KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRABV 52 COM 584
CRABV 52 COM 584
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
woensdag
mercredi
10-06-2009
10-06-2009
namiddag
après-midi
CRABV 52
COM 584
10/06/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
staatssecretaris
voor
Armoedebestrijding,
toegevoegd aan de minister van Maatschappelijke
Integratie, Pensioenen en Grote Steden, over "het
activeren van leefloners" (nr. 11623)
1
Question de Mme Maggie De Block au secrétaire
d'État à la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la
ministre de l'Intégration sociale, des Pensions et
des Grandes villes, sur "l'activation des
bénéficiaires du revenu d'intégration sociale"
(n° 11623)
1
Sprekers: Maggie De Block, Jean-Marc
Delizée,
staatssecretaris
voor
Armoedebestrijding
Orateurs: Maggie De Block, Jean-Marc
Delizée, secrétaire d'État à la Lutte contre la
pauvreté
Vraag van de heer Ludo Van Campenhout aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de windmolenparken in
de Noordzee" (nr. 13342)
3
Question de M. Ludo Van Campenhout au
secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier
ministre, sur "les parcs d'éoliennes en mer du
Nord" (n° 13342)
3
Sprekers: Ludo Van Campenhout, Etienne
Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Ludo Van Campenhout, Etienne
Schouppe, secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Peter Logghe aan de
staatssecretaris
voor
Armoedebestrijding,
toegevoegd aan de minister van Maatschappelijke
Integratie, Pensioenen en Grote Steden, over "de
uitbouw van het steunpunt armoedebestrijding tot
een
wetenschappelijk
expertisecentrum"
(nr. 12501)
4
Question de M. Peter Logghe au secrétaire d'État
à la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la ministre
de l'Intégration sociale, des Pensions et des
Grandes villes, sur "la transformation du service
de lutte contre la pauvreté en un centre
d'expertise scientifique" (n° 12501)
4
Sprekers: Peter Logghe, Jean-Marc Delizée,
staatssecretaris voor Armoedebestrijding
Orateurs: Peter Logghe, Jean-Marc Delizée,
secrétaire d'État à la Lutte contre la pauvreté
Vraag van mevrouw Rita De Bont aan de
staatssecretaris
voor
Armoedebestrijding,
toegevoegd aan de minister van Maatschappelijke
Integratie, Pensioenen en Grote Steden, over
"een sociaal internettarief" (nr. 12525)
6
Question de Mme Rita De Bont au secrétaire
d'État à la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la
ministre de l'Intégration sociale, des Pensions et
des Grandes villes, sur "un tarif social pour
l'internet" (n° 12525)
6
Sprekers: Rita De Bont, Jean-Marc Delizée,
staatssecretaris voor Armoedebestrijding
Orateurs: Rita De Bont, Jean-Marc Delizée,
secrétaire d'État à la Lutte contre la pauvreté
Vraag van mevrouw Clotilde Nyssens aan de
minister
van
Maatschappelijke
Integratie,
Pensioenen en Grote Steden, over "de minnelijke
invordering van schulden van de consument"
(nr. 12828)
7
Question de Mme Clotilde Nyssens à la ministre
de l'Intégration sociale, des Pensions et des
Grandes villes, sur "le recouvrement amiable de
dettes du consommateur" (n° 12828)
7
Sprekers: Clotilde Nyssens, Jean-Marc
Delizée,
staatssecretaris
voor
Armoedebestrijding
Orateurs: Clotilde Nyssens, Jean-Marc
Delizée, secrétaire d'État à la Lutte contre la
pauvreté
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
staatssecretaris
voor
Armoedebestrijding,
toegevoegd aan de minister van Maatschappelijke
Integratie, Pensioenen en Grote Steden over "de
strijd tegen de armoede" (nr. 13172)
9
Question de M. Jo Vandeurzen au secrétaire
d'État à la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la
ministre de l'Intégration sociale, des Pensions et
des Grandes villes sur "la lutte contre la pauvreté"
(n° 13172)
9
Sprekers:
Jo
Vandeurzen,
Jean-Marc
Delizée,
staatssecretaris
voor
Armoedebestrijding
Orateurs:
Jo
Vandeurzen,
Jean-Marc
Delizée, secrétaire d'État à la Lutte contre la
pauvreté
CRABV 52
COM 584
10/06/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
van
WOENSDAG
10
JUNI
2009
Namiddag
______
du
MERCREDI
10
JUIN
2009
Après-midi
______
De vergadering wordt geopend om 14.30 uur en
voorgezeten door mevrouw Maggie De Block.
La réunion publique est ouverte à 14 h 30 sous la
présidence de Mme Maggie De Block.
01 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
staatssecretaris
voor
Armoedebestrijding,
toegevoegd
aan
de
minister
van
Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote
Steden, over "het activeren van leefloners"
(nr. 11623)
01 Question de Mme Maggie De Block au
secrétaire d'État à la Lutte contre la pauvreté,
adjoint à la ministre de l'Intégration sociale, des
Pensions et des Grandes villes, sur "l'activation
des bénéficiaires du revenu d'intégration sociale"
(n° 11623)
01.01 Maggie De Block (Open Vld): Onlangs
stuurde de voorzitter van het OCMW van Zelzate de
leefloners van zijn gemeente een brief waarin zij
met aandrang werden verzocht om deel te nemen
aan de jobbeurs van de Gentse zeehaven. De
OCMW-voorzitter verklaarde dit initiatief als een
uitloper van het activeringsbeleid, waarop de
federale overheid reeds geruime tijd aandringt.
Jammer genoeg blijft dit een zeldzaam voorbeeld
en blijven vele OCMW's inzake de tewerkstelling
van leefloners nog schromelijk in gebreke. Zo
waren er eind vorig jaar in Vlaanderen 21 Vlaamse
OCMW's waarbij er geen enkele leefloner in dienst
was via artikel 60 en in 47 OCMW's werd er slechts
één leefloner tewerkgesteld.
