande si on en a les moyens. Je réponds
généralement par une formule ramassée. Nous avons les moyens. Ce
qu'il faut, c'est avoir le coeur de le faire. C'est cela qui est important. Il
s'agit donc d'un acte politique. Or, par définition, tout acte politique
implique une dimension de risques, d'incertitudes, sans doute
mesurés. Rien n'est inscrit d'avance quand on pose un acte politique.
C'était important de le rappeler.

Ne pas ratifier le traité de Nice reviendrait à envoyer le mauvais signal
aux pays candidats au moment où ceux -ci participent pour la première
fois au débat sur l'avenir de l'Union au sein de la Convention.

L'absence de ratification reviendrait à faire de la réussite de la
Convention une nouvelle condition pour permettre l'élargissement, ce
qui serait évidemment contradictoire et inacceptable.

Het Verdrag van Nice heeft, ook al bevat het een aantal
moeten het gewoon doen.

Een politieke daad houdt altijd enig
risico en onzekerheid in, ook al zijn
deze beperkt, maar dat maakt juist
de charme ervan uit.

Wij zouden de kandidaat-lidstaten
een verkeerd signaal geven,
mochten wij dit verdrag niet
ratificeren.

Le Traité de Nice a bel et bien
fourni des résultats concrets. C'est
surtout le réaménagement de la
pondération des voix qui a donné
du fil à retordre et qui a fait l'objet
de discussions longues et
virulentes. Mais nous n'avons bien
entendu aucune raison d'en avoir
honte. La Belgique est parvenue à
limiter les dégâts pour les petits
pays. La pondération a été
simplifiée d'emblée, dans l'optique
de l'élargissement futur à 27 Etats
membres. C'est un résultat positif.

Le réaménagement de la
composition de la Commission
européenne a également fait l'objet
de négociations acharnées. La
composition actuelle, avec deux
commissaires pour les grands
Etats membres et un commissaire
pour les petits, n'est pas
opérationnelle à long terme.
J'admets que nous aurions pu
témoigner d'un peu plus de courage
lors des négociations, et
reconnaître qu'une Commission
plus restreinte, et donc plus
efficace, aurait constitué la
meilleure option.
L'extension de la majorité qualifiée
figurait parmi les priorités de la
Belgique. Cette extension intervient
dans une trentaine de domaines.
Le pouvoir de codécision du
Parlement européen est requis pour
bon nombre de matières.

Dans le cadre de la Conférence
intergouvernementale, le Benelux
avait demandé un assouplissement
des conditions en matière de
coopération. Le droit de veto a été
supprimé pour le premier et le
troisième pilier. En outre, la
coopération a été limitée à huit
Etats membres. Cela vaut
également pour la coopération dans
CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
onvolmaaktheden, onmiskenbaar grote vooruitgang geboekt die niet op
de helling mag worden gezet. Ik zou u hier willen herinneren aan de
bereikte resultaten. Door het vooruitzicht van de uitbreiding moet de
stemmenregeling in de Raad worden gewijzigd, wat aanleiding heeft
gegeven tot harde onderhandelingen. Ik vind dat ook logisch. Men zegt
altijd dat onderhandelen iets is dat niet honorabel is, maar dat is het
politieke leven, zou ik zelfs durven zeggen. Misschien weet u niet wat
dat betekent. Harde onderhandelingen zijn eigenlijk de kern van de
democratie. Men vergeet dat te dikwijls er is dus niets dat niet
honorabel zou zijn aan harde onderhandelingen. Tijdens die
onderhandelingen is België erin geslaagd de herziening van de
stemmenregeling binnen redelijke perken te houden. Het verdrag van
Nice heeft zich er trouwens niet toe beperkt een nieuwe
stemmenregeling uit te werken voor de Europese Unie met 15 lidstaten;
het heeft tevens een progressief systeem opgesteld dat rekening houdt
met de uitbreiding van de Unie tot 27 lidstaten.

Het perspectief van een uitgebreide Unie stelde ook het probleem van
de grootte en de werking van de Commissie aan de orde. De regel die
twee commissarissen toekent aan de grote lidstaten en één
commissaris aan de andere dreigde in een uitgebreide Europese Unie
de goede werking van de Commissie te belemmeren. Mijnheer
Eyskens, ik wil graag intellectueel en politiek toegeven dat we
misschien uw raad hadden moeten volgen toen u probeerde mij te
overtuigen. Dat lukte toen niet, maar ik ben intussen van mening
veranderd. U zei op een nochtans overtuigende manier dat het
misschien goed zou zijn om de grootte van de Commissie op een
andere manier te bepalen en aan te pakken. We zijn
intergouvernementeel een beetje chauvinistisch geweest. Wij waren
bang om toe te geven dat een kleinere Commissie misschien beter zou
werken. In zekere zin zou een kleinere en efficiëntere Commissie veel
meer communautaire methode verzekeren. De beste manier om kleine
landen te verdedigen en te beschermen hangt natuurlijk af van de
communautaire methode. Men kan niet altijd gelijk hebben en ik denk
dat wij beter geïnspireerd zouden zijn geweest als we die moed hadden
gehad. Voor die geste hadden wij misschien andere zaken in ruil
kunnen krijgen.

Ik kom dan bij de uitbreiding van de gekwalificeerde meerderheid. De
toename van het aantal gevallen waarin de Raad met gekwalificeerde
meerderheid beslist was één van de prioriteiten van België. Het verdrag
van Nice breidt de gekwalificeerde meerderheid uit tot een dertigtal
artikelen. Wij weten dat dit niet genoeg is. Wij waren vragende partij
voor veel meer. Bovendien wordt erin bepaald dat voor een zeker aantal
bepalingen waarover voortaan bij gekwalificeerde meerderheid wordt
beslist de medebeslissing van het Europees parlement vereist is. Wij
moeten ons over deze vooruitgang verheugen, ook al is er een aantal
beperkingen verbonden aan de besluitvorming bij gekwalificeerde
meerderheid. Deze besluitvorming gaat soms gepaard met bepaalde
modaliteiten of voorwaarden die de toepassing ervan bemoeilijken en
vertragen, bijvoorbeeld inzake onder meer asiel en immigratie,
buitenlands handelsbeleid en structuurfondsen.
le domaine de la politique étrangère
et de la politique de sécurité, bien
qu'un veto puisse être opposé à la
mise en oeuvre du mécanisme de
coopération.
Op de eerbiediging van de
mensenrechten en de fundamentele
rechten wordt nog nauwlettender
toegezien dankzij een maatregel in
het Verdrag die door België werd
aangereikt. Gelet op hetgeen in een
bepaald buurland gebeurt, is dat
geen overbodige luxe.

Op het stuk van defensie werd de
militaire identiteit van de Unie
versterkt.

De resultaten zijn misschien niet
miraculeus te noemen, maar ze
zijn toch ook niet onbeduidend,
temeer daar op verscheidene
punten hard onderhandeld werd. Ik
pleit dan ook voor de ratificatie van
het Verdrag, zoniet zal de Unie de
wijzers van de klok terugzetten. Wij
hebben het Parlement deze tekst
overigens niet vóór de top van
Laken ter ratificatie voorgelegd om
daar een concept, een structuur te
kunnen uitwerken op grond waarvan
het Verdrag van Nice verbeterd zou
kunnen worden.

De ratificatie door veertien lidstaten
zal voor Ierland een doorslaand
argument zijn om goed na te
denken over zijn beslissing en zal
bijsturingen mogelijk maken. Ik kan
moeilijk begrijpen waarom men
tegen de ratificatie van dit Verdrag
zou zijn. Tot besluit betreur ik dat
de ratificatie niet gesteund zal
worden door de erfgenamen van de
nieuwe grondleggers van Europa,
Harmel, Eyskens, Tindemans,
Nothomb en Herman. Mijnheer
Lefevre, u is een geciviliseerd man.
Doe niets waar u later spijt van zou
kunnen hebben.
In het kader van de IGC pleitte de Benelux voor een versoepeling van de
voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van de nauwere samenwerking.
We hebben die ook verkregen. Het vetorecht dat elke lidstaat de
mogelijkheid biedt om zich te verzetten tegen het aangaan van een
nauwere samenwerking in de eerste en de derde pijler werd opgeheven.
Het aantal landen dat nodig is om mechanismen van nauwere
samenwerking op gang te brengen werd beperkt tot 8. De nauwere
samenwerking kan voortaan worden aangegaan op het gebied van het
buitenlands beleid en het veiligheidsbeleid.
27/03/2002
CRIV 50
PLEN 216
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26

Dit resultaat is belangrijk ook al gaat het gepaard met beperkingen. Op
dat gebied zal een lidstaat steeds zijn veto kunnen uitspreken over het
in gang brengen van het mechanisme.

En ce qui concerne la sauvegarde des droits de l'homme et des libertés
fondamentales, une nouvelle procédure a été insérée dans le traité en
vue de renforcer les mécanismes existants pour veiller au respect des
droits fondamentaux par les Etats membres. Cette amélioration fait
suite, vous le savez, à une proposition de la Belgique pour la mise en
place d'un système préventif de contrôle démocratique. Les résultats
récents enregistrés dans les pays voisins montrent que de telles
procédures ne sont pas inutiles.

J'en viens maintenant à la politique européenne de sécurité et de
défense.

Le traité de Nice a, sur la base d'une proposition du Benelux et de
l'Italie, renforcé l'identité militaire de l'Union.

Après le 11 septembre, il est urgent de ratifier ces décisions qui
donneront un contenu concret au caractère opérationnel de l'Union
dans la gestion de crise.

Les résultats engrangés à Nice ne sont pas miraculeux, personne ne
l'a jamais prétendu. Mais ils ne sont pas non plus négligeables.
Certains ont été ­ c'est vrai ­ obtenus de haute lutte et je ne suis pas
sûr du tout qu'une négociation du type de celle de Nice aboutira à de
meilleurs résultats aujourd'hui. En réalité et compte tenu de la position
de certains pays partenaires sur le futur de la construction européenne,
je suis persuadé du contraire.

Toutes ces raisons m'amènent, monsieur le président, chers collègues,
à plaider pour la ratification du traité de Nice. Dans le contexte actuel,
un vote négatif de ce projet reviendrait à faire reculer l'Union. Vous
savez d'ailleurs que, pour faire droit aux arguments que nous
connaissons et qui ont déjà été largement exprimés, nous n'avons pas
voulu présenter le projet de ratification avant le Sommet de Laeken.
Nous voulions être certains qu'au Sommet de Laeken, nous
obtiendrions un mécanisme, une structure, un concept permettant
d'améliorer le traité de Nice. C'est la raison pour laquelle nous pouvons
aujourd'hui vous soumettre ce projet.

La ratification par quatorze Etats membres constitue aussi ­ et ce n'est
pas négligeable ­ le moyen le plus efficace de convaincre la population
irlandaise de revoir sa position. Peut-on imaginer un instant les
conséquences que cela pourrait avoir si, aujourd'hui, un Etat membre,
qui a toujours été très européen, envoyait ce signe aux Irlandais.

Ratifier le traité de Nice, c'est aussi donner toute sa chance ­ je viens
de le dire ­ à la Convention pour qu'elle corrige dans la sérénité les
imperfections du traité. C'est pourquoi je me permets encore une
dernière fois de lancer un appel. J'ai du mal à comprendre quelle
pourrait être la plus -value même politique de refuser la ratification de ce
traité. Il y a toujours eu dans notre pays un très large consensus par-
delà le clivage opposition-majorité. Il n'y a jamais eu de ligne de fracture
entre les démocrates pour soutenir les avancées européennes et les
traités. C'est la raison pour laquelle je me permets d'insister une ultime
fois. Il est clair que ce traité sera ratifié, mais ce qui serait dommage,
monsieur Lefevre, c'est qu'il le soit sans les héritiers des hommes les
plus prestigieux qui ont donné à la construction européenne beaucoup
des ses lettres de noblesse. Je n'ose pas imaginer la souffrance que
CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
vous pourriez infliger par votre vote à des hommes aussi prestigieux
que MM. Harmel, Eyskens, Tindemans, Nothomb, Herman et bien
d'autres encore. Mais vous avez encore le temps de réfléchir. Vous
êtes un honnête homme, je le sais. Vous réfléchirez certainement. Si
vous ne le faites pas, vous le regretterez.

