CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 704
CRIV 51 COM 704
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
mardi
dinsdag
18-10-2005
18-10-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 704
18/10/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Philippe Monfils au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le droit à la
copie privée" (n° 8090)
1
Vraag van de heer Philippe Monfils aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het recht op
kopiëren voor eigen gebruik" (nr. 8090)
1
Orateurs:
Philippe Monfils, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Philippe Monfils, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Dirk Claes au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le coût de la
nouvelle directive relative à l'installation des
caméras destinées à mesurer la vitesse"
(n° 8151)
4
Vraag van de heer Dirk Claes aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de kostprijs van de
nieuwe richtlijn voor de inplanting van
snelheidscamera's" (nr. 8151)
3
Orateurs: Dirk Claes, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Dirk Claes, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Dirk Claes au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les mesures
promises dans le cadre de la convention Horeca"
(n° 8263)
6
Vraag van de heer Dirk Claes aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de beloofde
maatregelen in het kader van het Horeca-
convenant" (nr. 8263)
6
Orateurs: Dirk Claes, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique, Ortwin Depoortere
Sprekers: Dirk Claes, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid, Ortwin
Depoortere
Question de Mme Trees Pieters au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le projet de loi
portant réforme du Conseil de la concurrence"
(n° 8185)
9
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het wetsontwerp tot
hervorming van de Raad voor de Mededinging"
(nr. 8185)
9
Orateurs: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Nathalie Muylle au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'utilisation des
compteurs à budget et la tarification dans le cadre
des obligations de service social" (n° 8240)
10
Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het gebruik
van budgetmeters en de tarifering in het kader
van de sociale dienstverplichtingen" (nr. 8240)
10
Orateurs: Nathalie Muylle, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Nathalie Muylle, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Interpellations jointes de
13
Samengevoegde interpellaties van
13
- Mme Trees Pieters au ministre de la Mobilité sur
"l'octroi d'une autorisation socio-économique pour
un centre commercial à Mouscron" (n° 683)
- mevrouw Trees Pieters tot de minister van
Mobiliteit over "de socio-economische vergunning
voor shoppingcentrum te Moeskroen" (nr. 683)
- Mme Trees Pieters au ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "l'octroi d'une
autorisation socio-économique pour un centre
commercial à Mouscron" (n° 684)
- mevrouw Trees Pieters tot de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de socio-economische
vergunning voor shoppingcentrum te Moeskroen"
(nr. 684)
18/10/2005
CRIV 51
COM 704
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
- Mme Trees Pieters au secrétaire d'Etat à la
Simplification administrative sur "l'octroi d'une
autorisation socio-économique pour un centre
commercial à Mouscron" (n° 685)
- mevrouw Trees Pieters tot de staatssecretaris
voor Administratieve Vereenvoudiging over "de
socio-economische vergunning voor
shoppingcentrum te Moeskroen" (nr. 685)
Orateurs: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Motions
16
Moties
16
Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les arrêtés
d'exécution de la loi concernant l'assurance
contre les catastrophes naturelles" (n° 8299)
17
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
uitvoeringsbesluiten van de wet betreffende de
verzekering tegen natuurrampen" (nr. 8299)
17
Orateurs: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Hilde Vautmans au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'arrêté
ministériel du 12 août 2005 portant dispositions
particulières en matière de prix pour le secteur
des établissements d'accueil pour personnes
âgées" (n° 8437)
20
Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het
ministerieel besluit van 12 augustus 2005
houdende bijzondere bepalingen inzake prijzen
voor de sector van de instellingen voor
bejaardenopvang" (nr. 8437)
20
Orateurs: Hilde Vautmans, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers:
Hilde Vautmans, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Karine Lalieux au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les
conséquences de l'OPA/OPE lancée sur
Electrabel par Suez" (n° 8516)
22
Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de gevolgen
van het openbaar overnamebod/omwisselingsbod
van Suez op Electrabel" (nr. 8516)
22
Orateurs: Karine Lalieux, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Karine Lalieux, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
CRIV 51
COM 704
18/10/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
du
MARDI
18
OCTOBRE
2005
Matin
______
van
DINSDAG
18
OKTOBER
2005
Voormiddag
______

De vergadering wordt geopend om 10.08 uur door de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.08 heures par M. Paul Tant, président.

Le président: La question orale n° 7843 de M. Verhaegen a été transformée en question écrite.
01 Question de M. Philippe Monfils au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "le droit à la copie privée" (n° 8090)
01 Vraag van de heer Philippe Monfils aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "het recht op kopiëren voor eigen gebruik" (nr. 8090)
01.01 Philippe Monfils (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, aux alentours du 15 septembre, la cour d'appel de Bruxelles
a décidé, dans le cadre d'un procès intenté par Test-Achats contre
EMI, Sony Music, Universal, BMG, etc., que les maisons de disques
pouvaient continuer à mettre des dispositifs anti-copie sur leurs CD.

Cette décision de la cour d'appel de Bruxelles revient à estimer que la
copie privée ne constitue qu'une exception au droit d'auteur et que
l'auteur est tout à fait en droit d'interdire la copie s'il le veut. Autrement
dit, le droit d'auteur est hiérarchiquement au-dessus du droit à la
copie privée.

Monsieur le ministre, vous vous rappellerez que ce problème a
occupé notre commission durant de longues heures pour en arriver à
une solution de compromis dans le texte initial: ne pas interdire la
copie privée, mais donner la possibilité à l'industrie d'utiliser des
mesures techniques capables d'empêcher toute copie d'oeuvre et, par
là, empêcher tout un chacun d'exercer son droit à la copie privée.

Ce texte initial a été modifié pour en arriver à la décision selon
laquelle les mesures techniques pour la copie privée ne seront pas
supprimées et que la possibilité vous était donnée de faire figurer la
copie privée dans les catégories d'exceptions pour lesquelles les
mesures techniques pourront être levées.

La loi disait que le juge pouvait éventuellement lever certaines
01.01 Philippe Monfils (MR): In
de zaak Test-Aankoop versus
EMI, Sony Music, Universal, BMG,
enz. heeft het hof van beroep te
Brussel de platenmaatschappijen
toegestaan hun cd's te voorzien
van een kopieerbeveiliging. Door
die beslissing wordt het kopiëren
voor eigen gebruik een
uitzondering op het auteursrecht.
Het auteursrecht primeert met
andere woorden boven het recht
op kopiëren voor eigen gebruik.

Na urenlange discussies had onze
commissie uiteindelijk een
compromistekst opgesteld:
kopiëren voor eigen gebruik zou
niet verboden worden, maar een
technische kopieerbeveiliging,
waardoor kopiëren onmogelijk en
het recht op kopiëren voor eigen
gebruik dus de facto ondergraven
wordt, zou wel toegestaan worden.
Die tekst werd alsnog gewijzigd:
de technische maatregelen met
18/10/2005
CRIV 51
COM 704
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
mesures et que vous pouviez, si les négociations avec les sociétés
n'aboutissaient pas, les menacer de prendre un arrêté permettant au
juge de lever toute barrière et d'arriver à une extension considérable
de la notion de copie privée, surtout en numérique. C'est le bâton
derrière la porte.

Il nous paraît, et la commission l'a répété de façon unanime - je crois
-, qu'il ne faut pas permettre de copier une oeuvre à l'infini, mais qu'il
est normal de rester dans le cercle de famille en donnant la possibilité
aux utilisateurs de copier quelques exemplaires.

Dès lors, la question principale est très facile: monsieur le ministre,
allez-vous prendre une initiative pour faire figurer la copie privée dans
les catégories d'exception pour lesquelles les mesures techniques
pourront être levées? Si oui, dans combien de temps pensez-vous
que cela peut être fait? Avez-vous déjà eu ou allez-vous prendre des
contacts avec les maisons de disques à ce propos?

Enfin, vous aviez marqué votre accord au sujet de la proposition de
lancer des études, voire d'examiner les études existant
éventuellement déjà, sur l'évolution technologique des systèmes de
contrôle et de limitation du nombre de copies. Nous avions envisagé
la possibilité d'aboutir à un système raisonnable où les sociétés
prennent des mesures de limitation, et non pas d'interdiction,
permettant à l'intéressé ou à l'utilisateur de faire deux, trois, voire
quatre copies. Est-ce possible technologiquement? Où en sommes-
nous? Des études ont-elles déjà été menées, l'affaire étant devenue
plus urgente depuis l'arrêt de la cour d'appel de Bruxelles? Qu'en est-
il de vos contacts avec les sociétés concernées par ce problème?
betrekking tot het kopiëren voor
eigen gebruik worden niet
geschrapt, maar het kopiëren voor
eigen gebruik wordt opgenomen in
de categorie van uitzonderingen
waarvoor de technische
maatregelen opgeheven kunnen
worden. De rechter kon dus
bepaalde maatregelen opheffen,
en bovendien was er nog een stok
achter de deur, in die zin dat de
definitie van het begrip "kopiëren
voor eigen gebruik" kon worden
verruimd, met name voor digitale
bestanden.

De commissie heeft de gebruikers
eenparig het recht toegekend om
een werk in familiekring te
kopiëren. Zal u derhalve een
initiatief nemen om het kopiëren
voor eigen gebruik in de
uitzonderingscategorieën te laten
opnemen waarvoor de technische
maatregelen kunnen worden
opgeheven? Zo ja, wanneer zal
deze kwestie geregeld zijn? Heeft
u hierover al met de
platenmaatschappijen gepraat?

U heeft beloofd dat u rekening zou
houden met de eventuele studies
in verband met de technologische
evolutie van de controlesystemen
en van de systemen die het
nemen van kopieën beperken.
Uiteindelijk zou men zo tot een
aanvaardbaar systeem moeten
komen waarbij de maatschappijen
zelf het aantal kopieën beperken
zonder de gebruiker het recht te
ontzeggen enkele kopieën voor
eigen gebruik te maken. Is dat
vanuit technologisch oogpunt
mogelijk? Hebben uw contacten
met de betrokken firma's al iets
opgeleverd?
01.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, monsieur
Monfils, à ce stade, je n'ai pas encore décidé si une initiative sera
proposée au Conseil des ministres en application de l'article 79bis,
§2, alinéa 2, inséré par la loi du 22 mai 2005 dans la loi du 30 juin
1994 pour faire figurer la copie privée dans les catégories
d'exceptions pour lesquelles les mesures techniques pourront être
levées.

Comme vous le savez, la loi du 22 mai 2005, transposant en droit
belge la directive européenne 2001/29/CE du 22 mai 2001, a modifié
01.02 Minister Marc Verwilghen:
Ik heb tot nu toe niet beslist de
ministerraad voor te stellen de wet
van 22 mei 2005 toe te passen en
het kopiëren voor eigen gebruik op
te nemen in de categorieën van
uitzonderingen waarvoor de
technische maatregelen
opgeheven kunnen worden.
CRIV 51
COM 704
18/10/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
de manière substantielle les dispositions concernant la copie privée
de la loi du 30 juin 1994.

La plupart des nouvelles dispositions relatives à la copie privée, qui
ont été insérées par la loi du 22 mai 2005 dans la loi des droits
d'auteur, ne sont d'ailleurs pas encore entrées en vigueur. Il s'agit
notamment des articles 55 à 58 relatifs au fondement juridique, aux
tarifs, aux modalités de perception et aux exceptions au droit à
rémunération pour copie privée.

Leur date d'entrée en vigueur sera déterminée par le Roi après
consultation des milieux intéressés par l'exception et la rémunération
pour copie privée. C'est dans le cadre de ce processus de
consultation que pourra, le cas échéant, être examinée la question de
faire figurer l'exception de copie privée dans les catégories
d'exceptions pour lesquelles les mesures techniques pourront être
levées. Il convient en effet d'avoir une approche cohérente et
coordonnée, tant de l'exception pour la copie privée que de la
rémunération due en contrepartie de cette exception et du statut des
mesures techniques de protection vis-à-vis de cette exception.

Compte tenu des autres priorités en matière de propriété
intellectuelle, notamment la transposition des directives "droit de suite
" et "enforcement" et le projet de loi relatif au contrôle des sociétés de
gestion des droits, ce processus de consultation débutera à la fin de
cette année, voire au plus tard au début de l'année prochaine.

En ce qui concerne votre dernière question, l'article 55 alinéa 11 de la
loi des droits d'auteur prévoit, en effet, que la Commission de
consultation des milieux intéressés par la copie privée remet
annuellement au Roi un rapport sur les activités, notamment au
regard de l'évolution du phénomène de la copie et des mesures
techniques visées à l'article 79bis.

Etant donné que l'article 55, inséré dans la loi des droits d'auteur par
la loi du 22 mai 2005, n'est pas encore entré en vigueur, l'élaboration
du rapport visé par ces dispositions n'a pas encore commencé.

