CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 997
CRIV 51 COM 997
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
mardi
dinsdag
13-06-2006
13-06-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 997
13/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i

SOMMAIRE
INHOUD
Interpellation de M. Bart Laeremans à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
après-midi d'études organisées en automne par le
SPF Justice et 'la lutte contre le Vlaams Blok'"
(n° 880)
1
Interpellatie van de heer Bart Laeremans tot de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de studienamiddagen van de FOD Justitie in het
najaar en 'de strijd tegen het Vlaams Blok'"
(nr. 880)
1
Orateurs:
Bart Laeremans, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Bart Laeremans, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Motions
4
Moties
4
Question de Mme Zoé Genot à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "l'avis du
parquet lors de la déclaration de nationalité"
(n° 11963)
5
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
advies van het parket bij de
nationaliteitsverklaring" (nr. 11963)
5
Orateurs: Zoé Genot, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Zoé Genot, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Bart Laeremans à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'Institut de formation de l'ordre judiciaire"
(n° 12012)
6
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
Opleidingsinstituut voor de Rechterlijke Orde
(ORO)" (nr. 12012)
6
Orateurs:
Bart Laeremans, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Bart Laeremans, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Greet van Gool à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
surveillance électronique" (n° 11923)
8
Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
elektronisch toezicht" (nr. 11923)
8
Orateurs:
Greet van Gool, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Greet van Gool, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Marleen Govaerts à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "un
rassemblement ayant réuni 30.000 Turcs à
Hasselt le week-end dernier" (n° 11970)
10
Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"een bijeenkomst het voorbije weekend in Hasselt
van 30.000 Turken" (nr. 11970)
10
Orateurs:
Marleen Govaerts, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Marleen Govaerts, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Walter Muls à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la
consultation des casiers judiciaires centraux"
(n° 11975)
13
Vraag van de heer Walter Muls aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
raadpleging van de centrale strafregisters"
(nr. 11975)
13
Orateurs: Walter Muls, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Walter Muls, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'évaluation du président du Service public
fédéral Justice" (n° 11994)
15
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
evaluatie van de voorzitter van de Federale
Overheidsdienst Justitie" (nr. 11994)
15
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
modalités de mise en oeuvre de la législation
relative à l'identification, à la localisation ou aux
écoutes des communications électroniques"
18
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
verdere uitvoering van de wetgeving inzake de
identificatie, lokalisatie of het afluisteren van
elektronische communicatie" (nr. 12010)
18
13/06/2006
CRIV 51
COM 997
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
(n° 12010)
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
livrets de mariage pour les holebi" (n° 12022)
20
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de trouwboekjes voor holebi's" (nr. 12022)
20
Orateurs: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
CRIV 51
COM 997
13/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
MARDI
13
JUIN
2006
Matin
______
van
DINSDAG
13
JUNI
2006
Voormiddag
______

De vergadering wordt geopend om 10.22 uur door mevrouw Martine Taelman, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.22 heures par Mme Martine Taelman, présidente.
01 Interpellatie van de heer Bart Laeremans tot de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de studienamiddagen van de FOD Justitie in het najaar en 'de strijd tegen het Vlaams Blok'" (nr. 880)
01 Interpellation de M. Bart Laeremans à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
après-midi d'études organisées en automne par le SPF Justice et 'la lutte contre le Vlaams Blok'"
(n° 880)
01.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter,
mevrouw de minister, wij ontvingen documentatie waaruit blijkt dat de
FOD Justitie, uw diensten, voor de opleiding van magistraten en
stagiairs in het najaar een reeks studienamiddagen organiseert onder
de titel "geschillen beslechten in een pluralistische samenleving".

Op zich is daar zeker niets op tegen. Bij een aantal studienamiddagen
kan men zeker geen bedenkingen hebben, maar de laatste sessie,
die op 11 december 2006 plaatsvindt, heeft als thema: de juridische
strijd tegen, zogenaamde, antidemocratische politieke partijen. Men
heeft het blijkbaar over het Refah-arrest van het Europees Hof voor
de Rechten van de Mens en ook over het Vlaams Blok.

Ik citeer uit de heel korte, inleidende tekst, waarin onze partij, of onze
voorganger, direct wordt geviseerd: "Vervolgens wordt het Belgisch
rechtsinstrumentarium voor de bestrijding van antidemocratische
partijen kritisch besproken: de rechtspraak waartoe de strijd tegen het
Vlaams Blok tot nu toe aanleiding gegeven heeft".

Dat is allemaal heel merkwaardig omdat men daar bezig is met het
opleiden en het vormen van magistraten, maar daar direct een
partijpolitieke kleur aan geeft. De grootste politieke partij in
Vlaanderen, de partij Vlaams Belang ­ die als Vlaams Blok nog uit de
verkiezingen van 2004 als grootste partij is gekomen, want CD&V zat
in een kartel met N-VA en wij waren uiteindelijk toch de grootste partij
­ wordt daar blijkbaar geviseerd. Dat is toch heel verregaand.

Ik zal mij even verplaatsen in de positie van iemand van de Parti
Socialiste die geconfronteerd wordt met een minister van Justitie van
CD&V, van VLD of van MR, die dan onder zijn administratie een
vormingscyclus laat plaatsvinden over corruptie in politieke partijen,
politieke partijen die aan de macht zijn en die zich inlaten met
corruptie.

Men kan dan het Agusta-verhaal analyseren en daaraan onmiddellijk
verbinden, in de titel, in de inleiding of in de aankondiging in de
01.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Durant l'automne, le SPF
Justice organise des après-midi
d'étude destinées aux magistrats
et aux stagiaires et intitulées
Trancher les conflits dans une
société pluraliste
. La session du
11 décembre 2006 sera consacrée
à la lutte juridique contre les partis
politiques antidémocratiques et il y
serait plus particulièrement
question de l'arrêt Refah et du
Vlaams Blok. Le texte
d'introduction indique clairement
que `la jurisprudence actuelle dans
le cadre la lutte contre le Vlaams
Blok sera examinée'. Le parti qui
était le plus important de Flandre
en 2004 est donc clairement visé.
Si dans le cadre d'un cycle de
formation sur la corruption, on
faisait référence au PS dans
l'introduction, personne ne
l'accepterait. La sélection ou
l'évaluation de magistrats et de
stagiaires en fonction de leur
attitude vis-à-vis d'un parti donné
semble relever d'une justice digne
de l'ancienne RDA.

Le SPF Justice considère-t-il qu'il
lui appartient de mener une lutte
juridique contre notre parti? La
ministre estime-t-elle qu'il est
indéniable que le Vlaams Blok ou
Vlaams Belang doit être considéré
13/06/2006
CRIV 51
COM 997
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
brochure voor de magistraten dat het wel degelijk gaat over de Parti
Socialiste, de PS, de Parti Scandaleuse, of wat dan ook. Ik meen dat
men bij de PS onmiddellijk zou steigeren en zeggen dat dit niet kan,
dat het een brug te ver is, dat het onaanvaardbaar is dat een
bepaalde politieke partij door het regime, door een ministerie, wordt
geviseerd en dat dit ministerie het eigenlijk als zijn taak beschouwt te
strijden tegen één welbepaalde politieke partij, dan nog de grootste
politieke partij van een bepaald landsdeel, een partij die overal in de
oppositie zit. Dat doet mij toch stilaan denken aan een DDR-justitie
die wordt gecreëerd.

Dat is zo als men magistraten gaat selecteren of beoordelen op basis
van hun houding tegenover een welbepaalde partij. Dit gaat immers
ook over de opleiding van nieuwe magistraten. Ook gerechtelijke
stagiairs mogen daarheen gaan.

Na verloop van tijd vraagt men zich af of het in de Hoge Raad voor de
Justitie zo is dat men de houding van een kandidaat-magistraat, van
een stagiair ten opzichte van een welbepaalde politieke partij als
criterium gaat aanvaarden om al dan niet aanvaard te worden als
mogelijk magistraat. Dit is heel verregaand. Dit doet denken aan een
regime dat steeds meer de dictatoriale weg opgaat.

Mevrouw de minister, ik heb daarover heel wat vragen.

Ten eerste, beschouwt de FOD Justitie, uw departement, het als zijn
taak om een juridische strijd te leveren tegen de partij die in 2004 als
grootste Vlaamse partij uit de stembus is gekomen?

Mevrouw de minister, ten tweede, beschouwt u het als een vaststaand
gegeven dat het Vlaams Blok of het Vlaams Belang, dat de opvolger
is van het Vlaams Blok, als een antidemocratische partij moet worden
gerangschikt? Zo ja, op grond waarvan zegt u dat, zeggen uw
diensten dat of denken uw diensten dat?

Ten derde, is het voor de FOD relevant dat magistraten en
toekomstige magistraten een welbepaalde mening hebben ten
opzichte van de grootste Vlaamse partij en op dat vlak ook worden
gequoteerd? Fungeert de politieke overtuiging van een kandidaat-
magistraten op een of andere wijze als selectiecriterium?

Ten vierde, werd reeds een studienamiddag overwogen over de
bestrijding van politieke partijen die zich veelvuldig inlaten met
corruptie? Werd dit reeds overwogen? Zullen die dan ook met naam
worden vermeld?

Mevrouw de minister, ten vijfde, bent u van oordeel dat de
studienamiddag onder deze benaming zomaar kan worden
gehandhaafd?
comme un parti antidémocratique?
Sur quels éléments se fonde-t-
elle? Est-il important que des
magistrats et candidats magistrats
aient un avis bien défini sur notre
parti et qu'ils soient jugés sur la
base de cet avis? Les convictions
politiques d'un candidat magistrat
constituent-elles, d'une
quelconque manière, un critère de
sélection? Envisage-t-on
d'organiser une journée d'étude
sur la lutte contre les partis
politiques corrompus? Ces partis
seront-ils également cités
nommément? La ministre estime-
t-elle que la journée d'étude
prévue peut conserver son intitulé
actuel?
01.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, collega
Laeremans, het is onnodig u erop te wijzen dat artikel 259bis van het
Gerechtelijk Wetboek in de tweede paragraaf stelt dat de verenigde
benoemingscommissie de richtlijnen en de programma's voorbereidt
voor de permanente vorming van magistraten en de gerechtelijke
stage. De programma's voor de permanente vorming worden
bekrachtigd door de minister van Justitie en worden gepubliceerd in
het Belgisch Staatsblad. Het gaat dus om een bevoegdheid van de
01.02
Laurette Onkelinx,
ministre: L'article 259bis du Code
judiciaire stipule que la
commission de nomination réunie
prépare les directives et les
programmes relatifs à la formation
permanente des magistrats et des
stagiaires judiciaires. Le ministre
CRIV 51
COM 997
13/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
Hoge Raad voor de Justitie die de medewerking vergt van de FOD
Justitie voor het organisatorisch aspect ervan.

De doelstelling van de vorming waar u naar verwijst, is geschillen
beslechten in een pluralistische samenleving, en in het bijzonder het
activeren en optimaliseren van de aanwezige competenties voor de
beslechting van de geschillen van rechtspraak van waarden en
belangen, van interpretatie en van algemene rechtsbeginselen.

Ik ben van mening dat het legitiem en noodzakelijk is om in het raam
van de professionele opleiding van magistraten en stagiairs een
denkoefening te houden over de jurisprudentie van het Europees Hof
voor de Rechten van de Mens en om meer in het bijzonder stil te
staan bij de arresten die pertinent geacht worden door de commissie
voor de Hoge Raad voor de Justitie, teneinde de magistraten en
toekomstige magistraten ertoe te brengen grondig na te denken over
een thematiek die essentieel is in onze rechtsstaat.