De voorzitter: De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor
de bespreking. (Rgt 66,4) (1679/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4) (1679/1)

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.

Une correction technique doit être apportée au texte français de l'article 2 en y insérant le mot "les" (... les
Protocoles ...).

Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
04 Wetsontwerp houdende instemming met het Aanvullend Protocol bij de Europese
Kaderovereenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale
gemeenschappen of autoriteiten, gedaan te Straatsburg op 9 november 1995 (overgezonden door
de Senaat) (1618/1)
04 Projet de loi portant assentiment au Protocole additionnel à la Convention-cadre européenne
sur la coopération transfrontalière des collectivités ou autorités territoriales, fait à Strasbourg, le
9 novembre 1995 (transmis par le Sénat) (1618/1)

Algemene bespreking
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
04.01 Claudine Drion, rapporteur: Monsieur le président, je me réfère
au rapport écrit.
04.01 Claudine Drion, rapporteur:
Ik verwijs naar het schriftelijk
verslag.
De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor
de bespreking. (Rgt 66,4) (1618/1)
27/03/2002
CRIV 50
PLEN 216
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4) (1618/1)

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.

Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
05 Ordre des travaux
05 Regeling van de werkzaamheden

Le président: J'en viens maintenant au projet de loi instaurant une cotisation unique à la charge du secteur
pétrolier (1129/9 à 11) qui avait été déplacé dans l'ordre des travaux à la demande de M. le vice-premier
ministre.
05.01 Olivier Deleuze, secrétaire d'Etat: Monsieur le président, je
souhaite intervenir à propos de l'ordre des travaux. J'avais compris que
nous allions évoquer les projets de loi de M. le vice-premier ministre
relatifs à toute une série de conventions et de protocoles bilatéraux
pour lesquels je suis ici. Quant au projet de loi concernant le secteur
pétrolier, il est porté à la Chambre par mon collègue, M. Picqué.
Le président: Dans ce cas, il faut appeler M. Picqué.

Mevrouw Pieters, ik zal de behandeling van de verdragen afwerken en van zodra de heer Picqué aanwezig is,
geef ik u het woord.

Je sais que le M. le secrétaire d'Etat est très influent en matière d'énergie mais j'ignore s'il est le spécialiste
du pétrole!
05.02 Olivier Deleuze, secrétaire d'Etat: Monsieur le président, je ne
suis le spécialiste de rien mais je connais un peu de tout!

M. le vice-premier ministre m'a donné tous les dossiers relatifs aux
accords et conventions bilatérales.
Le président: Je vais faire appeler M. Picqué.

Mevrouw Pieters, de behandeling van deze verdragen zal niet lang duren want er heeft zich geen enkele
spreker ingeschreven.
05.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, dit was als
tweede punt geagendeerd. Er zijn ook commissievergaderingen bezig.
Ik zit hier te wachten tot ik aan de beurt kom. Bovendien heb ik nog
een uiteenzetting te houden naar aanleiding van de amendementen die
opnieuw zijn ingediend. Ik had gedacht om 14.30 uur te kunnen
afwerken en ik zou dus graag opschieten.
De voorzitter: Wij moeten hiervoor een oplossing vinden. De keuze ligt bij u. Indien u zegt dat de
uiteenzetting van de heer Deleuze volstaat, dan vatten wij dit onmiddellijk aan en dien ik de heer Picqué niet
op te roepen.
05.04 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de heer Deleuze
volstaat voor mij.
CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29

Le président: Vous avez compris, monsieur Deleuze, que Mme Pieters se satisfait de vous.
06 Wetsontwerp ter invoering van een eenmalige bijdrage ten laste van de petroleumsector
(geamendeerd door de Senaat) (1129/9 tot 11)
06 Projet de loi instaurant une cotisation unique à la charge du secteur pétrolier (amendé par le
Sénat) (1129/9 à 11)

Overeenkomstig artikel 68 van het Reglement wordt geen algemene bespreking in plenaire vergadering gewijd
aan een wetsontwerp dat door de Senaat naar de Kamer is teruggestuurd, tenzij de Conferentie van
voorzitters anders beslist.
Conformément à l'article 68 du Règlement, les projets de loi renvoyés à la Chambre par le Sénat ne font plus
l'objet d'une discussion générale en séance plénière, sauf si la Conférence des présidents en décide
autrement.

M. Serge Van Overtveldt, rapporteur, se réfère au rapport écrit.
De heer Serge Van Overtveldt, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor
de bespreking. (Rgt 66,4) (1129/9)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4) (1129/9)

Het wetsontwerp telt 10 artikelen.
Le projet de loi compte 10 articles.

Mevrouw Pieters, u hebt het woord bij artikel 1. Wij hebben geen algemene bespreking meer vermits het
ontwerp van de Senaat komt. Ik veronderstel dat u alle amendementen in één teug behandelt? Neem gerust
uw tijd.
06.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal het kort
houden. Ik kan begrijpen dat hier slechts een beperkte belangstelling
heerste voor het Verdrag van Nice, maar het verbaast mij even zeer dat
hier nog belangstelling bestaat voor het wetsontwerp op de
petroleumcheques. Deze wet werd immers gelanceerd 18 maanden
geleden, naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen van
oktober. Nu, zoveel maanden later, staan wij hier met een wet die nog
altijd niet is goedgekeurd en die voor de petroleumsector betekent dat
er een verplichte bijdrage wordt opgelegd.

De Senaat heeft een aantal technische amendementen aangebracht,
die wij in de commissie voor het Bedrijfsleven hebben goedgekeurd na
toelichting door de minister. Het waren heel technische amendementen
waarmee hij instemde. Ik herhaal dat er twee discussiepunten blijven.
Wij hebben de minister van Begroting maanden geleden gevraagd een
concrete becijfering te maken van de kosten die de regering in dezen
heeft gehad. Na weken kregen wij van hem een ontwerp van raming,
liggend tussen 1 miljard 50.000 frank en 1 miljard 700.000 frank.
Daarop heeft minister Picqué gezegd dat de minister van Begroting
maar de juiste cijfers kon geven in juli vorig jaar ­ het wetsontwerp werd
voordien besproken ­ nadat hij van alle OCM W's de juiste bedragen had
gekregen. Naar aanleiding van de terugzending van het wetsontwerp
naar de Kamer door de Senaat, hebben wij natuurlijk gevraagd aan de
minister van Economie waar men nu staat met de concrete raming van
de kosten die door de OCMW's zijn ingebracht. De minister van
Economie moest het antwoord schuldig blijven. Wij vroegen de
stemming over het ontwerp te verdagen tot het ogenblik waarop wij
concreet zouden weten over hoeveel miljard het ging, maar de minister
06.01 Trees Pieters (CD&V): Ce
projet de loi remonte à quelque 18
mois déjà. Après tout ce temps, la
loi n'est toujours pas adoptée. Le
Sénat a apporté une série
d'amendements techniques que la
commission compétente de la
Chambre a adoptés sans
exception, avec l'approbation du
ministre.

Depuis longtemps déjà, nous
demandons au ministre du Budget
de procéder à une simulation des
coûts de ce projet. La première
estimation oscillait entre 1,05 et
1,7 milliard de francs. Selon le
ministre de l'Economie, un pareil
calcul ne pouvait être fiable qu'à
partir de juin 2001, après que tous
les CPAS avaient déposé leurs
comptes individuels. Après les
amendements du Sénat, nous
avons demandé une nouvelle
simulation.

C'est la raison pour laquelle nous
avons demandé un report du vote,
27/03/2002
CRIV 50
PLEN 216
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
kon geen cijfers geven en wilde de stemming niet verdagen. Ik hoop dat
de minister morgen in de plenaire vergadering aanwezig zal zijn en de
juiste cijfers zal kunnen geven.

Een tweede belangrijk discussiepunt. Als de kosten voor de overheid
1,1 miljard tot 1,2 miljard bedragen, dan vindt mijn partij dat men niet zo
maar eenzijdig 1 miljard verplicht op de sector kan leggen. Uit alle
communicatie die naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen
van oktober 2000 door de regering werd gevoerd, bleek dat het ging om
gedeelde kosten: de helft voor de petroleumsector, de helft voor de
overheid.

Nu komt men daarop terug en beweert men dat men niet heeft gezegd
dat de sector zou instaan voor de helft van de kosten. De sector heeft
zich weliswaar niet verrijkt door de prijsstijgingen omdat deze
gekoppeld zijn aan winstmarges die gereguleerd zijn in het
programmacontract. Wie zich wel aan die prijsstijgingen heeft verrijkt is
de overheid, met name met zes miljard, omdat zij zes miljard extra
BTW-ontvangsten heeft ontvangen door deze prijsstijgingen.

In het verslag van de heer Zenner, een van onze
regeringscommissarissen, in verband met de fiscale fraude en de
fiscale vereenvoudiging, lees ik in het overzicht van zijn
verwezenlijkingen dat door deze regering werd afgestapt van het
principe dat de wet met terugwerkende kracht wordt toegepast. Waar
zijn we mee bezig? Er zijn argumenten te over om die verplichte
bijdrage niet eenzijdig op een sector te leggen, door een wet die
achttien maanden geleden werd besproken, maar die nog steeds zijn
beslag niet kent. Dit is geen fatsoenlijk regeringswerk, maar geklungel.

Ten slotte beweert de minister dat hij gewonnen is voor een duurzaam
beleid, waarvoor wij hebben geopteerd in de amendementen die wij
hebben ingediend. Er is niets zo variabel als prijsstijgingen in de
oliesector. Een kleine crisis op wereldvlak kan aanleiding geven tot
grote prijsstijgingen in de oliesector. Daarom hebben we voorgesteld
om een duurzaam beleid te voeren, met een structurele aanpak. Wij
hebben dan ook een aantal amendementen ingediend om aan de
petroleumprijzen een duurzaam karakter te geven. We hebben via
amendementen geprobeerd een petroleumfonds te creëren. De minister
is daar naar eigen zeggen niet afkerig van, maar hij beweert dat dit een
werk is van lange duur. Wij zijn nu reeds zes maanden na de eerste
stemming in de Kamer. De minister van Economie heeft in dat verband
echter nog niets ondernomen. Er is geen overleg geweest met de
sector om tot een duurzame verankering te komen. Daarom achten wij
het nodig om onz e amendementen opnieuw in te dienen. Ik zal ze
straks nog eens proberen toe te lichten.

Collega's, het is ongelooflijk maar waar. Achttien maanden na de feiten
moeten wij over een volledig voorbijgestreefde wet stemmen. U hebt nog
een laatste kans om een goede en duurzame oplossing uit te werken
voor de mensen van dit land.
refusé par le ministre. J'espère
maintenant que, demain en séance
plénière, il pourra nous fournir les
chiffres exacts.

Si l'estimation est de 1,1 ou 1,2
milliard de francs, on ne peut tout
de même pas imputer 1 milliard au
secteur? Initialement, on a parlé de
coûts équitablement partagés entre
le secteur pétrolier et l'Etat. En
outre, grâce aux augmentations de
prix, l'Etat a engrangé 6 milliards
de plus de recettes d'accises.

Le commissaire du gouvernement,
M. Zenner, a déclaré que le
gouvernement avait renoncé à
appliquer le principe de la
rétroactivité. Mais entre-temps, dix-
huit mois se sont écoulés. A mes
yeux, ce n'est pas du bon travail
législatif mais du bricolage!

Les augmentations de prix dans le
secteur pétrolier sont imprévisibles.
C'est la raison pour laquelle il faut
mener une politique durable,
assortie d'interventions
structurelles. Telle est la finalité de
nos amendements. A en croire le
ministre, une politique de ce type
demande beaucoup de temps.
Mais, au cours des six derniers
mois, depuis le premier vote donc,
rien n'a été fait. Voilà pourquoi je
redépose mes amendements.