Voilà l'état des lieux que je peux vous donner à la suite de vos
questions.
Bij de wet van 22 mei 2005 wordt
de Europese richtlijn 2001/29/EG
van 22 mei 2001 omgezet in
Belgisch recht. De wet van 30 juni
1994 wordt daardoor ingrijpend
gewijzigd. De Koning bepaalt de
datum van inwerkingtreding van de
meeste nieuwe bepalingen
betreffende het kopiëren voor
eigen gebruik, na overleg met de
betrokken milieus die in de praktijk
met de uitzondering en de
vergoeding voor het kopiëren voor
eigen gebruik te maken hebben. In
het kader van die overlegronde zal
de mogelijkheid onderzocht
kunnen worden om het kopiëren
voor eigen gebruik in te schrijven
in de categorieën van
uitzonderingen waarvoor de
technische maatregelen
opgeheven kunnen worden. Het
overleg zal uiterlijk begin 2006 van
start gaan.

Artikel 55, elfde lid van de wet
betreffende het auteursrecht
bepaalt dat de adviescommissie
samengesteld uit vertegen-
woordigers van de kringen die bij
de reproductie voor eigen gebruik
betrokken zijn ieder jaar een
verslag aan de Koning voorlegt
over de evolutie van de technieken
en van het kopiëren. Artikel 55 is
echter nog niet van kracht en het
opstellen van het verslag is dus
nog niet begonnen.
01.03 Philippe Monfils (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour votre réponse. Celle-ci revêt toutefois un caractère intermédiaire.
En effet, vous avez dit ne pas encore avoir décidé de demander au
Conseil des ministres l'autorisation de prendre un certain nombre de
mesures. J'insiste néanmoins sur l'urgence d'une prise de décision,
au vu de l'arrêt très intéressant pris par la cour d'appel. Evidemment,
les sociétés vont continuer à développer leur dispositif "anticopie tout
compris". J'aimerais que, dans les semaines à venir, vous nous
indiquiez exactement la position que vous adopterez sur ce problème
extrêmement important.
01.03 Philippe Monfils (MR): Ik
neem nota van het voorlopige
karakter van uw stelling en vraag u
om met het oog op het arrest van
het Brusselse hof van beroep zo
snel mogelijk een beslissing te
nemen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Dirk Claes aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de kostprijs van de nieuwe richtlijn voor de inplanting van
snelheidscamera's" (nr. 8151)
18/10/2005
CRIV 51
COM 704
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
02 Question de M. Dirk Claes au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le coût de la nouvelle directive relative à l'installation des caméras
destinées à mesurer la vitesse" (n° 8151)
02.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb de minister
over dit onderwerp in het verleden al enkele malen ondervraagd.

Mijnheer de minister, ik had het eigenlijk liever niet moeten doen, om
nu te kunnen vaststellen dat alles geregeld zou zijn en dat de nodige
flitspalen die in bestelling zijn of ergens zouden moeten staan er
zouden staan en ook zouden functioneren. Dat is toch onze
bekommernis, ik neem aan ook van u.

Wij ontvingen een brief van de firma die de radarinstallaties installeert.
Die bevestigde dat sinds 16 juni de nieuwe richtlijnen voor de
opstelling van die onbemande camera's gekend zijn. Voor die nieuwe
richtlijnen moeten er wel een aantal aanpassingen gebeuren, zowel
aan de camera's zelf als aan de weginfrastructuur en wellicht ook aan
de flitspaal. Voor dit alles en het opstellen van een volledig dossier
raamt de betrokken firma dit op een bijkomende kost van 3.000 euro
per paal, toch geen onaanzienlijk bedrag, te meer daar een gewone
flitspaal al om en bij de 10.000 euro kost. Dat is dus weer een kost die
er bijkomt.

Enige tijd later werd mij echter gemeld dat er opnieuw problemen
zouden zijn. Dat was begin september. Men zei eerst dat het zou
opgelost worden. Dan zou het weer uitgesteld worden tot een nieuwe
vergadering.

Mijnheer de minister, bent u op de hoogte van die meerkosten per
installatie? Zijn die meerkosten afgewogen tegen de nieuw opgelegde
aanpassingen aan de installatie? Het is jammer genoeg alweer een
federale beslissing die financiële consequenties zal hebben voor de
gemeenten en de Gewesten. Hoe meent u deze meerkost federaal te
compenseren? Heeft u hierover vooraf overleg gepleegd met de
Gewesten en de gemeenten? Waarom is er opnieuw een bijeenkomst
gepland over deze nieuwe richtlijn? Wat was de agenda en de
uitkomst? Wie was daarbij aanwezig?

Mijnheer de minister, ik moet u zeggen dat ik tijdens het parlementair
verlof ook tijd heb gemaakt om daar wat meer werk van te maken. Ik
heb ook een enquête georganiseerd bij een aantal
gemeentebesturen. Een veertigtal gemeenten heeft mij daarop
geantwoord. Ik moet spijtig genoeg zeggen dat de toestand in die
veertig gemeenten niet echt rooskleurig is. In die veertig gemeenten
zouden in totaal ongeveer honderd twintig flitspalen moeten staan.
Daarvan zijn er tweeëndertig in bestelling, achtendertig die niet
functioneren ­ samen dus een zeventigtal ­ en een vijftigtal werd
geplaatst en functioneert. Op honderd twintig flitspalen in die veertig
gemeenten zijn er dus zeventig die niet werken. Dat is toch wel een
droevige vaststelling. Een van de politiezones die daar het meest
onder te lijden heeft is de politiezone Balen-Mol-Dessel. Als ik het mij
goed herinner heeft uw partijgenoot Patrick Vankrunkelsven ook de
kat de bel aangebonden en gezegd dat het zo niet verder kon gaan.
Hij heeft daar ook wat mediaverklaringen over afgelegd. Die zone
heeft al bijna 500.000 euro geïnvesteerd in flitspalen die niet werken.
Ze zijn daar ook al twee jaar wachtende want laten we toch in
herinnering brengen dat dit dossier eigenlijk al aansleept van begin
02.01 Dirk Claes (CD&V): Selon
un installateur de radars, les
surcoûts dus à l'application de la
nouvelle directive relative aux
caméras automatiques s'élèveront
à 3.000 euros par caméra. Le
ministre est-il au courant de ces
surcoûts et quelle position adopte-
t-il à cet égard? Prévoira-t-il une
compensation à charge du
fédéral? Y a-t-il eu une
concertation préalable avec les
entités fédérées?

Il me revient, par ailleurs, qu'une
nouvelle réunion a eu lieu
concernant les problèmes relatifs
aux caméras. Quels en ont été les
résultats? Quels acteurs cette
concertation a-t-elle réunis?
CRIV 51
COM 704
18/10/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
januari 2004.

U hebt op een aantal vragen geantwoord dat ik u de tijd moest geven
omdat u pas minister was gedurende zes maanden. Dat neem ik
allemaal aan. Mijnheer de minister, het doet mij toch pijn om te
moeten vaststellen dat die flitspalen niet werken. Ik herinner u er ook
aan dat minister Landuyt aan ons gemeentebestuurders gezegd heeft
dat als de zone 30 in onze gemeenten niet in orde was, het
gemeentebestuur daarvoor verantwoordelijk zou worden gesteld.

De bestuurders zullen daarvoor verantwoordelijk gesteld worden. Ik
draai de vraag om. Als wij al zolang flitspalen willen zetten ­ wij willen
in onze gemeente de opgelegde snelheid handhaven en tegen te
hoge snelheid optreden ­ en daartoe in de onmogelijkheid gesteld
worden door het federaal niveau, is hiervoor dan ook het federaal
niveau verantwoordelijk?
02.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega
Claes, ik weet dat het een dossier is waarover u mij al een aantal keer
vragen hebt gesteld. Het is een dossier dat door de heer Merken op
de FOD Economie wordt opgevolgd. Ik heb geen enkele reden om te
twijfelen aan de vakbekwaamheid van de heer Merken en aan de
inspanningen die hij doet om effectief een en ander operationeel te
maken.

De technische controle die uitgevoerd is op alle sites met vaste
radarsnelheidsmeters in 2004, heeft aangetoond dat de plaatsing van
de meeste vaste radarsnelheidsmeters niet voldeed aan de eisen
gesteld bij het gebruik van deze technologie. Deze evaluatie werd aan
alle betrokkenen gestuurd. Er bestonden twee mogelijke oplossingen:
ofwel de palen verplaatsen, ofwel een controlemethode inbouwen
teneinde de onterechte verbaliseringen te voorkomen.

Beide mogelijkheden hebben hun kostenplaatje, al is het bedrag dat u
mij citeert, mij niet bekend. Er is in elk geval gekozen voor de laatste
oplossing, de tweede die ik hier juist heb gesuggereerd. De oplossing
met de toepassing van het concept van de tweede foto vermijdt
discussies en draagt trouwens bij tot het wekken van vertrouwen in de
aanpak.

Ik zie niet in waarom de federale overheid de meerkosten zou moeten
compenseren ten aanzien van de verplichting van alle overheden om
op basis van het principe van goed bestuur geloofwaardige en
doeltreffende snelheidscamera's te gebruiken.

Er is niet voorzien in structureel overleg aangaande de werking en de
betrouwbaarheid van de radarsnelheidsmeters. Dat is een federale
bevoegdheid, die uitgevoerd wordt door de Metrologische Dienst van
de Federale Overheidsdienst Economie.

Het overleg dat u aanhaalt, had betrekking op de problemen die
gerezen zijn met de uitbesteding van de metingen in het kader van de
homologatie van de roodlichtcamera's. Tevens werd gewezen op het
feit dat de attesten voor de toestellen met het principe van twee foto's
zo snel mogelijk dienen aangemaakt te worden om de toestellen vrij
te geven. Dit overleg gebeurde met het NMI, het Nederlands
Meetinstituut, dat metingen uitvoert, het Vlaams Gewest en de
algemene directie Kwaliteit en Veiligheid van de FOD Economie.
02.02 Marc Verwilghen, ministre:
L'intégration d'une méthode de
contrôle dans le cadre des
contrôles de vitesse réalisés à
l'aide des radars est effectivement
coûteuse, mais le montant cité par
M. Claes ne m'est pas connu.
J'estime qu'il n'incombe pas à
l'autorité fédérale de financer les
coûts supplémentaires liés à
l'obligation, pour l'ensemble des
autorités, d'utiliser des caméras
efficaces.

Il n'a été prévu aucune
concertation structurelle sur le
fonctionnement des caméras. Une
réunion a toutefois eu lieu entre le
"Nederlands Meetinstituut", la
Région flamande et la direction
Qualité et Sécurité de mon SPF à
propos des problèmes liés à la
sous-traitance des mesures en ce
qui concerne l'homologation des
caméras installées aux feux
rouges.

J'ai convenu avec M. Merken, qui
est responsable de ce dossier au
sein de mon SPF, que la priorité
serait accordée à la mise au point
des caméras.
18/10/2005
CRIV 51
COM 704
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6

In elk geval, wat mij betreft, is het een dossier dat mij na aan het hart
blijft, waarin wij onze verplichtingen moeten opnemen en nakomen,
liefst zo snel mogelijk. Ik blijf dus ook bij de heer Merken aandringen
om vooruitgang in het dossier te krijgen. Ik heb ook de toezegging van
zijnentwege dat hij dit dossier als prioritair verder afhandelt. Laat ons
hopen dat het met deze laatste vraag van u uiteindelijk de goede
richting uitgaat.
02.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, ik hoop natuurlijk
hetzelfde, maar ik begin een beetje te wanhopen, eerlijk gezegd. Het
dossier sleept al zo lang aan. Ik hoop dat de flitspalen overal voor 1
januari 2006 kunnen worden geplaatst en in gebruikgenomen. De
problemen zijn begonnen in januari 2004. Dit sleept dan al 2 jaren
aan.

De firma GTI die de flitspalen plaatst, heeft aan de gemeentebesturen
laten weten dat er meerkosten van 3.000 zullen zijn. Het moet mij
toch van het hart dat dit dossier door de diensten en ook door de
dienst Metrologie niet echt op een snelle, goede en adequate manier
is behandeld. Dat is geen voorbeeld van goed bestuur.
02.03 Dirk Claes (CD&V): Le
dossier est en souffrance depuis
deux ans déjà. J'espère que tous
les radars automatiques seront
installés d'ici à janvier 2006. Le
Service de la Métrologie travaille
trop lentement et n'est pas un
exemple de bonne administration.
02.04 Minister Marc Verwilghen: Dat zou ik niet zo durven zeggen,
mijnheer Claes. U kunt natuurlijk wel die indruk krijgen, maar ik heb
zeer sterk het gevoel dat men wellicht te overhaast te werk is gegaan.
Er zijn keuzes gemaakt die achteraf, technisch gezien, niet de beste
keuzes zijn gebleken. Een overheid heeft natuurlijk ook de
verplichting om rechtszekerheid in te bouwen en met betrouwbaarheid
een camera af te leveren die de registratie van overdreven snelheid
kan maken zodat achteraf geen betwistingen meer bestaan. Daar is
immers niemand mee gediend.