Het is even essentieel wetgevingen in herinnering te brengen en te
commentariëren, zoals de wet van 1981, de zogenaamde wet-
Moureaux en de antidiscriminatiewet van 2003. Deze wettelijke
bepalingen die een keuze van de wetgever zijn, moeten inderdaad
geregeld aan onze magistraten in herinnering worden gebracht en
gecommentarieerd.

Het behoort niet tot mijn bevoegdheden om de inhoud van de
opleidingen te wijzigen waartoe de Hoge Raad voor de Justitie heeft
besloten. Zelfs indien dit het geval was, zou ik het niet doen omdat ik
overtuigd ben van de pertinentie van de weerhouden thematiek en
van de wijze waarop zij wordt aangesneden.
de la Justice entérine les
programmes, qui sont publiés
ensuite au Moniteur belge. Il s'agit
donc d'une compétence du
Conseil supérieur de la justice. Le
SPF Justice collabore au plan
organisationnel.

La formation à laquelle M.
Laeremans fait référence porte sur
le règlement de litiges dans une
société pluraliste. Elle a pour but
d'activer et d'optimiser les
compétences existantes sur le
plan du règlement de litiges en
matière de jurisprudence, de
valeurs, d'intérêts, d'interprétation
et de principes du droit.

Un exercice de réflexion sur la
jurisprudence de la Cour
européenne des droits de l'homme
me semble à la fois légitime et
nécessaire. Il convient en
particulier de se pencher sur les
arrêts que la commission du
Conseil supérieur de la justice
juge pertinents. Les magistrats et
les futurs magistrats doivent
mener une réflexion approfondie
sur ce thème, car cela est
essentiel dans notre État de droit.
Tout comme il est essentiel,
notamment, d'attirer régulièrement
l'attention sur la loi Moureaux et la
loi anti-discrimination et de
commenter celles-ci.

Il ne m'appartient pas de modifier
le contenu des formations du
Conseil supérieur de la justice.
Même si j'étais compétente, je
n'interviendrais pas. Je soutiens à
la fois le thème et la manière dont
il est traité.
01.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter,
daarmee bevestigt de minister inderdaad dat zij zomaar haar
verantwoordelijkheid niet van zich kan afschuiven. Het wordt wel
degelijk vastgesteld en voorbereid door de Hoge Raad voor de
Justitie, door de benoemingscommissies, maar het is de minister zelf
die dat programma moet bekrachtigen en het ministerie van Justitie
dat zijn medewerking daaraan moet verlenen. De minister had dus de
macht en de mogelijkheid om te stellen dat de commissie over de
streep ging, dat ze te ver ging en dat het moest veranderen.

Mevrouw de minister, uw diensten hadden minstens kunnen
onderhandelen met de Hoge Raad voor de Justitie om ten minste de
01.03 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): La ministre ne peut pas
se décharger, sans plus, de ses
responsabilités car elle doit
entériner le programme. Le
ministère participe en outre à
l'organisation de la session. La
ministre aurait donc pu intervenir
et ses services auraient au moins
dû négocier à propos de la
dénomination et de l'annonce.
13/06/2006
CRIV 51
COM 997
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
benaming van die sessie te veranderen en de wijze waarop ze wordt
aangekondigd.

Wanneer het zou gaan over de antidiscriminatiewet of zelfs de
racismewet, dan zou niemand daarover vallen. Dat is ook logisch: dat
zijn wetten die een bepaalde relevantie hebben en waarmee heel veel
magistraten worden geconfronteerd. Ik zou er dus kunnen inkomen
dat er daarover vormingssessies worden gegeven.

Evenwel, wanneer het duidelijk gaat over de problematiek rond één
welbepaalde partij, en als dat als hoofdzaak wordt aangekondigd in de
publiciteit voor die vormingssessie, dan wordt er wel degelijk aan
partijpolitiek gedaan. Slechts een heel beperkt aantal magistraten zal
ooit in zijn leven met die politieke partij of met geschillen rond die
politieke partij worden geconfronteerd, als dat al ooit zal gebeuren.

Ik vrees dat u veel verder wil gaan, namelijk dat u magistraten in een
bepaald keurslijf wil dwingen, een bepaald partijpolitiek keurslijf,
waarbij wordt gezegd dat zij tot alle politieke partijen mogen behoren,
maar zeker niet tot die bepaalde partij, en dat dit ook duidelijk wordt
opgelegd via de opleiding.

We zitten nog maar aan het begin van de opleiding van de
magistraten; straks stel ik u nog een vraag over het federaal
opleidingsinstituut voor magistraten. Ook daar vrees ik dat u dezelfde
weg uit zult gaan. Dit gaat veel te ver; er wordt een partijpolitiek spel
gevoerd.

Wanneer het úw partij zou zijn die werd geviseerd-, dan weet ik dat u
uw macht en al uw middelen gebruikt zou hebben om dat tegen te
houden. Maar wanneer het gaat om een politieke tegenstrever doet u
dat niet, en bevestigt u dat het nodig is dat die vormingscyclus wordt
gehouden. Ik vind dat heel verregaand. Dat wijst op een evolutie in de
richting van een DDR-justitie waarbij de diensten van justitie bepalen
wat de rechters moeten zeggen en hoe zij moeten denken.

Ik vind het heel verregaand. Ik dien daarom ook meteen een motie in
om aan de regering te vragen om de vormingssessie over het Vlaams
Blok van 11 december 2006 af te gelasten.
Je me félicite de l'organisation de
journées d'études sur la loi anti-
discrimination et sur la loi sur le
racisme, auxquelles de nombreux
magistrats sont confrontés. Mais
en visant un parti déterminé, on
fait de la politique politicienne. Un
nombre restreint seulement de
magistrats seront saisis un jour de
contentieux.

Je crains que la ministre ne veuille
enfermer les magistrats dans un
carcan de politique partisane,
jusque dans la formation qui leur
est dispensée. Peu importe le parti
auquel ils appartiennent, hormis le
parti honni. Si on s'en prenait au
PS, la ministre jetterait tout son
poids dans la balance pour
empêcher que la session ait lieu.
Nous évoluons vers un système
de type RDA où la Justice décide
de ce que les juges sont autorisés
à dire et à penser. Les limites sont
dépassées. Je dépose une
motion.
Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Bart Laeremans en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Bart Laeremans
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie,
vraagt de regering
de vormingssessie over het Vlaams Blok van 11 december 2006 af te gelasten."

Une motion de recommandation a été déposée par M. Bart Laeremans et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Bart Laeremans
et la réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice,
demande au gouvernement
CRIV 51
COM 997
13/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
d'annuler la session de formation sur le Vlaams Blok prévue pour le 11 décembre 2006."

Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Martine Taelman.

Une motion pure et simple a été déposée par Mme Martine Taelman.

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
02 Question de Mme Zoé Genot à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'avis du
parquet lors de la déclaration de nationalité" (n° 11963)
02 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het advies
van het parket bij de nationaliteitsverklaring" (nr. 11963)
02.01 Zoé Genot (ECOLO): Madame la ministre, un citoyen d'une
commune bruxelloise établi depuis plus de sept ans en Belgique et
bénéficiant d'un permis de séjour illimité depuis plus d'un an a
éprouvé certaines difficultés dans sa déclaration de nationalité. En
effet, il entre dans les conditions pour une déclaration de nationalité
sur la base de l'article 12bis du Code de nationalité mais il semblerait
que le parquet doive remettre un avis sur cette déclaration. Or, depuis
quelques années, le parquet remettrait systématiquement des avis
négatifs dans ce genre de cas, prétextant que la personne concernée
ne jouit pas d'un permis de séjour illimité depuis plus de sept ans.

Pourtant, l'article 12bis, paragraphe 1, 3°
est très clair: l'étranger qui a
fixé sa résidence principale depuis au moins sept ans en Belgique
doit avoir un droit de séjour illimité au moment de la déclaration mais
celui-ci ne doit pas forcément porter sur la totalité des sept ans.
Même si les personnes ayant introduit un recours contre cet avis
négatif finissent par gagner, cela allonge inutilement la procédure et
entraîne des frais d'avocat superflus.

Madame la ministre, confirmez-vous le fait que le parquet rende un
avis négatif lors d'un acte de déclaration de nationalité quand la
personne ne bénéficie pas d'un séjour illimité depuis au moins sept
ans? Étant donné que cela n'est pas prévu dans la loi, quelle mesure
pouvez-vous prendre pour que la loi soit respectée par le parquet?
02.01 Zoé Genot (ECOLO):
Iemand die al meer dan zeven jaar
in België woont, sinds ruim een
jaar met een onbeperkte
verblijfsvergunning, voldoet
daarmee aan de voorwaarden
voor een nationaliteitsverklaring.
Dat is echter buiten het standpunt
van het parket gerekend, dat
systematisch een negatief advies
zou uitbrengen wanneer de
aanvrager niet kan aantonen dat
hij al meer dan zeven jaar een
onbeperkte verblijfsvergunning
heeft.

De wet bepaalt nochtans duidelijk
dat de aanvrager weliswaar op het
moment van de verklaring een
onbeperkt verblijfsrecht moet
hebben, maar niet voor de
volledige periode van zeven jaar.

Door het negatieve advies sleept
de procedure onnodig lang aan.
Kan u bevestigen dat het parket in
dergelijke gevallen een negatief
advies geeft? Wat kan u doen om
het parket de wet te doen
naleven?
02.02 Laurette Onkelinx, ministre: Madame la présidente, l'article
12bis, paragraphe 1
er
, 3° du Code de la nationalité autorise les
étrangers à faire une déclaration de nationalité s'ils résident
légalement en Belgique depuis sept ans et s'ils sont autorisés au
séjour pour une durée illimitée au moment de la déclaration. À
l'occasion de cette procédure, le parquet peut effectivement émettre
un avis négatif sur cette déclaration de nationalité lorsque les
conditions de base que je viens d'énoncer ne sont pas remplies.

J'ai pu constater que, dans certains cas, un avis négatif avait été
remis en raison du fait que les sept années de séjour légal dont se
prévalait le demandeur n'étaient pas couvertes par une autorisation
de séjour d'une durée illimitée.
02.02 Minister Laurette Onkelinx:
Ik heb vastgesteld dat er in
bepaalde gevallen een negatief
advies werd uitgebracht met als
reden dat de aanvrager geen
machtiging tot verblijf van
onbeperkte duur kon voorleggen
voor de geclaimde periode van
zeven jaar van wettelijk verblijf.

Die lezing is in strijd met de wet.

Daarom heb ik het college van
13/06/2006
CRIV 51
COM 997
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6

Cette interprétation est contraire à la lettre de la loi, mais également
aux travaux préparatoires vu que celle-ci exclut la comptabilisation
d'une série de périodes de séjour légal, comme le séjour d'étudiants
ou celui du demandeur d'asile déclaré recevable par l'Office des
étrangers ou le CGRA.

C'est la raison pour laquelle j'ai demandé au Collège des procureurs
généraux de préparer une circulaire à ce sujet afin de mettre un terme
aux divergences d'interprétations constatées à propos de cet article.