Steunt de staatssecretaris initiatieven zoals dat van
het OCMW van Zelzate? Zal de minister de
OCMW's ook meer controlemiddelen geven inzake
werkweigering of de weigering om werk te zoeken?
Hoeveel Waalse en Brusselse gemeenten stelden
vorig jaar geen of slechts één leefloner te werk via
01.01 Maggie De Block (Open Vld) : Le président
du CPAS de Zelzate a envoyé récemment aux
bénéficiaires du revenu d'intégration de sa
commune un courrier les invitant à participer à la
bourse à l'emploi organisée par le port maritime de
Gand. Le président de CPAS a déclaré que cette
initiative se situait dans le prolongement de la
politique d'activation sur laquelle le pouvoir fédéral
insiste depuis pas mal de temps déjà.
Malheureusement, ce cas est rare et en matière
d'emploi des bénéficiaires du revenu d'intégration,
les CPAS restent gravement en défaut. Ainsi, à la
fin de l'an dernier, on comptait en Flandre 21 CPAS
au sein desquels aucun bénéficiaire d'un revenu
d'intégration n'avait trouvé un emploi sur la base de
l'article 60 et 47 CPAS au sein desquels un
bénéficiaire seulement d'un revenu d'intégration
était au travail.
Le secrétaire d'État appuie-t-il des initiatives telles
que celles prises par le CPAS de Zelzate ? Le
ministre octroiera-t-il aux CPAS davantage de
moyens pour contrôler ceux qui refusent de
travailler ou de chercher un emploi ? Combien de
communes wallonnes et bruxelloises ont-elles omis
10/06/2009
CRABV 52
COM 584
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
artikel 60? Welke maatregelen werden er reeds
uitgewerkt om OCMW's die leefloners activeren, te
belonen? Wordt er op lange termijn opgevolgd of de
activering door het OCMW leidt tot duurzame
tewerkstelling? Wat is het resultaat van deze
opvolging? Zal de staatssecretaris een initiatief
nemen
om
OCMW's
en
diensten
voor
arbeidsbemiddeling nauwer te doen samenwerken
om te vermijden dat leefloners na hun activering
opnieuw
zouden
stranden
in
de
werkloosheidsverzekering?
de proposer ou proposé à un bénéficiaire de revenu
d'intégration seulement un emploi sur la base de
l'article 60 ? Quelles mesures ont-elles déjà été
élaborées afin de récompenser les CPAS menant
une politique d'activation des bénéficiaires d'un
revenu d'intégration ? Quel est le résultat de ce
suivi ? Le secrétaire d'État prendra-t-il une initiative
afin de favoriser une coopération plus étroite entre
les CPAS et les services de l'emploi, afin d'éviter
que les bénéficiaires d'un revenu d'intégration
n'émargent à nouveau au chômage ?
01.02 Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): Tewerkstelling is inderdaad de
hefboom bij uitstek om arme mensen sociaal te
integreren, op voorwaarde dat het om kwalitatief en
goed betaald werk gaat. Uiteraard steun ik elk
initiatief dat leefloners wil helpen aan de slag te
geraken, ook dus het initiatief in Zelzate.
Het is niet met sancties dat mensen geactiveerd
worden. Wel kan de werkbereidheid in elk
individueel geval beoordeeld worden op basis van
de concrete mogelijkheden van de leefloner en zijn
persoonlijke inspanningen.
Het cijfermateriaal uit Wallonië toont aan dat er in
2008 slechts elf OCMW's waren die niemand
tewerkstelden in het kader van artikel 60 en
41 OCMW's die maar één persoon tewerkstelden.
Er waren meer dan 210 OCMW's die meer dan één
persoon tewerkstelden op basis van artikel 60.
In de Brusselse OCMW's zijn er minstens
18 leefloners actief per OCMW. In Vlaanderen
waren er in 2008 22 OCMW's met slechts één
leefloner en dertig OCMW's zonder leefloners.
01.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais) : L'emploi constitue effectivement le
meilleur levier pour assurer l'intégration sociale des
personnes défavorisées, à condition qu'il soit de
qualité et qu'il soit bien rémunéré. Je soutiens
évidemment toute initiative, y compris celle menée
à Zelzate, tendant à aider les bénéficiaires du
revenu d'intégration à trouver du travail.
Une politique d'activation ne fonctionne pas sur la
base de sanctions. Par contre, il est possible
d'apprécier individuellement la disponibilité sur le
marché de l'emploi sur la base des possibilités
réelles du bénéficiaire du revenu d'intégration et de
ses efforts personnels.
Il ressort des statistiques pour la Wallonie qu'en
2008, onze CPAS seulement n'ont procédé à aucun
recrutement dans le cadre de l'article 60 et
41 CPAS n'ont engagé qu'une seule personne. Plus
de 210 CPAS ont employé plus d'une personne sur
la base de ce même article.
À Bruxelles, 18 bénéficiaires du revenu d'intégration
sont actifs dans un CPAS. En Flandre, en 2008,
22 CPAS occupaient un bénéficiaire du revenu
d'intégration et trente n'en occupaient aucun.
Naast het eerder genoemde artikel 60 heeft de
federale regering nog diverse maatregelen
uitgewerkt voor de specifieke tewerkstelling van het
publiek van de OCMW's. Zo zijn er artikel 61 van de
OCMW-wet van 1976 en de inschakelingsprojecten
waarbij het OCMW bijdraagt in de loonkosten, het
Acitivaplan,
Invoeginterim,
Doorstromingsprogramma's en de SINE-jobs.