Ik vind dat u over het basisidee volledig gelijk hebt en ik deel daarin
dan ook uw mening.
02.04 Marc Verwilghen, ministre:
Je conteste cette affirmation: on a
travaillé dans la précipitation au
début, ce qui s'est traduit par des
choix techniques erronés auxquels
il faut à présent remédier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Dirk Claes aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de beloofde maatregelen in het kader van het Horeca-convenant" (nr. 8263)
03 Question de M. Dirk Claes au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "les mesures promises dans le cadre de la convention Horeca" (n° 8263)
03.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het is zo dat ook in
verband met het betreffende horeca-dossier al menige vraag werd
gesteld, maar we hadden toch graag nog eens een stand van zaken
gekregen.

Mijnheer de minister, eind 2004 werden alle 18 sectoren die tot de
horeca behoren, rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken bij de
totstandkoming van een horeca-convenant. Een van de
verwachtingen opgenomen in het convenant, is dat de sector op een
meer reguliere manier te werk zou gaan. Ik vind dat goed. In ruil
hiervoor zou de overheid een aantal structurele steunmaatregelen
invoeren. Wij vragen ons af of dat al is gebeurd of wanneer dat zal
gebeuren.

Daarna vond een tiental vergaderingen plaats tussen uw kabinet en
03.01 Dirk Claes (CD&V): Un
accord a été conclu en 2004 entre
le secteur horeca et le ministre de
l'Economie. En juin de cette
année, seize fédérations de
l'horeca ont instamment demandé
au ministre d'enfin traduire les
engagements qu'il a pris sous la
forme de mesures politiques.
L'horeca réclame une
compensation pour la non-
application de la baisse de la TVA,
pour laquelle nous sommes
tributaires de l'Europe.
CRIV 51
COM 704
18/10/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
de sector, zonder enig concreet gevolg tot nu toe. Halfweg dit jaar
was het geduld van de sector op. 16 federaties schreven op 27 juni
een brief aan de eerste minister en u, de minister van Economie, met
de uitdrukkelijke vraag om de gemaakte beloftes om te zetten in
concrete beleidsmaatregelen.

Graag had ik van u dan ook vernomen welke concrete beloftes er met
de horeca-sector werden gemaakt na het sluiten van het convenant?
Welke van de engagementen werden reeds uitgevoerd?

Waarom is er nog geen antwoord gekomen ­ ondertussen misschien
wel ­ van u op het schrijven van de sector van 27 juni?

Welke concrete maatregelen en initiatieven hebt u in uw
ambtsperiode als minister van Economie reeds ondernomen ter
ondersteuning van de horeca? Welke plannen hebt u nog tijdens de
rest van uw ambtsperiode?

Mijnheer de minister, er is altijd gezegd dat er in budgetten voorzien
was om het niet ingaan van de verlaging van de BTW, waarvoor we
afhankelijk zijn van Europa, te compenseren. Ik denk dat de horeca
terecht vraagt hoe het zit met die budgetten. We mogen toch ook niet
vergeten dat de horeca in de verdrukking staat. Het aantal
faillissementen is niet te onderschatten. De verkoop van de bieren in
de horeca in België bijvoorbeeld zakt fameus, hoewel die in de
thuismarkt een beetje stijgt.

Wij vragen ons ook nog altijd af hoe het zit met de studie in verband
met de horeca van professor Vilrokx. Wij hebben daarvan wel eens
een voorontwerp gekregen, maar die studie zelf hebben we nooit
gezien. Misschien is het interessant om die studie eens bij uw
dossiers te voegen.

Mij interesseert vooral welke compensaties de horeca zal krijgen voor
het niet-ingaan van de BTW-verlaging.
Quelles promesses concrètes ont
été faites au secteur horeca et
lesquelles ont déjà été mises en
oeuvre? Pourquoi le ministre n'a-t-
il pas encore répondu aux
fédérations? Quelles mesures le
ministre compte-t-il prendre pour
soutenir le secteur?
03.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Claes, de regering is het engagement aangegaan om voor de horeca
een specifiek beleid te voeren dat een gunstige ontwikkeling van zijn
activiteiten mogelijk moet maken.

Het convenant zal betrekking hebben op sociaalrechtelijke, fiscale en
arbeidsvoorwaarden en op verplichtingen inzake voedselveiligheid.
Dat is het canvas waarover we onderhandelen. De rol van de minister
van Economie daarin is bemiddelend.

Zoals u weet, moet over de sociale voorwaarden worden
onderhandeld in de daartoe geëigende comités. Met de sector werd
een aantal vergaderingen belegd. Daarbij kwamen vooral fiscale
voorwaarden aan bod en minder de arbeids- en sociale voorwaarden.

De brief waarnaar u verwijst, bevatte de vraag of de regering haar
budget voor de sector niet reeds kon reserveren voor andere
maatregelen, waarbij men een selectie maakte tussen zaken die goed
uitkwamen en andere die minder goed uitkwamen.

Voor de regering kan er evenwel geen sprake zijn van een gunstige
behandeling als er door de sector geen concrete tegenvoorstellen
03.02 Marc Verwilghen, ministre:
L'avenant concerne le travail, la
fiscalité, les conditions sociales et
la sécurité alimentaire. Mon rôle à
ce niveau est un rôle de médiation,
les réunions se tiennent en
comités spéciaux. Jusqu'à
présent, il essentiellement été
question des conditions fiscales.

Les fédérations ont demandé si le
gouvernement ne pouvait pas déjà
réserver le budget destiné à ce
secteur pour mettre en oeuvre
d'autres mesures. Mais il ne
saurait en être question sans
contre-propositions concrètes du
secteur lui-même. Avant les
vacances, nous avions demandé
au secteur d'étayer d'autres
propositions fiscales sur la base
de chiffres. Les négociations
18/10/2005
CRIV 51
COM 704
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
worden geformuleerd. Voor het reces werd aan de horecafederaties
gevraagd een voorstel inzake een andere fiscale benadering te
stofferen met concrete cijfergegevens. Ik reken erop dat er door de
sector weldra een signaal zal worden gegeven zodat er verder kan
worden onderhandeld.

Ik denk eerlijkheidshalve dat dat er ook zal komen. Uit reacties die ik
nog vorige week en de week daarvoor kreeg, blijkt duidelijk dat men
wellicht, naar aanleiding van het geformuleerde voorstel, een
tegenvoorstel zal ontwikkelen. Op basis van dit tegenvoorstel zullen
we dan proberen afronden.

Het moet echter wel duidelijk zijn dat de sector zijn volle medewerking
moet verlenen. Ik koester de hoop dat hij die volle medewerking zal
geven zodat we effectief een stap vooruit kunnen zetten. De sector
moet wel duidelijk beseffen dat hij zelf het initiatief moet nemen en
voor alle problemen die zich voordoen een oplossing moet vinden.
reprendront dès que nous serons
en possession des propositions du
secteur horeca, que j'attends très
prochainement.
03.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb nog niet veel gehoord over de maatregelen die door
de regering zijn gepland of die er zullen komen.

Het is vijf voor twaalf voor de horeca. Het aantal faillissementen
neemt alsmaar toe. De horeca vraagt dringend om maatregelen die
de niet-verlaging van de BTW kunnen compenseren. Indien daarover
nog veel tijd zal gaan, vrees ik het ergste voor de horecasector. Ik
denk dat snel handelen hier geboden is.
03.03 Dirk Claes (CD&V): Le
ministre n'est pas très disert à
propos des mesures concrètes.
Plus les compensations se feront
attendre, plus les faillites dans le
secteur horeca seront
nombreuses. J'espère que ce
dossier sera réglé d'ici au 1
er
janvier prochain.
03.04 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer Claes, voor elk van de
vier zaken werden voorstellen geformuleerd.

De BTW-reglementering is, zoals u zei, Europees georiënteerd en op
dat vlak hangen we af van een andere beslissingsinstantie. Er is
echter een voorstel om de aftrekbaarheid van de restaurantkosten op
75% te brengen.

Er zijn voorstellen gedaan om de flexibiliteit in de arbeid en de manier
waarop ingeschreven moet worden, maximaal te vergemakkelijken.
Er zijn afspraken gemaakt over de voedselveiligheid, de
voedselveiligheidsketen en de controles die moeten uitgevoerd
worden. Er zijn ook boekhoudkundige voorstellen gedaan.

Er zijn eigenlijk op elk van de vier vlakken een reeks van voorstellen
gedaan.

Ik kan aannemen dat een sector daaraan natuurlijk bepaalde
wijzigingen wenst tot stand te brengen. Ze hebben daarvoor een
instantie geraadpleegd waarvan ik de ernst niet kan betwijfelen. Men
heeft juristen van topniveau gecontacteerd en ik hoop dat men op
basis daarvan een tegenvoorstel zal doen dat door iedereen kan
gedragen worden. Het zou natuurlijk spijtig zijn mochten er van de 18
federaties uiteindelijk maar de helft mee kunnen leven en de andere
helft niet. Ik hoop dat ze dat kunnen afronden, hoe dan ook. Dat
tegenvoorstel ­ kondigt men mij aan ­ zal in de komende dagen of
weken worden gesignaleerd via de facilitator die terzake intervenieert.
03.04 Marc Verwilghen, ministre:
Nous avons formulé des
propositions concernant tous les
éléments de l'avenant. Il appartient
à présent au secteur de faire des
contre-propositions qui devraient,
de préférence, être soutenues par
l'ensemble des fédérations.
03.05 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, ik dring er alleen op
aan dat ten laatste voor 1 januari die maatregelen bekend zijn en dat
CRIV 51
COM 704
18/10/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
het overleg met de horeca eindelijk resultaat zou opleveren. Daar
kijken we naar uit.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: De interpellatie nr. 677 van de heer Ortwin Depoortere is ingetrokken, nietwaar mijnheer
Depoortere?
03.06 Ortwin Depoortere (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
heb gisteren laten meedelen aan de diensten dat ik mijn interpellatie
intrek. Ik wil er wel een bemerking bij maken. Ik heb mijn interpellatie
ingediend op 22 september, onmiddellijk na de berichten dat er 150
banen gingen sneuvelen bij Volvo Gent. We zijn intussen een maand
later en u begrijpt, mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dat er
heel wat gebeurd is op een maand tijd. Er zijn intussen al plannen
bekendgemaakt dat Volvo mogelijks een nieuw model zal laten
produceren in Gent enzovoort. We hebben intussen de federale
beleidsverklaring achter de rug.

Ik vond het bij deze niet meer opportuun om een maand na de feiten
deze interpellatie te ontwikkelen.
De voorzitter: Mijnheer Depoortere, ik kan u alleen maar zeggen dat we uw interpellatie hebben proberen
op de agenda te plaatsen zodra we konden. Er was een probleem. U weet dat de
commissiewerkzaamheden reeds gestart waren, maar er was een probleem wat de aanwezigheid van de
minister betrof en er was de regeringsverklaring zelve. We hebben dat het eerste nuttige moment
geagendeerd.
03.07 Ortwin Depoortere (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
schiet hier niet op de diensten of op de commissiewerkzaamheden,
wel op het feit dat mijn interpellatie het Bureau moest passeren. Dat
zal wel de reden zijn waarom het zo lang geduurd heeft.
De voorzitter: Waarvan akte.
04 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het wetsontwerp tot hervorming van de Raad voor de Mededinging"
(nr. 8185)
04 Question de Mme Trees Pieters au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "le projet de loi portant réforme du Conseil de la concurrence" (n° 8185)
04.01 Trees Pieters (CD&V): Mijn vraag dateert van 22 september,
omdat ik in De Standaard van 20 september een artikel las omtrent
de overname van L'Echo en van De Tijd. Ik las daarin: "Het hof van
beroep fluit de overname beurskrant L'Echo terug." Wat De Tijd
betreft las ik: "Het lijkt onvermijdelijk dat het arrest van het hof van
beroep in de zaak van L'Echo een invloed zal hebben op het dossier
van De Tijd."

Het hof van beroep te Brussel heeft op 19 september de toelating van
de Raad voor de Mededinging voor de overname van de Franstalige
beurskrant L'Echo door Rossel en De Persgroep vernietigd. IPM, de
uitgever van La Libre Belgique en La Dernière Heure, was in beroep
gegaan tegen de goedkeuring van de Raad. Meer dan anderhalf jaar
nadat de Raad het licht op groen had gezet voor de overname kreeg
IPM over de volle lijn gelijk van het hof van beroep te Brussel. Het is
dus de eerste keer dat in België de toelating voor een overname door
04.01 Trees Pieters (CD&V): La
cour d'appel de Bruxelles a annulé
l'autorisation du Conseil de la
Concurrence concernant la reprise
du journal boursier "L'Echo" par
"Rossel" et "De Persgroep".
Jamais une telle autorisation
n'avait été annulée et chacun se
demande à présent ce qu'il va
advenir.