Cette circulaire sera examinée lors d'un prochain Collège afin de
devenir rapidement d'application.
Procureurs-generaal gevraagd
een omzendbrief voor te bereiden
die een einde moet stellen aan de
verschillende interpretaties.
02.03 Zoé Genot (ECOLO): Je remercie la ministre. J'espère que
cette circulaire permettra une pratique unifiée dans tous les parquets
et respectueuse de la loi.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
Opleidingsinstituut voor de Rechterlijke Orde (ORO)" (nr. 12012)
03 Question de M. Bart Laeremans à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'Institut
de formation de l'ordre judiciaire" (n° 12012)
03.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter,
mevrouw de minister, afgelopen vrijdag heeft de Ministerraad dan
toch beslist om over te gaan tot de creatie van een federaal
Opleidingsinstituut voor de Rechterlijke Orde. Zoals u ongetwijfeld
weet, staat dit haaks op een belangrijk deel van het Octopusakkoord;
een akkoord waarbij u en zeker ook uw partij intensief betrokken
waren. In dit akkoord werd voorzien in de creatie van een
magistratenschool per Gemeenschap.

De Vlaamse Gemeenschap heeft in het verleden herhaaldelijk
beklemtoond dat zij hierover een gesprek wilde voeren met de
federale overheid. Dit gebeurde een tijdje geleden nog naar
aanleiding van een vraag van mijn collega, Gerda Van Steenberge,
aan minister Vandenbroucke. Vlaanderen is wel degelijk
geïnteresseerd om daarmee samen te werken en dit in het kader van
een Vlaamse magistratenschool, zoals er ook een magistratenschool
van de Franse Gemeenschap zou moeten komen. Vlaanderen is dus
vragende partij voor een gesprek, maar uit de beslissing van de
Ministerraad leid ik af dat daarover nooit enig gesprek heeft
plaatsgevonden. U beslist eigenhandig, zonder dit met de
Gemeenschappen voor te bereiden, alhoewel u hen nodig heeft voor
de opleiding.

Mijn vragen zijn de volgende, mevrouw de minister. Wanneer moet dit
opleidingsinstituut van start gaan? Krijgt het instituut een eigen locatie
en gebouw? Werd er effectief overleg gepleegd met de
Gemeenschappen? Wat was het standpunt van de Vlaamse, de
Franse en eventueel de Duitse Gemeenschap? Werd er advies
gevraagd aan andere instanties? Zullen de Gemeenschappen een
structurele rol spelen of blijft hun inbreng enkel onrechtstreeks via
protocollen, waarnaar wordt verwezen in de beslissing van afgelopen
vrijdag, met de VDAB en de universiteiten? Wordt het een unitair
03.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Le Conseil des ministres
a décidé de créer un institut de
formation fédéral de l'ordre
judiciaire, ce qui est contraire à
l'accord octopartite qui prévoyait
une seule école de magistrats par
Communauté.

Quand cet institut de formation
sera-t-il opérationnel? L'institut
disposera-t-il d'un site et de
bâtiments propres? Une
concertation a-t-elle eu lieu avec
les Communautés? Quelle était la
position des Communautés
flamande, française et
germanophone? D'autres
instances ont-elles été
consultées? Les Communautés
joueront-elles un rôle structurel ou
leur apport sera-t-il indirect, par
l'intermédiaire de protocoles
conclus avec les offices régionaux
pour l'emploi et les universités?
L'Institut de formation de l'ordre
judiciaire sera-t-il unitaire ou divisé
en une section néerlandophone et
une section francophone?
CRIV 51
COM 997
13/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
orgaan of het ORO, het Opleidingsinstituut voor de Rechterlijke Orde,
een Nederlandstalige en Franstalige deelstructuur?
03.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, de
Ministerraad heeft inderdaad op 9 juni 2006 het voorontwerp van wet
tot oprichting van het Opleidingsinstituut voor de Rechterlijke Orde
goedgekeurd. De voorziene datum voor het in werking treden van dit
ontwerp zal grotendeels afhangen van de werkzaamheden in de
Kamer en de Senaat. De toepassingen van de bepalingen van de
reglementen die een dringende behandeling mogelijk maken, zal door
de regering worden gevraagd. Ik hoop derhalve dat het Instituut,
rekening houdend met onder meer de tijd die nodig is om personeel
aan te werven, in 2007 het levenslicht zal kunnen aanschouwen.

De materie van de opleiding van de magistraten en van het personeel
van de rechterlijke orde, dat deel uitmaakt van het statuut, is een
exclusieve bevoegdheid van de federale staat.

Er moet dus geen overleg georganiseerd worden met de
Gemeenschappen. Het advies van de Hoge Raad voor de Justitie en
van de Raad van State zal worden gevraagd.

Alle producenten van opleidingen, universiteiten, VDAB, FOREM,
ORBEM, enzovoort, zullen potentiële partners van het instituut zijn.
Op initiatief van het instituut zullen er samenwerkingsprotocollen
kunnen worden gesloten. Het idee bestaat er niet in dat men wat
elders met gelijke kwaliteit wordt gedaan, zou overdoen.

Het instituut is een unitair orgaan. Er is voorzien in taalpariteit.
03.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Le Conseil des ministres
du 9 juin 2006 a adopté l'avant-
projet de loi portant création de
l'Institut de formation de l'ordre
judiciaire. La date d'entrée en
vigueur dépendra de l'avancement
des travaux à la Chambre et au
Sénat mais j'espère que l'institut
verra le jour en 2007. La formation
des magistrats et du personnel de
l'ordre judiciaire ressortit à la
compétence exclusive du fédéral.
Une concertation avec les
Communautés est donc superflue.
En revanche, l'avis du Conseil
supérieur de la justice et du
Conseil d'État sera demandé. Tant
le VDAB, le FOREM que l'ORBEM
seront des partenaires potentiels
avec lesquels des protocoles de
coopération pourront être conclus.
L'institut est un organe unitaire. La
parité linguistique sera respectée.
03.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Het is heel duidelijk,
mevrouw de minister. Hier is volop een unitaire recuperatie bezig
waarbij een heel belangrijk onderdeel van het Octopus-akkoord, een
onderdeel waarop sommigen zich hebben gebaseerd om te besluiten
mee te doen, in de vuilnisbak wordt gegooid. Het Octopus-akkoord
met die eigen magistratenschool per Gemeenschap was voor
sommigen wezenlijk om eindelijk een doorbraak te forceren inzake
een eigen opleiding inzake justitie, precies omdat het denken omtrent
justitie in Vlaanderen en Wallonië zo ver uit elkaar ligt.

U veegt dat met de grove borstel allemaal in de hoek. Dit is zeer
verregaand. U erkent in elk geval ­ en daarom is uw antwoord
interessant ­ dat er geen enkel overleg is geweest met de
Gemeenschappen hoewel een samenwerkingsakkoord onontbeerlijk
is.

Ik wil hier verwijzen naar het antwoord van Vandenbroucke. Hij zegt
dat een onderdeel van die opleiding zelfs een exclusieve
gemeenschapsbevoegdheid is, namelijk wanneer het gaat om de
toegang tot de magistratuur en de vorming daartoe. Dat is een
exclusieve gemeenschapsbevoegdheid. Vandenbroucke zegt ook dat
een samenwerkingsakkoord noodzakelijk is.

U zet zoiets op poten zonder zelfs maar het minste overleg. U maakt
er meteen zelfs een unitaire en zelfs geen federale of tweeledige
structuur van. Het wordt een unitaire structuur die paritair is
samengesteld. Dit is heel verregaand. Wij hopen dat men van op het
Vlaamse niveau op het juiste moment een belangenconflict zal
03.03 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): La ministre ignore
l'accord octopartite et admet
même ouvertement qu'il n'y a pas
eu de concertation avec les
Communautés. Quant au ministre
flamand, M. Vandenbroucke, il
juge nécessaire un accord de
coopération. Nous ne manquerons
pas de revenir sur la question.
13/06/2006
CRIV 51
COM 997
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
inroepen om dit tegen te houden.

U doet nog maar eens uw zin, mevrouw de minister, zonder rekening
te houden met de Gemeenschappen, zonder rekening te houden met
uw gelijken. De Gemeenschappen zijn immers niet ondergeschikt aan
u, ze staan naast u. U doet maar, mevrouw de minister, maar u zult
hopelijk de weerbots krijgen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
elektronisch toezicht" (nr. 11923)
04 Question de Mme Greet van Gool à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
surveillance électronique" (n° 11923)
04.01 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, ik heb aan
de verschillende ministers van Sociale Zaken een reeks van vragen
gesteld om na te gaan of de uitkeringen inzake de sociale zekerheid
ook betaalbaar zijn aan personen die in gevangenschap leven, en dan
vooral: aan personen onder elektronisch toezicht.

Uit de antwoorden op die vragen blijkt dat alle uitkeringen inzake de
sociale zekerheid worden uitbetaald aan personen onder elektronisch
toezicht, maar dat er inzake de uitkering voor de sociale bijstand wel
een onderscheid is. Zo worden bijvoorbeeld de tegemoetkoming aan
personen met een handicap, de inkomensgarantie voor ouderen en
het gewaarborgd inkomen voor bejaarden wel uitbetaald. Het leefloon
blijkt echter de enige sociale uitkering die niet wordt uitbetaald tijdens
het elektronisch toezicht.

Dat schept toch een beetje een probleem omdat precies die
uitkeringtrekkers, de leefloontrekkers, de meest behoeftigen zijn. Het
is wel zo dat de Federale Overheidsdienst Justitie een vergoeding
uitkeert die de huisvestings- en onderhoudskosten dekt. U hebt
eerder al op een vraag terzake geantwoord dat die vergoeding, nu
522 euro per maand, lager ligt dan het leefloon, dat 625,6 euro per
maand bedraagt.

Dat die vergoeding van Justitie lager is dan de vergoeding van het
leefloon is dan ook de reden waarom heel wat mensen aankloppen bij
het OCMW, om het verschil tussen die bedragen bij te passen.

U hebt in uw antwoord ook gesteld dat u er voorstander van bent de
vergoeding van Justitie op te trekken tot het niveau van het leefloon.
Dat is natuurlijk al een belangrijke stap vooruit voor de
inkomenssituatie van de betrokkenen, maar ik stel mij toch de vraag
of het niet beter zou zijn, zoals geldt voor alle andere uitkeringen
inzake de sociale zekerheid en de sociale bijstand, ook het leefloon
toe te kennen, vooral wetend dat aan de toekenning van het leefloon
een aantal begeleidende maatregelen is gekoppeld, vooral wat het
beleid betreft inzake tewerkstellingstimulerende maatregelen, waarbij
mensen worden begeleid naar de arbeidsmarkt en de kans krijgen
opleidingen te volgen.

Over die problematiek had ik u graag volgende vragen gesteld en
daar een antwoord op gekregen.
04.01 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Les personnes sous
surveillance électronique peuvent
bénéficier de toutes les
allocations, à l'exception du
revenu d'intégration,. En vertu de
l'article 39 de l'arrêté royal du 11
juillet 2002, le paiement du revenu
d'intégration est suspendu durant
la période au cours de laquelle
une personne subit une peine
privative de liberté ; les personnes
sous surveillance électronique
sont assimilées aux détenus
ordinaires pour l'application de
cette disposition.