Un an et demi après les faits, nous
votons sur une loi ad hoc
totalement désuète. C'est du
mauvais travail législatif et le CD&V
ne peut en aucun cas l'approuver.
Ingediende amendementen:
Amendements déposés:

Opschrift/Intitulé
- 14: Trees Pieters c.s. (1129/10)
Art. 1
- 15: Trees Pieters c.s. (1129/10)
Art. 2
- 16: Trees Pieters c.s. (1129/10)
Art. 11 (n)
CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
- 17: Trees Pieters c.s. (1129/10)
Art. 12 (n)
- 18: Trees Pieters c.s. (1129/10)
Art. 13 (n)
- 19: Trees Pieters c.s. (1129/10)
Art. 14 (n)
- 20: Trees Pieters c.s. (1129/10)
Art. 15 (n)
- 21: Trees Pieters c.s. (1129/10)
Art. 16 (n)
- 22: Trees Pieters c.s. (1129/10)

De stemming over het opschrift, de amendementen en artikelen wordt aangehouden.
Le vote sur l'intitulé, les amendements et les articles est réservé.

De artikelen 3 tot 10 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 3 à 10 sont adoptés article par article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het aangehouden opschrift, de aangehouden
amendementen en artikelen en over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'intitulé, les amendements et les articles réservés ainsi que
sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
07 Wetsontwerp houdende instemming met het Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk
België en de Regering van de Republiek Hongarije inzake politiesamenwerking en samenwerking
inzake de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit, ondertekend te Brussel op
4 november 1998 (overgezonden door de Senaat) (1619/1)
07 Projet de loi portant assentiment à la Convention entre le Gouvernement du Royaume de
Belgique et le Gouvernement de la République de Hongrie relative à la coopération policière et à la
coopération en matière de lutte contre la criminalité organisée, signée à Bruxelles le
4 novembre 1998 (transmis par le Sénat) (1619/1)

Algemene bespreking
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.

De heer Geert Versnick, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.
M. Geert Versnick, rapporteur, se réfère au rapport écrit.

Vraagt iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor
de bespreking. (Rgt 66,4) (1619/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4) (1619/1)

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.

Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
27/03/2002
CRIV 50
PLEN 216
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
08 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst opgesteld op grond van artikel K.3
van het Verdrag betreffende de Europese Unie aangaande de verkorte procedure tot uitlevering
tussen de Lid-Staten van de Europese Unie, gedaan te Brussel op 10 maart 1995 (overgezonden
door de Senaat) (zonder verslag) (1651/1)
08 Projet de loi portant assentiment à la Convention établie sur la base de l'article K.3 du Traité sur
l'Union européenne, relative à la procédure simplifiée d'extradition entre les Etats membres de
l'Union européenne, faite à Bruxelles le 10 mars 1995 (transmis par le Sénat) (sans rapport) (1651/1)

Algemene bespreking
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.

Vraagt iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor
de bespreking. (Rgt 66,4) (1651/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4) (1651/1)

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.

Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
09 Wetsontwerp houdende instemming met het Protocol tot aanpassing van de institutionele
aspecten van de Europa -Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de
Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Polen, anderzijds,
teneinde rekening te houden met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland
en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie, en met de Bijlagen, gedaan te Brussel op
25 juni 1999 (overgezonden door de Senaat) (zonder verslag) (1620/1)
09 Projet de loi portant assentiment au Protocole portant adaptation des aspects institutionnels de
l'Accord européen établissant une association entre les Communautés européennes et leurs Etats
membres, d'une part, et la République de Pologne, d'autre part, afin de tenir compte de l'adhésion
de la République d'Autriche, de la République de Finlande et du Royaume de Suède à l'Union
européenne, et aux Annexes, faits à Bruxelles le 25 juin 1999 (transmis par le Sénat) (sans rapport)
(1620/1)

Algemene bespr eking
Discussion générale
CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.

Vraagt iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor
de bespreking. (Rgt 66,4) (1620/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4) (1620/1)

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.

Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
10 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de regeringen van de
Beneluxstaten (het Koninkrijk België, het Koninkrijk der Nederlanden, het Groothertogdom
Luxemburg) en de regering van de Republiek Estland betreffende de overname van onregelmatig
verblijvende personen (Overnameovereenkomst), en met het Uitvoeringsprotocol, ondertekend te
Brussel op 3 februari 1999 (overgezonden door de Senaat) (zonder verslag) (1621/1)
10 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre les gouvernements des Etats du Benelux (le
Royaume de Belgique, le Royaume des Pays-Bas, le Grand-Duché de Luxembourg) et le
gouvernement de la République d'Estonie relatif à la réadmission des personnes en séjour irrégulier
(Accord de réadmission), et au Protocole d'application, faits à Bruxelles le 3 février 1999 (transmis
par le Sénat) (sans rapport) (1621/1)

Algemene bespreking
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.

Vraagt iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor
de bespreking. (Rgt 66,4) (1621/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4) (1621/1)
27/03/2002
CRIV 50
PLEN 216
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.

Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
11 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de regeringen van de
Beneluxstaten (het Koninkrijk België, het Koninkrijk der Nederlanden, het Groothertogdom
Luxemburg) en de regering van de Republiek Litouwen betreffende de overname van
onregelmatig verblijvende personen (Overnameovereenkomst), en met het Uitvoeringsprotocol,
ondertekend te Brussel op 9 juni 1999 (overgezonden door de Senaat) (zonder verslag) (1622/1)
11 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre les gouvernements des Etats du Benelux (le
Royaume de Belgique, le Royaume des Pays-Bas, le Grand-Duché de Luxembourg) et le
gouvernement de la République de Lituanie relatif à la réadmission des personnes en séjour
irrégulier (Accord de réadmission), et au Protocole d'application, faits à Bruxelles le 9 juin 1999
(transmis par le Sénat) (sans rapport) (1622/1)

Algemene bespreking
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.

Vraagt iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor
de bespreking. (Rgt 66,4) (1622/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4) (1622/1)

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.

Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
12 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de regeringen van de
Beneluxstaten (het Koninkrijk België, het Koninkrijk der Nederlanden, het Groothertogdom
Luxemburg) en de regering van de Republiek Bulgarije betreffende de overname van onregelmatig
verblijvende personen (Overnameovereenkomst), en met het Uitvoeringsprotocol, ondertekend te
Brussel op 7 oktober 1998 (overgezonden door de Senaat) (zonder verslag) (1668/1)
12 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre les gouvernements des Etats du Benelux (le
CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
Royaume de Belgique, le Royaume des Pays-Bas, le Grand-Duché de Luxembourg) et le
gouvernement de la République de Bulgarie relatif à la réadmission des personnes en séjour
irrégulier (Accord de réadmission), et au Protocole d'application, faits à Bruxelles le 7 octobre 1998
(transmis par le Sénat) (sans rapport) (1668/1)

Algemene bespreking
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.

Vraagt iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor
de bespreking. (Rgt 66,4) (1668/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la com mission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4) (1668/1)

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.

Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
13 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse
Economische Unie en de regering van de Republiek Jemen inzake de wederzijdse bevordering en
bescherming van investeringen, gedaan te Brussel op 3 februari 2000 (overgezonden door de
Senaat) (1649/1)
13 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre l'Union économique belgo-luxembourgeoise et
le gouvernement de la République du Yémen concernant l'encouragement et la protection
réciproques des investissements, fait à Bruxelles le 3 février 2000 (transmis par le Sénat) (1649/1)

Algemene bespreking
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.

De heer Geert Versnick, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.
M. Geert Versnick, rapporteur, se réfère au rapport écrit.
13.01 Vincent Decroly (indépendant): Monsieur le président, chers
collègues, au mois de juin 1997, un éminent député de notre
Assemblée entamait une interpellation qui était l'une des premières
consacrées aux inves tissements internationaux. Elle était adressée à
MM. Maystadt et Di Rupo.

L'orateur entamait son interpellation en évoquant l'accord multilatéral
13.01 Vincent Decroly
(onafhankelijk): Vijf jaar geleden
hield een volksvertegenwoordiger
een interpellatie met betrekking tot
het multilateraal
investeringsakkoord. Ik zou de toen
geformuleerde eis vandaag kunnen
27/03/2002
CRIV 50
PLEN 216
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
36
sur les investissements. Il utilisait les termes qui suivent: "Monsieur le
président, monsieur le ministre, j'ai l'impression qu'on nous refait le
coup des accords de Maastricht ou du Gatt.".

L'orateur faisait sans doute allusion à ces logiques de libéralisation et
de privatisation qui constituent aujourd'hui la lame de fond extrêmement
puissante de la mondialisation néo-libérale.

Aujourd'hui, monsieur le président, je pense que, sans difficulté, je
pourrais faire mienne cette introduction à notre débat puisque les
accords bilatéraux sur les investissements dont il est question ici ­
celui sur le Yémen et les deux autres qui sont à l'ordre du jour ­
procèdent exactement de la même logique. Ces questions rappelleront
certainement de bons souvenirs aux représentants du gouvernement
qui sont sur les bancs aujourd'hui.

Je vous ramènerai également au débat qui a eu lieu en février 1998 au
Sénat à propos de l'accord multilatéral sur les investissements. Vous
vous souviendrez peut-être que cet accord multilatéral avait fait l'objet, à
partir d'une fuite organisée par "Le Monde Diplomatique" et de la
parution sur internet d'un avant-projet d'accord multilatéral, d'une
montée progressive des pressions contre ce coup de canif donné à
diverses conventions en matière de respect des droits humains, des
droits des travailleurs et des droits de l'environnement. Il avait fait l'objet
de prises de position de plus en plus vives pour se terminer par une
prise de parole extrêmement forte de la part du premier ministre
français, Lionel Jospin, à l'Assemblée Nationale. Celui-ci déclarait que
son pays se retirait des négociations en cours, sous l'égide de l'OCDE
à l'époque. Il donnait ainsi le coup final à ce processus extrêmement
dangereux qui avait débuté à l'abri des regards.

Je me demande si ce qui fait l'objet de nos discussions aujourd'hui
n'est pas aussi un processus qui se produit malheureusement à l'abri
des regards. Mon intervention n'est autre qu'une intervention d'alarme,
monsieur le secrétaire d'Etat. A la suite de l'interpellation à laquelle je
viens de faire allusion, le ministre des Finances et du Commerce
extérieur de l'époque, M. Maystadt, qui répondait au nom de son
collègue, M. Di Rupo, avait dressé un parallèle intéressant entre les
logiques qui président aux accords bilatéraux du type de ceux que
nous sommes appelés à voter aujourd'hui et celles qui présidaient à
l'accord multilatéral sur les investissements.

Que disait M. Maystadt à l'époque pour tracer cette pure équivalence
entre AMI et accords bilatéraux sur les investissements? Je cite: "Ces
dispositions" ­ M. Maystadt parlait de l'accord multilatéral sur les
investissements encore en projet ­ "sont en fait déjà intégrées dans un
grand nombre d'accords bilatéraux, accords que l'on qualifie
généralement de protection et de promotion des investissements,
ratifiés par le parlement belge à de très nombreuses reprises. Pour
nous, cet accord multilatéral sur les investissements n'apporte pas
grand-chose de nouveau. Il s'agit de reprendre, sur le plan multilatéral,
le type de dispositions auxquelles nous souscrivons régulièrement et
que nous avons acceptées dans de nombreux accords bilatéraux sur la
promotion et la protection des investissements."

Je pense que nous pouvons ajouter foi aux déclarations de M.
Maystadt sur la pure équivalence entre accord multilatéral et accord
bilatéral sur les investissements et sur le fait que les contenus sont
rigoureusement identiques.

Par contre, je ne le suivrai pas dans sa manière de banaliser et de
minimiser l'importance de ce qui était alors un projet, en évoquant
overnemen, aangezien de huidige
bilaterale akkoorden op dezelfde
logica stoelen. Ik zou eveneens het
relaas willen doen van het debat dat
in 1998, één jaar later, over het
multilateraal investeringsakkoord
werd gehouden. De heer Lionel
Jospin heeft indertijd in verband met
dat akkoord de druk opgevoerd en
een krachtig standpunt ingenomen,
waarbij hij verklaarde dat zijn land
zich uit de OESO terug zou
trekken.