Où en est le projet de loi annoncé
relatif à la réforme du Conseil?
Apportera-t-il une solution aux
problèmes du type de celui de
"L'Echo?".
18/10/2005
CRIV 51
COM 704
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
de Raad voor de Mededinging wordt vernietigd. Het is onduidelijk hoe
het nu verder moet, want de wetgeving zegt eigenlijk niets over wat er
moet gebeuren. Er werd dus een juridisch vacuüm gecreëerd.

Mijnheer de minister, een tijd geleden, nog voor het reces, hebben we
het gehad over het nieuwe wetsontwerp voor de Raad voor de
Mededinging. Ik weet dat ik toen op uw persoonlijke website een
ontwerp van wetsontwerp vond. U zei dat dat klopte. Ik wou vragen in
welke fase dat wetsontwerp zich bevindt. Wanneer komt het in het
Parlement? Wat ik vooral wil weten is of het wetsontwerp een
oplossing zal bieden voor de situatie waarin L'Echo en De Tijd zich
bevinden. Wordt er een beroepsmogelijkheid voorzien?
04.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Pieters, wat uw eerste vraag betreft, u weet dat de Ministerraad het
voorontwerp van wet heeft goedgekeurd. Het is dan vertrokken naar
de Raad van State, naar de Europese Commissie, naar de Raad voor
de Mededinging en naar de Commissie voor de Mededinging. Die vier
instanties hebben ondertussen hun opmerkingen laten kennen. Mijn
diensten leggen nu de hand aan de laatste wijzigingen in functie van
de opmerkingen van onder meer de Raad van State en de Europese
Commissie. Dan vertrekt het nog een keer naar de Ministerraad en
zal het onmiddellijk kunnen voorgelegd worden aan het Parlement. Ik
hoop dat zo spoedig mogelijk te kunnen doen want meer en meer
voel ik dat men de interesse voor deze Raad voor de Mededinging
heel goed aanvoelt en dat de uitbreiding die is beloofd absoluut
noodzakelijk is.

Wat het tweede deel van uw vraag betreft, kan ik vrij kort zijn vermits
het wetsontwerp uitdrukkelijk bepaalt dat het hof van beroep uitspraak
doet met volle bevoegdheid van rechtsmacht inzake de
toelaatbaarheid van concentraties. Een zaak zoals deze van L'Echo
wordt dus in het wetsontwerp geregeld via het kanaal van het hof van
beroep.
04.02 Marc Verwilghen, ministre:
Le projet de loi est passé par
presque toutes les étapes de la
procédure et pourra être renvoyé
au Conseil des Ministres dans
quelques semaines. Il sera déposé
au Parlement aussitôt après.
Le projet permettra de résoudre
des situations comme celle qui a
été décrite puisqu'il prévoit que les
jugements de la cour d'appel sont
de pleine juridiction.
04.03 Trees Pieters (CD&V): Wij kijken ernaar uit, mijnheer de
voorzitter, en hopen dat dit niet lang meer op zich zal laten wachten.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Vraag nummer 8189 van mevrouw De Meyer wordt uitgesteld.
05 Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "het gebruik van budgetmeters en de tarifering in het kader van de sociale
dienstverplichtingen" (nr. 8240)
05 Question de Mme Nathalie Muylle au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'utilisation des compteurs à budget et la tarification dans le cadre
des obligations de service social" (n° 8240)
05.01 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de minister, in het kader
van socialedienstverplichtingen zijn de netbeheerders aangesteld om
zowel gas als elektriciteit te leveren aan personen met
betalingsmoeilijkheden.

Een van de instrumenten is de budgetmeter ­ wij kennen die allemaal
­ waarbij men vooraf tegen betaling een kaart oplaadt voor een
bepaald bedrag. Dat zet natuurlijk aan tot zuinig energieverbruik en
05.01 Nathalie Muylle (CD&V):
Le compteur à budget est un
instrument qui sert à limiter à un
montant préchargé la
consommation électrique des
consommateurs en difficulté de
paiement. Il pose toutefois une
série de
problèmes dont,
CRIV 51
COM 704
18/10/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
plaatst de gebruiker nooit voor verrassingen, daar hij niet meer te
maken krijgt met het systeem van voorafbetalingen, voorschotten en
eindafrekeningen. Daarbij komt dat men bij het gebruik van de
budgetmeter steeds kan terugvallen op een minimumlevering van 6
ampère, in het geval te weinig budget werd opgeladen. Wij weten
allemaal dat die 6 ampère dan op het einde van het jaar wordt
afgerekend met een globale factuur.

Dat is een goed en positief instrument. Het is ook een alternatief voor
mensen met betalingsmoeilijkheden. Wij zien echter dat er zich,
vooral op het vlak van de tarifering en prijszetting, toch wat problemen
voordoen. De tarifering blijkt allesbehalve duidelijk en sociaal te zijn.
Vandaar dat er toch een oplossing moet worden geboden voor dat
instrument voor personen met sociale en financiële moeilijkheden.

Ik heb de volgende vragen, mijnheer de minister.

Op welke wijze komt het tarief voor het elektriciteitsgebruik via de
budgetmeter tot stand? Mensen die een budgetmeter aanvragen,
krijgen twee zaken te horen. In eerste instantie zegt men dat, als men
in aanmerking komt voor een sociaal tarief ­ wij kennen allemaal de
voorwaarden, onder andere een leefloon trekken ­ men ook aan een
sociaal tarief de kaart kan opladen. Wij kennen allemaal de kritiek dat
vandaag bepaalde energieleveranciers, door de scherpe concurrentie,
tarieven aanrekenen die vaak lager zijn dan de sociale tarieven die
vandaag worden voorgesteld. Ten tweede zeggen de
energieleveranciers dat voor personen die niet tot de doelgroep
behoren, de normale prijzen die door de CREG zijn vastgesteld, van
toepassing zijn.

Vooral voor de tweede categorie is er heel wat onduidelijkheid,
mijnheer de minister. Op welke wijze wordt welk tarief gehanteerd?
Gaat het over gemiddelden? U bent federaal bevoegd voor de
tarieven. Ik zou graag weten wat uw bevoegdheden zijn in dat
verband.

Vandaag is er 100 kilowatt per gezinslid in Vlaanderen gratis; in
Wallonië en Brussel is dat niet het geval. Voor mensen die een
budgetmeter hebben, werkt één leverancier met een gratis cheque,
waardebon. Anderen doen dat niet. Wat is uw federale bevoegdheid
in dit verband? Kan ervoor gezorgd worden dat voor iedereen die
vandaag gebruikmaakt van een budgetmeter, de 100 gratis kilowatt
per gezinslid in Vlaanderen ook verrekend kan worden?
précisément, celui de la
tarification.

Comment ce tarif est-il fixé?
Quelles sont les compétences de
l'autorité fédérale en la matière?
A-t-elle son mot à dire à propos
des 100 KWh gratuits par
personne offerts en Flandre?
05.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw Muylle, u stelt een vrij
technische reeks van vragen, het antwoord zal dus ook nogal
technisch klinken.

Op uw eerste vraag kan ik het volgende antwoorden. Als de houder
van een leveringsvergunning het contract voor de levering van
elektriciteit aan de huishoudelijke afnemer heeft opgezegd, en als de
huishoudelijke afnemer geen nieuwe houder van een
leveringsvergunning heeft gevonden, dan zal de huishoudelijke
afnemer vanaf de plaatsing van de budgetmeter van elektriciteit
voorzien worden door de distributienetbeheerder.

Wanneer een residentiële afnemer door een leverancier wordt
gedropt en verder door de distributienetbeheerder moet worden
05.02 Marc Verwilghen, ministre:
L'électricité fournie par le biais
d'un compteur à budget est
toujours livrée par un gestionnaire
de réseau de distribution. La
situation est simple si le client a
droit au tarif social : les tarifs sont
fixés par arrêté ministériel. Si le
client ne peut bénéficier du tarif
social, il se voit appliquer un tarif
spécial calculé selon une formule
prescrite par la loi. Ce tarif
correspond à la somme du prix de
l'énergie, du tarif du réseau de
18/10/2005
CRIV 51
COM 704
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
beleverd, hangt de vraag naar het op hen toepasselijke tarief af van
het feit of het al dan niet om een eindafnemer gaat die recht heeft op
het sociaal tarief. Indien het antwoord op deze vraag positief is, als hij
kan genieten van het sociaal tarief, dan wordt op deze eindafnemer
het sociaal tarief toegepast, zoals bepaald in het ministerieel besluit
van 15 mei 2003 tot vaststelling van de maximumprijzen voor de
levering van elektriciteit aan residentieel beschermde klanten met een
laag inkomen of in een kwetsbare situatie.

Kan de eindafnemer geen aanspraak maken op het sociaal tarief, dan
valt hij onder een speciaal tarief dat door de distributienetbeheerder
wordt berekend, overeenkomstig de bepalingen van het ministerieel
besluit van 1 juni 2004. Volgens deze regels moet het tarief toegepast
worden door de `supplier of last resort', en het is vastgesteld als volgt:
de energieprijs plus het transmissienettarief plus het
distributienettarief plus de marge.

De marge is hierbij een bedrag dat bij de som van de energieprijs, het
transmissienettarief en het distributienettarief wordt geteld, indien
deze som lager is dan het gemiddelde van de door de leveranciers in
het verdelingsgebied van de distributienetbeheerder aangekondigde
meest recente prijzen voor een soortgelijke categorie van klanten. Het
is een moeilijke zin, maar het houdt in dat men met gemiddelden
werkt. Deze marge is in dit geval gelijk aan het verschil tussen
voornoemd gemiddelde en de som van de eerste drie componenten
van de hierboven weergegeven formule.

In elk ander geval, indien de som gelijk is aan of groter is dan het
gemiddelde, dan is de marge gelijk aan nul. Dat staat buiten
discussie. Elke distributienetbeheerder berekent voor zijn eigen
distributiegebied zelf het gemiddelde van de door de meest
representatieve leveranciers in zijn verdelingsgebied aangekondigde
meest recente prijzen voor een soortgelijke categorie van klanten. De
distributienetbeheerders moeten bijgevolg voor elk van de twee
categorieën typen klanten een gewogen gemiddelde prijs over alle in
aanmerking te nemen leveranciers berekenen, voor zowel de dagprijs
als de nachtprijs, en ook voor de exclusieve nachtprijs.

Daaruit wordt dan een marge afgeleid voor de drie componenten en
de totale prijs die eruit voortvloeit volgens de formule weergegeven in
artikel 2 van het ministerieel besluit van 1 juni 2004.

In antwoord op uw tweede vraag moet erop worden gewezen dat het
tarief voor de supplier of last resort, zoals beschreven in de
voorgaande paragrafen, geldt voor de eindafnemers die niet voldoen
aan de voorwaarden om van het sociaal tarief te genieten. Bovendien
kan het ook niet de bedoeling zijn dat de distributienetbeheerders
langs deze omweg opnieuw de elektriciteitsleveranciers worden voor
een groot deel van de bevolking. Deze tarieven bevatten daarom ook
een ontradend element.

Ten derde, zoals reeds vermeld in het antwoord op de eerste vraag,
zijn zowel de vaststelling van het sociaal tarief als de vaststelling van
het tarief voor de supplier of last resort een federale bevoegdheid.
Daarover kan geen betwisting bestaan.

Ten vierde en ten laatste, de federale overheid heeft geen
bevoegdheid ­ ik onderstreep het woordje "geen" ­ inzake de
transport, du tarif du réseau de
distribution et d'une marge. Celle-
ci est additionnée aux trois autres
éléments si la somme de ces
derniers est inférieure au prix
moyen de l'énergie de clients
similaires dans la région.

La fixation des tarifs de l'électricité
fournie par le biais d'un compteur
à budget constitue une
compétence fédérale.

Les 100 KWh gratuits par membre
du ménage relèvent de la
compétence flamande.
CRIV 51
COM 704
18/10/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
verrekening van de in Vlaanderen toepasselijke korting van 100
kilowattuur per gezinslid, tenzij in uitzonderlijke gevallen, namelijk
voor zover de korting als een kostenelement is terug te vinden in de
distributienettarieven. Dat is de enige uitzondering die daarop van
toepassing is.