En remplacement du revenu
d'intégration, le SPF Justice verse
aux intéressés une allocation pour
frais de logement et
d'alimentation. Dans le cas des
isolés, cette allocation ne se
monte toutefois qu'à 522 euros par
mois, contre 625,6 euros par mois
pour le revenu d'intégration. C'est
la raison pour laquelle la plupart
des détenus sous surveillance
électronique s'adressent au CPAS
pour obtenir la différence. La
ministre s'est déjà déclarée
favorable à l'alignement de
l'allocation sur le revenu
d'intégration mais nous pensons
qu'il serait plus simple d'octroyer
aux personnes concernées le
revenu d'intégration.

Pourquoi seul le revenu
d'intégration n'est-il pas versé aux
personnes placées sous
surveillance électrique? Combien
CRIV 51
COM 997
13/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Wat is de reden waarom het leefloon de enige uitkering inzake de
sociale zekerheid en de sociale bijstand is die niet wordt uitbetaald
tijdens een periode van elektronisch toezicht?

Hoeveel mensen staan er momenteel onder elektronisch toezicht?
Aan hoeveel van hen wordt de betrokken vergoeding betaald?

Bent u ook van oordeel dat het logisch zou zijn dat die mensen een
leefloon zouden krijgen, net zoals de andere sociale uitkeringen,
zodat zij ook kunnen genieten van de flankerende maatregelen en
vooral dan van de flankerende tewerkstellingsmaatregelen die aan de
uitbetaling van het leefloon zijn gekoppeld? Indien dat het geval is,
zult u dan ook overleggen met uw collega, minister Dupont, om na te
gaan of dat leefloon ook effectief betaald zal kunnen worden en dat er
dan niet langer een tegemoetkoming komt vanwege de FOD Justitie?
de personnes font actuellement
l'objet de cette mesure de
surveillance et combien
bénéficient de l'indemnité?

La ministre ne pense-t-elle pas
qu'il serait préférable d'octroyer le
revenu d'intégration à ces
personnes pour qu'elles puissent
bénéficier des mesures en matière
d'emploi y afférentes? Se
concertera-t-elle avec M. Dupont
en vue de l'attribution du revenu
d'intégration?
04.02 Minister Laurette Onkelinx: De reden waarom het leefloon op
dit ogenblik niet betaald wordt aan de personen die geplaatst zijn
onder elektronisch toezicht, schuilt in het feit dat, hoewel zij hun straf
thuis onder de vorm van elektronisch toezicht uitzitten, zij toch
ingeschreven blijven op de rol van de gevangenis en gehouden zijn
aan het reglement van een strafinrichting. Aldus moeten zij de regels,
de verplichtingen, naleven: een nauwkeurige uurregeling, zich
onderwerpen aan het toezicht, enzovoort. Zij kunnen ook het
voorwerp zijn van tuchtrapporten, waardoor zij een of andere toelating
die normaal aan personen onder elektronisch toezicht wordt
toegekend, ontzegd kunnen worden.

Hoewel zij hun straf thuis uitzitten, schommelt hun statuut dus
halverwege tussen dat van de gedetineerden die op klassieke wijze in
een strafinrichting zijn opgesloten en de veroordeelden die genieten
van een voorwaardelijke invrijheidsstelling. Deze laatste categorie is
eveneens onderworpen aan voorwaarden die moeten worden
nageleefd, maar niet meer ingeschreven op de rol van de gevangenis
en betrokkenen kunnen niet het voorwerp zijn van eventuele
tuchtsancties.

Men kan dus stellen dat de personen die onder elektronisch toezicht
zijn geplaatst, nog steeds ten laste zijn van de overheid aangezien zij
een vrijheidsberovende straf uitzitten en bijgevolg niet in aanmerking
komen voor het voordeel van het leefloon in de geest van artikel 39
van het KB van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement
betreffende het recht op maatschappelijke integratie.

Deze kwestie is voer voor nieuwe debatten. Het is evident dat een van
de redenen om onder elektronisch toezicht te worden geplaatst, erin
bestaat de geleidelijke reïntegratie van de persoon in de maatschappij
te vergemakkelijken. Alles wat dit doel kan helpen te bereiken, moet
worden aangemoedigd. Om die reden heb ik reeds aangegeven dat ik
er voorstander van ben de vergoeding die thans door Justitie wordt
betaald, gelijk te schakelen met het leefloon. Het is ook juist dat het
toekennen van het leefloon aan personen onder elektronisch toezicht
zeker een belangrijke manier zou zijn om bij te dragen aan die
beweging van sociale reïntegratie, niet enkel door hun een minimum
aan financiële middelen toe te kennen, maar ook door hun de
mogelijkheid te bieden ­ zoals u in uw vraag onderstreept ­ te
genieten van de verschillende maatregelen die door de OCMW's in
het leven zijn geroepen om de herinschakeling van de personen die
04.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Si le revenu d'intégration
n'est pas versé aux personnes
sous surveillance électronique,
c'est parce qu'elles restent
inscrites au rôle de la prison et
relèvent de la réglementation
d'une administration pénitentiaire.
Bien qu'elles purgent leur peine à
leur domicile, leur statut se situe
entre celui du détenu et celui de la
personne condamnée en liberté
conditionnelle.

Les personnes sous surveillance
électronique restent donc à charge
de L''État puisqu'elles subissent
une peine privative de liberté. A ce
titre, elles n'entrent pas en
considération pour bénéficier du
revenu d'intégration.

Le débat sur la question pourrait
toutefois être approfondi. Bien
entendu, la surveillance
électronique vise notamment à
faciliter la réintégration progressive
dans la société. C'est pourquoi je
suis favorable à l'alignement de
l'allocation, qui est actuellement à
charge de la Justice, sur le revenu
d'intégration sociale.

L'octroi de ce revenu est important
à double titre pour la réintégration
sociale des intéressés puisque, si
la mesure leur permet de disposer
de moyens financiers, elle leur
donne également accès aux
différentes possibilités offertes par
les CPAS.
13/06/2006
CRIV 51
COM 997
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
zich in deze situatie bevinden, aan te moedigen.

In antwoord op uw tweede vraag deel ik u mee dat van de 458
gedetineerden onder elektronisch toezicht er op 8 juni 2006, 73
genoten van bijkomende financiële hulp, toegekend door de FOD
Justitie. Ik informeer er u tevens over dat ik contact heb opgenomen
met mijn collega, minister Dupont, om samen met hem de best
mogelijke samenwerking tot stand te brengen in verband met dit
probleem.
Le 8 juin 2006, on dénombrait 458
personnes sous surveillance
électronique, dont 73 recevaient
une allocation de la Justice. J'ai
pris contact avec le ministre M.
Dupont pour que nous trouvions
une solution ensemble.
04.03 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, ik wil de
minister zeker danken voor haar antwoord.

Mevrouw de minister, ik had een beetje schrik toen ik het eerste
element van uw antwoord hoorde, omdat u daar de regels aanhaalt. U
zegt dat ze ingeschreven blijven op de rol van de gevangenis. Dat
geldt natuurlijk ook voor mensen die een pensioen, een
invaliditeitsuitkering, een werkloosheidsvergoeding of
een
tegemoetkoming als persoon met een handicap krijgen. Voor hen is
dat geen beletsel om, zodra zij onder elektronisch toezicht staan, wel
opnieuw de sociale uitkeringen te krijgen.Ik denk dat het toch van
belang is om te streven naar zoveel mogelijk eenvormigheid in de
stelsels van sociale zekerheid en sociale bijstand.

Het tweede deel van uw antwoord heeft mij gerustgesteld dat u
inderdaad wil onderzoeken ­ als ik het goed begrijp ­ om over te
stappen van de vergoeding van Justitie naar het leefloon, precies om
die begeleidende maatregelen mogelijk te kunnen maken.

Bijkomend had ik nog graag vernomen of u enig zicht hebt op de
timing om dit te kunnen realiseren.

(De minister knikt ontkennend)
04.03 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Dans la première partie de
sa réponse, la ministre a précisé
que les personnes sous
surveillance électronique restent
inscrites au rôle de la prison.
Pourtant, les pensions ou les
allocations pour personnes
handicapées leur sont versées. Je
préconise la plus grande
uniformité possible.

La seconde partie de la réponse
de la ministre m'a rassurée. Elle
se propose d'envisager la
possibilité d'accorder malgré tout
le revenu d'intégration sociale à
ces personnes. A-t-elle déjà songé
à un échéancier pour la mise en
oeuvre de cette mesure?

(La ministre fait de la tête un signe
de dénégation)
Dan kom ik daar later nog op terug.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"een bijeenkomst het voorbije weekend in Hasselt van 30.000 Turken" (nr. 11970)
05 Question de Mme Marleen Govaerts à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "un
rassemblement ayant réuni 30.000 Turcs à Hasselt le week-end dernier" (n° 11970)
05.01 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter,
mevrouw de minister, het voorbije weekend waren zo'n 30.000 -
vooral Duitse - Turken naar de Ethias Arena in de Grenslandhallen in
Hasselt gekomen om het verbroederingsfeest van de Islamitische
Stichting te vieren. Het feest werd georganiseerd door IGMG, de
Islamische Gemeinschaft Milli Görüs.

Op 6 juni had men het op de Duitse televisiezender ZDF in het
programma Frontal 21 over deze militante organisatie. De titel was
"De propaganda van de Turkse extremisten".

In deze uitzending werd herhaaldelijk gezegd dat Milli Görüs zich naar
de buitenwereld gematigd voordoet, maar in de kern extremistisch
blijft. Ze sturen haat- en stemmingmakerijfilmpjes de wereld in via hun
05.01 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang): Le 4 juin 2006, quelque
trente mille Turcs se sont réunis à
l'Ethias Arena à Hasselt pour la
fête de la Fondation islamique
turque, fête organisée par l'IGMG
(Islamische Gemeinschaft Milli
Görüs).

La chaîne allemande ZDF a
diffusé un reportage sur cette
organisation militante dans
l'émission Frontal 21. Il a été dit à
plusieurs reprises dans le
CRIV 51
COM 997
13/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
eigen zender TV 5. Ook in België kunnen geïnteresseerden deze
filmpjes via satelliet bekijken.

De film Zehras blaue Augen is een voorbeeld van haat- en
stemmingmakerij tegen de Joden. Volgens de website van Frontal 21
was deze film ook in Hasselt te koop voor 10 euro. Het is
oorspronkelijk een Iraanse video die werd omgezet in het Turks. In
deze film wordt duidelijk aangezet tot haat tegen Israël en tot
zelfmoordaanslagen. In Frankrijk is de zender TV 5 verboden.

Mevrouw de minister, ik heb de volgende vragen. Was de Veiligheid
van de Staat zondag aanwezig in Hasselt op deze bijeenkomst?
Hoeveel politiemensen waren er aanwezig? Waren er ook speciaal
opgeleide mensen van de Veiligheid van de Staat die de Arabische
taal verstaan?
reportage que si Milli Görüs se
présente comme un mouvement
modéré, il est en fait extrémiste
dans son essence. Il se sert de sa
propre chaîne TV5, transmise en
Belgique par satellite, pour diffuser
des films qui propagent la haine.
Je citerai l'exemple de la série
antisémite Zehras blaue Augen.
Selon le site web de Frontal 21, il
était d'ailleurs possible de se
procurer cette série à Hasselt sur
support vidéo. Il convient
également de signaler que TV5
est interdit en France.