Het huidige proces verloopt op
sluikse wijze. Mijn betoog wil
derhalve een alarmsignaal zijn
evenals een oproep tot
waakzaamheid met betrekking tot
de
logica die aan de
totstandkoming van de bilaterale
investeringsakkoorden ten
grondslag ligt. De heer Maystadt
vestigde eerder al onze aandacht
op de zuivere gelijkwaardigheid
tussen de multilaterale
investeringsakkoorden (MIA) en de
bilaterale investerings akkoorden
(BIA) waarvan de inhoud mijns
inziens identiek is. Wij mogen het
belang van deze erg actuele
voorontwerpen niet bagatelliseren
omdat het gevaar bestaat dat ze
worden gerealiseerd.

In de Senaat noch in de Commissie
was het debat over de inhoud van
die akkoorden veel zaaks. De
bedoeling ervan is het vrij verkeer
en de bescherming van de
investeringen te waarborgen en
zowel de multinationals als het
kapitaal van iedere belemmering te
bevrijden.

Nochtans hebben deze voorstellen
tijdens het debat over het MIA felle
reacties van het verenigingsleven en
van de vakbondswereld uitgelokt,
om vervolgens de verontwaardiging
van bepaalde politici op te wekken.

Vanwaar die storm van protest?
Met dit type van overeenkomst
primeert het belang van de privé-
bedrijven op algemene
overwegingen en op de rechten van
de werknemers. Deze
investeringswijze staat haaks op
het algemene economische beleid,
en op de sociale en culturele
bekommernissen van een land. Het
CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
37
l'adoption, à de nombreuses reprises, d'accords bilatéraux sur les
investissements. En réalité, le projet qui est soumis aujourd'hui à notre
examen, est précisément relatif à ces accords bilatéraux sur les
investissements: ils n'ont donc pas trait au passé mais bien au présent
et à l'avenir immédiat.

J'en viens au contenu particulier de l'accord bilatéral sur les
investissements dont il nous est donné de discuter après un maigre
débat au Sénat et un débat encore plus maigre au sein de notre
commission des Relations extérieures. Pour commenter brièvement le
contenu de cet accord, je rappelle qu'il s'agit d'assurer la libre
circulation des investissements et la suppression complète de toute
entrave à l'action des entreprises privées. Tel était le fondement de
l'accord multilatéral sur les investissements qui a produit, tant en
Belgique que dans le monde entier, une levée de boucliers associative,
syndicale et finalement politique.

Pourquoi cette levée de boucliers et pourquoi était-il important, à un
moment donné, que des responsables politiques au plus haut niveau
prennent ce que M. Michel appelait tout à l'heure "le noble risque
politique de sortir du rang"? Je vais tenter de le dire. Ce type d'accord
sur les investissements fait primer ­ c'est ce qui est extraordinairement
préoccupant ­ des principes de libre circulation, de protection et de
promotion des investissements sur toute autre forme de préoccupation.
Il fait primer l'intérêt d'entreprises particulières, des secteurs de
production privés, sur les considérations de politique générale et de
politique de régulation économique mise en oeuvre par les Etats.

A la faveur de tels accords, ces principes de libre circulation et de
promotion des investissements prennent brutalement le dessus sur le
droit international et les droits nationaux du travail. Le règlement de
différends par les procédures d'arbitrage autonomes qu'instaurent ce
type d'accord est totalement indépendant, voire en contradiction totale
avec le mode de règlement juridictionnel ou quasi juridictionnel prévu
par les instances du système de l'ONU.

Cette promotion des investissements et cette protection absolue de
ceux -ci priment évidemment sur toute politique de régulation
économique que l'Etat est susceptible de mettre en place à l'échelon
national ou régional.

Il faut aussi épingler le fait extrêm ement grave que ces mêmes
principes de promotion et de protection absolue des investissements
priment sur toute préoccupation sociale et environnementale,
notamment en matière de santé et de sécurité civile et industrielle, et
même sur toute préoccupation culturelle; bref, sur tout ce qui fait
l'essence du travail que sont censés accomplir les Etats dans la
poursuite sans relâche de l'intérêt général.

Vous me direz que c'est le Roi qui conclut les traités, ainsi que le
prévoit notre Constitution. Et vous me demanderez ce qui me permet
de contester au Roi la compétence qui est sienne de conclure des
traités de cet ordre.

Outre les considérations que je viens d'émettre, je voudrais attirer
l'attention de notre assemblée sur la différence entre la manière
classique, ordinaire dont notre assemblée ratifie ce type de traité et ce
qui nous est proposé cette semaine. Cette différence réside dans le fait
que dans la plupart des cas, la ratification des traités n'emporte pas un
abandon significatif de souveraineté. On ne demande pas à nos
assemblées de faire le deuil de leur faculté de légiférer. Or, dans le cas
présent, le vote par une assemblée comme la nôtre de tels traités
mag dan wel de Koning zijn die
verdragen sluit, ik wil toch uw
aandacht vestigen op de
onderscheiden methoden die een
assemblee hanteert om een verdrag
te ratificeren.

Deze akkoorden impliceren dat
afstand wordt gedaan van de
soevereiniteit en beperken de
beslissingsmacht en de
wetgevende macht van onze
assemblees.

Het beleid van de Staten komt in
het gedrang, aangezien de
ondernemingen hen voortaan
kunnen aanklagen wanneer het
overheidsbeleid hun belangen
schaadt.

Zo diende de Amerikaanse privé-
onderneming ETHIL in 1998 klacht
in tegen Canada. De Canadese
regering moest 250 miljoen dollar
schadevergoeding voor gederfde
winst en aantasting van de
reputatie van het bedrijf ophoesten
omdat zij een door ETHIL
geproduceerd giftig
petroleumadditief had verboden.

Zullen wij in die val trappen? Zullen
wij de beloften die wij vóór de
verkiezingen hebben gedaan,
inslikken? Ik hoop van niet; de
multilaterale investeringsakkoorden
zullen de bilaterale
investeringsakkoorden opslokken.
Men vindt in dat Verdrag geen
enkele verwijzing naar het
internationaal recht, de UNO, de
rechten van het kind en de
overeenkomsten betreffende de
broeikasgassen. De wil van de
privébedrijven is dus wet; zij kijken
daarbij enkel naar hun eigen
belangen en bekommeren zich niet
om het algemeen belang. Meer dan
37 bilaterale akkoorden zijn door
onze diverse assemblees
goedgekeurd. Dat volstaat! Het
Parlement moet de nodige
waakzaamheid aan de dag leggen
om te beletten dat die akkoorden,
die worden voortgebracht door de
vloedgolf van de neoliberale
mondialisering waarvan de
uitwassen door parlementsleden
van onze assemblees aan de kaak
werden gesteld, zouden worden
goedgekeurd. Onze assemblees
27/03/2002
CRIV 50
PLEN 216
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
38
bilatéraux entraîne obligatoirement la limitation, pour notre assemblée
mais aussi pour celles d'autres pays bien plus fragiles que le nôtre et
même pour les gouvernements de ces pays, de leur faculté de décider
des politiques, de leur faculté d'exercer leur souveraineté dans une très
longue série de matières extrêmement importantes. Ce qui es t en jeu
ici, c'est le concept d'investissement au sens le plus large. Je vous
renvoie à cet effet à l'article 1
er
et aux définitions des l'articles 1
ers
des
accords soumis à votre sagacité.

Ces accords bilatéraux sur les investissements ­ tout comme l'a ccord
multilatéral en projet à l'époque et auquel on a renoncé sous la
pression d'assemblées et des partis représentés au sein du
gouvernement ­ mettent en permanence les politiques des Etats sous
une épée de Damoclès. Car on se trouvera constamment face au
risque qu'un investisseur, qui estimerait que telle ou telle mesure
décidée par l'Etat met son investissement et ses profits en péril, traîne
cet Etat devant l'instance d'arbitrage et de règlement des différends et
ne le fasse finalement condamner au paiement d'une lourde amende
compensatoire. Tout cela relève-t-il de mon imagination? Non, monsieur
le président.

Je sais que nous parlons maintenant du Yémen, et que tout à l'heure,
ce sera du Salvador et du Koweit. Mais j'aimerais vous parler du
Canada pour vous citer un exemple de dérive à laquelle ce type
d'accord bilatéral sur les investissements peut conduire. Je veux faire
référence à l'expérience vécue par le gouvernement canadien en 1998,
lorsqu'il a essuyé une plainte portée contre lui devant l'instance de
règlement des différends par une compagnie dénommée "ETHYL"
basée aux Etats-Unis. Cette compagnie a exigé 250 millions de dollars
américains de dommages et intérêts suite à l'interdiction par le
gouvernement canadien d'un additif pétrolier toxique produit par cette
société privée.

Ainsi, dans un souci de protection de l'environnement et de la santé
des populations, le gouvernement canadien prend une mesure
extrêmement importante et légitime d'interdiction d'un additif pétrolier
toxique. Il se fait attaquer devant l'instance de règlement des conflits
par la société privée qui produit cet additif et cette société privée
parvient à obtenir, sous forme de dommages et intérêts, une
compensation sur la base du fait qu'elle a perdu des bénéfices liés aux
investissements qu'elle avait consentis au Canada. Elle prétendit même
que le gouvernement canadien avait porté atteinte à son honorabilité et
à sa réputation d'entreprise privée.

Est-ce bien cela que nous voulons? Entrerons -nous ­ conformément à
l'équivalence décrite par M. Maystadt entre AMI et ABI, si je puis dire ­
dans une logique où ce que nous avons refusé avec d'autres pays de la
planète en 1997-98 peut nous être imposé par la bande aujourd'hui, à la
faveur d'un saucissonnage ou d'une administration à doses
homéopathiques de contenus exactement similaires à l'AMI?
Entrerons-nous dans ce piège qui consistera, peut-être trop tard, à
nous rendre compte que mis bout à bout, ces multiples petits ABI que
nous sommes en train d'adopter finissent par reconstituer totalement
les pièces du puzzle du défunt AMI? En d'autres termes, mangerons-
nous notre parole et nos engagements prononcés au moment des
élections pour aujourd'hui, au nom de je ne sais quelle nouvelle
rationalité ou culture politique, accepter ce que nous avons condamné
hier avec virulence?

J'espère que cela ne sera pas le cas. Car les ABI récupèrent l'AMI.
C'est une organisation de rattrapage et de repêchage pour l'accord
multilatéral sur les investissements. J'en veux pour preuve que les
moeten consequent blijven ten
aanzien van de afwijzende houding
die zij drie jaar geleden met
betrekking tot het ontwerp-
multilateraal investeringsakkoord
hebben aangenomen.

CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
39
mécanismes de règlement des conflits ­ voir articles 9 des accords
bilatéraux examinés aujourd'hui ­ sont exactement les mêmes. Le type
de protection accordée à l'investissement, y compris la très
dangereuse clause de la nation la plus favorisée ­ articles 3 ­ sont
repris texto, par un magnifique "coupé-collé", de ce qui était prévu dans
l'accord multilatéral sur l'investissement. La définition de la notion
d'investissement héritée par les ABI provient en ligne directe de ce que
l'AMI avait préconisé ­ voir articles 1ers des traités soumis à notre
examen.

Par contre, monsieur le secrétaire d'Etat, aucune référence n'est faite
au droit international si ce n'est des références purement symboliques,
aucune référence à l'ONU, à l'OIT, aux conventions en matière de droit
de l'homme et de l'enfant, aux conventions qui régissent l'exploitation
des mers ou aux conventions visant à réduire les émissions de gaz à
effet de serre, par exemple.

La seule chose qui reste, après lecture de ces accords, est la
sacralisation au-delà de toute mesure raisonnable de la propriété des
investissements. Et de la possibilité libre et entière, pour ceux qui les
possèdent, d'agir à leur guise selon leur intérêt et bien souvent au
mépris et au détriment de l'intérêt général.

Autant chez ABI que chez AMI, trouve-t-on l'interdiction de «mesures
injustifiées». Avec ces termes, on ratisse très large! Je vous renvoie au
§2 de l'article 2 du projet de traité. On y trouve également l'interdiction
de toute forme de nationalisation, d'expropriation, de réquisition ou de
toute mesure associée à moins que, selon les articles 4 et 5, des
indemnités soient versées, par les Etats qui se rendraient "coupables"
de telles mesures, aux entreprises "lésées" par ces mesures.