Outre l'article 60 déjà cité, le gouvernement fédéral
a élaboré d'autres mesures en matière d'emploi
spécifiquement axées sur les clients des CPAS. Il y
a par exemple l'article 61 de la loi sur les CPAS de
1976 et les projets d'insertion dans lesquels le
CPAS contribue aux coûts salariaux, le plan Activa,
l'Intérim d'insertion, les Programmes de transition
professionnelle et les emplois SINE.
Daarnaast
zijn
er
verschillende
federale
instrumenten
waarbij
OCMW's
financiële
stimulansen voor tewerkstelling kunnen bekomen.
Zo zijn er de verhoogde staatstoelagen voor de
OCMW's van de grote steden. Het clusterplan wil
de sociale inschakeling van OCMW-cliënten in
kleine gemeenten bevorderen, per provincie werd
een
proefproject
opgestart.
Bij
de
Il existe en outre différents instruments fédéraux
permettant aux CPAS d'obtenir des incitants
financiers à l'emploi.
Il s'agit notamment des subventions majorées de
l'État pour les CPAS des grandes villes. L'objectif
du plan « Cluster » est de favoriser l'insertion
sociale des clients des CPAS dans les petites
communes. Un projet pilote a été élaboré par
CRABV 52
COM 584
10/06/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
partnerschapsovereenkomst
of
de
500-
euromaatregel sluit het OCMW partnerschappen
om de gerechtigde naar de reguliere arbeidsmarkt
te begeleiden. Voor het stimuleren van trajecten
voor sociale en beroepsactivering werd in het kader
van het Europees Sociaal Fonds voor de periode
2007-2013 38 miljoen euro uitgetrokken. In het
kader van het federale armoedeplan wordt verder
onderzocht in hoeverre de activering door de
OCMW's nog meer kan worden ondersteund.
province à cet effet. Dans le cadre des accords de
partenariat ou de la mesure des 500 euros, le
CPAS
conclut
des
partenariats
visant
à
accompagner le bénéficiaire dans sa recherche
d'un emploi sur le marché régulier du travail.
38 millions d'euros ont été dégagés dans le cadre
du Fonds social européen pour la période 2007-
2013 pour la stimulation des parcours d'activation
sociale et professionnelle. Dans le cadre du Plan
fédéral pauvreté, il est examiné dans quelle mesure
l'activation par les CPAS peut encore être
renforcée.
De opvolging van de duurzaamheid van de
activering gebeurt nog niet systematisch. In 2006
werd een studie uitgevoerd waaruit bleek dat na één
jaar een op twee geactiveerde personen nog steeds
werkte en dat een op drie op zoek was naar werk.
Vorig jaar werd nog een studie opgestart aan de
universiteiten van Antwerpen en Luik met de titel
"Duurzame activering in de Belgische OCMW's". De
conclusies zullen einde september van dit jaar
beschikbaar zijn. Het is de bedoeling dat de POD
Maatschappelijke Integratie op basis van deze
gegevens een permanent monitoringsysteem zal
uitwerken.
La durabilité de l'activation ne fait pas encore l'objet
d'un suivi systématique. Il ressort d'une étude
menée en 2006 qu'après un an, une personne
activée sur deux travaillait toujours et qu'une sur
trois était à la recherche d'un emploi. Une autre
étude sur l'activation durable dans les CPAS belges
a été lancée l'an passé par les universités d'Anvers
et de Liège. Les conclusions en seront disponibles
fin septembre 2009. Le SPP Intégration Sociale
devra ensuite élaborer un système permanent de
monitoring sur la base de ces données.
De OCMW's zijn dus actieve partners van het
werkgelegenheidsbeleid in België geworden, omdat
zij
bij
voorrang
moeten
zorgen
voor
maatschappelijke integratie door middel van een
duurzame opleiding of tewerkstelling, gekoppeld
aan een individuele, sociale begeleiding. Om de
OCMW-gerechtigden zoveel mogelijk troeven mee
te
geven,
worden
zij
ook
daadwerkelijk
ingeschreven
als
werkzoekende.
Via
de
partnerschapsovereenkomst
kunnen
erkende
partners geld krijgen van de OCMW's om een
gerechtigde te begeleiden naar de reguliere
arbeidsmarkt.
Les
CPAS
devant
prioritairement
assurer
l'intégration sociale par le biais d'une formation ou
d'un
emploi
durable,
associée
à
un
accompagnement social individuel, ils sont devenus
des partenaires actifs de la politique de l'emploi
menée en Belgique. Pour donner un maximum
d'atouts aux allocataires, les CPAS les inscrivent
immédiatement comme demandeurs d'emploi.
Grâce à l'accord de partenariat, des partenaires
agréés peuvent obtenir de l'argent des CPAS pour
guider l'allocataire vers le marché régulier du travail.
01.03 Maggie De Block (Open Vld): Door de crisis
heeft wie al in armoede zat of erin dreigde te
verzeilen, het extra moeilijk om werk te vinden.
OCMW's spelen een belangrijke rol om leefloners
op de reguliere arbeidsmarkt te krijgen in een
kwaliteitsvolle job. Er is een aantal studies nodig,
ook al omdat het om een transversale bevoegdheid
gaat.
01.03 Maggie De Block (Open Vld) : La crise a
rendu la recherche d'un emploi encore plus difficile
pour ceux qui vivaient déjà dans la pauvreté ou
risquaient d'y basculer. Les CPAS jouent un rôle
majeur dans l'obtention d'un emploi de qualité sur le
marché régulier du travail pour les bénéficiaires du
revenu d'intégration. Des études s'imposent,
d'autant qu'il s'agit d'une compétence transversale.
02 Vraag van de heer Ludo Van Campenhout aan
de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd
aan
de
eerste
minister,
over
"de
windmolenparken in de Noordzee" (nr. 13342)
02 Question de M. Ludo Van Campenhout au
secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier
ministre, sur "les parcs d'éoliennes en mer du
Nord" (n° 13342)
02.01 Ludo Van Campenhout (Open Vld): In de
nabije toekomst zal een aantal windmolenparken
worden
aangelegd
in
de
Noordzee.