La Sûreté de l'État était-elle
présente lors de ce
rassemblement? Combien de
policiers ont été mobilisés? Y
avait-il sur place des agents de la
Sûreté de l'État comprenant
l'arabe?
De voorzitter: Mevrouw Govaerts, dat zou mijns inziens weinig zin
hebben aangezien men in Turkije geen Arabisch spreekt.
La présidente: Cela n'aurait pas
eu beaucoup de sens, vu qu'on ne
parle pas l'arabe en Turquie.
05.02 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Ik vraag dan alleen maar
of de Veiligheid van de Staat daar was en heeft geluisterd naar
hetgeen er werd gezegd. Het is niet belangrijk om welke taal het gaat,
het is wel belangrijk dat ze luisteren en de taal verstaan die deze daar
mensen spreken.

Werden er mensen opgepakt? Werd de video Zehras blaue Augen in
Hasselt te koop aangeboden zoals men in Duitsland beweert? Werd
er videomateriaal in beslag genomen? Werd er al overleg gepleegd
met de Gemeenschappen om de zender TV 5 te verbieden?
05.02 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang): Peu importe la langue,
l'essentiel est que la Sûreté de
l'État puisse comprendre les
propos tenus lors de cette
manifestation.

A-t-on procédé à des arrestations?
Pouvait-on effectivement acheter
sur place la vidéo de Zehras blaue
Augen
? Du matériel a-t-il été
saisi? Y a-t-il eu concertation avec
les Communautés afin d'interdire
TV5?
05.03 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, de
Veiligheid van de Staat was reeds geruime tijd op de hoogte van de
Milli-Görüsbijeenkomst die op 4 juni 2006 plaatsvond in Hasselt en
was op zondag ter plaatse aanwezig. Als inlichtingendienst werkt de
Veiligheid van de Staat met de aan hem toegekende wettelijke
middelen, onder meer met menselijke bronnen, inzonderheid op
dergelijke manifestaties.

In verband met het aantal politieagenten dat tijdens die manifestatie
aanwezig was, verzoek ik u om u te wenden tot mijn collega van
Binnenlandse Zaken, die bevoegd is voor deze materie vermits het
gaat om de administratieve politie.

Milli Görüs is een Turkse organisatie. Het lijkt mij in dit geval dus niet
echt opportuun om Arabischsprekende agenten of bronnen in te
05.03
Laurette Onkelinx,
ministre: La Sûreté de l'État savait
depuis bien longtemps que cette
manifestation aurait lieu et était
dès lors sur place. Le service de
renseignements travaille avec les
moyens légaux à sa disposition et
notamment les sources
d'information humaines.

Milli Görüs est une organisation
turque. Il ne me semble dès lors
pas vraiment indiqué d'engager
des agents parlant arabe. Les
personnes de la Sûreté de l'État
13/06/2006
CRIV 51
COM 997
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
zetten, vermits zowel de sprekers als de aanwezige toeschouwers
Turks spraken, zoals u hebt gezegd, mevrouw de voorzitter. De
aanwezige menselijke bronnen van de Veiligheid van de Staat
spreken en verstaan Turks en konden zodoende alles volgen van wat
er tijdens de conferentie werd gezegd.

In verband met de administratieve arrestatie van de personen tijdens
die manifestatie ben ik zo vrij u te verwijzen naar mijn collega van
Binnenlandse Zaken. Wel kan ik meegeven dat, voor zover de
Veiligheid van de Staat weet, er zich geen incidenten hebben
voorgedaan.

Milli Görüs zorgt bij massabijeenkomsten als die van zondag steeds
voor een eigen ordedienst die het gebeuren in goede banen leidt. De
organisatie heeft er immers alle baat bij dat de bijeenkomsten
rimpelloos verlopen. Indien er zich problemen voordoen bestaat
immers de kans dat dergelijke bijeenkomsten in de toekomst niet
meer zouden mogen plaatsvinden. De enige overlast die de
bijeenkomst van zondag waarschijnlijk veroorzaakte was van
verkeerstechnische aard.

De vraag was of de video Zehras blaue Augen te koop werd
aangeboden. Deze van oorsprong Iraanse film deed vorig jaar in
Nederland heel wat stof opwaaien toen een reportage over de film
werd uitgezonden in het Nederlandse televisieprogramma Nova. De
anti-joodse film werd in het Turks gesynchroniseerd en te koop
aangeboden in een aantal Turkse moskeeën in Den Haag, Rotterdam
en Amsterdam.

Als gevolg van de verspreiding van deze video in Nederland werd een
onderzoek ingesteld naar de mogelijke verspreiding van de video in
Belgische moskeeën.

Volgens onze informatie werd de film niet vertoond of te koop
aangeboden in Belgische moskeeën. In uw vraag verwijst u naar de
website van het Duitse televisieprogramma Frontal21, waarop te
lezen staat dat de film Zehras blaue Augen in Hasselt te koop werd
aangeboden. Op de website staat inderdaad te lezen dat de
secretaris-generaal van Milli Görüs laat weten dat de video Zehras
blaue Augen te koop werd aangeboden op de bijeenkomst in Hasselt.
Momenteel beschikt de Veiligheid van de Staat niet over informatie
die kan ontkennen of bevestigen dat de video Zehras blaue Augen te
koop werd aangeboden tijdens de bijeenkomst op 4 juni 2006.

Werd er videomateriaal in beslag genomen? Aangezien de Veiligheid
van de Staat geen politionele taken heeft, kan hierop geen antwoord
worden gegeven. Deze vraag wordt daarom overgelaten aan de
appreciatie van de minister van Binnenlandse Zaken.

Wat uw laatste vraag betreft, deel ik u mee dat er in het kader van het
actieplan Radicalisme, dat door het Ministeriëel Comité voor
Inlichtingen en Veiligheid werd goedgekeurd, bijzondere aandacht
werd geschonken aan de radio- en televisie-uitzendingen die onze
fundamentele waarden niet erkennen door haat en racisme aan te
hangen. De dienst belast met dit dossier is de Algemene Dienst
Inlichtingen en Veiligheid van de Strijdmachten. Binnen deze context
heeft de eerste minister een brief geschreven aan de ministers-
presidenten, die bevoegd zijn voor de media, om met de verschillende
qui étaient sur place, parlent et
comprennent la langue turque et
étaient donc en mesure de
comprendre tout ce qui a été dit
lors de la conférence.

Pour connaître le nombre d'agents
de police présents et le nombre
d'arrestations, Mme Govaerts doit
s'adresser au ministre de
l'Intérieur. Selon la Sûreté de
l'État, la manifestation s'est
déroulée sans incidents.

Milli Görüs dispose toujours de
son propre service d'ordre lors de
tels rassemblements de masse.
L'organisation a d'ailleurs tout
intérêt à ce que la manifestation
se déroule sans heurts car en cas
d'incidents, elle court le risque de
ne plus pouvoir organiser ce type
de rassemblements. Seule la
circulation a été quelque peu
perturbée.

La vidéo Zehras blaue Augen est
en fait à l'origine un film iranien qui
a soulevé un vif émoi aux Pays-
Bas l'an passé à la suite d'un
reportage consacré à cette vidéo
dans l'émission télévisée Nova.
Ce film antisémite a été
postsynchronisé en langue turque
et pouvait être acheté dans un
certain nombre de mosquées
turques aux Pays-Bas. Selon nos
informations, la vidéo n'a été ni
vendue ni présentée dans les
mosquées belges.

Sur le site internet de Frontal 21,
on peut lire que le secrétaire
général de Milli Görüs fait savoir
que la vidéo était en vente à
Hasselt. La Sûreté de l'État ne
dispose actuellement d'aucune
information pouvant confirmer ou
réfuter cette déclaration.

Étant donné qu'elle n'est investie
d'aucune mission de police, la
Sûreté de l'État ne peut pas saisir
de matériel. Cette compétence
relève du ministre de l'Intérieur.

Le plan d'action Radicalisme
accorde une attention particulière
CRIV 51
COM 997
13/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
overheden overleg te plegen over dit onderwerp. Wij verwachten de
antwoorden van die overheden zo snel mogelijk.
aux émissions de radio et de
télévision qui dénigrent nos
valeurs fondamentales et incitent à
la haine et au racisme. Le Service
général du renseignement et de la
sécurité de l'armée est en charge
de ce dossier. Le premier ministre
a adressé un courrier à ce sujet
aux ministres-présidents des
Communautés qui sont
compétentes pour les médias en
vue d'organiser une concertation
sur ce dossier. Nous attendons
une réponse dans les plus brefs
délais.
05.04 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter,
mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is natuurlijk
goed dat de mensen van de Staatsveiligheid alle talen kennen die er
worden gesproken op dergelijke bijeenkomsten. Ik vind het echter
heel eigenaardig dat de Duitse zender het duidelijk heeft over een
bepaalde video die in Hasselt te koop werd aangeboden, terwijl de
Staatsveiligheid hier niets van weet. Dit is toch een eigenaardig
fenomeen.

Misschien moet ik andere vragen aan minister Dewael stellen.
05.04 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang): Si je me réjouis de ce
que les fonctionnaires de la Sûreté
de l'État maîtrisent toutes les
langues qui sont parlées lors de
ces réunions, je m'étonne que la
chaîne allemande fasse état d'une
cassette vidéo mise en vente à
Hasselt et dont la Sûreté de l'État
ignorait tout. J'interrogerai aussi le
ministre Dewael à ce sujet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Walter Muls aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
raadpleging van de centrale strafregisters" (nr. 11975)
06 Question de M. Walter Muls à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la consultation
des casiers judiciaires centraux" (n° 11975)
06.01 Walter Muls (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, in strafzaken rijst veelvuldig het probleem van of de vraag
naar het gerechtelijk verleden van de verdachte. Dat heeft onder meer
belang bij de beoordeling, aangezien het gerechtelijk verleden van
iemand een invloed kan hebben op de strafmaat, waardoor er
rekening kan worden gehouden met de kans op recidive. Het kan ook
spelen bij de beoordeling van de voorlopige hechtenis, om de kans op
eventuele recidive in te schatten bij de beoordeling tot vrijlating.

Het consulteren van het Centraal Strafregister is eenvoudig voor alle
feiten die zich in België hebben voorgedaan of die in België aanleiding
tot een veroordeling hebben gegeven. In het verleden hebt u er echter
al op gewezen dat er nogal wat problemen zijn, wanneer het gaat over
veroordelingen in het buitenland.

Vragen in het kader van de internationale rechtshulp over het
gerechtelijk verleden van iemand die in België het voorwerp van een
onderzoek uitmaakt, blijven veelal onbeantwoord. Als er al een
antwoord komt, komt het er pas nadat de zaak in België al voor de
rechtbank werd behandeld

Zopas maakte u in de rand van een bijeenkomst van de Europese
06.01 Walter Muls (sp.a-spirit):
En matière pénale, le passé
judiciaire peut influer sur le taux de
la peine et intervenir dans la
décision relative à la détention
préventive. S'il contient toutes les
condamnations prononcées en
Belgique, le registre central ne
comporte en revanche aucune
donnée sur d'éventuelles
condamnations à l'étranger. A
l'issue de la réunion des ministres
européens de la Justice, les 1er et
2 juin derniers, la ministre a
annoncé que l'Allemagne, la
France, l'Espagne et la Belgique
avaient conclu un accord en vue
de la consultation directe de leurs
casiers judiciaires centraux
respectifs.

Je félicite la ministre pour ce
13/06/2006
CRIV 51
COM 997
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
ministers van Justitie op 1 en 2 juni 2006 bekend dat er een akkoord
met Duitsland, Frankrijk en Spanje tot stand zou zijn gekomen om de
respectieve centrale strafregisters rechtstreeks op elkaar af te
stemmen, zodat de verschillende landen elkaars strafregister kunnen
consulteren.