De même, le mécanisme de règlement des conflits entretient un
rapport fortement ambigu et juridiquement très controversé à la légalité
internationale. On peut dire aujourd'hui que le système de l'ONU et ses
modes de règlement propres ­ par exemple, la convention de Cotonou
et même l'OMC ­ seront demain submergés par ces ABI qui passent à
l'insu de tous et, pour l'instant, devant notre assemblée.

Aujourd'hui, plus de 37 ABI ont déjà été adoptés par l'une ou l'autre des
assemblées fédérales de notre pays. Ils concernent des pays comme
le Salvador, le Brésil, le Mexique, la Bolivie, le Chili, le Paraguay,
l'Uruguay, Cuba, le Venezuela, pour d'autres pays européens comme
l'Ouzbékistan, l'Ukraine, la Slovénie, l'Estonie, la Lettonie, la Lituanie,
la Georgie, le Kazakhstan, la Roumanie, la Moldavie, l'Albanie, la
Macédoine et pour d'autres pays africains, arabes ou encore du
Pacifique. Il est temps aujourd'hui de tirer ici la sonnette d'alarme et de
ne pas voter demain ce type d'accords, non seulement parce qu'ils sont
extraordinairement toxiques, parce qu'ils procèdent de cette lame de
fond de la mondialisation néo-libérale dont j'ai vu plusieurs de nos
collègues condamner avec beaucoup de fermeté l'évolution dangereuse
à Porto Alegre ou dans les manifestations parallèles au Sommet de
Laeken, mais aussi parce que d'une certaine manière, on est en train
d'essayer d'imposer à nos assemblées ce que, il n'y a pas plus de trois
ans, avant les dernières élections, elles avaient décidé en toute
maturité et avec beaucoup de courage de rejeter.

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
27/03/2002
CRIV 50
PLEN 216
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
40
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor
de bespreking. (Rgt 66,4) (1649/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4) (1649/1)

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.

Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
14 Regeling van de werkzaamheden
14 Ordre des travaux

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 27 maart 2002, stel ik u voor op de agenda
van de plenaire vergadering van morgen namiddag het voorstel van resolutie van de dames Leen Laenens en
Claudine Drion betreffende de mensenrechten op Cuba (nr. 1690/1) in te schrijven.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 27 mars 2002, je vous propose d'inscrire à l'ordre
du jour de la séance plénière de demain après-midi la proposition de résolution de Mmes Leen Laenens et
Claudine Drion relative aux droits de l'homme à Cuba (n° 1690/1).

Mevrouw Josée Lejeune zal mondeling verslag uitbrengen.
Mme Josée Lejeune fera rapport oral.

Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.

Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
15 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse
Economische Unie en de Staat Koeweit inzake de wederzijdse bescherming en bevordering van
investeringen, gedaan te Brussel op 28 september 2000 (overgezonden door de Senaat) (zonder
verslag) (1667/1)
15 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre l'Union économique belgo-luxembourgeoise et
l'Etat du Koweït concernant l'encouragement et la protection réciproques des investissements, fait à
Bruxelles le 28 septembre 2000 (transmis par le Sénat) (sans rapport) (1667/1)

Algemene bespreking
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
15.01 Vincent Decroly (indépendant): Monsieur le président, j'attends
pour aujourd'hui ou pour demain que le gouvernement ou son
représentant définisse son attitude et nous dise ce qu'il recommande
aux parlementaires de voter demain. Cet endroit ne doit pas seulement
être un lieu de monologue mais aussi un lieu de débat. J'ai constaté
que M. Deleuze a lu son journal pendant une grande partie de mon
intervention mais j'estime qu'elle mérite une réponse, demain au plus
tard.
15.01 Vincent Decroly
(onafhankelijke): Ik verwacht dat de
regering vandaag of morgen een
standpunt inneemt en een antwoord
geeft met betrekking tot de redenen
van deze stemming. De assemblee
mag geen genoegen nemen met
monologen zonder antwoorden.
CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
41
15.02 Le président: Il faudra peut-être demander au gouvernement
d'expliquer sa position avant le vote, que ce soit maintenant ou demain.
Ce sont des traités qui émanent du ministère des Affaires étrangères.
Je comprends que M. Deleuze préfère que ce soit M. Louis Michel ou
un de ses remplaçants qui réponde en son nom.
15.02 De voorzitter: De regering
moet inderdaad haar standpunt
bepalen.

15.03 Olivier De leuze, secrétaire d'Etat: J'en prends bonne note,
monsieur le président.
15.03
Staatssecretaris Olivier
Deleuze: Ik volg de discussie met
aandacht. Ik maak zelfs notities.
15.04 Hugo Coveliers (VLD): Mijnheer de voorzitter, als ik mij niet
vergis gaat het over ontwerpen die ook in de Senaat zijn behandeld en
heeft de regering daar een duidelijk standpunt ingenomen.
15.04 Hugo Coveliers (VLD): Il
s'agit de projets qui ont déjà été
traités au Sénat. Le gouvernement
y a déjà fait part de son point de
vue au Parlement.
De voorzitter: Niets sluit uit dat een collega de regering vraagt haar standpunt in de Kamer mee te delen. Uit
de lichaamstaal van de staatssecretaris blijkt in welke richting dat antwoord zal gaan.

De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor
de bespreking. (Rgt 66,4) (1667/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4) (1667/1)

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.

Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
16 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse
Economische Unie en de Regering van de Republiek El Salvador inzake de wederzijdse
bevordering en bescherming van investeringen, gedaan te Brussel op 12 oktober 1999
(overgezonden door de Senaat) (zonder verslag) (1669/1)
16 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre l'Union économique belgo-luxembourgeoise et
le Gouvernement de la République d'El Salvador concernant l'encouragement et la protection
réciproques des investissements, fait à Bruxelles le 12 octobre 1999 (transmis par le Sénat) (sans
rapport) (1669/1)

Algemene bespreking
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.

Vraagt iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
27/03/2002
CRIV 50
PLEN 216
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
42
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor
de bespreking. (Rgt 66,4) (1669/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4) (1669/1)

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.

Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
17 Wetsontwerp houdende instemming met het Protocol, gedaan te Brussel op 22 september 1998,
tot aanvulling van de Benelux-Overeenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen
territoriale samenwerkingsverbanden of autoriteiten met gemeenschappelijke Memorie van
Toelichting, ondertekend te Brussel op 12 september 1986 (overgezonden door de Senaat) (zonder
verslag) (1670/1)
17 Projet de loi portant assentiment au Protocole, fait à Bruxelles le 22 septembre 1998, complétant
la Convention Benelux concernant la coopération transfrontalière entre collectivités ou autorités
territoriales avec Exposé des Motifs commun, signée à Bruxelles le 12 septembre 1986 (transmis par
le Sénat) (sans rapport) (1670/1)

Algemene bespreking
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.

Vraagt iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor
de bespreking. (Rgt 66,4) (1670/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4) (1670/1)

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.

Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
43

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
18 Wetsontwerp houdende instemming met het Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de
rechten van het kind, inzake kinderen in gewapend conflict, aangenomen te New York op
25 mei 2000 (overgezonden door de Senaat) (1671/1 en 2)
18 Projet de loi portant assentiment au Protocole facultatif à la Convention relative aux droits de
l'enfant, concernant l'implication d'enfants dans les conflits armés, adopté à New York le
25 mai 2000 (transmis par le Sénat) (1671/1 et 2)

Algemene bespreking
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.

Mevrouw Leen Laenens, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.
Mme Leen Laenens, rapporteur, se réfère au rapport écrit.

Vraagt iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor
de bespreking. (Rgt 66,4) (1671/ 2)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4) (1671/ 2)

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.

Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
19 Voorstel van resolutie van de dames Claudine Drion en Leen Laenens met betrekking tot de
huidige toestand in Algerije (1445/1 tot 5)
19 Proposition de résolution de Mmes Claudine Drion et Leen Laenens relative à la situation
actuelle en Algérie (1445/1 à 5)

Bespreking
Discussion

De bespreking is geopend.
La discussion est ouverte.

De heer Yvon Harmegnies, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.
M. Yvon Harmegnies, rapporteur, se réfère au rapport écrit.

De bespreking is gesloten.
27/03/2002
CRIV 50
PLEN 216
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
44
La discussion est close.

De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 66,4) (1445/5)
Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 66,4) (1445/5)

Er werden geen amendementen ingediend of heringediend.
Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.

De stemming over het voorstel van resolutie zal later plaatsvinden.
Le vote sur la proposition de résolution aura lieu ultérieurement.
20 Voorstel van resolutie van de heer Lode Vanoost, de dames Simonne Creyf, Claudine Drion en
Leen Laenens en de heren Jacques Lefevre en Ferdy Willems betreffende maatregelen tegen
illegale houtkap in de wereld (1516/1 en 2)
20 Proposition de résolution de M. Lode Vanoost, Mmes Simonne Creyf, Claudine Drion et Leen
Laenens et MM. Jacques Lefevre et Ferdy Willems relative aux mesures à prendre pour lutter
contre l'abattage illégal d'arbres dans le monde (1516/1 et 2)

Bespreking
Discussion

De bespreking is geopend.
La discussion est ouverte.
20.01 Dirk Van der Maelen, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik
verwijs naar het schriftelijk verslag.
20.01 Dirk Van der Maelen,
rapporteur: Je me réfère au rapport
écrit.
20.02 Jacques Lefevre (PSC): Monsieur le président, je voulais
intervenir pour dire que je sais qu'une telle proposition de résolution
peut faire sourire, mais il s'agit pourtant d'un sujet fort important. En
effet, rien que dans le bassin de l'Amazonie, on déboise, chaque
minute, nuit et jour, l'équivalent d'un terrain de football. Ce genre
d'initiative est donc essentiel pour lutter contre l'effet de serre, comme
le rappelle souvent M. Deleuze.
20.02 Jacques Lefevre (PSC): Ik
wil u erop wijzen dat er in het
Amazone-oerwoud elke minuut een
oppervlakte ter grootte van een
voetbalveld gerooid wordt. Het is
ons inziens van kapitaal belang dat
het broeikaseffect wordt bestreden.

20.03 Le président: Monsieur Lefevre, j'ai lu la proposition de
résolution avec beaucoup d'intérêt et je crois que vous avez raison
d'attirer l'attention de la Chambre sur ce problème. Je vous remercie
d'ailleurs de l'avoir fait.
20.03 Le président: J'ai lu la
proposition de résolution et je vous
remercie votre intervention.

De bespreking is gesloten.
La discussion est close.
De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 66,4) (1516/1)
Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt
66,4) (1516/1)
Er werden geen amendementen ingediend of heringediend.
Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.

De stemming over het voorstel van resolutie zal later plaatsvinden.
Le vote sur la proposition de résolution aura lieu ultérieurement.
21 Voorstel van resolutie van mevrouw Claudine Drion c.s. betreffende de herinvoering van de
door president G. Bush van de Verenigde Staten voorgestane "Mexico City Policy" (zonder verslag)
(1663/1)
21 Proposition de résolution de Mme Claudine Drion e t consorts concernant le rétablissement de la
"politique de Mexico" par le président des Etats-Unis d'Amérique, M. G. Bush (sans rapport) (1663/1)
CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
45

Bespreking
Discussion

De bespreking is geopend.
La discussion est ouverte.
21.01 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président, je
voudrais attirer l'attention de la Chambre sur la portée de cette
résolution car son titre n'est pas explicite.

L'appellation "politique de Mexico" pourrait laisser entendre qu'il s'agit
de relations avec la République du Mexique. Or il ne s'agit pas de cela
mais bien de la politique américaine en ce qui concerne la coopération
avec les pays en voie de développement sur les matières de planning
familial.

Cette proposition de résolution a été déposée par des parlementaires
qui sont membres du groupe interparlementaire "Population et
développement".