Zoals gezegd, het is een vrij technisch antwoord op vrij technische
vragen.
05.03 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik zal het antwoord bekijken. Als er verdere vragen zijn,
ontmoet u mij opnieuw in de commissie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Vraag nr. 8189 van mevrouw De Meyer, vraag nr. 8242 van de heer Verherstraeten, vraag
nr. 8271 van de heer Van den Bergh en vraag nr. 8273 van mevrouw Galant worden uitgesteld.
06 Samengevoegde interpellaties van
- mevrouw Trees Pieters tot de minister van Mobiliteit over "de socio-economische vergunning voor
shoppingcentrum te Moeskroen" (nr. 683)
- mevrouw Trees Pieters tot de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de socio-economische vergunning voor shoppingcentrum te Moeskroen"
(nr. 684)
- mevrouw Trees Pieters tot de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging over "de socio-
economische vergunning voor shoppingcentrum te Moeskroen" (nr. 685)
06 Interpellations jointes de
- Mme Trees Pieters au ministre de la Mobilité sur "l'octroi d'une autorisation socio-économique pour
un centre commercial à Mouscron" (n° 683)
- Mme Trees Pieters au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique sur "l'octroi d'une autorisation socio-économique pour un centre commercial à
Mouscron" (n° 684)
- Mme Trees Pieters au secrétaire d'Etat à la Simplification administrative sur "l'octroi d'une
autorisation socio-économique pour un centre commercial à Mouscron" (n° 685)
06.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb
inderdaad drie interpellaties gericht aan de drie West-Vlaamse
ministers omdat het een voornamelijk West-Vlaamse aangelegenheid
is. Mijn excuses daarvoor, maar ik vind het heel belangrijk. Het is niet
de eerste keer dat dit hier ter sprake wordt gebracht, niet alleen door
mij, maar ook in het verleden door een aantal West-Vlaamse
collega's. Het gaat over de socio-economische vergunning voor het
shoppingcenter te Moeskroen.

Ik heb in eerste instantie een vraag gericht aan de minister van
Economie, vervolgens een vraag aan de heer Landuyt als West-
Vlaams minister en aan de heer Van Quickenborne als West-Vlaams
staatssecretaris; hij is misschien nog het meest betrokken bij deze
aangelegenheid, maar ik ken zijn standpunt via de gemeenteraad van
Kortrijk: Leve de vrijheid. Laat ze maar doen en laat ze maar komen.
Daar ben ik het eigenlijk niet mee eens, maar daar ik zal hem daar
nog wel mee confronteren op een ander moment, wanneer hij meent
de vraag niet te moeten beantwoorden in het Parlement en ze
doorschuift naar u.

Wat is de historie?
06.01 Trees Pieters (CD&V):
J'adresse la même interpellation
aux trois excellences de Flandre
occidentale au sein du
gouvernement, parce qu'il s'agit
d'un dossier qui concerne
l'ensemble de la province.

La ville de Mouscron et la
commune d'Estaimpuis ont délivré
fin août le deuxième permis pour
un nouveau grand complexe de
shopping et de détente le long de
l'A17. Les bâtiments couvriront
une superficie de 113.901 m², dont
une surface de 50.028 m² dédiée
à la vente. La locomotive de ce
complexe sera un hypermarché
Cora, mais on prévoit également
des dizaines de boutiques de prêt-
à-porter, d'établissements Horeca
et de salles de cinéma.
18/10/2005
CRIV 51
COM 704
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Het college van burgemeester en schepenen van de stad Moeskroen
en van de gemeente Estaimpuis verleende respectievelijk op 22 en 19
augustus een tweede vergunning voor een nieuw megashopping- en
megaontspanningscentrum vlakbij de uitrit 3 Dottignies op de A17.
Het gaat om een complex met een totale bruto bebouwde oppervlakte
van 113.901 m
2
, waarvan 50.028 m
2
netto verkoopsoppervlakte. Een
Cora-hypermarkt wordt de motor van het complex, maar het is niet
alleen een Cora-supermarkt. Daarnaast komen er allerhande
activiteiten, zoals winkelcentra, een cinema, ontspanningsactiviteiten,
een fitnesscentrum enzovoort. Er zullen dus een aantal kledingzaken,
horecazaken, fitnesscentra en cinemazalen daarnaast ingericht
worden.

De eerste plannen om tot een nieuw winkelcentrum aan de A17 te
komen, dateren van 1998. In 2002 verleende het Sociaal-Economisch
Comité voor de Distributie een vergunning, maar erkende hierbij wel
duidelijk de negatieve gevolgen voor de omringende steden, in eerste
instantie Kortrijk, maar het gaat tot en met Roeselare. In maart 2003
verlenen Moeskroen en Estaimpuis een bouwvergunning en een
socio-economische vergunning. Begin april 2003 gaat Unizo in beroep
bij het Interministerieel Comité tegen de socio-economische
vergunning. Tegelijkertijd loopt een procedure bij de Raad van State
tegen de bouwvergunning en in september 2003 start een procedure
in kort geding omdat de werken op de Cora-site gestart werden voor
er een uitspraak was in de lopende procedure voor de Raad van
State.

Daarom werden de werken stopgezet. Het Interministerieel Comité
laat na om uitspraak te doen waardoor de socio-economische
vergunning bevestigd blijft. Begin 2004 verwerpt de Raad van State
de bouwvergunning van het Cora-shoppingcenter. Onder de oude
handelsinplantingwet zijn beide documenten nog aan elkaar
gekoppeld en dus meldt Cora dat ze haar aanvraag en bijgevolg ook
haar project terugtrekt.

Op 1 maart 2005 - net voor de inwerkingtreding van de Ikea-wet -
dient Cora opnieuw dezelfde socio-economische aanvraag als in juni
2002 in bij het socio-economisch comité. Het enig positief punt van de
Ikea-wet hebben we in deze Kamercommissie ingevoerd, destijds
onder de bevoegdheid van minister Moerman, en heeft betrekking op
een consultatie van de omliggende gemeenten bij dergelijke
aanvragen. Vermits Cora haar aanvraag indient voor de
inwerkingtreding van de nieuwe Ikea-wet is deze consultatie niet
nodig.

Op 7 juni formuleert het comité exact dezelfde tegenstrijdige
conclusies als in 2002, gevolgd door de goedkeuring van de
schepencolleges van Moeskroen en Estaimpuis in augustus 2005.

UNIZO is hiertegen opnieuw in beroep gegaan. De bal ligt opnieuw in
het kamp van het Interministerieel Comité.

Het complex werd destijds door de burgemeester van Moeskroen
gerealiseerd, om een antwoord te bieden op Auchan in Rijsel, dat
alleen een winkelcomplex is met voedingsproducten en aanverwante
producten met een horecazaak, maar geen verkoopspunt is voor
winkels en fitnesscentra. Het zal zich op nauwelijks 10 minuten van
het centrum van Moeskroen bevinden maar vooral van het centrum

Les premiers projets datent déjà
de 1998. En 2002, le Comité
socio-économique pour la
Distribution délivre un permis,
mais il souligne en même temps
les conséquences négatives
indubitables pour les villes et
communes voisines. En mars
2003, Mouscron et Estaimpuis
délivrent un permis de bâtir ainsi
qu'un permis socio-économique.
Un mois plus tard, Unizo interjette
appel contre ce permis socio-
économique auprès du comité
interministériel, tandis qu'une
procédure contre le permis de
bâtir est lancée auprès du Conseil
d'État. Comme les travaux ont
déjà été entamés sur le site avant
l'arrêt du Conseil d'État, une
procédure en référé est lancée en
septembre 2003 et les travaux
sont arrêtés. Comme le comité
interministériel s'abstient de
rendre un avis, le permis socio-
économique reste valable. Le
Conseil d'Etat rejette ensuite le
permis de bâtir début 2004.

Cora fait d'abord savoir que le
projet est abandonné, mais
introduit subitement, le 1er mars
de cette année, une demande
socio-économique identique à
celle de 2002, auprès du Comité
socio-économique pour la
Distribution. Ledit comité délivre
une nouvelle fois un permis, en
l'assortissant de la même mise en
garde que trois ans plus tôt. Entre-
temps, Unizo a de nouveau fait
appel de la décision de Mouscron
et d'Estaimpuis. La balle se trouve
maintenant dans le camp du
comité interministériel, qui devra
se prononcer sur cet appel.

Les complexes "mastodontes" tels
que celui-là sont forcément
néfastes pour les commerces
environnants. Ce complexe se
situera en outre à dix minutes à
peine du centre de Courtrai. Les
effets de la présence de tels
complexes sur les centres urbains
environnants sont mortels: les
petits commerces font faillite, les
CRIV 51
COM 704
18/10/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
van Kortrijk. Dat is regio-overschrijdend. In het Interministerieel
Comité zetelt ook de minister van Ruimtelijke Ordening van het Waals
Gewest. Vlaanderen heeft hierin geen inspraak.

Grote shoppingcentra als deze zijn nefast voor de nabijgelegen stads-
en dorpskernen. Kleinere handelszaken zullen het bijzonder moeilijk
hebben met de komst van zo'n mastodont in de achtertuin, niet alleen
inzake voeding en Cora-aangelegenheden, maar inzake veel meer
dan dat. Dit zal onvermijdelijk leiden tot een hoop faillissementen. De
voorbije jaren is het voor iedereen steeds meer beginnen dagen dat
het vooral belangrijk is de ontwikkeling van de stadscentra te
promoten. Hoge huurprijzen, slechte mobiliteit, moordende
concurrentie van groothandelscentra buiten de stad, maken het voor
een kleine zelfstandige detailhandelaar uiterst moeilijk om te
overleven.

Het gevolg daarvan is gekend. Leegstand, verwaarlozing en
criminaliteit vloeien daaruit voort. Wij hebben het tot vervelens toe
besproken naar aanleiding van de nieuwe Ikea-wet.

Het besef groeit echter dat er aan deze evolutie een halt moet worden
toegeroepen. Een bloeiende middenstand is onmisbaar als cement
voor een levendige buurt of woonkern.

Het studiebureau WES, West-Vlaams Economisch Studiebureau,
maakte een uitgebreide analyse van de detailhandel in West-
Vlaanderen. Het stelt dat in de eerste plaats de binnenstedelijke
handel dient versterkt te worden en dat de detailhandel verweven
dient te blijven met de woon- en werkfuncties van de binnensteden.

Op provinciaal en gewestelijk vlak bestudeert men hoe dit het best
kan gerealiseerd worden. Het Cora-project staat dan ook volledig
haaks op het kernversterkende beleid dat zowel door de Vlaamse als
door de federale regering gepromoot wordt en samengevoegd wordt
met mobiliteitsplannen, veiligheidsplannen en structuurplannen.

Het Cora-shoppingcentrum bedreigt tientallen handelscentra in een
straal van 40 kilometer. Tekenend is dan ook dat Cora het project nog
snel ingediend heeft voor de inwerkingtreding van de nieuwe Ikea-
wet. Een indiening enkele dagen later zou immers betekenen dat ook
de omliggende gemeenten ingelicht en geconsulteerd zouden moeten
worden.

Een vaak gebruikt argument om het megaproject te promoten is dat
het complex de grensconsumenten van West-Vlaanderen en
Henegouwen in België zal houden en dat ze niet langer naar grote
ketens net over de Franse grens zouden trekken. Men beweert dat dit
project integendeel Franse kopers naar België zal lokken. Of dit met
het neerpoten van de Moeskroense vestiging zal lukken lijkt mij zeer
onwaarschijnlijk. De Franse aantrekkingskracht is immers
voornamelijk terug te brengen tot belangrijke verschillen in BTW en
taksen. Denk maar aan de BTW op waters. Het zal wel zeker zo zijn
dat het Waalse complex Vlaamse consumenten zal wegsnoepen en
dat daarmee Kortrijk, Waregem, Avelgem, Zwevegen, Kuurne,
Menen, Roeselare en Deerlijk geraakt worden.

Mijnheer de minister, ik ben ervan overtuigd dat u als West-Vlaams
minister niet onverschillig staat tegenover deze problematiek. Het
immeubles se vident, les centres
urbains sont abandonnés et
deviennent des chancres où la
criminalité prolifère. La présence
d'une classe moyenne prospère
dans les villes et les communes
constitue le ciment de quartiers
vivants et florissants. Les
gouvernements flamand et fédéral
prennent très au sérieux la
politique de renforcement des
centres urbains et des
agglomérations. La construction
d'un méga-complexe le long de
l'A17 serait en contradiction
flagrante avec tout ce que cette
politique vise à réaliser. Un tel
complexe constituerait une
menace pour des dizaines de
commerces dans un rayon d'une
cinquantaine de kilomètres.

En redéposant le projet à la veille
de l'entrée en vigueur de la loi
"IKEA", on a évité d'avoir à
consulter les communes
environnantes. Le complexe ne
manquera pas d'attirer des clients
flamands, cependant que le
shopping dans les communes
frontalières françaises conservera
tout son attrait grâce aux régimes
favorables en matière de TVA et
de taxes. Les petits commerces
flamands seront les dindons de la
farce.