Ik kan u alleen maar proficiat wensen met het resultaat dat u hebt
bereikt. Het is immers een heel belangrijke stap, niet alleen voor de
bestrijding van de misdaad maar ook voor de beoordeling van
bepaalde personen die zich voor de strafrechter moeten
verantwoorden.

Wat mij echter vooral opvalt, is dat er geen sprake is van het
belangrijkste buurland voor Vlaanderen, en niet alleen voor
Vlaanderen, namelijk Nederland. Met uitzondering van de provincie
Vlaams-Brabant grenzen alle Vlaamse provincies aan Nederland. Er
is dus duidelijk een grensoverschrijdende samenwerking nodig.

Nederland komt echter niet voor in de lijst die u meegaf. Nochtans is,
zeker in het geval van de drugsproblematiek, de samenwerking met
Nederland van het grootste belang voor de Vlaamse, gerechtelijke
arrondissementen. Zeven Vlaamse, gerechtelijke arrondissementen
hebben een grens met Nederland. Ook een Waals arrondissement,
namelijk Luik, heeft een grens met Nederland.

Ik had dan ook van de minister graag een antwoord gekregen op de
volgende vragen.

Ten eerste, waarom werd tot op heden geen akkoord met Nederland
gesloten?

Ten tweede, werden reeds pogingen ondernomen om tot een akkoord
te komen?

Ten derde, wat is nodig om tot een dergelijk akkoord met Nederland
te komen? Op welke termijn kan of zal dat gebeuren?
résultat, mais je me demande
pourquoi aucun accord n'a encore
pu être conclu avec les Pays-Bas.
Presque toutes les provinces
flamandes jouxtent les Pays-Bas,
et la collaboration avec nos voisins
du nord est très importante,
particulièrement pour tout ce qui
touche à la drogue. A-t-on cherché
à conclure un accord avec les
Pays-Bas? Quelles seraient les
conditions d'un tel accord dans
quel délai pourrait-il être conclu?
06.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, mijnheer
Muls, ik wens uiteen te zetten dat het project van de koppeling van de
strafregisters tussen Spanje, Frankrijk, Duitsland en België het thans
mogelijk maakt de uitwisseling van informatie tussen de nationale
strafregisters te versnellen en te systematiseren. Zo kan enerzijds
bijvoorbeeld het Belgische strafregister, via internet een uittreksel van
een strafregister aanvragen aan diens Spaanse, Franse of Duitse
tegenhanger en wordt het antwoord online verkregen. Anderzijds,
deelt bijvoorbeeld het Spaanse strafregister vanaf nu aan het
Belgische strafregister de veroordelingen mee die ten laste van
Belgische ingezetenen werden uitgesproken door Spaanse
rechtbanken. Dat alles gebeurt met automatische en systematische
vertaling van de zo doorgegeven informatie in de taal of de talen van
het land die de informatie ontvangt. Dat werkt uitstekend.

De koppeling van de nationale strafregisters, die nu werkt tussen
België, Frankrijk, Duitsland en Spanje en weldra ook de Tsjechische
Republiek en Luxemburg, is het resultaat van een initiatief dat
aanvankelijk uitging van Frankrijk en Duitsland, ter gelegenheid van
de 40
e
verjaardag van het Verdrag van het Elysée in januari 2003.
06.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Le projet d'intégration
des casiers judiciaires entre la
Belgique, la France, l'Allemagne
et l'Espagne vise l'accélération et
la systématisation de l'échange de
données. Des extraits peuvent
être demandés par l'internet et
transmis par la voie électronique.
Par ailleurs, l'Espagne
communique automatiquement, en
traduction, toutes les peines
prononcées en Espagne à l'égard
de ressortissants des autres pays
qui participent au projet.
L'intégration des casiers
judiciaires sera prochainement
étendue à la République tchèque
et au Luxembourg.

Il s'agit en réalité d'une initiative
CRIV 51
COM 997
13/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
Frankrijk en Duitsland waren van mening dat het, gelet op de
juridische en technische problemen die gepaard gaan met de
oprichting van een gecentraliseerd Europees strafregister, beter was
het in netwerk plaatsen van de nationale strafregisters te bevorderen
via de uitwisseling van elektronische gegevens. Spanje heeft zich in
november 2003 aangesloten en ik besliste dat België zou volgen in
november 2004.

Van meet af aan hebben de ministers van Justitie van de betrokken
landen bij het koppelingsproject van de strafregisters altijd bevestigd
dat het project openstond voor alle leden van de Unie. Dit
koppelingsproject was aanvankelijk een project met twee en werd dan
uitgebreid tot drie, dan vier, nu vijf en weldra zes lidstaten.

Dat betekent dat de staten die deel willen uitmaken van de koppeling,
in het systeem kunnen stappen. Indien Nederland geen deel uitmaakt
van de koppeling van de strafregisters, komt dat omdat het project
hen niet interesseert of omdat zij nog niet beslist hebben om er deel
van uit te maken. Ik herhaal immers: we hebben van meet af aan
gezegd dat het koppelingsproject voor andere staten openstond. Ik
wens uiteraard dat Nederland snel zal toetreden tot het
koppelingssysteem van onze strafregisters.

Sedert de lancering van het koppelingsproject hadden we vaak de
gelegenheid om aan onze Europese collega's te laten weten dat die
koppeling voor elkeen openstond, zowel tijdens onze vergaderingen
van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, als tijdens de
vergadering van nationale experts inzake het strafregister in de
schoot van de Europese Commissie.

Elk lid van de Unie mag aan een van de vijf lidstaten die deel
uitmaken van de koppeling laten weten dat het wil toetreden. De staat
die in het systeem wenst te stappen, neemt vervolgens kennis van de
technische en juridische voorwaarden met betrekking tot de
beveiliging van de gegevens die de basis vormen van het
koppelingssysteem. De termijn voor het toetreden tot de koppeling zal
afhankelijk zijn van het verwezenlijken van die voorwaarden.
prise en janvier 1993 par la France
et par l'Allemagne qui ont choisi,
compte tenu des problèmes
juridiques et techniques posés par
un casier judiciaire européen
centralisé, d'intégrer tous les
casiers nationaux au sein d'un
même réseau et de s'échanger les
informations par la voie
électronique. L'Espagne a rejoint
le système en novembre 2003 et
la Belgique en novembre 2004.

Le projet est ouvert à tous les
États membres de l'UE. Les Pays-
Bas n'y ont pas encore adhéré,
par manque d'intérêt ou parce que
la décision n'a pas encore été
prise. Le pays désireux de se
joindre au système contacte un
des pays participants et reçoit les
conditions techniques et juridiques
relatives à la sécurisation des
données. Le délai d'adhésion
dépend de la réalisation de ces
conditions.
06.03 Walter Muls (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, ik dank de
minister voor haar antwoord.

Mevrouw de minister, ik stel voor dat u bilaterale gesprekken voert
met uw Nederlandse collega die, naar verluidt, aangenaam
gezelschap is, om deze ervan te overtuigen in het systeem te
stappen, aangezien Nederland precies twee belangrijke grenzen heeft
met twee landen die deel uitmaken van de landen die nu toegetreden
zijn, zijnde Duitsland en België. U kunt dan misschien de pluim op uw
hoed steken dat u Nederland erbij heeft gebracht, iets waarin
Duitsland en Frankrijk totnogtoe blijkbaar niet geslaagd zijn.
06.03 Walter Muls (sp.a-spirit):
J'espère que la ministre insistera
auprès des Pays-Bas pour qu'ils
s'associent au projet d'intégration
des casiers judiciaires et qu'elle
pourra ainsi s'attribuer le mérite de
la réussite du projet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
evaluatie van de voorzitter van de Federale Overheidsdienst Justitie" (nr. 11994)
07 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'évaluation du président du Service public fédéral Justice" (n° 11994)
13/06/2006
CRIV 51
COM 997
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
07.01 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, recent werden de voorzitters van de federale
overheidsdiensten geëvalueerd. Dit zal dus ook het geval zijn geweest
met de voorzitter van de Federale Overheidsdienst Justitie.

Ik neem aan dat de leidraad bij de evaluatie van de voorzitter van de
Federale Overheidsdienst Justitie het geïntegreerd management en
operationeel plan van 30 april 2004 was. Dit was immers het plan
waarin de strategische doelstellingen werden geformuleerd van de
Federale Overheidsdienst Justitie. Dit plan werd in eerste instantie
opgemaakt onder de verantwoordelijkheid van de voorzitter van de
FOD Justitie.

Dit plan is een heel uitgebreid en volgens mij ook een goed
document. Een van de belangrijke doelstellingen is dat men van de
FOD Justitie een "Center of Excellence" wil maken. Naar mijn
aanvoelen is dit een terechte ambitie. Daarnaast staan er heel wat
strategische doelstellingen in dit plan, onder meer in verband met het
personeelsbeleid. Ik wil daar even bij stilstaan. Men gaat op dit vlak uit
van een strategie waarbij men wil komen tot een maximale
betrokkenheid van alle medewerkers. Het uitgangspunt daarbij is de
juiste man of vrouw op de juiste plaats op het gewenste moment. De
FOD Justitie moet een wervend vermogen hebben.

Mijn vraag aan de vice-premier is dan ook de volgende. Op welke
wijze blijkt uit het evaluatieverslag van de voorzitter van de FOD
Justitie dat de doelstellingen van dit managementplan werden
gerealiseerd? Op welke wijze werden de doelstellingen in het
algemeen gerealiseerd en dan meer specifiek de doelstellingen die
betrekking hebben op het personeelsbeleid, het human-
resourcesbeleid. De vraag is of het evaluatieverslag positief was op
het vlak van de uitvoering van dit managementplan. Welke zijn
desgevallend de elementen uit het evaluatieverslag waarvoor de
doelstellingen nog niet helemaal werden gerealiseerd door de
voorzitter van de FOD Justitie? Waaraan moet de voorzitter van de
FOD Justitie desgevallend bijzondere aandacht besteden? Welke
conclusies trekt de minister uit dit evaluatieverslag?

Bijkomend wil ik aan de vice-premier vragen hoeveel kaderfuncties er
vacant zijn in de vier belangrijke directies: de Directie Rechterlijke
Organisatie, de Directie Wetgeving en Fundamentele Rechten en
Vrijheden, de Directie Uitvoering van Straffen en Maatregelen en de
Directie Coördinatie van de Buitenlandse Betrekkingen. Wat is het
huidige personeelsbestand van de FOD Justitie in verhouding tot het
kader?
07.01 Tony Van Parys (CD&V):
Les présidents des services
publics fédéraux, et donc aussi du
SPF Justice, ont récemment fait
l'objet d'une évaluation. Le plan de
management et opérationnel
intégré du 30 avril 2004 décrit les
objectifs du département de la
Justice et se propose de faire du
SPF Justice un centre
d'excellence.

De quelle manière ressort-il de
l'évaluation que les objectifs
généraux et ceux relatifs à la
politique du personnel ont été
atteints? Le rapport évalue-t-il
positivement la mise en oeuvre de
ce plan? Quels objectifs n'ont pas
encore été réalisés? Quelles
conclusions le ministre tire-t-il de
cette évaluation ? Combien de
fonctions de cadre sont-elles
vacantes dans les différentes
directions? Qu'en est-il de l'effectif
actuel par rapport au cadre du
personnel?
07.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, de
evaluatie van de voorzitter van het directiecomité is gebaseerd op
verschillende criteria die vooraf zijn gedefinieerd tijdens een
onderhoud met de voorzitter van het directiecomité. Een van die
criteria had betrekking op de uitvoering van het managementplan.