Je pense que nous aurons l'occasion de remettre ce sujet à l'ordre du
jour, notamment sur la base d'une note de stratégie que le secrétaire
d'Etat va bientôt déposer pour discussion en commission des Relations
extérieures.
21.01 Claudine Drion (ECOLO-
AGALEV): Ik wil de Kamer erop
attenderen dat deze resolutie over
het VS-beleid inzake
gezinsaangelegenheden gaat. Wij
zullen nog de gelegenheid krijgen
om op dit belangrijke thema terug
te komen.

Le président: Je conseille à M. Lefevre de lire la première phrase de la proposition de résolution.
21.02 Hugo Coveliers (VLD): (...)
Le président: Cette phrase commence ainsi: "Considérant que sur les 380 femmes qui deviennent enceintes
chaque minute, 190 ne l'ont pas souhaité, ..."
21.03 Hugo Coveliers (VLD): Ik dacht wel dat het zoiets was!
De voorzitter: De bespreking is gesloten.
La discussion est close.

De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 66,4) (1663/1)
Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 66,4) (1663/1)

Er werden geen amendementen ingediend of heringediend.
Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.

De stemming over het voorstel van resolutie zal later plaatsvinden.
Le vote sur la proposition de résolution aura lieu ultérieurement.

La séance est levée.
De vergadering is gesloten.

La séance est levée à 16.52 heures. Prochaine séance jeudi 28 mars 2002 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten om 16.52 uur. Volgende vergadering donderdag 28 maart 2002 om 14.15 uur.