Die
02.01 Ludo Van Campenhout (Open Vld) :
Plusieurs parcs d'éoliennes vont bientôt être
construits en mer du Nord. Ces parcs pourraient
10/06/2009
CRABV 52
COM 584
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
windmolenparken zouden vaarroutes naar het
Verenigd Koninkrijk en naar de haven van
Antwerpen storen.
Welke concessies zijn er al toegekend? Is het
duidelijk waar de parken exact zullen worden
aangelegd? Werd er overleg gepleegd met de
vertegenwoordigers van de scheepvaart?
perturber certaines routes maritimes vers le
Royaume-Uni et vers le port d'Anvers.
Quelles concessions ont déjà été accordées ? Sait-
on précisément où ces parcs seront construits ? Y
a-t-il eu une concertation à ce sujet avec des
représentants du secteur de la navigation ?
02.02 Staatssecretaris
Etienne
Schouppe
(Nederlands): Er zijn totnogtoe vier concessies
toegekend, namelijk aan C-Power op de
Thorntonbank, aan Belwind op de Blighbank, aan
Eldepasco op de Bank Zonder Naam en onlangs
ook aan Rentel. Voor technische aangelegenheden
verwijs ik naar de minister van Energie.
Het directoraat-generaal Maritiem Vervoer heeft in
een recent advies aan de CREG over de
concessies gevraagd om een gedeelte van de
meest noordelijke concessie te sluiten uit
bezorgdheid voor de scheepvaartveiligheid en de
mogelijke mariene milieuvervuiling. De beslissing
ligt bij de minister van Energie.
In hetzelfde advies staat ook te lezen dat het
scheepvaartverkeer geen hinder mag ondervinden
van de werkzaamheden. De communicatie tussen
het verkeersbegeleidingssysteem VTS en de
schepen die de werkzaamheden uitvoeren, zal
optimaal moeten zijn. Duidelijke afspraken met de
beheerder van VTS, het Vlaamse Gewest, zullen
nodig zijn. Een eventueel stremming van het
verkeer op zee kan alleen in nauw overleg met het
Vlaams Loodswezen en met VTS en moet lang op
voorhand
worden
aangekondigd
aan
alle
betrokkenen. Dit staat in het advies, maar het is ook
mijn persoonlijke visie.
02.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État (en
néerlandais) :
Quatre
concessions
ont
été
attribuées jusqu'ici : à C-Power sur le banc de
Thornton, à Belwind sur le Blighbank, à Eldepasco
sur le Banc sans nom et, récemment, à Rentel.
Pour les aspects techniques, je me réfère au
ministre de l'Énergie.
Dans un avis récemment adressé à la CREG à
propos des concessions, la direction générale
Transport maritime a demandé la fermeture
partielle de la concession située à l'extrême nord
pour des raisons de sécurité de la navigation et à
cause du risque de pollution de l'environnement
marin. Cette décision ressortit à la compétence du
ministre de l'Énergie.
On peut également lire dans cet avis que les
travaux ne pourront pas gêner la navigation. La
communication devra être optimale entre le
système d'assistance au trafic VTS et les navires
effectuant ces travaux. Des accords précis devront
être conclus avec l'administrateur de VTS, la
Région
flamande.
Le
trafic
ne
pourra
éventuellement être interrompu qu'en concertation
étroite avec les services de pilotage du Vlaams
Loodswezen et VTS ; cette interruption devra être
annoncée longtemps à l'avance aux intéressés.
Telle est la teneur de l'avis, mais c'est aussi mon
point de vue personnel.
02.03 Ludo Van Campenhout (Open Vld): Ik zou
de minister willen adviseren om contact op te
nemen met het directoraat-generaal van de haven
van Antwerpen. Volgens de directeur-generaal
zullen de schepen moeten omvaren en dat kost tijd
en geld.
02.03 Ludo Van Campenhout (Open Vld) : Je
conseille au ministre de contacter la direction
générale du port d'Anvers. Selon le directeur
général, les navires devront faire un détour, ce qui
coûte du temps et de l'argent.
02.04 Staatssecretaris
Etienne
Schouppe
(Nederlands): Ik heb nog geen enkele reactie
ontvangen vanuit het havenbedrijf. De formele
vraag is nochtans al gesteld na een studie van de
vaarroutes.
02.04 Etienne Schouppe, secrétaire d'État (en
néerlandais) : Je n'ai encore reçu aucune réaction
de la part de la régie portuaire d'Anvers. Nous
avons pourtant déjà posé la question formellement
à la suite d'une étude des routes maritimes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Peter Logghe aan de
staatssecretaris
voor
Armoedebestrijding,
toegevoegd
aan
de
minister
van
Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote
03 Question de M. Peter Logghe au secrétaire
d'État à la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la
ministre de l'Intégration sociale, des Pensions et
des Grandes villes, sur "la transformation du
CRABV 52
COM 584
10/06/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
Steden, over "de uitbouw van het steunpunt
armoedebestrijding tot een wetenschappelijk
expertisecentrum" (nr. 12501)
service de lutte contre la pauvreté en un centre
d'expertise scientifique" (n° 12501)
03.01 Peter Logghe (Vlaams Belang): Het
steunpunt armoedebestrijding wordt omgebouwd tot
een wetenschappelijk expertisecentrum. In een
antwoord op een schriftelijke vraag laat de minister
weten dat er geen officiële telling van de dak- en
thuislozen in ons land gebeurt. In Wallonië dateren
de laatste cijfers uit 2004!
Hoe denkt de staatssecretaris het steunpunt uit te
bouwen tot een expertisecentrum als alleen
Vlaanderen behoorlijke gegevens heeft? Waarop
stoelt hij zijn beleid als hij niet over degelijke cijfers
beschikt? Wat is de timing van de transformatie?