De evaluatie van de verwezenlijking van de strategische
doelstellingen is gestoeld op diverse toelichtingen die inzonderheid
zijn verstrekt in het zelfevaluatieverslag van de voorzitter van het
directiecomité en in een studie verricht door een extern
consultancybureau. In laatstgenoemde studie is, met het oog op de
objectiviteit, onder meer rekening gehouden met de visie van derden.
07.02
Laurette Onkelinx,
ministre: L'évaluation est basée
sur différents critères, parmi
lesquels la mise en oeuvre du plan
de management. L'évaluation des
objectifs stratégiques est fondée
sur le rapport d'auto-évaluation du
président du comité de direction et
sur une étude réalisée par un
bureau de consultance externe.
En matière d'organisation
structurelle interne, bien des
CRIV 51
COM 997
13/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17

Het spreekt vanzelf dat de verwezenlijking van de doelstellingen is
beschouwd in vergelijking met de toestand op het tijdstip van de
ambtsaanvaarding van de betrokkene.

Markante verwezenlijkingen konden worden vastgesteld. Ik wens in
de eerste plaats de interne structurele organisatie aan te halen: een
nieuw besturingsmodel werd ingevoerd dat gegrond is op een betere
relatie tussen de dienstverleners en hun klanten; de
responsabilisering van iedereen op alle niveaus en de invoering van
een cyclisch beheer, hetgeen meer coherentie en een betere
coördinatie van de acties en de projecten waarborgt.

Vervolgens wordt de laatste hand gelegd aan de professionalisering
van de begroting, hetgeen het doeltreffender beheer en een grotere
transparantie mogelijk maakt van de middelen die aan iedere
manager ter beschikking worden gesteld.

Het personeelsbeheer ten slotte, evolueert steeds meer in de richting
van een daadwerkelijk modern human resource managerbeleid -
HRM-beleid - dat thans onontbeerlijk is in elke organisatie.

Het definitieve evaluatieverslag is bijgevolg positief aangaande het
optreden tijdens de eerste drie jaar van het mandaat. Het bevat
tevens aandachtspunten die in aanmerking moeten worden genomen
voor het tweede deel van het mandaat, teneinde het aangevatte
proces inzake upgrading te verbeteren. De zichtbaarheid van de FOD,
de voortzetting van de veranderingen op het vlak van de cultuur, en
de coördinatie en de follow up van de delegatie van de leden van het
directiecomité vormen aandachtspunten.

Ik concludeer daaruit dat het werk inzake reorganisatie en
professionalisering, dat beoogt de FOD om te vormen in een goed
werkende organisatie die is gericht op de gebruikers ervan, op de
sporen is gezet, maar dat op dezelfde weg moet worden voortgegaan.
choses ont été réalisées : un
nouveau modèle de pilotage, une
gestion cyclique ainsi qu'une
responsabilisation à tous les
niveaux. Le budget est à présent
professionnalisé, ce qui permet
une gestion plus efficace et
confère une plus grande
transparence. La gestion du
personnel s'achemine vers une
réelle politique GRH.

Le rapport d'évaluation définitif
donne une appréciation positive
des trois premières années du
mandat. Cependant, ce rapport
reprend un certain nombre de
points spécifiques dont il faudra
tenir compte durant la deuxième
partie du mandat. J'en citerai
quelques-uns: une meilleure
visibilité du SPF, la poursuite dans
la voie de la nouvelle culture
politique et la coordination de la
délégation des membres du
comité de direction.

À n'en pas douter, la
transformation du SPF en une
organisation efficace est sur les
rails. Nous devons à présent
poursuivre dans cette voie.
Sachez aussi que le plan de personnel 2006 a été présenté à
l'inspection des Finances le 23 février dernier. À la suite de son avis,
qui m'a été communiqué le 8 juin dernier, ce plan de personnel sera
présenté aux organisations syndicales le 22 juin afin qu'il puisse être
soumis à mon collègue ministre de la Fonction publique pour
approbation.

Au sein du SPF Justice, trois fonctions de management sont
déclarées vacantes: trois directeurs généraux pour la DG Exécution
des peines et des mesures, pour la nouvelle DG Maisons de justice et
pour la DDG Législation. Les sélections au Selor sont en cours pour
les deux premières fonctions. L'appel aux candidats pour la troisième
fonction paraîtra cette semaine dans le Moniteur.

Le département a procédé à un BPR qui a apporté des
organigrammes totalement nouveaux qui sont tous en cours
d'exécution. Vous savez ainsi qu'au niveau fédéral, une nouvelle
carrière pour les universitaires a été mise au point, à savoir le niveau
A.

Pour mon département, des dizaines de descriptions de fonctions ont
été établies. Elles feront partie de la cartographie des fonctions
Het personeelsplan 2006 bevindt
zich momenteel in de
goedkeuringsfase.

Binnen de FOD Justitie zijn de
ambten van directeur-generaal
voor het DG Uitvoering van
Straffen, het DG Justitiehuizen en
het DG Wetgeving vacant
verklaard. Voor de twee eerste
ambten is de selectieprocedure bij
Selor opgestart. De oproep tot de
kandidaten voor het derde ambt
zal deze week in het Staatsblad
verschijnen.

De BPR die het departement heeft
uitgevoerd, heeft geleid tot de
opstelling van volledig nieuwe
organogrammen die momenteel
worden ingevoerd. Wanneer de
weging achter de rug is (eind juli),
13/06/2006
CRIV 51
COM 997
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
pondérées. Dès que la pondération sera terminée ­ ce qui devrait être
fait pour fin juillet ­, toutes les fonctions de direction dans le
département pourront être remplies définitivement alors qu'elles sont
aujourd'hui surtout temporaires ou accessibles pour les plus hautes
fonctions.

Il y a encore plusieurs anciennes procédures d'avancement qui ne
sont pas terminées parce que la Commission permanente de
Contrôle linguistique a exigé que les nouveaux cadres linguistiques
soient réalisés, même si les anciens datent de six ans. Ce processus
est également en voie de finalisation. Les effectifs des services
centraux sont en ce moment de 1.002,5 équivalents temps plein sur
un cadre de 1.025,65 équivalents temps plein.

Le cadre opérationnel est étendu dans le plan de personnel 2006,
lequel a été approuvé le 8 juin dernier par l'inspecteur des Finances.
Différentes sélections étaient déjà terminées mais n'étaient pas
exécutables car il manquait un accord sur le plan de personnel et sur
le cadre linguistique. Comme je viens de l'expliquer, nous allons
bientôt pouvoir remplir ce cadre, la procédure d'approbation du plan
de personnel étant presque finalisée.
zullen alle directiefuncties definitief
kunnen worden ingevuld.

Verscheidene oude
bevorderingsprocedures zijn nog
niet afgerond, omdat de Vaste
Commissie voor Taaltoezicht
geëist heeft dat de nieuwe
taalkaders moeten worden
toegepast. Daaraan wordt nu ook
de laatste hand gelegd.

Op dit ogenblik werken er bij de
centrale diensten 1 002,5 voltijdse
equivalenten terwijl de volledige
personeelsformatie 1 025,65
voltijdse equivalenten telt.
07.03 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik dank de
minister voor haar antwoord. Ik zou erop willen wijzen dat er toch nog
een bijzonder aandachtspunt is met betrekking tot het
personeelsbeleid. In het strategisch plan is het objectief dat de juiste
man of de juiste vrouw op het gewenste moment op de juiste plaats
komt. Ik heb de indruk dat er nog heel wat vacatures zijn op
topniveaus bij de verschillende directies.

Ik wil vooral wijzen op het gegeven dat er bijvoorbeeld bij de dienst
Uitvoering van Straffen en Maatregelen nog altijd geen directeur-
generaal is. Ook de personeelsdirecteur ontbreekt daar, hoewel hij
natuurlijk een belangrijke schakel is in de problematiek van een
behoorlijk personeelsbeleid ten aanzien van de gevangenissen.

Ik denk ook dat bijvoorbeeld de zaak van de administrateur-generaal
van de Staatsveiligheid en de wijze waarop de procedure daar
verloopt en verlopen is niet onmiddellijk een toonbeeld vormen van
een heel modern managementbeleid. Ik zou er dus op willen wijzen
dat er hier belangrijke aandachtspunten zijn die de werking van de
FOD Justitie toch voor een stuk hypothekeren.
07.03 Tony Van Parys (CD&V):
Le plan stratégique avait
notamment pour objectif de
nommer le candidat adéquat à la
fonction idoine au bon moment. Je
dois cependant constater que de
nombreuses fonctions dirigeantes
demeurent vacantes. C'est
notamment le cas au sein du
service crucial Exécution des
peines et mesures, qui ne dispose
toujours pas d'un chef de service,
ni d'un directeur du personnel.

Il est difficile de qualifier la
manière dont le dossier de la
nomination du nouvel
administrateur général de la
Sûreté de l'Etat a été géré de
modèle d'une politique moderne
en matière de personnel.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
verdere uitvoering van de wetgeving inzake de identificatie, lokalisatie of het afluisteren van
elektronische communicatie" (nr. 12010)
08 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
modalités de mise en oeuvre de la législation relative à l'identification, à la localisation ou aux écoutes
des communications électroniques" (n° 12010)
08.01 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, de wet van 13 juni 2005 betreffende de
elektronische communicatie die de wet van 3 juli 2000 heeft
vervangen, geeft aanleiding tot heel wat problemen met betrekking tot
08.01 Tony Van Parys (CD&V):
La loi du 13 juin 2005 relative aux
communications électroniques
donne lieu à de nombreux
CRIV 51
COM 997
13/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
het afluisteren van telefoongesprekken en de interceptie van
telecommunicatie.

We hebben vastgesteld dat sinds 2000 - en dat werd bevestigd door
de wet van 13 juni 2005 - de apparatuur waarmee men op basis van
de wet van 2000 en bekrachtigd door de wet van 2005 telefoons
afluistert, verboden is. Wat daarvan de consequenties zijn, durf ik niet
uit te spreken. Ik veronderstel dat zal moeten worden bekeken of de
informatie, bekomen met wettelijk verboden apparatuur, kan worden
gebruikt.

De regering heeft dit ingezien en het feit dat deze apparatuur wettelijk
verboden is werd na zes jaar gerepareerd door middel van artikel 80
van de wet op de diverse bepalingen.

Er is volgens mij een tweede probleem en daarover gaat mijn
specifieke vraag. In de wet van 13 juni 2005 was voorzien dat er een
koninklijk besluit, een uitvoeringsbesluit moest worden genomen dat
de vereisten moest vastleggen waaraan de apparatuur waarmee men
telefoontaps doet, moet voldoen. Dit koninklijk besluit zou er niet zijn.

Kunt u bevestigen dat er nog steeds geen koninklijk besluit werd
genomen dat de vereisten bepaalt waaraan de apparatuur van de
telefoontap moet voldoen? Indien ja, hoe komt het dat dit nog altijd
niet het geval is? Wat is daarvan het gevolg? Wat zijn op dit ogenblik
de vereisten waaraan de apparatuur moet voldoen om op een
rechtsgeldige manier telefoons af te luisteren?