Quand le comité interministériel se
prononcera-t-il sur le recours? Le
ministre défendra-t-il à cette
occasion les intérêts de la Flandre
occidentale?
18/10/2005
CRIV 51
COM 704
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
gaat hier om de jobs van vele zelfstandigen en vele West-Vlaamse
zelfstandigen en om de leefbaarheid van veel stads- en dorpskernen.
Als minister van Economie bent u lid van het Interministerieel Comité
voor de Distributie dat zal oordelen over dit beroep. Wanneer kunnen
we een uitspraak verwachten? Zult u in deze de zuid-West-Vlaamse
belangen verdedigen? Het zijn meer dan zuid-West-Vlaamse
belangen want het gaat verder dan zuid-West-Vlaanderen.
06.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, ik heb nota
genomen van de uitgebreide interpellatie en alle elementen die daarin
ontwikkeld zijn door mevrouw Pieters. Wat haar eerste vraag betreft ­
want ik kan vrij kort zijn in het antwoord ­ de zitting van het
Interministerieel Comité voor de Distributie waarop het beroep van
UNIZO tegen de beslissingen van de stad Moeskroen en de
gemeente Estaimpuis met betrekking tot het dossier Cora zal
behandeld worden, is vastgelegd op 26 oktober aanstaande om 15.00
uur. Nadien zal de uitspraak volgen.

Het spreekt voor zich dat ik ­ ik denk dat dit ook voor mijn collega's in
het Interministerieel Comité zal gelden ­ een ernstige afweging zal
maken van alle verschillende elementen in dit dossier zoals het
trouwens ook uitdrukkelijk is bepaald in de wet van 29 juni 1975.
06.02 Marc Verwilghen, ministre:
Le comité interministériel pour la
distribution examinera le 26
octobre prochain le recours
introduit par Unizo contre
l'autorisation socio-économique
accordée par Mouscron et
Estaimpuis. Il est évident que les
membres du comité examineront
très attentivement les différents
éléments du dossier. Cette
procédure figure dans la loi du 29
juin 1975.
06.03 Trees Pieters (CD&V): Wanneer ik die vraag stel dan is het
om u heel uitdrukkelijk te wijzen op uw verantwoordelijkheid. Als u
zegt dat u ernstige afwegingen zult maken, hoop ik dat u de teneur
van mijn tussenkomst begrepen hebt.
06.03 Trees Pieters (CD&V):
J'espère de tout coeur que le
ministre prendra ses
responsabilités dans ce dossier
crucial pour notre province.
06.04 Minister Marc Verwilghen: Om u gerust te stellen: ook zonder
uw interpellatie had ik het in ieder geval in alle ernst gedaan. Maar
goed, soms is het eens goed om voordien herinnerd te worden aan
een aantal standpunten die u in detail hebt ontwikkeld.
06.04 Marc Verwilghen, ministre:
Cela va de soi.
06.05 Trees Pieters (CD&V): Ik reken op u.
Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Trees Pieters en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van mevrouw Trees Pieters
en het antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid,
- gezien het feit dat de beslissing om al dan niet een socio-economische vergunning te verlenen aan het
shoppingcentrum te Moeskroen nu in handen is van het interministerieel comité,
- gezien het feit dat de komst van dergelijk mastodont een bedreiging is voor alle handelskernen in een
straal van 40 kilometer, dat de Vlaamse koopkracht gelokt wordt naar Moeskroen, dat de omliggende
steden en gemeenten geen enkel medezeggenschap hebben in dit dossier, ondanks hun duidelijke effecten
op hun beleid, gezien de recente evoluties in kernversterkend beleid,
beveelt de minister aan
om rekening te houden met de impact van die plannen op de regio West-Vlaanderen."

Une motion de recommandation a été déposée par Mme Trees Pieters et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mme Trees Pieters
CRIV 51
COM 704
18/10/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
et la réponse du ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique,
- considérant que la décision relative à l'octroi d'une autorisation socio-économique pour le centre
commercial de Mouscron appartient désormais au comité interministériel,
- étant donné que l'arrivée d'un tel `géant' constitue une menace pour tous les noyaux commerciaux situés
dans un rayon de 40 km, que le pouvoir d'achat des Flamands sera attiré vers Mouscron, que les villes et
communes situées à proximité ne disposent d'aucun pouvoir de codécision dans ce dossier, malgré ses
conséquences évidentes sur leur politique, compte tenu des récents développements en matière de
politique de promotion des centres urbains,
recommande au ministre
de tenir compte de l'incidence de ces projets sur la région de Flandre occidentale."

Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Karine Lalieux en door de heer Georges Lenssen.

Une motion pure et simple a été déposée par Mme Karine Lalieux et par M. Georges Lenssen.

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
07 Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les arrêtés d'exécution de la loi concernant l'assurance contre les
catastrophes naturelles" (n° 8299)
07 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de uitvoeringsbesluiten van de wet betreffende de verzekering tegen
natuurrampen" (nr. 8299)
07.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, ma question
sera brève.

Le 7 juillet, la loi qui prévoit que désormais toutes les assurances
terrestres doivent comprendre une assurance contre les dégâts des
eaux a été votée à la Chambre. Trois mois plus tard, les arrêtés
d'exécution ne sont toujours pas pris. Or, les catastrophes liées aux
pluies et aux inondations à Bruxelles rappellent évidemment que si
ceux-ci étaient en vigueur, l'indemnisation serait plus rapide et le
fonds ne devrait pas couvrir tous les dommages, étant donné qu'il
devrait couvrir uniquement les personnes non indemnisées par les
assurances.

Monsieur le ministre, pouvez-vous me dire où en est la situation quant
à la prise des arrêtés d'exécution et leur publication au Moniteur?
Dans quel délai les choses pourront-elles concrètement entrer en
fonction?
07.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
Sinds 7 juli bepaalt de wet dat alle
landverzekeringen een
verzekering tegen waterschade
moeten omvatten. Tot op vandaag
zijn er echter geen
uitvoeringsbesluiten. De
inwerkingtreding daarvan had de
vergoeding van de slachtoffers
van de recente rampen als gevolg
van regen en overstromingen
kunnen bespoedigen. Zo zou het
fonds niet alle schade moeten
vergoeden, maar alleen de schade
ten nadele van personen die niet
door de verzekeringsmaatschappij
worden vergoed.

Hoe staat het met de
uitvoeringsbesluiten en met de
publicatie ervan in het Belgisch
Staatsblad? Op welke termijn
zullen de beslissingen ten uitvoer
worden gelegd?
Le président: La question n° 8481 de Mme Creyf initialement jointe
est reportée. Je laisse M. le ministre juger de l'opportunité de...
De
voorzitter: De
samengevoegde vraag van
mevrouw Creyf (nr. 8481) wordt
uitgesteld.
07.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, je vais
donner une réponse à la fois à la question de Mme Gerkens et à celle
que Mme Creyf aurait souhaité poser car elles vont dans le même
07.02 Minister Marc Verwilghen:
Ik geef een antwoord op de vragen
van zowel mevrouw Gerkens als
18/10/2005
CRIV 51
COM 704
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
sens. Il s'agit donc d'une réponse bilingue, que vous comprendrez
sans aucun doute.
mevrouw Creyf in beide talen.
Ten eerste, wil ik zeggen, mijnheer de voorzitter, dat er geen
vertraging is bij de publicatie van de uitvoeringsbesluiten. Er zijn tot
heden ook geen onverwachte problemen opgedoken.
Il n'est pas question de retard ou
de problèmes imprévus dans le
cadre de la publication des arrêtés
d'exécution.
En raison des vacances d'été, la loi n'a pas pu être signée par
l'ensemble des ministres cosignataires. Il y avait effectivement
plusieurs ministres cosignataires avant la mi-août. Elle a été signée
par le Roi avant le 17 septembre 2005. La loi a d'ailleurs été publiée
entre-temps au Moniteur belge le 11 octobre 2005.

La loi prévoit qu'elle entre en vigueur à compter du jour où le Bureau
des tarification sera opérationnel. La première démarche à
entreprendre consistait donc à nommer les membres du Bureau afin
que celui-ci puisse se mettre au travail et être opérationnel au plus tôt.
Omwille van het zomerreces kon
de wet niet voor half augustus
door alle bevoegde ministers en
niet voor 17 september door de
Koning worden ondertekend. Ze
werd op 11 oktober 2005 in het
Belgisch Staatsblad gepubliceerd.
Aangezien de wet in werking
treedt zodra het Tariferingsbureau
operationeel wordt, moesten eerst
de leden van dat bureau worden
benoemd.
Het tariferingbureau bestaat uit vier leden die de
verzekeringsondernemingen vertegenwoordigen en vier leden die de
consumenten vertegenwoordigen. Daarnaast moet nog een
onafhankelijk voorzitter worden benoemd. Ik heb niet op de
ondertekening van de wet gewacht om de verzekeraars en de
gebruikers te verzoeken zo vlug mogelijk hun vertegenwoordigers te
laten kennen. Ik heb hun midden juli 2005 aangeschreven met de
vraag hun voorstellen te mogen ontvangen, zo spoedig mogelijk en
voor eind augustus 2005.
Le Bureau de tarification est
composé de quatre représentants
des assureurs et de quatre
représentants des consommateurs
et il est placé sous la direction d'un
président indépendant. Les deux
groupes avaient déjà été invités à
la mi-juillet à présenter leurs
représentants.
Les assureurs ont répondu dans les délais; le Conseil de la
Consommation a sollicité un délai supplémentaire car il ne pouvait
pas se réunir en juillet et en août. Il m'a transmis ses candidats le 14
septembre 2005, à l'exception d'un membre effectif et d'un membre
suppléant qui devaient encore être désignés par Test-Achats. Test-
Achats m'a communiqué ses représentants par courrier du 27
septembre 2005, que j'ai reçu le 28. J'ai signé l'arrêté royal portant
désignation du président et des membres du Bureau de tarification le
29 septembre 2005. Je l'ai transmis le 30 septembre 2005 au ministre
de la Justice afin d'obtenir sa cosignature.

Il m'a été retourné le 5 octobre 2005. Il a été transmis au cabinet du
Roi le 6 octobre 2005 afin que le chef de l'Etat y appose sa signature.
L'arrêté m'est revenu dûment signé par le Roi le 10 octobre 2005, a
été transmis au Moniteur belge le même jour et a été publié le 14
octobre 2005. J'ai donc agi aussi vite que possible.
De verzekeraars hebben binnen
de vooropgestelde termijn
geantwoord. De Raad voor het
Verbruik verzocht om een
bijkomende termijn en heeft me op
14 september zijn lijst met
kandidaten bezorgd, met
uitzondering van een vast lid en
een plaatsvervanger die nog door
Test-Aankoop moesten worden
aangewezen. Die gegevens
werden me op 28 september
meegedeeld. De dag nadien heb
ik het koninklijk besluit houdende
benoeming van de voorzitter en de
leden van het Tariferingsbureau
ondertekend. Op 30 september
heb ik het aan de minister van
Justitie overgezonden, die het
besluit mede moet ondertekenen.

De tekst werd mij op 5 oktober
2005 teruggezonden, en werd de
volgende dag overgezonden naar
het kabinet van de Koning. Na
bekrachtiging door de Koning werd
het besluit op 10 oktober
CRIV 51
COM 704
18/10/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
geretourneerd. Diezelfde dag nog
kon het koninklijk besluit voor
publicatie naar het Belgisch
Staatsblad worden gezonden, en
het is uiteindelijk verschenen in het
Belgisch Staatsblad van 14
oktober 2005.
Het komt nu aan het Tariferingsbureau toe om de dekkings- en
tariefvoorwaarden vast te leggen die het zal toepassen, evenals de
maatregelen die moeten worden getroffen om operationeel te zijn. Ik
hoop dat dit zo spoedig mogelijk kan gebeuren, maar uiterlijk tegen
1 januari 2006. Ik herinner eraan dat de installatie van het
Tariferingsbureau met betrekking tot de motorrijtuigenverzekeringen
meer dan een jaar heeft gevergd. Ik hoop dat de leden van het bureau
Natuurrampen diligenter zullen zijn en hun verantwoordelijkheid zullen
opnemen. Ik heb er goede hoop op en ik heb trouwens heel
regelmatig contact met de voorzitter van het bureau om de zaak te
doen vooruitgaan.
Le Bureau de tarification fixera
ensuite les conditions de
couverture et les tarifs ainsi que
les mesures visant à rendre le
système opérationnel. Nous
espérons que tout sera réglé pour
le 1er janvier 2006 au plus tard et
nous prendrons régulièrement
contact avec le président du
Bureau.
Afin de ne pas perdre de temps, mon administration prépare déjà les
arrêtés d'exécution déterminant, d'une part, la procédure à suivre par
les entreprises d'assurance qui solliciteraient, en cas de sinistre, une
intervention de la Caisse nationale des Calamités et déterminant,
d'autre part, les obligations des assureurs à l'égard du Bureau pour
les risques assurés aux conditions du Bureau.
Om geen tijd te verliezen, bereidt
mijn administratie al de
uitvoeringsbesluiten voor tot
vaststelling van de procedure die
de
verzekeringsmaatschappijen
welke bij een ramp een
tegemoetkoming van de Nationale
Kas voor Rampenschade
aanvragen, moeten volgen,
enerzijds, en tot vaststelling van
de verplichtingen van de
verzekeraars ten aanzien van het
Bureau voor de tegen de
voorwaarden van het Bureau
verzekerde risico's, anderzijds.
Kortom, mijn bedoeling is dat het tariferingsbureau klaar zou zijn
tegen 1 januari 2006 zodat de overgangsregeling voor de
inwerkingtreding van de wet vanaf dan kan beginnen lopen. Er moet
met een minimumtermijn van vier maanden rekening worden
gehouden omwille van de wettelijke bepalingen inzake informatie van
de verzekeringnemer en zijn recht tot opzegging bij de tariefwijziging.
Ik heb geprobeerd door dit volledige overzicht de stand van zaken te
geven, heel gedetailleerd, dag per dag, waaruit u kan opmaken dat
alles is gedaan om in deze materie zo snel als enigszins mogelijk
vooruit te kunnen gaan.
Le régime transitoire en vue de
l'entrée en vigueur de la loi devrait
pouvoir s'appliquer à partir du 1er
janvier. Mais un délai minimum de
quatre mois doit être observé en
matière d'information du preneur
d'assurance et de droit de
résiliation en cas de modification
tarifaire.
Le président: Madame Gerkens, cette réponse vous suffit-elle?
07.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, la réponse
du ministre me suffit. Je voudrais donc remercier le ministre en mon
nom et en celui de Mme Creyf. Si elle ne devait toutefois pas être
satisfaite, elle ne manquera certainement pas de poser une nouvelle
question.