Wat zijn de financiële implicaties? Op welke termijn
mag het Parlement het eerste verslag van het
expertisecentrum verwachten?
03.01 Peter Logghe (Vlaams Belang) : Le service
de lutte contre la pauvreté va être transformé en
centre d'expertise scientifique. En réponse à une
question écrite, la ministre a fait savoir qu'il n'est
pas procédé dans notre pays à un recensement
officiel des sans-abri et des sans-logis. En Wallonie,
les derniers chiffres datent de 2004 !
Comment le secrétaire d'État compte-t-il s'y prendre
pour réaliser cette transformation si seule la Flandre
dispose de données valables ? Sur quoi se basera-
t-il pour mener sa politique s'il ne dispose pas de
chiffres valables ? Suivant quel calendrier réalisera-
t-il cette transformation ? Quelles implications
financières aura cette transformation ? Dans quel
délai le Parlement peut-il espérer recevoir le
premier rapport de ce centre d'expertise ?
03.02 Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): Het is inderdaad de bedoeling om het
steunpunt Armoedebestrijding uit te bouwen tot een
wetenschappelijk expertisecentrum. Dat volgt uit het
vernieuwde samenwerkingsakkoord ter bestrijding
van de armoede van 30 maart 2009. Het is precies
de bedoeling om via het steunpunt aan betrouwbare
cijfers te komen, in samenwerking met de andere
beleidsniveaus en de EU. Het steunpunt moet ook
samen met de POD Maatschappelijke Integratie de
interfederale armoedebarometer opvolgen.
De uitbouw van het steunpunt tot een echt
expertisecentrum zal een inspanning vragen van
alle bevoegde overheden. Het is niet zo dat alleen
Vlaanderen over recente en betrouwbare gegevens
beschikt. De Gewesten gebruiken verschillende
registratiemethodes, waarbij nu eens het ene en
dan weer het andere het beste blijkt. In de
interministeriële conferentie wordt alles op elkaar
afgestemd. Als voorbeeld geef ik de eenvormige
registratie van de schuldbemiddelingsdossiers.
Beschikken over betrouwbare en accurate cijfers is
altijd mijn ambitie geweest, vandaar ook de creatie
van een armoedebarometer. Dat resulteerde begin
dit jaar in een interfederale armoedebarometer,
waarbij niet alleen de financiële armoede wordt
gemeten,
maar
de achterstelling op alle
maatschappelijke domeinen.
Nu de politieke beslissing is genomen voor de
03.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais) : L'objectif fixé est effectivement de
transformer le service de lutte contre la pauvreté en
centre
d'expertise
scientifique.
C'est
la
conséquence logique de l'accord de coopération
renouvelé de lutte contre la pauvreté du 30 mars
2009. Le but visé est précisément de collecter des
données chiffrées fiables par l'entremise du service
de lutte contre la pauvreté, en collaboration avec les
autres niveaux de pouvoir et l'UE. Ce service est
également chargé d'assurer le suivi du baromètre
interfédéral de la pauvreté en collaboration avec le
SPP Intégration sociale.
La transformation du service de lutte contre la
pauvreté en véritable centre d'expertise requerra un
effort de toutes les autorités compétentes. Il est
inexact que seule la Flandre dispose de données
récentes et fiables. Les Régions emploient
différentes méthodes d'enregistrement et la
meilleure méthode se révèle être tantôt l'une, tantôt
l'autre. Dans le cadre de la conférence
interministérielle, il est procédé à une harmonisation
générale.
À
titre
d'exemple,
je
citerai
l'enregistrement
uniforme
des
dossiers
de
médiation de dettes.
J'ai toujours nourri l'ambition de disposer de chiffres
fiables et précis. C'est ce qui m'a amené à créer un
baromètre de la pauvreté qui est devenu, au début
de cette année-ci, le baromètre interfédéral de la
pauvreté qui est capable de mesurer non seulement
la pauvreté financière mais aussi la précarité dans
tous les secteurs de la vie sociale.
Aujourd'hui que la décision politique de transformer
10/06/2009
CRABV 52
COM 584
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
verdere uitbouw van het steunpunt tot een
expertisecentrum, moet er binnen de budgettaire
mogelijkheden een financiële enveloppe worden
vastgelegd. Dit kan na de vorming van de nieuwe
regionale regeringen.
Het steunpunt stelt tweejaarlijks een verslag op over
het armoedebeleid, met een aantal politieke
aanbevelingen, dat aan alle parlementen wordt
bezorgd en wordt besproken in de Kamer.
le service de lutte contre la pauvreté en centre
d'expertise a été prise, nous devons fixer une
enveloppe financière dans les limites de nos
possibilités budgétaires, ce à quoi nous pourrons
nous atteler après la formation des nouveaux
exécutifs régionaux.
Le service de lutte contre la pauvreté établit tous les
deux ans un rapport consacré à la politique en
matière de lutte contre la pauvreté et qui comporte
une série de recommandations politiques. Ce
rapport est adressé à tous les parlements et est
examiné à la Chambre.
Naarmate
het
steunpunt
meer
een
expertisecentrum
wordt,
zal
het
verslag
gedetailleerder worden.
Au fur et à mesure que l'antenne se transformera
en centre d'expertise, le rapport deviendra de plus
en plus détaillé.
03.03 Peter Logghe (Vlaams Belang): Ik noteer
dat de financiële enveloppe nog moet worden
vastgelegd. Het is maar de vraag of er in deze
begrotingssituatie
meer
ruimte
voor
armoedebestrijding zal zijn. In feite moet men nog
beginnen
met
het
verzamelen
van
het
feitenmateriaal. Ik vrees dat de ambities niet te
hoog gespannen mogen zijn.