Volgens mij moet men in deze wetgeving zeer zorgvuldig zijn om te
voorkomen dat handige advocaten er in bepaalde procedures gebruik
of misbruik van zouden kunnen maken en op die manier informatie uit
belangrijke onderzoeken in twijfel zouden trekken.
problèmes en matière d'écoutes
téléphoniques et d'interception de
télécommunications. Depuis
l'entrée en vigueur de la loi du 3
juillet 2000, qui a été remplacée
par la loi du 13 juin 2005, le
matériel d'écoute est en fait
interdit. Il est évident que cette
interdiction est lourde de
conséquences au niveau des
informations obtenues par le biais
de ces équipements.

La loi du 13 juin 2005 dispose
qu'un arrêté royal fixant les
exigences auxquelles
les
équipements d'écoute doivent
satisfaire, doit être publié. Ce n'est
toujours pas le cas. Quand sera-t-
il publié? En l'absence d'un tel
arrêté, des avocats habiles
pourraient se servir de cette grave
lacune dans la législation pour
contester devant les tribunaux les
informations obtenues par le biais
d'équipements non-conformes.
08.02 Laurette Onkelinx, ministre: Madame la présidente, l'arrêté
royal exécutant l'article 125, §2 de la loi du 13 juin 2005 relative aux
communications électroniques n'existe en effet pas encore.
Cependant, ce qui est réglé aujourd'hui se trouve dans
l'article 109ter, E de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de
certaines entreprises publiques économiques.

En exécution de cet article, un arrêté royal a déjà été pris; il date du
9 janvier 2003. L'article 109ter a été abrogé par la loi sur les
communications électroniques. Cela ne signifie cependant pas que
l'arrêté d'exécution a aussi été abrogé. Une jurisprudence
permanente existe selon laquelle les infractions aux arrêtés
d'exécution d'une loi qui a été abrogée et remplacée peuvent être
sanctionnées sur base de cette nouvelle loi, pour autant que cette
dernière ne renonce pas aux objectifs de la loi abrogée.

L'article 125, §2 et l'ancien article 109 ter, E s'adressent aux
opérateurs et pas aux autorités. Comme les opérateurs doivent
respecter les normes ETSI ­ les normes techniques auxquelles les
communications électroniques doivent satisfaire ­, le dispositif
d'écoute est aussi conforme à ces normes ETSI, sinon les services
de police ne pourraient rien recevoir à partir de signaux envoyés par
des opérateurs.

Il n'existe pas en soi de normes auxquelles le dispositif d'écoute des
08.02 Minister Laurette Onkelinx:
Het koninklijk besluit tot uitvoering
van artikel 125, § 2 van de wet van
13 juni 2005 betreffende de
elektronische communicatie
bestaat inderdaad nog niet. Wat
vandaag is geregeld, staat
vermeld in artikel 109ter van de
wet van 21 maart 1991
betreffende de hervorming van
sommige economische
overheidsbedrijven, in uitvoering
waarvan een koninklijk besluit van
9 januari 2003 werd genomen.

Artikel 109ter werd door de wet
betreffende de elektronische
communicatie opgeheven. Het
uitvoeringsbesluit echter niet.

Artikel 125, § 2 en het oude artikel
109ter, E hebben betrekking op de
operatoren en niet op de overheid.
De afluisterapparatuur voldoet aan
de normen die de operatoren
13/06/2006
CRIV 51
COM 997
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
autorités doit satisfaire. Évidemment, nous trouvons d'autres
exigences, comme les missions de contrôle du Comité P qui veillent à
ce que le journal de bord dans les systèmes informatiques du CETIF
de la police fédérale reprenne les missions exécutées.
dienen na te leven, zo niet zouden
de politiediensten de signalen van
de operatoren niet kunnen
ontvangen.

Er bestaan dus geen specifieke
normen voor de
afluisterapparatuur van de
overheidsdiensten. Natuurlijk
gelden er andere vereisten, zoals
bijvoorbeeld de controletaken van
het Comité P.
08.03 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik zal het
antwoord van de minister nog eens lezen, want het werd heel snel en
niet in mijn moedertaal uitgesproken.

Ik leid er wel uit af dat het koninklijk besluit nog altijd niet werd
genomen. Het is nu een jaar later dan 13 juni 2005, wat concreet
betekent dat de vereisten waaraan de apparatuur moet voldoen niet
bij koninklijk besluit zijn vastgelegd. Als we dit plaatsen naast het
gegeven dat de wet van 13 juni 2005, of eigenlijk van 3 juli 2000, deze
apparatuur verbiedt, dan bevinden wij ons daar in een schemerzone.
Wij kunnen ons dat inzake het gebruik van opsporingsmethodes hoe
dan ook niet veroorloven. Onze magistraten en speurders verdienen
heel klare en duidelijke richtlijnen waarover geen enkele betwisting
kan bestaan.

Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, ik had graag een
schriftelijke neerslag bekomen van het antwoord vermits het nogal
technisch en snel was.
08.03 Tony Van Parys (CD&V):
Je constate que plus d'un an
après la publication de la loi,
l'arrêté royal n'a toujours pas été
publié, ce qui implique que les
conditions auxquelles certains
dispositifs doivent répondre ne
sont toujours pas fixées. Le flou
qui en résulte conduit à une
situation d'insécurité juridique. Ce
retard dans la publication de
l'arrêté royal n'est vraiment plus
tolérable. Nos enquêteurs et
magistrats ont droit à des
dispositions claires.
08.04 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, mijnheer
Van Parys, ik zal dat met plezier doen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de trouwboekjes voor holebi's" (nr. 12022)
09 Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
livrets de mariage pour les holebi" (n° 12022)
09.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de minister, in
zowat honderd gemeenten in Vlaanderen, waaronder de steden,
ongeacht de politieke signatuur, Oostende van Vande Lanotte,
Hasselt van Stevaert, Lier van Vanderpoorten, en ­ dat hadden wij
vorige week al in de media vernomen ­ Kortrijk van Stefaan De
Clerck, maar ook nog in vele andere gemeenten, geeft men, in het
kader van het huwelijk tussen personen van hetzelfde geslacht,
trouwboekjes uit waarin niet in pagina's voor de vermelding van
kinderen voorzien is. Uit de lezing van de media heb ik begrepen dat
dit ook te maken heeft met de leveranciers van dergelijke boekjes.

Mevrouw de minister, bepalen de gemeenten vrij met welke
leverancier van trouwboekjes zij werken? Is de praktijk die sommige
gemeenten eropna houden om aan gehuwden van hetzelfde geslacht
andere trouwboekjes te geven dan aan gehuwden van een
09.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Une centaine de
communes en Flandre délivrent
aux couples du même sexe qui se
marient des livrets de mariage
sans pages destinées à répertorier
les enfants, ce qui serait lié aux
fournisseurs de ces livrets.

Les communes sont-elles libres
dans le choix de leur fournisseur
de livrets de mariage?

La pratique de cette centaine de
communes consistant à délivrer
CRIV 51
COM 997
13/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
verschillend geslacht, met name zonder pagina's voor de vermelding
van kinderen, onwettig? Is het niet aangewezen dat alle gemeenten in
ons land een uniforme praktijk hanteren?

Met betrekking tot diverse materies omtrent holebi's hebben wij
uiteraard een democratisch debat gevoerd. Ieder heeft zijn
standpunten. De wetten terzake zijn goedgekeurd. Aangezien het
blijkbaar toch wel wat rechtsonzekerheid en wat frustraties op het
werkveld teweegbrengt, is mijn vraag wanneer de wet die de adoptie
door personen van hetzelfde geslacht mogelijk maakt, in het Belgisch
Staatsblad zal worden gepubliceerd.
des livrets de mariage différents
aux couples du même sexe qui se
marient qu'aux couples de sexe
différent est-elle légale? La
pratique en matière de livrets de
mariage ne doit-elle pas être
uniforme pour l'ensemble des
communes?

Quand la loi autorisant l'adoption
par des personnes du même sexe
sera-t-elle publiée au Moniteur
belge
?
09.02 Minister Laurette Onkelinx: De gemeenten sluiten effectief zelf
contracten met de leveranciers van trouwboekjes. Het trouwboekje is
geen officieel document. Enkel de huwelijksakte is een officieel
document, evenals, in het kader van de afstamming, de geboorteakte,
de adoptieakte en andere akten van de burgerlijke stand betreffende
de afstamming, zoals de erkenningsakte.

Aangezien het trouwboekje geen officieel document is, bestaat er
geen regelgeving betreffende de vermeldingen ervan. De
onderrichting dat de afstamming erin dient te worden vermeld, is
geformuleerd in algemene termen, in een tijdperk waarin nog geen
sprake was van het huwelijk tussen personen van hetzelfde geslacht.
Het is bijgevolg niet illegaal dat bij deze huwelijken bepaalde
gemeenten tot nog toe geen pagina's aangaande afstamming in het
trouwboekje opnamen.

Gezien de nieuwe wet op adoptie door personen van hetzelfde
geslacht blijkt dit evenwel niet de meest praktische aanpak te zijn
geweest. De betreffende boekjes zullen immers moeten worden
aangevuld zodra het betrokken koppel tot adoptie overgaat. Het
spreekt dan ook voor zich dat de betreffende pagina's vanaf heden
best in alle trouwboekjes worden opgenomen, zonder onderscheid op
grond van geslacht.
09.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Les communes concluent
elles-mêmes des contrats avec le
fournisseur de leur choix. Le livret
de mariage n'est pas un document
officiel contrairement à l'acte de
mariage, à l'acte de naissance, à
l'acte d'adoption et à l'acte de
reconnaissance. Étant donné que
le livret de mariage n'est pas un
document officiel, il n'existe
aucune réglementation spécifique
relative à son contenu.
L'instruction précisant que la
filiation doit y figurer est rédigée en
termes très généraux et date de
l'époque où les mariages entre
personnes du même sexe étaient
encore interdits. Le fait que
certaines communes délivrent aux
couples du même sexe qui se
marient des livrets de mariage
sans pages destinées à la filiation
n'est par conséquent pas illégal.

À la lumière de la nouvelle
législation relative à l'adoption,
cette approche ne semble pas
avoir été des plus pratiques. Les
livrets de mariage devront en effet
être complétés si le couple
homosexuel décide d'adopter un
enfant. Il me semble donc logique
de prévoir, dès aujourd'hui, des
pages supplémentaires dans les
livrets de mariage, sans toutefois
faire de distinction en fonction du
sexe.
Cela sera publié au Moniteur belge, tout prochainement.
Het zal eerlang in het Belgisch
Staatsblad
bekendgemaakt
worden.
09.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, 09.03 Servais Verherstraeten
13/06/2006
CRIV 51
COM 997
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
mevrouw de minister, eens de wet goedgekeurd is, denk ik dat het
ook aangewezen is dat er een uniforme praktijk is. Mag ik uit uw
antwoord afleiden dat u de onderrichtingen waarnaar u hebt verwezen
gaat aanpassen, zeker na de publicatie van de adoptiewetgeving?
(CD&V): Puis-je conclure de cette
réponse que la ministre modifiera
ses instructions à la lumière de la
nouvelle législation relative à
l'adoption?
09.04 Laurette Onkelinx, ministre: La publication de la loi sur
l'adoption entraînera évidemment des modifications.
09.04 Minister Laurette Onkelinx:
Door de bekendmaking van de wet
betreffende de adoptie zal er
uiteraard een en ander wijzigen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.31 uur.
La réunion publique de commission est levée à 11.31 heures.