Il est vrai qu'on a beaucoup traîné pour faire cette loi. Ici, nous en
voyons effectivement la concrétisation. Le Bureau de tarification a mis
longtemps à voir le jour. Début janvier, nous irons voir si ce bureau a
07.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
We hebben lang op de oprichting
van het Tariferingsbureau moeten
wachten, maar we zijn blij dat het
er nu is en we zullen de situatie
begin januari bekijken.
18/10/2005
CRIV 51
COM 704
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
pu rendre les choses opérationnelles.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Vraag nr. 8412 van mevrouw De Meyer is uitgesteld.
08 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "het ministerieel besluit van 12 augustus 2005 houdende bijzondere
bepalingen inzake prijzen voor de sector van de instellingen voor bejaardenopvang" (nr. 8437)
08 Question de Mme Hilde Vautmans au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'arrêté ministériel du 12 août 2005 portant dispositions particulières
en matière de prix pour le secteur des établissements d'accueil pour personnes âgées" (n° 8437)
08.01 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, op 31 augustus jongstleden werd een heel belangrijk
ministerieel besluit gepubliceerd, met name over de sector van de
bejaardenopvang. Het ministerieel besluit zet een aantal bepalingen
op een rij inzake de prijzen voor de instellingen van de bejaardenzorg.
Wij hebben allemaal grootouders, of misschien ouders, die in rust- en
verzorgingstehuizen verblijven. Wij weten dus allen hoe belangrijk die
sector is.

Het ministerieel besluit bevat een aantal zeer goede punten. De
procedure is eenvoudiger geworden. Het laat ook toe dat het
prijzenbeleid transparanter wordt. Het regelt ook de mogelijkheid tot
indexatie. Bovendien is het een voordeel dat de prijzen op langere
termijn marktconform blijven, aangezien de voorzieningen in dit
systeem niet worden verplicht hun prijzen aan te passen en zij de
keuze tot verhoging van de prijzen kunnen laten bepalen door hun
eigen behoeften.

Mijnheer de minister, ik heb wel een aantal vragen inzake de
kennisgeving over een nieuwe dienst en een nieuw product. Daarvoor
worden immers enkele uitzonderingen gemaakt. Zo kunnen onder
meer bewoners die in de toekomst in een nieuwbouw worden
ondergebracht, niet als een nieuwe dienst worden beschouwd. Zal dit
ministerieel besluit dan niet een ontradend effect hebben voor
instellingen om een nieuwbouw op te richten, aangezien men
daarvoor te prijzen niet kan hanteren?

Kunt u de garantie geven dat ingeval van ontbinding of faillissement
de dienst voldoende snel zal kunnen reageren op het voorstel van de
overnemers? Dat is een heel belangrijke vraag.

Bent u van oordeel dat het verbod een nieuwe prijs te vragen aan de
huidige resident van een nieuw gebouw, een nieuwe uitbreiding of een
verbouwd bestaand gebouw een ontradend effect zal hebben op de
initiatiefnemers om over te gaan tot een nieuwbouw?
08.01 Hilde Vautmans (VLD):
L'arrêté ministériel tant attendu sur
les prix dans le secteur de l'accueil
des personnes âgées a simplifié la
procédure pour les établissements
concernés, a rendu la politique des
prix plus transparente et a permis
l'indexation. Les prix peuvent aussi
désormais rester plus longtemps
en conformité avec le marché. Il
est toutefois paradoxal que les
occupants d'un nouveau bâtiment
ne soient pas considérés comme
un nouveau service. Le ministre
peut-il garantir qu'en cas de
dissolution ou de faillite, le service
réagira suffisamment vite à la
proposition des repreneurs?
L'interdiction d'augmenter les prix
pour les pensionnaires existants
en cas de nouvelle construction ou
de transformation n'aura-t-elle pas
un effet dissuasif sur le
remplacement d'anciens
bâtiments par de nouvelles
constructions?
08.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Vautmans, ik begin met uw eerste vraag, vóór de twee vragen die u
het meest aanbelangen. Zal het ministerieel besluit, ondanks het feit
dat het veel positieve punten inhoudt, geen ontradend effect hebben?
Het antwoord daarop is neen. Het zal niet ontradend werken. Dat kan
worden aangetoond door de antwoorden op de twee gedetailleerde
vragen die u hebt gesteld.
08.02 Marc Verwilghen, ministre:
L'arrêté n'aura certainement pas
d'effet dissuasif sur les initiatives
dans le secteur.

Le délai d'examen de soixante
jours est un délai maximum. Les
décisions relatives aux demandes
CRIV 51
COM 704
18/10/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
Ten eerste, de onderzoekstermijn van zestig dagen die in het
ministerieel besluit wordt bepaald, is een maximumtermijn. Dat wil
zeggen dat die van openbare orde is en moet worden gerespecteerd.
Dat belet niet dat een beslissing over een prijsverhogingsaanvraag
binnen een kortere periode kan worden genomen. In uitzonderlijke
omstandigheden, zoals bij een faillissement, wordt de aanvraag zo
snel mogelijk onderzocht, afhankelijk van de volledigheid van het
dossier. Dat hebben wij geleerd door een aantal problemen die wij
ondertussen hebben moeten oplossen.

Bij een overname na een stopzetting gaat het over een weloverwogen
beslissing, zowel van de vroegere eigenaar als van de nieuwe
eigenaar of uitbater, waarover vaak al geruime tijd is onderhandeld.
De nieuwe eigenaar of uitbater heeft dan ook de mogelijkheid gehad
zich tijdig te informeren en desgevallend een gemotiveerde aanvraag
in te dienen.

Bovendien kan het rusthuis ook in geval van een overname de
vereenvoudigde procedure, bepaald in artikel 5, toepassen. Wanneer
de verhoging van de dagprijzen al dan niet in een eerste fase beperkt
blijft tot een aanpassing op basis van het indexcijfer of van de
consumptieprijzen.

In dat geval kan een prijsverhoging worden doorgevoerd binnen de
vijftien dagen na ontvangst van de kennisgeving, hetgeen erop wijst
dat men snel kan handelen. Dat is ook de reden waarom ik u zeg dat
het niet echt ontradend zal zijn.

Het is niet mijn bedoeling geweest om het aanrekenen van een
verhoogde prijs voor de bewoners, die verhuizen van een bestaand
gebouw naar een nieuwbouw of een vernieuwde kamer, onmogelijk te
maken. De hogere prijs kan perfect verantwoord zijn door de kostprijs
van het gebouw of de verbouwing en het hogere comfort in het
nieuwe gebouw of de nieuwe kamer. Men mag echter niet uit het oog
verliezen dat de verhuis van een ouder gebouw naar een nieuwbouw
of naar een grondig gerenoveerde kamer meestal een belangrijke
prijsverhoging met zich meebrengt voor de bewoners die reeds
aanwezig zijn. Dikwijls wordt de financiële weerslag voor die
bewoners onderschat. Soms kan het prijsverschil tot 10 euro per dag
bedragen.

In het verleden volstond het om voor een nieuwbouw of een grondig
verbouwd rusthuis een kennisgeving in te dienen van de prijzen die
zouden worden toegepast. Veel rusthuizen voorzagen echter zelf al,
meestal uit sociale overwegingen, in een overgangsregeling ten
gunste van de bewoner die mee verhuisde. Deze praktijk werd nu
omgezet in het artikel 3 van het nieuwe besluit zodat een sociaal
aanvaardbare regeling kan worden getroffen, hetzij door de
verhogingen in de tijd te spreiden, hetzij door die bewoners de kans te
geven om naar een ander rusthuis uit te kijken als het voor hen te
zwaar zou worden. Voor echt nieuwe bewoners kan de prijs nog
steeds vrij worden vastgesteld.

Ik denk dat door deze twee antwoorden toch voor een groot stuk
tegemoet wordt gekomen aan de opmerkingen of de vrees die blijkt
uit uw vraag. Ik denk dat hierop een afdoend antwoord wordt gegeven
door het ministeriële besluit.
d'augmentation des prix peuvent
donc être prises dans un délai plus
court. En cas de faillite, les
demandes sont examinées le plus
rapidement possible. En cas de
reprise après cessation de
l'activité, le nouvel exploitant
dispose également d'un délai
suffisamment long pour introduire
une demande motivée. De plus,
en cas de reprise, une maison de
repos peut toujours procéder à
une augmentation de ses prix
dans les quinze jours suivant la
notification.

Le but n'a jamais été d'interdire les
augmentations de prix pour les
pensionnaires qui déménagent
vers un nouveau bâtiment ou vers
une chambre rénovée mais on
sous-estime
souvent les
répercussions de ces
augmentations des prix pour les
pensionnaires. Pour cette raison,
en cas de déménagement de leurs
pensionnaires, la majorité des
maisons de repos prévoient des
mesures transitoires. Cette
pratique figure à l'article 3 du
nouvel arrêté. En ce qui concerne
les nouveaux pensionnaires, le
prix peut toujours être fixé
librement.
18/10/2005
CRIV 51
COM 704
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
08.03 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de minister, de uitleg die u
geeft is alleszins heel geruststellend. Het feit dat een rusthuis
bepaalde kamers renoveert en dat de bewoner, die er woont, niet
ineens wordt geconfronteerd met een prijsverhoging van 5, 6, 7 tot 10
euro per dag wat natuurlijk een hele schok is voor de familie. Op korte
termijn vindt men immers geen andere verblijfplaats. Ik ben blij dat u
die vrees bij mij en bij een aantal mensen die mij hebben
gecontacteerd alleszins wegneemt. Dit stelt echt gerust. Ik dank u dan
ook heel erg.
08.03 Hilde Vautmans (VLD):
Voilà une réponse rassurante.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: La question n° 8553 de M. Willy Cortois est reportée. Mais je ne sais pas s'il sera encore
utile de la poser après vous.
09 Question de Mme Karine Lalieux au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "les conséquences de l'OPA/OPE lancée sur Electrabel par Suez"
(n° 8516)
09 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de gevolgen van het openbaar overnamebod/omwisselingsbod van Suez
op Electrabel" (nr. 8516)
09.01 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, avec certains de mes collègues, nous vous avions interrogé
sur les conséquences pour la Belgique de l'OPA/OPE de Suez sur
Electrabel, que ce soit du point de vue de la politique énergétique
dans son ensemble, du point de vue de l'emploi, des pensions ou
encore des tarifs. Vous avez répondu à certaines questions et pour
d'autres, vous nous avez dit qu'il était nécessaire, d'une part,
d'attendre que l'OPA soit effective et, d'autre part, que vos services
étudiaient les possibilités de la loi sur l'électricité.

La semaine passée, nous avons entendu le premier ministre nous
dire dans sa déclaration de politique fédérale qu'il avait obtenu de
Suez des garanties concernant la création de la future société
européenne et l'ancrage belge des centres décisionnels relatifs aux
activités énergétiques du groupe. Pouvez-vous nous expliquer plus
précisément en quoi consistent les engagements et de quelles
garanties le gouvernement dispose-t-il à ce sujet?