03.03 Peter Logghe (Vlaams Belang) : Je prends
bonne note du fait qu'il faut encore définir
l'enveloppe financière. Reste la question de savoir
si, dans la situation budgétaire actuelle, nous
disposons de la marge nécessaire pour la lutte
contre la pauvreté. En fait, on n'a pas encore
commencé à rassembler les données factuelles. Je
crains qu'il faille revoir nos ambitions à la baisse.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Rita De Bont aan de
staatssecretaris
voor
Armoedebestrijding,
toegevoegd
aan
de
minister
van
Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote
Steden,
over "een
sociaal internettarief"
(nr. 12525)
04 Question de Mme Rita De Bont au secrétaire
d'État à la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la
ministre de l'Intégration sociale, des Pensions et
des Grandes villes, sur "un tarif social pour
l'internet" (n° 12525)
04.01 Rita De Bont (Vlaams Belang): Minister
Arena had het op een colloquium op 31 maart over
een `digitaal sociaal tarief' naar analogie van het
sociaal tarief voor gas en elektriciteit. Gebrek aan
toegang tot het internet bemoeilijkt integratie en
zorgt ervoor dat schoolgaande kinderen problemen
ondervinden bij het maken van hun huiswerk.
De prijzen voor toegang tot het internet zijn in België
zeer hoog: 44,23 euro, een stuk boven het
Europees gemiddelde van 36,89 euro. Het
opentrekken van de markt zou de tarieven socialer
kunnen maken zonder dat de overheid er haar
beperkte middelen in moet investeren.
Een ondoordacht en onbeperkt gebruik van internet,
al is het dan met een `digitaal sociaal tarief', kan
gezinnen die het financieel moeilijk hebben, nog
meer op kosten jagen, als gevolg van reclame en
allerlei betaalspelletjes. Vrije toegang tot het internet
kan kinderen ervan weerhouden hoger op de
04.01 Rita De Bont (Vlaams Belang) : Lors d'un
colloque qui s'est tenu le 31 mars dernier, la
ministre Arena a évoqué la mise en place d'un tarif
social numérique par analogie avec le tarif social
pour le gaz et l'électricité. L'impossibilité d'avoir
accès à l'internet complique l'intégration. Sans
accès à l'internet, les écoliers éprouvent également
plus de difficultés à faire leurs devoirs.
L'accès à l'internet coûte très cher en Belgique :
44,23 euros alors que la moyenne européenne se
situe à 36,89 euros. L'ouverture du marché
permettrait de donner un caractère plus social aux
tarifs sans que les pouvoirs publics ne doivent y
consacrer une partie de leurs moyens déjà limités.
Même avec un tarif social numérique, une utilisation
irraisonnée d'Internet risque de coûter cher à des
ménages déjà financièrement fragilisés en raison
de la publicité et des jeux payants. Une liberté totale
d'accès à l'internet risque d'empêcher des enfants
de grimper l'échelle sociale.
CRABV 52
COM 584
10/06/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
sociale ladder te klimmen.
De Gezinsbond wil een verplichte invoering van
persoonlijke identificatienummers, kinderslot en
filtersystemen die de toegang tot bepaalde websites
kunnen blokkeren en volwassenen kunnen weren
van bepaalde chatsites.
Zou men niet beter een sociaal internetplan
aanbieden, bestaande uit de nodige voorlichting,
internetbeveiliging en financieel advies? Wat denkt
de staatssecretaris van de vragen van de
Gezinsbond? Kan de behoefte aan een sociaal
internettarief niet worden verholpen door een
algemene tariefverlaging, die het gevolg kan zijn
van het opentrekken van de markt?
La Ligue des familles demande l'introduction de
numéros d'identification personnels, de systèmes
de verrouillage pour les enfants et de systèmes de
filtrage permettant de bloquer l'accès à certains
sites internet et d'empêcher des adultes d'avoir
accès à certains sites de chat.
Ne conviendrait-il pas plutôt de proposer un plan
social internet avec des volets prévention, sécurité
internet et conseils financiers ? Que pense le
secrétaire d'État des demandes de la Ligue des
familles ? Ne pourrait-on répondre au besoin d'un
tarif social internet par le biais d'une diminution
générale des tarifs qui serait rendue possible par
une ouverture du marché ?
04.02 Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): Een sociaal internettarief moet men
situeren in het nationaal actieplan ter bestrijding van
de digitale kloof. Het sociaal tarief gaat samen met
initiatieven om de burger te sensibiliseren, toegang
te verlenen en te begeleiden. Het sociaal
internettarief mag niet los staan van de twee andere
assen.
De suggesties van de Gezinsbond zijn interessant.
Het debat over veiligheid op het internet en
bescherming van de privacy moet ten gronde
worden gevoerd met alle betrokken partijen. Dat valt
echter niet onder mijn bevoegdheid.
04.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais) : Il convient de considérer la question
de l'introduction d'un tarif social pour l'internet dans
le cadre du plan d'action national de lutte contre la
fracture numérique. Le tarif social va de pair avec
des initiatives visant à sensibiliser les citoyens, à
leur donner accès à l'internet et à les guider dans
les méandres de la toile. Il ne peut être dissocié des
deux autres axes.
Les suggestions de la Ligue des familles sont
intéressantes. Les questions de la sécurité sur
l'internet et de la protection de la vie privée doivent
faire l'objet d'un débat approfondi avec toutes les
parties concernées. Je ne suis toutefois pas
compétent en la matière.
De prijs van internet in België is inderdaad hoog in
vergelijking met de ons omringende landen. Een
algemene tariefverlaging moet worden aangekaart
in een debat tussen sector en beleid.
Dat maakt het sociaal tarief echter niet overbodig.
De maatregel kan op korte termijn hulp betekenen
voor maatschappelijk kwetsbare groepen. De nood
aan een sociaal tarief verdwijnt niet noodzakelijk na
een algemene tariefverlaging. De Europese
gemiddelde kostprijs is nog steeds hoog voor een
gezin in armoede.