27/03/2002
CRIV 50
PLEN 216
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
46
BIJLAGE
ANNEXE
PLENUMVERGADERING
SÉANCE PLÉNIÈRE
WOENSDAG 27 MAART 2002
MERCREDI 27 MARS 2002
INTERNE BESLUITEN
DECISIONS INTERNES
PARLEMENTAIRE OVERLEGCOMMISSIE
COMMISSION PARLEMENTAIRE DE
CONCERTATION
Beslissingen
Décisions
Overeenkomstig artikel 14, eerste lid, van de wet van
6 april 1995 houdende inrichting van de parlementaire
overlegcommissie bedoeld in artikel 82 van de
Grondwet en tot wijziging van de gecoördineerde
wetten op de Raad van State, heeft de parlementaire
overlegcommissie in haar vergadering van 26 maart
2002 volgende beslissingen genomen:
Conformément à l'article 14, alinéa 1
er
, de la loi du
6 avril 1995 organisant la commission parlementaire
de concertation prévue à l'article 82 de la
Constitution et modifiant les lois coordonnées sur le
Conseil d'Etat, la commission parlementaire de
concertation a pris les décisions suivantes en sa
réunion du 26 mars 2002:
- overeenkomstig artikel 12, § 2, van de vermelde wet
en met toepassing van artikel 80 van de Grondwet,
heeft de commissie de termijnen bepaald waarbinnen
de Senaat zich moet uitspreken over de volgende
wetsontwerpen, waarvoor de regering de
spoedbehandeling heeft gevraagd:
- conformément à l'article 12, § 2, de la loi précitée et
en application de l'article 80 de la Constitution, la
commission a déterminé les délais dans lesquels le
Sénat aura à se prononcer sur les projets de loi
suivants, pour lesquels le gouvernement a demandé
l'urgence:
a) voor het wetsontwerp betreffende de essentiele
elementen van het statuut van de personeelsleden
van de politiediensten en houdende diverse andere
bepalingen met betrekking tot de politiediensten
(nr. 1683/1­2001/2002): de commissie heeft beslist
de evocatietermijn op 5 dagen en de
onderzoekstermijn op 30 dagen vast te stellen;
a) pour le projet de loi relatif aux éléments essentiels
du statut des membres du personnel des services de
police et portant diverses autres dispositions
relatives aux services de police (n° 1683/1­
2001/2002): la commission a décidé de fixer le délai
d'évocation à 5 jours et le délai d'examen à 30 jours;
b) voor het wetsontwerp betreffende de sluiting van
ondernemingen (nr. 1687/1­2001/2002): de
commissie heeft beslist de evocatietermijn op
5 dagen en de onderzoekstermijn op 45 dagen vast
te stellen;
b) pour le projet de loi relatif aux fermetures
d'entreprises (n° 1687/1­2001/2002): la commission
a décidé de fixer le délai d'évocation à 5 jours et le
délai d'examen à 45 jours;
c) voor het wetsontwerp betreffende de
maximumfactuur in de verzekering voor
geneeskundige verzorging (nr. 1697/1­2001/2002):
de commissie heeft beslist de evocatietermijn op
5 dagen en de onderzoekstermijn op 30 dagen vast
te stellen;
c) pour le projet de loi relatif au maximum à facturer
dans l'assurance soins de santé (n° 1697/1­
2001/2002): la commission a décidé de fixer le délai
d'évocation à 5 jours et le délai d'examen à 30 jours;
d) voor het wetsontwerp tot bekrachtiging van het
koninklijk besluit van 4 juli 2001 betreffende de
erkenning van beroepsorganisaties van beoefenaars
van een niet-conventionele pratijk of van een praktijk
die in aanmerking kan komen om als niet-
conventionele praktijk gekwalificeerd te worden
(nr. 1698/1­2001/2002): de commissie heeft beslist
de evocatietermijn op 5 dagen en de
onderzoekstermijn op 30 dagen vast te stellen;
d) pour le projet de loi portant confirmation de l'arrêté
royal du 4 juillet 2001 relatif à la reconnaissance des
organisations professionnelles de praticiens d'une
pratique non conventionnelle ou d'une pratique
susceptible d'être qualifiée de non conventionnelle
(n° 1698/1­2001/2002): la commission a décidé de
fixer le délai d'évocation à 5 jours et le délai
d'examen à 30 jours;
CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
47
- overeenkomstig de artikelen 2, 2°, en 12, § 1, van
de vermelde wet en met toepassing van artikel 82 van
de Grondwet, heeft de commissie de termijn verlengd
waarbinnen de Senaat zich moet uitspreken over het
wetsontwerp tot wijziging van de wet van 5 augustus
1991 betreffende de in-, uit- en doorvoer van wapens,
munitie en speciaal voor militair gebruik dienstig
materieel en daaraan verbonden technologie
(nrs. 431/1 tot 13­1999/2000): de commissie heeft
beslist de onderzoekstermijn met 30 dagen te
verlengen;
- conformément aux articles 2, 2°, et 12, § 1
er
, de la
loi précitée et en application de l'article 82 de la
Constitution, la commission a prolongé le délai dans
lequel le Sénat aura à se prononcer sur le projet de
loi modifiant la loi du 5 août 1991 relative à
l'importation, à l'exportation et au transit d'armes, de
munitions et de matériel devant servir spécialement à
un usage militaire et de la technologie y afférente
(n
os
431/1 à 13­1999/2000): la commission a décidé
de prolonger le délai d'examen de 30 jours;
- overeenkomstig de artikelen 2, 2°, en 12, § 1, van
de vermelde wet en met toepassing van artikel 82 van
de Grondwet, heeft de commissie de termijn verlengd
waarbinnen de Kamer zich moet uitspreken over het
wetsontwerp ter bestrijding van discriminatie en tot
wijziging van de wet van 15 februari 1993 tot
oprichting van een Centrum voor gelijkheid van
kansen en voor racismebestrijding (nrs. 1578/1 en 2­
2001/2002): de commissie heeft beslist de
onderzoekstermijn met 30 dagen te verlengen;
- conformément aux articles 2, 2°, et 12, § 1
er
, de la
loi précitée et en application de l'article 82 de la
Constitution, la commission a prolongé le délai dans
lequel la Chambre aura à se prononcer sur le projet
de loi tendant à lutter contre la discrimination et
modifiant la loi du 15 février 1993 créant un Centre
pour l'égalité des chances et la lutte contre le
racisme (n
os
1578/1 et 2­2001/2002): la commission
a décidé de prolonger le délai d'examen de 30 jours;
- overeenkomstig de artikelen 2, 4°, en 12, § 3, van
de vermelde wet en met toepassing van artikel 81,
vijfde lid, van de Grondwet, heeft de commissie de
termijn bepaald waarbinnen de Kamer zich moet
uitspreken over de volgende wetsontwerpen:
- conformément aux articles 2, 4°, et 12, § 3, de la
loi précitée et en application de l'article 81, alinéa 5,
de la Constitution, la commission a déterminé le
délai dans lequel la Chambre aura à se prononcer
sur les projets de loi suivants:
a) voor het wetsontwerp tot wijziging van de wet van
21 november 1989 betreffende de verplichte
aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen
en tot wijziging van artikel 31 van de wet van
25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst
(nrs. 1079/1 tot 11­2000/2001): de commissie heeft
beslist de onderzoekstermijn op 30 dagen vast te
stellen;
a) pour le projet de loi modifiant la loi du
21 novembre 1989 relative à l'assurance obligatoire
de la responsabilité civile en matière de véhicules
automoteurs et modifiant l'article 31 de la loi du
25 juin 1992 sur le contrat d'assurance terrestre
(n
os
1079/1à 11­2000/2001): la commission a décidé
de fixer le délai d'examen à 30 jours;
b) voor het wetsontwerp tot aanvulling van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, wat de
steun aan de productie van audiovisuele werken
betreft (nr. 1303/1­2000/2001): de commissie heeft
beslist de onderzoekstermijn op 60 dagen vast te
stellen;
b) pour le projet de loi complétant le Code des
impôts sur les revenus 1992 en ce qui concerne le
soutien de la production d'oeuvres audiovisuelles
(n° 1303/1­2000/2001): la commission a décidé de
fixer le délai d'examen à 60 jours;
c) voor het wetsontwerp tot opheffing van artikel 252
van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
(nr. 1316/1­2000/2001): de commissie heeft
vastgesteld dat het verzoek geen doel meer dient;
c) pour le projet de loi abrogeant l'article 252 du Code
des impôts sur les revenus 1992 (n° 1316/1­
2000/2001): la commission a constaté que la
demande n'a plus raison d'être;
d) voor het wetsontwerp tot wijziging van het
koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende
algemeen reglement op de technische eisen waaraan
de auto's hun aanhangwagens, hun onderdelen en
hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, om de
zichtbaarheid van zwakke weggebruikers voor
vrachtwagens en autocarchauffeurs te verbeteren
(nr. 1375/1­2000/2001): de commissie heeft beslist
de onderzoekstermijn op 30 dagen vast te stellen;
d) pour le projet de loi modifiant l'arrêté royal du
15 mars 1968 portant règlement général sur les
conditions techniques auxquelles doivent répondre
les véhicules automobiles, leurs remorques, leurs
éléments ainsi que les accessoires de sécurité, en
vue d'améliorer la visibilité des usagers vulnérables
pour les chauffeurs de camions et d'autocars
(n° 1375/1­2000/2001): la commission a décidé de
fixer le délai d'examen à 30 jours;
27/03/2002
CRIV 50
PLEN 216
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
48
e) voor het wetsontwerp houdende regeling van de
autopsie na het onverwachte en om medisch
onverklaarbare redenen overlijden van een kind van
minder dan één jaar (nr. 1550/1­2000/2001): de
commissie heeft beslist de onderzoekstermijn op
45 dagen vast te stellen.
e) pour le projet de loi réglementant la pratique de
l'autopsie après le décès inopiné et médicalement
inexpliqué d'un enfant de moins d'un an (n° 1550/1­
2000/2001): la commission a décidé de fixer le délai
d'examen à 45 jours.
Ter kennisgeving
Pour information
INTERPELLATIEVERZOEKEN
DEMANDES D'INTERPELLATION
Ingekomen
Demandes
1. de heer Ferdy Willems tot de minister van Justitie
over "de problemen aan het licht gebracht door het
pedofilieproces rond het Collège Saint-Pierre in
Ukkel".
1. M. Ferdy Willems au ministre de la Justice sur
"les problèmes mis en lumière à l'occasion du
procès concernant l'affaire de pédophilie au collège
Saint-Pierre d'Uccle".
(nr. 1198 ­ verzonden naar de commissie voor de
Justitie)
(n° 1198 ­ renvoi à la commission de la Justice)
2. de heer Stef Goris tot de minister van
Landsverdediging over "de aalmoezeniers en de
morele consulenten in de Belgische Krijgsmacht".
2. M. Stef Goris au ministre de la Défense nationale
sur "les aumôniers et les conseillers moraux au sein
des Forces armées belges".
(nr. 1199 ­ verzonden naar de commissie voor de
Landsverdediging)
(n° 1199 ­ renvoi à la commission de la Défense
nationale)
3. de heer Karel Pinxten tot de minister van
Binnenlandse Zaken en tot de minister van Justitie
over "het gebruik van handboeien".
3. M. Karel Pinxten au ministre de l'Intérieur et au
ministre de la Justice sur "l'utilisation des menottes".
(nr. 1200 ­ verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt)
(n° 1200 ­ renvoi à la commission de l'Intérieur, des
Affaires générales et de la Fonction publique)
4. mevrouw Greta D'Hondt tot de eerste minister over
"de ondernemingsloketten en de Kruispuntbank van
ondernemingen".
4. Mme Greta D'Hondt au premier ministre sur "les
guichets d'entreprise et la banque-carrefour des
entreprises".
(nr. 1201 ­ verzonden naar de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs,
de nationale wetenschappelijke en culturele
Instellingen, de Middenstand en de Landbouw)
(n° 1201 ­ renvoi à la commission de l'Economie, de
la Politique scientifique, de l'Education, des
Institutions scientifiques et culturelles nationales,
des Classes moyennes et de l'Agriculture)
5. de heer Ferdy Willems tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "het uitblijven van publicatie
in het Staatsblad van het Koninklijk Besluit dat de
detentievoorwaarden en leefomstandigheden in de
gesloten asielcentra moet regelen".
5. M. Ferdy Willems au ministre de l'Intérieur sur "la
non-publication au Moniteur belge, de l'arrêté royal
devant fixer les conditions de détention et les
conditions de vie dans les centres d'asile fermés".
(nr. 1202 ­ omgewerkt in mondelinge vraag)
(n° 1202 ­ transformée en question orale)
6. mevrouw Anne-Mie Descheemaeker tot de
minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven
en Participaties, belast met Middenstand over "de
evolutie in de plannen om een Fun Shopping Center
te bouwen in Moeskroen".
6. Mme Anne-Mie Descheemaeker au ministre des
Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques, chargé des Classes
moyennes sur "l'évolution du projet de construction
d'un Fun Shopping Center à Mouscron".
(nr. 1203 - verzonden naar de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs,
de nationale wetenschappelijke en culturele
Instellingen, de Middenstand en de Landbouw)
(n° 1203 - renvoi à la commission de l'Economie, de
la Politique scientifique, de l'Education, des
Institutions scientifiques et culturelles nationales,
des Classes moyennes et de l'Agriculture)
7. de heer Daniel Féret tot de eerste minister en tot
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
onveiligheid in de grote steden".
7. M. Daniel Féret au premier ministre et au ministre
de l'Intérieur sur "le problème de l'insécurité dans les
grandes villes".
(nr. 1204 ­ verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt)
(n° 1204 ­ renvoi à la commission de l'Intérieur, des
Affaires générales et de la Fonction publique)
VOORSTELLEN
PROPOSITIONS
CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
49
Toelating tot drukken
Autorisation d'impression
1. Voorstel van resolutie (de heer Peter Vanhoutte en
mevrouw Mirelle Minne) inzake nucleaire
ontwapening en mogelijke initiatieven van België ten
overstaan van de NAVO die op termijn kunnen leiden
tot de uitbouw van een kernwapenvrije zone in
Europa (nr. 1713/1).
1. Proposition de résolution (M. Peter Vanhoutte et
Mme Mirelle Minne) relative au désarmement
nucléaire et aux initiatives que pourrait prendre la
Belgique à l'égard de l'OTAN et qui pourraient
déboucher à terme sur la création d'une zone
dénucléarisée en Europe (n° 1713/1).
2. Wetsvoorstel (de heer Yvan Mayeur en mevrouw
Colette Burgeon) tot wijziging, wat de uitoefening van
de beroepen uit de sector van de geestelijke
gezondheidszorg betreft, van het koninklijk besluit nr.
78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening
van de gezondheidszorgberoepen (nr. 1714/1).
2. Proposition de loi (M. Yvan Mayeur et Mme
Colette Burgeon) modifiant, en ce qui concerne
l'exercice des professions de la santé mentale,
l'arrêté royal n° 78 du 10 novembre 1967 relatif à
l'exercice des professions des soins de santé
(n° 1714/1).
MEDEDELINGEN
COMMUNICATIONS
SENAAT
SENAT
Overgezonden wetsontwerpen
Projets de loi transmis
Bij brieven van 21 maart 2002 zendt de Senaat over,
met het oog op de koninklijke bekrachtiging, de
volgende niet-geamendeerde wetsontwerpen:
- wetsontwerp inzake de consulaire
bevolkingsregisters en de identiteitskaarten
(nr. 1377/2);
Par messages du 21 mars 2002, le Sénat transmet,
en vue de la sanction royale, les projets de loi
suivants, le Sénat ne les ayant pas amendés:
- projet de loi relatif aux registres consulaires de la
population et aux cartes d'identité (n° 1377/2);
- wetsontwerp houdende wijziging van de wet van 21
maart 1991 betreffende de hervorming van sommige
economische overheidsbedrijven (nr. 1422/10).
- projet de loi portant modification de la loi du
21 mars 1991 portant réforme de certaines
entreprises publiques économiques (n° 1422/10).
Ter kennisgeving
Pour information
Aangenomen wetsontwerp
Projet de loi adopté
Bij brief van 21 maart 2002 meldt de Senaat dat hij in
vergadering van die datum het wetsontwerp houdende
instemming met het samenwerkingsakkoord van 11
oktober 2001 tussen de federale Staat, het Vlaams,
het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
betreffende het meerjarig investeringsplan 2001-2012
van de NMBS, heeft aangenomen (nr. 1463/5).
Par message du 21 mars 2002, le Sénat fait
connaître qu'il a adopté en séance de cette date le
projet de loi portant assentiment à l'accord de
coopération du 11 octobre 2001 entre l'Etat fédéral,
les Régions flamande, wallonne et de Bruxelles-
Capitale relatif au plan d'investissement pluriannuel
2001-2012 de la SNCB (n° 1463/5).
Ter kennisgeving
Pour information
Geamendeerd wetsontwerp
Projet de loi amendé
Bij brief van 21 maart 2002 zendt de Senaat terug,
zoals hij het in vergadering van die datum heeft
geamendeerd, het wetsontwerp ertoe strekkende het
Belgische recht in overeenstemming te brengen met
het Verdrag tegen foltering en andere wrede,
onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing,
aangenomen te New York op 10 december 1984
(nr. 1387/10).
Par message du 21 mars 2002, le Sénat renvoie tel
qu'il l'a amendé en séance de cette date le projet de
loi de mise en conformité du droit belge avec la
Convention contre la torture et autres peines ou
traitements cruels, inhumains ou dégradants,
adoptée à New York le 10 décembre 1984
(n° 1387/10).
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
Renvoi à la commission de la Justice
Conclusies van het tweede Seminarie over actuele
ruimtevaartkwesties
Conclusions du deuxième Séminaire sur les questions
spatiales actuelles
27/03/2002
CRIV 50
PLEN 216
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
50
Bij brief van 18 maart 2002 zendt de voorzitter van de
Senaat de conclusies van het voorzitterschap van het
tweede Seminarie over Actuele Ruimtevaartkwesties
over, dat op dinsdag 12 maart 2002 in de Belgische
Senaat heeft plaatsgevonden.
Par lettre du 18 mars 2002, le président du Sénat
transmet les conclusions de la présidence du
deuxième Séminaire sur les questions spatiales
actuelles, qui s'est tenu le 12 mars 2002 au Sénat
de Belgique.
Verzonden naar de commissie voor het Bedrijfsleven,
het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale
wetenschappelijke en culturele Instellingen, de
Middenstand en de Landbouw
Renvoi à la commission de l'Economie, de la Politique
scientifique, de l'Education, des Institutions scientifiques
et culturelles nationales, des Classes moyennes et de
l'Agriculture
REGERING
GOUVERNEMENT
Ingediend wetsontwerp
Dépôt d'un projet de loi
De regering heeft het wetsontwerp houdende diverse
bepalingen betreffende de verplichte
aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen
(nr. 1716/1) (aangelegenheid zoals bedoeld in artikel
78 van de Grondwet) ingediend waarvoor de
spoedbehandeling door de regering werd gevraagd bij
toepassing van artikel 80 van de Grondwet.
Le gouvernement a déposé le projet de loi portant
diverses dispositions relatives à l'assurance
obligatoire de la responsabilité en matière de
véhicules automoteurs (n° 1716/1) (matière visée à
l'article 78 de la Constitution), pour lequel l'urgence a
été demandée par le gouvernement conformément à
l'article 80 de la Constitution.
Verzonden naar de commissie voor het Bedrijfsleven,
het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale
wetenschappelijke en culturele Instellingen, de
Middenstand en de Landbouw
Renvoi à la commission de l'Economie, de la Politique
scientifique, de l'Education, des Institutions scientifiques
et culturelles nationales, des Classes moyennes et de
l'Agriculture
Verslag
Rapport
Bij brief van 22 maart 2002 zendt de minister van
Financiën het rapport over betreffende de jaarlijkse
evaluatie van de uitvoering van de algemene
richtlijnen van de schuld voor het begrotingsjaar
2001.
Par lettre du 22 mars 2002, le ministre des Finances
transmet le rapport de l'évaluation annuelle des
directives générales applicables à la gestion de la
dette pour l'année budgétaire 2001.
Verzonden naar de subcommissie van de commissie
voor de Financiën en de Begroting "Rekenhof"
Renvoi à la sous-commission de la commission des
Finances et du Budget "Cour des comptes"
Voorstel van resolutie
Proposition de résolution
Bij brief van 21 maart 2002 zendt de eerste minister
het antwoord van de vice-eerste minister en minister
van Buitenlandse Zaken over betreffende het voorstel
van resolutie van mevrouw Leen Laenens c.s.
betreffende het aanslepende conflict tussen de Staat
Israël en de Palestijnse Autoriteit (nrs. 1560/1 tot 5­
2001/2002) dat de Kamer op 20 december 2001 heeft
goedgekeurd.
Par lettre du 21 mars 2002, le premier ministre
transmet la réponse du vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères concernant la
proposition de résolution de Mme Leen Laenens et
consorts relative à la situation de conflit perdurant
entre l'Etat d'Israël et l'Autorité palestinienne
(n
os
1560/1 à 5­2001/2002) qui a été adoptée par la
Chambre le 20 décembre 2001.
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen
Renvoi à la commission des Relations extérieures
Motie van aanbeveling
Motion de recommandation
Bij brief van 21 maart 2002 zendt de eerste minister
het gemeenschappelijk antwoord van de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken en van
de minister van Landsverdediging over betreffende de
motie van aanbeveling ingediend na de interpellaties
met betrekking tot het Balkansyndroom (nr. 25/170),
die de Kamer op 25 januari 2001 heeft goedgekeurd.
Par lettre du 21 mars 2002, le premier ministre
transmet la réponse commune du vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères et du
ministre de la Défense nationale concernant la
motion de recommandation déposée à la suite des
interpellations relatives au syndrome des Balkans
(n° 25/170), et qui a été adoptée par la Chambre le
25 janvier 2001.
CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
51
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen
Renvoi à la commission des Relations extérieures
ARBITRAGEHOF
COUR D'ARBITRAGE
Beroepen tot vernietiging
Recours en annulation
Met toepassing van artikel 76 van de bijzondere wet
van 6 januari 1989 op het Arbitragehof geeft de griffier
van het Arbitragehof kennis van:
En application de l'article 76 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de la
Cour d'arbitrage notifie:
- de beroepen tot vernietiging van:
. artikel 9, 4°, in fine, van de wet van 10 juni 2001 tot
wijziging van de wet van 10 april 1990 op de
bewakingsondernemingen, de beveiligings-
ondernemingen en de interne bewakingsdiensten,
ingesteld door L. Bisci en anderen;
. artikel 3, eerste lid, 1°, van de wet van 10 juni 2001
tot wijziging van de wet van 10 april 1990 op de
bewakingsondernemingen, de
beveiligingsondernemingen en de interne
bewakingsdiensten, ingesteld door de VZW Alarm
Industrie Associate en anderen; de beschikking tot
samenvoeging van deze zaken;
- les recours en annulation de:
. l'article 9, 4°, in fine, de la loi du 10 juin 2001
modifiant la loi du 10 avril 1990 sur les entreprises de
gardiennage, sur les entreprises de sécurité et sur
les services internes de gardiennage, introduit par L.
Bisci et autres;
. l'article 3, alinéa 1er, 1°, de la loi du 10 juin 2001
modifiant la loi du 10 avril 1990 sur les entreprises de
gardiennage, sur les entreprises de sécurité et sur
les services internes de gardiennage, introduit par
l'ASBL Association des Industries de l'Alarme et
autres; l'ordonnance de jonction de ces affaires;
(rolnummers: 2318 en 2319)
(n
os
du rôle: 2318 et 2319)
- het beroep tot vernietiging van de artikelen 495,
496, 501, 502 en 611 van het Gerechtelijk Wetboek,
tot wijziging van de artikelen 14 en 15 van de wet van
4 juli 2001 (structuren van de balie), ingesteld door
J.-M. Arnould en anderen;
- le recours en annulation des articles 495, 496, 501,
502 et 611 du Code judiciaire, tels qu'ils ont été
remplacés par les articles 14 et 15 de la loi du
4 juillet 2001 (structures du barreau), introduit par J.-
M. Arnould et autres;
(rolnummer: 2332)
(n° du rôle: 2332)
- de beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging
van de artikelen 2, 4, 8, 9, 12, 13 en 14 van het
decreet van het Vlaamse Gewest van 13 juli 2001
houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999
houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening,
en van het decreet betreffende de ruimtelijke
ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996,
ingesteld door G. De Visscher en anderen; de
beschikking tot samenvoeging van deze zaken;
- les recours en annulation totale ou partielle des
articles 2, 4, 8, 9, 12, 13 et 14 du décret de la
Région flamande du 13 juillet 2001 modifiant le
décret du 18 mai 1999 portant organisation de
l'aménagement du territoire et du décret relatif à
l'aménagement du territoire, coordonné le 22 octobre
1996, introduits par G. De Visscher et autres;
l'ordonnance de jonction de ces affaires;
(rolnummers: 2354 en 2363)
(n
os
du rôle: 2354 et 2363)
- het beroep tot vernietiging van artikel 3, 2°, 3° en 4°,
van de wet van 10 augustus 2001 betreffende
Belgacom, ingesteld door C. Van Cauter en
M. Neufcoeur;
- le recours en annulation de l'article 3, 2°, 3° et 4°,
de la loi du 10 août 2001 concernant Belgacom,
introduit par C. Van Cauter et M. Neufcoeur;
(rolnummer: 2370)
(n° du rôle: 2370)
- de beroepen tot vernietiging en de vorderingen tot
schorsing van het decreet van de Franse
Gemeenschap van 19 juli 2001 tot bekrachtiging van
de eindtermen zoals bedoeld in artikel 16 van het
decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken
bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair
onderwijs en de structuren organiseert die het
mogelijk maken ze uit te voeren en tot organisatie
van een procedure voor beperkte afwijking, ingesteld
respectievelijk door de VZW Schola Nova en door de
VZW "Ecole Notre-Dame de la Sainte Espérance" et
B. Van Houtte; de beschikking tot samenvoeging van
deze zaken; de beschikking tot bepaling van de
terechtzitting voor het debat over de vorderingen tot
schorsing op 17 april 2002 om 16.15 uur;
- les recours en annulation et les demandes de
suspension du décret de la Communauté française
du 19 juillet 2001 portant confirmation des socles de
compétences visées à l'article 16 du décret du
24 juillet 1997 définissant les missions prioritaires de
l'enseignement fondamental et de l'enseignement
secondaire et organisant les structures propres à les
atteindre et organisant une procédure de dérogation
limitée, introduites respectivement par l'ASBL Schola
Nova et par l'ASBL Ecole Notre-Dame de la Sainte
Espérance et B. Van Houtte; l'ordonnance de
jonction de ces affaires; l'ordonnance fixant
l'audience pour les débats sur les demandes de
suspension au 17 avril 2002 à 16.15 heures;
27/03/2002
CRIV 50
PLEN 216
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
52
(rolnummers: 2371 en 2372)
(n
os
du rôle: 2371 et 2372)
- het beroep tot vernietiging van artikel XIII.2 van het
decreet van de Vlaamse Gemeenschap van
13 juli 2001 betreffende het onderwijs-XIII-Mozaïek,
ingesteld door de VZW Hiberniaschool en de VZW
Volwassenenonderwijs LBC-NVK;
- le recours en annulation de l'article XIII.2 du décret
de la Communauté flamande du 13 juillet 2001 relatif
à l'enseignement-XIII-Mosaïque, introduit par l'ASBL
Hibernia et l'ASBL "Volwassenenonderwijs LBC-
NVK";
(rolnummer: 2373)
(n° du rôle: 2373)
- de beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging
van :
. de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende
overdracht van diverse bevoegdheden aan de
gewesten en de gemeenschappen;
. de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot
herfinanciering van de gemeenschappen en
uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de
gewesten;
. de wet van 13 juli 2001 houdende diverse
institutionele hervormingen betreffende de lokale
instellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
ingesteld door F. Vanhecke en anderen, R. Blanpain
en anderen, C. Van Eyken en anderen, de VZW
Vlaams Komitee Brussel en anderen, de VZW
Nieuw-Vlaamse Alliantie en anderen, G. Annemans
en anderen, O. Joris en anderen, de gemeente
Wezembeek-Oppem en anderen, L. Caluwé, B.
Grouwels en R. Engelen, H. Vandenberghe en
anderen, en A. Sobrie; de beschikking tot
samenvoeging van deze zaken;
- les recours en annulation totale ou partielle de:

. la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant transfert de
diverses compétences aux régions et communautés;
. la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant
refinancement des communautés et extension des
compétences fiscales des régions;

. la loi du 13 juillet 2001 portant diverses réformes
institutionnelles relatives aux institutions locales de
la Région de Bruxelles-Capitale; introduits par
F. Vanhecke et autres, R. Blanpain et autres, C. Van
Eyken et autres, l'ASBL "Vlaams Komitee Brussel"
et autres, l'ASBL "Nieuw-Vlaamse Alliantie" et
autres, G. Annemans et autres, O. Joris et autres, la
commune de Wezembeek-Oppem et autres, L.
Caluwé, B. Grouwels et R. Engelen,
H. Vandenberghe et autres, et A. Sobrie;
l'ordonnance de jonction de ces affaires;
(rolnummers: 2343, 2344, 2345, 2346, 2348, 2349,
2350, 2351, 2352, 2355, 2356, 2357, 2358, 2359,
2360, 2361, 2362 en 2379)
(n
os
du rôle: 2343, 2344, 2345, 2346, 2348, 2349,
2350, 2351, 2352, 2355, 2356, 2357, 2358, 2359,
2360, 2361, 2362 et 2379)
- de beroepen tot vernietiging van de wet van
9 juli 2001 tot bekrachtiging van de bepalingen
betreffende de verplichte bijdragen van het koninklijk
besluit van 15 oktober 2000 betreffende de verplichte
en de vrijwillige bijdragen verschuldigd door de
veevoedersector aan het Fonds voor de
schadeloosstelling van landbouwbedrijven getroffen
door de dioxinecrisis, ingesteld door de VZW Bemefa
en de NV Arnout; de beschikking tot samenvoeging
van deze zaken.
- les recours en annulation de la loi du 9 juillet 2001
confirmant les dispositions relatives aux cotisations
obligatoires de l'arrêté royal du 15 octobre 2000
relatif aux cotisations obligatoires et contributions
volontaires dues par le secteur de l'alimentation
animale au Fonds pour l'indemnisation d'entreprises
agricoles touchées par la crise de la dioxine,
introduits par l'ASBL Apfaca et la SA Arnout;
l'ordonnance de jonction de ces affaires.
(rolnummers: 2368 en 2374)
(n
os
du rôle: 2368 et 2374)
Ter kennisgeving
Pour information
Prejudiciële vraag
Question préjudicielle
Met toepassing van artikel 77 van de bijzondere wet
van 6 januari 1989 op het Arbitragehof geeft de griffier
van het Arbitragehof kennis van de prejudiciële vraag
betreffende artikel 335, § 1, van het Burgerlijk
Wetboek, gesteld door de rechtbank van eerste
aanleg te Antwerpen bij vonnis van 5 maart 2002
inzake V. De Backer en B. Ibrahimi tegen M.
Ibrahimi en de heer procureur des Konings.
En application de l'article 77 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de la
Cour d'arbitrage notifie la question préjudicielle
concernant l'article 335, § 1er, du Code civil, posée
par le tribunal de première instance d'Anvers par
jugement du 5 mars 2002 en cause de V. De Backer
et B. Ibrahimi contre M. Ibrahimi et le procureur du
Roi.
(rolnummer: 2383)
(n° du rôle: 2383)
Ter kennisgeving
Pour information
JAARVERSLAG
RAPPORT ANNUEL
Instituut voor de Nationale Rekeningen
Institut des Comptes nationaux
CRIV 50
PLEN 216
27/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
53
Bij brief van 14 maart 2002 zendt de voorzitter van
het Instituut voor de Nationale Rekeningen het
activiteitenverslag 2000 van het Instituut voor de
Nationale Rekeningen over, opgesteld in toepassing
van artikel 120 van de wet van 21 december 1994
houdende sociale en diverse bepalingen.
Par lettre du 14 mars 2002, le président de l'Institut
des Comptes nationaux transmet le rapport d'activité
2000 de l'Institut des Comptes nationaux, élaboré en
application de l'article 120 de la loi du 21 décembre
1994 portant des dispositions sociales et diverses.
Ingediend ter griffie, in de bibliotheek en verzonden
naar de commissie voor het Bedrijfsleven, het
Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale
wetenschappelijke en culturele Instellingen, de
Middenstand en de Landbouw
Dépôt au greffe, à la bibliothèque et renvoi à la
commission de l'Economie, de la Politique scientifique,
de l'Education, des Institutions scientifiques et
culturelles nationales, des Classes moyennes et de
l'Agriculture
MOTIE
MOTION
Indiening
Dépôt
Bij brief van 21 maart 2002 zendt de burgemeester
van de gemeente Schaarbeek een door de
gemeenteraad aangenomen motie over betreffende
het stemrecht en de verkiesbaarheid van niet-Belgen
bij de gemeenteraadsverkiezingen.
Par lettre du 21 mars 2002, le bourgmestre de la
commune de Schaerbeek transmet une motion,
adoptée par le conseil communal, concernant le droit
de vote et d'éligibilité des ressortissants non belges
aux élections communales.
Verzonden naar de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique
VARIA
DIVERS
Federatie van de Voedingsindustrie en Federatie van de
Distributieondernemingen
Fédération de l'Industrie alimentaire et Fédération belge
des Entreprises de distribution
Bij brief van 19 maart 2002 zendt de directeur-
generaal van de Federatie van de Voedingsindustrie
een witboek over opgesteld door de Federatie van de
Voedingsindustrie en de Federatie van de
Distributieondernemingen betreffende "verpakking en
verpakkingsafval", in het kader van het ontwerp van
wet houdende diverse fiscale bepalingen inzake
ecotaksen en ecobonussen.
Par lettre du 19 mars 2002, le directeur général de la
Fédération de l'Industrie alimentaire transmet un livre
blanc rédigé par la Fédération de l'Industrie
alimentaire et la Fédération belge des Entreprises de
distribution sur "verpakking en verpakkingsafval",
dans le cadre du projet de loi portant diverses
dispositions fiscales en matière d'écotaxes et
d'écoréductions.
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en de
Begroting
Renvoi à la commission des Finances et du Budget