Il est vrai que les garanties sont reprises dans un procès-verbal du
comité de concertation mais cela me semble léger pour garantir
effectivement qu'une grosse société qui ne sera plus belge respecte
ses engagements. Aux points 8 et 9 de ce procès-verbal, il est indiqué
que les centres décisionnels resteraient à Bruxelles, mais si ce sont
les uniques garanties, je les trouve très faibles. Au point 9, on dit
également qu'on renforce le rôle du centre de coordination. C'est une
bonne chose mais les centres de coordination seront démantelés en
2010. Que se passera-t-il après 2010?

Je pense qu'il y a aussi un problème par rapport au siège social
puisque, si j'ai bien entendu Electrabel et Suez, le siège social sera
mis en concurrence avec celui de Paris en ce qui concerne la fiscalité.
Avez-vous des renseignements plus précis par rapport à cela?

Voilà pour les garanties concernant les centres décisionnels en
Belgique.
09.01 Karine Lalieux (PS): In uw
antwoord op een aantal eerder
gestelde vragen over de gevolgen
voor België van het openbaar
overnamebod/omwisselingsbod
van Suez op Electrabel ging u in
op bepaalde deelaspecten van die
vragen (cf. "Beknopt Verslag" nr.
691 van 20 september 2005, blz.
13). U verklaarde dat we eerst
maar moesten afwachten tot het
overnamebod een feit was, en dat
uw diensten de mogelijkheden die
de elektriciteitswet biedt,
onderzochten.

In zijn beleidsverklaring van 11
oktober zei de eerste minister dat
hij van Suez garanties gekregen
had met betrekking tot de
oprichting van de toekomstige
Europese vennootschap en de
Belgische verankering van de
besluitvormingscentra waarin
beslist wordt over de
energieactiviteiten van de groep.
Welke beloften werden er
hieromtrent aan de regering
gedaan en welke garanties werden
er gegeven?

Een aantal van die garanties zijn
terug te vinden onder punt 8 en 9
van notulen van het overlegcomité.
Veel gewicht zou ik er echter niet
CRIV 51
COM 704
18/10/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23

D'autres se sont exprimés depuis que je vous ai interrogé, notamment
les travailleurs et leurs syndicats qui sont plus que préoccupés. Leurs
préoccupations principales concernent l'emploi et les pensions. Vous
avez dit que les employés d'Electrabel devaient être très heureux de
travailler à Suez puisque cette entreprise a l'air de nourrir d'autres
ambitions que celles d'Electrabel. Il conviendrait néanmoins que
l'emploi en Belgique soit maintenu, voire développé, et que soit
préservé dans notre pays le savoir-faire en matière d'énergie.

En outre, qu'en est-il du fonds de pension complémentaire dont
bénéficie une partie non négligeable du personnel d'Electrabel? Ce
fonds de pension complémentaire est basé sur un système de
capitalisation dont dépend évidemment la situation financière de
l'entreprise. Suez a-t-elle pris position à ce sujet? On sait que la
capitalisation au niveau d'Electrabel était évidemment très élevée.

En ce qui concerne le fonds de démantèlement des centrales
nucléaires, on nous a dit que tous les prescrits légaux seraient
respectés, c'est le minimum. Toutefois, la question de l'alimentation
de ce fonds et de sa disponibilité au moment où il faudra démanteler
les centrales nucléaires pose toujours question. Pour ma part, il me
semble que les autorités belges devraient s'assurer le contrôle de ce
fonds destiné à remplir une mission d'intérêt général et qu'il ne peut
laisser à Suez la possibilité d'en disposer seul. De quelles garanties
disposez-vous à ce sujet?

La future politique d'investissements du groupe Suez est également
source d'inquiétudes. En la matière, le prospectus diffusé par Suez
est plutôt vague. Il se contente de garantir un niveau
d'investissements suffisant pour assurer la demande de ses clients.
Cette question faisait-elle partie des engagements pris par Suez en
matière d'ancrage belge? Si ce n'est pas le cas, ne pensez-vous pas
qu'il est nécessaire de s'assurer des intentions réelles de Suez en la
matière?

Enfin, de manière plus générale, compte tenu du fait qu'Electrabel est
devenue l'entreprise que l'on connaît aujourd'hui, grâce en grande
partie aux consommateurs belges ­ cela a été répété à juste titre
puisqu'elle avait un monopole de fait ­, il est important de tenir
compte de l'intérêt social de cette entreprise. Dans ce cadre, il serait
bon que le groupe Suez précise rapidement ses intentions en matière
tarifaire. A ce sujet, il est à noter que les syndicats ont déposé des
propositions positives en vue de baisser le tarif pour nos citoyens.

Monsieur le ministre, telles étaient les questions auxquelles j'aimerais
obtenir une réponse.
aan hechten. In punt 9 wordt
gewag gemaakt van een grotere
rol voor de coördinatiecentra,
maar die gaan dicht in 2010. Hoe
moet het dan daarna verder?

Er is ook nog altijd een probleem
met betrekking tot het
hoofdkantoor. Volgens Electrabel
en Suez zullen de fiscale voor- en
nadelen van de zetel in Brussel en
de Parijse zetel worden
afgewogen. Kan u ons daar meer
over vertellen?

De werknemers en hun
vakbonden hebben intussen hun
ongerustheid geuit, meer bepaald
wat de werkgelegenheid en de
pensioenen betreft. Wat is het
standpunt van Suez over het
aanvullend pensioenfonds, dat
afhankelijk is van de financiële
toestand van het bedrijf?

Over de financiering en de
beschikbaarheid van het fonds
voor de ontmanteling van de
kerncentrales heerst nog veel
onduidelijkheid. Ik vind dat de
Belgische overheid dat fonds zou
moeten controleren. Het vervult
immers een taak van openbaar
nut, en Suez zou daar niet alleen
over mogen kunnen beslissen.
Welke garanties heeft u op dat
gebied?

Voorts baart het toekomstige
investeringsbeleid van de Suez-
groep ons zorgen.

Maakte die kwestie al deel uit van
de verbintenissen die Suez met
betrekking tot de Belgische
verankering was aangegaan? Zo
neen, zou het niet nodig zijn zich
van de echte intenties van Suez
ter zake te vergewissen?

Ten slotte is het belangrijk dat de
sociale rol van Electrabel wordt
gevrijwaard en dat de Suez-groep
wordt verzocht snel haar intenties
met betrekking tot het tariefbeleid
toe te lichten. Op te merken valt
dat de vakbonden voorstellen
hebben ingediend die ertoe
18/10/2005
CRIV 51
COM 704
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
strekken de tarieven voor de
consumenten te verlagen.
09.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, madame
Lalieux, tout d'abord, je voudrais préciser que, comme l'a indiqué ce
week-end dans la presse le premier ministre, j'ai donné l'impulsion
concernant cet accord mais le texte définitif a été négocié entre le
premier ministre et Suez.

1. M. Mestrallet a adressé une lettre au premier ministre lui annonçant
l'opération. Dans sa réponse, le premier ministre lui a demandé des
garanties complémentaires. A la suite de cette correspondance, les
deux interlocuteurs ont mené des pourparlers afin de concrétiser ces
garanties et de clarifier la situation.

Puisqu'il s'agit ici d'une initiative du premier ministre, je vous conseille
de vous adresser à lui pour de plus amples informations sur l'état des
discussions.

2. Les provisions nucléaires sont actuellement générées par
Synatom. Un comité de suivi composé de représentants notamment
du régulateur et de la CBFA en assure le contrôle. La concertation
entre les services du premier ministre et Suez offrira peut-être des
garanties complémentaires à cet égard.

Néanmoins, indépendamment de cet élément, je préconise d'adapter
le système actuel. J'envisage de retirer les fonds de Synatom et de
les confier à la gestion d'une nouvelle instance indépendante. Ce
scénario n'empêcherait pas les représentants d'encore siéger au
comité de suivi.

3. Vous savez comme moi que l'on ne peut exiger des garanties à
long terme de la part d'une entreprise privée. Sous le gouvernement
Dehaene par exemple, nous avons tous pu constater ce qui est
advenu de Renault-Vilvorde. C'est probablement ce précédent qui
vous donne certaines craintes. On pourrait citer de nombreux
exemples similaires mais on pourrait également aborder votre
question d'une autre façon.

Nous devons prendre des mesures pour garantir aux consommateurs
un approvisionnement continu à des conditions abordables, stimuler
l'emploi dans le secteur et accroître la concurrence sur le marché.
J'estime donc plus salutaire de vendre des sites inutilisés à d'autres
acteurs du marché. Cela entraînerait également des investissements
et réduirait notre dépendance face à un seul acteur. Car, qu'on le
veuille ou non, nous sommes toujours dans ce cas de figure.

On peut difficilement plaider simultanément pour une concurrence
accrue et pour un renforcement de la position d'Electrabel.

4. Comme vous le savez, les tarifs relèvent de la compétence de la
CREG. C'est le régulateur qui décide d'approuver ou non les
propositions tarifaires introduites. A cet égard, je peux vous indiquer
que je vais demander au conseil général de la CREG de mener une
étude sur toutes les composantes du prix de l'énergie pour examiner
les possibilités de baisser les prix. En effet, j'ai dû constater que,
jusqu'à aujourd'hui, cette étude n'a jamais été menée à son terme. Il
me semble que cela pourrait nous aider à aborder le problème en
09.02 Minister Marc Verwilghen:
De Eerste Minister en Suez
hebben over de definitieve tekst
van het akkoord onderhandeld. In
antwoord op een brief die hem
door de heer Mestrallet was
toegezonden, heeft de Eerste
Minister bijkomende garanties
gevraagd. Naar aanleiding van die
briefwisseling hebben zij
gesprekken gevoerd teneinde die
garanties concreet in te vullen en
de situatie uit te klaren. Aangezien
het een initiatief van de Eerste
Minister betreft, verzoek ik u hem
te ondervragen teneinde meer
toelichtingen over de stand van de
gesprekken te verkrijgen.

Ten tweede worden de nucleaire
provisies momenteel door
Synatom beheerd; een
"opvolgingscomité" staat in voor
de controle ter zake. Het overleg
tussen de diensten van de Eerste
Minister en Suez zal in dat
verband misschien bijkomende
garanties bieden. Ik pleit voor een
aanpassing van het huidige
systeem door de fondsen bij
Synatom weg te halen en het
beheer ervan aan een nieuwe
onafhankelijke instelling toe te
vertrouwen. Dat scenario belet niet
dat de vertegenwoordigers nog in
het "opvolgingscomité" zitting
hebben.

Ten derde kan men onmogelijk
langetermijngaranties vragen van
een privébedrijf. Wij moeten
maatregelen nemen om de
consumenten een ononderbroken
bevoorrading tegen betaalbare
voorwaarden te garanderen, de
werkgelegenheid in de sector te
stimuleren en de concurrentie op
de markt te vergroten. Het is dan
ook beter ongebruikte sites aan
andere actoren op de markt te
verkopen.

Ten vierde: de tarieven vallen
onder de bevoegdheid van de
CREG. Ik zal de algemene raad
CRIV 51
COM 704
18/10/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
matière de prix.
van de CREG vragen een studie
uit te voeren naar alle elementen
die bepalend zijn voor de
energieprijs, met de bedoeling tot
een prijsdaling te komen. Tot op
heden werd zo'n studie, die van
nut zou zijn bij het aanpakken van
het prijsprobleem, nooit afgerond.
09.03 Karine Lalieux (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie de
votre réponse. L'accroissement de la concurrence figurait dans la
déclaration du premier ministre. J'espère que nous pourrons encore
vendre des sites au cours de cette législature de manière dynamique.

Je pense que cette étude des composantes est la bienvenue car,
pendant des années, on s'est focalisé sur certaines composantes du
prix du gaz et de l'électricité, et pas sur d'autres. Il est donc temps de
s'intéresser à la production, et pas seulement à la distribution. C'est
une bonne piste, mais pourvu que cette étude ne prenne pas un an. Il
est très facile de dénombrer ces éléments et de voir leur coût,
puisque d'autres études ont déjà été réalisées.

Je vais poser la question au premier ministre, bien que nous
essayions de le déranger le moins possible en l'interrogeant. C'est
pourquoi je vous avais posé cette question, en votre qualité de
ministre compétent. En effet, se référer au seul procès-verbal du
comité de concertation me semble un peu léger. Si d'autres éléments
apparaissent, j'interpellerai le premier ministre mais j'espère qu'il ne
vous demandera pas de répondre à sa place, sinon nous allons
tourner en rond!
09.03 Karine Lalieux (PS): Ik
hoop dat we tijdens deze
regeerperiode dit dynamisch
verkoopbeleid zullen kunnen
voortzetten. Dankzij de studie naar
de elementen zullen de prijzen van
gas en elektriciteit in het licht van
de productie en niet enkel van de
distributie kunnen worden
onderzocht.

Ik zal de eerste minister
bijkomende informatie vragen
omtrent de verbintenissen van
Suez.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

La discussion des questions et interpellations se termine à 11.21 heures.
De bespreking van de vragen en interpellaties eindigt om 11.21 uur.