Par comparaison avec les pays voisins, les tarifs de
l'internet en Belgique sont effectivement élevés.
Une baisse tarifaire généralisée doit être évoquée à
l'occasion d'un débat entre le secteur et les
responsables politiques.
Le tarif social n'en devient cependant pas superflu.
À court terme, la mesure peut aider les groupes
socialement vulnérables. Une baisse généralisée
des tarifs ne supprime pas obligatoirement la
nécessité d'un tarif social. Pour une famille pauvre,
le coût moyen européen reste cher.
04.03 Rita De Bont (Vlaams Belang): Ik ben
gelukkig te vernemen dat het sociaal tarief samen
moet aangeboden worden met de nodige informatie
en preventie.
04.03 Rita De Bont (Vlaams Belang) : Je me
réjouis d'apprendre que le tarif social doit être
proposé
de
pair
avec
les
informations
indispensables et la prévention.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Clotilde Nyssens aan de
minister
van
Maatschappelijke
Integratie,
05 Question de Mme Clotilde Nyssens à la
ministre de l'Intégration sociale, des Pensions et
10/06/2009
CRABV 52
COM 584
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
Pensioenen en Grote Steden, over "de minnelijke
invordering van schulden van de consument"
(nr. 12828)
des Grandes villes, sur "le recouvrement amiable
de dettes du consommateur" (n° 12828)
05.01 Clotilde Nyssens (cdH): De economische
herstelwet van 27 maart 2009 heeft bepalingen uit
de wet van 20 december betreffende de minnelijke
invordering van schulden van de consument
gewijzigd. Artikel 6, §2, 6°, bepaalt nu dat een
minnelijke invordering van een schuld moet
beginnen met een schriftelijke ingebrekestelling die
op volledige en ondubbelzinnige wijze alle gegevens
met betrekking tot de schuldvordering dient te
omvatten. Er kan pas gebruik worden gemaakt van
andere invorderingstechnieken na een bepaalde
termijn. Wanneer de invordering door een advocaat
wordt verricht, moet de tekst "deze brief betreft een
minnelijke invordering en geen gerechtelijke
invordering" vermeld worden.
Sommige advocaten zorgen ervoor, in geval van
niet-betaling, bij hun laatste ingebrekestelling het
ontwerp van dagvaarding te voegen evenals een
overzicht of een kopie van de stukken van hun
dossier. Daarmee wil men de schuldenaar de
gelegenheid bieden zich te verdedigen maar ook de
door artikel 735 van het Gerechtelijk Wetboek
geregelde
verkortdebattenprocedure
mogelijk
maken. In een deel van de rechtspraak gaat men er
immers van uit dat de verkortdebattenprocedure
niet
mogelijk
is
wanneer
de
verweerder
voorafgaand aan de inleidende zitting de stukken
waarop de eis berust niet ontvangen heeft.
Sommige advocaten maken gebruik van dat
systeem nadat de schuldenaar in gebreke werd
gesteld door de schuldeiser of de deurwaarder. Dan
gaat het erom de dreiging van een vooraf
geformuleerde rechtsvordering te bevestigen en de
consument een laatste termijn te laten om zijn
schuld te vereffenen. Wanneer een advocaat dat
doet, moet hij die formule dan in zijn briefwisseling
opnemen? Vreest u niet dat de nieuwe wet de
advocaten aanmoedigt om
rechtstreeks te
dagvaarden?
05.01 Clotilde Nyssens (cdH) : La loi de relance
économique du 27 mars 2009 a modifié des
dispositions de la loi du 20 décembre 2002 relative
au
recouvrement
amiable
de
dettes
du
consommateur.
L'article 6,
§2,
6°,
prévoit
maintenant que tout recouvrement amiable d'une
dette doit commencer par une mise en demeure
écrite, qui doit contenir de manière complète et non
équivoque toutes les données relatives à la
créance. Il ne peut être procédé à d'autres
techniques de recouvrement qu'après écoulement
d'un délai. Lorsque le recouvrement est effectué par
un avocat, le texte "cette lettre concerne un
recouvrement amiable et non un recouvrement
judiciaire" doit être indiqué.
Certains avocats prennent soin, dans leur ultime
mise en demeure, de joindre le projet de citation en
cas de non-paiement, ainsi que l'inventaire ou une
copie des pièces de leur dossier. Il s'agit de
permettre au débiteur de se défendre, mais aussi
de permettre la procédure en débats succincts
organisée par l'article 735 du Code judiciaire. Une
partie de la jurisprudence considère en effet que la
procédure des débats succincts ne peut être mise
en oeuvre lorsque le défendeur n'a pas reçu,
préalablement à l'audience d'introduction, les pièces
qui fondent la demande.
Certains avocats mettent ce système en oeuvre
après que le débiteur ait déjà été mis en demeure
par le créancier ou par un huissier. Il s'agit alors de
confirmer la menace d'une action judiciaire
préalablement formulée et de laisser un ultime délai
au consommateur pour régler sa dette. Ce faisant,
l'avocat doit-il inscrire dans sa correspondance
cette formule ? Ne craignez-vous pas que la
nouvelle loi n'encourage les avocats à citer
directement ?
05.02 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée (Frans):
Behoudens andersluidende rechtspraak in de
toekomst blijkt dat artikel 6, § 2, 6°, van de wet van
20 december 2002 niet van toepassing is op de
schriftelijke ingebrekestelling die door een advocaat
gericht wordt aan de tegenpartij en die de inventaris
of de afschriften van de stukken omvat. In dat
artikel
wordt
gesteld
dat
die
schriftelijke
ingebrekestelling enkel geldt voor een minnelijke en
niet een gerechtelijke invordering.
Die briefwisseling wordt opgelegd door artikel
736 van het Gerechtelijk Wetboek opdat een zaak
overeenkomstig artikel 735 zou kunnen worden
05.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
français) : Sous réserve d'une jurisprudence
contraire dans le futur, il apparaît que le courrier
adressé par un avocat à la partie adverse et
reprenant l'inventaire ou les copies des pièces n'est
pas concerné par l'article 6, §2, 6°, de la loi du
20 décembre 2002 qui prévoit la mention "ce
courrier concerne un recouvrement amiable et pas
un recouvrement judiciaire".
Ce courrier est prévu par l'article 736 du Code
judiciaire pour qu'une affaire puisse être plaidée à
l'audience d'introduction conformément à l'article
CRABV 52
COM 584
10/06/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
behandeld op de inleidende zitting. Ze is dus niet
bedoeld om de schuldenaar een laatste termijn te
geven, maar om aan de vereisten van de procedure
te kunnen voldoen.
Uw vrees dat de advocaten sneller zouden
dagvaarden, is dus ongegrond. Hoe dan ook diende
de wet van 2002 betreffende de minnelijke
invordering dringend aangepast te worden om een
einde te maken aan de onaanvaardbare praktijken
van sommige gerechtsdeurwaarders. In de
toekomst zal blijken of die wijzigingen ongewilde
nevenwerkingen hebben, die we dan zullen moeten
corrigeren.
735. Son objectif n'est donc pas de laisser un ultime
délai au débiteur mais de satisfaire aux exigences
de la procédure.
Vos craintes de voir les avocats citer plus
rapidement ne paraissent donc pas fondées. Quoi
qu'il en soit, les modifications de la loi de 2002 sur
le recouvrement amiable étaient urgentes pour
mettre fin à des pratiques inacceptables de certains
huissiers de justice. L'avenir nous dira si ces
modifications produisent des effets pervers à
corriger.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
staatssecretaris
voor
Armoedebestrijding,
toegevoegd
aan
de
minister
van
Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote
Steden over "de strijd tegen de armoede"
(nr. 13172)
06 Question de M. Jo Vandeurzen au secrétaire
d'État à la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la
ministre de l'Intégration sociale, des Pensions et
des Grandes villes sur "la lutte contre la
pauvreté" (n° 13172)
06.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Naast het federale
armoedebestrijdingplan bestaan er ook een
meetinstrument om de vooruitgang in de strijd tegen
de armoede te meten, dat verbonden is aan een
aantal
Europese
indicatoren,
en
een
meetinstrument op het niveau van de Vlaamse
Gemeenschap.
Deelt de staatssecretaris mijn mening dat er moet
worden gestreefd naar een uniform meet- en
evaluatiesysteem met betrekking tot de strijd tegen
armoede?
06.01 Jo Vandeurzen (CD&V) : Outre le plan
fédéral de lutte contre la pauvreté, il existe un
instrument de mesure - lié à plusieurs indicateurs
européens - permettant d'évaluer les progrès
réalisés en matière de lutte contre la pauvreté, ainsi
qu'un second instrument de mesure au niveau de la
Communauté flamande.
Le secrétaire d'État estime-t-il, comme moi, qu'il
convient de tendre vers un système uniforme de
mesure et d'évaluation en matière de lutte contre la
pauvreté ?
06.02 Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): De interfederale armoedebarometer
is
opgebouwd
op
basis
van
vijftien
sleutelindicatoren die de verschillende facetten van
het verschijnsel armoede illustreren. Deze factoren
komen uit het EU-SILC-onderzoek. De drie
Gewesten hebben meegewerkt aan de realisatie
van deze barometer en hebben hun akkoord
gegeven op de interministeriële conferentie van
15 december 2008.
Een van de doelstellingen van de barometer is het
meten van de evolutie van de armoede in ons land.
De indicatoren worden algemeen erkend en
gebruikt, in het bijzonder in het Nationaal Actieplan
Sociale Insluiting, en hun uniformiteit is een garantie
om de gegevens te kunnen vergelijken op nationaal,
regionaal en Europees niveau.
06.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais) : Le baromètre interfédéral de la
pauvreté se fonde sur quinze indicateurs-clés qui
illustrent les différentes facettes du phénomène de
pauvreté. Ces facteurs émanent de l'enquête silc de
l'UE. Les trois Régions ont contribué à la réalisation
de ce baromètre et ont donné leur accord lors de la
conférence interministérielle du 15 décembre 2008.
L'un des objectifs du baromètre consiste à mesurer
l'évolution de la pauvreté dans notre pays. Les
indicateurs sont généralement reconnus et utilisés
notamment par le Plan d'action national d'inclusion
sociale et leur uniformité garantit la comparabilité
des données aux échelons national, régional et
européen.
Uiteraard worden er ook nog andere instrumenten
gehanteerd
door
de
Gewesten,
de
Gemeenschappen, door het Vlaamse, Waalse en
D'autres instruments encore doivent évidemment
être conjointement mis en oeuvre par les Régions,
les Communautés, la société civile flamande,
10/06/2009
CRABV 52
COM 584
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
Brusselse middenveld en door het Vlaamse
Netwerk voor armen. Wij willen deze instrumenten
niet vervangen, maar er wel een aanvulling op
vormen. Er bestaat geen enkele tegenstelling
tussen de verschillende meetinstrumenten en de
interfederale armoedebarometer wordt algemeen
als een meerwaarde beschouwd.
wallonne et bruxelloise et le réseau flamand pour
les pauvres. Nous ne remplacerons pas ces
instruments, mais nous les compléterons. Il n'y a
aucune
contradiction
entre
les
différents
instruments de mesure et le baromètre interfédéral
de la pauvreté est généralement considéré comme
une plus-value.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 15.23 uur.
La réunion publique de commission est levée à
15 h 23.